Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

Aan deze rapportage hebben meegewerkt: Mw. drs. S.N. Badal Dhr. dr. R. Buitenhuis Mw. drs. L. van der Elburg Mw. A.F. Ramakers Mw. drs. G.K. Ramkisoen R04/27, december 2004 ISSN 1383-8733 ISBN 90-5079-115-8 2 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

Voorwoord 1 Het betreft de onderzoeken naar arbeidsbemiddelende dienstverlening aan werkzoekenden en dienstverlening aan werkgevers. In het sociale zekerheidsstelsel staat het adagium werk boven uitkering centraal. De Inspectie Werk en Inkomen heeft onderzoek uitgevoerd dat inzicht geeft in het beleid van de Centra voor Werk en Inkomen (CWI) ten aanzien van de beursvloer. Dit onderzoek maakt deel uit van drie onderzoeken van de inspectie in 2004, die alle gericht zijn op de vraag hoe effectief brengt CWI vraag en aanbod samen? 1 Het voorliggende rapport geeft de belangrijkste resultaten van dit onderzoek weer. De beursvloer van een CWI-vestiging is de plaats waar vraag en aanbod van werk bij elkaar worden gebracht. In de dienstverlening door CWI neemt de beursvloer een centrale positie in. Mr. L.H.J. Kokhuis Inspecteur-generaal 3 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

4 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

Inhoud 1 Inleiding 7 1.1 Doel van het onderzoek 7 1.2 Reikwijdte onderzoek 7 1.3 Onderzoeksmethodiek 7 1.4 Leeswijzer 8 2 De beursvloer: het instrument voor werk en transparantie 9 3 Zelfwerkzaamheid en de beursvloer centraal in CWI-beleid 11 4 De effectiviteit van de beursvloer bij het vinden van werk 13 5 Conclusies en oordeel 15 6 Reactie CWI 17 Lijst van afkortingen 18 Bijlage: Reactie Centrale organisatie werk en inkomen 19 Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 23 5 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

1 Inleiding De reorganisatie van de uitvoering van de arbeidsbemiddeling in de sociale zekerheid zoals voortvloeit uit de Wet Structuur uitvoering werk en inkomen (SUWI) heeft als doel werkzoekenden zoveel mogelijk (weer) aan werk te helpen om te voorkomen dat werkzoekenden in een uitkeringssituatie terechtkomen (werk boven uitkering). Dit rapport heeft als invalshoek de beursvloerinstrumenten die de Centra voor Werk en Inkomen (CWI) aan werkzoekenden bieden om weer aan het werk te gaan. CWI omschrijft de beursvloer als volgt: De beursvloer heeft een centrale positie in het dienstverleningsconcept als instrument ter bevordering van de transparantie op de arbeidsmarkt. De beursvloer is de plek waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten en daarom bij uitstek de plaats om invulling te geven aan het principe van werk boven uitkering. De beursvloer omvat een fysieke en een virtuele component. De fysieke beursvloer is een voor iedereen toegankelijke ruimte waarin diverse selfservice-instrumenten voor de bezoekers ter beschikking staan om te gebruiken bij het zoeken naar een baan, personeel of scholing. Met de virtuele beursvloer wordt voornamelijk de internetapplicatie werk.nl bedoeld. Deze bevat onder andere veelsoortige en actuele informatie over de arbeidsmarkt en een matchingsmodule voor vraag en aanbod van arbeid. 1.1 Doel van het onderzoek De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) heeft onvoldoende zicht op de middelen en instrumenten die CWI ten behoeve van werkzoekenden inzet op de beursvloer. Met als doel dit inzicht te verkrijgen heeft de inspectie het voorliggende onderzoek uitgevoerd naar het beleid en de sturing van de beursvloer. Het betreft onder andere de beleidsoverwegingen ten aanzien van de inrichting van de beursvloer en de wijze waarop CWI nagaat of geformuleerde resultaten gerealiseerd worden. 1.2 Reikwijdte onderzoek Het onderzoek richt zich uitsluitend op de inrichting van de beursvloer voor werkzoekenden. Dat betekent dat de beursvloeractiviteiten ten behoeve van werkgevers buiten het bereik van dit onderzoek vallen. Bovendien richt het onderzoek zich niet op de hanteerbaarheid van de instrumenten voor de klant, maar op de mate van ondersteuning die vanuit CWI geboden wordt met de beursvloeractiviteiten bij het vinden van werk. Het betreft een onderzoek naar de opzet van de beursvloer en niet naar de werking ervan. 1.3 Onderzoeksmethodiek Het onderzoek omvat op de eerste plaats deskresearch. Op de tweede plaats zijn er interviews gehouden met CWI-functionarissen. De interviews op centraal niveau zijn gericht geweest op het verkrijgen van inzicht in het beleid dat ten grondslag ligt aan de beursvloer en de toekomstvisie. Het interview op districtsniveau is gericht geweest op het verkrijgen van inzicht in de sturing ten aanzien van de beursvloeractiviteiten. Aan het oordeel van de inspectie liggen toetsingscriteria ten grondslag die tot stand zijn gekomen op basis van theoretische benaderingen betreffende de beleidscyclus en het besturingsparadigma. 7 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

