STACCATO. Nieuwsbrief voor de elektriciteitsbedrijven in Nederland over CO 2 -verwijdering, -transport en -opslag. Nummer 9 December 2008.



Vergelijkbare documenten
Visie elektriciteitscentrale en biomassa in de toekomst

Carbon Capture & Storage (CCS): Richtlijn 2009/31/EG en het Implementatietraject

STACCATO. Nieuwsbrief voor de elektriciteitsbedrijven in Nederland over CO 2 -verwijdering, -transport en -opslag. Nummer 2, juli 2005.

Publieke perceptie en wetgeving

Komt CCS op tijd of haalt duurzame energie in? Pieter Boot Vijfde nationaal CCS Symposium 25 juni 2010

Aggiornamento. Bedreigingen en uitdagingen voor de. industrie VWEC. Een perspectief voor Vlaanderen. Een perspectief voor Vlaanderen

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen.

CO 2 afvang, wat zijn de mogelijkheden bij Nederlandse kolencentrales?

Klimaatbeleid na Kyoto

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Nut en noodzaak van schaliegas vanuit energieperspectief

Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas

CO 2 capture overview

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?

IChO26 landenklassement Oslo Noorwegen 1994

Zesde nationaal CCS Dag 22 mei CCS hoe nu verder? Chris Hendriks Ecofys 22 mei

Impact analyse: ambitie elektrisch transport

Afvang, transport en opslag van CO 2 (CCS) 1. Wat is CCS? ECN-facts. -afvang. Methoden van CO 2. Bronnen van CO 2. Afvang van CO 2

Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening:

CCS. Lust of Last. IPCC Fluor. Statoil. Statoil

FACTSHEET Grapes: special India HScode (10)

Presentatie Smits. Vendor Solutions. Hajo Kuperus Accountmanager Vendorlease 2 december 2014

20% of naar 30% BKG reductie

CO 2 afvang Resultaten Nederlandse R&D ( )

Curaçao Carbon Footprint 2015

Transparantie: de schakel tussen institutionele autonomie en publieke verantwoording

Transport en opslag van CO 2. P. Lako

Waterstofmobiliteit: status en uitdagingen

FACTSHEET VERWERKTE GROENTEN Incl. aardappelproducten

Caro De Brouwer 27/11/2013

CO 2 : kansen en bedreigingen voor de olie industrie

Pro-Actieve Acceptatie CO 2 -afvang en opslag in Drachten

Naar een duurzame energie huishouding: belofte of mogelijkheid?

Wat zijn voor Nederland de argumenten voor en tegen CO2-afvang en -opslag (CCS*)?

Prof. Jos Uyttenhove. E21UKort

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz

STACCATO. Nieuwsbrief voor de elektriciteitsbedrijven in Nederland over CO 2 -verwijdering, -transport en -opslag. Nummer 1, maart 2005.

GROENE KOOLWATERSTOFFEN. Marcel Weeda, Remko Detz, Jeffrey Sipma

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland 1

Zonnestroom en windstroom Samen meer

Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION

Heeft de milieubeweging een alternatief? Ron Wit, Stichting Natuur en Milieu Mini-symposium klimaat en energiebeleid 10 september 2009

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering Klimaatverandering

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Credit Risk Management in een internationale omgeving

Waterstofmobiliteit: status en uitdagingen

Wind op zee en India. 11 December, Ir. Leon Wijshoff

De energietransitie in internationaal perspectief Dr. Ir. Martien Visser, lector energietransitie, Hanzehogeschool Groningen.

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011

Nut en noodzaak van schaliegas in Nederland

FACTSHEETshort PEPPERS

CIJFERS BELGIË OVERNIGHT STAYS

CO 2 afvang Resultaten Nederlandse R&D ( )

Hernieuwbare Energie na Frans Rooijers - directeur CE Delft

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

INFOSHOP Het CAF in Europa Patrick Staes

Duurzame energie De Wereld, Nederland en Nieuwegein

De potentie van diepe geothermie voor de transitie naar duurzame energie. Technologische kansen voor de Nederlandse industrie

WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek!

De Europese lidstaten in het kader van de Lissabon-afspraken de EU tot de meest innovatieve economie ter wereld willen maken;

Mobiliteit: Egbert Jongen CPB*

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

16% Energie van eigen bodem. 17 januari 2013

Visie op Windenergie en solar Update 2014

FACTSHEET KIWIFRUIT (HS code ) (8 februari 2013)

Cogen Symposium WKK en de Handel Bijdrage: Nico Klappe Manager Dispatch en Tradesupport

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Europese Agenda Stad. Nicolaas Beets. Speciaal Gezant voor de. Eindhoven

toerisme in cijfers tourism in figures 2011

Het voordeel van een gesloten verwarmingssysteem. White paper

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015

ISOLATIE: VERGETEN ONDERWERP GEMISTE KANS

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie

WELKOM BIJ PORT OF ROTTERDAM! Remco Neumann en Ankie Janssen 19 April 2018

Waterstof. Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie

HOGE TEMPERATUUR OPSLAG VAN WARMTE IN DE ONDERGROND ONDERZOEK EN DEMONSTRATIE

De Europese Energie Unie

FACTSHEET WORLDWIDE INTERNATIONAL TRADE Fruit & Vegetable Facts; Jan Kees Boon; ;

Asparagus: Acreage and companies in the Netherlands

Toerisme in cijfers Tourism in figures 2013

EEN «CARBON CREDIT CARD» OM BELGEN WAKKER TE MAKEN

Op weg naar een duurzame energievoorziening in Mark Dierikx Directeur Generaal Energie, Telecom en Mededinging

Risico's en veiligheid

Directie Europese en Internationale Zaken Bezoekadres Postadres Overheidsidentificatienr Ons kenmerk Bijlage(n)

LIGHTHOUSE: CO2 NEUTRALE WONINGBOUW

FACTSHEET CUT FLOWERS RUSSIA import jan-may 2015

Energievoorziening Rotterdam 2025

Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar

Duurzaamheid in Agrologistiek

STACCATO. Nieuwsbrief voor de elektriciteitsbedrijven in Nederland over CO 2 -verwijdering, -transport en -opslag. Nummer 7 december 2007.

Mr Guus Warringa, LLM (Cantab) Prof mr Olav Haazen (MJur Oxon)

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

Erdi Holding B.V. CO2-voetafdruk. Voortgangsrapportage januari 2018 t/m 31 december 2018

Verslag bijeenkomst Vereniging voor Zonnekrachtcentrales 30 nov Energietransitie te belangrijk! Kohnstammhuis

Toerisme in cijfers Tourism in figures XL

Transcriptie:

STACCATO Nieuwsbrief voor de elektriciteitsbedrijven in Nederland over CO 2 -verwijdering, -transport en -opslag Nummer 9 December 2008 Inhoud Monitoring en Reporting Guidelines CCS GHGT-9. The 9 th International Conference on Greenhouse Gas Control Technologies, Washington DC ETP-ZEP General assembly 2008 CATO-project Seminars/Conferenties 1

