- 0 2 OKT Ministerie van Economische Zaken

Vergelijkbare documenten
Datum 4 juli Betreft Wnb-vergunning; NOV-experiment; uitbreiding Windgat; Oosterschelde

Ministerie van Economische Zaken

Procedureel. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

- 0 2 OKT, Ministerie van Economische Zaken. Fa. C. Sinke & Zonen Damstraat AD Yerseke

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum /IMA 0511 DRZZ /MT onderwerp doorkiesnummer bijlagen

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I).

Procedureel Uw aanvraag is op 18 december 2009 door mij ontvangen. Bij brief van 18 december 2009 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

DRZZ/

Op 4 augustus 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 9 augustus 2010, (kenmerk: DRZZ/ ) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Voorschriften en beperkingen

Datum 1 september 2009 Betreft Besluit Nb-wet 1998; Importeren mosselen uit Denemarken; verzaaien in Oosterschelde

Ministerie van Economische Zaken

Besluit. Petrogas E&P Netherlands B.V. Laan van Zuid Hoorn DE RIJSWIJK. Datum 17 mei 2018 Betreft Wnb-vergunning; Boring A18-A05; Doggersbank

Besluit. Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur T.a.v. Postbus AC Yerseke

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Staatsbosbeheer t.a.v. de heer drs. C.J. Kalden Postbus BH DRIEBERGEN

Datum 21 maart 2012 Betreft Natuurbeschermingswet 1998; vergunning; exploitatie MZI's; Waddenzee

Op 14 oktober 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 20 oktober 2010 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Staatsbosbeheer. Postbus BH DRIEBERGEN. Datum 15 november 2012 Betreft Vergunning Nb-wet 1998; project stroomlijn; Beuningse Waarden

Voorschriften en beperkingen

In dit besluit vindt u de inhoudelijke overwegingen die eraan ten grondslag liggen. De aanvraag en de bijlagen maken onderdeel uit van dit besluit.

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Staatsbosbeheer t.a.v. de heer C.J. Kalden Postbus BH DRIEBERGEN

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedseikwaliteit

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZZ /GV onderwerp doorkiesnummer bijlagen

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen

Datum 12 februari 2019 Betreft Vergunning Wet natuurbescherming mosselimporten uit "River Dee", Verenigd Koninkrijk

Op 14 oktober 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 20 oktober 2010 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Rijkswaterstaat Maaswerken t.a.v. Postbus NB Maastricht. Geachte,

Datum 1 september 2017 Betreft Wet natuurbescherming; vergunning; baggeren Kanaal van Gent naar Terneuzen en verspreiden bagger in Westerschelde

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Ministerie van Economische Zaken

Voorschriften en beperkingen

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij

Nederlandse Vissersbond T.a.v. de heer J.K. Nooitgedagt Postbus AB EMMELOORD

Datum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij. Geachte heer,

Procedureel. Rijkswaterstaat Projecten T.a.v. ir. A.W. Velema Programma Ruimte voor de Rivier Postbus ED ARNHEM

Producentenorganisatie Kokkelvisserij t.a.v. Geachte,

Uw aanvraag is op 12 mei 2010 door mij ontvangen. Bij brief van 2 juni 2010 (kenmerk: DRZZ/ ) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Ministerie van Economisclie Zaken

Voorschriften en beperkingen

Bouwcombinatie Krinkels-CSO t.a.v. mevrouw Postbus CA Bunnik

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Besluit. Nederlandse Vissersbond U.A. T.a.v de heer Postbus AB Emmeloord

Besluit. Coöperatieve Producentenorganisatie Nederlandse vissersbond U.A.

Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur t.a.v. Postbus AC YERSEKE. uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

Rijkswaterstaat Noord-Nederland De heer W.J. Adema Postbus JH LEEUWARDEN

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben.

Datum 25 februari 2011 Betreft Wijzigingsbesluit Natuurbeschermingswet 1998; MZI's Oosterschelde, Voordelta en Waddenzee

Besluit. Gasunie Transport Services B.V. Datum Wnb; vergunning; werkzaamheden GOS Eerbeek; Veluwe. Geachte,

website - 47-RO ab.doc Pagina 1

Datum 9 april 2018 Betreft Wnb; meerjarige vergunning; mosselzaadvisserijen Waddenzee 2018 t/m 2020

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem

Besluit. Vermilion Energy Netherlands B.V. T.a.v. Postbus AB Harlingen

Op 16 april 2013 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 25 april 2013, kenmerk: DGNR-RRE/ , heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Procedureel. Vlaams Gewest

Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Besluit. TenneT TSO B.V. Datum Wnb; goedkeuringsbesluit Heiplan - Borssele Beta; NOZ Borssele. Geachte,

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Besluit. Ministerie van Economische Zaken. Tennet TSO B.V. T.a.v. de heer Postbus AS ARNHEM. Geachte heer

Vereniging van Opstallocatiehouders Binnengebied Eemshaven t.a.v. uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZ/07/1235/MO/SM

Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat

Kroondomein Het Loo t.a.v. p/a Econsultancy Fabriekstraat 19c 7000AP Doetinchem

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Ministerie van Economische Zaken

: Vergunning ex art. 19d Natuurbeschermingswet 1998 Pluimveehouderij De Haan, Zevenhuizen (Bakkeveense Duinen)

De aanvulling is op 6 januari 2010 per mail en op 13 januari 2010 per post door mij ontvangen.

