WHITEPAPER FRAUDE.NL Uniek samenwerkingsverband tegen bedrijfsfraude APRIL 2017 Hoe Fraude.nl vanuit verschillende invalshoeken bedrijfsfraude aanpakt
Fraude is een veelvoorkomend fenomeen en komt nog veel vaker voor dan alleen de zaken die in het nieuws verschijnen. Verrassend genoeg zijn de meeste fraudeurs werknemers van het bedrijf waar zij fraude hebben gepleegd, in plaats van externe partijen. Hoewel het vaak eigen mensen betreft, is het voor de gedupeerde een specialistisch en niet alledaagse bezigheid om verduisterde goederen en/of gelden terug te krijgen. Dit komt mede door het grote aantal betrokken partijen: advocaten, deurwaarders, bedrijfsrechercheurs en eventueel het Openbaar Ministerie. Nog verrassender is het feit dat fraude lang niet altijd tot ontslag van de werknemer leidt. Dit en meer kwam naar voren tijdens het seminar over bedrijfsfraude dat Lexence op 4 april 2017 in samenwerking met zijn partners Hoffmann Bedrijfsrecherche en incasso- en deurwaardersbureau GGN hield. De drie bedrijven richtten samen Fraude.nl op: een platform dat bedrijven bijstaat in geval van fraude in de breedste zin van het woord. Gastspreker prof. dr. Bob Hoogenboom, hoogleraar Forensic Business Studies aan Nyenrode en bijzonder hoogleraar politiestudies en veiligheidsvraagstukken aan de Vrije Universiteit, sprak tijdens het seminar over de ontwikkeling van fraude in de loop der jaren en over enkele persoonlijke ervaringen. In deze paper gaan we in op enkele bevindingen die tijdens het seminar werden gepresenteerd: recente ontwikkelingen op fraudegebied, samenwerking tussen Nederlandse instanties op het gebied van kennisdeling en de rol die Fraude.nl speelt in het opsporen en oplossen van fraudezaken. Ontwikkelingen op gebied van fraude De initiators van Fraude.nl hebben jarenlange ervaring met opsporing, onderzoek en advies op gebied van fraude. Zij zien enkele duidelijke trends zich aftekenen in het fraudelandschap, waaronder: een weerzin onder bedrijven tegen het doen van aangifte een verandering in het daderprofiel een gebrek aan kennis van fraude een gebrek aan samenwerking tussen instanties tijdens onderzoek Aangifte doen niet altijd gewenst Hoewel fraude bij veel bedrijven een groot probleem blijft, leidt dit niet vaak tot aangifte bij de politie. Voor veel ondernemingen is strafrechtelijke vervolging niet wenselijk. Zij denken over het algemeen op een bedrijfseconomische wijze, en aangifte brengt niet altijd economisch voordeel met zich mee. Uit vervolging komt zelden resultaat, zo is de gedachte. Bij strafrechtelijke vervolging moet een bedrijf wel de regie uit handen durven en willen geven. Het is geen verrassende ontwikkeling dat de private onderzoekspraktijk enorm is gegroeid. Steeds vaker hebben bedrijven eigen onderzoekers in dienst, of huren ze een bedrijf in. Private onderzoeksbureaus hebben vaak meer kennis van fraude dan de politie en kunnen ook doelgerichter te werk gaan. Door deze ontwikkelingen loopt de privaatrechtelijke onderzoeksmarkt ver voor op die van de publieke. Private onderzoeksbureaus hebben vaak meer kennis van fraude dan de politie en kunnen ook doelgerichter te werk gaan.
Daderprofiel Hoffmann Bedrijfsrecherche is geen onbekende naam voor veel grote bedrijven als het gaat om fraudeonderzoek. Hoffmann publiceerde in maart 2017 haar statistieken, gebaseerd op de vele fraudeonderzoeken die het bedrijf het afgelopen jaar uitvoerde. Daaruit blijkt dat het daderprofiel van fraudeurs de afgelopen jaren is veranderd: In 31 procent van de zaken blijkt de dader een vrouw te zijn. De afgelopen vier jaar schommelde dat rond de 27 procent. Voor 2011 lag het percentage vrouwelijke fraudeurs nog lager. Dit komt deels doordat er meer onderzoek is gedaan in branches waar veel vrouwen werkzaam zijn, zoals de zorg. Ook is een mogelijke oorzaak dat vrouwen simpelweg vaker op hoge posities zitten dan voorheen. Het aandeel jongvolwassenen verantwoordelijk voor fraude stijgt aanzienlijk: van 6 naar 11 procent in de afgelopen twee jaar. De directie en/of het management is/zijn in 20 procent van de fraude gevallen de dader. De fraudeurs zijn in 97 procent van de fraudegevallen niet gescreend bij indiensttreding. In 78 procent van de onderzoeken verricht door Hoffmann, betrof het diefstal van geld of goederen. In de jaren 2013-2015 werd vooral geld gestolen. Daarna verschoof de focus naar verduistering van goederen. Waarschijnlijk komt dit deels doordat bedrijven minder contant geld gebruiken. CEO-fraude neemt aanzienlijk toe. Bij deze vorm vragen criminelen medewerkers van bedrijven om met spoed een bepaald bedrag over te maken, uit naam van een CEO. Omdat het verzoek lijkt af te komen van een directielid of CEO, heeft de medewerker meestal geen argwaan. Vaak verzoekt de crimineel om het bedrag op een buitenlandse rekening te storten, waarna het geld snel verdwijnt met aanzienlijke financiële schade tot gevolg. In een kwart van de fraude gevallen blijft de dader gewoon in dienst.