ETS Monitoring en Reporting Guidelines CCS Verslag van Stakeholder consultation meeting on the establishment of ETS Monitoring and Reporting Guidelines on CCS, georganiseerd door de EC in Brussel op 12 september 2008. Algemene introductie De Monitoring and Reporting Guidelines zijn het fundament van het Europese emissiehandelsysteem (ETS). Immers, volgens deze dwingende richtlijnen dient een monitoringsplan (essentieel voor een emissievergunning) te worden opgesteld. Met behulp van een door de autoriteiten gevalideerd monitoringsplan wordt de jaarlijkse emissie van een installatie bepaald, die na onafhankelijke verificatie dient te worden afgerekend tegen emissierechten. CCS is tot op heden nog niet opgenomen in de M&R Guidelines maar met de komst van verschillende proefprojecten wil de EC hierin toch op korte termijn gaan voorzien. Een brede groep belanghebbenden was daarom uitgenodigd om kennis te maken met het voorlopig EC-concept en deze voorstellen te voorzien van opmerkingen en suggesties. M&R Guideline voorstel In het voorstel onderscheidt de EC de volgende vier schakels: de (CO 2 )-productie, de - afvang-eenheid, het CO 2 -transport en de uiteindelijke CO 2 -opslag. In het voorstel is er vanuit gegaan dat elk van deze vier een eigen emissievergunning en dus ook monitoringsplan heeft. Wel zouden CO 2 -productie en -afvang onderdeel van dezelfde inrichting kunnen uitmaken. Om CO 2 -emissies te kunnen overdragen van de ene naar de andere partij moeten beiden deelnemen aan het ETS. CO 2 -afvang Voor de afvang-eenheid wordt de emissie bepaald op basis van een massabalans: De jaarlijkse emissie is het verschil tussen de binnenkomende en uitgaande hoeveelheid CO 2. Hierbij worden ook de processen van de afvang installatie zelf meegenomen, zoals bijvoorbeeld de stoomgenerator ten behoeve van een amine stripper. CO 2 -transport Voor het transportdeel wordt een soortgelijk massabalans concept gehanteerd: CO 2 -emissie transport = CO 2 in CO 2 uit Aangezien het vaak om transport van grote hoeveelheden CO 2 gaat, en dus ook de pijpdiameters groot zijn, zijn beide termen slechts met enige onzekerheid te bepalen. Met als gevolg dat de onzekerheid in een transportterm al snel de omvang van de emissie van een middelgrote installatie heeft. Vanwege de vrees om CO2 uit het ETS systeem te laten verdwijnen, introduceert de EC hier een opmerkelijke omgang met onzekerheden: de 2

uitkomst van de balans over de transport-eenheid dient positief te zijn, ongeacht de mogelijke meetfouten wordt er altijd lek uit verondersteld. Indien de lek niet uit de metingen blijkt, kan deze bepaald worden met behulp van een te bepalen emissiefactor voor lek uit een pijpsysteem (eenheid: ton CO2 per km pijp per tijdseenheid). Dit voorstel lokte nogal wat reacties uit onder de deelnemers die stelden dat bewezen was dat een lekdicht systeem gerealiseerd kon worden. Ook kwam de melding dat de zo geïntroduceerd kunstmatige lek het CO 2 -transport kostbaarder maakt, immers die emissierechten moeten ook aangeschaft worden. Ter verdediging stelt de EC dat het bij CO 2 transport om grote geldbedragen gaat en dat er mondiaal vertrouwen moet bestaan in het transportsysteem, waardoor bijvoorbeeld verdwijnen van CO2 onbestaanbaar is. CO 2 -opslag Rond de laatste schakel in de keten, opslag, bestaat nog weinig bruikbare praktijkervaring. De emissievergunning voor een opslagsite staat formeel los van de complete (milieu)- vergunning voor een CO 2 opslagsite (CCS draft directive), hoewel veel van de informatie uit de milieu-vergunning direct bruikbaar zal zijn voor het monitoringsplan. Omdat de EC nog geen concreet pakket van eisen heeft, komen zij nu met het volgende creatieve voorstel. Ieder CO 2 -opslag initiatief komt met een free-format monitoringsplan. De EC stelt een scientific expert panel in dat deze plannen zal gaan beoordelen. Als er na verloop van tijd meerdere plannen zijn opgesteld, zal op basis van deze goedgekeurde plannen wellicht alsnog een meer gespecificeerde richtlijn volgen. Er lijkt wel wat te zeggen voor deze aanpak die ruimte biedt en tot een bruikbare richtlijn kan leiden, maar de aanwezigen constateerden tevens een significant risico: Voor een beoogde opslagsite is volgens de CCS (draft) directive langs een gecompliceerd traject een operationele vergunning verkregen van de nationale overheid. Grotendeels op basis van dezelfde onderbouwing wordt vervolgens een monitoringsplan opgesteld dat dan door het internationale panel zou kunnen worden verworpen. Dit zou niet alleen een serieuze vertraging betekenen maar ook de eerder verleende vergunning vatbaar maken voor kritiek van tegenstanders. Behalve de overgedragen hoeveelheid CO 2 die (met vooralsnog ongespecificeerde zuiverheid en ongedefinieerde overige bestanddelen) permanent wordt weggenomen uit de biosfeer zijn de EC de guidelines vooral gericht op het bepalen van de lek vanuit de opslag. Juist dit lek is een redelijk onbekende factor en dit wordt in het EC voorstel nog eens uitvergroot door een uncertainty-penalty in te voeren. De aanname daarbij is, dat de lek uit een CO 2 -opslag slechts met grote onzekerheid zou zijn te schatten. Expertconsultatie leverde +/- 20% als een eerste schatting op. Omdat de M&R Guidelines als hoogst toelaatbare onzekerheid 7,5% accepteren, zou bij de berekende lekemissie een penalty van (20%-7,5%=) 12,5 % van de berekende lek moeten worden opgeteld. Opnieuw lijkt de EU ervan uit te gaan dat onzekerheid altijd tot onderschatting lijkt te leiden. Het grootste bezwaar van de deelnemers was echter dat dit accent op onzekerheid door het grote publiek verkeerd zou worden uitgelegd (oude wijsheid: It s a risk to go public with uncertainty. ) en 3

zo de acceptatie van CCS zeker niet dichterbij brengt. Verschillende voorbeelden werden aangedragen van lekdichte gasopslagplaatsen. Hier toonde de EC zich redelijk star. Typerend was bijvoorbeeld dat het voorstel om de eenheid van de optredende lekkage te veranderen van ton CO 2 per uur naar kg CO 2 per jaar eenvoudig terzijde werd geschoven. Biomassa-CO2 en opslag Naast de opvallende omgang met onzekerheden wekte ook de omgang met CO 2 afkomstig van biomassa verbazing. In het EC voorstel dient vanaf de eerste schakel in de CCS keten te worden bijgehouden welk deel van de CO 2 van biomassa afkomstig is. In het huidige ETS kan voor opslag van Biomassa-CO 2 geen emissiereductie credits worden verkregen. De juridische motivatie hiervoor kwam er in een aantal volzinnen op neer dat het niet kan omdat het niet kan. Naar inschatting van in ieder geval een deel van het publiek kan deze houding niet lang stand houden. Als mogelijke tussenuitweg werd nog de optie geboden om biomassa projecten als CDM/JI op te gaan voeren De praktische suggestie om dan in ieder geval de volgens de EC optredende lek in de schakel als biomassa-co 2 te bestempelen, stuitte op praktische bezwaren. (bron: Joost de Wolff, KEMA) 4

