instituut voor maatschappelijk welzijn



Vergelijkbare documenten
instituut voor maatschappelijk welzijn

Profiel. instituut voor maatschappelijk welzijn. Cliëntgegevens

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg

Algemeen maatschappelijk werk

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

v r o u w e n o p v a n g R SA MANUS informatie voor verwijzers

TOEKOMST IK BEN VERSTANDELIJK BEPERKT WAT HOUDT DAT IN?

Bemoeizorg. mensenkennis. Assertieve psychiatrische hulp aan zorgmijders. post-hbo opleiding

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

AWBZ zorg bij Bureau Jeugdzorg (BJz)

Daarvoor gaat u naar Minters

Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige.

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

GGZ Centrum Roermond Regionaal Centrum GGZ Venlo Regionaal Centrum GGZ Venray

Welkom. Presentatie wijkteams in de gemeente Leeuwarden en hoe zij de financiële hulpverlening hebben ingericht

Jeugdzorg Brabant Noord Oost. 20 september 2013

GGD Hollands Noorden. en wijkverpleegkundigen met S1-taken

BZ11A. Bemoeizorg. post-hbo opleiding. Assertieve psychiatrische hulp aan zorgmijders. mensenkennis

Uw kind. in de Verwijsindex. Wat betekent dat? Verwijsindex Regio Nijmegen voor jeugdigen van 0-23 jaar

Natuurlijk... NUTH. NUTH... Natuurlijk DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO)

Bemoeizorg Parkstad. Wat is bemoeizorg? Bemoeizorg Parkstad

Intensieve Gezinsbegeleiding

Bemoeizorg Parkstad. Volwassenen

Drs. Joyce Langenacker wethouder Werk, Economische Zaken, Sociale Zaken (Participatiewet), Wonen, Coördinatie Sociaal Domein

Stappenplan VeiligHeidsHuizen. Triage-instrument. voor professionals in het veld

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN

Sociaal kwetsbare burgers in Eersel. Antje Eugster Onderzoeksfunctionaris

VOORWOORD 3 HULPVERLENING VAN HET ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK 4

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

BZ10B. Bemoeizorg. Assertieve psychiatrische hulp aan zorgmijders. m e n s e n kennis

SAMENVATTING BOUWSTENEN ZELFMANAGEMENT EN PASSENDE ZORG

Wegwijzer crisis en acute zorg in Hart van Brabant

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving

Zorg- en Veiligheidshuis Midden - Brabant

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

ZIJN WIE JE BENT EN WIE JE WILT ZIJN. De waarde van de praktijkhuizen van Ixta Noa

Centrum Jeugd & Gezin Maasland

Relatief. Gouda Overige gemeenten (incl.verhuizing) Totaal leerplicht

Dreigende Energieafsluitingen Holland Rijnland

Onderwerp: advies beleidsplan schuldhulp- Assen, 6 december verlening

JAARVERSLAG School Maatschappelijk Werk De Brug 2011

Doelgroep. Programma onderdelen. Duur/frequentie

Kwetsbare burgers in beeld? Workshop Symposium 10 februari 2014 Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant

Als de Raad u om informatie vraagt

Waarmee helpt Thuisbegeleiding?

MEE: PARTNER IN HET CJG

Verwijsindex risico s jeugdigen Utrecht

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS )

Jaarverslag 2015 TA RENKUM

DE GGZ IN DE 9 PRESTATIEVELDEN

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding

CATEGORALE OPVANG VOOR SLACHTOFFERS MENSENHANDEL

PRAATPLAAT COMPLEXE (JEUGD)PROBLEMATIEK REGIO HART VAN BRABANT

Zoektocht. Directeur/bestuurder Socius

de jeugd is onze toekomst

Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente.

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

Hoe regelt Heerlen de toegang tot zorg?

Een goed gesprek, een steun in de rug

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

Raadsinformatiebrief Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang. Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang Lekstroom. Uitgave nr.

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Postbus AK Gouda Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Algemeen Maatschappelijk Werk (inclusief jeugdhulpverlening)

Beter Samen in Noord (BSIN)

Ambulant Centrum Altrecht Aventurijn

ECSD/U Lbr. 14/010

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

OPLOSSINGSGERICHT WERKEN MET JONGEREN MISSION POSSIBLE

Belangrijk nieuws voor alle Utrechters! Ondersteuning, zorg, jeugdhulp en werk in 2015

Begeleide Omgangsregeling (BOR Humanitas) Projectleider Michel Krijnsen. SAMENWERKINGSPROJECT HUMANITAS/ RvdK/Jeugdzorg/Rechtbank/ MW

Zorg- en Veiligheidshuis Midden - Brabant

Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE

VOORWOORD 3 HULPVERLENING VAN HET ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK 4

Shantala babymassage (individuele begeleiding)

het afwegingskader in de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Risico s melden in de Verwijsindex. Hoe werkt dat? Verwijsindex Regio Nijmegen voor jeugdigen van 0-23 jaar

Jaarverslag. schulddienstverlening Een goede start

INHOUDSOPGAVE 1. LEESWIJZER SAMENVATTING DOELSTELLINGEN EN KWALITEITSBORGING DE WET GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING...