Ministerie van Economische Zaken

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Datum OKT Nb-wetvergunning; Experiment oesterkooien locatie Wemeldinge; Oosterschelde

Datum 21 februari 2012 Betreft Natuurbeschermingswet 1998; vergunning gaswinning Noordzeekustzone en Waddenzee

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Besluit. 17 april 2008 DRZW/

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Omgevingsvergunning OV

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE,

Het project dient te worden uitgevoerd in de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017.

Datum 17 december 2010 Betreft Verlenging vergunning Nb-wet storten van onderhoudsbaggerspecie in het Marsdiep

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Programmadirectie Ruimte voor de Rivier t.a.v. de heer ir. Postbus MC Utrecht

Ik heb uw aanvraag op 21 april 2008 ontvangen.

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

Op 16 april 2013 ontving Ik uw aanvraag. Bij brief van 25 april 2013, kenmerk: DGNR-RRE/130763S9, heb Ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland)

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Het salderingsverzoek is gedaan voor de nieuwvestiging van een rundveebedrijf aan de Buitendijk 1 te Drimmelen.

IE lil! Uil

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

Transcriptie:

Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Ministerie van Economische Zaken, Directoraat Generaal Agro Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn T.a.v. dhr. H. Kool Postbus 20401 2500 EK Den Haag Directoraat-generaal Natuur Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Datum - 0 2 OKT. 2014 - Betreft Nb-wetvergunning optimalisatie oesterpercelen in de Oosterschelde Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/ez Behandeld door ing. R.M. Ravesteijn Geachte heer H. Kool Bij brief van 25 maart 2014 verzoekt u mij om aan de Directie Agroketens en Dierenwelzijn van het ministerie van Economische Zaken een vergunning te verlenen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998) voor het project: "optimalisatie oesterpercelen" in het Natura 2000-gebied Oosterschelde. Dit project omvat: 1. Het aanleggen van 31 nieuwe oesterpercelen onder gelijktijdige intrekking van 31 bestaande oesterpercelen, alsmede het herbegrenzen van 4 percelen en de wijze van verhuring van de nieuwe oesterpercelen. De herbegrenzing betreft de percelen Hoge Kraaijer 44 en 45 en Yerseke Bank 562. Hierbij wordt de helft van Yerseke Bank 562 ingetrokken en wordt een half perceel aangelegd met de naam Yerseke Bank 611. 2. Het aansluitend gebruik van de nieuwe oesterpercelen door de toekomstige huurders van deze percelen voor het winnen van oesterbroed of het kweken van oesters. T 06-38825337 F 070 378 6146 r.m.ravesteijn minez.n1 Ons kenmerk DGNR-RRE / 14152716 Uw kenmerk DGA-DAD/14052579 Bijlage(n) 1 Een meer uitgebreide projectbeschrijving is opgenomen in de passende beoordeling bij de aanvraag. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. Procedure Op 23 april 2014 ontving ik de bij uw aanvraag behorende passende beoordeling en werd de behandeling van uw aanvraag gestart. Bij brief van 1 mei 2014 met het kenmerk DGNR-RRE/ 14077787 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. Bij brief van 16 juli 2014 met het kenmerk DGNR-RRE/ 14118953 heb ik, in overleg met uw medewerker L.C.M. Gorissen, besloten de besluitvormingstermijn voor uw aanvraag te verlengen met dertien weken. Pagina 1 van 7

Ons kenmerk In het afstemmingsoverleg op 10 september 2014 tussen de indiener en de DGNR-RRE / 14152716 behandelaar van deze vergunningaanvraag is om praktische en juridische redenen besloten om de aanvraag voor de onderdelen 1 en 2 separaat, maar wel op basis van dezelfde passende beoordeling, of te wikkelen. Deze beschikking beperkt zich tot onderdeel 1 van de aanvraag. Bevoegdheid De voorgenomen activiteit valt onder artikel 2, sub I, van het Besluit vergunningen Nb-wet 1998 (hierna: het Besluit) (Staatsblad 2005, nr. 594; het laatst gewijzigd per 7 oktober 2012, Stb. 2012, nr. 612), luidend: 'uitoefening van.niet-handmatige schaal- en schelpdiervisserij, het invangen van mosselzaad, schelpdiercultures en het uitzetten van mosselen daaronder begrepen' Op deze basis en artikel 19d, lid 5, in samenhang met artikel 16, lid 6 van de Nbwet 1998, is de minister van Economische Zaken (EZ) bevoegd tot vergunningverlening op basis van artikel 16 en artikel 19d jo artikel 19ia van de Nb-wet 1998. Op basis van de portefeuilleverdeling tussen de minister van EZ en de staatssecretaris van EZ is deze bevoegdheid belegd bij de staatssecretaris. De exacte wetsteksten zijn te raadplegen op www.overheid.nl onder 'wet- en regelgeving'. Besluit Met de door u uitgevoerde passende beoordeling als bedoeld in artikel 19f van de Nb-wet 1998 is de zekerheid verkregen dat met het uitvoeren van onderdeel 1 van de aangevraagde activiteit, gelet op de relevante instandhoudingsdoelstellingen en met inachtneming van de weergegeven voorschriften, waaronder mitigerende maatregelen, geen aantasting zal optreden van de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000-gebied Oosterschelde. Tevens is met de inhoud van de betreffende passende beoordeling de zekerheid verkregen dat uitvoering van onderdeel 1 van de aangevraagde activiteit de wezenlijke kenmerken van het natuurmonument Oosterschelde-Buitendijks niet zal aantasten. Deze conclusie geldt nadrukkelijk vanuit de door mij specifiek hiertoe geformuleerde vergunningvoorschriften ter bescherming van de in het Natura 2000-gebied Oosterschelde en het beschermd natuurmonument Oosterschelde- Buitendijks aanwezige beschermde waarden. Gelet op de bepalingen van de Nb-wet 1998 en de in de bijlage vermelde overwegingen besluit ik derhalve de gevraagde vergunning ingevolge artikel 16 en artikel 19d jo artikel 19ia van de Nb-wet 1998 onder de navolgende voorschriften en beperkingen, voor onderdeel 1 van uw aanvraag te verlenen. Pagina 2 van 7

