Rhenen, Vogelenzang, aanpassing oeverwoningen

Vergelijkbare documenten
PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Bestemmingsplan. Woning Hammerweg. Gemeente Ommen. Regels. Datum: 15 mei 2012 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0175.

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

1. INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 - Begrippen 2 Artikel 2 - Wijze van meten 5

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

Oude IJsselstreek 2009; Bongersstraat ong. Ulft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 7

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Regels. Kenmerk: R05

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

1 van :15

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

Bestemmingsplan Notarisappelstraat

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

Bestemmingsplan. Brem 6-8. Gemeente Oldenzaal. Datum: 18 juli 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0173.BP09034-on01

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5. 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Verkeer 6

1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 7. 2 Bestemmingsregels 8 Artikel 3 Tuin 8 Artikel 4 Wonen 10

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Van Alewijkstraat Beerzerveld

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Bestemmingsplan Tempeliersweg te Haaren. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 8

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 8

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

Rypsterdyk 43 in Marsum. Menameradiel Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

GEMEENTE ASSEN Vincent van Gogh, locatie Lariks

Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels

Oldenzaal, Prins Bernhardstraat 2

Westsingel. Datum 22 juni 2009

NL.IMRO BP001PH

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Bestemmingsplan Vogelenzang, Haaren Gemeente Haaren. Regels Bp Vogelenzang, Haaren

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

Buitengebied, herziening gronden Junne

Bestemmingsplan Kom Haaren, Burgemeester van de Venstraat ongenummerd. Regels

INHOUD 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 5 3 A L G E M E N E R E G E L S 7

Inhoudsopgave. Bijlage bij de regels 18. Bestemmingsplan Eschstraat-Ootmarsumsestraat Ontwerp

Landgoed Ruyssengoet te Gendringen

Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 9

N307 Passage Dronten (9071)

R e g e l s rgl

1 Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangs- en slotregels... 11

pompstation Breehei te Leunen REGELS

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

aanduidingsvlak een vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens;

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Bestemmingsplan Stork-terrein Naarden REGELS

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Broek 6, 8 en 10 te Sevenum Deze standaard is gebaseerd op de Bro (juni 2007) en SVBP2008 (22 februari 2008).

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Hoog Dalem, herziening noordelijke eilanden

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels Artikel 3 Woongebied...

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

Bestemmingsplan PLASWEG 6, WADDINXVEEN Gemeente Waddinxveen

Regels. (vastgesteld) Thoelaverweg 2 NL.IMRO.0501.Thoelaverweg

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan Benonistraat Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P

Hoog Dalem, herziening zuidelijke eilanden

Regels Bestemmingsplan Waijensedijk 1. Gemeente Houten

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 BEGRIPPEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

Rijskade, Nieuwerkerk aan den IJssel

Regels. Kenmerk: V01

Bestemmingsplan Loppersum, partiële herziening Kavels Over de Wijmers V A S T G E S T E L D

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

snippergroen 2017 planregels Snippergroen 2017 snippergroen 2017 planregels

Wijzigingsplan: `Heide 45 Swalmen

Bestemmingsplan Woningbouw Horsterweg/ Groene Allee

Transcriptie:

Bestemmingsplan Rhenen, Vogelenzang, aanpassing oeverwoningen Gemeente Rhenen Datum: 23 april 2015 Projectnummer: 90169.01 ID: NL.IMRO.0340.BPVogelenzangoever-va01

INHOUD REGELS 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 8 2 Bestemmingsregels 9 Artikel 3 Wonen - 2 9 3 Algemene regels 11 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel 11 Artikel 5 Algemene bouwregels 11 Artikel 6 Algemene gebruiksregels 11 Artikel 7 Algemene afwijkingsregels 12 Artikel 8 Algemene wijzigingsregels 12 Artikel 9 Algemene procedureregels 12 Artikel 10 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening 13 4 Overgangs- en slotregels 14 Artikel 11 Overgangsrecht 14 Artikel 12 Slotregel 15 De verbeelding Verbeelding met legenda nummer: NL.IMRO.0340.BPVogelenzangoever-va01

