Statistisch vademecum van de banksector 2004



Vergelijkbare documenten
Statistisch vademecum van de banksector

Statistisch vademecum van de banksector 2002

Statistisch vademecum van de banksector

Statistisch vademecum van de banksector

Statistisch vademecum van de banksector 2005

Statistisch vademecum van de banksector 2003

Statistisch vademecum van de banksector

Statistisch vademecum van de banksector

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

205 aspecten en documenten 201 BELGISCHE VERENIGING VAN BANKEN

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Europese feestdagen 2019

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Europese feestdagen 2018

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Europese feestdagen 2017

Statistisch vademecum van de banksector 2000

Betalingsachterstand bij handelstransacties

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

ENQUÊTE OVER DIVERSITEIT OP HET WERK EN ANTIDISCRIMINAT

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

facts & figures

Code Geboorteland Straatnaam

Verslag Antwerpen, februari Guy Quaden Gouverneur

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010

facts & figures

FACTS & FIGURES

INTEGRATIE VAN STATISTISCHE TABELLEN DIE VOORHEEN DOOR DE COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN WERDEN GEPUBLICEERD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Sociale bescherming in belgië

2 Leveringen van goederen naar

Handelsmerken 0 - DEELNAME

FACTS & FIGURES

Hotels en gelijkgestelde inrichtingen

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Tarieven Europa: staffel 1

FACTS & FIGURES

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

FINANCIËLE STATISTIEKEN

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

Publicatieblad van de Europese Unie RICHTSNOEREN

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen.

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

De weg naar een duurzame opleving voornaamste boodschappen van het jaarverslag 2016 van de Nationale Bank. Tim Hermans Directeur

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

FACTS & FIGURES

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie

RIZIV-statuut - Arts / Tandarts / Apotheker / Kinesitherapeut

Tarieven Europa: staffel 1

Duitsland (DE)

I. Dekkingswaarden van het desbetreffende afzonderlijk beheer

FSMA_2014_01-2 dd. 20/01/2014. Samenvattende opgave van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen op 31/12/2013. Aard van de waarden

EUROPESE CENTRALE BANK

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

67,3% van de jarigen aan het werk

Arbeidsmarkt allochtonen

Instituut voor de nationale rekeningen. Statistiek buitenlandse handel. Kwartaalbericht 2013-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Statistiek buitenlandse handel. Kwartaalbericht 2014-II

Grensoverschrijdende betalingen

Uitdagingen voor een financiële sector ten dienste van mens en economie. Financial Forum Gent, 29 mei 1

Tarieven van de voornaamste effectenverrichtingen 1 maart 2017

FSMA_2018_01-1 dd. 19/12/2017. Aard van de waarden

NL 1 NL BIJLAGE I KENNISGEVING VAN INSOLVENTIEPROCEDURE

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

16707/14 ADD 13 as 1 DG G 2A

Onderzoek gunstige prijsligging.

Enkelvoudige jaarrekening

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

EUROPESE CENTRALE BANK

FSMA_2018_01-2 dd. 19/12/2017. Aard van de waarden

Circulaire NBB_2013_XX - Bijlage 1

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN

Samenvattende opgave van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen

Transcriptie:

BELGISCHE VERENIGING VAN BANKEN EN BEURSVENNOOTSCHAPPEN Statistisch vademecum van de banksector 2004 ASPECTEN EN DOCUMENTEN 224 De BVB is lid van de Belgische Federatie van het Financiewezen aspecten en documenten 224 FEBELFIN 137

136 FEBELFIN aspecten en documenten 224

Statistisch vademecum van de banksector 2004 De BVB is lid van de Belgische Federatie van het Financiewezen aspecten en documenten 224 FEBELFIN 133

Aanhalingen zijn toegelaten mits de bron wordt vermeld. BELGISCHE FEDERATIE VAN HET FINANCIEWEZEN (FEBELFIN), Ravensteinstraat 36-1000 Brussel Telefoon : 02 507 68 11 Telefax : 02 511 19 51 E-mail : adm@febelfin.be B.T.W. BE 536 067 827 Nr. Bankrekening 210-0046684-79 ISSN 0771-4092 Juni 2005 134 FEBELFIN aspecten en documenten 224

BELGISCHE VERENIGING VAN BANKEN EN BEURSVENNOOTSCHAPPEN Statistisch vademecum van de banksector 2004 ASPECTEN EN DOCUMENTEN 224 De BVB is lid van de Belgische Federatie van het Financiewezen aspecten en documenten 224 FEBELFIN 3

4 FEBELFIN aspecten en documenten 224

Voorwoord Wie statistieken zoekt met betrekking tot de in België gevestigde banken, zal zijn gading vinden in dit vademecum. De meeste van de gebruikte gegevens werden ontleend aan de publicaties van de Nationale Bank van België (NBB) en de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA), of aan de individuele verslagen van de banken. Sommige waren bij de Belgische Vereniging van Banken en Beursvennootschappen (BVB) zelf beschikbaar (o.a. via bevragingen gehouden bij de banken-leden). Vele gegevens werden bewerkt door de Vereniging, die voor haar berekeningen uiteraard verantwoordelijk is. Het jaarverslag van de BVB en diverse brochures in de reeks Aspecten en Documenten 1 bevatten statistieken over deelaspecten van de banksector. Het vademecum is meer gericht op een inventariserende en structurele benadering. In deze eenentwintigste editie werden in hoofdstuk 10 m.b.t. het betalingsverkeer twee nieuwe tabellen opgenomen. Tabel 10.6 bevat cijfergegevens over transactionele websites (internetbankieren). Tabel 10.10 geeft informatie over de grensoverschrijdende betalingen in euro en in deviezen. Beide tabellen zijn gebaseerd op gegevens die de Vereniging sinds twee jaar opvraagt bij de bankenleden. Wat de jaargangen betreft, bevat deze eenentwintigste editie vooral bijwerkingen voor 2003 en 2004. In mei 2004 werd de Europese Unie (EU) uitgebreid met 10 nieuwe lidstaten. In de tabellen waarin gegevens zijn opgenomen die verband houden met de EU, wordt voor de bijwerkingen t.e.m. 2003 de EU van 15 landen bedoeld. Voor de bijwerkingen m.b.t. 2004 gaat het om de EU van 25 landen. 1 Zie onder meer De resultaten van de banken in 2003 (nr. 223) en De banken in 2003 - Individuele gegevens (nr. 222). aspecten en documenten 224 FEBELFIN 5

6 FEBELFIN aspecten en documenten 224

Inhoud Woord vooraf Terminologie Bronnen & Conventionele tekens 5 12 14 Tabellen 1. Kencijfers van het Belgische bankwezen Structuur van de banksector De bankbedrijvigheid Resultaten van de banken 2. De banken in de economie De tertiaire sector en de banken binnen de economie Aandeel van de tertiaire en de financiële sector in de Belgische economie De monetaire financiële instellingen (MFI s) in Europa - aantal en aard Belang van de banksector in de Belgische economie Internationale vergelijking van het belang van de banksector in de economie Verloop van de totale tewerkstelling in de Belgische financiële sector in 2003 Het sparen binnen de economie Internationale vergelijking van de spaarquote van de gezinnen Beleggingen van de niet-financiële sectoren in het eurogebied Financiële activa gevormd door de Belgische vennootschappen en particulieren, en financiële spaarquote Samenstelling van het financieel sparen gevormd door de Belgische vennootschappen en particulieren Financiële activa gevormd door de Belgische vennootschappen, naar vorm Financiële activa gevormd door de Belgische particulieren, naar vorm De kredietverlening binnen de economie Financiering van de niet-financiële sectoren in het eurogebied Beroep van de Belgische vennootschappen op externe financiering Beroep van de Belgische gezinnen op krediet Gewicht van de banken in de financiering van de Belgische overheidsschuld Het financieel vermogen van economische sectoren Rekening van financieel vermogen voor België 3. Structuur van de banksector Verloop van het aantal banken Belang van de groepen van banken Aantal contactpunten met de cliënteel Variaties in het kantorenbestand van de banken Diversificatie in het kantorennet : self-banking eenheden Geografische verdeling van de bankkantoren en verkooppunten - einde 2004 Verdeling van de banken naar omvang van hun kantorennet en agentennet - einde 2004 Internationale vergelijking van het aantal bankkantoren Voornaamste in België gevestigde banken volgens het balanstotaal - boekjaar 2003 Voornaamste in België gevestigde banken volgens de cliëntendeposito's in ruime zin - boekjaar 2003 Voornaamste in België gevestigde banken volgens het totaal van de kredieten, met inbegrip van de schuldtitels - boekjaar 2003 Voornaamste banken naar Belgisch recht volgens het totaal eigen vermogen - boekjaar 2003 Belang van de voornaamste instellingen binnen de banksector 15 16 17 18 19 20 21 21 22 23 24 24 25 25 26 26 27 28 29 29 30 31 32 32 33 33 34 34 35 35 37 39 41 43 44 aspecten en documenten 224 FEBELFIN 7