Regio Ons kenmerk Voor een weergave van de inhoud van de aanvraag en de relevante wet- en DGNR-RRE / 14152716 regelgeving alsmede het van toepassing zijnde beleid verwijs ik naar de bijlage bij dit besluit. In dezelfde bijlage treft u voorts mijn inhoudelijke overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen aan, evenals een weergave van de diverse zienswijzen en mijn reactie daarop. Bijlage 1. 'overwegingen' maakt integraal onderdeel uit van dit besluit. De aanvraag en de door u aangeleverde passende beoordeling maken eveneens integraal onderdeel uit van onderhavig besluit. Deze documenten zijn door u opgesteld en aan mij verstuurd. Ik voeg ze dan ook niet bij dit besluit. Voorschriften en beperkingen Ter bescherming van de in het Natura 2000 gebied Oosterschelde en het beschermd natuurmonument Oosterschelde-Buitendijks aanwezige beschermde waarden, verbind ik aan deze vergunning de volgende voorschriften en beperkingen. A lgem e en 1. Deze vergunning staat op naam van de Directie Agroketens en Dierenwelzijn van het ministerie van Economische Zaken (hierna: vergunninghouder). 2. Deze vergunning wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) de vergunninghouder of aantoonbaar in opdracht van de vergunninghouder handelende (rechts)personen. 3. Deze vergunning betreft het doen vervallen van de percelen Hoge Kraaijer (HK) 34, 54 t/m 58, 64, en 66 t/m 68, Bergse bank (BB) 10 t/m 23, 33 t/m 35 en 45, Yersekebank (YB) 259, 463, 513 en 562 (half perceel) als verhuurbaar oesterperceel, alsmede aanleg van 31 nieuwe oesterpercelen, waarvan 15 oesterbroedpercelen op de Yersekebank (YB) met de nrs. 70 t/m 79 en Windgat (WG) met de nrs. 11 en 13 t/m 16 alsmede de aanleg van 16 oesterkweekpercelen met de nrs. Stort (ST) 20 t/m 25, Bergse Bank (BB) 63 t/m 70, 72 en 73 en Yerseke Bank (YB) 611 (half perceel). De oesterkweekpercelen Hoge Kraaijer 44 en 45 worden herbegrensd. 4. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen beschikken op de pleats waar de vergunde activiteit wordt uitgevoerd over een kopie van deze beschikking, inclusief alle daarbij behorende onderdelen (zie onder 'besluit'), en tonen deze op eerste vordering aan de daartoe bevoegde toezichthouders en opsporingsambtenaren. 5. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen zijn aantoonbaar op de hoogte van de inhoud en het doel van deze voorschriften en beperkingen, zodanig dat zij daar ook invulling en uitvoering aan kunnen geven. 6. De vergunde activiteit wordt overeenkomstig de ingediende aanvraag en bijbehorende passende beoordeling uitgevoerd, met inachtneming van de aan deze vergunning verbonden voorschriften en beperkingen. Bij eventuele strijdigheid van de aanvraag en/of passende beoordeling met de voorschriften en beperkingen in onderhavige vergunning, prevaleren deze laatste. Pagina 3 van 7

Ons kenmerk 7. In afwijking van voorschrift 6 mag een activiteit in afwijking van de aanvraag DGNR-RRE / 14152716 en/of het vergunde worden uitgevoerd indien en voor zover deze afwijking naar het oordeel van het bevoegd gezag niet leidt tot andere of grotere nadelige effecten op de relevante beschermde waarden van het betrokken Natura 2000-gebied Oosterschelde en het beschermd natuurmonument Oosterschelde Buitendijks ten opzichte van een uitvoering conform de aanvraag. Het voornemen tot het uitvoeren van een activiteit in afwijking van de aanvraag en/of het vergunde dient door de vergunninghouder schriftelijk of per e-mail (nbwetteam @minez.nl) te worden gemeld aan het bevoegd gezag en kan slechts plaatsvinden na uitdrukkelijk verkregen schriftelijke instemming van of namens het bevoegd gezag. 8. Bij opgetreden incidenten waarbij een onder voorschrift 2 genoemde (rechts)persoon direct is betrokken moet door de vergunninghouder worden gehandeld conform de daarbij van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Tevens wordt in het kader van deze vergunning door de vergunninghouder binnen twee dagen schriftelijk of per e-mail (nbwetteam @minez.nl) melding over de aard en omvang van het incident gedaan aan het bevoegd gezag (t.a.v. het Nb-wet team) onder overlegging van alle relevante gegevens. Onder incident wordt in dit verband verstaan 'een onvoorziene gebeurtenis waardoor schade aan de natuurlijke kenmerken in het betrokken beschermde gebied is of kan worden toegebracht' (bijvoorbeeld wanneer onbedoeld schadelijke stoffen in het milieu vrijkomen). 9. Bij een opgetreden incident als genoemd in voorschrift 8, is de vergunninghouder verplicht eventuele verontreinigingen zo mogelijk direct te laten verwijderen en de eventueel opgetreden schade voor zover mogelijk te herstellen, zulks ter beoordeling van het bevoegd gezag. 10. Al le door of namens het bevoegd gezag te geven aanwijzingen en/of uitvoeringsbepalingen worden binnen de in de aanwijzing bepaalde termijn opgevolgd. Nadere in h o ude lijke voo rschriften. 11. Vergunninghouder verhuurt jaarlijks in totaal niet meer dan 1500 hectare aan oesterpercelen. 12. De nieuwe oesterpercelen worden uitsluitend verhuurd voor het gebruik zoals omschreven in voorschrift 3. 13. Vergunninghouder hanteert in haar huurovereenkomsten voor de nieuwe oesterbroedpercelen de navolgende definities: Oesterbroed: jonge, niet-meerjarige oesters. Oesterbroedperceel: perceel dat wordt gebruikt om op de bodem met gangbare collectoren oesterbroed in te vangen. Deze percelen worden zodanig gebruikt/bevist dat er niet of nauwelijks meerjarige oesters voorkomen. 14. Indien vergunninghouder, vanuit diens verantwoordelijkheid als verhuurder, vermoedt of constateert dat een huurder van een oesterbroedperceel dit perceel voor andere doeleinden of activiteiten gebruikt dan met de huurovereenkonnst is toegestaan, dan meldt de vergunninghouder dit per e- mail (nbwetteam @minez.nl) aan het bevoegd gezag. Pagina 4 van 7