GHGT-9. The 9 th International Conference on Greenhouse Gas Control Technologies, Washington DC De 9th International Conference on Greenhouse Gas Control Technologies (GHGT-9) is gehouden van 16-20 november 2008 in Washington, DC. Deze twee jaarlijkse Conferentie is georganiseerd door MIT en IEA Greenhouse Gas R&D Programme (IEA GHG). De hoofdsponsor was het US Department of Energy. De conferentie telde 1469 deelnemers, waarvan 65 uit Nederland. Figuur 1 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 576 United Kingdom United States (576) Canada Japan Norway Verdeling van de deelname van verschillende landen France Netherlands Germany Australia Korea Columbia Sweden Italy Spain South Africa Denmark Switzerland Brazil China Finland Austria Belgium New Zealand Poland United Arab Emirates India Ireland Mexico Estonia Iran Malaysia Nepal Saudi Arabia Albania Argentina Cameroon Czech Republic Greece Portugal Sierra Leone Taiwan Thailand De conferentie die vrijwel uitsluitend was gewijd aan CO 2 verwijdering, -transport en -opslag (CCS, CO 2 Capture, transport and Storage), bevatte drie hoofdonderdelen, tevens de indeling van dit verslag: 1 plenaire openingssessies 2 panel discussies 3 presentatie van papers. 1 Plenaire openingssessies Tijdens de plenaire openingssessies gaf Kelly Thambimuthu (Chairman IEA) aan dat er sinds de GHGT-8 in 2006, waar internationale acceptatie nog als een belangrijke barrière werd gezien, de situatie significant is veranderd ten gunste van CCS. Hij noemde o.a. CCS in Kyoto Protocol geaccepteerd als optie voor CO 2 -reductie (2007) Aanpassing internationale verdragen voor gebruik van de zee (London Convention, OSPAR), zodat CO 2 -opslag in de zeebodem is toegestaan 5

EU ETS: CCS geaccepteerd en expliciet opgenomen vanaf 2013 (aanvraag voor opt-in is nu al mogelijk Op gebeid van wet- en regelgeving is er in verschillende regio s eveneens veel gaande: Canada: nieuwe klimaatwetgeving vereist CCS voor alle nieuwe centrales na 2014 US EPA: nieuwe boorputten voor CO 2 projecten geregeld onder Safe Drinking Water Act EU: richtlijnen voor CCS in ontwikkeling Japan: acceptatie London convention, Standaard vastgesteld voor CO 2 -zuiverheid Australië: aanpassing Petroleum Act, zodat CCS offshore wordt toegestaan Op dit moment wordt er wereldwijd al ca. 7 Mton CO 2 /jaar in geologische formaties opgeslagen. De verwachting is dat dit zal oplopen naar ca 24 Mton in 2012. Alleen al in de US zijn er 9 projecten gepand van 1 Mton/jaar (start voor 2011) en in Canada zouden plannen voor CO 2 -opslag in acquifers (per 2012) 6-8 Mton/jaar kunnen toevoegen. Als uitdaging voor de komende jaren noemt hij: bevestigen van de geschiktheid van grote geologische formaties voor CO 2 -opslag omlaag brengen van de capture costs en efficiency penalty ontwerpen en bouwen van een CO 2 -pijpleiding infrastructuur in verschillende regio s realiseren van een stabiele CO 2 -markt voor langere termijn introductie van de technologie in ontwikkelingslanden; de huidige route via CDMprojecten is een hele uitdaging. Wereldwijd 20 demo s nodig. Dit is bevestigd op de G8 Summit in Hokkaido (voorjaar 2008). Een portfolio aanpak is daarbij volgens Thambimuthu absoluut noodzakelijk. Het is belangrijk dat alle technologie-combinaties worden getest en bewezen. Er zijn veel projecten aangekondigd (zie figuur 2), maar welke projecten in het huidige politieke en economische klimaat gerealiseerd zullen worden is nog moeilijk te zeggen. 6

Figuur 2 Geplande en voorstellen voor geïntegreerde demo s (J. Prince, CSLF) Jae Edmonds (Pacific Northwest National Laboratories) In de assessment reports van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) staat aangegeven dat een temperatuurstijging ten gevolge van de broeikasgasemissies van 2 ºC een kritische grens is. Om onder deze grens te blijven zou de CO 2 -concentratie moeten stabiliseren op een niveau van 450 ppm en vervolgens weer afnemen. Deze uitgangspunten zijn ook de basis voor het EU-beleid. Volgens Jae Edmonds is dit redelijkerwijs alleen mogelijk met toepassing van CCS. Door CCS zullen de kosten voor het halen van deze doelen lager uitvallen. Het is wel zaak dat er tijdig te beginnen met het matigen van de CO 2 - emissies. Uitstel zal leiden tot sterk oplopende kosten per ton CO 2 (zie figuur 3). Naarmate er later een stabilisatie van de CO 2 -concentratie wordt bereikt moet er meer CO 2 /jaar worden opgeslagen en zal de prijs stijgen. De komende 5-10 jaar zijn volgens Edmonds cruciaal om de broodnodige ervaring op te doen met CCS. 7

Figuur 3 De afhankelijkheid van de korte termijn CO 2 -prijzen van de timing van regionale emissiereductie (Edmonds, GHGT-9) Samuel Bodman (US DOE) schetste de situatie van de elektriciteitsproductie in de VS. Op dit moment is deze voor een zeer groot deel afhankelijkheid van kolen. Ook in de toekomst zal kolen een belangrijke rol blijven spelen, naar verwachting meer dan 40% in 2030. Om de CO 2 -emissies een halt toe te roepen zal op de eerste plaats de energie efficiency moeten worden verbeterd, verder ziet hij een grote rol weggelegd voor CCS. In de VS zijn forse budgetten vrijgemaakt voor de verdere ontwikkeling en demonstratie van CCS. In het kader van het Clean Coal Power Initiative van DOE en de nieuwe initiatieven grotendeels ter vervanging van het vroegere FutureGen project, wordt in de VS gestreefd naar ongeveer 10 demo s, a la het Europese Flagship programme. Op dit moment zijn er 7 partnerships voor grootschalige projecten gegund. 2 Panel discussies Wat hebben we geleerd van demo-projecten voor CO 2 -opslag? Panelleden: Chuck Fox (Kinder Morgen), Iain Wright (BP), Andy ChaDwick (BGS), Lynn Orr (Standford University) Deze sessie had tot doel de ervaringen uit te wisselen van projecten die soms al jaren lopen en na te gaan hoe deze hebben bijgedragen aan het winnen van vertrouwen in de CCS technologie. Zo is er al veel ervaring met CO 2 -transport. Er ligt 3000 km CO 2 -pijpleiding in de VS, een 300 km pijpleiding naar Weyburn (Canada)en een sub-sea leiding van 160 km naar Snøvit (Noorwegen). Verder wordt er in de VS al decennia CO 2 gebruikt voor EOR. Voor dit doel wordt er op dit moment ca. 40 Mton per jaar geïnjecteerd. Uit getoonde foto s blijkt dat 8

