CURSUS PAARDENVERZORGING WWW.I-LEARNING.BE
HUISVESTING Paarden in het wild trekken heel hun leven rond opzoek naar voedsel. Gedomesticeerde paarden kunnen dit niet. Ze staan ofwel op stal, ofwel op een weide of paddock. Er zijn enkele vereisten waar paardeneigenaren moeten voldoen in een paardenstal. Allereerst dient er voldoende bescherming te zijn tegen de verschillende weersomstandigheden in de verschillende seizoenen. Het paard mag niet in de tocht staan, maar dient wel voldoende verse lucht te hebben. Stallen waar de ammoniak te ruiken valt is schadelijk voor de gezondheid van het paard. Paarden gaan elke dag een tijdje liggen, daarom is het belangrijk dat er een droge ligplaats voorzien is. Uiteraard dient elk paard voldoende voer en water te hebben. Ook wanneer het vriest is het noodzakelijk dat paarden kunnen drinken. Wanneer men een stallen bouwt of een stal uitbaat is het belangrijk om zich aan bepaalde voorwaarden te voldoen. De stal dient voor het personeel functioneel en veilig te zijn om te werken. Er dient een goede was-/poetsplaats aanwezig te zijn. De stallen mogen het milieu en de buren niet verhinderen. Voorzie een goede opslagplaats voor materialen, voer en mest. Zorg voor brandveiligheid. Het is belangrijk dat paarden voldoende UV licht krijgen om vitamine D3 aan te maken. Wanneer de dagen langer worden zal je ook merken dat merries hengstig zullen worden. Wat te maken heeft met het Uv-licht en vitamine D3. Op stal Paarden op stal dienen een stal te hebben van minimaal 3m op 3m met een minimale hoogte van 3m20. De gewenste maat van een box per grote van het dier wordt berekend via volgende formule (2 x schofthoogte)2. De hoogte dient voor een goede ventilatie te zorgen en dat het paard zijn hoofd niet tegen het plafond kan stoten. De deur van een stal moet minstens 1m breed zijn zodat het paard voldoende ruimte heeft om uit de stal te komen zonder zichzelf te stoten. Zorg voor een goed klimaat in de stal, de ideale staltemperatuur voor een paard is tussen 10 C en 15 C. Veulens mogen een iets warmere stal hebben, hun ideale temperatuur is tussen 15 tot 20. 49
Figuur: Stal waar paard vast staat met stalluiken die dicht kunnen bij te veel tocht (http://www. schuilhokken.be) Bodembedekking Een stal dient goed gevuld te zijn met bodembedekking zoals stro, vlas, houtkrullen. Figuur: Bodembedekking (bronnen: www.stro.nl; www.cnsv.be) Het verschil tussen bovenstaande soorten bodembedekking worden hieronder uitgeschreven. Stro is afkomstig van de graanplanten die in bloei staan. Er zijn drie soorten stro namelijk gerstestro, tarwestro. Gerstestro is voorzien van betere voedingswaarden en is minder stug. Vandaar is het aan te raden om beide te combineren. Vlas of vlaszemelen zijn erg goedkoop doordat ze zuinig zijn in verbruik. Het is afkomstig de vlasstengel. Ze zijn erg zacht en blijven droog. Bovendien zorgen ze voor minder insecten in de stal vanwege hun ammoniakbindende werking. Vlaszemelen kunnen gebruikt worden bij paarden die gevoelig zijn aan stof. Bovendien klit deze bodembedekking niet samen waardoor er geen proppen 50
in de hoeven blijven hangen. Wat beter is voor de gezondheid van de hoeven. Houtkrullen zijn afkomstig van gedroogd hout dat vrijkomt bij het zagen of schaven. Houtkrullen absorberen driemaal meer vocht dan stro waardoor er minder kans ontstaat op hoefziektes veroorzaakt door vocht of ammoniak. Houtkrullen zijn goed voor paarden met stofallergie want deze zijn 100% stofvrij. Tevens zijn houtkrullen erg zacht voor de paarden om te liggen en is het beter voor de hoeven en gewrichten omdat ze meer veren dan stro. Men kan kiezen tussen twee soorten houtkrullen. Witte houtkrullen zijn eerste klas houtkrullen, wanneer er bruine houtkrullen bij verwerkt zijn wordt het goedkoper. Dagelijks dient deze schoon gemaakt te worden en bijgevuld te worden met dezelfde bodembedekking. Een stal is pas schoon wanneer alle mest en plasplekken weg zijn. Wanneer je nog propere bodembedekking hebt kan je dat naar het midden keren en daarboven doe je verse bodembedekking. Wat ook erg belangrijk is, is dat het paard voldoende daglicht heeft. Zorg er dus voor dat het paard een luikje heeft waar hij naar buiten kan kijken. Let er wel voor op dat het niet gaat trekken in de stal. Zo kunnen paarden ziek worden van de wind die op hun lichaam staat. Een luik in een paardenstal wordt meestal 10% van de stal oppervlakte gerekend. Dit is meestal één vierkante meter. Ramen die in de zomer te veel zonlicht opvangen, waardoor het te warm kan worden voor het