Ons kenmerk 15. Na elke mutatie in de tenaamstelling van de in voorschrift 12 genoemde DGNR-RRE / 14152716 huurovereenkomsten verstrekt vergunninghouder een geactualiseerde Iijst van huurders (van oesterpercelen zoals genoemd in voorschrift 3) per e-mail (nbwetteam @minez.nl) aan het bevoegd gezag. Vergunninghouder maakt hierbij onderscheid tussen de huurders van oesterbroedpercelen en de nieuwe oesterkweekpercelen. Met betrekking tot de nieuwe oesterkweekpercelen komt deze verplichting te vervallen bij de inwerkingtreding van het Natura 2000-beheerplan voor de Oosterschelde. 16. Bij de uitvoering van werkzaamheden van de vergunninghouder in diens hoedanigheid als verhuurder van de betreffende percelen (zoals uitmeten, afpalen, controle en toezicht) dient verstoring van de in de Oosterschelde aanwezige beschermde natuurwaarden tot een minimum te worden beperkt: groepen vogels mogen niet dichter dan tot een afstand van 500 meter worden benaderd en rustende zeehonden niet dichter dan tot een afstand van 1200 meter. He t w ijzigen of in trekken van de verqun n in q 17. De voorschriften en beperkingen waaronder deze vergunning is verleend, kunnen worden gewijzigd of aangevuld indien naar het oordeel van het bevoegd gezag uit eigen waarneming of anderszins blijkt dat de vergunde activiteit andere of nadeliger gevolgen heeft voor de relevante beschermde waarden dan die welke bij het nemen van dit besluit op basis van de op dat moment beschikbare informatie werden verwacht. 18. Indien op enig moment mocht blijken dat de vergunde activiteit zodanige schade aan de relevante beschermde waarden dreigt toe te brengen en het geven van aanwijzingen, het wijzigen of aanvullen van de voorschriften of beperkingen deze schade niet kan voorkomen, dan kan deze vergunning worden ingetrokken. 19. Voordat tot wijziging van vergunningvoorschriften of (gedeeltelijke) intrekking van de vergunning wordt overgegaan, wordt de vergunninghouder in de gelegenheid gesteld haar zienswijze naar voren te brengen (tenzij spoedeisendheid tot onmiddellijke intrekking c.q. wijziging noodzaakt). Toezich t 20. De vergunninghouder geeft, overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht, alle medewerking aan de aangewezen toezichthouder(s). 21. De vergunninghouder voert een administratie waarin alle op deze vergunning betrekking hebbende documenten en bewijsstukken ten aanzien de naleving van de voorschriften en beperkingen van deze vergunning zijn opgenomen. 22. De vergunninghouder dient de in het voorgaande voorschrift genoemde documenten en bewijsstukken te bewaren voor een periode van minimaal 3 jaar. L000tiidigeldighe id 23. Deze vergunning geldt voor onbepaalde tijd. 24. Het niet naleven van de voorschriften van deze vergunning kan, naast eventuele strafvervolging, intrekking van de vergunning tot gevolg hebben. Pagina 5 van 7

Ons kenmerk DGNR-RRE / 14152716 Kennisgeving Conform artikel 42, lid 3, van de Nb-wet 1998, zijn afschriften van deze vergunning verzonden aan: Gedeputeerde Staten van Zeeland, Burgemeesters en wethouders van Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland, Tholen, Goes, Reimerswaal en Kapelle, Nationaal Park Oosterschelde, De Zeeuwse Milieufederatie, Rijkswaterstaat Zeeland, De Nederlandse Oestervereniging, Vogelbescherming Nederland, De Faunabescherming, Natuurmonumenten Zuid- Holland en Zeeland. Hoogachtend, haron jksma aatssecretaris van Economische Zaken Bijlage(n): 1. Inhoudelijke overwegingen Pagina 6 van 7

Ons kenmerk Bezwaar DGNR-RRE / 14152716 Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij: De Staatssecretaris van Economische Zaken Rijksdienst voor Ondernemend Nederland afdeling Juridische Zaken postbus 40219 8004 DE Zwolle Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten: a) de naam en het adres van de indiener; b) de dagtekening; c) een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en d) de gronden van bezwaar. Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen. Publicatie besluit Op grond van artikel 42, lid 3, van de Nb-wet 1998 en artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur zal het ministerie van Economische Zaken onderhavig besluit openbaar maken. De besluiten op grond van de Nb-wet 1998, waaronder onderhavige, zullen, onder anonimisering van de persoonsgegevens, geplaatst worden op http://vergunningenbank.overheid.nl/natuurbeschermingswet Pagina 7 van 7