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik

Klantreis Terugval dakloosheid. Disgover

GEMEENTEBLAD. Nr SUBSIDIEREGELING VITALE SAMENLEVING 1. ALGEMEEN

Sluitende aanpak. voor risico- en. probleemjongeren

KomPas Samen sterker op basisscholen

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond

even Als kinderen en ouders geen raad meer weten

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst

HET WIE-WAT-WAAROM VAN DE TILBURGSE AANPAK ZORG, WERK EN JEUGDHULP IN TILBURG

Gemeente Oss. Pilot Duurzame Financiële Dienstverlening

Scharlaken Koord: ,00 ( = een gedeeltelijke bijdrage aan het totale programma, zie bijlage offerte Gebaseerd op de werkelijke uren 2011 )

Een haarscherp beeld? Of een blinde vlek? Weet u welke jongeren. risico lopen?

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Transcriptie:

instituut voor maatschappelijk welzijn Maatschappelijk verantwoord Jaarverslag 2006 In 2007, het jaar waarin dit verslag uitgebracht wordt, bestaat het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn 40 jaar. Jaren waarin veel veranderd is, in de samenleving, in de hulpverlening, in wet- en regelgeving, in verantwoordelijkheden. Onveranderd is dat in de loop van die vier decennia veel mensen behoefte hebben gehad aan hulp en ondersteuning, een duwtje in de rug. Het IMW heeft in die jaren een belangrijke maatschappelijke betekenis vervuld. Een maatschappelijk verantwoorde functie gehad voor mensen die het even en soms wat langer niet helemaal zelf redden in de samenleving. In dit jaarverslag verantwoorden we ons voor de activiteiten die in 2006 zijn uitgevoerd. Zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid Het IMW is een organisatie die zich voornamelijk richt op het sociaal functioneren van mensen. Maatschappelijk werkers zijn opgeleid om naar mensen te kijken in hun sociale context, anders gezegd, met ieder mens die zich bij de maatschappelijk werker meldt wordt stilgestaan bij hoe hij in het leven staat en zijn sociale netwerk wordt in beeld gebracht. Verder werden (en worden) onze maatschappelijk werkers extra getraind op het analyseren van hulpvragen op micro-, meso- en macroniveau. Dit brengt, bij iedere individuele hulpvraag, de samenleving in beeld. De zelfredzaamheid van de cliënt is daarbij altijd een item: wat kunnen mensen zèlf doen aan de verbetering van hun omstandigheden, welke hulp en ondersteuning hebben zij daarbij nodig en wie kan die bieden. Sociaal activeerders zijn vooral verbindingsofficier. Het is de kern van hun taak om met mensen die om welke reden dan ook niet (meer) meedoen op zoek te gaan naar mogelijkheden van aansluiting bij onze samenleving. En voor Sociaal Raadslieden is het de kern van hun vak om mensen toegang te bieden naar voorzieningen, de koppeling te maken tussen behoeften en mogelijkheden die onze samenleving biedt en te signaleren waar het mis gaat. Dubbele ontwikkeling 2006 Is het jaar waarin de WMO haar intrede deed, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De onderlegger voor deze WMO is het concept van de Civil Society. Het idee van een samenleving waaraan iedereen meedoet. Wie niet mee wil doen, wordt aangesproken. Wie niet mee kán doen, wordt geholpen. Hulp komt bij voorkeur uit het eigen netwerk van betrokkene. Waar dit ontbreekt, of waar het probleem te groot is, kan professionele hulp worden ingezet. Er is sprake van een dubbele ontwikkeling. Enerzijds ontstaan er steeds meer gespecialiseerde ondersteunings- en hulpverleningsproducten, die voor de Nederlander die daar behoefte aan heeft via indicatiestelling bereikbaar zijn. Met name in dit marktsegment is vrij ondernemerschap al een aantal jaren niet meer ongewoon. Anderzijds neemt het besef toe dat mensen die minder of niet zelfredzaam zijn de aansluiting bij de samenleving om welke reden dan ook (dreigen te) missen. Anders denken Er treedt verschuiving op in onze ordening van waarden. Zo is bijvoorbeeld de privacy en de bescherming van persoonsgegevens breed in discussie. Een aantal maatschappelijke ontwikkelingen ligt hieraan ten grondslag. Als een kind sterft omdat wij geen gegevens mochten uitwisselen, roept dat vragen op naar wat het zwaarst weegt. En zo maakt bijvoorbeeld de actualiteit van terroristische dreiging dat wij het vanzelfsprekend zijn gaan vinden dat ook ónze koffer wordt doorzocht. Ook de vanzelfsprekendheid van de aanname dat iedere burger te allen tijde verantwoordelijk is (kan zijn) voor zijn doen en laten is geleidelijk aan aan het verbleken. Zo is bijvoorbeeld bemoeizorg inmiddels een ingeburgerd begrip geworden, terwijl wij ons pakweg drie jaar geleden nog het hoofd braken over de vraag of wij wel ongevraagd contact mochten opnemen met iemand die in deplorabele omstandigheden verkeerde. Zeker burgers die voor overlast zorgden, stelden de hulpverlening regelmatig voor een ethisch dilemma: dat er eigenlijk iets moest gebeuren was wel duidelijk maar zeker overlast mocht geen argument zijn om tot actie over te gaan. Ook hier wordt nu anders over gedacht. Het besef is gegroeid dat overlast zelden zomaar ontstaat. Dat er vaak problematiek onderligt, of slechte omstandigheden. De normatieve professional wordt opgewaardeerd. Dat is niet alleen de professional die, liefst

