Vlaamse overheid Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen Afdeling Jeugd Bestek Onderzoek vrije tijd voor kinderen met een handicap Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking Uiterste datum indienen offertes 3 maart 2014 Offertes in te dienen bij: Agentschap Sociaal-Cultureel Werk Afdeling Jeugd t.a.v. Johan van Gaens Afdelingshoofd Arenbergstraat 9 1000 Brussel E-mail: johan.vangaens@cjsm.vlaanderen.be
1. Situering van de opdracht Als Vlaamse Overheid willen we een meer evidence based beleid gaan voeren, dit impliceert dat we nood hebben aan goed onderzoeksmateriaal om op een correcte manier met een aantal tendensen in de maatschappij en in de jeugdsector om te gaan. In de afgelopen jaren ontwikkelden we een reeks van onderzoeken over het jeugdwerk in Vlaanderen. Jeugdwerk vervult een aantal functies in de samenleving (derde socialisator, groepsbinding, zinvol vrijetijdsaanbod, ), en wordt omwille van deze functies gesubsidieerd door de Vlaamse en/of lokale overheid. De functies die het kan vervullen zijn relevant voor alle kinderen en jongeren; er kan dus in beginsel door de aanbieders geen onderscheid gemaakt worden in de toegang tot het aanbod tussen burgers. Jeugdwerk is wel een verzamelterm voor een hele reeks werkvormen en methodieken. Het jeugdwerk kan zijn rol/functies dan ook maar ten volle uitspelen als het aansluit bij de interesses van kinderen en jongeren en dus bruikbaar is door hen. Dit impliceert dat het totale aanbod divers moet zijn in die zin dat het aansluit bij de (culturele) beleving van elk kind of elke jongere. Om die reden vinden we het belangrijk om de diverse jeugdwerkvormen verder in kaart te brengen. De opgebouwde kennis moet beleid én praktijk verder stimuleren in het versterken van kwaliteitsvol jeugdwerk toegankelijk voor alle kinderen en jongeren. In de afgelopen jaren werd aandacht besteed aan een aantal werkvormen: de jeugdbewegingen (De Pauw et al, 2010) en de werkingen voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (De Pauw et al, 2013) werden onder de loep genomen. Een onderzoek naar de jeugdhuizen wordt afgerond en eentje rond de speelpleinen is opgestart. Naast het bestuderen van werkvormen werd ook extra aandacht uitgetrokken voor vrijetijdsbeleving van kinderen in armoede (Coussée F., Roets, G., 2011. ) en wordt de laatste hand gelegd aan een rapport van een begeleiding bij projecten die op dit vlak probeerden vooruitgang te boeken. Ook in de JOP-surveys is steeds veel aandacht voor deelname aan het jeugdwerk en verenigingsleven en het vrijetijdsaanbod. Een specifiek aandachtspunt in deze reeks van onderzoeken is diversiteit en hoe dit een plaats krijgt binnen het jeugdwerk. Een groep jongeren die tot op heden onderbelicht bleef in deze reeks van onderzoeken naar het jeugdwerk (en vrijetijd) zijn kinderen en jongeren met een handicap. Het in 2009 door België geratificeerde verdrag inzake de rechten van personen met een handicap stelt in artikel 30 duidelijk dat kinderen met een handicap op voet van gelijkheid met andere kinderen moeten kunnen deelnemen aan spel-, recreatie-, vrijetijds- en sportactiviteiten. Ook in het kinderrechtenverdrag wordt aandacht gevraagd voor (onder meer) de toegang tot vrije tijd voor kinderen met een handicap. Tot op heden bestaat geen onderzoeksmateriaal dat ons inzicht kan geven over de toegang van kinderen en jongeren met een handicap tot vrije tijd en meer specifiek het jeugdwerk. Een aantal organisaties zorgen voor een specifiek vrijetijdsaanbod voor kinderen met een handicap (bv. Kei-jong, JKVG, Akabe van Scouts en Gidsen Vlaanderen, ), andere jeugdwerkinitiatieven zetten dan weer in op het stimuleren van een inclusief aanbod (bv vakantieorganisaties, speelplein, ). Een aantal organisaties worden gesubsidieerd op het Vlaamse niveau (Jeugd of Welzijn), andere zijn lokale of bovenlokale initiatieven die vanuit de lokale of provinciale overheid worden ondersteund.