Ministerie van Economische Zaken Directoraat-generaal Natuur bijlage Inhoudelijke overwegingen Nb-wetvergunning; Optimalisatie oesterpercelen; Oosterschelde Behandeld door R.M. Ravesteijn 06-38825337 r.m.ravesteijn@minez.n1 Bijlage nummer Horend bij kenmerk 1 DGNR-RRE/14152716 Datum 16-09-2014 Contactpersoon R.M.Ravesteijn DE AANVRAAG De aanvraag betreft het project 'optimalisatie oesterpercelen Oosterschelde'. Dit project omvat: Onderdeel 1. Het aanleggen van 31 nieuwe oesterpercelen onder gelijktijdige intrekking van 31 bestaande oesterpercelen, alsmede het herbegrenzen van 4 percelen en de wijze van verhuring van de nieuwe oesterpercelen. De herbegrenzing betreft de percelen Hoge Kraaijer 44 en 45 en Yerseke Bank 562. Hierbij wordt de helft van Yerseke Bank 562 ingetrokken en wordt een half perceel aangelegd met de naam Yerseke Bank 611. Van de 31 nieuwe percelen zijn de 15 hooggelegen percelen op de locaties Yersekebank en Windgat uitsluitend bedoeld als oesterbroedperceel en de overige 16 dieper gelegen percelen als oesterkweekperceel. Vervolgens worden de nieuwe percelen verhuurd aan oesterkwekers. Onderdeel 2. Na de aanleg en verhuur zullen de nieuwe percelen door oesterkwekers worden gebruikt ten behoeve van de oesterkwekerij. In het afstemmingsoverleg op 10 september 2014 tussen de indiener en de behandelaar van deze vergunningaanvraag is om praktische en juridische redenen besloten om de aanvraag voor de onderdelen 1 en 2 separaat, maar wel op basis van dezelfde passende beoordeling, of to wikkelen. Deze overwegingen behoren bij de behandeling van onderdeel 1 van de aanvraag. Voor een uitgebreidere beschrijving van de voorgenomen activiteit wordt kortheidshalve verwezen naar de aanvraag. Belang van de aanvrager De aanvrager heeft, conform artikel 41, lid 1 van de Nb-wet 1998, het belang dat hij heeft bij de vergunning gemotiveerd. Het belang van de aanvrager bestaat uit het aan haar huurders, de oesterkwekers, aanbieden van goede oesterbroed- en oesterkweekpercelen. Dit maakt een economisch gezonde bedrijfsvoering in deze sector mogelijk met respect voor de in het gebied aanwezige natuurwaarden. Pagina 1 van 8

Hiermee is naar mijn mening het belang van de aanvrager voldoende gemotiveerd. WETTELI]K KADER Natura 2000-gebied In relatie tot het betrokken Natura 2000-gebied zijn in deze relevant de artikelen 19d (lid 1) <en>, 19e, <19ia en het artikel 19f (lid 1)> van de Nb-wet 1998. Beschermd Natuurmonument In relatie tot het betrokken natuurmonument zijn relevant de artikelen 60, 10a (lid 1 en lid 3) en artikel 15a (lid 2) van de Nb-wet 1998. De exacte wetsteksten zijn to raadplegen op www.overheid.nl onder 'wet- en regelgeving'. BELEID De aangevraagde activiteit zoals omschreven in dit besluit past binnen het relevante vastgestelde beleid, hieronder beknopt weergegeven: S tructuurvis ie Infras tructuur en Ru im te Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld, als opvolger van de Nota Ruimte. Volgens de structuurvisie is het Rijk verantwoordelijk voor en door de EU aanspreekbaar op het nakomen van de in internationaal verband aangegane verplichtingen, inclusief Biodiversiteitsverdrag en de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Het Rijk stelt kaders waarbinnen de provincies een provinciaal en Iandsgrensoverschrijdend natuurnetwerk, zijnde de herijkte nationale Ecologische Hoofdstructuur begrenzen, beschermen en onderhouden. Tot de herijkte EHS behoren de Natura 2000-gebieden, de Nationale Parken, de Noordzee en de grote wateren inclusief de grote rivieren. De natuur in de EHS blijft goed beschermd met een 'nee, tenzij'-regime in relatie tot de wezenlijke kenmerken en waarden. Het gaat daarbij om: waardevolle aspecten zoals natuurschoon, schoon water, het aanwezig zijn van bepaalde plant- of diersoorten, gebieden van aardwetenschappelijk belang en het afwezig zijn van lawaai. Be le idsbeslu it sch elodiervisserij 2005-201 20 : "Ruim te voor een zilte oogs t" Het schelpdiervisserijbeleid is gericht op een economisch gezonde bedrijfstak met perspectief en productiemethoden die de natuurwaarden respecteren en waar mogelijk versterken. De inpasbaarheid in de betreffende ecosystemen (planet) zijn leidend voor het toekomstig economisch perspectief (profit). A loemene Handreiking Na tuurbeschermingswe t 1 9 98 (h ierna : de Handreikinq ) In de Handreiking wordt gesteld dat als (een deel van) een bestaand beschermd natuurmonument en een Natura 2000-gebied samenvallen, de bestaande, voor het natuurmonument geldende doelstellingen over de bescherming van natuurschoon en natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied overgaan naar het nieuwe Natura 2000-gebied zodra het Natura 2000-gebied definitief is Pagina 2 van 8

