MAP-meetpunten : alleen West-Vlaanderen gaat vooruit

Vergelijkbare documenten
copyright Proeftuinnieuws

MAP-meetpunten: lichte vooruitgang al lijkt het soms een

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Rode MAP-meetpunten met duidelijke invloed van land- en tuinbouw : CVBB pakt ze aan!

Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

Nitraatgehalte in de meetplaatsen van het MAP-meetnet

Ontwikkeling leerlingaantallen

MAP6 Ho e benaderen? Bart Debussche

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

EVOLUTIE VAN DE MARKT

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Brugge 28/11/2013

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

Studieavond Industriebloemkool 19 februari Bart Debussche

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Toestand van het watersysteem januari 2019

Arbeidsmarkt Onderwijs

Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB

Arbeidsmarkt Onderwijs

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009.

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2

Toestand van het watersysteem februari 2019

Terugblik op MAP5 24/01/2019

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

KMO-Barometer Q3 2017

Toestand van het watersysteem november 2018

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Jaarverslag Herplaatsingsfonds. 1.1 Aanvragen voor outplacementbegeleiding

Barometer kinesitherapie 2013

Meetresultaten verzuring en vermesting

Jaarverslag Water 2015

KMO-Barometer 100,6 99,6

30 3 DE TRIMESTER 2016

De winst- en verliescijfers op 14 oktober: Een vergelijking tussen de provincieraadsverkiezingen van 2012 en 2018

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Arbeidsmarkt Onderwijs

Meetresultaten verzuring 1 HET MEETNET VERZURING

NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCHE FACTOREN. Barometer 35

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

Nieuw ontwikkelde techniek moet nitraten in drainagewater aanpakken

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse.

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

EPB - Eerste cijfers & statistiek t.e.m. 2012

Arbeidsmarkt Onderwijs

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015

De gemeenteraadsverkiezingen: gelijke politieke deelname in zicht?

Nota. Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit. Inhoudstafel. Datum: 19/12/17 0. INLEIDING STATISTISCHE ANALYSE...

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Hasselt 2/12/2013

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Maart 2014

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

Arbeidsmarkt Onderwijs

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.

Projectwerking PIBO-Campus Sander Smets onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

VLM - acties rond de Heulebeek. Charline Vanneste Celhoofd Bedrijfsdoorlichting Mestbank Regio West

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Januari februari 2018

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

KMO-Barometer 100,8 100,6 Q Dit is het gemiddelde van de laatste 4 kwartalen.

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

2018: Inkomsten en uitgaven van de v.z.w.

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

Polsslag Ondernemend Limburg juli 2015: +4,8 Ondernemersvertrouwen op hoogste peil in 4 jaar Nog geen hitterecords voor Limburgse economie

Transcriptie:

MAP-meetpunten 2014-2015: alleen West-Vlaanderen gaat vooruit Inleiding Dit is het vierde jaar dat we een analyse van de MAP-meetpunten (MP) maken. De berekeningen zijn gebaseerd op de gegevens van de maandelijkse metingen door de Vlaamse Milieumaatschappij voor het meetjaar 2014-2015. In deze analyse werden de gegevens van 755 actuele MP meegenomen, 12 minder dan vorig jaar. Gegevens van geschrapte meetpunten werden niet meegenomen, ook niet in de cijfers van de voorgaande meetjaren. Alle cijfers hebben dus betrekking op de nieuwe dataset. De schrappingen hebben vooral betrekking op de constatering van invloed van huishoudelijk afvalwater. Het meetnet wordt op die manier betrouwbaarder en focust zich enkel op de landbouwinvloed. De rode MAP-meetpunten In het meetjaar 2014-2015 kleurden 157 MP (20.8 %) op een totaal van 755 MP rood. Hiertegenover staan 598 (79.2 %) groene MP. In het meetjaar 2013-2014 waren er 150 MP (19.9 %) rood en in het meetjaar 2012-2013 185 (24.5 %). De sterke daling van 2013-2014 kon niet volledig vast gehouden worden, er kwamen 7 nieuwe rode punten bij. Zoals bij de voorgaande meetjaren treden er opnieuw verschuivingen op: de 35 nieuwe rode punten worden niet geëvenaard door de 28 nieuwe groene punten (Figuur 1). Na de grote stap in de goede richting van vorig jaar zetten we dit jaar globaal een kleine stap terug. Gelukkig is dit niet zo voor alle provincies. West-Vlaanderen doet immers wel een stap in de goede richting, terwijl Oost-Vlaanderen kiest voor de status quo. De andere provincies zetten wel een stap achteruit. Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant blijven wel nog voldoen aan de doelstelling van MAP4 (maximum 16% rode meetpunten in 2014) maar het vizier is ondertussen gericht op deze van MAP 5 (maximum 5% rode meetpunten in 2018). Figuur 1. Verschuivingen van de inkleuring van de MAP-meetpunten tijdens het laatste meetjaar. Door de stijging van dit meetjaar verliest Vlaams-Brabant met 11.9 % rode MP (+4; 13 rode MP) de eerste plaats aan Oost-Vlaanderen dat gelijk blijft op 9.4% (=, 15 rode MP). Hiermee lijkt voorlopig een einde te komen aan de dalende trend die Oost-Vlaanderen al 5 jaar noteerde. Limburg blijft een golfbeweging maken en noteert terug een stijging weliswaar kleiner dan de daling van vorig jaar (+5; 25 rode MP). Het scoort met 22.1 % rode MP iets beter dan Antwerpen (+3; 34 rode MP) dat 22.5 % rode MP noteert. Het aantal rode MP stijgt in 1

