Ontwerp MILIEUBELEIDSPLAN 2010 2014 (naar een integraal milieu, natuur en duurzame ontwikkelingsbeleid in Schoten)

Vergelijkbare documenten
MILIEUBELEIDSPLAN

Gemeentelijke milieuraden: wat met de nieuwe legislatuur?

VERSLAG GEMEENTELIJKE MINARAAD SCHOTEN dd.27/09/2010 Wijkcentrum Curielaan. AGENDA Nr. Agendapunt Advies

1. Bestaande reglementen

De Gemeenteraad, In openbare vergadering,

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur

Samenwerkingsovereenkomst Intekening en rapportering

Gemeente Kampenhout MILIEUJAARPROGRAMMA 2005

Bijlagen. Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke december 2004, ontwerp

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

Statuten milieuraad Lier Beslissing gemeenteraad 28 april 2003

Leeswijzer cluster Hinder. Onderdeel van de handleiding Cluster Hinder

Milieubeleidsplan Wommelgem Versie 3.0

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN 24 februari 2005

BASISNIVEAU verwijzing MJP

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

ONTHAAL WELKOM! Lokale handhavingsplannen en handhavingsprotocols inzake ruimtelijke ordening

Jaarverslag van de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur werkingsjaar 2011.

1 Algemene inleiding bij de gecoördineerde versie van 2016

HUISHOUDELIJK REGLEMENT MILIEURAAD (goedgekeurd gemeenteraad 10 juni 2013)

GEMEENTE DE PINTE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Milieukwaliteitsnormen

Gemeentelijk milieubeleidsplan Wichelen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD TE LICHTERVELDE

Handboek sportraden. Weet raad met je sportraad

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België:

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v)

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD

Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK)

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

- Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afgekort DABM ) 3

Het nieuwe beleidskader lokaal mobiliteitsbeleid. (Ver)nieuw(d)e regelgeving. (Ver)nieuw(d)e regelgeving

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

3) onderzoek verrichten naar de culturele behoeften in het werkingsgebied en documentatie en informatie verzamelen over het cultureel leven;

STATUTEN CULTUURRAAD

Gemeentelijke cultuurraad Maldegem.

Sessie 13. Ik kies voor advies

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG & ONDERWIJS GEMEENTE KORTENAKEN

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

Statuten jeugdraad Glabbeek

> KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG!

GEMEENTE EDEGEM ontwikkelingssamenwerking III. r e g l e m e n t

REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE MILIEUADVIESRAAD VAN DE GEMEENTE GLABBEEK Aangepaste versie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Huishoudelijk reglement gemeentelijke jeugdraad gemeente Alken

Brussel, 15 december _Aanbeveling Brussels Airport. Aanbeveling. ontwerp actieplan omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport

Overzicht gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening - GECORO

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Artikel 2 De subsidies worden toegekend per werkjaar. Een werkjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Statuten gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu en natuur

Gemeente (en afgeleiden) vervangen door stad (en afgeleiden)

Huishoudelijk reglement feestcomité Meerdonk

OVERZICHT ACTIES EN PROJECTEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST 2008

Provincieraadsbesluit

Milieuraad Eeklo. 1. Bestaande reglementen. Jaarverslag van de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur. Jaar waarover gerapporteerd wordt 2009

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

De beleidsnota Omgeving

SPORTRAAD GLABBEEK. Hoofdstuk I: doel STATUTEN

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007

Gemeentelijk Milieubeleidsplan Berlare

Seniorenadviesraad Galmaarden

1. De gemeente Instrumentarium... 4

STATUTEN LOKALE WELZIJNSRAAD TIELT

INTERGEMEENTELIJKE NATUUR - EN LANDSCHAPSPLOEGEN. Lokale besturen en sociale economie zetten samen het natuurbeleid om in de praktijk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Verslag aan de Provincieraad

Omgevingsvergunning. Actieplan flankerende maatregelen voor lokale besturen. Startschot voor de Vlaamse omgevingsvergunning

Provinciale Milieu- en Natuurraad Oost-Vlaanderen. Jaarverslag 1999

Ontwerp Milieubeleidsplan

Besluit van de Deputatie

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces

MILIEUBELEIDSPLANNING...

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht.

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 7, 11 en 12;

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

De werking van het gemeentebestuur vanaf 01/01/2013

Milieutrefdag 4 juni Ecologische voetafdruk In jouw gemeente

Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD

2 Overzicht figuren Lijst van afkortingen... 13

Jaarverslag van de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur werkingsjaar 2013.

De omgevingsvergunning komt eraan!

