Studiehandleiding Grondslagen, methodologie en analyse van pedagogisch praktijkgericht onderzoek I (7014C445DT)

Vergelijkbare documenten
Studiehandleiding Grondslagen, methodologie en analyse van pedagogisch praktijkgericht onderzoek I (7014C445DY)

Studiehandleiding Taal en diversiteit

Masterclass Forensische Orthopedagogiek (7014B458DT)

Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Studiehandleiding Testleer en Testgebruik (7013K400CY)

Studiehandleiding Sociale Pedagogiek ( AT)

studiehandleiding Schoolorganisatie ( AT)

Studiehandleiding Grondslagen, methodologie en analyse van pedagogisch praktijkgericht onderzoek II (7014C445AY)

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Studiehandleiding Wetenschapsfilosofie ( DT)

Studiehandleiding Doelgroepen en Fenomenen in de Forensische Orthopedagogiek

Studiehandleiding Forensische Orthopedagogiek (7014B413DT)

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College of Child Development and Education Graduate School of Child Development and Education

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht VZ Amsterdam.

Psychische Stoornissen en Opvoeding (7014A422AY)

Studiehandleiding Psychologie (70710P13AY) Semester 2, blok 5 en 6

Studiehandleiding Rekenen jaar 1 (studiegidsnr.: 70710P14LY) Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht 130.

Studiehandleiding Onderzoekspracticum (PW GY)

Studiehandleiding Cognitieve Ontwikkeling & Leerproblemen ( AT/7012S230ET)

Studiehandleiding Geschiedenis (studiegidsnr.: MY)

Studiehandleiding. Instructie en Leren ( AY) Bachelorjaar: 2 Cursusjaar: 2013/2014 Semester: 1, blok 2. Docent: dr. M.

Studiehandleiding Inleiding Pedagogiek ( AY)

Studiehandleiding Beroepsvaardigheden 1

Studiehandleiding Methodisch werken in de opvoedingsondersteuning (7014C440CT)

Diagnostiek Behandel Combinatie bij Ontwikkelings- en Opvoedingsproblemen (7014A421AT)

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Studiehandleiding Beleid en organisatie van onderwijs en opvoeding ( AY)

Studiehandleiding Testconstructie en onderzoeksverslaglegging AY (Pedagogiek) DY ULP13 (UPVA)

Studiehandleiding Gedragsproblemen en Jeugdzorg ( AY)

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media

Studiehandleiding Onderwijskunde, theorie en contexten I ( AY)

Korte omschrijving van de cursussen in het mastertraject Opvoedingsondersteuning

Toetsplan Bachelor CIW

Studiehandleiding Beroepsvaardigheden 4 (70710P04MY)

Studiehandleiding. Forensische Orthopedagogiek (7014B413DY) Masterjaar: Semester 1

Studiehandleiding. Psychologie: ontwikkeling, persoonlijkheid en leren ( CY) Bachelorjaar 1 Cursusjaar: Semester: 2, blok 2 en 3

Neerlandistiek CROHO 60849

Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek

Studiehandleiding ONDERWIJSSOCIOLOGIE ( AT)

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen.

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Studiehandleiding Psychotherapeutische stromingen ( DY)

Studiehandleiding Neurobiologische ontwikkeling

Psychologie: ontwikkeling, persoonlijkheid en leren ( CT)

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur,

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen,

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde

Studiehandleiding Geschiedenis van opvoeding en onderwijs ( AT)

Studiehandleiding Onderzoek(svoorstel) ( DY)

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Studiehandleiding Curriculum Studies ( AY)

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur,

Studiehandleiding beeldende vorming 2

Studiehandleiding Inleiding Pedagogiek ( AY)

Studiehandleiding Forensische Orthopedagogiek & Recht (7014B474DT)

Studiehandleiding Inleiding Pedagogiek (studiegidsnr: 70710P09AY)

Studiehandleiding Psychopathologie ( AT/7012S255ET)

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Studiehandleiding Geschiedenis van opvoeding en onderwijs ( AY)

- MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa

Studiehandleiding Propedeuse POWL en UPvA Argumentatieleer hoorcolleges & werkgroepen /practica v1.1

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar Inhoud:

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Programma van toetsing

Studiehandleiding Leerling-Leerkracht Interactie (7014A416DT)

Studiehandleiding Onderwijs in Onderzoekend en Ontwerpend leren (studiegidsnr: DY)

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Programma van toetsing

Minor Goede doelen, filantropie en non-profits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

Studiehandleiding Beleid en organisatie van onderwijs en opvoeding ( AT)

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Minor Goede doelen, filantropie en non-profits

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Studiewijzer BACHELOR PSYCHOBIOLOGY VAK: BEHAVIOR-BASED ROBOTICS STUDIEJAAR: 3 E JAAR

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Studiehandleiding Sociale Pedagogiek Kinderen in Context (B1806)

Minor Goede doelen, filantropie en non-profits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Eindtermen. voor de. Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen. Faculteit der Medische Wetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Studiehandleiding Schoolorganisatie ( AY)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Studiehandleiding Cognitieve Ontwikkeling & Leerproblemen ( AY)

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het schakelprogramma 6. INHOLLAND met doorstroomminor 8. Studeren in deeltijd 9

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

Opvoeding en Ontwikkeling in Sociale Contexten

Juridische kennis en professionele vaardigheden

Studiehandleiding Interventie in de Orthopedagogiek (7014A400AT)

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Studiehandleiding Gespreksvaardigheden ( DP)

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen

Studiehandleiding Schoolorganisatie ( AY)

Transcriptie:

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College of Child Development and Education Graduate School of Child Development and Education Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam infopow@uva.nl Studiehandleiding Grondslagen, methodologie en analyse van pedagogisch praktijkgericht onderzoek I (7014C445DT) Masterjaar Opvoedingsondersteuning Cursusjaar: 2012/2013 Semester: 1 coördinator/contactdocent: uitvoerende docenten: Drs. L. van Gelderen (L.vanGelderen@uva.nl) Dr. Henny Bos, Dr. Ruben Fukkink, Drs. L. van Gelderen, Prof. Dr. Jo Hermanns, Prof. Dr. Michael Merry, Dr. Floor van Rooij Amsterdam, september 2012 1

1. Deelname aan het onderwijs en tentamen Deelname onderwijs/tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze module moet je je binnen de voorgeschreven periode aanmelden conform de door de onderwijsbureau voorgeschreven procedure Bij niet-tijdige aanmelding en/of onjuiste inschrijving kan deelname aan het onderwijs/tentamen op praktische gronden worden geweigerd. Zie voor de aanmeldingsprocedure www.student.uva.nl/pw of /owk Deelname herkansing Als je wilt deelnemen aan de herkansing dien je je minimaal 8 dagen voor de herkansing aan te melden via Student Self Service (SIS). Aanmelden kan nadat de uitslagen van de eerste afsluitingsgelegenheid bekend zijn gemaakt. Indien de aanmelding niet of niet tijdig heeft plaatsgevonden, kan deelname aan de herkansing op praktische gronden worden geweigerd, of kan het werk niet worden nagekeken en/of beoordeeld. 2. Inleiding 2.1 Algemeen De module Grondslagen, methodologie en analyse van pedagogisch praktijkonderzoek is één van de vijf modules van de Master Opvoedingsondersteuning. Deze module richt zich op het verwerven van kennis en vaardigheden met betrekking tot het uitvoeren én beoordelen van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. De module bestaat uit 6 colleges waarbinnen aandacht wordt besteed aan conceptuele en normatieve problemen die zich voordoen bij de ontwikkeling, formulering en uitvoering van een onderzoek op basis van een vraagstelling uit de praktijk (de grondslagen van praktijkgericht onderzoek). Thema s zijn o.a. fundamenteel versus praktijkgericht toegepast onderzoek, ethische aspecten en evidence based werken. Ook worden enkele methoden die regelmatig in wetenschappelijk praktijkonderzoek worden gebruikt besproken, zoals kwalitatief onderzoek, mixed methods en vragenlijsten. De module kan ook interessant zijn voor masterstudenten (ortho)pedagogiek en ontwikkelingspsychologie die meer kennis willen opdoen met betrekking tot wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek. De kennis die opgedaan wordt in deze module zijn relevant voor het uitvoeren en op waarde kunnen schatten van praktijkgericht onderzoek. 3. Voorkennis en aansluiting met andere modulen Voor deelname aan deze module is verder vereist dat men methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek voldoende beheerst om in staat te zijn onder begeleiding een empirisch pedagogisch onderzoek uit te voeren (zie ook eindtermen bachelor zoals beschreven in de OER). Concreet wordt verondersteld dat de student beschikt over: - kennis van methoden en statistische technieken die het meest toegepast worden in pedagogisch onderzoek op bachelorniveau. - kennis van verschillende onderzoeksmethoden (survey onderzoek, experimenteel onderzoek, en case-studies) op bachelorniveau. - onderzoeksvaardigheden (testafname, interviewtechnieken, observatiemethoden en rapportage van onderzoeksresultaten) op bachelorniveau. 4. Leerdoelen Kennis en inzicht 2