wetenschappelijk onderbouwde, methodieken en technieken hanteert als te standaardiseren oplossingen voor zorgvuldig uitgeanalyseerde problematiek. Het is vooral ook de professional die zijn kennis en ervaring beargumenteerd inzet en de verantwoordelijkheid voor het resultaat van het hulpverleningsproces deelt met de cliënt. Relaties 44% Verwerking 4% Slachtoffer 2% Verslaving 9% Mishandeling 19% Dakloos 10% Intrapsychisch 5% Overig 6% De rol van het IMW In deze tijd van verschuivende opvattingen beweegt het IMW mee. Het IMW heeft een belangrijke rol in het herstellen, bevorderen of ondersteunen van de zelfredzaamheid van de burgers binnen het werkgebied. Vaak betreft dit personen die al aan de zijlijn van de samenleving staan of hier dreigen te komen. Het accent van de inzet van het IMW ligt steeds meer op aandacht voor laatstgenoemde burgers. Daarnaast blijven psychosociale begeleiding en ondersteuning belangrijke vormen van hulpverlening. Samenwerken in de keten De buurt in Het besef dat aan een gezonde samenleving iedereen meedoet is de laatste jaren sterk toegenomen. Het concept van de Civil Society ondersteunt dit besef. In het kader van de WMO zijn gelden beschikbaar gesteld om de participatiegraad van de bevolking te verhogen. Particuliere initiatieven die gericht zijn op het aanbrengen van meer gezamenlijkheid en samenhang kunnen worden ondersteund. Onder invloed van deze impulsen richten hulp- en dienstverlenende organisaties het vizier steeds meer op mensen die niet mee kunnen of willen. Om iets met (potentiële) uitvallers te kunnen doen moeten ze worden opgezocht en actief benaderd, desnoods ongevraagd of onder (meer of minder zachte) dwang of drang. De trend is dat zowel vertegenwoordigers van de locale overheid als hulp- en dienstverleners de buurten en wijken weer in gaan. Waar zij elkaar vervolgens ontmoeten op hun speurtocht naar mensen die gewezen moeten worden op mogelijkheden die onze samenleving biedt, die hulp nodig hebben maar er niet om vragen, die overlast veroorzaken, of die op welke manier dan ook een risico vormen voor hun omgeving, zichzelf of hun kinderen. Zo ontstaan overal in de stad ontmoetingsplaatsen van ambtenaren, hulp- en dienstverleners die zich samen sterk maken om bovengenoemde groepen burgers op te sporen, te benaderen, aan te spreken, te begrenzen en hulp en ondersteuning aan te bieden waar dat nodig is. Iedere organisatie draagt daarin vanuit zijn eigen ervaring en expertise een steentje bij. Losse kralen worden tot een ketting aaneengeregen. Samenwerken in de keten. Op grond van signalen wordt informatie uitgewisseld. Er wordt een plan van aanpak gemaakt en er worden afspraken gemaakt over de uitvoering hiervan. Crisisteam Buiten Kantooruren Overlegvormen De buurtnetwerken jeugdhulpverlening bestaan reeds meer dan 15 jaar. De insteek ervan is zorgsignalen met betrekking tot kinderen. Professionals die op wijkniveau bemoeienis hebben met 0 tot 12-jarigen ontmoeten elkaar daar. Scholen en peuterspeelzalen, die kinderen immers dagelijks zien, zijn daarin de hofleveranciers van signalen. Ook bij Samen Starten staan kinderen centraal. Vanuit het concept van vroegtijdige risicosignalering werken de medewerkers van de consultatiebureaus met een protocol dat gericht is op het opsporen van risicosignalen bij zeer jonge kinderen. Op het moment dat signalen aan het licht komen is een uitgebreide hulpstructuur voorhanden, die voorziet in stappen die gezet kunnen worden om iets met deze risicosignalen te doen. Organisaties zoals Thuiszorg, GGD en IMW vinden elkaar zowel in het bespreken van signalen als in de uitvoering van de hulpverlening die op de signalering en bespreking volgt. In Breda is een Veiligheidshuis gebouwd, waar een aantal organisaties hun bureau in hebben gezet om uitwisseling en samenwerking makkelijker te maken. In het kader van dit Veiligheidshuis is een preventief en een justitieel casusoverleg ontstaan. De insteek van dit overleg is uiteraard veiligheid. De blik is vooral gericht op jongeren die (dreigen te) ontsporen, in de criminaliteit (dreigen te) belanden en overlast (dreigen te) veroorzaken. Politie en jongerenwerk zijn daar belangrijke leveranciers van signalen. Het IMW heeft samenwerkingscontacten met het Veiligheidshuis. Vervolgens is er een aantal Mass-overleggen opgestart die door de GGZ wordt gecoördineerd en waar het IMW aan deelneemt. Een Mass-overleg (MASS staat voor Maatschappelijke Steun Systemen) is buurtgericht. De insteek is complexe meervoudige problematiek die zich vaak uit in zowel zorg- als overlastsignalen. De voornaamste inbrengers van signalen in deze overleggen zijn de woonstichting en de politie. Tenslotte is er nog een omvangrijk team bemoeizorg ontstaan. Zowel Novadic/Kentron, als de GGD en de GGZ hebben een aantal bemoeizorgers aangenomen.