Antwerpen nu al twee jaar op rij. West-Vlaanderen, nog steeds de provincie met het hoogste percentage rode MP, zet de trend van het meetjaar 13-14 verder en boekt als enige provincie een vooruitgang (-5; 70 rode MP) en eindigt op 31.5 % rode MP (Figuur 2). In West-Vlaanderen is in vier jaar tijd het aantal rode MP met een kwart gedaald en op tien jaar tijd gehalveerd. Het aantal nieuwe rode punten is beduidend hoger dan vorig jaar (35 t.o.v. 21), bijna in alle provincies stijgt het aantal nieuwe rode punten. Deze worden niet gecompenseerd door de nieuwe groene punten (nu 28, vorig jaar 56!). In Oost-Vlaanderen houden de nieuwe groene punten de nieuwe rode punten (elk 4) in evenwicht. In Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant wordt het aantal nieuwe rode punten niet gecompenseerd door de nieuwe groene punten zodat er een negatieve balans van rode punten over blijft. Enkel in West-Vlaanderen wordt het stijging in het aantal rode punten (10) gecompenseerd door een grotere stijging in het aantal nieuwe groen punten (15). Algemeen is in 10 jaar het aantal rode MP bijna gehalveerd. Aan deze evolutie hebben vooral de provincies Oost-Vlaanderen (van 50 naar 15) en West-Vlaanderen (van 142 naar 70) bijgedragen. Vlaams-Brabant en Antwerpen reduceerden het aantal rode MP met ongeveer een derde en Limburg met 20%. Er blijven echter veel MP over en weer gaan tussen rood en groen. Het vasthouden is blijkbaar geen gemakkelijke opgave, en dit is juist wat nodig zal zijn als we de doelstelling van 2018 willen halen. Figuur 2. Evolutie in de rode en groene MAP-meetpunten in Vlaanderen en per provincie tijdens de laatste 4 meetjaren en vergelijking met het meetjaar 2004-2005. 2