1) Kennis van en inzicht in de conceptuele en normatieve problemen die zich voordoen bij de ontwikkeling en formulering van een onderzoeksvoorstel op basis van een vraagstelling uit de praktijk (eindtermen PW: 1). 2) Kennis van en inzicht in de methodologie van wetenschappelijk praktijkonderzoek (eindtermen PW: 1, 8). Toepassen kennis en inzicht 3) Ontwikkelen van een wetenschappelijke habitus onder meer tot uitdrukking komend in een realistische kijk op de opbrengsten van het uit te voeren onderzoek. Oordeelsvorming 4) Besef heeft van de ethische aspecten van de beroepsmatige omgang met anderen, zowel cliënten als proefpersonen, met inbegrip van de bredere consequenties van eigen onderzoeksresultaten eindtermen PW: 10). 3

6. Inhoud Toelichting en literatuur colleges Hoorcollege 1, 3 september Algemene inleiding module, wat is wetenschappelijk pedagogisch praktijkonderzoek en ethische aspecten Allereerst wordt de opzet van de module (kort) besproken. Vervolgens wordt ingegaan op wat wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek inhoudt (o.a. verschillen met fundamenteel onderzoek, wat is kenmerkend voor dit type onderzoek) en worden verschillende typen praktijkgericht onderzoek en onderzoeksdesigns kort besproken. Daarnaast wordt ingegaan op communicatie over praktijkgericht onderzoek. In het tweede uur wordt ingegaan op verschillende ethische aspecten van het doen van onderzoek. Allereerst wordt ingegaan op richtlijnen voor de wijze waarop met respondenten omgegaan dient te worden (o.a. informed consent, privacy, negatieve bijwerkingen, misleiding), het functioneren van ethische commissies en de geschiedenis daarvan. Daarnaast wordt ingegaan op vraagstukken die niet zozeer te maken hebben met het uitvoeren van het eigen onderzoek, maar wel met de rol als onderzoeker. Bijvoorbeeld: wat te doen als tijdens een huisbezoek in het kader van een onderzoek zaken aan het licht komen die dusdanig ernstig zijn dat ze vragen om handelen/ingrijpen, terwijl dit geen onderdeel is van het onderzoek. Literatuur (36 pp. + 17 pp. + 9 pp + 11 pp = 73 pp) Bryman, A. (2012). Social Research Methods. New York: Oxford University Press. (Hoofdstuk 6) Lindsay, G. (2000). Researching children s perspectives: ethical issues. In A. Lewis & G. Lindsay (eds), Researching children s perspective (pp. 3-20). New York: Open university Press. (via blackboard) Masson, J. (2000). Researching children s perspectives: legal issues. In A. Lewis & G. Lindsay (eds), Researching children s perspective (pp. 34-45). New York: Open university Press. (via blackboard) van IJzendoorn, R. (2007). Onderzoek, beleid, praktijk: pleidooi voor gescheiden verantwoordlijkheden geïllustreerd aan de hand van de casus kwaliteit kinderopvang uit Soeteman, A., en van den Born, F. (2007), Ethiek van empirisch sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Amsterdam: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), pp. 41-52 te downloaden via: http://www.knaw.nl/content/internet_knaw/publicaties/pdf/20071008.pdf Hoorcollege 2, 10 september Grondslagen van type onderzoek: Epistemologie In het tweede college wordt aandacht besteed aan de epistemologie. Dit is een tak van de filosofie waarin de aard, oorsprong en reikwijdte van kennis en weten wordt onderzocht. Een vraag die binnen de epistemologie centraal staat is: Wat is kennis binnen een discipline?. Literatuur (26 pp +?) Bryman, A. (2012). Social Research Methods. New York: Oxford University Press. (Hoofdstuk 2) [Overige literatuur volgt later, ongeveer 24 pp] Hoorcollege 3, 17 september Designs en vormen van evaluatieonderzoek 4