STATUTEN JEUGDRAAD DE HAAN

Amendementen. op het ontwerp van decreet

Milieu en natuur. Toestand milieu en natuur in de regio Waas & Dender: 24. enkele kerngegevens

Verslag aan de Provincieraad

Transcriptie:

Ontwerp MILIEUBELEIDSPLAN 2010 2014 (naar een integraal milieu, natuur en duurzame ontwikkelingsbeleid in Schoten) Ontwerp unaniem vastgesteld door Gemeenteraad van 28 januari 2010 (na unaniem gunstig advies van milieuraad van 25 januari en Raadscommissie Milieu en Duurzame Ontwikkeling van 26 januari 2010)

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 6 1.1 Woord vooraf... 6 1.2 Korte historiek van het milieubeleid in Schoten... 6 1.3 Het lokaal duurzaam gemeentelijk milieubeleid... 8 1.4 Gewestelijk Milieubeleidsplan... 9 1.5 Provinciaal milieubeleidsplan... 10 1.6 Het gemeentelijk milieubeleidsplan 2010-2014... 10 1.7 Inhoud, opbouw en methodologie van het plan... 11 1.7.1 Inhoud... 11 1.7.2 Opbouw... 11 1.7.3 Methodologie Milieubeleidsplan... 12 2 Instrumentarium... 13 2.1 Inleiding... 13 2.2 Beschrijving van de bestaande toestand... 13 2.2.1 Milieubeleidsplan Schoten... 13 2.2.2 Milieujaarprogramma... 13 2.2.3 Gemeentelijke milieudienst (partim Dienst Grondgebiedszaken)... 14 2.2.4 Lokaal milieutoezicht... 15 2.2.5 Milieuraad (mina-raad)... 17 2.2.6 Milieu Management en Informatiesysteem (MMIS)... 20 2.2.7 Ambtelijk overleg... 20 2.2.8 Interne milieuzorg... 21 2.2.9 MiNa-werkers... 21 2.2.10 Milieubarometer / duurzaamheidsspiegel / ecologische voetafdruk... 22 2.3 Knelpunten... 23 2.4 Visie... 24 2.5 Doelstellingen... 24 2.5.1 Beleid gaat niet zonder instrumenten!... 24 2.5.2 Handhaven! Elk klacht wordt onderzocht! Vlarem? Iedereen komt aan bod!... 24 2.5.3 Breed maatschappelijk draagvlak uitbouwen!... 25 2.5.4 Evaluatie met de bedoeling beter te doen!... 25 2.6 Acties... 25 3 Milieuverantwoord productgebruik / Afval... 29 3.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden... 29 3.1.1 Het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en beheer van afvalstoffen... 29 3.1.2 Het Vlaams Reglement inzake de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (Vlarea)... 29 3.1.3 Het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen 2007-2011... 30 3.1.4 Het Milieuvergunningsdecreet van 28 juni 1985 (incluis Vlarem 1, Vlarem 2)... 30 3.1.5 De samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling tussen de gemeente en het Vlaams Gewest... 30 3.1.6 Subsidiebesluit afvalvoorkoming- en beheer (29 maart 2002)... 31 3.1.7 Het decreet houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest (21 december 2001)... 31 3.1.8 Kerntakenafbakening... 31 3.2 Actuele toestand... 31 3.2.1 3.2.2 Milieuverantwoord productgebruik... 31 Afvalstoffen... 34 3.3 Knelpunten... 41 3.3.1 3.3.2 Milieuverantwoord productgebruik... 41 Afvalstoffen... 42 3.4 Doelstellingen afvalbeleid in functie van Ladder van Lansink... 43 3.5 3.5.1 Acties... 44 Milieuverantwoord productgebruik... 44-2 -

3.5.2 Afvalstoffen... 46 4 Water... 52 4.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden... 53 4.1.1 Oppervlaktewater... 53 4.1.2 Integraal Waterbeheer... 54 4.1.3 Erosie... 55 4.1.4 Waterbodem... 55 4.1.5 Grondwater... 56 4.1.6 Samenwerkingsovereenkomst... 56 4.1.7 Kerntakendebat... 57 4.2 Beschrijving van de bestaande toestand... 57 4.2.1 Oppervlaktewater... 57 4.2.2 Duurzaam watergebruik... 69 4.2.3 Integraal waterbeheer... 70 4.2.4 Erosie... 71 4.2.5 Waterbodem... 71 4.2.6 Grondwater... 77 4.3 Knelpunten... 80 4.3.1 Oppervlaktewater... 80 4.3.2 Erosie... 81 4.3.3 Integraal waterbeheer... 81 4.3.4 Waterbodem... 82 4.3.5 Grondwater... 82 4.4 Doelstellingen... 83 4.4.1 Oppervlaktewater... 83 4.4.2 Duurzaam watergebruik... 84 4.4.3 Integraal waterbeheer... 84 4.4.4 Erosie... 84 4.4.5 Waterbodem... 84 4.4.6 Grondwater... 84 4.5 Acties... 85 4.5.1 Oppervlaktewater... 85 4.5.2 Watergebruik... 87 4.5.3 Integraal waterbeleid... 88 4.5.4 Erosie... 89 4.5.5 Waterbodem... 89 4.5.6 Grondwater... 90 5 Natuur, biodiversiteit, groen, landschap.... 91 5.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden... 91 5.1.1 Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu... 91 5.1.2 Vegetatiewijziging... 92 5.1.3 Bermbesluit van 27 juni 1984... 92 5.1.4 Bosdecreet van 13 juni 1990 (diverse malen gewijzigd)... 92 5.1.5 Onbevaarbare waterlopen... 93 5.1.6 Veldwetboek... 93 5.1.7 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)... 93 5.1.8 Subsidiereglementen... 93 5.1.9 Kerntakendebat... 93 5.2 Beschrijving van de bestaande toestand... 94 5.2.1 Bodemgebruik... 94 5.2.2 Landschap (bron: gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Schoten)... 94 5.2.3 Bosstructuur... 95 5.2.4 Kleine landschapselementen (KLE s)... 97 5.2.5 Gemeentelijke natuurontwikkeling... 98 5.2.6 Vlaams Ecologisch Netwerk... 99 5.2.7 Natura 2000... 99 5.2.8 De gewenste natuurlijke structuur van Schoten (bron: Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Schoten)... 101 5.2.9 Gemeentelijke diensten en organisaties... 102-3 -