In 2007 zal het IMW aan dit team een bijdrage gaan leveren. Ook dit team gaat de Bredase buurten en wijken in om zich te mengen in de zaken van mensen die aandacht, hulp of bemoeienis nodig hebben maar er niet om vragen. Maatschappelijk actief 2006 Heeft flinke veranderingen gebracht. In het afgelopen jaar is duidelijk geworden dat er, naast reeds lopende individuele ondersteunende en begeleidende contacten, in onze samenleving behoefte is aan vormen van hulp- en dienstverlening die mensen actief uitnodigen om iets aan hun situatie te veranderen. Het gaat hierbij vooral om een groep mensen die zichzelf niet aanmeldt. Om signalen op te vangen, informatie uit te wisselen, plannen te maken en deze uit te voeren is het nodig dat organisaties zoals het IMW elkaar regelmatig treffen. Jeugd sterker in beeld Er is waarschijnlijk geen enkel terrein waarop de nieuwe maatschappelijke dynamiek zo dagelijks voelbaar is als het terrein van de zorg om kinderen. Een terrein dat zich kenmerkt door grote gedrevenheid van de deelnemers. Het is tevens een terrein dat goed illustreert hoe ons denken en doen in beweging is. Het IMW hecht al heel lang veel belang aan de kwetsbare positie van kinderen en jongeren. Zo is er maatschappelijk werk op basisscholen en op scholen voor voortgezet onderwijs, geven wij het opvoedingsspreekuur mee vorm, organiseren we oudergesprekken rond de omgangsregeling na echtscheiding, nemen onze maatschappelijk werkers deel aan Samen Starten. En coördineren wij, al vanaf 1992, de buurtnetwerken jeugdhulpverlening. Uit enkele voorbeelden van hoe er in deze netwerken gewerkt wordt, als er zorgen zijn om kinderen, moge blijken hoe er in de dagelijkse praktijk wordt samengewerkt. Mariska Mariska is 19, Keanu is 3 maanden. Mariska is de moeder van Keanu. Buren hebben anoniem de politie gebeld met het verhaal dat de baby soms uren alleen wordt thuis gelaten. Rob, de wijkagent, brengt het verhaal in in het buurtnetwerk Psychosociaal 29% Relationeel 24% Materieel/ sociaal 48% Algemeen Maatschappelijk Werk jeugdhulpverlening. Margot, de wijkverpleegkundige, kent de situatie en gaat op huisbezoek. Zij gaat met Mariska in gesprek en ontdekt een kind met een kind. Mariska vertelt dat ze inderdaad soms gaat winkelen met haar vriendinnen, maar dat geeft niet want Keanu is een makkelijk kind dat nooit huilt en altijd doorslaapt. Kees, van Bureau Jeugdzorg, gaat enkele dagen later met Margot mee naar Mariska. Er wordt met Mariska afgesproken dat zij de baby niet meer alleen laat. Zij krijgt hulp bij het vinden van