Binnen het vakgebied van de opvoedingsondersteuning groeit in toenemende mate het belang van evidence based werken en het praktijkgestuurd effectonderzoek. In dit tweede college worden de verschillende vormen van praktijkgestuurd effectonderzoek geplaatst in de ladder van Veerman & van Yperen en wordt deze ladder verder toegelicht. Vervolgens wordt ingegaan op de werkwijze en rol van de Erkenningscommissie Interventies (NJI) en Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Literatuur (35 pp + 16 pp + 10 pp + 7 pp) Bryman, A. (2012). Social Research Methods. New York: Oxford University Press. (Hoofdstuk 3) Rhodes, J., & DuBois, D. (2006). Understanding and facilitating the youth mentoring movement. Social Policy Report, SRCD, XX(III), 3-19. (Te downloaden van de website van de srcd) Sundell, K., & et al. (2008). The transportabiliy of multisystemic therapy to Sweden: short term results from a randomized trail of conduct-disordered youths. Journal of Family Psychology, 22(3), 550-560. (Te downloaden via digitale bibliotheek) Asscher, J., Dekovic, M., Prinzie, P., & Hermanns, J. (2008). Assessing Change in Families Following the Home-Start Parenting Program: Clinical Significance and Predictors of Change. Family Relations, 57(3), 354-361. (Te downloaden via digitale bibliotheek) Hoorcollege 4, 24 september Meta-analyse en systematic review In dit college worden de basisbeginselen van reviews en meta-analytisch onderzoek uitgelegd. Onderdelen in dit onderzoek zijn: systematische literatuursearch, het coderen van de studies op relevante kenmerken, inclusief de betrouwbaarheidsbepaling daarvan, het aggregeren van de uitkomsten uit verschillende studies en het berekenen van een effectmaat. Onderdelen in een review/ meta-analytisch onderzoek hebben overigens ook raakvlakken met andere soorten onderzoek uit deze module. Literatuur (32 pp + 12 pp) Bryman, A. (2012). Social Research Methods. New York: Oxford University Press. (Hoofdstuk 5) Fukkink, R. (2008). Video feedback in widescreen; A meta-analysis of family programs. Clinical Psychology Review, 28(6), 904-916. Hoorcollege 5, 1 oktober Verschillende manieren van onderzoek mbv vragenlijst In dit vijfde hoorcollege wordt aandacht besteed aan kwantitatief onderzoek en de daarbij gebruikelijke wetenschappelijke methoden van gegevensverzameling. Er wordt in dit college met name ingegaan op het gebruikt van vragenlijsten via internet. Daarnaast wordt het gebruik van vignetten in praktijkgericht onderzoek besproken. Literatuur (24 pp +23 pp + 24 pp + 28 pp = 100 pp) Bryman, A. (2012). Social Research Methods. New York: Oxford University Press. (Hoofdstuk 7, 9, 11 en 28) Hoorcollege 6, 10 oktober Kwalitatief onderzoek en mixed methods: combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden In het hoorcollege van deze zesde bijeenkomst wordt nader ingegaan op kwalitatief onderzoek (interviews, focusgroepen) en de mogelijkheden om kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden in hetzelfde onderzoek te combineren, de zogenoemde mixed methods-benadering of mixed methodo- 5

logy. Speciale aandacht wordt besteed aan een klassiek kwaliteitscriterium als triangulatie, een sleutelbegrip in het debat rond mixed methodology. Literatuur (32 pp + 21 pp + 26 pp = 79 pp) Bryman, A. (2012). Social Research Methods. New York: Oxford University Press. (Hoofdstuk 20, 21, & 27) Hoorcollege 7, 15 oktober Geen college Hoorcollege 8, 22 oktober Tentamen 6