5.2.10 Gemeentelijke initiatieven... 103 5.3 Knelpunten... 107 5.4 Doelstellingen... 108 5.5 Acties... 109 6 Interne Milieuzorg... 117 6.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden... 117 6.1.1 6.1.2 Waarom een milieucoördinator voor de gemeente?... 117 Decretale bepalingen... 117 6.2 Beschrijving van de bestaande toestand... 119 6.3 Knelpunten... 119 6.4 Doelstelling... 120 6.5 Acties... 120 7 Hinder... 121 7.1 Geluidshinder... 122 7.1.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden... 122 7.1.2 Beschrijving van de bestaande toestand... 124 7.1.3 Knelpunten... 127 7.1.4 Doelstellingen... 128 7.1.5 Acties... 129 7.2 Lichthinder... 130 7.2.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden... 130 7.2.2 Beschrijving van de bestaande toestand... 131 7.2.3 Knelpunten... 131 7.2.4 Doelstellingen... 132 7.2.5 Acties... 132 7.3 Geurhinder... 133 7.3.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden... 133 7.3.2 Beschrijving van de bestaande toestand... 134 7.3.3 Knelpunten... 135 7.3.4 Doelstellingen... 135 7.3.5 Acties... 135 7.4 Bodem... 136 7.4.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden... 136 7.4.2 Beschrijving van de bestaande toestand... 137 7.4.3 Knelpunten... 140 7.4.4 Doelstellingen bodem... 140 7.4.5 Acties... 141 7.5 Stralingsproblematiek... 142 7.5.1 Acties... 142 8 Mobiliteit... 143 8.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden... 143 8.1.1 Decreet betreffende de mobiliteitsconvenanten van 20 april 2001... 143 8.1.2 Samenwerkingsovereenkomst Gewest/gemeente... 143 8.2 Beschrijving van de bestaande toestand... 144 8.2.1 Wegeninfrastructuur... 144 8.2.2 Openbaar vervoer... 144 8.2.3 Gemeentelijk mobiliteitsplan... 144 8.3 Knelpunten... 145 8.4 Doelstellingen... 145 8.5 Acties... 145 9 Energie... 152 9.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden... 153 9.1.1 9.1.2 Samenwerkingsovereenkomst Gewest/gemeente Schoten... 153 Energieprestatieregelgeving... 153 9.2 Beschrijving van de bestaande toestand... 154 9.2.1 Energieloket (subsidies en premies)... 154-4 -

9.2.2 Rationeel energiegebruik... 155 9.3 Knelpunten... 158 9.4 Acties... 159 10 Lucht... 163 10.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden... 163 10.1.1 De wet van 28 december 1964 op de bestrijding van luchtverontreiniging... 163 10.1.2 Het KB van 26 juli 1971 richt zones voor speciale bescherming in tegen luchtverontreiniging... 163 10.1.3 Het KB van 6 januari 1978 ter voorkoming van luchtverontreiniging door stookinstallaties... 164 10.1.4 Andere regelgeving... 164 10.2 Huidige toestand... 164 10.3 Knelpunten... 164 10.4 Doelstellingen... 165 10.5 Acties... 165 11 Duurzame ontwikkeling... 169 12 Begroting... 171 13 Verklarende begrippen- en afkortingenlijst... 172 14 Bijlagen... 175 14.1 Overzichtstabel acties... 175 14.2 Documenten Openbaar Onderzoek... 182 14.3 Gemeenteraadzitting... 182 14.4 Overwegingsnota met bezwaren en opmerkingen... 182-5 -