1.4 Leeswijzer Uit het onderzoek komen drie belangrijke zaken naar voren, namelijk de CWI-beleidsaspecten transparantie van de arbeidsmarkt en zelfwerkzaamheid (van de klant) en daarnaast het meten van de effectiviteit van de beursvloer. Deze zaken worden achtereenvolgens behandeld in de hoofdstukken twee, drie en vier. Tot slot komen in hoofdstuk vijf de conclusies en het oordeel van de inspectie aan de orde. 8 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

2 De beursvloer: het instrument voor werk en transparantie CWI noemt de beursvloer het hart van een CWI-vestiging. CWI definieert de beursvloer als het instrument bij uitstek voor werkzoekenden om een baan te vinden, omdat dat de plek is waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten. Deze omschrijving is letterlijk terug te zien op vestigingsniveau: je kunt als bezoeker van CWI niet om de beursvloer heen ( de haag van vacatures ). De beursvloer is de plaats waar klanten die een uitkering komen aanvragen direct naar verwezen worden ( gaat u intussen eens op een klant-pc kijken of er werk is in uw vakgebied ) of waar de klanten tijdens de begeleiding in het verdere traject telkens weer naar verwezen worden. Op de beursvloer stelt CWI aan de werkzoekenden een behoorlijk aantal faciliteiten ter beschikking om werk te vinden (de site werk.nl, vacaturezuilen, vacatureborden, tijdschriften en kranten, etcetera), om het eigen curriculum vitae (cv) te publiceren (werk.nl), om informatie te krijgen over scholing (werk.nl, ordners met het aanbod aan opleidingen), of hoe te solliciteren (werk.nl, voorbeeldbrieven, informatie over sollicitatiegesprekken). Met deze faciliteiten maakt CWI de arbeidsmarkt inzichtelijk, transparant voor de klanten/werkzoekenden. Het is evident dat deze transparantie een zeer belangrijke voorwaarde is bij het zoeken naar werk. In het bedrijfsplan en de jaarplannen noemt CWI dan ook het transparant maken van de arbeidsmarkt de hoofddoelstelling van CWI, zonder echter de uitgangspunten voor transparantie in evalueerbare termen te gieten. Met de Wet Structuur uitvoering werk en inkomen is het uitgangspunt centraal gesteld dat eerst gezocht moet worden naar inkomen uit arbeid en dan pas naar inkomen uit uitkering: werk vóór uitkering. Daarvoor is CWI als gemeenschappelijk frontoffice van de keten opgericht voor de uitkeringsintake opdat de klanten eerst en vooral met het werkaanbod worden geconfronteerd. CWI staat op de eerste plaats voor de toeleiding naar werk, dat is de verwachte outcome van CWI, en de verwachting van de inspectie is dan ook dat dat in het beleid en de doelstellingen van CWI terug te vinden is. Het voorgaande geldt mutatis mutandis voor de beursvloer als hét centrale punt voor werk binnen een CWI. Omdat het vinden van werk vooral op de beursvloer plaatsvindt, zijn de voorwaarden waar aan de op de beursvloer ter beschikking staande faciliteiten moeten voldoen erg belangrijk. Het is naar de mening van de inspectie terecht dat CWI dat onderkent en het transparant maken van de arbeidsmarkt tot doelstelling maakt. Een aanwijzing dat het transparant maken van de arbeidsmarkt een zeer belangrijke voorwaarde is voor het vinden van werk blijkt bijvoorbeeld uit de intensiteit van het gebruik van de site werk.nl. Zo ligt het aantal raadplegingen van werk.nl op ruim 22 miljoen tot en met het derde kwartaal 2004. De streefwaarde was 12 miljoen. Het aandeel opgenomen vacatures in werk.nl lag in deze periode op 58 procent tegen een streefwaarde van 50 procent. Het doelbereik van CWI wordt naar de mening van de inspectie echter niet op deze voorwaarde bepaald maar op de bijdrage van het instrument beursvloer aan preventie van uitkering en de uitstroom naar werk. De basis van de huidige beursvloer dateert uit de periode voor SUWI. De uitgangspunten in ontwikkeling van SUWI hebben daarbij een rol gespeeld, bijvoorbeeld in de inrichtingsvoorstellen voor bedrijfsverzamelgebouwen en de plaats van de haag van vacatures daarin. Voorzover beleidsoverwegingen over de beursvloer aangetroffen zijn in het bedrijfsplan en de jaarplannen (er is geen formeel beleidsplan beursvloer) betreffen die vooral de inhoud van de beursvloerinstrumenten en de ontwikkeling daarvan. Deze beleidsoverwegingen gaan niet in op de bijdrage van CWI aan het doelbereik van SUWI over het vinden van werk (vóór het verkrijgen van een uitkering of ter bevordering van de uitstroom daaruit). 9 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

Conclusie De inrichting van de beursvloer biedt naar de mening van de inspectie goede mogelijkheden aan werkzoekenden om vacatures te vinden, getuige bijvoorbeeld de populariteit van werk.nl. De inspectie vindt echter dat, vanwege het ontbreken van éigen (actuele) beleidsplannen die de beursvloer ondersteunen, het niet duidelijk is op welke wijze de beursvloer dient bij te dragen aan het uitgangspunt van SUWI (werk vóór uitkering). Hiervoor ontbreken in het beleid van CWI de evalueerbare uitgangspunten over de effectiviteit van de arbeidstoeleiding. 10 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