6. Literatuur Verplichte tentamen literatuur: Boek: Bryman, A. (2012). Social Research Methods, 4 th edition. New York: Oxford University Press. Artikelen te downloaden via digitale bibliotheek Collegestof 7. Onderwijsvormen Tijdens deze module worden verschillende onderwijsvormen gebruikt: Hoorcolleges In de hoorcolleges gaan verschillende docenten in op grondslagen en methodologie van wetenschappelijk pedagogisch praktijkgericht onderzoek. Hierbij wordt verwacht dat studenten de opgegeven literatuur hebben bestudeerd en een actieve houding hebben, dat wil zeggen indien van toepassing actief vragen stellen en beantwoorden. De in de colleges gebruikte powerpoints staan de dag na het college op blackboard. Blackboard De docenten plaatsen eventuele wijzigingen in programma, aanvullende literatuur en andere relevante informatie op blackboard. Er wordt van de studenten verwacht dat zij meerdere keren per week blackboard checken. 8. Rooster De hoorcolleges vinden doorgaans plaats op maandag van 13:00 tot 15:00 uur. Let op: het college op maandag 8 oktober (week 6) is verschoven naar woensdag 10 oktober van 11.00 tot 13.00. Het tentamen vindt plaats op maandag 22 oktober van 13.00 tot 16.00 uur. Het hertentamen vindt plaats op vrijdag 18 januari van 14:00 tot 17:00. Zie voor de locatie van het onderwijs en de tentamens: http://rooster.uva.nl/ Week Datum Tijd Docent Onderwerp 36 Maandag 11:00- College 1 3 september 13:00 37 College 2 38 College 3 39 College 4 Maandag 10 september Maandag 17 september Maandag 24 september - Introductie module - Wat is wetenschappelijk praktijkonderzoek? - Ethische aspecten 11:00-13:00 11:00-13:00 11:00-13:00 Drs. L. van Gelderen Dr. F. van Rooij (11.00-12.00) Dr. H. Bos (12.00 13.00) Prof. Dr. M. Merry Prof. Dr. J. Hermanns Dr. R. Fukkink - Grondslagen van type onderzoek: epistemologie - Designs en vormen van evaluatieonderzoek (process/ implementatieonderzoek, effectiviteitsonderzoek) - Meta-analyse - Systematic Review 40 College 5 Maandag 1 oktober 41 Woensdag College 6 10 oktober 42 Maandag 15 oktober 43 DINSDAG 23 oktober 12:00-14:00 11:00-13:00 13:00-16:00 Dr. H. Bos Drs. L. van Gelderen Geen college TENTAMEN - Verschillende manieren van onderzoek mbv vragenlijsten (o.a. via internet & vignetten) Kwalitatief onderzoek (interviews, focusgroepen) & mixed methods Geen college TENTAMEN 7