1 INLEIDING 1.1 Woord vooraf Het milieubeleid in Schoten staat niet meer alleen in Vlaanderen en is niet meer beperkt tot de gemeentelijke huishouding, zoveel is zeker! Het milieuthema is alomtegenwoordig in alle mogelijke beleidsmateries. Waar vroeger alle milieukwesties via de milieudienst passeerden (milieu als eiland), wordt de milieu- en natuurreflex spontaan meegenomen in andere beleidsprocessen en voorstellen. Hierdoor is het thema duidelijk geïntegreerd over alle diensten van de gemeente heen, maar ook binnen de werking van alle andere overheden en zelfs van het middenveld. De individuele burgers zijn bovendien mee op de trein gesprongen, eerst om gezinsbudgettaire redenen, maar van langsom ook meer uit pure milieu-overwegingen. De transitie van een curatief milieubeleid ( dweilen met de kraan open ) naar lokale duurzame ontwikkeling is nog volop bezig, maar wordt nu door bijna alle beleidséchelons als dé uitdaging voor de volgende eeuw aanzien. Het is belangrijk dat een lokaal bestuur globaal denkt maar daarbij ook nog lokaal actie voert om de biodiversiteit, de milieukwaliteit en de grondstoffen- en energiecycli zodanig aan te passen dat de volgende generaties (zonder comfortverlies) hun leven kunnen uitbouwen. Dàt is tenslotte één van de essenties van duurzame ontwikkeling. In deze versie zijn de opmerkingen van de Gemeenteraad, Milieuraad en Raadscommissie Duurzame Ontwikkeling verwerkt. De tekst werd voorgesteld in cursief schrift. 1.2 Korte historiek van het milieubeleid in Schoten Vóór 1987 werd er geen echt structureel milieubeleid in de gemeente gevoerd. Nochtans was het milieu vanaf eind jaren 70 begin jaren 80 niet uit de actualiteit te branden. Algemeen wordt aangenomen dat de Vlaamse milieubeweging zijn wortels heeft in de Voorkempen, waarbij Schoten een erg grote rol heeft gespeeld. De eerste 2 grote dossiers van de prille milieubeweging zijn ondermeer het verzet tegen het Duwvaartkanaal (geslaagd) en het behoud van het Peerdsbos (gedeeltelijk geslaagd). Begin jaren 80 kreeg de politieke aandacht een andere wending. Van de populaire natuurbeschermingsacties kwam de focus meer te liggen op milieuthema s. Het vilbeluik, de afvalschandalen en afvaloliezwendel kwamen met een regelmaat in het nieuws. Het Schotens Actiecomité Leefmilieu (opgeheven medio jaren 90) bestookte het beleid met dossiers. Ook de natuurbeweging kreeg later een tweede adem, met name door de strijd rond Vordenstein (thans Park van het Vlaams Gewest), de List (overwegend verkaveld), en op kleinere schaal De Witte Wilg. Bestuursmatig heeft het gemeentebestuur van Schoten altijd erg pro-actief gereageerd, wat blijkt uit talloze dossiers. Er kan zelfs gesproken worden van een redelijk progressieve aanpak, want archiefonderzoek leert dat Schoten vroeger regelmatig in de media kwam doordat milieuovertreders hard werden aangepakt, ondermeer door bedrijfssluitingen. Op dat moment haalde zo n maatregelen regelmatig het nationale nieuws. Het gemeentebestuur had echter niet altijd de juridische middelen, de overheidsorganen op hoger échelon waren nog niet uit- - 6 -

gebouwd en parketten reageerden lauw. Dat veranderde zeker met Paul Morrens, die op een gegeven moment milieusubstituut werd en een aantal dossiers in een stroomversnelling bracht. In 1985 werd de nood aangevoeld om binnen het personeelskader van de gemeentelijke technische dienst een deskundige op te nemen. Bioloog Robert Imler (thans duurzaamheidscoördinator Electrabel) werd als BTK-er (Bijzonder Tijdelijk Kader) belast met de opmaak van een laanbomen-inventaris, en wikkelde uiteraard een groot aantal andere milieutaken af. Een jaar later, in 1986, kwam Hilde Slosse (thans gewestelijk milieu-inspecteur Aminal) als BTKster zich bezighouden met ondermeer de biologische en fysico-chemische kwaliteit van de waterlopen, en de opmaak van een inventaris van lozingspunten in waterlopen. En vanaf 1987 werd een vaste kaderfunctie gecreëerd voor een milieuambtenaar. De jaren 90 kenmerkten zich door een voor het milieubeleid kernschetsende elementen: - de gestage opgang van het Europese en gewestelijke milieubeleid; - de totstandkoming van de gewestelijke regelgeving, meestal implementaties vanuit Europese Richtlijnen; - het alsmaar toenemende pakket taken en opdrachten die afgewenteld worden op de gemeentebesturen; - de milieuconvenanten, later samenwerkingsakkoorden met Gewest en Provincie; - de grote bewustwording en alertheid van de bevolking voor milieuhinder; - de héél prille duurzaamheidsreflex (vaak toegespitst op een embryonale FairTrade). Vandaar dat vanaf 1989 de milieudienst ook gegroeid is, tot een multidisciplinair team van mensen die bezig zijn rond 6 evenwichtige pijlers: duurzame ontwikkeling, milieubeleid, milieuhygiëne & toezicht, landschapsecologie (biodiversiteit) en openbaar groen, milieu- en natuureducatie en de onvermijdelijke milieuadministratie. Schoten heeft zich, zoals de meeste Vlaamse gemeenten, altijd actief ingeschreven in de milieuconvenanten en samenwerkingsovereenkomsten. Hierbij was Schoten oorspronkelijk één van de eerste gemeenten die een containerpark uitbouwde, en over een goedgekeurd GNOP (Gemeentelijk NatuurOntwikkelingsPlan) beschikte, en één van de eerste gemeenten die de zogenaamde Optie 7 ondertekende. Dit hield in dat er vanaf 1997 een duurzaamheidsambtenaar werd aangeworven, een functie die nu in bijna alle gemeenten wordt ingevuld. Schoten heeft de samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling ondertekend in niveau 2. Deze overeenkomst liep nog tot 31 december 2007. De doelstelling van deze samenwerkingsovereenkomst is om lokale overheden te stimuleren een meer duurzaam lokaal beleid te voeren, vanuit een ondersteuning van de gemeentelijke milieubeleidsplanning, het voorzien in de verdere uitbouw van een eerstelijns-milieuzorg, het consolideren of verhogen van de milieudeskundigheid op lokaal vlak, de participatie van verschillende doelgroepen (in het bijzonder de bevolking) aan het milieubeleid te bevorderen. Belangrijk hierbij is het milieubeleid infiltreren in de andere beleidsdomeinen. Tenslotte wordt nu verder gewerkt met de verlengde samenwerkingsovereenkomst Gewest/Gemeente, met een looptijd tot en met 31 december 2013. Ook hierin veel aandacht voor duurzame ontwikkeling, maar ook wel meer projectgebonden. De intentie minder administratieve (plan)last te genereren, is niet gelukt maar in elk geval mag niet worden getwijfeld aan het feit dat deze samenwerkingsovereenkomst financieel aantrekkelijker is voor de gemeenten dan vroeger. Alleen, er worden heel strenge eisen gesteld en de controle is bikkelhard. Niet - 7 -