een injectiepunt van 0,5 Mton feitelijk niet veel voorstelt; enkele pijpjes (ø5-10 cm) met een paar kraantjes. Na een inleiding van de panelleden volgde een korte discussie met de zaal. Hieronder van ieder enkele statements: Fox - transport pure CO 2 in dichtbevolkte gebieden is geen probleem - verontreiniging met H 2 S kan probleem zijn Wright - monitoring is site specifiek - risico s voor lekkages zijn klein en handelbaar - geen technisch verschil tussen EOR en pure opslag; wel verschil qua wetgeving Chadwich - monitoring Sleipner en Weyburn via seismische techniek - seismische monitoring van dunne inhomogene lagen is nog een uitdaging - met modellen is de opgeslagen CO 2 redelijk nauwkeurig te kwantificeren - voor meten van migratie/lekkage is gevoelige apparatuur beschikbaar - robuuste gebiedsmonitoring is nog een uitdaging vanwege de natuurlijke ruis Orr - geo-chemie is voor de tijdschaal die relevant is redelijk duidelijk - voorspellen waar de CO 2 precies blijft is nog moeilijk door onzekerheden over de geologische formaties - meeste zorgen over langzame migratie die je moeilijk/niet kunt aanpakken - veiligheid staat voorop; kleine lekkages kunnen lokaal gevaar opleveren. In de discussie kwam vooral naar voren dat nieuwe demo s moeten leiden tot meer vertrouwen in CO 2 -opslag in open acquifer systemen (naast de bewezen opslag in olie- en gasvelden). Verder vroeg men zich af of er een wettelijk maximum moet komen voor de H 2 S- concentratie in de CO 2 -stroom. Er werd gesuggereerd dat 200 ppm een redelijk waarde zou zijn. Voor het Snøvit-project (Noorwegen) is de limiet eveneens 200 ppm. Voor Weyburn (VS-Canada) is dit 1.5%. (De wettelijke grenswaarde in Nederland voor arbeidsomstandigheden is ca. 2 ppm.) De ontwikkeling richting grootschalige toepassing van CCS Pannelleden: Gardiner Hill (BP), Darlene Ratcliffe (Duke Power), Rachel Crisp (UK BERR), Bill Koppe (Anglocoal), David Hawkins (NRDC). In deze sessie werd getracht antwoorden te krijgen op vragen als: Hoe is het tempo van de implementatie van CCS versnellen? Wat zijn de belangrijkste uitdagingen die overwonnen moeten worden? Welke acties moeten de stakeholders nu ondernemen voor een snelle toepassing van CCS? Belangrijk discussiepunt was de overbrugging van de commercial gap. Zonder geld van de overheden stapt de industrie er niet in (Crisp). De verdeling van de kosten hangen af van het soort project. In Australië, waar 2 bln $ is gereserveerd voor demo s, is de verdeling 9

industrie/overheid 40%/60% (Koppe). Jeff Chapman (CCS Association) merkt op dat de funding voor CCS er in feite al is. De veiling van de emissierechten levert immers grote sommen geld op en de overheden incasseren miljarden via de CO 2 -tax. Om de extra kosten voor CCS in ontwikkelingslanden te financieren is er volgens Hawkins een internationaal fonds nodig. Een ander steeds terugkerend onderwerp is de politieke en maatschappelijke acceptatie van CCS. Meer politieke samenwerking is absoluut noodzakelijk (Hawkins). Bij meer samenwerking zou CCS ook als minder bedreigend worden ervaren voor andere opties voor CO 2 -reductie en gemakkelijker geaccepteerd worden. Om het publiek mee te krijgen moeten zij vanaf het allereerste begin bij een project worden betrokken. Maar vooral ook steun verwerven bij de milieu-organisaties versnelt het implementatie proces. In dit verband komt Hawkins met de opmerking: Drop the label clean coal. Dit label lokt volgens hem reacties uit van de milieubewegingen om alles uit de kast te halen om uit te leggen dat CCS not clean is. Wet- en regelgeving is zeer belangrijk, maar wordt niet meer gezien als een echte belemmering. Zaken die nog wel opgelost moeten worden zijn onder andere grensoverschrijdend CO 2 -transport, aansprakelijkheid opslag na afsluiting, verspreiding van de CO 2 -pluim. Over het algemeen is men er optimistisch over, dat grootschalige CCS demo s op korte termijn gerealiseerd zullen worden. CO 2 -beleid post Kyoto Panelleden: Scott Barrett (Johns Hopkins University), Mark Brownstein (Environmental Defence), Arthur Lee (Chevron) Het implementatietempo van CCS hangt af van technologische ontwikkelingen en van de emissiedoelstellingen die straks in Kopenhagen worden uitonderhandeld. Het doel van dit forum was een overzicht te geven van de mogelijkheden om de UN Climate Conference (COP 15) in Kopenhagen 2009 tot een succes te maken en gemeenschappelijke belangen en obstakels voor een overeenkomst te identificeren. Scott Volgens Scott werkt het huidige systeem, waarin alle landen het eens moeten worden en overeenkomsten moeten worden nageleefd, niet: De twee grootste spelers (China, VS) doen niet mee; Rusland is nog een vraagteken De CO 2 -emissies ziteen in veel landen ver boven target; Canada 30%, Nieuw Zeeland 26%, Japan 13% en de EU 6%. 10

Kyoto was een eerste stap, nu is er een ander model nodig. Een model waarin er meer actie is, met meer R&D en een mechanisme om de CO 2 -prijs te verhogen om zodoende technieken als CCS te stimuleren. Brownstein Klimaatbeleid gaat geld kosten, one way or another. In feite is er dus een economische opportunity om de CO 2 -emissies te verlagen. Uit een kostencurve van CO 2 -maatregelen (zie figuur 4) blijkt dat CCS een belangrijk deel van de puzzel is; naast E-efficiency en land en bosbouw. Browstein ziet veel in bosbouw en het aanpakken van de ontbossing via CDMprojecten. Het potentieel is groot 6-7 Gt/jaar in 2030 en de kosten zijn acceptabel (15-40 /ton CO 2 ). Figuur 4 Kostencurve CO 2 -maatregelen (The Mckinsey Quarterly 2007) Diverse opmerkingen in deze sessie: Het opleiden van mensen met de juiste capabilities is een belangrijke zaak (LEE) Om Kopenhagen 2009 tot een succes te maken is er een ander systeem nodig om wereldwijd het klimaatprobleem aan te pakken. Men is sceptisch over formele regels. Handels systemen moeten worden gekoppeld. Ook negatieve emissies (via CCS+biomassa) moeten worden beloond Een CO 2 cap is meest krachtige instrument; maar er is ook een rol voor PSR (performance standard ratio). 11

3 Presentaties Er zijn ca. 270 papers gepresenteerd. Om dat de presentatie van papers in 6 parallelle sessies plaatsvond, kon maar een deel worden bijgewoond en is dit verslag dus beperkt. Ten opzichte van de voorgaande conferenties was GHGT-9 minder gericht op capture en was er meer aandacht voor CO 2 -opslag en publieke acceptatie van CCS. Opvallend (en vanwege de toenemende commerciele belangen begrijpelijk) was verder dat, waar het de presentaties van capture technologie betrof, de terughoudendheid in het geven van inhoudelijke informatie nog groter was dan die al was tijdens de GHGT-8 in 2006. Hierna worden de meest opvallende zaken/ontwikkelingen kort besproken. Om dubbeling te vermijden zijn nieuws m.b.t. ETP-ZEP en monitoring en reporting guidelines (MRG), die al uitgebreid aan de orde komen in een van de andere artikelen in deze nieuwsbrief hier grotendeels buiten beschouwing gelaten. Implementatie van CCS David White ( Schlumberger Water & carbon Services) vindt grootschalige toepassing van CCS nog een hele uitdaging: IEA: on average per year 35 coal and 20 gas-fired power plants would have to be fitted with CO2 capture and storage (CCS) technology, between 2010 and 2050. De technologie moet nog worden bewezen. Hij ziet een zekere golfbeweging in de ontwikkeling van demo naar commerciële uitrol (zie figuur 5). De eerste projecten zullen ondersteuning nodig hebben, de commerciële centrales zullen volgens White volledig steunen op de CO 2 en energieprijzen. Figuur 5 Van demo naar grootschalige inzet (J. Gibbins/H. Chalmers, GHGT-9)) 12