3 Zelfwerkzaamheid en de beursvloer centraal in CWI-beleid CWI gaat bij het aanbieden van haar dienstverlening uit van de zelfwerkzaamheid, anders gezegd: de eigen verantwoordelijkheid, van de klant. Dit past ook in het huidige beeld van de zelfstandige, mondige burger. CWI ondersteunt de klant bij het vinden van werk, maar neemt de verantwoordelijkheid van de klant niet over. De beursvloer is het middel dat door CWI wordt ingezet om die zelfwerkzaamheid te faciliteren. Via de beursvloer wordt de klant een breed scala van instrumenten aangeboden die de klant in staat stelt om zelf werk te vinden. Er wordt hierbij gestreefd naar een grote toegankelijkheid (laagdrempeligheid) van de beursvloerinstrumenten. Dit is een vorm van dienstverlening die gebaseerd is op zelfwerkzaamheid door de klanten (extensieve dienstverlening). Door een beroep te doen op de eigen verantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid van de klant is er volgens CWI meer personele ruimte om niet zelfredzame klanten te begeleiden bij het vinden van werk (intensieve dienstverlening). In dit kader ziet CWI de beursvloer tevens als een oplossing voor de spanning tussen de grote toestroom van klanten en de gegeven personeelsbezetting. Daarbij zou het inzetten van intensieve dienstverlening voor iedereen een inefficiënte vorm van dienstverlening zijn waar veelgebruikte en laagdrempelige faciliteiten ter beschikking van de klanten staan. Het CWI doet een beroep op de eigen verantwoordelijkheid en de zelfwerkzaamheid van de klant. De klanten kunnen bij het benutten van de beursvloerinstrumenten ondersteuning nodig hebben. Daarom heeft CWI aan elke vestiging ook twee tot drie formatieplaatsen toegedeeld om op de beursvloer hulp en ondersteuning te bieden. Voor bepaalde doelgroepen kan echter ook dat niet voldoende zijn, bijvoorbeeld vanwege (gebrek aan) opleiding of andere barrières. Voor die doelgroep is intensieve dienstverlening geboden. In de bestudeerde beleidsdocumenten over de beursvloer zijn door de inspectie geen richtlijnen of uitgangspunten aangetroffen die het kantelpunt tussen extensieve en intensieve dienstverlening aangeven. Het wordt nu naar de mening van de inspectie aan de CWI-adviseur overgelaten om te bepalen wanneer intensieve of extensieve dienstverlening toegepast wordt. Het gevoerde beleid ten aanzien van de beursvloer is een impliciete voortzetting van de richting die eind jaren 90 is ingeslagen. De zelfwerkzaamheid is daarbij zonder veel onderbouwing neergezet: het past in deze tijd. Waar het beleid in het bedrijfsplan en de jaarplannen verder ingaat op zelfwerkzaamheid in de dienstverlening betreft het vooral inrichtingszaken van de beursvloer. De inspectie vindt dat CWI met de ontwikkeling van de site werk.nl daarmee ook goede resultaten heeft geboekt. CWI is momenteel bezig om de beursvloer verder te ontwikkelen, vooral op technologisch vlak. Zo wordt onderzocht hoe in de CWI-situatie multichanneling kan worden ingevoerd. Multichanneling wil zeggen dat een klant via meerdere toegangswegen (fysieke bereikbaarheid en via telefoon, fax en internet) transacties met een bedrijf of organisatie kan uitvoeren. Dat zou bijvoorbeeld voor de beursvloer een verdere ontwikkeling van de virtuele beursvloer zijn (werk.nl thuis en elektronische intakeformulieren via internet). Ook wil CWI in de toekomst een klantcontactcentrum+ ontwikkelen. Conclusie Het centraal staan van de zelfwerkzaamheid in het CWI-beleid betekent dat de beursvloer als middel om die zelfwerkzaamheid te faciliteren, essentieel is voor de invulling van dat beleid. De inspectie vindt echter dat CWI niet duidelijk in het beleid aangeeft waar het kantelpunt ligt in de toepassing van extensieve dienstverlening (gebruik van de beursvloer) en intensieve dienstverlening (inzet van een adviseur). Het risico bestaat dat hiermee een element van willekeur wordt geïntroduceerd. 11 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