4. Human Resources Aantal personen tewerkgesteld in de banksector, per categorie Verdeling van het uitvoerend personeel, tewerkgesteld in de banksector, naar categorie Verdeling van de banken volgens het personeelsbestand Structuur van de werkgelegenheid in de banken volgens leeftijd, anciënniteit en geslacht Structuur van de werkgelegenheid in de banken volgens gewest, nationaliteit en individuele prestatieduur Verdeling van het bankpersoneel volgens diploma (einde 2004) Verdeling van de nieuw aangeworven medewerkers in de banksector, volgens diploma (einde 2004) Verloop van de personeelskosten in de banksector 5. Investeringen Evolutie van de investeringsuitgaven in de banksector - indeling naar aard Bestemming van de investeringsuitgaven in de banksector Uitsplitsing van de investeringsuitgaven voor informatica-uitrusting in de banksector 6. Werkmiddelen De gezamenlijke werkmiddelen van de banken Structurele evolutie van de werkmiddelen en van de cliëntendeposito's van de banken Samenstelling van de cliëntendeposito's van de banken naar de vorm Samenstelling van de cliëntendeposito's van de banken naar de munt en naar de geografische oorsprong Verdeling van in België ingezamelde cliëntendeposito's volgens deposanten Evolutie en belang van de interbankverrichtingen Samenstelling van de interbankverrichtingen, naar de munt en geografisch 7. Kredieten Algemeen verloop van de kredieten Algemeen overzicht van de kredietverlening door de banken Verdeling van de totale bankkredieten, naar de munt en geografisch Verdeling van de totale bankkredieten naar de vorm Verdeling van de totale bankkredieten naar hun begunstigden Kredieten aan de Belgische privé-sector en aan het buitenland Vormen van bankkredieten aan de Belgische privé-sector en aan het buitenland Verdeling van bankkredieten aan de Belgische privé-sector en aan het buitenland, volgens de begunstigden Evolutie van de bankkredieten aan de Belgische vennootschappen en van het BBP Bankkredieten aan de Belgische vennootschappen volgens bedrijfsgrootte Evolutie van het consumentenkrediet bij alle kredietverstrekkers Consumentenkrediet naar kredietverstrekkers De kredietverlening voor de huisvesting, naar kredietverstrekkers Evolutie van de leasingproductie Kredieten aan de Belgische overheid Verdeling van de kredieten aan de Belgische overheid, naar de vorm en de munt Omvang van de bankkredieten aan de overheidssector in enkele landen, einde 2004 Kredieten aan België Verdeling van de bankkredieten aan België tussen privé-sector en openbare sector Verbinteniskredieten Verloop van de opgenomen verbinteniskredieten Effectenportefeuille Samenstelling van de effectenportefeuille van de banken 8. Activiteiten buiten balanstelling Evolutie van de belangrijkste rubrieken in de buiten balanstelling van de banken Evolutie van de voornaamste financiële instrumenten op rente en op vreemde valuta's van de banken Wereldmarkten van de voornaamste afgeleide financiële instrumenten 45 46 47 48 48 49 49 49 50 51 52 52 53 55 56 57 58 59 59 60 60 61 62 62 63 63 64 65 65 66 67 68 69 70 71 71 72 72 73 75 76 77 77 8 FEBELFIN aspecten en documenten 224

9. Internationalisatie Open karakter van de bankactiviteit Algemene balans van de in België gevestigde banken : geografisch en naar de munt Nettokapitaalsaldo t.a.v. het buitenland van de in België gevestigde banken Omvang van de internationale verrichtingen in de activiteiten van de in België gevestigde banken Graad van openheid tegenover het buitenland van de banksector in de EMU-landen Aandeel van de voornaamste landen in het totale volume van de bankvorderingen op het buitenland Internationale aanwezigheid Aanwezigheid van België en van andere Europese landen in de wereldrangschikking van de voornaamste banken volgens het eigen vermogen (in 2003) Rangschikking van de grootste Europese banken volgens het eigen vermogen (in 2003) Plaats van de Belgische banken in de wereldrangschikking (in 2003) Geografische verdeling van de buitenlandse vestigingen van de Belgische banken Aanwezigheid van buitenlandse banken in België, volgens de nationaliteit van de moederbank of van de buitenlandse aandeelhouders Belang van de buitenlandse banken in de bankbedrijvigheid in België Aanmeldingen van banken, onder het Europees stelsel van vrije dienstverlening Aantal buitenlandse banken gevestigd in enkele Europese landen Activiteit op de financiële markten in euro Bruto-uitgiften van effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied in 2004 Internationale schuldtitels : uitstaande bedragen en netto-uitgiften 10. Betalingsverkeer Betaalinstrumenten Nationale overschrijvingen via automatische weg, indeling naar aard Aantal betaalkaarten in omloop, onderscheid naar functie Betaalterminals en betalingen Banksys Biljettenverdelers Banksys Proton-verrichtingen aantal kaarten Proton-verrichtingen aantal betaalterminals Proton-verrichtingen aantal laadbeurten Geldafhalingen aan bankautomaten Transactionele websites Klassieke betalingsverrichtingen in 2000-2003-2004 Raming van het gebruik van betaalinstrumenten in België Verrichtingen door Belgen in het buitenland Grensoverschrijdende betalingen in EUR en in deviezen Gebruik van betaalinstrumenten Internationale vergelijking voor 2002 Interbancaire verrekening Aantal verrichtingen Elektronisch debet Elektronisch credit Invorderingen via DOM 80 CEMUC-systeem ELLIPS ELLIPS : evolutie van de nationale en internationale verrichtingen TARGET : daggemiddelden van de betalingen van België Betalingen via TARGET : relatief aandeel van de Europese landen TARGET : uitsplitsingen van de betalingen van België met andere Europese landen. S.W.I.F.T. Verloop van het aantal uitgewisselde berichten en belang van de verschillende types berichten 11. Bancarisatie Evolutie van het totaal aantal rekeningen bij de banken Aantal rekeningen bij de banken - Overzicht volgens het type van bankrekening Gemiddeld bedrag per bankrekening 79 80 80 80 81 81 82 83 85 85 86 86 87 88 89 90 91 92 92 93 94 94 94 95 95 96 96 97 98 99 99 100 101 102 103 103 104 104 105 105 106 106 107 108 108 108 aspecten en documenten 224 FEBELFIN 9