Als de missing links voor de CCS value chain noemt hij het bekende rijtje: Wettelijk kader Publieke acceptatie Financiering Technologie (learning by doing); hier ligt een belangrijke rol voor de industrie. Een emissie PSR voor elektriciteitsproductie (250 g/kwh is genoemd) kwam meerdere keren aan de orde. Op de vraag of dit te combineren is met de huidige CO 2 -CAP werd geantwoord dat er geen harde scheiding is tussen beide benaderingen. Een PSR zou juist kunnen helpen om de werking van een CAP te verbeteren. Volgens Philippe Paelinck (ALSTHOM) liggen de marktkansen voor CCS op de eerste plaats bij nieuw kolenvermogen, dan bij retrofit van kolen en daarna bij nieuw gas. Of retrofit een optie is hangt af van factoren als: Vermogen, leeftijd en rendement Productiekosten versus vervroegde decomissioning Beschikbare ruimte (ALSTOM heeft ondervonden dat dit een écht probleem kan zijn) Lay-out van de centrale Mogelijkheden voor CO 2 transport en opslag. Op dit moment zit er voor meer dan 100 MW aan demo projecten in de pijplijn. Dit moet voldoende zijn om vóór 2015 daadwerkelijk 20 demo s van de grond te krijgen. Uitgaande van het IEA-Alternative scenario verwacht ALSTHOM dat na 2020 het opgestelde vermogen met CCS wereldwijd zeer snel zal toenemen (van 59 GWe in 2020, 356 GWe in 2025 tot 666 GWe in 2030). RWE s 450 MW IGCC/CCS project: Rendement van deze bruinkool centrale is 48,5%; met CCS 34% (capture rate 92%) CO 2 -opslag is voorzien in Noord Duitsland via een 530 km lange pijpleiding (diameter 16-32, 200 bar). Er is geen tussenstation gepland. Overleg met de regionale overheden over de aanleg van de leiding is gaande en er ligt een communicatieplan voor het informeren van het publiek. De kosten van het project bedragen 2.120 mln Euro (± 25%). De E-productiekosten zijn begroot op 125 euro/mwh (de referentie is 70-80 Euro/MWh) Er is dus een economisch gat van 45-55 Euro/MWh. Mogelijk zijn er kosten te besparen door opschaling, modulair bouwen en andere oplossingen voor het transport en opslag van de CO 2. In de toekomst zullen de kosten tot 80 Euro/MWh kunnen dalen (Werner Renzenbrink). Geplande inbedrijfname is eind 2014 / begin 2015. 13

In een presentatie van Heleen Groenenberg (ECN) werd duidelijk gemaakt wat het effect van CCS op de E-markt in NW Europa en met name voor Nederland zou zijn. Onder andere door hogere brandstof en CO 2 -prijzen zal de prijs van elektriciteit sowieso stijgen. En of er nu wel of geen CCS in de scenario s wordt meegenomen, in beide gevallen zal Nederland een relatief gunstige positie krijgen t.o.v. omringende landen en een elektriciteit exporterend land worden (zie figuur 6). Groenenberg concludeert dan ook dat de prijsstijging door CCS geen argument is om in Nederland tegen toepassing van deze technologie te zijn. Verder blijkt uit de berekening dat vervanging van oude koleneenheden een prijsverlagend effect zal hebben. Figuur 6 Importbalans voor Nederland (Seebregts/Groenenberg, GHGT-9) In het kader van het EU-project CASTOR zijn scenario s onderzocht voor de implementatie van CCS in Europa. Hieruit blijkt dat in 2050 met deze technologie een CO 2 -reductie van 30% in de elektriciteitssector mogelijk is (Ton Wildenborg, TNO). Dit komt neer op een jaarlijkse reductie van 500 Mton. Het tijdig beschikbaar zijn van opslagcapaciteit in olie- en gasvelden is hierbij een kritische factor. De kosten voor transport en opslag blijken per lidstaat sterk te verschillen, waarbij deze voor Nederland met 2 respectievelijk 1 verreweg het laagst zijn (zie figuur 7). 14

Figuur 7 De kosten van CO 2 transport en opslag voor de EU-lidstaten (Wildenborg, GHGT-9) Stimulering en financiering In Groot-Brittannië is CCS de afgelopen jaren een belangrijke optie geworden voor CO 2 - reductie. Volgens Jim Watson (University of Sussex) is de wetgeving al aardig op orde, maar de overheid zou nog wel wat meer moeten doen om de financiële risico s te verminderen. Opmerkingen en status UK demo competitie: Er staan 4 projecten op de short-list (incl. Kingsnorth, EO-on) Er zal wellicht slechts 1 project gesteund worden. Deze krijgt tot 100% van de extra kapitaal- en operationele kosten Geld zal er komen al is nog niet duidelijk hoe Focus op kolen; hiertegen is veel oppositie en geeft tegenstanders argumenten om tegen CCS te zijn. Michael Hamilton (MIT) meldt in zijn presentatie dat met het huidige voorstellen in de VS voor CAP and trade commerciële toepassing van CCS pas vanaf 2030 een kans krijgt. Zowel de extra kosten voor CCS als de CO 2 -prijzen liggen dan rond de 60 $/ton CO 2. Voor de financiële ondersteuning van de demo s in de VS zijn er vier voorstellen: 1 CCS trust fund: gevoed door een kleine heffing op alle elektriciteit, 10 jaar lang. Dit genereert ca. $1 miljard/jaar 2 Energy Technology Corporation: semi private organisatie voor de ondersteuning van de demonstratie van energie technologie met een hoog risico 3 Oprichten van een Clean Energy Investment Bank 4 Direct cost sharing: $4 miljard voor 6-10 demo s (financiering tot 50%). 15

Wet en regelgeving Ian Havercroft (University College London) gaf een globaal overzicht van de stand van zaken m.b.t. de wetgeving voor CCS. In internationale wetgeving (o.a. Kyoto protocol, London Convention/OSPAR) heeft CCS steeds meer een plaats gekregen. Ontwikkeling van een wettelijk kader voor CCS gebeurt vooral in de EU, VS en Australië. Hierbij valt op dat: De focus is op vergunning van de CO 2 -opslag Het risico op verontreiniging van het grondwater een belangrijk selectiecriterium voor een CO 2 -opslaglokatie is De eisen aan de samenstelling CO 2 -stroom nog erg onduidelijk is Hoe het moet met de overdracht van de verantwoordelijkheid na afsluiting opslag nog een belangrijk punt van discussie is. Belangrijke onderwerpen die wat Havercroft betreft nog meer aandacht zouden mogen krijgen zijn transport en veiligheid, jurisdictie, site-selectie/monitoring, financiering en lange termijn verantwoordelijkheid van de CO 2 -opslag. Hoewel CO 2 opslag in de zeebodem is grote lijnen nu wel geregeld is, is grensoverschrijdend transport nog steeds een kwestie. Voor EOR is CO 2 -export al wel mogelijk (Tim Dixon, Dept for Business and Enterprises). Scott Brocket vertelt over de EU voorstellen waarover binnenkort overeenkomst wordt verwacht. Hij stelt dat daarmee in grote lijnen de zaken voor CCS wel geregeld zijn. De belangrijkste elementen zijn de volgende: Capture regelgeving en vergunning onder IPCC directive Transport valt onder regelgeving Lidstaten (o.a. MER-plicht) Opslag in principe binnen territorium van de Lidstaat; opslag in water verboden EU-ETS opgeslagen CO 2 wordt gezien als niet geëmitteerd; bedrijven bepalen zelf of ze gezien de CO 2 -prijs CCS toepassen of niet Nieuwe centrales Capture ready beoordeling verplicht (nog geen verplichting CCS); Een heikel punt was het eventueel invoeren van een PSR van 500 g/kwh (voor >300 MW) vanaf 2015. [ Op het moment van het schrijven van deze nieuwsbrief is bekend dat er voorlopig geen PSR komt.] Samenstelling CO 2 voorstel Europees Parlement: 95% zuiver; geen corrosieve stoffen Overdracht CO 2 -opslag na bepaalde periode (50 jaar?); operator betaalt vergoeding voor transferkosten en monitoring. Onderwerpen die de komende maanden nog om een oplossing vragen zijn o.a.: financiering, monitoring, overdracht verantwoordelijkheid naar overheid, zuiverheid en de voorgestel EC review van conceptvergunningen. 16