4 De effectiviteit van de beursvloer bij het vinden van werk De belangrijkste primaire taak van CWI in relatie tot SUWI is de arbeidstoeleiding. Voor de arbeidstoeleiding (het vinden van werk) is de beursvloer het belangrijkste instrument, vooral voor de zelfstandige klant. De inspectie heeft daarom dit onderzoek vooral gericht op de beleidscyclus met betrekking tot de beursvloer. In de beleidscyclus gaat het er om dat het beleid in evalueerbare termen gegoten is zodat het mogelijk is dat de effecten van het beleid bepaald en gemeten kunnen worden. De evalueerbaarheid van het beleid ten opzichte van SUWI is in de voorgaande hoofdstukken aan de orde geweest. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de vraag hoe CWI het tweede deel van de beleidscyclus (het bepalen van de effectiviteit) vorm geeft. In het voorliggende onderzoek is daarbij gekeken naar de informatie die CWI zelf verzamelt over de effectiviteit van de beursvloer bij het vinden van werk. Daarbij zijn twee invalshoeken door de inspectie beschouwd. De eerste invalshoek is de Balanced Score Card (BSC) van CWI. Dit instrument gebruikt CWI om managementinformatie over de outcome van de CWI-activiteiten te presenteren. In de BSC is een aantal door CWI als kritisch onderkende meetpunten (prestatie-indicatoren) opgenomen. Een tweede invalshoek bestaat uit (externe) rapportages over de effectiviteit van de beursvloer waartoe CWI opdracht heeft gegeven. De prestatie-indicatoren in de BSC die betrekking hebben op de beursvloeractiviteiten betreffen alle het instrument werk.nl en gaan dus slechts in op een onderdeel van de beursvloer. Andere activiteiten op de werkvloer (zoals voorlichting, ondersteuning van de klant, vacaturezuilen, publicatieborden) worden niet gemeten. De prestatie-indicatoren van werk.nl meten zaken als het aantal hits, het aantal opgevraagde cv s en het aantal vacatures in relatie tot het totale aantal vacatures in Nederland (marktbereik). De eerste twee indicatoren meten feitelijk de populariteit van het instrument. De laatste indicator is een voorwaarde om inzicht te krijgen in de (grootte van de) arbeidsmarkt, maar meet niet de inzichtelijkheid of transparantie ervan, terwijl dat juist de hoofddoelstelling van CWI is. Om dit wél te bewerkstelligen is naar de mening van de inspectie inzicht nodig in de resultaten van het zoekproces naar vacatures en cv s. CWI stelt elk jaar te behalen normen op voor de prestatie-indicatoren. Het blijkt dat werk.nl de bijbehorende indicatoren ruim haalt of zelfs overtreft. Populariteit en marktbereik zijn te zien als voorwaarden voor een goede transparantie, maar meten de bijdrage aan de transparantie niet rechtstreeks. Ook is transparantie, zoals eerder betoogd, een voorwaarde voor het goed kunnen vinden van werk door zelfredzame klanten. Dat betekent dat de prestatie-indicatoren volgens de inspectie wel indirecte aanwijzingen geven dat werk.nl een goede effectiviteit ten aanzien van het vinden van werk biedt, maar niet dat deze prestatie-indicatoren een evaluatie bieden van de effectiviteit zelf. Recent heeft CWI onderzoek laten verrichten naar de effectiviteit van de beursvloer door een extern adviesbureau. Het rapport dat de uitkomst is van dit onderzoek constateert dat de beursvloer bijdraagt aan de transparantie van de arbeidsmarkt, maar dat dat aandeel verbeterd kan worden door een aantal maatregelen betreffende de vormgeving, inrichting van de beursvloer. Volgens het rapport is de beursvloer nog een sluitpost. De inspectie vindt echter dat het rapport niet of nauwelijks ingaat op de meerwaarde van de beursvloer bij het vinden van werk. Conclusie Het aandeel van de beursvloer in het doelbereik van SUWI, namelijk hoe effectief worden werkzoekenden aan werk geholpen, wordt door CWI naar de mening van de inspectie niet inzichtelijk gemaakt. Noch het meten van de transparantie, noch de BSC, noch het recent uitgevoerde onderzoek geven inzicht in de outcome van de beursvloer: het vinden van werk. De effectiviteit van de beursvloer bij het vinden van werk meet CWI niet. Prestatie-indicatoren hebben namelijk naar de mening van de inspectie vooral betrekking op werk.nl, een onderdeel van de beursvloer, en niet op de andere activiteiten. Bovendien geven deze prestatie-indicatoren geen beeld van het motto werk boven uitkering en meten zij de transparantie van de arbeidsmarkt niet direct. 13 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