Belang van de grote banken in het totaal aantal bankrekeningen Verdeling van de bankrekeningen naar munt en geografische oorsprong Verdeling van de bankrekeningen naar economische sectoren : ingezetenen in EUR Verdeling van de bankrekeningen naar economische sectoren : ingezetenen in deviezen Samenstelling van de totale geldvoorraad in het eurogebied Ontwikkeling van het giraal geld in de voornaamste industrielanden en in het eurogebied 12. Rendabiliteit, solvabiliteit, productiviteit Rendabiliteit Resultaten van de banken Oorsprong van de ontvangsten van de banken Aanwending van de ontvangsten van de banken Fiscale en parafiscale lasten van de banken Rendabiliteitsratio's van de banken Rendabiliteitsspreiding van de banken in 2003 Rendabiliteit van de banken vergeleken met die in andere sectoren van de Belgische economie Internationale vergelijking van de oorsprong van de bankontvangsten Internationale vergelijking van de aanwending van de bankontvangsten Internationale vergelijking van het resultaat van de banken Solvabiliteit Solvabiliteit van de banken naar Belgisch recht Internationale vergelijking van de banksolvabiliteit Productiviteit Productiviteitsratio's van de banken naar Belgisch recht Internationale vergelijking van de bankproductiviteit 13. Andere financiële activiteiten en ondernemingen Instellingen voor collectieve belegging (ICB) Aantal instellingen voor collectieve belegging die in België openbaar worden verdeeld Netto-inbreng bij de in België openbaar verdeelde ICB's Netto-actief van de ICB s naar Belgisch en buitenlands recht die in België openbaar worden verdeeld Beleggingsondernemingen Aantal in België gevestigde beleggingsondernemingen Bedrijvigheid en resultaten van de beleggingsondernemingen naar Belgisch recht : enkele hoofdkenmerken Pensioensparen Pensioensparen en pensioenverzekeringen 109 109 110 110 111 111 113 114 115 116 117 118 118 119 119 120 121 122 122 123 124 125 126 127 127 128 129 130 10 FEBELFIN aspecten en documenten 224

aspecten en documenten 224 FEBELFIN 11

Terminologie Bank Deze term wordt gebruikt in de zin van de tweede Europese bankenrichtlijn, d.w.z. een onderneming waarvan de werkzaamheden bestaan in het van het publiek in ontvangst nemen van deposito s of van andere terugbetaalbare gelden en het verlenen van kredieten voor eigen rekening. Die richtlijn werd in het Belgische recht omgezet bij de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen. Met deze wet werden tevens de verschillende statuten van de vroegere groepen van kredietinstellingen (banken, spaarbanken en OKI s) geüniformeerd. Financiële instelling Ook deze term wordt gebruikt in de zin van de tweede Europese bankenrichtlijn, d.w.z. een onderneming die geen kredietinstelling is en waarvan de hoofdwerkzaamheid bestaat in het verwerven van deelnemingen of in het uitoefenen van een of meer van de werkzaamheden, opgenomen in de lijst van activiteiten die volgens de tweede bankenrichtlijn onder de wederzijdse erkenning vallen. Deze lijst van activiteiten omvat: leningen; leasing; betalingsverrichtingen; uitgifte en beheer van betaalmiddelen; verlenen van garanties en stellen van borgtochten; transacties met betrekking tot geldmarktinstrumenten, valuta s, financiële futures en opties, swaps en soortgelijke financieringsinstrumenten, effecten; vermogensbeheer en -advisering; deelneming aan effectenemissies, enz. Overige financiële instellingen Deze term wordt gebruikt ter aanduiding van instellingen die geen banken noch financiële instellingen zijn zoals boven omschreven. Telkens als deze term wordt gebruikt, wordt in de mate van het mogelijke aangegeven om welke instellingen het gaat. Banksector Deze term omvat alle banken (kredietinstellingen) die onder de toepassing van de wet van 22 maart 1993 vallen. Voor de periode vóór de invoegetreding van de wet van 22 maart 1993 spreekt men ook wel van banken in enge zin wanneer het enkel de banken betreft die ressorteerden onder het oude bankstatuut, en van banken in ruime zin wanneer naast de banken onder het oude bankstatuut, ook de OKI s en de spaarbanken worden bedoeld. Financiële sector Deze term omvat de banken, de financiële instellingen en de overige financiële instellingen. EUR deviezen In de bankboekhoudrapportering luidt de indeling naar de munt euro versus deviezen (vroeger, vóór de invoering van de euro in 1999, Belgische frank versus deviezen). Met deviezen worden de munten bedoeld van de landen die niet behoren tot de Europese muntunie. 12 FEBELFIN aspecten en documenten 224

België overige EMU-landen overige landen Waar de vroegere geografische indeling eenvoudigweg België versus het buitenland was, wordt nu (sedert het ontstaan van de EMU) in twee stappen gewerkt. België wordt, als onderdeel van de Europese Muntunie, gerelateerd tot de overige EMU-landen. Daarnaast worden dan nog de overige landen geplaatst, m.a.w. alle landen die niet behoren tot de Europese muntunie. De huidige twaalf EMU-landen zijn: België (BE), Duitsland (DE), Finland (FI), Frankrijk (FR), Griekenland (GR) (sinds 1 januari 2001), Ierland (IE), Italië (IT), Luxemburg (LU), Nederland (NL), Oostenrijk (AT), Portugal (PT) en Spanje (ES). EU-lidstaten Na de uitbreiding in 2004 hebben 10 landen de Europese Unie vervoegd, met name Cyprus (CY), Estland (EE), Hongarije (HU), Letland (LT), Litouwen (LV), Malta (MT), Polen (PL), Slovenië (SI), Slowakije (SK) en Tsjechië (CZ). In dit vademecum worden voor de bijwerkingen t.e.m. 2003 die 10 nieuwe lidstaten niet opgenomen onder de noemer Europese Unie. Onder de EU moet t.e.m. 2003 dus worden begrepen de Unie van 15 landen : de twaalf EMU-landen (zie hoger) plus Denemarken (DK), het Verenigd Koninkrijk (GB) en Zweden (SE). Voor de bijwerkingen die betrekking hebben op 2004 wordt met de Europese Unie, de EU van 25 landen bedoeld. aspecten en documenten 224 FEBELFIN 13

Bronnen Assuralia BEAMA BIB BLV BVB CBFA ECB Eurostat IMF INR NBB NIS OESO RSZ RSVZ UCV Beroepsvereniging van de Verzekeringsondernemingen Belgische Vereniging van Asset Managers Bank voor Internationale Betalingen Belgische Leasingvereniging Belgische Vereniging van Banken en Beursvennootschappen Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen Europese Centrale Bank Bureau voor Statistiek van de Europese Gemeenschap Internationaal Monetair Fonds Instituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België Nationaal Instituut voor de Statistiek Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen Uitwisselingscentrum en Verrekening Conventionele tekens - het gegeven bestaat niet of is zinloos. n.b. niet beschikbaar 14 FEBELFIN aspecten en documenten 224

1. Kencijfers van het Belgische bankwezen 1.1. Structuur van de banksector 1.2. De bankbedrijvigheid (in miljarden EUR) 1.3. Resultaten van de banken (in miljarden EUR) 16 17 18 aspecten en documenten 224 FEBELFIN 15