iemand die regelmatig kan oppassen, zodat zij even alleen weg kan. Margot houdt contact om de vinger aan de pols te houden. Niet lang daarna, als blijkt dat een kind opvoeden toch wel heel moeilijk is, wordt Kees weer opgetrommeld. Hulp aan Huis, een intensieve vorm van opvoedingsondersteuning, wordt als geïndiceerde zorg ingezet. Redouan Redouan is 11 en de oudste zoon van een gezin met 5 kinderen. Haantjesgedrag, kleine criminaliteit. En de baas in huis. Moeder spreekt nauwelijks Nederlands en is machteloos. Vader gebruikt drugs en handelt erin. Tijdens een van de vele detentieperiodes van vader is moeder van hem gescheiden, maar omdat vader lastig bleef heeft hij nu een straatverbod. Ook dat maakt niet uit, want hij blijft gewoon binnen komen, omdat moeder niet weet hoe ze hem buiten moet laten. Het gezin is al jaren onderwerp van gesprek in het buurtnetwerk. Vooral Carol, de ICL-er van de basisschool, heeft zich erg voor het gezin ingespannen. De vele contacten die moeder met het schoolgericht maatschappelijk werk heeft gehad lopen allemaal via de school. Het gezin is verder bekend bij de politie, Thuiszorg, de GGD, bij Vertizontaal en bij Novadic/ Kentron. En kwam ook in beeld bij het Mass-overleg (van de GGZ) en het Preventief casusoverleg (vanuit het Veiligheidshuis). De drie coördinatoren wisselen informatie uit en stemmen af. Na een melding bij Jeugdzorg is een uitgebreid Raadsonderzoek gestart, waarin bekeken zal worden of een ondertoezichtstelling raadzaam is. Ondertussen zit Marian, van de Thuiszorg, er in als gezinscoach. Doel is om moeder te helpen de touwtjes weer in handen te krijgen. Angelique en Claire Angelique en Claire zijn nu 10 en 8. Zij werden, nu ruim een jaar geleden, meerdere malen seksueel misbruikt door een broer van moeder en diens vriend, die op de meisjes pasten, als moeder een avondje uit wilde. Het gaat nu weer beter met ze. Ze zijn gevolgd door een orthopedagoog. De leerkrachten van de meisjes hebben coaching gehad op de opvang en begeleiding van de kinderen. De maatschappelijk werkster, met wie moeder al contact had voor het gebeuren, komt nog steeds regelmatig praten. En zal het contact voorlopig niet afsluiten. Hoewel de situatie is gestabiliseerd, is terugval zeker niet uitgesloten. De hulpverlening kan dan maar beter in de buurt zijn. Goed kijken naar kinderen Wat opvalt is de grote zorg om kinderen. Wat opvalt is het gemak en de souplesse waarmee vertegenwoordigers van organisaties zich op dit terrein inzetten en elkaar in de praktijk weten te vinden. Wat opvalt is