Heleen Groenenbreg (ECN) gaf een helder overzicht over de ETS Monitoring en Reporting Guidelines voor CCS. Vanwege de overlap met het eerste artikel in deze nieuwsbrief hier alleen haar conclusies: Voor CO 2 -capture en transport zullen de vereiste nauwkeurigheden niet al te problematisch zijn, maar voor de opslag activiteiten zullen deze nog een grote uitdaging vormen. Er is meer wetenschappelijke onderbouwing nodig voor het verbeteren van de kosteneffectiviteit van de M&R, met name waar het de opslag betreft Omdat er nog weinig ervaring is met de monitoring van CCS-activiteiten zou het nuttig zijn een wetenschappelijk panel samen te stellen voor het uitwisselen van ervaringen. Gezichtspunten van stakeholders Nu de realisatie van CCS steeds dichterbij komt wordt de invloed van de stakeholders groter. Het grote publiek is echter nog nauwelijks op de hoogte van CCS-technologie en de potentie ervan voor CO 2 -reductie. De NGO s zitten niet allemaal op een lijn waar het CCS betreft, maar zijn zich er wel van bewust dat bepaalde negatieve argumenten tot schadelijke neveneffecten kunnen leiden (Jason Anderson). Het wordt niet uitgesloten dat er op termijn wel een meer gezamenlijk standpunt wordt ingenomen. Stakeholders dienen al in een vroeg stadium bij de ontwikkeling van nieuwe technologie betrokken te worden en te blijven. Last minute inspanningen of public relation activiteiten leiden over het algemeen niet tot een blijvend positief effect. Deze les is 10 jaar geleden al geleerd toen er plannen waren om voor de kust van Hawaï CO 2 te injecteren. De communicatie kwam te laat op gang, het project is mislukt. De gepresenteerde onderzoeken over de houding van de stakeholders ten aanzien van CCS leverde weinig nieuws. Ook een studie naar de verschillen tussen de houding in VS, Japan en Europa gaf geen verassende resultaten en de regionale verschillen waren over het algemeen klein. De belangrijkste conclusies: men is er sterk van overtuigd dat binnen 10-20 jaar Duurzaam en CCS een belangrijke factor wordt in de elektriciteitsproductie er is scepsis over de rol van waterstof en over kernfusie binnen 50 jaar In de VS wordt de dreiging van klimaatverandering minder zwaar ingeschat dan in Japan en Europa Japan is meer bezorgd over de schade voor de industrie van emissiebeperking dan veel andere landen NGO s verkiezen duurzaam boven CCS, maar CCS weer boven kernenergie Grootste risico is lekkage uit de CO 2 -opslag 17

Niet tijdens GHGT-9 gepresenteerd, maar wel vermeldenswaardig hier, is het resultaat van de Global climate decision makers survey die is uitgevoerd in november 2008, waaraan 1000 experts meewerkten. In de rating energy technologies potential to lower atmospheric carbon levels scoort CCS na energiebesparing/efficiency, diverse duurzame opties en na kernenergie op de 11e plaats. Voor meer info: http://www.globescan.com/news_archives/cdms08/ Nationale programma s Abu Dhabi, met een CO 2 -reductie target van 33% in 2020, heeft de ambitie om hét centrum op gebeid van schone en duurzame energie in de wereld te worden. Nu al zijn er vele activiteiten op dit gebied: Renewables; - de bouw van een 100 MW PV centrale is gaande - 3000 MW PV is in voorbereiding, - 500 MW H2 project in ontwikkeling Investeringen in CDM Turn key project ontwikkeling Advanced CCS ($3 billion CCS network project Abu Dhabi) Een belangrijk middel om de ambitie waar te maken is de bouw van MASDAR city; een zero carbon footprint city voor 100.000 inwoners. Er wordt $24 biljoen geïnvesteerd over 7 jaar. Transport wordt geheel elektrisch, het hoofdkantoor van de stad zal netto energie leveren. Verder is ook Australië erg actief op gebied van CCS. In Australië is er een reserve aan bruinkool voor 500 jaar (Barry Hooper, CO2CRC). En om dit ook in de toekomst voor E- productie te kunnen inzetten wil ook Australië mee voorop lopen in de ontwikkeling van schone technologie. Er lopen diverse capture projecten en er zijn enkele demo s gepland die voor 2015 operationeel moeten zijn (o.a. Futuregas). Wetgeving voor offshore projecten is gereed. Het belangrijkste onderzoeksprogramma op gebied van CCS in Australië is het zogenaamde global initiative (CO2CRC). Het heeft meer dan 30 partners; uit industrie (o.a. 20 grootste energiebedrijven van de wereld), uit de onderzoekswereld en verder zijn overheden uit 7 landen hierbij betrokken. In de Latrobe Valley (ZW Australië) staat veel productievermogen dicht bij (30-50 km) CO 2 - opslaglocaties en daarom zijn ook juist hier een viertal projecten gaande als voorbereiding op grootschalige CCS, waarbij de focus vooral op post-combustion is: Latrobe Valey post combustion project (LVPCC) Loy Yang Hazelwood; 1.Hazelwood carbon capture project, 2. CO2CRC H3 capture project 18

LPVCC to large scale integrated CCS demonstration Het huidige EU-klimaatbeleid en de aankomende wetgeving zet grote druk op de energie sector. E.ON heeft zichzelf ten doel gesteld dat de specifieke emissies gemiddeld 360 g/kwh zullen bedragen (zie figuur 8). Dit wordt bereikt door handhaven van de kerncentrales, efficiency verbetering, CCS-kolen en meer duurzaam. Figuur 8 E.ON doelen m.b.t. CO 2 -reductie (Radgen, E.ON) Formatted: Dutch (Netherlands) Radgen (E.ON) geeft de volgende argumenten voor het belang van CCS voor E.ON: CCS is essentieel voor halen van de reductie target (50% in 2030 t.o.v. 1990) Optie behouden voor toepassen van alle mogelijkheden voor low-carbon E-productie Op termijn komt er mogelijk wel een PSR voor elektricirteitsproductie (via de CCS Directive of aanpassing IPPC richtlijnen), waardoor CCS voor kolen noodzakelijk wordt CCS kan de acceptatie (politiek/publiek) van kolen te vergroten Versterken van imago als innovatief bedrijf dat streeft naar een duurzame groei. E.ON zegt problemen te hebben met de voorstellen voor de manier waarop in de komende CCS-directive wettelijke aansprakelijkheid en financiële garanties moeten worden geregeld. Bij het eisen van grote zekerheden zullen de kosten dermate hoog worden, dat CCS de nek om wordt gedraaid, aldus Radgen. Een legal show stopper dient te worden voorkomen. Verder merkt hij nog op dat als er een PSR komt voor nieuwe centrales er de neiging zal zijn om oude centrales met lage rendementen langer in bedrijf te houden. E-on is de eerste utility in de wereld met een gecertificeerde capture ready standard. De eisen waaraan moet worden voldaan zijn samengevat in figuur 9. 19