Kencijfers van het Belgische bankwezen 1.1. Structuur van de banksector 1993 2000 2003 2004 Aantal banken naar Belgisch recht (1) 112 72 61 59 - uit België - 44 34 33 - uit overige EU-landen - 21 21 21 - uit niet-eu-landen - 7 6 5 naar buitenlands recht 39 47 48 45 - uit EU-landen 24 34 38 36 - uit niet-eu-landen 15 13 10 9 Totaal aantal in België gevestigde banken 151 119 109 104 Vertegenwoordigingskantoren 42 32 24 23 Banken aangemeld onder het Europees stelsel van vrije dienstverlening 115 345 443 479 Personeelsleden (2) 76.281 76.364 72.210 70.483 Contactpunten (3) Kantoren 7.890 6.693 5.175 4.837 - Kantoren uitgerust met self-banking 1.592 4.982 4.421 4.180 Gevolmachtigde agenten 11.998 7.086 5.022 4.688 - Gevolmachtigde agenten werkzaam in kantoren van de bank 2.131 1.028 814 776 Biljettenverdelers (4) 2.636 6.673 7.114 7.237 Betaalterminals (5) 34.010 64.471 79.736 85.038 Investeringen (6) (in miljoenen EUR) Roerende investeringen 321,5 385,6 245,2 n.b. - Informatica-uitrusting 261,7 304,6 207,2 n.b. Onroerende investeringen 248,5 399,5 355,8 n.b. Totaal 570,0 785,1 601,6 n.b. Rekeningen (7) (in duizenden) Zichtrekeningen 9.863 12.225 12.979 12.675 Termijnrekeningen 1.949 1.648 1.139 976 Gereglementeerde spaarrekeningen 18.581 17.670 17.544 17.450 Totaal 30.392 31.543 31.662 31.101 Betalingsverkeer POS-verrichtingen (in duizenden) n.b. 400.892 564.180 613.013 Proton-betalingen (in duizenden) n.b. 51.267 107.290 107.025 Geldafhalingen (8) (in miljoenen) 113,6 201,2 244,7 248,6 Uitgevoerde overschrijvingen (in miljoenen) 383,3 619,4 610,7 665,9 Kredietkaarten (in duizenden) 1.997 2.745 2.850 2.915 Debetkaarten (in duizenden) 6.071 8.371 10.448 10.752 Bron : BVB. (1) De banken naar Belgisch recht zijn verder onderverdeeld volgens nationaliteit van de meerderheid of sterkste participatie binnen het aandeelhouderschap (zie ook tabel 9.8.). (2) Raming voor alle banken (BVB-enquête bij de leden, aangevuld met gegevens uit de gepubliceerde rekeningen). (3) De cijfers m.b.t. kantoren en gevolmachtigde agenten zijn afkomstig uit een BVB-enquête bij de leden. (4) ATM's van Bancontact/Mister Cash, alsook privatieve automaten met geldafhaling bij de banken. (5) Banksys. (6) De cijfers m.b.t. de investeringen zijn afkomstig uit een BVB-enquête bij de leden. (7) Ramingen. (8) Geldafhalingen aan ATM's van Banksys en aan privatieve ATM's. 16 FEBELFIN aspecten en documenten 224

Kencijfers van het Belgische bankwezen 1.2. De bankbedrijvigheid (in miljarden EUR) Einde periode 1993 2000 2003 2004 VOORNAAMSTE BALANSRUBRIEKEN Balanstotaal 562,9 778,4 890,9 970,3 Kredieten : Cliëntenkredieten (1) 193,0 301,3 323,3 342,9 - op België 162,9 216,2 226,7 232,5 - op het buitenland 30,1 85,1 96,6 110,3 Kredieten a/d Belgische overheid (2) 108,2 95,0 73,3 65,9 Interbankvorderingen 183,0 178,1 233,1 257,7 Effectenportefeuille 52,3 151,2 192,3 209,8 Deposito's : Cliëntendeposito's 283,8 375,1 420,4 443,0 - zichtdeposito's 33,7 74,8 91,3 100,3 - termijndeposito's 95,8 108,2 117,0 122,3 - gereglementeerde spaardeposito's 48,5 94,1 134,0 150,0 - depositocertificaten 3,3 28,3 23,2 22,6 - kasbons en obligaties 96,3 64,2 47,7 40,1 - overige 6,2 5,5 7,1 7,8 Interbankschulden 223,7 261,5 280,8 310,1 Aansprakelijk vermogen (3) 22,3 55,1 58,0 57,4 - eigen vermogen (3) 15,4 32,1 34,7 34,3 - achtergestelde schulden 6,9 23,0 23,3 23,1 VOORNAAMSTE POSTEN BUITEN BALANSTELLING Toevertrouwde waarden en vorderingen 2.741,1 9.933,7 13.112,9 14.999,0 waarvan : open bewaargevingen 1.458,9 4.992,3 6.548,2 7.483,2 Termijnverrichtingen 902,2 2.411,9 4.218,4 5.813,7 Waarborgen 416,6 1.242,6 1.539,1 1.727,6 Betekende kredietlijnen 172,6 304,4 317,8 286,1 Contantverrichtingen in uitvoering 73,3 65,6 90,4 89,7 Opgenomen verbinteniskredieten 29,5 82,4 126,9 95,0 Overige rechten en verplichtingen 21,4 46,8 68,8 45,1 Vooraf gedekte opbrengsten en kosten 4,3 3,1 3,3 5,1 Bron : BVB-berekeningen op gegevens NBB. (1) Inclusief de vorderingen op de Belgische overheid in de vorm van directe kredietverlening. (2) Krediet aan de Belgische overheid in de vorm van obligaties en schatkistcertificaten, alsook het bij de centrale bank herfinancierbaar overheidspapier. (3) Fonds voor algemene bankrisico's inbegrepen. aspecten en documenten 224 FEBELFIN 17

Kencijfers van het Belgische bankwezen 1.3. Resultaten van de banken (1) 1993 2000 2003 2004 Opbouw van de inkomsten (in miljarden EUR) Renteresultaat 6,9 8,1 8,5 8,7 Diverse inkomsten 4,0 8,9 6,8 7,3 Totaal (bankproduct) 10,9 17,0 15,2 16,0 Aanwending bankproduct en uitzonderlijk resultaat (2) (in miljarden EUR) Bedrijfskosten 7,7 11,9 10,9 11,2 Waardecorrecties m.b.t. de normale bankactiviteit (3) 1,4 1,0 0,6 0,2 Belastingen op het resultaat 0,6 1,3 0,7 0,8 Resultaat van het boekjaar 1,4 4,4 4,4 3,5 Rendabiliteits- en solvabiliteitsratio's Rentemarge (4) 1,29% 1,05% 1,03% 0,94% Winstmarge (5) 0,26% 0,54% 0,51% 0,37% Rendabiliteit eigen vermogen (6) 8,70% 12,94% 12,50% 9,77% Solvabiliteitscoëfficiënt (7) 11,00% 11,90% 12,80% 13,00% Bron : BVB. (1) De analyse van de resultaten van de banken is gebaseerd op de globalisaties van de gedetailleerde boekhoudstaten op vennootschappelijke basis en heeft betrekking op kalenderjaren. (2) Uitzonderlijk resultaat : 203 mio. in 1993; 1.538 mio in 2000; 1.328 mio in 2003 en -255 mio in 2004. (3) Waardeverminderingen op kredieten, op beleggingspapier en -effecten, voorzieningen voor andere risico's en kosten en toevoeging aan de voorzorgfondsen voor risico's. (4) Renteresultaat in verhouding tot de werkmiddelen van derden. (5) Resultaat van het boekjaar in verhouding tot de ingezette werkmiddelen. (6) Alleen banken naar Belgisch recht. (7) Gewogen risicocoëfficiënt; alleen banken naar Belgisch recht, op geconsolideerde basis (bron : CBFA). 18 FEBELFIN aspecten en documenten 224

2. De banken in de economie De tertiaire sector en de banken binnen de economie 2.1. Aandeel van de tertiaire en de financiële sector in de Belgische economie 2.2. De monetaire financiële instellingen (MFI s) in Europa aantal en aard 2.3. Belang van de banksector in de Belgische economie 2.4. Internationale vergelijking van het belang van de banksector in de economie 2.5. Verloop van de totale tewerkstelling in de Belgische financiële sector in 2003 20 21 21 22 22 Het sparen binnen de economie 2.6. Internationale vergelijking van de spaarquote van de gezinnen 2.7. Beleggingen van de niet-financiële sectoren in het eurogebied 2.8. Financiële activa gevormd door de Belgische vennootschappen en particulieren, en financiële spaarquote 2.9. Samenstelling van het financieel sparen gevormd door de Belgische vennootschappen en particulieren 2.10. Financiële activa gevormd door de Belgische vennootschappen, naar vorm 2.11. Financiële activa gevormd door de Belgische particulieren, naar vorm 23 23 24 24 25 25 De kredietverlening binnen de economie 2.12. Financiering van de niet-financiële sectoren in het eurogebied 2.13. Beroep van de Belgische vennootschappen op externe financiering 2.14. Beroep van de Belgische gezinnen op krediet 2.15. Gewicht van de banken in de financiering van de Belgische overheidsschuld 26 27 28 28 Het financieel vermogen van economische sectoren 2.16. Rekening van financieel vermogen voor België 29 aspecten en documenten 224 FEBELFIN 19