aangewezen. De status van beschermd natuurmonument komt te vervallen voor het gedeelte van het beschermd natuurmonument dat deel uitmaakt van een Natura 2000-gebied. Wanneer dat gebeurt, heeft de instandhoudingsdoelstelling voor dat gedeelte van het Natura 2000-gebied mede betrekking op de doelstellingen voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied, zoals bepaaid in het vervallen besluit van het beschermd natuurmonument (artikel 15a, lid 3, Nb-wet 1998). Om inzicht te krijgen in de wezenlijke kenmerken en waarden waarvoor natuurmonumenten zijn aangewezen (deze waarden maken immers sinds de inwerkingtreding van de Nb-wet 1998 deel uit van het Natura 2000-gebied 'Waddenzee') verwijs ik naar de hieromtrent vermelde informatie op www.rijksoverheid.nl. Beh eers - en inrich tingsn lan Na tionaa l Park Oos tersch e lde Het Beheers- en inrichtingspian Nationaal Park Oosterschelde ('Van de parels en het slik', hierna: Beheersplan) heeft de hoofddoelstelling van het Beleidsplan Oosterschelde overgenomen: "Het behoud en zo mogelijk versterking van de aanwezige natuurlijke waarden met inachtneming van de basisvoorwaarden voor een goed nnaatschappelijk functioneren van het gebied, waaronder met name de visserij wordt begrepen." Het Beheersplan geeft een nadere invulling aan de eerder in het Beleidsplan Oosterschelde geformuleerde uitgangspunten. Met betrekking tot beroepsvisserij in de Oosterschelde zet het Beheersplan het volgende streefbeeld neer: "Benutting van de overcapaciteit tot regeneratie en reproductie van het natuurlijk systeem, waarbij het natuurlijk systeem in al zijn facetten duurzaam in stand blijft." Op korte termijn (2014/2015) verwacht relevant beleid: Concep t On twerp -Beh eerplan Na tura 2000 Oosterschelde (april 201 4) De oesterkweek vindt plaats op daartoe bestemde percelen in de Kom van de Oosterschelde. De werkzaamheden op oesterkweekpercelen kunnen lokaal zorgen voor verstoring voor de op slikken en platen foeragerende vogels en op de platen rustende zeehonden als gevolg van silhouetwerking van de vissersboten. Wanneer aan onderstaande voorwaarden wordt voidaan treden er geen significante negatieve effecten van oesterteelt op de Natura 2000 - instandhoudingsdoelstellingen op. Vrijstellingsvoorwaarden vo or oesterkweek: Om negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen te beperken, dient ervoor te worden gezorgd dat er dat er tijdens de werkzaamheden een minimale afstand van 500 meter ten opzichte van foeragerende vogels en 1200 meter van op de plaat rustende zeehonden wordt aangehouden. Pagina 3 van 8

VERGUNNINGPLICHT De aangevraagde activiteit vindt plaats in of nabij het Natura 2000-gebied Oosterschelde. Het gebied Oosterschelde-Buitendijks is ook aangewezen als beschermd natuurmonument. Ik stel vast dat de aangevraagde activiteit mogelijk de natuurlijke waarden en kenmerken van het bovengenoemde beschermde Natura 2000-gebied en van het beschermd natuurmonument kan aantasten. Om die reden ben ik van mening dat de voorgenomen activiteit vergunningplichtig is onder de Nb-wet 1998. PASSENDE BEOORDELING Beheerplan In dit geval kan vastgesteld worden dat ten aanzien van de voorgenomen activiteit, op het moment van besluitvorming, geen beletsel voortvloeit uit enig beheerplan op basis van de Nb-wet 1998. Geen beheer De voorgenomen activiteit vormt een project dat geen direct verband heeft met of nodig is voor het beheer van het betrokken Natura 2000-gebied. De voorgenomen activiteit is voorts nog niet eerder beoordeeld in het kader van de Nb-wet 1998. Moqeliik significante gevolgen Op grond van artikel 19f, lid 1, van de Nb-wet 1998 in combinatie met artikel 19g, lid 1, van de Nb-wet 1998 dient een passende beoordeling aangeleverd to worden door de initiatiefnemer. Het Europese Hof van Justitie heeft in haar uitspraak van 7 september 2004 aangegeven dat een passende beoordeling slechts dan achterwege kan worden gelaten indien op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat uitvoering van de werkzaamheden afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor dat gebied. In dit geval kunnen dergelijke gevolgen niet bij voorbaat uitgesloten worden. Ik concludeer dat een passende beoordeling vereist is. De gevraagde vergunning kan slechts verleend worden, indien ik mij ervan heb kunnen verzekeren dat de beschermde waarden van het desbetreffende gebied niet aangetast zullen worden. U heeft een passende beoordeling bij uw aanvraag gevoegd. In het onderstaande volgt mijn beoordeling van uw effectenanalyse en conclusies. De diverse beschermde waarden van het betrokken Natura 2000-gebied aismede de wezenlijke kenmerken en waarden van het natuurmonument Oosterschelde- Buitendijks staan vermeld op www.rijksoverheid.nl (`Onderwerpen' > `Natuur' > Natura 2000'). Ik merk op dat het betrokken Natura 2000-gebied het gehele natuurmonument volledig omsluit. Omwille van inzicht in de wezenlijke kenmerken en waarden Pagina 4 van 8