5 Conclusies en oordeel Het motto van SUWI is werk boven uitkering. Eén van de bijdragen daaraan van de CWIorganisatie is de inrichting van een beursvloer op de vestigingen. De beursvloer is één van de belangrijkste instrumenten van het CWI om werkzoekenden aan het werk te helpen. De inspectie heeft zich bij het voorliggende (eerste) onderzoek beperkt tot het beleid van CWI over de beursvloer, niet de werking van de beursvloer. De beleidsoverwegingen over de beursvloer in bedrijfsplan en jaarplannen gaan vooral in op de inrichting en de vormgeving van de beursvloer. Het beleid ten aanzien van de beursvloer is eind jaren 90 geformuleerd, waarbij SUWI-uitgangspunten een rol hebben gespeeld. Gezien het motto van SUWI (werk boven uitkering) en de poortwachtersrol van CWI had verwacht mogen worden dat het beleid naar aanleiding van de oprichting van CWI principieel aangepast zou zijn richting evalueerbare uitgangspunten over de effectiviteit van de arbeidstoeleiding. CWI hanteert als hoofddoelstelling het bevorderen van de transparantie van de arbeidsmarkt. De populariteit en het marktbereik van een van de belangrijkste instrumenten op de beursvloer, de site werk.nl, geven een indirecte aanwijzing dat de beursvloer daarbij goed presteert. Voor het bepalen van de effectiviteit waarmee transparantie bereikt wordt, ontbreken echter naar de mening van de inspectie evalueerbare termen die ingaan op de werking van de beursvloerinstrumenten. In het CWI-beleid staat zelfwerkzaamheid van de klant centraal en daarmee de beursvloer. In het beleid wordt echter niet aangegeven waar het kantelpunt ligt tussen extensieve dienstverlening (gebruik beursvloerinstrumenten) en intensieve dienstverlening (inzet van een adviseur). De keuze tussen beide vormen van dienstverlening wordt overgelaten aan de adviseurs. Het risico bestaat dat hiermee een element van willekeur wordt geïntroduceerd. CWI heeft een sterke focus op uitvoeringsaspecten met betrekking tot de beursvloer en kijkt in mindere mate naar de vertaling van wet naar beleid en organisatiedoelen. Dit is ook te zien in de terugkoppeling van beleid en sturing door middel van de prestatie-indicatoren over de beursvloer. Het doelbereik van SUWI, namelijk hoe effectief worden werkzoekenden aan werk geholpen, wordt niet teruggevonden in de prestatie-indicatoren van de beursvloer. 15 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