De tertiaire sector en de banken binnen de economie 2.1. Aandeel van de tertiaire (1) en de financiële sector (2) in de Belgische economie (in %) Jaar Bruto toegevoegde waarde (3) Werkgelegenheid (4) Beloning werknemers (5) A. Aandeel van de tertiaire sector (1) in de Belgische economie Brutoinvesteringen in vaste activa (6) 1995 70,1 72,7 69,4 74,2 2000 71,5 75,1 71,7 75,6 2002 73,2 76,1 73,0 77,6 2003 74,0 76,6 73,5 78,5 B. Aandeel van de verhandelbare diensten (1) in de Belgische economie 1995 46,3 40,5 35,5 59,6 2000 47,9 41,8 37,8 62,1 2002 48,8 41,9 38,3 64,6 2003 49,3 42,0 38,3 65,3 C. Aandeel van de financiële sector (2) in de Belgische economie 1995 6,0 3,6 6,6 3,5 2000 5,8 3,5 6,3 3,4 2002 5,5 3,4 6,0 5,3 2003 5,7 3,4 5,8 5,3 D. Aandeel van de financiële sector (2) in de verhandelbare diensten 1995 13,0 8,8 18,7 5,9 2000 12,1 8,5 16,6 5,4 2002 11,2 8,1 15,8 8,2 2003 11,5 8,0 15,2 8,2 Bron : BVB-berekeningen op gegevens van het INR (gedetailleerde nationale rekeningen). (1) Tertiaire sector : omvat het geheel van de verhandelbare en de niet-verhandelbare diensten. Bedrijfstakken die tot de verhandelbare diensten behoren : groothandel en kleinhandel; reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen; hotels en restaurants; vervoer, opslag en communicatie; financiële diensten; exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstenverlening. Bedrijfstakken die tot de niet-verhandelbare diensten behoren : openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen; onderwijs; gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening; overige gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten; particuliere huishoudens met werknemers. (2) Het betreft de institutionele financiële sector die de volgende onderdelen omvat : de centrale bank en de overige monetaire financiële instellingen; de overige financiële intermediairs, de verzekeringsinstellingen en de pensioenfondsen; de financiële hulpbedrijven. (3) Op basis van de gegevens over de bruto toegevoegde waarde per institutionele sector en bedrijstak, ramingen tegen lopende prijzen. (4) Op basis van de gegevens over het aantal 'werkzame personen' per institutionele sector en bedrijfstak. Onder 'werkzame personen' wordt verstaan het geheel van de werknemers in loondienst en van de zelfstandigen. (5) Op basis van de gegevens over de beloning van werknemers in loondienst per institutionele sector en bedrijfstak, ramingen tegen lopende prijzen. (6) Op basis van de gegevens over de bruto-investeringen in vaste activa per institutionele sector en bedrijfstak, ramingen tegen lopende prijzen. 20 FEBELFIN aspecten en documenten 224

De tertiaire sector en de banken binnen de economie 2.2. De monetaire financiële instellingen (MFI s) in Europa - aantal en aard Einde 2004 Totaal aantal MFI's Centrale bank Indeling naar aard Geldmarktfondsen Kredietinstellingen Overige België 124 1 104 19 0 Duitsland 2.207 1 2.148 58 0 Finland 392 1 363 28 0 Frankrijk 1.562 1 897 662 2 Griekenland 102 1 62 39 0 Ierland 302 1 80 221 0 Italië 844 1 787 56 0 Luxemburg 568 1 165 402 0 Nederland 472 1 461 7 3 Oostenrijk 808 1 796 10 1 Portugal 201 1 197 3 0 Spanje 512 1 346 165 0 EU (1) 1 1 --- --- --- Totaal landen in Eurozone 8.095 13 6.406 1.670 6 Denemarken 205 1 202 2 0 Cyprus 406 1 405 0 0 Estland 25 1 9 4 11 Hongarije 234 1 217 16 0 Letland 56 1 23 0 32 Litouwen 77 1 74 2 0 Malta 21 1 16 4 0 Polen 745 1 744 0 0 Slovenië 25 1 24 0 0 Slowakije 27 1 21 5 0 Tsjechië 79 1 70 8 0 Verenigd Koninkrijk 453 1 413 39 0 Zweden 246 1 212 32 1 Totaal andere EU-landen (2) 2.599 13 2.430 112 44 Totaal 10.694 26 8.836 1.782 50 Bron : ECB. (1) Enkel de ECB zelf. (2) Europese Unie (EU) van 25 landen. aspecten en documenten 224 FEBELFIN 21

De tertiaire sector en de banken binnen de economie 2.3. Belang van de banksector in de Belgische economie Jaar BNP (1) (in miljarden EUR) Totale balans van de Belgische banksector (2) in miljarden EUR in % t.a.v. het BNP Belgische balans van de banksector (3) in miljarden EUR in % t.a.v. het BNP 1970 31,7 37,0 116,7 n.b. n.b. 1980 88,2 162,7 184,5 n.b. n.b. 1990 163,6 465,9 284,8 n.b. n.b. 1995 206,3 616,1 298,6 362,7 175,8 2000 252,4 778,4 308,4 401,2 159,0 2003 274,7 890,9 324,3 422,6 153,8 2004 287,5 970,3 337,5 457,1 159,0 Bron : BVB-berekeningen op gegevens NBB. (1) Tegen marktprijzen. (2) Banksector in ruime zin. De verhouding van het balanstotaal tot het BNP is niet meer dan een partiële benadering van het belang van de bankactiviteit. (3) Gemiddelde van de activa en passiva op België, in EUR en deviezen. Tot 1995, BEF en deviezen. 2.4. Internationale vergelijking van het belang van de banksector in de economie (1) (in %, einde 2004) Luxemburg (2) 2.794 Zwitserland 559 Ierland 494 Verenigd Koninkrijk 425 België 337 Nederland (2) 320 Duitsland 306 Portugal (2) 267 Frankrijk (2) 256 Spanje 216 Zweden (2) 194 Denemarken 175 Italië (2) 163 Finland 144 Griekenland (2) 140 Bron : BVB-berekeningen op grond van diverse nationale en internationale bronnen. (1) Globale balans van de banksector (in de zin van de tweede Europese bankenrichtlijn) in verhouding tot het nationaal product. Dit is slechts een partiële benadering van het belang van de bankactiviteit. (2) Cijfer voor 2003. 22 FEBELFIN aspecten en documenten 224

De tertiaire sector en de banken binnen de economie 2.5. Verloop van de totale tewerkstelling in de Belgische financiële sector in 2003 (1) A. Financiële instellingen [65] 90.055 1. Banken [65.12] (2) 77.064 2. NBB [65.11] 2.529 3. Leasing- en financieringsmaatschappijen [65.21 + 65.22] 3.264 4. Overige financiële instellingen [65.23] 5.104 5. Zelfstandigen (3) 2.094 B. Verzekeringswezen en pensioenfondsen [66] (4) 34.712 1. Levensverzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen [66.01 + 66.02] 4.191 2. Overige verzekeringsmaatschappijen [66.03] 21.691 3. Zelfstandigen (3) 8.830 C. Ondersteunende activiteiten i.v.m. financiële instellingen en verzekeringswezen [67] (5) 16.152 1. Beheer van financiële beurzen [67.11] 172 2. Commissionairs in effecten [67.12] 998 3. Overige ondersteunende activiteiten i.v.m. financiële instellingen [67.13] 2.756 4. Ondersteunende activiteiten van het verzekeringswezen [67.20] 12.226 D. Totaal financiële sector (A + B + C) 140.919 Bron : BVB-berekeningen op gegevens RSZ en RSVZ. (1) De voorstelling volgt de NACE-Rev.1-indeling, waarvan de code tussen vierkante haakjes staat aangegeven. (2) Eveneens inbegrepen zijn een aantal leasingmaatschappijen die niet konden worden afgezonderd. (3) Uitsluitend hoofdactiviteit en helpers. (4) Exclusief verplichte sociale verzekeringen. (5) Uitsluitend loontrekkenden; de gegevens m.b.t. de zelfstandigen kunnen niet worden uitgesplitst volgens die categorieën. aspecten en documenten 224 FEBELFIN 23