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan het bestemmingsplan Rhenen, Vogelenzang, aanpassing oeverwoningen met identificatienummer NL.IMRO.0340.BPVogelenzangoever-va01 van de gemeente Rhenen; 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels; 1.3 de verbeelding de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie; 1.4 aanbouw een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 1.5 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.6 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.7 aan huis verbonden beroep een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat er geen detailhandel is toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep; 1.8 aan huis verbonden bedrijf een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is; 1.9 afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening; SAB 3

1.10 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.11 bedrijf een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen; 1.12 bestaand a bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald; b bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald; 1.13 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 1.14 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.15 bijbehorend bouwwerk uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak; 1.16 bijgebouw een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 1.17 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 1.18 bouwgrens de grens van een bouwvlak; 1.19 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; 1.20 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.21 bouwperceelgrens de grens van een bouwperceel; SAB 4

1.22 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.23 bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden; 1.24 bouwwijze de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, waarbij: a onder twee-aaneen wordt verstaan een hoofdgebouw, waarvan het hoofdgebouw deel uitmaakt van een blok van maximaal twee direct aaneengebouwde hoofdgebouwen (twee-onder-één-kap); b onder vrijstaand wordt verstaan een hoofdgebouw, waarvan het hoofdgebouw niet aan een op een aangrenzend bouwperceel gelegen gebouw is aangebouwd; 1.25 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.26 eerste bouwlaag de bouwlaag op de begane grond; 1.27 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.28 hoofdgebouw een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is; 1.29 maatvoeringsgrens de grens van een maatvoeringsvlak; 1.30 maatvoeringsvlak een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt; 1.31 nadere eis een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening; 1.32 oeverwoning een woning, niet zijnde een woonschip, waarvan ten minste een gedeelte is gesitueerd in, op of aan het water; SAB 5

1.33 onderbouw een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,50 m boven het peil is gelegen; 1.34 omgevingsvergunning een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 1.35 overig bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden; 1.36 overkapping een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren; 1.37 pand de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is; 1.38 peil a voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; 1.39 prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.40 seksinrichting een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.41 uitbouw een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; SAB 6

1.42 voorgevel de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt; 1.43 woning een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden; 1.44 woonschip een schip dat een liggende (niet varende) woonfunctie heeft. SAB 7

Artikel 2 Wijze van meten 2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: de bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; de goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; de inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; de oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; de oppervlakte van een overkapping tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping. 2.2 Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt. 2.3 Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de verbeelding. SAB 8

2 Bestemmingsregels Artikel 3 Wonen - 2 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a wonen; b water; c paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen; d aan huis verbonden beroepen; met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven en nutsvoorzieningen. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Er mogen woningen worden gebouwd, met dien verstande dat: a uitsluitend oeverwoningen mogen worden gebouwd; b het aantal woningen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven. 3.2.2 Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken: a gebouwd binnen het bouwvlak; b de bouwwijze van de hoofdgebouwen is vrijstaand of twee aaneen; c de goothoogte respectievelijk bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m) aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte; d in afwijking van het bepaalde onder c geldt dat de maximale bouwhoogte 12 m mag bedragen voor ten hoogste 20% van het oppervlak van het hoofdgebouw; e afstand tot hoofdgebouw op naastgelegen bouwperceel: 1 bij vrijstaande hoofdgebouwen minimaal 5 m aan beide zijden; 2 bij twee-aaneengebouwde hoofdgebouwen minimaal 5 m aan één zijde. 3.2.3 Aan- en uitbouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken: a gebouwd binnen het bouwvlak; b er is maximaal 1 vrijstaand bijgebouw toegestaan per hoofdgebouw met een oppervlak van maximaal 20 m 2, met dien verstande dat deze wordt gerealiseerd achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw; c er is maximaal 1 overkapping toegestaan met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 30 m 2 bedraagt; d de goothoogte bedraagt maximaal 3 m en de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 m; e in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat aan- en uitbouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen buiten het bouwvlak zijn toegestaan met dien verstande dat de bouwhoogte 0,5 meter bedraagt conform de begripsbepaling artikel 1 onder peil, sub a. 3.2.4 Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal: a bouwwerken geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak 1 m; b erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw en binnen het bouwvlak 1 m; c erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw en binnen het bouwvlak 2 m; d overige bouwwerken geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak 2 m. SAB 9