ten onrechte, maar soms is de vorm blijkbaar belangrijker dan het resultaat van het gevoerde milieubeleid. Men mag hopen dat hier ook nog verandering in komt. Waar we in het vorig milieubeleidsplan nog aanvoerden dat de groei van het milieubeleid was gestopt in Schoten, moeten we nu vaststellen dat er een heel nieuwe dynamiek in het mondiaal, Europees en gewestelijk milieubeleid is gekomen. En de gemeenten moeten daar natuurlijk op anticiperen. Anno 2010 blijkt ook dat het maatschappelijke draagvlak voor milieu- en natuurmaatregelen opnieuw in de lift zit, en de dramatische gevolgen van bijvoorbeeld de klimaatswijziging, broeikast-effect, fijn stof problematiek, gevolgen van milieucalamiteiten voor de volksgezondheid, ozon op lage hoogte, niet uit de actualiteit te branden zijn. Ze zetten (zelfs in volle economische crisis of de naweeën ervan) het milieubeleid hoog op de politieke agenda. Energie- en grondstoffenbeleid zullen bepalen of de Vlaamse industrie straks met een heuse achterstand op de omliggende landen opgezadeld zit of niet. Juist een vergroening van de industrie en de overheden kan andere competitieve nadelen uitvlakken. Dit gaat natuurlijk boven de hoofden van een gemeente heen, maar toch kan ze op lokaal vlak het verschil maken. Door innovatieve beleidsmaatregelen die grote waardering krijgen van de bevolking en doelgroepen, door sensibilisering, een subsidie- en ondersteuningsbeleid, toezicht, controle, natuurwerken, een harmonisch parkbeheer enzovoort. Dit nieuwe beleidsplan tracht hiervoor een aantal hefbomen aan te bieden. 1.3 Het lokaal duurzaam gemeentelijk milieubeleid De weerstand en onwennigheid ten aanzien van een lokaal Agenda 21-beleid is de laatste jaren enorm afgenomen. Uiterààrd is veranderen niet altijd gemakkelijk, maar langzaam maar zeker is er een kentering. Het is trouwens een vastgesteld feit dat een gemeentelijk beleid meer en meer zal evolueren naar een duurzaam beleid. Deze tendens is momenteel dé belangrijkste beleidslijn bij de Wereldbank, de Verenigde Naties, de Europese Unie en het federale en gewestelijke beleid. Het kenmerkt zich ondermeer door: - toepassing van het voorkomingsbeginsel (milieuschade voorkomen); - het voorzorgsprincipe (het milieu in het oog houden bij alles wat je doet); - brongerichte maatregelen in plaats van end-of-pipe oplossingen; - het stand-still principe (de natuur en het milieu mogen niet achteruit gaan); - het beginsel van de vervuiler betaalt dat wordt aangevuld met fiscale stimuli voor milieu- en energiemaatregelen, subsidies als ondersteuning, en bepaalde retributies (bijvoorbeeld binnenkort voor rekeningrijden). Belastingen worden bovendien ook afgestemd op milieumaatregelen (bv korting passiefhuizen, verhoogde investeringsaftrek, wegentaks op basis ecoscore wagen, enz). Een lokaal duurzaam beleid gaat verder dan het opmaken van een milieubeleidsplan. Duurzame ontwikkeling dient geïntegreerd in de andere beleidsdomeinen (bijvoorbeeld: geen verkavelingen meer in natuurlijke overstromingsgebieden). Het komt erop neer dat op gemeentelijk vlak wordt gestreefd naar toepassing van de Lokale Agenda 21, zoals die werd afgesproken op de Rio-conferentie. Verhoudingen met arme landen komen in deze visie ook aan bod (bijvoorbeeld: samenwerking met raad voor ontwikkelingssamenwerking ter promotie van FSC-hout en FairTradeproducten). - 8 -