Het sparen binnen de economie 2.6. Internationale vergelijking van de spaarquote van de gezinnen (1) (in %) 1990 1995 2000 2003 2004 2005 (3) België (2) 17,3 18,6 13,1 14,2 13,8 13,4 Duitsland 13,9 11,2 9,7 10,7 11,1 11,1 Frankrijk 7,8 11,2 10,9 11,1 10,2 9,9 Italië (2) 24,0 17,9 9,2 10,5 11,3 10,9 Japan 13,9 11,9 9,5 6,3 5,1 5,0 Nederland 17,5 14,4 6,8 10,1 10,7 10,7 Oostenrijk 14,0 11,7 8,4 8,5 8,3 8,8 Verenigd Koninkrijk (2) 8,0 10,0 5,0 5,5 6,4 7,4 Verenigde Staten 7,0 4,6 2,3 1,4 0,8 0,5 Zweden 1,6 9,0 2,9 8,5 8,3 7,8 Zwitserland 9,6 11,6 11,8 8,2 8,0 8,0 Bron : OESO. (1) Nettogezinssparen uitgedrukt in percentage t.a.v. hun beschikbaar inkomen, d.w.z. brutospaartegoeden min het verbruik van vast kapitaal (o.a. afschrijvingen van woningen). (2) Brutogezinssparen. (3) Schattingen en vooruitzichten. 2.7. Beleggingen van de niet-financiële sectoren in het eurogebied (1) (uitstaand bedrag, in % van het totaal) Einde periode 1999 2000 2003 2004 Chartale geldomloop, deposito's bij MFI's en kortlopende effecten (2) 36,2 36,0 41,5 41,7 Chartale geldomloop en deposito's 33,5 33,1 37,7 38,0 Kortlopende effecten (3) 1,2 1,5 1,2 1,2 Aandelen in geldmarktfondsen 1,5 1,4 2,6 2,5 Langlopende effecten en verzekeringstechnische reserves 63,8 64,0 58,5 58,3 Langlopende effecten (3) 9,9 10,4 11,0 10,7 Genoteerde aandelen 21,4 20,5 13,0 13,5 Aandelen in beleggingsinstellingen (4) 11,5 11,3 9,6 9,3 Verzekeringstechnische reserves 21,0 21,8 24,9 24,8 Totale beleggingen 100,0 100,0 100,0 100,0 Bron : BVB-berekeningen op gegevens ECB. (1) De niet-financiële sectoren omvatten de overheid, niet-financiële ondernemingen en huishoudens met inbegrip van instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Het eurogebied omvat de lidstaten van de EU waar de euro als gemeenschappelijke munteenheid werd aangenomen. (2) Deposito's van de centrale overheid bij de MFI's (monetaire financiële instellingen) zijn niet inbegrepen. (3) Met uitzondering van aandelen. (4) Met uitzondering van geldmarktfondsen. 24 FEBELFIN aspecten en documenten 224

Het sparen binnen de economie 2.8. Financiële activa gevormd door de Belgische vennootschappen (1) en particulieren (2), en financiële spaarquote Jaar Totaal volume van het financieel sparen gevormd tijdens het jaar (veranderingen in miljoenen EUR) Financiële spaarquote (3) (%) Financieel sparen gevormd bij de nationale kredietinstellingen (veranderingen in miljoenen EUR) Intermediatiegraad (4) (%) 1993 35.828 19,1 16.652 46,5 1995 36.483 17,7 4.939 13,5 2000 94.077 37,3-6.437-6,8 2003 42.728 15,6 8.866 20,7 2004 64.664 22,5 3.898 6,0 Bron : BVB-berekeningen op basis van gegevens NBB. (1) Niet-financiële en financiële ondernemingen in België gevestigd met uitzondering van de monetaire overheden, de kredietinstellingen, de instellingen voor collectieve belegging, de verzekeringsondernemingen, de pensioenfondsen, de Postcheque, het Rentenfonds en het Interventiefonds voor deposito's en financiële instrumenten. (2) De gezinnen en de instellingen zonder winstoogmerk ten dienste van de gezinnen. (3) Groei van de financiële activa van de Belgische vennootschappen en particulieren (inclusief chartaal geld), in % van het BNP. (4) Financieel sparen gevormd bij de nationale kredietinstellingen in verhouding tot het totaal volume van het financieel sparen gevormd tijdens het jaar. 2.9. Samenstelling van het financieel sparen (1) gevormd door de Belgische vennootschappen en particulieren (Aandeel van iedere vorm van activa, in % van de activa gevormd tijdens het jaar ) Jaar Uitsplitsing volgens de munt (2) Uitsplitsing volgens categorie van spaarders in EUR in deviezen Vennootschappen Particulieren 1993 n.b. n.b. 21,4 78,6 1995 n.b. n.b. 38,4 61,6 2000 81,3 18,7 78,6 21,4 2003 46,5 53,5 47,0 53,0 2004 64,3 35,7 68,1 31,9 Bron : BVB-berekeningen op basis van gegevens NBB. (1) Inclusief chartaal geld. Zie ook tabel 2.8. (2) Berekeningen voor de uitsplitsbare activa. aspecten en documenten 224 FEBELFIN 25

Het sparen binnen de economie 2.10. Financiële activa gevormd door de Belgische vennootschappen, naar vorm (in miljoenen EUR) Jaar 2000 aangroei 2003 aangroei 2004 aangroei 2000 uitstaand bedrag 2004 uitstaand bedrag Deposito's (1) -2.442 3.328 7.915 55.624 81.618 Vastrentende effecten -298-2.751 2.405 10.945 14.600 Aandelen en deelnemingen 15.078-3.693 9.626 330.917 393.720 Verleende kredieten (2) 67.188 35.268 26.528 217.493 333.183 Overige (3) -5.561-12.091-2.412-3.452-3.839 Totaal 73.965 20.061 44.062 611.527 819.282 Bron : BVB-berekeningen op basis van gegevens NBB. (1) Inclusief chartaal geld. Zie ook tabel 2.8. (2) Het betreft kredieten die de Belgische vennootschappen verlenen aan andere ondernemingen (die veelal tot dezelfde groep behoren). (3) Met inbegrip van de vergissingen en weglatingen. 2.11. Financiële activa gevormd door de Belgische particulieren, naar vorm (in miljoenen EUR) Jaar 2000 aangroei 2003 aangroei 2004 aangroei 2000 uitstaand bedrag 2004 uitstaand bedrag Deposito's (1) 7.474 19.490 11.688 187.362 229.323 Vastrentende effecten (2) -1.181-16.056-19.881 159.313 101.084 Aandelen en deelnemingen -394 713 4.987 160.603 125.114 Instellingen voor collectieve belegging 11.233 6.964 4.222 112.226 113.654 Verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen (3) 9.246 16.471 17.105 100.017 149.075 Overige (4) -6.267-4.914 2.482 18.727 1.348 Totaal 20.111 22.668 20.603 738.248 719.598 Bron : BVB-berekeningen op basis van gegevens NBB. (1) Inclusief chartaal geld (zie ook tabel 2.8.), inclusief verzekeringsrekeningen. (2) Inclusief verzekeringsbons (3) Verzekeringstechnische voorzieningen, m.a.w. de rechten die de particulieren hebben op verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen ingevolge levensverzekeringen (inclusief tak 21- en tak 23-producten die niet als verzekeringsrekeningen of verzekeringsbons kunnen worden beschouwd) en niet-levensverzekeringen die ze bij die instellingen hebben afgesloten. (4) Met inbegrip van de vergissingen en weglatingen. 26 FEBELFIN aspecten en documenten 224