Figuur 9 Capture ready certificaat voor E-on centrale in Willemshaven (D), Radgen, GHGT-9 Het verhaal over capture ready (CR) van Nils Marcussen (University Edinburgh) kwam er feitelijk op neer dat het hele idee van CR nog verder uitgewerkt en wellicht opnieuw bekeken dient te worden. Een van zijn conclusies was veelzeggend: Het hele idee van CR is misschien Best left to operators. Capture technologie Chilled ammonia staat sterk in de belangstelling en er waren dan ook 5 papers gewijd aan. Fred Kozak van Alsthom vertelt over de test faciliteit bij We Energies, waarmee in samenwerking met EPRI testen worden uitgevoerd. De capaciteit van de installatie is 15.000 ton CO 2 /jaar. De stripper werkt nog niet optimaal (mechanisch probleempje), de rest werkt boven verwachting. Tijdens continu testen was het CO 2 -verwijderingspercentage 80%. Dit is lager dan de beoogde 90%, maar omdat de ammonia concentratie in de oplossing slechts 50% was van de ontwerp-waarde, worden de resultaten zeer bemoedigend genoemd. Informatie over interessante kentallen als energieverbruik voor regeneratie mag Kozak nog niet geven, wellicht meer info over 2 jaar. Powerspan werkt aan de ontwikkeling van ammonia based CO 2 -capture with multi-polutant control technology ; het zogenaamde ECO 2 proces. Het CO 2 -capture rendement is 90%. De behandelingstechniek van de ammonia damp is key in the process, aldus McLarnon van Powerspan. Eerste testen zijn uitgevoerd met een 1 MW unit bij een kolencentrale. Het pilot programma moet de technologie opleveren voor de demo s die gepland staan voor 2012 (120 MW voor NRG Energy, Parish plant en Basin Electric Power, Antelope Valley Station). Voordelen van het proces t.o.v. MEA zijn onder andere: een hoge absorptie capaciteit, veel lager energie verbruik, geen degradatie in rookgasomgeving, geen corrosie problemen en 20

lagere kosten. Een ander voordeel zou zijn dat het goed integreerbaar is met verwijdering van SO 2 en NO x. Verschillen met Alstom-proces: geen koeling rookgas nodig en geen last van vaste deeltjes (ammonia carbonate). Over de ontwikkeling van de oxyfuel combustion was er onder ander een presentatie van Kevin McCauley (Babcock & Wilcox) over een 30 MW oxy-coal pilot in Ohio. In deze pilot is een nieuwe brander gedemonstreerd. Het zuurstofinjectie systeem blijkt goed te werken, een CO 2 -verwijdering van 80-98% is bereikt, terwijl de NO x concentraties 30-60% lager waren (zonder SCR) dan bij verbranding met lucht. Babcock & Wilcox heeft een ontwerp op de plank liggen van een 100-150 MWe oxy-coal demo. Belangrijke kenmerken van dit ontwerp zijn 90% CO 2 -verwijdering, de luchtgekoelde condensor laag waterverbruik en de integratie van ASU, CPU, boiler en stoom cyclus. De overgang van lucht O 2 zal minder dan 1 uur vergen. Volgens berekeningen van McKinsey zullen de CO 2 -verwijderingskosten ca. 80 $/ton CO 2 bedragen. Bij verdere ontwikkeling kunnen deze kosten dalen naar 30-50 $/ton CO 2. Hitachi bestudeert de retrofit van oxy fuel bij een bestaande kolencentrale van 820 MWe. Ruimte blijkt een echt issue; alleen al voor het cryogene O 2 -systeem blijkt 2,6 ha nodig te zijn. Het totale energieverbruik voor de ASU, compressie en koeling is 196 MW. Conclusies uit de case-studie zijn: Geen verandering water-stoom cyclus Slechts kleine modificaties aan de centrale nodig Grote toevoeging installaties (ASU, CPU) Mogelijkheid voor zowel lucht- als O 2 -bedrijf Uit een vergelijkende thermodynamische analyse van de Universiteit van Hamburg is geen significant verschil in de energy penalty gevonden tussen toepassing van een Cryoge ASU (8,4%) en een Hoge Temperatuur Membraan ASU (9,1%). Air Liquide heeft nieuwe oxy-burner technologie ontwikkeld voor centrales. Opvallend verschil met andere ontwerpen is dat er een gescheiden toevoer is van de zuurstof en het gerecirculeerde rookgas (zie figuur 10). Dit zorgt voor een veilige zuurstof-injectie en geeft extra flexibiliteit in de recirculatie van het rookgas (Denis Cieutat). Zo is bijvoorbeeld de wandtemperatuur te regelen door de recirculatiefactor te wijzigen. De brander is geschikt voor gas en vloeibare brandstoffen. Een 1 MW model is getest met uitstekende resultaten, aldus Cieutat. In de testopstelling is een hoog CO 2 -verwijderingspercentage bereikt (94%, droog). Doordat een kleine overdruk kon worden gehandhaafd, is er geen luchtinlek. 21

Figuur 10 Principe oxy-branders (Cieutat, GHGT-9) Op dit moment worden vier 8 MW branders ingebouwd in de Total Lacq Gas centrale. Deze 30 MWth geretrofitte oxy-boiler zal begin 2009 worden opgestart. Cansolv Technologies Inc. Montreal, Canada heeft vanuit hun ervaring met de ontwikkeling van SO 2 scrubbers een geïntegreerd system ontwikkeld dat zowel SO 2 -als CO 2 verwijderd. Een pilot met een capaciteit van 50 ton CO 2 per dag zal in 2010 worden opgestart. De besparingen ten opzichte van vergelijkbare systemen worden geschat op 15% (Devin Shaw). Door de hoge olieprijzen is de belangstelling voor de productie benzine en diesel uit kolen (CTL, Coal To Liquid) sterk toegenomen. Er is vooral veel ervaring in Japan, Duitsland en Zuid Afrika. Mantripragada (Carnegie Mellon University) berekende dat de totale kosten (incl. voor CO 2 -emissie) 77 $/bbl bedragen. Met toepassing van CCS zou dit uitkomen op 83 $/bbl. John Davison presenteerde een IEA studie over de co-productie van H 2 en elektriciteit met CCS in een IGCC centrale (de Foster Wheeler study). Flexibele productie van H 2 en E geeft de laagste E-productiekosten (zie figuur 11). De kosten voor CO 2 -capture zijn berekend op 48 /ton CO 2 vermeden. Met een groot aandeel aandeel duurzame energie (zon, wind) komt er in de toekomst behoefte aan flexibele E-productie met CCS. Door co-productie van H 2 en elektriciteit is te realiseren. 22