1.4 Gewestelijk Milieubeleidsplan Het gemeentelijke milieubeleidsplan dient afgestemd te worden op het gewestelijk en provinciaal milieubeleidsplan (subsidiariteitsbeginsel). Daarom is het belangrijk dat deze hier ook behandeld worden. Voor de teksten verwijzen we naar de respectievelijke documenten of websites. Het Gewest dient zich in zijn beleidsplanning te schikken naar het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM). Dit decreet omschrijft drie belangrijke doelstellingen: - de duurzame aanwending van grondstoffen; - de bescherming van mens en milieu tegen verontreiniging en onttrekking; - natuurbehoud en bevordering van de biologische en landschappelijke diversiteit. Verder legt het DABM ook 6 basisbeginselen voor het milieubeleid vast, beginselen waarmee we eerder reeds kennis maakten: preventief handelen, het voorzorgsbeginsel, de vervuiler betaalt, brongerichte maatregelen of curatief handelen, stand-still en het integratiebeginsel naar andere beleidsdomeinen toe. Het nieuwe MINA 3+ -plan werd uiteindelijk goedgekeurd en loopt van 2008-2010. Typisch is de thematische benadering van de leefmilieuthema s: - verdunning ozonlaag; - klimaatverandering en broeikaseffect; - verontreiniging door fotochemische stoffen; - verzuring; - vermesting; - verspreiding milieugevaarlijke stoffen; - verontreiniging bodem; - afval; - water; - hinderproblematiek; - versnippering natuur en groen; - verlies aan biodiversiteit. Verwacht mag worden dat in de loop van 2011 (of zoals we gewoon zijn met de nodige vertraging, iets later?) een nieuw MINA-plan het daglicht mag zien. Als lokaal bestuur mag dan worden gehoopt dat men voluit gaat voor klimaatmaatregelen omdat halfslachtige intenties enkel ten nadele van bevolking (verdroging, overstroming) en de Vlaamse (energieconsumerende) industrie en KMO s gaan werken. Doelstellingen van de Vlaamse Overheid leunen dicht aan bij de duurzaamheidsprincipes die voordien werden aangehaald, en ze kaderen binnen het Decreet Algemeen Milieubeleid (DAM): milieubeheer door duurzame aanwending grondstoffen en natuur, bescherming van fauna en flora tegen verontreiniging of onttrekking, veilig stellen van de gezondheid en voedselvoorziening van de bevolking, behoud of uitbreiding van de biodiversiteit met specifieke soorten- of bestemmingsprogramma s. De beginselen die hier worden gehanteerd zijn eveneens het voorzorgbeginsel, voorkoming, brongerichte maatregelen, stand-still en de vervuiler betaalt. De lange-termijn-doelstellingen lopen tot 2015 en zelfs tot 2030. - 9 -

1.5 Provinciaal milieubeleidsplan De provincieraad van Antwerpen keurde op 18 december 2008 zijn derde provinciaal milieubeleidsplan goed. Dit plan geeft voor de periode 2008-2012 aan wat de dienst Milieu- en Natuurbehoud op milieu- en natuurvlak wil bereiken. Wegens de subsidiariteit werd het provinciaal plan afgestemd op dat van Vlaanderen, zodat heel wat doelstellingen uiteraard overeenkomen, en de acties vast en zeker niet tegenstrijdig zijn. De provincie Antwerpen is reeds vanaf 1994 bezig met de opmaak van jaarlijkse milieubeleidsnota s. Dit heeft in 1998 geleid tot het eerste Provinciaal Milieubeleidsplan 1998 2002. De provincie Antwerpen is intensief bezig met milieubeleid in de meest ruime zin van het woord: door het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH), het Provinciaal Instituut voor Milieu-educatie (PIME), het lokaal wateroverleg en deelbekkenbeheersplannen van de dienst waterbeleid, het centrum voor duurzaam bouwen Kamp C, enzovoort. De algemene opbouw van het 3 e provinciaal milieubeleidsplan is min of meer gebaseerd op het gewestelijk milieubeleidsplan en de methodologie van de provinciale samenwerkingsovereenkomst met het Gewest (clustermatige aanpak): - ruimte voor water; - natuur, bos, landschap en groen; - duurzaam provinciaal beleid; - mobiliteit; - hinderproblematiek; - gebiedsgericht beleid; - gemeenten en doelgroepen; - instrumenten. De provincie Antwerpen onderschrijft de algemene doelstellingen en beginselen van het milieubeleid zoals bepaald in het DABM, schrijft zich in het gewestelijke beleid terzake in, maar tracht die zaken ook in het bestuursakkoord en het algemene beleidsprogramma te omschrijven. Dit verstevigt het integratiebeginsel. De inhoudelijke krachtlijnen van het provinciaal milieubeleidsplan bepalen tevens de prioriteiten voor de planperiode: - ruimte voor water en duurzaam waterlopenbeheer; - duurzame instandhouding en bevordering van de biodiversiteit; - ondersteuning van het gemeentelijke milieu- en natuurbeleid; - interne milieuzorg voor alle provinciediensten en instellingen (intern milieuzorgsysteem waardoor de milieu-impact vermindert). 1.6 Het gemeentelijk milieubeleidsplan 2010-2014 De gemeente Schoten heeft in zijn recente geschiedenis (1987- heden) al altijd de traditie gehad om een gemeentelijk milieubeleidsplan op te maken. De gemeente heeft hiervoor altijd getracht om middels openbare onderzoeken, informatie, de (open) milieuraad een breed maatschappelijk draagvlak te creëren. De samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 van 21 december 2007 (Vlaamse Regering) verplicht een gemeente niet tot het opmaken van een dergelijk document. Wellicht is dit een ui- - 10 -