3.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen te stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van aan- en uitbouwen, bijbehorende bouwwerken, overkappingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde en het parkeren, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken. 3.4 Afwijken van de bouwregels 3.4.1 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in: a artikel 3.2.3 onder a voor het toestaan van een aan- en uitbouw of een overkapping, met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 15 m 2 bedraagt; b artikel 3.2.3 onder a voor het vergroten van de oppervlakte het bijgebouw tot maximaal 30 m 2. 3.4.2 Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.4.1 kan slechts worden verleend, mits: a de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad; b het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad; c schriftelijk advies is afgegeven door de stedenbouwkundig supervisor. 3.5 Afwijken van de gebruiksregels 3.5.1 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits: a de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 45 m 2 ; b er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur; c er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking; d er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf. 3.5.2 Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.5.1 kan slechts worden verleend, mits: a de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad; b het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad; c schriftelijk advies is afgegeven door de stedenbouwkundig supervisor. SAB 10

3 Algemene regels Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 5 Algemene bouwregels 5.1 Overschrijding bouwgrenzen In uitzondering op het bepaalde in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels) mag de bouwgrens door ondergeschikte bouwdelen worden overschreden, met dien verstande dat: a plinten, pilasters, kozijnen, hemelwaterafvoeren, ventilatiekanalen en rookkanalen de bouwgrens met ten hoogste 0,3 meter mogen overschrijden; b luifels en overstekende daken de bouwgrens met ten hoogste 1 meter mogen overschrijden; c bij bouwwerken die boven een openbaar voetpad worden aangebracht, een minimale doorgangshoogte van 2,2 meter dient te worden aangehouden; d bij bouwwerken die boven een rijbaan worden aangebracht, een minimale doorgangshoogte van 4,2 meter dient te worden aangehouden. 5.2 Afwijking Bij omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; b het straat- en bebouwingsbeeld; worden afgeweken ten behoeve van het bouwen van luifels, balkons, bordessen, trappen, galerijen, reclametoestellen en draagconstructies voor reclame, mits: c de bouwgrens met niet meer dan 1,5 meter wordt overschreden; d de bouwwerken niet lager worden aangebracht dan 4,20 meter boven een rijbaan en 2,20 meter boven een voetpad. Artikel 6 Algemene gebruiksregels Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen: a een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud; b een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud; c een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie. SAB 11

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels 7.1 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten en oppervlaktematen, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten en oppervlaktematen, percentages en afstandseisen; b de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing; c de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m; d de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot maximaal 10 m. 7.2 Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.1 kan slechts worden verleend, mits: a de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad; b het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad; c schriftelijk advies is afgegeven door de stedenbouwkundig supervisor. Artikel 8 Algemene wijzigingsregels Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven; b de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad; c het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad; d schriftelijk advies is afgegeven door de stedenbouwkundig supervisor. Artikel 9 Algemene procedureregels Op de voorbereiding van een besluit tot nadere eis is de volgende procedure van toepassing: a een ontwerp van het besluit ligt met de bijbehorende stukken gedurende 4 weken op het gemeentehuis ter inzage; b burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze; c de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen; SAB 12

d gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp van het besluit. Artikel 10 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen; b de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; c de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; d het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; e de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; f de ruimte tussen bouwwerken. SAB 13

4 Overgangs- en slotregels Artikel 11 Overgangsrecht 11.1 Overgangsrecht bouwwerken 11.1.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 11.1.2 Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 11.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 11.1.1 met maximaal 10%. 11.1.3 Artikel 11.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 11.2 Overgangsrecht gebruik 11.2.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 11.2.2 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 11.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 11.2.3 Indien het gebruik, bedoeld in artikel 11.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 11.2.4 Artikel 11.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. SAB 14

Artikel 12 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Rhenen, Vogelenzang, aanpassing oeverwoningen. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 21 april 2015. SAB 15