waarvoor dit natuurmonument is aangewezen (deze waarden maken immers sinds de inwerkingtreding van de Nb-wet 1998 deel uit van het betrokken Natura 2000 - gebied) worden deze, voor zover relevant, inhoudelijk meegenomen in de onderstaande beoordeling. BEOORDELING EFFECTEN Algemeen De bij de aanvraag gevoegde passende beoordeling biedt de grondslag voor de (nadere) vaststelling van de aard en omvang van de effecten (mede gelet op de eventuele cumulatie van effecten) en de wijze waarop in mitigatie is voorzien. In de passende beoordeling zijn de effecten getoetst aan de instandhoudingdoelstellingen uit het aanwijzingsbesluit. In het onderstaande volgt mijn beoordeling van de effectenanalyse zoals neergelegd in de passende beoordeling. Afbakenino Ik ben van oordeel dat de afbakening van het gebied dat door de aanvraagde activiteit beinvloed zou kunnen worden in de passende beoordeling op een juiste wijze heeft plaatsgevonden. Ten behoeve van de beoordeling van de effecten is in deze passende beoordeling geinventariseerd welke in redelijkheid denkbare typen effecten onderzocht moeten worden en welke natuurwaarden door deze effecten beinvloed kunnen worden. Mogelijke effecten en mitigatie (Korte samenvatting van de meest relevante onderdelen uit de passende beoordeling. Voor nadere details en onderbouwing wordt verwezen naar de passende beoordeling zelf.) Hab i ta ttyp e 1 1 60 Gro te Baaien Doordat er nieuwe oesterpercelen worden aangelegd is de kans aanwezig dat daarmee oppervlakte van het beschermde habitattype 1160 wordt vernietigd of dat ter plaatse de kwaliteit daarvan wordt aangetast. De nieuwe oesterpercelen worden echter aangelegd op locaties die zijn gekwalificeerd als "vrije gronden" voor de oestervisserij. De impact van oestervisserij en oesterkweek op bodemstructuur en habitatkwaliteit (bodemleven) is in hoge mate vergelijkbaar. Er gaat geen oppervlakte verloren en de verschillen in kwaliteit zijn minimaal. Doordat er in het project ook eenzelfde oppervlakte aan oesterpercelen wordt opgeheven (en ook weer als "vrije grond" voor de oestervisserij beschikbaar komt) zijn eventuele effecten plaatselijk en tijdelijk. Mede in het licht van de dynamiek van het ecosysteem zijn deze eventuele effecten verwaarloosbaar en zeker niet significant. So orten (zeeh onden en vogels) In de Oosterschelde komen diverse soorten voor die in het kader van Natura 2000 zijn beschermd, met name de zeehond en diverse vogelsoorten. Ter plaatse Pagina 5 van 8

Regio van het project 'optimalisatie oesterpercelen', in De Kom van de Oosterschelde, komen deze soorten doorgaans beperkt voor. Eventueel significante effecten kunnen met name worden veroorzaakt door verstoring en/of door een effect op de voedselvoorziening. Andere effecten zijn gemotiveerd uitgesloten. - Verstoring Verstoring in diverse vormen (m.n. zicht en geluid) van rustende, foeragerende en/of zich voortplantende beschermde soorten is doorgaans een van de meest voorkomende mogelijke negatieve effecten. Het gebied De Kom is echter van oudsher een intensief gebruikt gebied met visserij, schelpdierkweek, recreatie, beroepsscheepvaart. De ter plaatse aanwezige soorten zijn daar in meer of mindere mate aan gewend en aangepast. Meer verstoringsgevoelige soorten zullen het gebied veelal mijden. Bovendien zijn al deze soorten vrij mobiel en in staat om zo nodig tijdig gebruik te maken van de voldoende aanwezige uitwijkmogelijkheden. Mede gezien de constatering dat de beschermde soorten beperkt in De Kom voorkomen en het feit dat dit project per saldo niet leidt tot een toename van de mate van verstoring, kan in redelijkheid worden aangenomen dat er geen sprake zal zijn van significant negatieve effecten door verstoring. Om dit te borgen wordt in de vergunningvoorschriften opgenomen dat groepen vogels mogen niet dichter mogen worden benaderd dan tot een afstand van 500 m. en rustende zeehonden niet dichter dan tot een afstand van 1200 m. - Voedselvoorziening In de passende beoordeling is van diverse directe en indirecte vormen van mogelijke beinvloeding van de voedselvoorziening van de beschermde soorten gemotiveerd aangegeven dat deze geen aantoonbaar effect (zeker niet significant) zullen hebben op de voedselvoorziening van de beschermde soorten. Belangrijk aandachtspunt hierbij is het mogelijk indirecte effect van een eventuele toename aan (biomassa) oesters op de voedselbeschikbaarheid voor schelpdieretende vogels, met name de scholekster. Een groter beslag op de primaire productie (draagkracht) van de Oosterschelde door toename van het oesterbestand kan mogelijk leiden tot een kleiner en/of kwalitatief minder bestand van bijvoorbeeld kokkels, belangrijk onderdeel van het voedselpakket van de scholekster. Gezien de landelijk slechte staat van instandhouding van de scholekster, het grote belang van het gebied Oosterschelde voor deze soort, de afname van het beschikbare foerageergebied op kokkels (zandplaten) door de zandhonger en indicaties dat de draagkracht van de Oosterschelde op zichzelf onder druk staat, kunnen significant negatieve effecten niet zonder meer worden uitgesloten. Dat kan alleen indien het project, ondanks de focus op productieverbetering in de oestersector, per saldo niet leidt tot een toename van het oesterbestand in de Oosterschelde. Hiertoe zijn enkele mitigerende maatregelen voorzien die worden geborgd door ze ook in de vergunningvoorschriften op te nemen. Dit betreft een maximering van het aantal te verhuren oesterpercelen en een onderscheid in 15 nieuwe percelen voor uitsluitend opvang van oesterbroed en 16 nieuwe percelen voor de reguliere oesterkweek, tegen opheffing van 31 oude oesterkweekpercelen. Pagina 6 van 8