Figuur 11 E-productiekosten voor verschillende co-productie scenario s (Davison, GHGT-9) CO 2 -opslag Er is de afgelopen jaren significante vooruitgang geboekt, maar nog steeds is er ook veel R&D gaande (Sally Benson). De CO 2 -opslag en opslagveiligheid zijn kritisch voor toepassing van CCS. Ze noemt tal van onderwerpen die om verdieping vragen en in de volgende conferentie (GHGT-10) wellicht aan de orde zullen komen: De werkelijke beschikbare opslagcapaciteit De drukopbouw in de ondergrond bij grootschalige injectie (waar blijft het water?) Verspreiding van de CO 2 -pluim, meer betrouwbare voorspellingen Monitoring strategieën en detectie limieten CO 2 -lekkage. Wat kan er worden gedaan als dit toch optreedt? Meer info over de conferentie In tegenstelling tot voorheen komen de sheets van de presentaties niet op internet beschikbaar. Geïnteresseerden dienen deze zelf op te vragen bij de auteurs. De papers zijn wel te downloaden van: http://mit.edu/ghgt9/papers/index.html 23

ETP-ZEP General Assembly 2008 Op 10 November 2008 is in Brussel de ETP-ZEP General Assembly 2008 gehouden. Het was met 200 tot 300 deelnemers een druk bezochte meeting. Er was duidelijk sprake van een 'high level' deelname met zware vertegenwoordigingen en enkele kopstukken. Het belangrijkste doel van deze bijeenkomst was de presentatie van het grensverleggende ZEP rapport voor een snelle ontwikkeling van CCS in de EU: EU Demonstration Programme for CO2 Capture and Storage". In de inleiding van Graeme Sweeney (Chairman, ZEP en Executive Vice-President van Future Fuels & CO2, Shell) benadrukte hij nogmaals dat CCS een van de key oplossingen is voor het klimaatprobleem in een ontwikkeling naar een duurzaam energie infrastructuur. CCS moet daarom volgens Sweeney alle mogelijke steun krijgen om ervoor te zorgen dat het commerciële praktijk wordt en in de EU een reductiepotentieel gerealiseerd wordt van 400 Mton in 2030. Vele experts en stakeholders hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit rapport. Een relatief zware bijdrage is geleverd door McKinsey. Dat deze naam positief bijdraagt aan het gewicht dat aan voorstel/rapport wordt toegekend was duidelijk merkbaar. Zoals de laatste jaren al vaak is geroepen, is ook nu weer de eerste boodschap dat de tijd dringt; "urgency all-over! Snel naar 10-12 demo projecten, no time to waste!" Maar desalniettemin moeten besluiten uiteraard zorgvuldig worden afgewogen. ZEP stelt een drie traps selectie proces voor om te komen tot deze 10-12 projecten: 1 eligibility criteria: 5 conditions a project has to meet to be considered, 2 portfolio criteria: a set of 16 criteria on capture, transport & storage technology and on geography the set of projects has to meet or cover 3 project criteria: 11 criteria each project has to meet or two projects can be compared De financiering blijft nog onduidelijk. De extra kosten van de 12 CCS-demo projecten bedragen 13-19 miljard, naast de reguliere kosten voor de power plants van 10-12 miljard. Het voorstel is dat deze reguliere kosten voor rekening komen van de 'industrie'. Deze sector draagt ook het niet-onaanzienlijke risico voor constructie en bedrijf van de capture-unit tot en met de CO 2 -opslag. De extra kosten van 13-19 miljard worden voor een deel ( 6-7 miljard) gecompenseerd door inkomsten uit vermeden emissies. De rest, 7-12 miljard, zou door andere partijen (EU, lidstaten,.) moeten worden bijgelegd. (Bij het schrijven van deze nieuwsbrief is inmiddels bekend dat: In het Klimaat- en energiepakket dat 17 december 2008 door het Europese Parlement is aangenomen is opgenomen dat een aantal grootschalige demonstratieprojecten die werken volgens het 24

principe van het afvangen en de opslag van CO2 gefinancierd zullen worden met 300 miljoen rechten uit het systeem voor emissiehandel.) In een eerste gematigd positieve EU-reactie van EU-commissaris Andris Piebalgs melde hij dat er wel wat geld beschikbaar zou zijn, maar toch niet de gehele gevraagde som. Een significante bijdrage zou ook van andere partijen moeten komen. Verder is de EU zeer waakzaam voor het scheppen nieuwe 'windfall profits'. Een vertegenwoordigster van Greenpeace stelde de vraag, waarom de diverse CEO s van bedrijven als RWE, Shell, BP, etc. met kwartaalwinsten in de miljarden range, hier toch om publiek geld kwamen bedelen. Na enig aarzelen antwoordde BP dat de EU een aanzienlijke versnelling van CCStechnologie kan 'kopen', ten bate van iedereen. Na de lancering van het ZEP-voorstel is er verder niet concreet over het hoe en wanneer van een vervolg op dit rapport gesproken. Wellicht vormt het rapport een goede basis voor lobbyisten. In de middagsessies volgde vooral een aardige blik over de Europese grenzen: Wat doen de Obama-Amerikanen? Zorg dat verschillende demo's in de EU en US aanvullend zijn en niet vooral overlappend. Hoe bereiken we China, India en Zuid-Afrika (coal economies)? Veel uitwisseling loopt al, EU is actief. Hoe groot is de kloof nog tussen R&D en commercial scale demo's? Het thema 'public acceptance' kwam geregeld aan de orde. De prominent aanwezige oudpremier Lubbers riep hierover dat we helder moeten communiceren dat: CCS veilig genoeg is om ermee te beginnen CCS geen andere duurzame inspanningen verdringt Er een verantwoordelijkheid ligt bij een volwassen economie; ofwel, niet overal tegen zijn, maar doorbraken forceren. Het rapport en de presentaties van ZEP s propsal for an EU Demonstration Programme is te vinden op: http://www.zero-emissionplatform.eu/zep_eu_demo_prog.zip (Bron: Joost de Wolff) 25

CATO-project Per 31 december 2008 is het CATO project beëindigd. Daarmee komt er voorlopig ook een eind aan de nieuwsbrief STACCATO. Voor het vervolgprogramma CATO-2 is voorgesteld om een soortgelijke nieuwsbrief voor de E-sector (en eventueel industrie) te maken. De komende maanden zal hierover meer duidelijkheid komen. Alle informatie over het CATO-project is te vinden op de CATO-website (http://www.co2- cato.nl/). Hier zijn alle publicaties (rapporten, papers, presentaties, etc.) te vinden die in het kader van het project gemaakt zijn, als ook informatie over uiteenlopende CCS onderwerpen en links naar andere bronnen. 26

Seminars/Conferenties 5 februari 2009 Euroforum Conferentie Carbon Capture and Storage, in Soestduinen 10-11 februari 2009 European Conference on CCS Research, Development and Demonstration, in Oslo 18-19 februari 2009 Conference on CCS Regulation for the EU and China, in Centre Albert Borschette, Brussel 1-2 april, 2009 Meeting of CSLF Technical Group, Oslo Noorwegen 18-21 mei 2009 Clean Coal Technologies Conference, Dresden (DE) 15-16 juni 2009 Eurelectric Annual Convention & Conference 2009, Boekarest, Romenie. 15-17 Juni 2009 Fifth Trondheim Conference CO2 CAPTURE and Storage (TCCS) in Trondheim, Noorwegen 18-19 Juni 2009 CO2NET SEMINAR in Statoil Research Centre, Trondheim, Noorwegen Reacties Voor reacties op STACCATO: bennie.stortelder@kema.com 27