de grote overlegbereidheid en de creativiteit waarmee oplossingen worden gezocht. Zijn er dan geen problemen meer? Natuurlijk wel. De meeste organisaties, waaronder ook veel vormen van geïndiceerde jeugdzorg, kennen nog steeds lange wachtlijsten. Voor veel ingewikkelde situaties zijn nog steeds geen snelle oplossingen. Steeds meer kinderen zijn wel degelijk in beeld. Cliëntgegevens De in 2005 reeds zichtbare trend dat het aantal langdurige begeleidingen in het regulier algemeen maatschappelijk werk (AMW), inclusief schuldhulpverlening, daalt en het aantal korte contacten stijgt, heeft zich in 2006 voortgezet. In 2006 waren in totaal 2154 cliënten in langdurige begeleiding, een daling van 12%. Het aantal korte contacten steeg met ruim 9% naar 1391. De maximale wachttijd tussen aanmeldingsgesprek en intake bedroeg zes weken; acute crisissituaties werden direct geholpen. De gemiddelde wachttijd tussen aanmelding en intake bedroeg in 2006 3,5 week. Het algemeen maatschappelijk werk werd uitgevoerd in Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Breda. In Alphen-Chaam en Baarle- Nassau was geen sprake van een wachttijd. Het aandeel materieel-sociale problematiek steeg naar 48% van het totaal. Dit betreft vooral cliënten met problematische schulden. 24% Van de cliënten had relationele problemen en 29% psychosociale problemen. In het groepswerk (rouw, depressie, budget- en assertiviteitscursus) werden 107 cliënten geholpen. Steeds vaker wordt op de maatschappelijk werkers van het IMW een beroep gedaan om deel te nemen aan verschillende vormen van netwerk- of casusoverleg. De inbreng van de psychosociale hulpverlening in deze overlegplatforms wordt van groot belang geacht, ook door het IMW zelf. Daardoor is een verschuiving gaande van direct aan (eigen) cliënten bestede tijd naar tijd die wordt besteed om samen met anderen (hulpverleners, leerkrachten, politie etc.) handelingsstrategieën te ontwikkelen en hulpverleningslijnen uit te zetten. Hiermee wordt een wezenlijke invulling gegeven aan de maatschappelijke functie van inderdaad het maatschappelijk werk. Voorbeelden van deze gremia zijn: Mass-overleg (Maatschappelijke Steunsystemen), GWI-pilot overleg (Geschikt Wonen voor Iedereen), casusoverleg over situaties in Breda Noord-Oost, overleg in het kader van het veiligheidshuis etcetera. Het maatschappelijk werk besteedt extra aandacht aan de positie van kinderen. In samenwerking met de Thuiszorg werd ook in 2006 een opvoedingsspreekuur verzorgd, dat 34 maal werd bezocht. Het IMW coördineert de vijf Bredase buurtnetwerken jeugdhulpverlening waarin vele organisaties samenwerken. In het schooljaar 2005-2006 werden hierin 113 situaties besproken waarin 252 kinderen betrokken waren. Ook in Alphen-Chaam verzorgt het IMW de coördinatie van Gedragsproblemen 19% Pesten 7% Psychische problemen 16% Echtscheiding 6% School MW Voortgezet Onderwijs Problemen met instellingen 5% Motivatie 6% Problemen met thuissituatie 20% Andere problemen 27% een dergelijk netwerk. Op 11 basisscholen in Breda zet het IMW schoolgericht maatschappelijk werk in. Op deze scholen werden ruim 500 situaties van kinderen en gezinnen besproken. In het verslagjaar is het IMW daarnaast gestart met (bovenschools) school maatschappelijk werk primair onderwijs ten behoeve van een samenwerkingsverband van 23 basisscholen in en om Breda. In de ouderschapsreorganisatie (bemiddeling bij problematische omgangsregelingen) werden 11 voormalige echtparen geholpen. In het verslagjaar is de deelname aan het Bredase project Samen starten voortgezet en uitgebreid. Het IMW levert daarin, samen met de Thuiszorg, gezinscoaches ten behoeve van vroegtijdige interventie. Ook levert het IMW een inbreng in het zogenoemde expertteam van dit project. Vier maatschappelijk werkers voeren op 16 scholen het school maatschappelijk werk voortgezet onderwijs in Breda uit. Zij hadden in 2006 met 762 leerlingen één of meerdere hulpverleningscontacten. De voornaamste probleemvelden waren: problemen in de thuissituatie (20%), psychische problemen (16%) en gedragsproblemen (13%). Het crisisteam buiten kantooruren verzorgt de 7x24 uurs bereikbaarheid buiten kantooruren voor alle (5) maatschappelijk werk instellingen in West-Brabant en de ambulante verslavingszorg in het stadsgewest Breda. In 2006 werd de dienst 276 maal ingeschakeld. Dat is een lichte stijging ten opzichte van 2005. In 97 gevallen volstond telefonisch contact met hulpverlener of cliënt, 179 keer werd daadwerkelijk uitgerukt. 82 Maal werd gebruik gemaakt van een zogenoemd crisisbed in een opvanginstelling. De hulpverlening is kortdurend van karakter. Zo snel mogelijk meestal de volgende ochtend - wordt de cliënt overgedragen aan de reguliere hulpverlening (84%), in de meeste gevallen het AMW. De politie is de belangrijkste verwijzer. Het IMW is één van de zes instellingen in Nederland met een afdeling maatschappelijk werk voor oorlogsen geweldsgetroffenen (OGG). Het betreft psycho-