6 Reactie CWI De inspectie legt al haar conceptrapportages voor een bestuurlijke reactie voor aan de betrokken uitvoeringsinstanties en neemt de kern van deze reactie op in het rapport. Dat is ook gebeurd bij dit rapport. Hierna volgt de reactie van CWI en het nawoord van IWI. De volledige brief van CWI is opgenomen als bijlage. De Raad van Bestuur van CWI is van mening dat de opzet van de beursvloer in het rapport juist wordt beschreven. Op een tweetal punten gaat de Raad van Bestuur dieper in. Op de vraag van de inspectie naar het kantelpunt tussen intensieve en extensieve dienstverlening reageert de Raad van Bestuur als volgt. Bij de zoektocht naar werk staat zelfwerkzaamheid voorop. De Raad van Bestuur stelt daarbij dat de adviseur in samenspraak met de cliënt beoordeelt of de cliënt intensieve of extensieve dienstverlening krijgt. De adviseur overweegt daarbij elementen als de cliëntsituatie, de werkgelegenheidssituatie in de regio en het beroep van de cliënt. De Raad van Bestuur vindt het oordeel van de inspectie dat de effectiviteit van de beursvloer niet wordt gemeten, te kort door de bocht. De meetwaarden met betrekking tot het gebruik van werk.nl geven volgens CWI een goede indicatie van de zelfwerkzaamheid. Zelfwerkzaamheid is een van de nagestreefde effecten. De Raad van Bestuur noemt het vinden van een baan door de cliënt als tweede na te streven effect. Het meten daarvan is volgens CWI buitengewoon lastig. Om toch meer informatie te krijgen is CWI onlangs begonnen met een steekproefsgewijze vorm van klantonderzoek. Hiermee wordt in beeld gebracht wat de verwachtingen van de cliënten zijn, het feitelijke instrumentgebruik, de wijzen waarop werk wordt gezocht en gevonden en de klanttevredenheid. De eerste resultaten zijn in januari 2005 beschikbaar. Nawoord IWI De inspectie is van mening dat bij de dienstverlening maatwerk door de adviseur belangrijk is. Het is daarom begrijpelijk dat de beoordeling over de intensiteit van de dienstverlening bij de adviseur is gelegd. De inspectie vindt echter de kenbaarheid en voorspelbaarheid van de dienstverlening aan de cliënt ook van groot belang. De inspectie ziet op dit punt geen beleid en vindt het nog steeds een belangrijk aandachtspunt omdat hiermee een element van willekeur wordt geïntroduceerd. Voor wat betreft het meten van de effecten van de beursvloer vindt de inspectie elementen als zelfwerkzaamheid en transparantie van minder groot belang dan de effectiviteit van de uitstroom naar werk, indachtig de Suwi-doelstelling werk boven uitkering. De inspectie waardeert het initiatief van CWI om door middel van een steekproef inzicht te verkrijgen in de effectiviteit van de beursvloer. Of met de steekproef inzicht gegeven wordt in de effectiviteit in de zin van uitstroom naar werk, hangt af van de gehanteerde vraagstelling. De inspectie kijkt vol verwachting uit naar de resultaten van de steekproef. 17 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