8

9. Van de student verwachte activiteiten Bestuderen van de literatuur Aanwezigheid colleges Het voltooien van de opfriscursus literatuur zoeken op blackboard (= voorwaarde voor deelname aan het tentamen) 10. Beoordeling Toetsvorm: - schriftelijk tentamen met essayvragen Tentamenstof schriftelijk tentamen: verplichte literatuur en collegestof. Weging: - schriftelijk tentamen: 100% van cijfer Deelname aan het tentamen is alleen mogelijk wanneer de blackboardcursus literatuur zoeken is voltooid. Tentamendatum en tijd: maandag 22 oktober van 13.00 tot 16.00 uur Hertentamendatum en tijd: vrijdag 18 januari van 14.00 tot 17.00 uur 10. Studielast Deze module omvat 3 ECT en eindigt met een tentamen (zie beoordeling). Eén ECT staat voor 28 uur studieactiviteiten (dus 84 uur voor deze module). Deze studiebelasting is verdeeld over de volgende activiteiten: - Aanwezigheid bij de colleges: 12 uur - Het maken van het tentamen: 3 uur - Bestuderen en eigen maken van de stof (69 uur = 414 pp.) 11. Feedback Tentamens Indien hier behoefte aan is. Hiervoor kan binnen een week na bekendmaking van de cijfers een afspraak worden gemaakt met de coördinator. Responsiecollege Indien hier behoefte is wordt een extra uur ingelast. Vragen dienen voor vrijdag 12 oktober 09:00 gemaild te worden aan: L.vanGelderen@uva.nl. 12. Belangrijk Evaluatie van het onderwijs Docenten en het onderwijsinstituut hebben behoefte aan feedback van de studenten op de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een betreffende module verbeterd worden voor de volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn voor jou als student, omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud van een module. Binnen de FMG wordt gewerkt met een vragenlijst die UvA-breed wordt toegepast. Bij het laatste college of na afloop van het tentamen zal je gevraagd worden deze vragenlijst in te vullen. Vul deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk in, de resultaten ervan hebben geen consequenties voor de uitslag van 9

het tentamen. Bovendien blijf je bij het invullen van de vragenlijst anoniem. Indien uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende module, organiseert het Onderwijsinstituut een panelgesprek. Hiertoe worden een aantal studenten uitgenodigd en wordt samen met de docent en de onderwijsdirecteur of studieadviseur gesproken over het verloop en de inhoud van de betreffende module. Studenten kunnen indien gewenst ook zelf een panelgesprek aanvragen. Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijv. het op enigerlei wijze spieken tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van plagiaat. Plagiaat Een wetenschappelijke tekst moet controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen altijd vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand overneemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt gevonden. Doe je dat niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de betreffende tentamen- of scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examencommissie nog zwaardere straffen opleggen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie ook Serviceplein voor studenten, Fraude- en plagiaatregeling http://www.student.uva.nl/fraude-plagiaat/voorkomen.cfm en OER bachelor- en masteropleiding Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde artikel 5.14. Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beslissing van een examinator, is het verstandig om je eerst te wenden tot de Examencommissie POW met het verzoek om een uitspraak te doen over je eventuele klacht. Na die uitspraak kun je besluiten om binnen 4 weken beroep aan te tekenen bij de COBEX. Raadpleeg de studieadviseurs voor advies en de procedure. 10

Bijlage 1. Dublindescriptoren kennis en inzicht toepassen van kennis en inzicht oordeelsvorming communicatie leervaardigheden Bachelor Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen, functioneert doorgaans op een niveau met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op een dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten en niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. Master Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en deze te overtreffen en/of verdiepen, als mede een basis of kans bieden om een originele bijdrage te bieden aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende methodes toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige informatie en daarbij rekening te houden met sociaalmaatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. 11