Een kaart met de inkleuring van de MP is te vinden in Figuur 3. Van de 35 nieuwe rode punten. zijn er opnieuw een groot deel te wijten aan éénmalige overschrijdingen lager dan 75 mg NO 3 - /l (blauwe punten, 16 t.o.v. 15 vorig jaar). Deze liggen in West-Vlaanderen (1), Limburg (3), Vlaams-Brabant (3) en Antwerpen (8). Blauwe punten geven geen aanleiding tot bijkomend focusgebied. De andere nieuwe rode MP (roze punten, 19 t.o.v. 10 in het meetjaar 13-14) zijn te vinden in Vlaams-Brabant (1), Oost-Vlaanderen (4), Limburg (5) en West-Vlaanderen (9). Meerdere van deze nieuwe rode MP zijn MP met resultaten die weliswaar traag- dalen en die schommelen rond de norm van 50 mg nitraat/l. Het meetjaar 2013-2014 waren ze groen, het voorbije meetjaar 2014-2015 kenden ze opnieuw enkele overschrijdingen. Opvallend is wel dat in Antwerpen alle nieuwe rode punten eenmalige overschrijdingen zijn. Figuur 3. Verandering van de inkleuring van de MAP-meetpunten in Vlaanderen tijdens het laatste meetjaar. De overschrijdingen Het aantal overschrijdingen is met 6 (+ 1.1 %) gestegen (ten opzichte van een daling van 119 en 43 de jaren ervoor) tot 537 of 10.5 % van alle metingen (Figuur 4). Maar, er zijn dit meetjaar wel beduidend meer metingen uitgevoerd (+362 of + 10.5 %), vooral in Limburg (+195) en in mindere mate in Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, dit onder meer als gevolg van het feit dat enkele meetpunten met vele overschrijdingen (o.a. MP met invloed van nitraatrijke bronnen) opnieuw frequenter worden bemonsterd. In West-Vlaanderen werd iets minder gemeten. De stijging van het aantal metingen heeft echter geen navenante stijging in het aantal overschrijdingen veroorzaakt. Integendeel, het aandeel van de overschrijdingen is gedaald van 11.2 % naar 10.5 %. De daling van het aantal overschrijdingen is het grootst in de provincie West-Vlaanderen (-39, 12.4 % van de metingen rood). Daarnaast daalt ook in de provincie Antwerpen het aantal overschrijdingen (-14; 8.0 % van de metingen rood). In de andere provincies stijgen de overschrijdingen: Limburg +6, 16.5 % van de metingen rood; Vlaams- Brabant, +14, 7.9 % van de metingen rood; Oost-Vlaanderen, +16, 7.0 % van de metingen rood. Het aandeel van West-Vlaanderen in overschrijdingen (221) daalt hierdoor van 44.6 % naar 41.2 %. West-Vlaanderen heeft het record laagste aantal overschrijdingen ooit van vorig jaar opnieuw verbeterd. In Vlaanderen is het aantal overschrijdingen in 10 jaar met meer dan 60 % gedaald en is het aandeel overschrijdingen van 20.4 % teruggelopen tot 10.5 %. In West- Vlaanderen is het aandeel zelfs teruglopen van 31.0 % tot 12.4 %. In Vlaams-Brabant, 3

Antwerpen en Oost-Vlaanderen is het aandeel 7 tot 8% met ups en downs in de laatste jaren. De laatste loodjes wegen wellicht zwaarder. Figuur 4. Aantal metingen met overschrijding (rood) en zonder overschrijding (groen) van de MAP-meetpunten. De daling van het aantal overschrijdingen weerspiegelt zich ook in het aantal overschrijding per MAP-meetpunt (figuur 5). Daar waar in het meetjaar 2013-2014 een globale daling en verschuiving naar links in figuur 5 kon vastgesteld worden, is dat nu minder het geval. Het aantal MP met 1 overschrijding is met 44 nagenoeg gelijk aan dat van het voorgaand meetjaar (45). Hiervan waren er 16 meetpunten het meetjaar ervoor groen ten opzichte van 18 in meetjaar 13-14. De MAP-meetpunten met een éénmalige overschrijding vertegenwoordigden 10.8 % van alle rode MP! Het aantal rode MP met weinig (1 tot 3) overschrijdingen is na de daling van 108 tot 84 in het voorgaande meetjaar nu terug toegenomen tot 101. Het aantal MAP-meetpunten met veel (+3) overschrijdingen was gedaald van 77 tot 66 het voorgaande meetjaar en is nu verder gedaald tot 56. Het maximum aantal overschrijdingen was het voorgaande meetjaar 10 en is nu terug toegenomen tot 12. Er blijft weinig bewegen in de groep van meetpunten met meer dan 6 overschrijdingen waarvan een groot deel gelegen zijn op waterlopen met invloed van nitraatrijke bronnen. De overschrijdingen afkomstig van deze punten blijven ongeveer 40 % van alle overschrijdingen uitmaken en het nitraatgehalte van die bronnen lijkt weinig te veranderen in de tijd. We blijven pleiten om deze punten afzonderlijk te evalueren. Het nitraatgehalte van die punten wordt niet alleen beïnvloed door de land- en tuinbouwactiviteiten in het afstroomgebied maar eveneens in deze van het intrekgebied van de bronnen. 4