2. Omschrijving van de opdracht Het onderzoek wil nagaan in welke mate kinderen en jongeren met een handicap tussen 6 en 18 jaar een gepast vrijetijdsaanbod kunnen vinden en welke rol het bestaande jeugdwerkaanbod daarin speelt. Hierbij staan drie onderzoeksvragen centraal. - In welke mate maken kinderen en jongeren met een handicap gebruik van het bestaande jeugdwerkaanbod? Welke redenen en drempels spelen een rol in (non-)participatie? Hebben ze hierbij een voorkeur voor specifieke of inclusieve initiatieven? - Hoe beleven de kinderen en jongeren met een handicap hun deelname aan het aanbod? Welke elementen dragen bij tot een kwalitatief aanbod? Voldoet het aanbod aan hun verwachtingen? Wat zijn hun ervaringen met infrastructuur, begeleiding, plaats en tijd, bereikbaarheid,? - Wat zijn de andere vrijetijdsactiviteiten waar de kinderen en jongeren met een handicap aan participeren? Wat is de plaats van het jeugdwerkaanbod in de vrijetijd van kinderen en jongeren met een handicap? Zoals af te leiden is uit de onderzoeksvragen ligt de focus hier bij de groep kinderen en jongeren met een handicap, eerder dan bij een specifieke werkvorm. We willen met het onderzoek wel de diversiteit aan jeugdwerkvormen en andere vrijetijdsinitiatieven waar kinderen en jongeren met een handicap aan deel nemen in zicht brengen. Voor het afbakenen van het begrip handicap volgen we de afbakening van het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH): "Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten, en persoonlijke en externe factoren." We focussen het onderzoek op kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar. De manier waarop de data worden verzameld, wordt bepaald door de onderzoekers in overleg met de afdeling Jeugd en de klankbordgroep. Er bestaan verschillende mogelijkheden en methoden om de data te verzamelen. Omdat de gekozen technieken implicaties hebben op zowel de wijze waarop kinderen en een jongeren met een handicap deelnemen aan het onderzoek als het aantal kinderen en jongeren dat bevraagd wordt, laten we de onderzoekers, in overleg met de klankbordgroep, de best geschikte methodiek en steekproef bepalen. Essentieel hierbij is dat in de geselecteerde groep kinderen en jongeren met een handicap een representatief staal vormt van kinderen en jongeren met een handicap, waarbij zowel niet participanten als participanten aan bod komen, met aandacht voor de diversiteit in het aanbod. Verwachte output Een uitgeschreven onderzoeksrapport waarin zowel de gevolgde methodologie als de resultaten aan bod komen. Het onderzoeksrapport sluit af met een conclusie en beleidsaanbevelingen. Daarnaast wordt er ook een Managementsamenvatting van max. drie pagina s opgemaakt. Begeleidingsgroep Het onderzoek wordt begeleid door een klankbordgroep met daarin experten van relevante administraties, veldwerkers, experten, De klankbordgroep komt doorheen het onderzoek een 4-tal keer samen en adviseert de onderzoekers over de inhoud en methodologie van het onderzoek. De samenstelling gebeurt in overleg met de onderzoekers.
3. Aanbestedende overheid Deze opdracht wordt uitgeschreven door de Vlaamse Gemeenschap vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, bij delegatie, in de persoon van Johan Van Gaens, afdelingshoofd afdeling Jeugd Volgende administratieve entiteit is belast met de opvolging van deze opdracht: Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen Afdeling Jeugd Arenbergstraat 9 1000 Brussel Alle briefwisseling m.b.t. deze opdracht moet naar die entiteit worden gestuurd. Voor bijkomende inlichtingen of antwoorden op inhoudelijke vragen over het bestek kunnen de kandidaten terecht bij Trees De Bruycker, e-mail: trees.debruycker@cjsm.vlaanderen.be, tel: 02 553 42 67. Enkel de kandidaten corresponderen met deze contactpersoon. Na de gunning van de opdracht, correspondeert enkel de geselecteerde kandidaat, die fungeert als gesprekspartner, met genoemde contactpersoon, dus niet eventueel ingeschakelde onderaannemers. 4. Administratieve en legale bepalingen 4.1. Aard van de opdracht en gunningswijze Deze opdracht is een opdracht voor diensten in de zin van art. 3 van de Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006. De gunning van deze opdracht gebeurt via onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, op basis van artikel 26, 1,1 a van de Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006. Het bestek is bedoeld als gemeenschappelijke basis om de onderhandelingsvoorstellen van de verschillende inschrijvers te vergelijken. 4. 2. Toepasselijke wettelijke bepalingen Op deze opdracht zijn onder meer toepasselijk: - Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 (hierna: Wet Overheidsopdrachten); - Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011 (hierna: KB Plaatsing); - Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013 (hierna: KB Uitvoering);
- Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 17 juni 2013. U kunt deze regelgeving terugvinden op: http://www.bestuurszaken.be/regelgevingoverheidsopdrachten 4.5. Onverenigbaarheden Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden. 4.6. RSZ-verplichtingen Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in art61, 1 & 2,5. Voor de Belgische inschrijver vraagt de aanbestedende overheid het RSZ attest via elektronische weg op conform de wettelijke bepalingen. 5. Offertes 5.1. Indienen van de inschrijvingen De uiterste indieningsdatum van de offertes is 3 maart 2014 om 12 uur. De offertes kunnen ingediend worden via e-mail op volgend e-mailadres: johan.vangaens@cjsm.vlaanderen.be Of via brief of afgifte op volgend adres: Agentschap Sociaal-Cultureel Werk t.a.v. de heer Johan van Gaens Afdelingshoofd Arenbergstraat 9 1000 Brussel 5.2. Inhoud en vorm van de offerte De offerte moet onder meer volgende zaken bevatten: - het offerteformulier - een kwalitatief voorstel voor de uitwerking van de opdracht, met inbegrip van informatie over de onderzoeker(s) die hiervoor zullen instaan. 5.3. Op basis van welke criteria wordt uw offerte beoordeeld? De gunningscriteria zijn:
Kwaliteit van de globale aanpak (50 punten) Volgende elementen kunnen bij de beoordeling van de voorstellen aan bod komen: uitwerking van het voorstel van aanpak (de fasen van het onderzoek, de organisatie, de timing); krachtlijnen van de voorgestelde aanpak (de explicitering van de methodieken, conceptueel en instrumenteel); wijze van samenwerken en communicatie; realistische inschatting van de belangrijkste knelpunten; eventueel andere elementen die de kwaliteit van de offerte aantonen. Dit criterium zal getoetst worden aan de hand van een schriftelijk voorstel van aanpak. Kwaliteit van de voorgestelde onderzoeker(s) (30 punten) Welke ervaring heeft de concreet voorgestelde onderzoeker en eventueel de plaatsvervangende onderzoeker? Eventueel andere elementen die de kwaliteit van de onderzoeker(s) aantonen. Dit criterium zal getoetst worden aan de hand van volgende documenten: curriculum vitae en specifieke referenties van de voorgestelde onderzoeker(s). Als uitsluitingscriterium geldt evenwel dat de onderzoekers niet tevens mogen verbonden zijn met een van de onderzochte werkingen of hun belangenbehartigers, noch professioneel, noch als bestuurder. Prijs (20 punten) De kostprijs van het onderzoek bedraagt maximaal 40 000 euro, alle kosten (btw, overhead, verplaatsing, ) inbegrepen. In de offerte dient de kostprijs verdeeld te worden in werkingskosten, personeelskosten en overhead. De toegekende score is de prijs van de laagste offerte gedeeld door de prijs die beoordeeld wordt, vermenigvuldigd met 20. 5.4. Prijs en prijsbepaling De kostprijs van het onderzoek bedraagt maximaal 40 000 euro (exclusief btw), alle kosten (overhead, verplaatsing, ) inbegrepen. De overheadkosten mogen niet meer bedragen dan 10% op het totale bedrag. De definitieve prijs wordt bepaald tijdens de eventuele onderhandelingen. De betaling gebeurt in twee schijven. Een eerste schijf van 60% wordt voorzien na aanleveren van een tussentijds rapport. Het saldo wordt betaald na correcte oplevering van het eindproduct. 5.5. Bijzondere verbintenissen van de inschrijver De inschrijver zal geen informatie aan derden meedelen die hij vanwege de opdrachtgever ontvangt met het oog op de opmaak van de offerte. De dienstverlener dient alle maatregelen te treffen om het confidentieel karakter van de verstrekte gegevens te doen bewaren door hemzelf en door iedereen die er toegang tot heeft. Vastgestelde inbreuken op deze verbintenis worden bestraft met een uitsluiting van deelname aan kandidaatstellingen voor overheidsopdrachten voor een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de inbreuk is vastgesteld. 5.6. Bijzondere verbintenissen van de opdrachtnemer