Bijlage 2 Eindtermen van de opleidingen, zoals beschreven in de OER. OPLEIDING PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Eindtermen Bachelor Pedagogische Wetenschappen Kennis en inzicht De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in: 1. de voornaamste theorieën en onderzoeksmethoden met betrekking tot pedagogiek, pedagogische processen en middelen 2. pedagogische processen in verschillende cultureel en historisch gesitueerde opvoedingscontexten 3. de ontwikkeling, opbouw en structuur van het pedagogisch beroepsveld en van de organisatie en werkwijze van pedagogische zorgsystemen 4. de beginselen van relevante nevenwetenschappen, zoals psychologie, onderwijskunde, neurologie en filosofie 5. beschikbare methoden voor de verschillende fasen van de diagnostische beoordeling van pedagogische situaties 6. de belangrijkste interventiemodellen en strategieën en de belangrijkste methodieken voor begeleiding van beroepsopvoeders 7. methoden van evaluatieve, waaronder beroepsethische, afweging met betrekking tot pedagogiek en de praktische beroepsuitoefening als pedagoog Toepassen kennis en inzicht 8. actieve en toepasbare kennis op het gebied van de pedagogische wetenschappen om toelating te verwerven tot een masteropleiding Pedagogische Wetenschappen Oordeelsvorming De afgestudeerde is in staat om: 9. een pedagogisch probleem te formuleren, analyseren en relevante informatie hieromtrent te verzamelen 10. sociaalwetenschappelijke publicaties zowel in theoretisch als in empirisch opzicht kritisch te evalueren 11. de analyse van eenvoudig empirisch onderzoek uit te voeren 12. het eigen vakgebied vakinhoudelijk en wetenschapsfilosofisch te plaatsen ten opzichte van andere maatschappij- en gedragswetenschappen en ten opzichte van de eigen historische ontwikkeling 13. methoden van evaluatieve, waaronder ethische, afweging toe te passen met betrekking tot pedagogiek en de praktische beroepsuitoefening als pedagoog 14. basisvaardigheden gespreksvoering, observatie en rapportage, testafname en interventieplanning 15. een open en kritische houding tegenover de eigen kennisaanspraken en die van anderen 16. een open en kritische houding tegenover eigen ethische en sociaal-politieke aanspraken en die van anderen Communicatie De afgestudeerde is in staat om: 17. (de resultaten van een analyse van) een pedagogisch probleem schriftelijk en mondeling te presenteren, zowel aan vakgenoten als aan een breder publiek 18. de analyse van een eenvoudig empirisch onderzoek te presenteren 19. zelfstandig en in (multidisciplinair) groepsverband te werken 20. verantwoordelijkheid en respect jegens anderen (collega s, cliënten) Leervaardigheden 21. vaardigheden die noodzakelijk zijn voor de verwerving en ontwikkeling van vakspecifieke kwalificaties [zoals 10,11,13,14,19] 12

Eindtermen Master Pedagogische Wetenschappen Kennis en inzicht De afgestudeerde heeft grondige en specialistische kennis van en inzicht in: 1. theorieën en bevindingen én van methoden en technieken van de gekozen specialisatie alsmede van onderwerpen binnen of buiten die specialisatie die voor gebruik van genoemde theorieën en bevindingen van belang zijn; 2. de psychodiagnostiek en behandelingsmethoden, dan wel van de pedagogische probleemformulering en handelings- of interventiemethoden. Toepassen kennis en inzicht De afgestudeerde is in staat tot: 3. het toepassen van pedagogische kennis binnen een voor de pedagogisch relevant werkterrein en dit te relateren aan empirisch onderzoek en theoretische posities binnen de pedagogiek. Oordeelsvorming De afgestudeerde is in staat tot: 4. het hanteren van geavanceerde technieken voor pedagogisch onderzoek; 5. het zelfstandig opstellen en uitvoeren van een onderzoeks- of beïnvloedingsplan in verschillende fasen, zoals het verzamelen van relevante literatuur en het verzamelen, verwerken en interpreteren van gegevens; 6. het plannen, nemen van beslissingen en dragen van verantwoordelijkheid in de beroepssituatie. 7. specialistische vaardigheid op het gebied van psychodiagnostiek en behandeling dan wel van pedagogische probleemformulering en handelingstrategie of interventie; 8. specialistische vaardigheid op het gebied van gesprekvoering, observatie en rapportage; 9. inzicht in de consequenties van het eigen handelen voor anderen in de beroepssituatie; 10. besef van de ethische aspecten van de beroepsmatige omgang met anderen, zowel cliënten als proefpersonen, met inbegrip van de bredere consequenties van eigen onderzoeksresultaten en praktijkbeoefening; 11. besef van eigen beperkingen, d.w.z. op het juiste moment inroepen van deskundigheid van anderen en het zich op het juiste ogenblik onthouden van handelen. Communicatie 12. vaardigheid in het omgaan met anderen, het werken in teamverband. Leervaardigheden 13. bereidheid tot het herzien van eigen standpunten in de beroepssituatie. 13