Figuur 5. Verdeling van de MAP-meetpunten in Vlaanderen volgens het aantal overschrijdingen per MAP-meetpunt tijdens het meetjaar. Merk op: het aantal metingen en dus ook het aantal overschrijdingen per MAP-meetpunt kan variëren van enkele metingen tot 13 per meetjaar (maandelijks metingen + eventuele controlemetingen). Figuur 6. Cumulatieve verdeling van de rode meetpunten en de overschrijdingen over de meetpuntklassen (klassering aan het hand van het aantal overschrijdingen per meetpunt) voor het meetjaar 2014-2015. De eenmalige overschrijdingen maken slechts 8 % van alle overschrijdingen uit maar geven wel aanleiding tot het rood kleuren van 28 % van de rode punten (Figuur 6). Het aantal overschrijdingen van de meetpunten met 1 tot 3 overschrijdingen vertegenwoordigt samen 34 % van de overschrijdingen maar deze veroorzaken wel bijna 64 % van de rode meetpunten. Hiertegenover staan de punten met 6 of meer overschrijdingen: ze vertegenwoordigen slechts 13 % van het aantal punten maar veroorzaken 36 % van de overschrijdingen (Figuur 6). Als we dit verder per provincie bekijken vallen enkele zaken op (Figuur 7): De grote toename van de eenmalige overschrijdingen in Antwerpen, Limburg en Vlaams- Brabant. Bijna de helft van de rode punten in Antwerpen zijn eenmalige overschrijdingen. De verbetering in West-Vlaanderen was tijdens het meetjaar 2013-2014 markant met sterke verschuiving van punten met meer dan 5 overschrijdingen naar punten met 5 of minder. Vorig meetjaar (2014-2015) is er eerder een verschuiving van punten met 4 en 5 5

overschrijdingen naar punten met 2 en 3. De eenmalige overschrijdingen zijn gehalveerd in West-Vlaanderen. Er verandert weinig aan het aantal punten met 6 of meer overschrijdingen: 8 In West- Vlaanderen, 3 in Vlaams-Brabant, 9 in Limburg en 3 in Oost-Vlaanderen. In Antwerpen was er vorig meetjaar voor het eerst geen MP in deze groep Figuur 7. Verdeling van de MAP-meetpunten per provincie volgens het aantal overschrijdingen tijdens het meetjaar. Merk op: het aantal metingen (en dus ook het aantal overschrijdingen) per MAP-meetpunt kan variëren van enkele metingen tot 13 per meetjaar (maandelijks metingen + eventuele controlemetingen). Seizoensinvloeden Het aantal overschrijdingen tijdens het jaar (Figuur 8) neemt sterk toe in het winterseizoen en het laagste aantal overschrijdingen wordt in de zomer gemeten. Vorig meetjaar piekten de overschrijdingen vooral van januari tot maart. De twee meetjaren ervoor waren ze breder uitgespreid over de periode oktober tot maart. Uitzonderlijke uitspoelingen zoals in juli 2012 hebben zich niet voorgedaan. 6

Figuur 8. Verdeling van de overschrijdingen over de maanden van het jaar. De wijzigingen in de verdeling van de overschrijdingen over het jaar verschillen naargelang de provincie (Figuur 9): Antwerpen vertoont nog steeds een opvallende winterpiek als gevolg van uitspoeling door de regen. Dit meetjaar was deze zeer sterk geconcentreerd in januari. Bovendien was er ook een piek in september. In West-Vlaanderen was de winterpiek heel sterk van januari tot en met maart terwijl de andere maanden er opvallend weinig overschrijdingen waren. Zoals steeds is dit in West- Vlaanderen te linken aan zware regenval. In juli 2012 zorgde zware regenval voor 61 overschrijdingen en daarna veroorzaakte de regen veel overschrijdingen in septemberoktober. Ook in het meetjaar 13-14 zien we dat de regenval voor pieken zorgt in september-oktober. Oost-Vlaanderen blijft een markante vlakke verdeling tonen, dit jaar terug op een iets hoger niveau dan de voorgaande jaren. Ook Limburg was opvallend vlak, met minder overschrijdingen tijdens de wintermaanden en meer tijdens de eerste helft van het meetjaar. Ook in Vlaams-Brabant is er een toename met nu iets meer overschrijdingen in de eerste helft van het meetjaar. Een verklaring voor de vlakkere verdeling in Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams- Brabant kan gevonden worden in het aandeel van de met nitraten beladen bronnen in de metingen. De laatste drie meetjaren was er in geen enkele provincie een maand zonder overschrijdingen. De meetjaren ervoor liet Vlaams-Brabant af en toe een meetmaand zonder overschrijding optekenen. 7