paard dienen in de mogelijkheid te zijn van schaduw. Het materiaal van een venster mag niet breekbaar zijn. Wanneer dat wel het geval is dan dient met het glas af te schermen met tralies zodat het paard er niet aan kan. Het materiaal van een stal dient stevig te zijn. Paarden gaan dikwijls wel een schuren en of als ze tegen de wand rollen is dat ook een grote klap. Men kan gebruik maken van hout of steen. Zorg ervoor dat de randen van de stal vlak zijn zodat het paard zich niet kan kwetsen. De vloer in de stal dient ruw beton te zijn om uitschuiven te voorkomen. Tegenwoordig wordt er ook gebruik gemaakt van rubberen matten. Dit om een zandgrond na te bootsen wanneer paarden plassen dat deze plekken wegzakken als het ware in het zand. Inrichting De voederbak wordt meestal vooraan in de stal geplaatst en de drinkbak achteraan. Dit om te voorkomen dat het paard zijn voer in zijn drinken laat vallen. Aan de voerderbak wordt een opening voorzien zodat men makkelijk het krachtvoer in de voederbak kan doen zonder de stal in te moeten. De voederbak staat meestal op een hoogte van 70cm of hoger, afhankelijk van de grote van het paard. Het hooi wordt naast de voerderbak gelegd. Wanneer een stal niet voorzien is van een elektrische drinkenbak zorg er dan voor dat het paard een emmer of ton met water heeft. Let op dat je hem goed vastmaakt zodat het paard hem niet kan omstoten. Het is erg belangrijk dat het paard ten alle tijden goed kan drinken. Tevens is het ook belangrijk dat de stal voorzien is van een liksteen. Hang deze best op een hoogte in de stal dicht bij de voederbak. Wanneer je een vorm gebruikt om 51
de liksteen op te hangen zorg er dan voor dat deze hoog genoeg hangt zodat het paard zich niet kan verwonden wanneer hij neer ligt. Weide Paarden op een weide dienen een schuilstal of inloopstal te hebben zodat ze kunnen schuilen tegen allerlei verschillende weersomstandigheden. Zulke stal is een stal zonder deur waar paarden zelf kunnen in en uit lopen wanneer ze willen. De openkant is voor België het beste de west kant. Deze stal dient ook erg stevig te zijn voor de paarden maar ook tegen de wind en hagel. In de zomer zal je merken dat paarden ook vaak in een stal gaan staan om te schuilen voor de zon. De zon kan vaak te warm zijn en dan is het belangrijk dat ze verkoeling kunnen vinden. Figuur: Inloopstal met opslagruimte (bron: http://www.schuilhokken.be) Een paard op de wei kan veel meer bewegen dan een paard op stal. Om het paard nog meer te laten bewegen is het aan te raden om je weide of paddock te gaan inrichten zodat ze wel meer moeten bewegen. Deze vorm van inrichten wordt paddock paradise genoemd. Om dit goed in te richten is het belangrijk om te weten hoe paarden in de natuur zich voor bewegen. Paarden in het wild eten voor 60% van de dag, liggen voor 10%, staan 20% recht en de overige 10% doen ze diverse dingen. Paarden die gedomesticeerd zijn en in een stal staan eten slechts 15% van de dag, liggen 15% en staan de overige 70% in hun stal. In de natuur trekken ze de hele dag rond, soms moeten paarden ettelijke kilometers afleggen om tot een volgende drinkplaats te komen. Ze hebben geen vast ritme om te slapen of te eten zoals mensen. Paarden bewegen en slapen wanneer zij aanvoelen dat het nodig is. Ze slapen dan ook geen uren aan een stuk maar met korte periodes. Wanneer ze aan het grazen zijn zullen ze ook bewegen. Paarden blijven nooit op een vaste plek staan als ze grazen, na elke hap zullen ze een stap vooruitzetten. Zo zie je dat wanneer je een paddock paradise wil maken dat deze heel wat verschillende dingen te bieden heeft. Wanneer je een weide 52
hebt kan je deze inrichten met aan de buitenkanten een looppad zodat ze goed kunnen rennen. Zet aan het ene uiteinde een drinkbak en aan het andere uiteinde voorzie je eetplaatsen. Zo dienen de paarden telkens heen en weer te gaan wanneer ze willen eten of drinken. Je kan tussen door ook nog andere paden aanleggen met eventueel takken van verschillende bomen (let wel op dat je geen giftige takken geeft). Je kan op verschillende plaatsen een andere ondergrond aanleggen zoals, zandbergen, kiezels, harde ondergrond aan de inloopstal Ook is het interessant om eens na te gaan of je een watervijver kan aanleggen. De paarden kunnen daar dan uit drinken, zo heb je in de winter ook water ter beschikking. Zorg er wel voor dat het ijs gebroken wordt, vaak doen paarden die zelf al. Hieronder vind je een foto van een voorbeeld voor een paddock paradise. Figuur: Paddock Paradise (bron: http://www.chantemerle.fr) 53