De kredietverlening binnen de economie 2.12. Financiering van de niet-financiële sectoren in het eurogebied (1) (uitstaand bedrag, in % van het totaal) Einde periode 1999 2000 2003 2004 Overheidsfinanciering 30,3 29,7 32,9 32,9 Leningen bij MFI's en overige financiële ondernemingen (2) 5,9 5,6 5,8 5,4 Uitgegeven effecten (3) 23,4 23,1 26,1 26,3 Depositoverplichtingen van de centrale overheid 1,0 1,0 1,1 1,2 Financiering van niet-financiële ondernemingen 50,1 50,1 43,9 43,4 Leningen bij MFI's en overige financiële ondernemingen (2) 18,5 20,2 22,0 21,2 Uitgegeven effecten (3) 2,4 2,6 3,7 3,6 Genoteerde aandelen 27,7 25,8 16,4 16,9 Pensioenfondsreserves van niet-financiële ondernemingen 1,5 1,5 1,8 1,7 Financiering van de huishoudens 19,6 20,2 23,2 23,7 Leningen bij MFI's en overige financiële ondernemingen (2)(4) 19,6 20,2 23,2 23,7 Totale financiering 100,0 100,0 100,0 100,0 Bron : BVB-berekeningen op gegevens ECB. (1) De niet-financiële sectoren omvatten de overheid, niet-financiële ondernemingen en huishoudens met inbegrip van instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Het eurogebied omvat de lidstaten van de EU waar de euro als gemeenschappelijke munteenheid werd aangenomen. (2) MFI's staat voor monetaire financiële instellingen. (3) Met uitzondering van aandelen. (4) Het overgrote deel van de schuld van de huishoudens bestaat uit langlopende leningen, vooral hypotheken. aspecten en documenten 224 FEBELFIN 27

De kredietverlening binnen de economie 2.13. Beroep van de Belgische vennootschappen (1) op externe financiering (bedragen in miljoenen EUR) Jaar 2000 aangroei 2003 aangroei 2004 aangroei 2000 uitstaand bedrag 2004 uitstaand bedrag Verplichtingen voor ten hoogste één jaar + 39.245 + 10.417 + 7.977 178.255 213.675 - Door de kredietinstellingen + 571 + 1.155 + 2.063 57.384 58.293 toegekende kredieten - Overige kredieten (2) + 35.528 + 7.253 + 6.569 114.559 146.457 - Vastrentende effecten + 3.146 + 2.009-654 6.312 8.925 Verplichtingen voor meer dan één jaar + 40.863 + 16.201 + 44.313 616.781 840.610 - Door de kredietinstellingen + 4.570-6.481 + 4.052 58.860 59.373 toegekende kredieten - Overige kredieten (2) + 12.280 + 12.672 + 16.016 74.467 129.396 - Aandelen en overige + 24.614 + 6.202 + 20.900 473.264 627.171 participaties wv. Beursgenoteerde + 4.954 + 491 + 3.728 112.671 113.647 aandelen wv. Niet-beursgenoteerd + 19.660 + 5.710 + 17.172 360.593 513.524 - Vastrentende effecten - 601 + 3.808 + 3.345 10.190 24.671 Overige verplichtingen (3) + 1.601 + 1.021-687 37.406 34.046 Totale nettobeweging + 81.708 + 27.639 + 51.603 832.442 1.088.332 Bron : BVB-berekeningen op gegevens NBB. (1) Volgens het transparantiebeginsel worden de kredietinstellingen en de institutionele beleggers weggelaten uit de sector van de vennootschappen. Zij worden immers beschouwd als zuiver financiële bemiddelaars. Deze presentatie van de financiële rekeningen wijst financiële activa/passiva rechtstreeks toe aan de sector van eindbestemming. (2) Het gaat o.m. om gekruiste financiële transacties gesloten tussen entiteiten van multinationale ondernemingen. (3) Instrumenten waarvan de looptijd niet gekend is. Eveneens de statistische aanpassingen, weglatingen en vergissingen. 28 FEBELFIN aspecten en documenten 224

De kredietverlening binnen de economie 2.14. Beroep van de Belgische gezinnen (1) op krediet (bedrag in miljoenen EUR) Jaar 2000 aangroei 2003 aangroei 2004 aangroei 2000 uitstaand bedrag 2004 uitstaand bedrag Verplichtingen voor ten hoogste één jaar - 682-1.089-148 7.785 4.478 Verplichtingen voor meer dan één jaar + 2.910 + 6.800 + 5.194 100.175 117.899 wv. hypothecair krediet + 2.478 + 6.153 + 6.158 69.988 88.434 wv. consumentenkrediet + 588 + 12-609 10.644 10.475 wv. diversen (2) - 155 + 643-355 19.543 18.900 Totale nettobeweging + 2.229 + 5.711 + 5.046 107.960 122.378 Bron : BVB-berekeningen op gegevens NBB. (1) De sector 'gezinnen' omvat de eenmanszaken en de particulieren. De presentatie volgt de benadering van de financiële rekeningen, d.i. met toepassing van het transparantiebeginsel (zie ook noot (1) in tabel 2.13.). (2) O.a. termijnvoorschotten, handelskrediet, bankaccepten, leasing en huur-verkoop. 2.15. Gewicht van de banken in de financiering van de Belgische overheidsschuld (bedragen in miljarden EUR) Einde jaar Belgische overheidsschuld (1) Dekking door de banken (1) EUR Deviezen Totaal EUR Deviezen Totaal 1999 236,3 10,4 246,7 132,9 0,8 133,7 2000 242,5 8,6 251,1 118,9 0,4 119,3 2001 250,1 7,1 257,2 110,2 0,1 110,3 2002 257,3 5,5 262,8 100,8 0,1 100,9 2003 259,3 3,7 263,0 95,1 0,1 95,2 2004 263,1 2,4 265,5 89,8 0,1 89,9 Bron : BVB-berekeningen op eigen gegevens en gegevens Ministerie van Financiën voor de overheidsschuld. (1) Onder meer wegens de verschillen in boekingsmethodes, in de wijze waarop met koersschommelingen rekening wordt gehouden, enz. is omzichtigheid geboden bij de vergelijking van beide reeksen. aspecten en documenten 224 FEBELFIN 29

Het financieel vermogen van economische sectoren 2.16. Rekening van financieel vermogen voor België (uitstaande bedragen, in miljoenen EUR) Einde periode Totaal financiële activa (6) Totaal financiële passiva (7) Netto financieel vermogen Sectoren - houders van financieel vermogen Gezinnen (1) 1999 739.368 104.935 634.433 2000 738.249 107.960 630.288 2003 680.592 116.802 563.790 2004 719.598 122.378 597.220 Vennootschappen (2) 1999 378.790 607.265-228.475 2000 611.528 832.442-220.914 2003 746.137 955.168-209.031 2004 819.282 1.088.332-269.050 Overheid 1999 45.053 299.032-253.979 2000 50.003 301.762-251.760 2003 56.634 308.871-252.237 2004 64.357 312.322-247.965 Buitenland 1999 615.039 767.018-151.979 2000 678.011 830.578-152.567 2003 882.351 979.109-96.757 2004 1.017.298 1.092.618-75.320 Intermediërende sectoren MFI's (3) 1999 764.240 764.240 --- 2000 733.118 733.118 --- 2003 860.619 860.619 --- 2004 955.398 955.401-2 Verzekeringsondernemingen en 1999 108.746 108.746 --- pensioenfondsen (4) 2000 114.142 114.142 --- 2003 139.307 139.307 --- 2004 161.184 161.184 --- Overige financiële 1999 228.694 228.694 --- ondernemingen (5) 2000 241.126 241.126 --- 2003 207.964 207.964 --- 2004 243.496 243.496 --- Totaal 1999 2.879.930 2.879.930 0 2000 3.166.177 3.161.128 5.049 2003 3.573.604 3.567.840 5.764 2004 3.980.613 3.975.731 4.882 Bron : BVB-berekeningen op gegevens INR, NBB. (1) De sector gezinnen omvat de eenmanszaken en de particulieren, alsook instellingen zonder winstoogmerk ten dienste van gezinnen. (2) De sector vennootschappen omvat de niet-financiële ondernemingen. (3) MFI's staat voor monetaire financiële instellingen. (4) Inclusief het Interventiefonds voor deposito's en financiële instrumenten. (5) Vnl. collectieve beleggingsinstellingen die geen geldmarktfondsen zijn en beleggingsondernemingen. (6) Zie ook tabellen 2.10. en 2.11. (totaal uitstaand bedrag). (7) Zie ook tabellen 2.13. en 2.14. (totaal uitstaand bedrag). 30 FEBELFIN aspecten en documenten 224