Lijst van afkortingen BSC cv CWI IWI SUWI Balanced Score Card curriculum vitae Centrum voor Werk en Inkomen Inspectie Werk en Inkomen Wet Structuur uitvoering werk en inkomen 18 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

Bijlage Reactie Centrale organisatie werk en inkomen 19 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 2004 R04/27 Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen R04/26 Dienstverlening aan werkgevers R04/25 Arbeidsbemiddeling in de praktijk Onderzoek naar de motieven en keuzes bij arbeidsbemiddeling door CWI R04/24 De weg van bijstand naar werk Onderzoek naar de effectiviteit van reïntegratie-instrumenten onder de Abw R04/23 UWV en de gemeenschappelijke verwijsindex Onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeenschappelijke verwijsindex bij de bestrijding van witte fraude R04/22 Een signaal voor gemeenten Onderzoek naar de bestrijding van witte fraude in de bijstand met behulp van belastingsignalen R04/21 Toetsen van sollicitatieactiviteiten in het kader van de Werkloosheidswet R04/20 Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten R04/19 Hoog spel Een onderzoek naar effecten van liberalisering van de keuringsmarkt op de kwaliteit van keuringen van liften en kranen Meerjarenplan certificatie- en keuringsinstellingen 2005-2008 R04/18 Onafhankelijkheid bij periodieke liftkeuringen R04/17 Beoordeling rapportage handhaving Sociale Verzekeringsbank 2003 R04/16 Zwarte en grensoverschrijdende fraude met bijstandsuitkeringen Een verkennend onderzoek naar gemeentelijk beleid gericht op bestrijding van zwarte en grensoverschrijdende fraude R04/15 Ontwikkeling sectorloket R04/14 Samenvatting rapportages verscherpt toezicht 2001-2003 De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Almelo, Amsterdam, Den Helder, Haarlem en Rotterdam Toezicht op certificatie- en keuringsinstellingen 2005-2008 R04/13 In goed vertrouwen Onrechtmatige gegevensverstrekking aan een handelsinformatiebureau R04/12 Aan de slag met de Wet verbetering poortwachter De invoering van de Wet verbetering poortwachter door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen R04/11 UWV en Walvis Tweede rapportage R04/10 De praktijk ná het aanbesteden De feitelijke inkoop van afzonderlijke reïntegratietrajecten door UWV in de contractperiode 2002-2003 Jaarplan 2005 Jaarverslag 2003 R04/09 Gelijke gevallen, gelijke behandeling? Uitvoering van de ontslagtaak door CWI R04/08 Dienstverlening door het Inlichtingenbureau R04/07 Samenloopsignalen van het Inlichtingenbureau Een onderzoek naar het gebruik van samenloopsignalen door gemeenten in 2003 R04/06 ICT en de keten van werk en inkomen R04/05 De manager de baas? Een onderzoek naar WAO-managers en hun integrale verantwoordelijkheid voor het werk van verzekeringsartsen R04/04 Inzet reïntegratie-instrumenten en -voorzieningen door UWV R04/03 Herbeoordeeld? Uitvoering van de wettelijke WAO-herbeoordelingen 23 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