De opdrachtnemer en zijn medewerkers zijn gebonden door discretieplicht met betrekking tot informatie waarvan zij weet krijgen bij de uitvoering van de opdracht. De informatie kan in geen geval zonder de schriftelijke toestemming van de opdrachtgever meegedeeld worden aan derden. De opdrachtgever verbindt zich ertoe de samenstelling van het team dat voor de uitvoering van de opdracht is opgegeven, niet te wijzigen, tenzij in geval van overmacht. In dat geval doet hij hiervan onmiddellijk en gemotiveerd mededeling aan de opdrachtgever, die kan beslissen tot inperking of stopzetting van de opdracht. De inschrijver vermeldt welk gedeelte van de opdracht hij voornemens is in onderaanneming te geven en de identiteit van de onderaannemers die hij voorstelt. Onderdelen van de opdracht kunnen slechts met het schriftelijk akkoord van de opdrachtgever worden uitbesteed aan niet in de offerte bij naam vernoemde derden. De opdrachtnemer blijft steeds aansprakelijk ten opzichte van de opdrachtgever. De opdrachtnemer kan de opdrachtgever niet binden ten opzichte van derden. De inschrijver is verplicht in zijn offerte aan te geven welke intellectuele eigendomsrechten, waarvan hij titularis is of waarvoor hij van een derde een gebruikslicentie moet verkrijgen, nodig zijn voor het geheel of een deel van de uit te voeren prestaties. 6. Termijn De opdracht vangt aan bij ondertekening van de overeenkomst en wordt ten laatste op 1 juni 2015 afgerond. 7. Oplevering 7.1. Rapportering en eindrapportering De opdrachtnemer rapporteert tussentijds aan de opdrachtgever binnen de stuurgroep. Dit gebeurt door een mondelinge toelichting op de stuurgroep en het aanleveren van een tussentijds rapport, zoals bepaald in de overeenkomst. Hij legt uiterlijk op 1 juni 2015 een eindrapport neer, zowel in elektronische vorm als in 5 exemplaren, met conclusies en beleidsaanbevelingen voor de Vlaamse Overheid. 7.2. Definitieve oplevering De definitieve oplevering bestaat uit controle van de overeenstemming van het eindresultaat me de bepalingen van het bestek en de offerte. Bovendien wordt er ook onderzocht in welke mate de overeenkomst werd uitgevoerd volgens de regels van de kunst. De diensten die niet beantwoorden aan de bepalingen of voorwaarden van de opdracht of niet werken verleend volgend de regels van de kunst, dienen door de dienstverlener te worden herbegonnen. De kosten van de prestaties die de dienstverlener in verband met de oplevering uitvoert, blijven ter zijner laste. 7.3. Eigendomsrechten
De Vlaamse Gemeenschap heeft de eigendomsrechten op de resultaten. De Vlaamse Gemeenschap heeft het recht om de resultaten van het onderzoek te publiceren. Dit recht geldt wereldwijd en voor onbepaalde duur. De opdrachtnemer kan de resultaten publiceren mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de Vlaamse Gemeenschap. 8. Borgtocht Gezien het voorziene bedrag van de overeenkomst is geen borgtocht vereist.
OFFERTEFORMULIER Onderzoek vrije tijd voor kinderen met een handicap A. ALGEMENE VERBINTENIS OFWEL 1 De ondergetekende (naam en voornaam, hoedanigheid of beroep, nationaliteit, adres): OFWEL De vennootschap (handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel): vertegenwoordigd door de ondergetekende(n) OFWEL De ondergetekende(n) en/of de vennootschap(pen) die optreden als combinatie zonder rechtspersoonlijkheid (voor elke deelnemer dezelfde gegevens als hierboven): combinatie die tegenover de overheid wordt vertegenwoordigd door één van hen, met name: 1 Doorhalen wat niet van toepassing is.
verbindt zich op zijn, resp. verbinden zich hoofdelijk op hun, roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bovenvermeld bestek, van de in dat bestek beschreven opdracht, tegen de som van: (in cijfers, exclusief BTW, in euro): (in cijfers, inclusief BTW, in euro): B. ALGEMENE INLICHTINGEN (in geval van combinatie zonder rechtspersoonlijkheid afzonderlijk voor elke deelnemer:) - Ondernemingsnummer: - BTW-nummer: - RSZ-nummer: C. ONDERAANNEMERS Er zullen onderaannemers worden aangewend: JA / NEE 2 Gedeelte van de opdracht dat in onderaanneming wordt gegeven: Volgende onderaannemers zullen hiervoor worden aangewend: D. PERSONEEL Er wordt personeel tewerkgesteld dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie: JA / NEE 3 2 Doorhalen wat niet van toepassing is.
Het betreft volgende EU-lidstaat: E. BETALINGEN De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving op rekeningnr.:... van de financiële instelling... geopend op naam van... F. RSZ - VERPLICHTINGEN De Belgische inschrijver die bij de RSZ een bijdrageschuld heeft van meer dan 3.000 euro in de zin van art. 62, 1 van het KB Plaatsing, voegt bij deze offerte alle inlichtingen over de in dezelfde bepaling bedoelde schuldvorderingen die hij zou bezitten. De buitenlandse inschrijver, alsook de Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie, voegt bij deze offerte desgevallend een attest of een verklaring in de zin van art. 62, 2 van het KB Plaatsing. G. BIJLAGEN Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd: - de gedateerde en ondertekende documenten, die het bestek verplicht om voor te leggen; Gedaan te... op... De inschrijver(s), 3 Doorhalen wat niet van toepassing is