ting om de planlast van de gemeente te verminderen. Maar daar heeft het schoentje eigenlijk nooit gewrongen, wél in de duizenden pagina s achtergrondinfo die in veelvoud moet worden opgemaakt en verzonden. Een milieubeleidsplan is een nuttig instrument, en geeft richting aan en is dan ook nog controleerbaar. Wat willen we doen, en wat hebben we gedaan? Belangrijke vraagstelling vanuit beleidsoogpunt. Bovendien heeft de samenwerkingsovereenkomst een belangrijke impact op het gemeentebeleid (ook financieel), zodat het voor zich spreekt dat men nadenkt (samen met de doelgroepen en het beleid) op welke manier de eisen kunnen ingevuld worden. Belangrijke nuance! De samenwerkingsovereenkomst is niet de vlag die de lading van het milieuschip dekt. Een gemeente moet méér doen dan wat wordt voorzien in deze convenant, hetzij om juridische dan wel beleidsredenen. Het is ook jammer dat extra inspanningen op dit vlak, alhoewel nodig, niet kunnen gehonoreerd worden. Anderzijds is de verplichting tot opmaak van een milieubeleidsplan door het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen van het algemeen milieubeleid geschrapt, maar toch stelt men vast dat wordt opgelegd dat de gemeente zich pro-actief inpast in het Vlaamse en provinciale milieubeleid. Het wordt wel erg moeilijk om zo een ingrijpend proces, met zoveel implicaties met de natte vinger te implementeren. Laat staan dat de burger nog een houvast zou hebben. Daarom is het legitiem om opnieuw werk te maken van een milieubeleidsplan, en bij de voorbereiding van deze nota opnieuw beroep te doen op de raadscommissie, milieuraad en bevolking. 1.7 Inhoud, opbouw en methodologie van het plan 1.7.1 Inhoud Het milieubeleidsplan wordt opgemaakt volgens de methodiek van de samenwerkingsovereenkomst. Er bestaat geen sjabloon voor dit document, en de gewestelijke administratie kan alleen aanraden om de indeling van het milieujaarprogramma te volgen, en daardoor ook alle thema s aan te raken die zo belangrijk zijn in de samenwerkingsovereenkomst. Door ook de actuele toestand te beschrijven, kan men ook meteen integratie bewerkstelligen met een evaluatie van de vorige planperiode. Alhoewel dit sterk moet gerelativeerd worden: er werd telkens met de opmaak van het milieujaarprogramma teruggekomen op prestaties en eventueel (weinige) acties die niet werden uitgevoerd (en waarom niet). 1.7.2 Opbouw Het milieubeleidsplan is opgebouwd uit een doelformulering, actuele toestand en eventuele knelpunten, en beschrijving van acties. Achteraan het milieubeleidsplan zal ook werk gemaakt worden van een actietabel. Nochtans geven we hierbij voorkeur aan de tabellen die worden uitgewerkt in het milieujaarprogramma. - 11 -

1.7.3 Methodologie Milieubeleidsplan Aan de opmaak van het milieubeleidsplan ging een vraag vooraf aan de Raadscommissie Milieu & Duurzame Ontwikkeling, de gemeentelijke milieuraad en diverse betrokkenen van andere diensten (indien relevant voor dit plan). De procedure om een milieubeleidsplan vast te leggen, wordt haarfijn door het DABM voorgeschreven. Samengevat: het College van Burgemeester en Schepenen stelt het ontwerpplan vast en betrekt hierbij de naar haar oordeel meest belanghebbende overheidsorganen, instellingen en privaatrechterlijke organisaties; het ontwerpplan wordt meegedeeld aan de Vlaamse Regering, de gemeenteraadsleden, de administraties die zetelen in de provinciale milieuvergunningscommissie, de Bestendige Deputatie, en de door het College aangeduide adviesorganen en/of organisaties; het ontwerpplan ligt 60 dagen ter inzage, en dit volgens een voorgeschreven afhandeling qua aanplakking, bekendmaking; binnen de 60 dagen onderzoekt de gemeenteraad de ingediende adviezen en bezwaren/opmerkingen, en voegt aan het ontwerpplan een overwegingsnota toe; de Gemeenteraad legt het milieubeleidsplan vast en stuurt het door voor verder gevolg, waarbij het nog ter inzage wordt gelegd voor het publiek en belanghebbenden. Volgend concreet traject wordt voorzien: 19/01 CBS (aktename en vaststelling ontwerpplan) 25/01 milieuraad 26/01 raadscommissie milieu & duurzame ontwikkeling 28/01 gemeenteraad (vaststelling ontwerp) 05/02 verzoek tot advies organen en instellingen wordt verzonden februari maart openbaar onderzoek (8 maart infovergadering open milieuraad) onderzoek binnengekomen bezwaren & opmerkingen, verwerking in ontwerpplan 29/04 gemeenteraad (goedkeuring) (indien onmogelijk in mei of juni) 30/04 verzending naar Minister Schauwvlieghe (onder voorbehoud) - 12 -