R04/02 Verbetering opzet financieel beheer CWI R04/01 Gemeente Assen en de bijzondere bijstand Onderzoek naar bijzondere bijstandsverlening bij verblijf in het buitenland 2003 R03/21 Werken met behoud van een Abw-uitkering in Amsterdam Quick scan R03/20 UWV en Walvis Eerste rapportage Aanpassing Jaarplan IWI 2004 i.v.m. het gewijzigd toezicht op gemeenten R03/19 De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Den Helder Eerste rapportage verscherpt toezicht R03/18 Vreemdelingen en arbeid Het vergunningenbeleid van CWI R03/17 Certificatie- en keuringsinstellingen op het gebied van arbeidsomstandigheden in 2002 R03/16 Elfde tot en met dertiende voortgangsrapportage inzake de realisatie bestuurlijke afspraken met Amsterdam R03/15 Afspraken Centra voor Werk en Inkomen met de gemeenten Hoorn en Zaanstad R03/14 De inschakeling van een private partij bij de uitvoering van de Algemene bijstandswet door de gemeente Maarssen Eindrapportage Jaarplan 2004 R03/13 Indicatiestelling sociale werkvoorziening Een onderzoek naar de kwaliteit van het indicatiestellingproces R03/12 Afhandeling openstaande posten Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Eindrapport R03/11 Gemeentelijke eindejaarsuitkeringen aan minima in 2002 R03/10 Gemeentelijk beleid en handhaving van de bijstandswetgeving bij woonwagenbewoners Loenen en de intake van bijstandsaanvragen R03/09 Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet Monitor van bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik door gemeenten 2001 R03/08 De decentrale aansturing van de Sociale Verzekeringsbank R03/07 Debiteurenbeheer collecterend proces Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Jaarverslag 2002 R03/06 De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Amsterdam Stand van zaken eerste kwartaal 2003 R03/05 De uitvoering van onderzoeken in het kader van de Algemene bijstandswet door de gemeente Rotterdam in 2002 Toetsingskader instellingen persoonscertificatie in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet en enkele andere wetten R03/04 De uitvoering van de Algemene bijstandswet door gemeenten in 2001 Quick scan R03/03 Opzet financieel beheer Centrale organisatie werk en inkomen Review van het KPMG-rapport 'Risicoanalyse financieel beheer CWI' R03/02 Onderzoek toepassing Werkloosheidswet bij SHB Havenpool Rotterdam BV R03/01 De ketens van werk en inkomen Een verkennend onderzoek naar de keten van werk en inkomen vanuit cliëntperspectief 24 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen

U kunt deze publicaties opvragen bij: Afdeling Communicatie communicatie@iwiweb.nl www.iwiweb.nl Prinses Beatrixlaan 82 2595 AL Den Haag Postbus 11563 2502 AN Den Haag Telefoon (070) 304 44 44 Fax (070) 304 44 45 25 Inspectie Werk en Inkomen Beleid en sturing van de beursvloer van het Centrum voor Werk en Inkomen