Directie Regio e n Ruimtelijke Naar mijn oordeel is, mede gelet op de instandhoudingdoelstellingen voor het betrokken Natura 2000-gebied, met de effecten zoals in de passende beoordeling zijn aangegeven een volledig inzicht gegeven in de mogelijke effecten die in het bovenvermelde beinvloedingsgebied zijn te verwachten als gevoig van de aangevraagde activiteit. De passende beoordeling is dan ook genoegzaam uitgevoerd en biedt de noodzakelijke basis voor de in artikel 19g, lid 1, van de Nbwet 1998 genoemde verzekering. Natuurmonumentwaarden Ten aanzien van de diverse flora en fauna zoals benoemd in het besluit tot aanwijzing van het gebied Oosterschelde-Buitendijks als natuurmonument merk ik het volgende op. Deze waarden vallen voor een zeer groot deel binnen de beoordeling van de effecten in relatie tot het betrokken Natura 2000- gebiedoosteschelde. Naar mijn mening voorziet de voorgaande passende beoordeling ook in een toetsing die, qua algemene aannames en de diverse mitigerende maatregelen, gelding heeft voor de kenmerken en waarden van het betrokken natuurmonument. De waarden van het beschermd natuurmonument die niet zijn afgedekt door of meeliften met de Natura 2000-doelen en natuurwaarden die niet ondergeschikt zijn aan de Natura 2000-doelen worden in het onderstaande getoetst. Met betrekking tot rust, landschap en duisternis leidt de uitvoering van onderdeel 1 van het project 'optimalisatie oesterpercelen' niet tot wezenlijke veranderingen in de bestaande situatie. Geconcludeerd kan worden dat de uitvoering van onderdeel 1 van de aangevraagde activiteit niet schadelijk is voor het natuurschoon, voor de natuurwetenschappelijke betekenis van het beschermd natuurmonument of voor dieren of planten in het beschermd natuurmonument of het beschermde natuurmonument ontsiert. Conclusies: Zelfstandig beschouwd leidt de uitvoering van onderdeel 1 van het project 'optimalisatie oesterpercelen', niet tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000-gebied Oosterschelde.. CUMULATIE Op basis van artikel 19f van de Nb-wet 1998 dient bij vergunningverlening voor projecten of plannen een beoordeling plaats te vinden van de cumulatieve effecten indien deze projecten of plannen, afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of handelingen, significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied. Ik heb hiervoor reeds geconcludeerd dat de uitvoering van de voorgenomen activiteit zelfstandig beschouwd, niet kan leiden tot een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in het betreffende Natura 2000-gebied of een significant verstorend effect kan hebben op de soorten Pagina 7 van 8

waarvoor het betreffende gebied is aangewezen. Dit betekent tevens dat er geen sprake is van eventuele cumulatieve effecten. Ik concludeer dat binnen de aangeleverde passende beoordeling een volledige en juiste cumulatie-toetsing is uitgevoerd. AFWEGINGSKADER STRUCTUURVISIE INFRASTRUCTUUR EN RUIMTE Aangezien in dit geval het afwegingskader van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte het afwegingskader van de Vogel- en Habitatrichtlijn volgt, is met het doorlopen van het afwegingskader, zoals opgenomen in de Nb-wet 1998, materieel aan de vereisten van het afwegingskader van de voornoemde structuurvisie. BESPREKING VAN DE INSPRAAK Naar aanleiding van deze aanvraag zijn, op grond van artikel 44, lid 3, van de Nbwet 1998, Gedeputeerde Staten van Zeeland, Burgemeester en wethouders van Noord-Beveland, Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland, Burgemeester en wethouders van Tholen, Burgemeester en wethouders van Goes, Burgemeester en wethouders van Reimerswaal en Burgemeester en wethouders van Kapelle in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag hun zienswijze kenbaar te maken. Ingevolge artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht zijn de Zeeuwse Milieufederatie, De Faunabescherming, Vogelbescherming Nederland, Rijkswaterstaat Zeeland, Nationaal Park Oosterschelde en Natuurmonumenten Zuid-Holland - Zeeland in de gelegenheid gesteld tot het geven van een zienswijze betreffende de onderhavige aanvraag. Hierna volgt een weergave van de ontvangen zienswijzen. Daar waar opmerkingen en suggesties niet reeds hiervoor aan de orde zijn geweest of niet binnen mijn inhoudelijke overwegingen reeds aan deze inspraak volledig tegemoet is gekomen, volgt mijn reactie (cursief weergegeven). Gemeente Schouwen-Duiveland De gemeente Schouwen-Duiveland geeft aan dat zij de conclusie van de passende beoordeling, namelijk dat er van het project 'optimalisatie oesterpercelen' geen significante effecten zijn te verwachten, plausibel acht en geen bezwaar heeft tegen het verlenen van de gevraagde vergunning. CONCLUSIE Zowel zelfstandig als in cumulatie beschouwd leidt de uitvoering van onderdeel 1 van het project 'optimalisatie oesterpercelen' niet tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000-gebied Oosterschelde. Op grond van het bovenstaande ben ik van mening dat de gevraagde vergunning, onder de opgenomen voorschriften en beperkingen, voor onderdeel 1 kan worden verleend. Pagina 8 van 8