Figuur 9. Verdeling van de overschrijdingen over de maanden van het jaar voor de drie laatste meetjaren en voor elke provincie. 8

De oorzaken van de overschrijdingen Op basis van de terreinkennis maakt het CVBB sinds 2013 een indeling van de rode MAPmeetpunten al naargelang de vermoedelijke of vastgestelde oorzaken van de overschrijdingen. Dit is een basisdocument waarmee voor elk rood MAP-meetpunt beter kan ingeschat worden welke aanpak wenselijk en nodig is tijdens het komende winterjaar. De rode MAP-meetpunten worden ingedeeld in zeven klassen van invloedsfactoren (oorzaken van overschrijding) 1. de oorzaak van de nitraataanrijking ligt bij de land- en tuinbouw; 2. de nitraataanrijking komt voornamelijk in de beek terecht via nitraatrijke bronnen (d.i. grondwater dat versneld aan de oppervlakte komt); 3. de nitraataanrijking is afkomstig van moedwillige lozingen of overtredingen; 4. de nitraten zijn niet afkomstig uit de landbouw; 5. de nitraten zijn afkomstig van waterlopen uit het buitenland; 6. er is meer onderzoek nodig door CVBB om te weten waar de nitraataanrijking vandaan komt; 7. CVBB kan de oorzaak van de overschrijding niet achterhalen en sindsdien is de waterkwaliteit opnieuw goed. Begin 2015 werd deze indeling geactualiseerd en dit gaf volgende resultaten: - 58% van de rode MAP-meetpunten worden beïnvloed door land- en tuinbouw. Om de waterkwaliteit in deze gebieden verder te verbeteren kunnen de plaatselijke landen tuinbouwers rekenen op CVBB-ondersteuning via de werking van de waterkwaliteitsgroepen. Daarnaast worden, via de intensieve aanpak van de bemestingsstrategie, binnen het afstroomgebied van die rode MAP-meetpunten een groot aantal percelen opgevolgd aan de hand van staalnames, bemestingsadviezen en metingen van het nitraatresidu in het najaar. - Daarnaast worden 21% van de rode MAP-meetpunten beïnvloed door nitraatrijk bronwater (met meetwaarden hoger dan de norm van 50 mg nitraat/l). De nitraatconcentratie in dit bronwater is eerder een weerspiegeling van de landbouwpraktijken van enkele jaren geleden dan van de huidige landbouwpraktijk. Momenteel beschikken de CVBB-medewerkers over te weinig gegevens om deze MAPmeetpunten daadwerkelijk aan te pakken. Op initiatief van het Onderzoeks- en voorlichtingsplatform duurzame bemesting werd in overleg met de VLM en de VMM een procedure opgestart met de vraag naar externe expertise i.v.m. het intrekgebied van de bron en de reistijd van het bronwater. Hopelijk mondt dit uit in bijkomend onderzoek dat van start kan gaan in de loop van 2016. Het wordt alleszins een werk van lange adem. - Jammer genoeg zijn bij 5% van de rode MAP-meetpunten de overschrijdingen nog steeds gevolg van wanpraktijken, lozingen en overtredingen. Gelukkig zien we de laatste jaren een positieve trend en een vermindering van het aantal lozingen. - Het aandeel rode MAP-meetpunten omwille van niet-landbouwinvloed is fel gedaald (nog 1% het voorbije meetjaar). Wanneer er vastgesteld wordt dat er nitraten uit huishoudelijk of industrieel afvalwater invloed hebben op een MAP-meetpunt, wordt er in overleg met de VMM naar een oplossing gezocht om dit MAP-meetpunt te verplaatsen of eventueel te schrappen. 9