2 Instrumentarium 2.1 Inleiding Het instrumentarium is jargon in de samenwerkingsovereenkomst voor alle middelen die worden ingezet om het milieubeleid te plannen, uit te voeren, te controleren of te handhaven. Hiervoor is natuurlijk personeel, infrastructuur, inspraak, communicatie, rapportage en handhaving nodig. Het instrumentarium geeft ook aan op welke manier wordt gecommuniceerd of gerapporteerd aan het gewest inzake de samenwerkingsovereenkomst. Ook hier dienen we te vermelden dat het milieu- en natuurbeleid ruimer is dan datgene dat wordt opgelegd in de convenantafspraken. Dat zal ook blijken uit dit milieubeleidsplan. In de planperiode wenst de gemeente als minimum-standaard het onderscheidingsniveau te behalen, en liefst verder te gaan binnen de budgettaire en personeelsmatige mogelijkheden. 2.2 Beschrijving van de bestaande toestand 2.2.1 Milieubeleidsplan Schoten Het eerste milieubeleidsplan van Schoten zag het levenslicht in 1987 (periode tot 1992). Daarna volgden nog milieubeleidsplannen, afgestemd op de toenmalige convenanten en de samenwerkingsovereenkomst. Vanaf 2005 is ook het DABM prominent van toepassing. Via het gemeentelijk milieubeleidsplan wil de gemeente de verdere concretisering van de gewestelijk en provinciaal milieubeleidsplannen uitvoeren, maar dan op lokale schaal met de voor Schoten kenmerkende situaties. Het huidige gemeentelijke milieubeleidsplan werd na een uitgebreide inspraakperiode en hearings goedgekeurd door de Gemeenteraad en loopt tot 31 december 2014. Het is legislatuuroverschrijdend, maar men dient ermee rekening te houden dat het eerste jaar van de legislatuur dan aan een nieuw kan worden geschreven, dat ook de klemtonen zal bevatten van een eventueel nieuwe meerderheid. 2.2.2 Milieujaarprogramma Schoten heeft een lange traditie op het vlak van het opmaken van milieujaarprogramma s. Lang voor dit verplicht werd, in 1987 om juist te zijn, werd een eerste milieubeleidsplan opgesteld, én onmiddellijk aangevuld met een actieplan voor het eerste werkingsjaar. Met de convenanten en de samenwerkingsovereenkomst werd ingespeeld op de noodzakelijke vormgeving en de opgelegde inhoud. Vanaf 2005 is het DABM ook van toepassing terzake (zie hoger). Het milieujaarprogramma van Schoten omvat ondermeer: - evaluatie van het gevoerde beleid van het jaar voordien (het jaarverslag ); - een planning voor het betreffende jaar (het milieujaarprogramma ); - de begroting in functie van de uitvoering van het geplande milieubeleid; - 13 -

- de voorziene subsidies (aparte nota in functie van samenwerkingsovereenkomst); - acties conform het gemeentelijke milieubeleidsplan. 2.2.3 Gemeentelijke milieudienst (partim Dienst Grondgebiedszaken) De milieudienst van gemeente Schoten is een autonoom werkende dienst, die ressorteert onder de Dienst Grondgebiedzaken. De pijlers van deze dienst zijn ruimtelijke ordening, uitvoering, verkeer en milieudienst. De milieudienst rapporteert rechtstreeks aan het College van Burgemeester en Schepenen, en indien gevraagd aan de Gemeenteraad. Om een gecoördineerde inhoudelijke werking af te stemmen, behoort de milieudienst tot het departement grondgebiedszaken, onder coördinatie van het hoofd grondgebiedszaken J. Hoskens, en is er structureel overleg tussen alle hierboven genoemde peilers. Tabel 1: Huidige staf van de milieudienst Functie Vast/tijdelijk/ gesco Niveau Tijd Einddatum Diensthoofd milieuambtenaar vast kader A VT nvt Landschapsecoloog vast kader A VT-4/5 nvt Duurzaamheidsambtenaar Koppeling SO B VT 31/12/13 Milieudeskundige en milieucoördinator B vast kader B VT-4/5 Nvt Milieudeskundige (handhaving) Koppeling SO B VT 31/12/13 Milieudeskundige (administratie) startbaan B VT 31/12/09 Technisch coördinator afval vast kader C4 VT Nvt Administratief opsteller GESCO C VT Nvt Administratief opsteller (project) GESCO C VT-4/5 Nvt Opmerkingen: - de functies in vetschrift zijn vastbenoemde werkkrachten; - VT betekent voltijds, VT 4/5 dat het om een voltijds contract gaat met loopbaanonderbreking; - GESCO betekent gesubsidieerd contractueel; - de functie van duurzaamheidsambtenaar is (voorlopig) voor onbepaalde duur, maar aflopend indien er geen nieuwe samenwerkingsovereenkomst wordt ondertekend. Deze functie wordt voor 30.000 euro betoelaagd (los van de acties die deze DA kan ontwikkelen, waarvoor bijkomende middelen worden gegenereerd). Er wordt gezocht naar een structurele inbedding in de personeelsstaf, vermits de gemeente Schoten inmiddels al 13 jaar een duurzaamheidsambtenaar in dienst heeft met telkens beperkte contracten. Deze functie is niet meer weg te denken uit het kader, en de ervaring wordt best in eigen huis gehouden; - nvt: niet van toepassing; - A, B, C is het niveau van tewerkstelling; - de functie van technisch coördinator staat een beetje buiten de milieudienst, vermits deze eigenlijk in het organigram van de Dienst Werken werd opgenomen, en zijn kantoor ook heeft op het gemeentelijke containerpark. Deze situatie zal nog niet uitgeklaard zijn bij het goedkeuren van dit milieubeleidsplan. De milieudienst staat in voor taken die vanuit de vigerende milieu- en natuurwetgeving worden opgelegd, taken in het kader van de samenwerkingsovereenkomst en andere gemeentelijke bevoegdheden. Bovendien wordt uiteraard ook ingespeeld op het algemeen beleid van het gemeentebestuur. - 14 -