sociale hulpverlening aan verzetsdeelnemers en andere oorlogsgetroffenen uit de Tweede Wereldoorlog. In 2006 werden in het kader van deze hulpverlening 423 cliënten langdurig begeleid en waren er 189 korte contacten. Het team OGG participeert in het Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland (NPN). Hiervoor wordt door het ministerie van VWS extra subsidie verleend. In dit verband werden 22 cliënten begeleid. Dit aantal zal de komende jaren flink toenemen. Uitkeringen 25% Belastingen 38% Wonen 10% Consumentenzaken 14% Juridische kwesties 9% Overig 4% Na een aantal jaren van forse stijgingen van het aantal bezoekers bij het Bureau Sociaal Raadslieden is ook hier een daling zichtbaar. In 2006 stelden 4233 bezoekers ruim 5000 hulpvragen op het terrein van sociaal-juridische zaken. Om cliënten voldoende en kwalitatief verantwoord te woord te kunnen staan wordt het aantal bezoekers per dagdeel gelimiteerd. De relatief beperkte formatie staat onder grote druk. Dit heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de daling van het aantal bezoekers. Sociaal Raadslieden beogen in hun hulpverlening niet alleen in te gaan op de concrete hulpvraag van cliënten, maar ook verbindingen te leggen met andere regelingen en voorzieningen waar de cliënt mogelijk gebruik van kan maken. Het grootste deel van de hulpvragen had betrekking op problemen met uitkeringen (25%) en belastingen (38%). In het project Voorlichting, Informatie en Advies worden chronisch zieken en gehandicapten actief benaderd met een aanbod om te bezien of zij voldoende gebruik maken van regelingen en voorzieningen. In 2006 waren er 737 contacten waarin 955 onderwerpen aan de orde kwamen. Het project is één van de manieren van de gemeente Breda om inhoud te geven aan het armoedebeleid. In dit kader stelt de gemeente ook extra middelen beschikbaar voor een parttime budgetconsulent en twee aandachtsfunctionarissen schuldhulpverlening. Eind 2005 startte een project schuldhulpverlening aan daken thuislozen. Doel van het project is dak- en thuislozen met problematische schulden te benaderen en te trachten een schuldhulpverleningstraject op te starten. Vanwege de vaak zeer complexe en meervoudige problematiek vraagt dit een specifieke aanpak en een lange adem; de kans op succes is gering. In het kader van het project werden in 2006 16 intakes verricht. In het project werd intensief samengewerkt met dak- en thuislozenopvang t IJ. Eind 2006 is het project beëindigd. De resultaten zijn bemoedigend. In 2006 is duidelijk geworden dat de schuldhulpverlening aan deze doelgroep, in een enigszins gewijzigde vorm, in 2007 zal worden geïntegreerd in de bemoeizorgactiviteiten. Vanaf 2007 gaat het IMW, met de inzet van extra formatie in het kader van de OGGZ, deelnemen aan het stedelijk bemoeizorgteam dat gevormd wordt uit medewerkers van de GGZ, Novadic/Kentron, de GGD en het IMW. Bureau Sociaal Raadslieden In het project sociale activering werden in 2006 107 nieuwe trajecten gestart. In totaal werden er 201 trajecten uitgevoerd. 125 Trajecten werden afgesloten. Voor het project is een inkoopovereenkomst gesloten met de dienst sociale zaken van de gemeente Breda. Deze liep ultimo 2006 af. Na 2006 zal het IMW opnieuw sociale activering inzetten, in combinatie met budget begeleiding werkzoekende uitkeringsgerechtigden. Daartoe is een nieuwe overeenkomst met de gemeente Breda gesloten. In 2006 werden in het kader van deze vorm van budgetbegeleiding (voor mensen bij wie (ernstige) financiële problemen een belemmering zijn voor reïntegratie) 40 nieuwe trajecten opgestart en in totaal 76 trajecten uitgevoerd. 38 Trajecten werden afgesloten. Kwaliteit Sinds mei 2005 is het IMW in het bezit van het HKZ- ISO-kwaliteitscertificaat. Het certificaat heeft betrekking op de grootste sector van het instituut, het Algemeen Maatschappelijk Werk. Betekenis Het kwaliteitscertificaat is een bewijs dat het IMW een systeem heeft ontwikkeld dat er voor zorgt dat zorgvuldigheid en werkafspraken regelmatig worden getoetst en verbeterd. Het certificaat is geen eindpunt. Het is eerder een startbewijs. Een permanent kwaliteitsbeleid leidt ertoe dat het niveau van de hulpen dienstverlening steeds een streepje hoger komt. Interne toetsing en periodieke controle door een extern certificatiebedrijf zorgen ervoor dat het blijven streven naar kwaliteit niet inzakt. In juni 2006 werd door middel van een (periodieke) externe audit opnieuw vastgesteld dat het systeem naar behoren functioneert. Verbeteren Een kwaliteitscertificaat betekent garanties voor de cliënt dat de vastgestelde procedures worden gevolgd. Dat geldt voor de hulpverlening, maar ook