3. Structuur van de banksector 3.1. Verloop van het aantal banken 3.2. Belang van de groepen van banken 3.3. Aantal contactpunten met de cliënteel 3.4. Variaties in het kantorenbestand van de banken 3.5. Diversificatie in het kantorennet : self-banking eenheden 3.6. Geografische verdeling van de bankkantoren en verkooppunten - einde 2004 3.7. Verdeling van de banken naar omvang van hun kantorennet en agentennet - einde 2004 3.8. Internationale vergelijking van het aantal bankkantoren 3.9.1. Voornaamste in België gevestigde banken volgens het balanstotaal - boekjaar 2003 3.9.2. Voornaamste in België gevestigde banken volgens de cliëntendeposito's in ruime zin - boekjaar 2003 3.9.3. Voornaamste in België gevestigde banken volgens het totaal van de kredieten, met inbegrip van de schuldtitels - boekjaar 2003 3.9.4. Voornaamste banken naar Belgisch recht volgens het totaal eigen vermogen - boekjaar 2003 3.10. Belang van de voornaamste instellingen binnen de banksector 32 32 33 33 34 34 35 35 37 39 41 43 44 aspecten en documenten 224 FEBELFIN 31

Structuur van de banksector 3.1. Verloop van het aantal banken Einde jaar Totaal Banken naar Banken naar buitenlands recht Belgisch recht Totaal EU niet-eu 1980 176 149 27 n.b. n.b. 1985 165 137 28 12 16 1990 157 122 35 20 15 1995 145 105 40 24 16 2000 119 72 47 34 13 2003 109 61 48 38 10 Oprichtingen Fusies en opslorpingen - 3-1 - 2-1 - 1 Verdwijningen - 2-1 - 1-1 2004 104 59 45 36 9 Bron : BVB-berekeningen op gegevens CBFA. 3.2. Belang van de groepen van banken Einde 2003 Totaal Banken naar Belgisch recht Banken naar Einde 2004 Grootbanken (5) banken Overige buitenlands recht Aantal banken 109 4 57 48 104 4 55 45 Balans 890,9 733,8 118,3 38,8 (in miljarden EUR) 970,3 805,1 124,1 41,1 Cliëntendeposito's (1) 420,4 314,6 84,3 21,5 (in miljarden EUR) 443,1 330,4 89,6 23,1 Cliëntenkredieten (2) 323,3 261,8 48,9 12,6 (in miljarden EUR) 342,8 277,5 52,7 12,6 Aantal kantoren (3) 5.175 4.512 609 54 4.837 4.160 619 58 Aantal gevolmachtigde 5.022 972 4.022 28 agenten (3) 4.688 984 3.688 16 (wv. werkzaam in (814) (748) (50) (16) kantoren van de bank) (776) (730) (46) (0) Aantal personeels- 72.210 56.952 12.702 2.556 leden (4) 70.483 55.200 12.764 2.519 Bron : BVB-berekeningen op enquête-gegevens en gegevens CBFA, NBB. (1) Inclusief depositocertificaten, kasbons en obligaties. (2) Inclusief de directe kredietverlening aan de Belgische overheid. (3) Op basis van een enquête bij de banken-leden van de BVB. (4) Ramingen voor alle banken (BVB-enquête bij de banken-leden, aangevuld met gegevens uit de gepubliceerde rekeningen). (5) Conform de gedetailleerde boekhoudstaten. ING België, Fortis Bank, KBC Bank en Dexia Bank België. 32 FEBELFIN aspecten en documenten 224

Structuur van de banksector 3.3. Aantal contactpunten met de cliënteel Einde jaar Aantal bankkantoren Aantal gevolmachtigde agenten totaal wv. werkzaam in kantoren van de bank Aantal verkooppunten (1) 1993 7.890 11.998 2.131 17.757 1995 7.668 10.636 1.659 16.645 2000 6.693 7.086 1.028 12.751 2003 5.175 5.022 814 9.383 2004 4.837 4.688 776 8.749 Bron : BVB (enkel banken-leden). (1) Totaal van kantoren en gevolmachtigde agenten. Voor zover deze agenten in zelf-ingerichte kantoren werken, worden ze beschouwd als bijkomende verkooppunten, naast de bankkantoren. 3.4. Variaties in het kantorenbestand van de banken Aantal kantoren bij begin van de periode Nettokantoorverloop tijdens de periode Aantal kantoren bij einde van de periode Periode 1984-1986 8.355 (1) +504 8.859 Periode 1987-1989 8.859 +119 8.978 Periode 1990-1992 8.978-523 8.455 (1) Periode 1994-1996 (2) 7.890-368 7.522 Periode 1997-1999 7.522-540 6.982 2000 7.063-370 6.693 2003 5.699-524 5.175 2004 5.175-338 4.837 Bron : BVB (enkel banken-leden). (1) Raming : van einde 1983 t/m einde 1992 hebben de cijfers betrekking op de hele sector. (2) Vanaf einde 1993, cijfers voor de banken-leden van de BVB (ruim 95% van het balanstotaal van de sector). Door uitbreiding van het deelnemersveld sluiten de latere jaargangen niet steeds volledig op elkaar aan. aspecten en documenten 224 FEBELFIN 33

Structuur van de banksector 3.5. Diversificatie in het kantorennet : self-banking eenheden Einde jaar 1993 2000 2003 2004 Aantal banken die self-bankingdiensten aanbieden Aantal kantoren uitgerust met self-banking (1) Procentueel aandeel in het kantorennet (2) Aantal automaten (3) (4) opgesteld in de self-banking eenheden waarvan automaten met de functie geldopvraging 12 10 10 10 1.592 4.982 4.421 4.180 23,2% 81,9% 93,7% 93,2% 3.017 9.643 11.028 11.597 1.568 5.425 5.773 5.821 Bron : BVB (enkel banken-leden). (1) Exclusief de door de gevolmachtigde agenten zelf-ingerichte kantoren. (2) Voor de banken die self-banking eenheden hebben geïnstalleerd. (3) De automaten opgesteld in de door de gevolmachtigde agenten zelf-ingerichte kantoren zijn niet inbegrepen. In 2003 en 2004 waren resp. 331 en 448 automaten opgesteld in self-banking eenheden van die kantoren, waarvan 204 en 264 automaten met de functie geldopvraging. (4) Mogelijke types zijn o.a. drukkers van rekeninguittreksels (gevelprinters niet inbegrepen); stortingsloketten; automaten waar men menugestuurd allerlei verrichtingen kan doen en informatie opvragen. 3.6. Geografische verdeling van de bankkantoren en verkooppunten - einde 2004 Provincie Aantal kantoren Aantal verkooppunten (1) Brussels Hoofdstedelijk Gewest 460 566 Vlaams Gewest - Antwerpen 830 1.448 - Limburg 384 696 - Oost-Vlaanderen 693 1.553 - Vlaams-Brabant 518 815 - West-Vlaanderen 659 1.508 Waals Gewest - Henegouwen 502 814 - Luik 399 638 - Luxemburg 103 209 - Namen 157 290 - Waals-Brabant 132 212 Totaal 4.837 8.749 Bron : BVB (enkel banken-leden). (1) Totaal van kantoren en gevolmachtigde agenten werkzaam in eigen kantoren. Voor zover deze agenten in zelf-ingerichte kantoren werken, worden ze beschouwd als bijkomende verkooppunten, naast de bankkantoren. 34 FEBELFIN aspecten en documenten 224