- Het aandeel rode MAP-meetpunten waar de oorzaak van overschrijding niet meer achterhaalbaar is steeg het laatste winterjaar wel opnieuw van 2 naar 8%. Dit zijn meestal groene MAP-meetpunten met een plotse en éénmalige overschrijding. Bij een terreinbezoek door CVBB na de overschrijding werden er op geen enkele meetplaats (stroomopwaarts) nitraataanrijkingen gemeten en bijgevolg blijft de oorzaak van die overschrijdingen een vraagteken. Het opstarten van een snel communicatiesysteem vanuit de VMM (vanaf januari 2016) moet het mogelijk maken sneller op het terrein te gaan bij een onverwachte overschrijding van een groen meetpunt en de oorzaken van de overschrijding vooralsnog te achterhalen. - Rond 7% van de rode MAP-meetpunten kan het CVBB de oorzaak van overschrijdingen nog niet inschatten en is er nog verder terreinonderzoek nodig. Dit aantal daalt gelukkig elk meetjaar, maar het blijft toch een niet te verwaarlozen groep. - MAP-meetpunten met invloed vanuit het buitenland komen niet meer voor. Conclusie In het meetjaar 14-15 waren er 7 rode meetpunten meer ten opzichte van het meetjaar 13-14. Enkel in West-Vlaanderen wordt vooruitgang geboekt met 5 rode MP minder. Oost-Vlaanderen levert een status quo af en de andere provincies gaan erop achteruit. Het aantal overschrijdingen is nagenoeg constant, ondanks het verhoogd aantal metingen. Het aantal meetpunten met weinig (1-3) overschrijdingen blijft een groot aandeel (64 %) uitmaken. De stijging van het aantal meetpunten is voor een stuk toe te wijzen aan eenmalige overschrijdingen die uit het niets opduiken, Antwerpen zijn er dat zelfs 8. Vorig meetjaar waren er dat 17 wat overeenkomt met 10.8% van de rode MP. Veelal is het CVBB niet of beperkt actief in deze gebieden. Vanaf 2016 wordt sneller optreden mogelijk via het snel communicatiesysteem vanuit VMM. De nitraatrijke bronnen blijven zorgen voor ongeveer 1/3 e van de overschrijdingen en vertegenwoordigen ongeveer een vierde van de rode MP. Hier is geen snelle winst te verwachten. Hier hopen we via het gevraagde onderzoek bijkomende informatie te bekomen over de intrekgebieden en de reistijden om een specifieke gebiedsgerichte werking uit te kunnen rollen. Verder blijft er een groep van permanent rode MP waarbij de oorzaken van de overschrijdingen moeten gezocht worden bij de land- en tuinbouwers in het afstroomgebied maar waarbij de oorzaken nog niet volledig duidelijk zijn. Sinds vorig jaar krijgen we met de intensieve aanpak van het CVBB meer inzicht in de oorzaken van de overschrijdingen in die gebieden en worden de bedrijven die aan de grondslag hiervan liggen begeleid. Bovendien worden momenteel heel wat residustalen genomen als gevolg van de nieuwe regels in MAP5. We roepen hierbij de landen tuinbouwers die geconfronteerd worden met onverwachte overschrijdingen op om contact op te nemen met de bedrijfsbegeleiding van het CVBB teneinde de aanpak van de bemesting verder te optimaliseren. 10

Als we in 2018 de doelstelling van 5 % rode MP willen bereiken is het duidelijk dat er nog veel werk aan de winkel is. Het komt er nu op aan het tempo te versnellen. Met samenwerking van alle betrokkenen, boeren en tuinders, begeleiders, onderzoekers en voorlichters hebben we de voorbije jaren de weg afgelegd van 33 naar 21% rode MP. Met dezelfde spirit en positieve ingesteldheid moeten we verder de weg opgaan om de doelstelling van 5% rode MP te bereiken of zo dicht mogelijk te benaderen. Raf De Vis, lid dagelijks bestuur CVBB, Dirk Coomans, algemeen coördinator CVBB, Brecht Catteeuw, Micheline Verhaeghe, Joris De Nies, Kim Koopmans en Wim Franchois, Provinciale coördinatoren CVBB, Johan Sanders, consulent Boerenbond. Met dank aan Johan Sanders voor de verwerking van de gegevens. 11