bijvoorbeeld voor klachten. Maandelijks peilt het IMW, bij cliënten waarmee het contact kortgeleden is beëindigd, wat hun mening is over de kwaliteit van de hulpverlening. Ook bij huidig en vertrekkend personeel wordt een tevredenheidsonderzoek gehouden. Het IMW kent daarnaast voor medewerkers een signaleringssysteem voor interne en externe werkknelpunten. Dat levert allemaal belangrijke gegevens op om de hulpverlening en het bestaande beleid waar nodig te verbeteren. Mensenwerk Een kwaliteitscertificaat betekent niet dat er voor alle hulpvragen een perfecte oplossing is, of dat er absoluut niets meer fout kan gaan. Maatschappelijk werk blijft mensenwerk en psychosociale problemen zijn soms zeer ingewikkeld. Evenmin is met het kwaliteitscertificaat de wachttijd bij het maatschappelijk werk van het IMW verdwenen. De oorzaak daarvan ligt in het gebrek aan financiële middelen. Het kwaliteitsbeleid draagt er wel toe bij dat het niveau van de hulpverlening zo hoog mogelijk blijft, ondanks de schaarse uitvoeringsmiddelen. Kwaliteitsregistratie In het verslagjaar werd(en) met het oog op de kwaliteitsbevordering onder andere: afwijkingen- en verbeterformulieren ingevuld door medewerkers agressiesituaties gemeld individuele en collectieve bijscholingsprogramma s gevolgd door medewerkers een externe periodieke audit en diverse interne audits uitgevoerd in klachten van cliënten bemiddeld door unithoofden en directie maandelijks een klant tevredenheids onderzoek uitgevoerd. Voornemens Voor het komende jaar wil het IMW zich nader oriënteren op cliëntenparticipatie. Voorts zal een evaluatie van de samenwerking met ketenpartners plaatsvinden. Personeel Het IMW had aan het eind van het verslagjaar 94 personeelsleden in dienst (voltijd en deeltijd). 74% Vrouwen en 26% mannen. In de loop van het jaar werden 14 medewerkers aangenomen, 8 verlieten de instelling. Eind 2006 waren er 3 stagiaires, 2 vrijwilligers en 2 mensen vanuit K-Pabel in het IMW werkzaam; ook werd gebruik gemaakt van de diensten van 4 medewerkers via uitzendbureau 65+. De gemiddelde leeftijd van het personeel was in 2006 47 jaar (leeftijdsopbouw: jonger dan 30 jaar: 9%, tussen de 30 en de 40 jaar: 15%; 25% veertigers; 50 jaar of ouder: 51%). Doelstelling IMW Het IMW stelt zich ten doel binnen de welzijnszorg van Breda e.o. in het kader van de sociale dienstverlening in ruime zin hulp te verlenen aan individuen, gezinnen, groepen en categorieën, daar waar het sociaal functioneren op enigerlei wijze als problematisch wordt ervaren of problematisch dreigt te worden. Het IMW wil daarbij extra aandacht geven aan (groepen) mensen die in hun ontwikkeling of emancipatie belemmerd (dreigen te) worden en groepen die aan de zijlijn van de samenleving (dreigen te komen) staan. Mission statement Het IMW is een professionele eerstelijnsorganisatie voor psychosociale en sociaal juridische dienstverlening en sociale activering, die zich in samenwerking met anderen, richt op het helpen van mensen met persoonlijke, psychosociale of maatschappelijke problemen, teneinde hun zelfredzaamheid te herstellen, bevorderen of ondersteunen. Het IMW zet haar kennis van psychosociale problemen in, in ketens van voorzieningen van wonen, zorg en welzijn, ter bevordering van het zelfstandig functioneren van (groepen) mensen. De hulpverlening wordt voortdurend getoetst op effectiviteit, efficiency, maatschappelijke relevantie en algemeen erkende kwaliteitseisen. instituut voor maatschappelijk welzijn Willemstraat 20 4811 AL Breda Postbus 7105 4800 GC Breda Telefoon 076 530 58 88 Fax 076 530 58 99 E-mail mailbox@imwbreda.nl Internet www.imwbreda.nl Colofon Tekst: Tekstbijdragen: Cijfers, grafieken: Eindredactie: Vormgeving: Drukwerk: Arend Inklaar IMW Jeroen Berkhout en Jan Korebrits IMW Jeroen Berkhout IMW Marijke den Hollander IMW Mommersontwerp, Ulvenhout Drukkerij Salsedo, Breda