Overheid onvoldoende kennis over cyberfraude Een van de redenen waarom bedrijven liever niet de regie uit handen willen geven, is het feit dat de overheid vaak onvoldoende kennis heeft van fraude, zeker als het gaat om cyberfraude. Terwijl de private sector sterk aan het professionaliseren is, loopt de overheid behoorlijk achter. De politie doet verwoede pogingen om ICT-talent op te leiden middels trainingen, maar dat talent stroomt na enige tijd uit richting het bedrijfsleven. Deze blue drain doet het politieel systeem weinig goeds. Doordat een minuscuul deel van het overheidsbudget naar cybercrime-onderzoek gaat, heeft de publieke sector weinig zicht op de omvang van deze vorm van fraude. We spreken hier wel van een dark number. Informatiedeling tussen politie, justitie en corporate security Informatiedeling tussen de politie, justitie en het bedrijfsleven zou een oplossing kunnen zijn voor het gebrek aan kennis bij de overheid. In veel gevallen vormt de wet echter een belemmering voor samenwerking. De politie mag immers niet alles delen met bedrijven tijdens strafrechtelijke onderzoeken. Bewijs dat gedurende civiel onderzoek wordt gevonden, blijkt regelmatig bij een proces verbaal nutteloos of ongeldig. Bovendien ontbreekt voor beide partijen vaak een incentive om samen te werken. Sterker nog: er rust een taboe op informatie-uitwisseling tussen instellingen. Volgens prof. dr. Hoogenboom zou het kunnen helpen om vertrouwensrelaties tussen vitale functies bij organisaties op te bouwen. Deze vertrouwenspersonen kunnen informatie uitwisselen als zij dat nodig achten. Tegelijkertijd moet er meer toezicht komen, een soort autoriteit voor particuliere fraudebestrijding. Zo ver is Nederland helaas nog niet. Er rust een taboe op informatieuitwisseling tussen instellingen
Wanneer doe je onderzoek en wat is het effect? Voorwaarde voor onderzoek Om een onderzoek te starten is volgens de wet een vermoeden van fraude een vereiste. Dit noemt men een concreet vermoeden. Lexence beoordeelt samen met Hoffmann of hier sprake van is. Mocht dat niet het geval zijn, dan is een onderzoek starten niet verstandig. Ook moet de omvang van het onderzoek in verhouding tot de omvang van het vermoeden staan. Zo kunnen werkgevers niet zomaar in alle accounts van een werknemer inbreken als zij vermoeden dat die persoon wel eens te veel heeft gedeclareerd voor een lunch. De werknemer heeft namelijk een zwakkere positie dan de werkgever en geniet daardoor wettelijk bescherming tegen een inbreuk op zijn privacy. Aanleiding is er, en nu? Als er sprake is van een concreet vermoeden, dan start het onderzoek naar fraude. Is er om in de juridische termen te blijven onrechtmatig vermogen van A naar B gegaan? Is er gevoelige data gelekt? Wat er ook is gebeurd: uit het onderzoek moet naar boven komen of er ook daadwerkelijk sprake is van fraude. Het onderzoek bestaat bijvoorbeeld uit het analyseren van (digitale) omgevingen, het interviewen van getuigen, het horen van mogelijke daders, het adviseren over eventueel op non-actief stellen van werknemers en/of beslaglegging op vermogen. Een groot onderdeel van het recherchewerk voert Hoffmann uit. Het bedrijf doet dit veelal met informatie van GGN en de expertise van Lexence. Na het onderzoek Als uit onderzoek blijkt dat er daadwerkelijk fraude is gepleegd, dan volgt er een advies hoe verder te handelen. Dit kan bijvoorbeeld een advies zijn om het arbeidscontract te beëindigen, om juridische stappen te nemen of beslag te laten leggen op bankrekeningen of (onroerende) zaken. Ook in deze fase trekken Lexence, Hoffmann en GGN gezamenlijk op. Snel en daadkrachtig handelen is een vereiste bij de recovery van vermogen of goederen. Het traceren en de recovery van het verduisterde vermogen stopt overigens niet bij de landsgrenzen. Fraude.nl heeft een groot netwerk en maakt daar gebruik van om geld en eigendommen terug te vorderen. Fraude.nl probeert de cliënt in een zo gunstig mogelijke positie te plaatsen en in de meest ideale situatie de fraudeur op te laten draaien voor de gemaakte kosten. Praktijkcase Door snel en daadkrachtig te handelen is het mogelijk om de financiële schade te beperken. Om de juiste handelingen te illustreren, geven we hier een voorbeeld uit de praktijk. Zo had gedurende enkele jaren een directeur de facturen van zijn bedrijf verhoogd en het verschil in eigen zak gestoken. Hierdoor ontstond er een schade van ongeveer 2 miljoen euro. Na ontdekking van de fraude is direct beslag gelegd op bankrekeningen, woningen en inboedel. Het beslag had het gewenste effect: uiteindelijk is het tot een schikking gekomen en de betrokken directeur heeft alle schade vergoed. Hoffmann kan 30 procent van de onderzoeken niet starten, omdat het vermoeden van fraude niet concreet genoeg is
Conclusie Fraude is een breed begrip dat veel facetten binnen onze maatschappij raakt. Het daderprofiel van fraudeurs verschuift, maar vaststaat dat het veelal werknemers zijn die fraude plegen, in plaats van externe partijen. Bij fraude zoals bijvoorbeeld bij CEO-fraude is het van belang om snel, efficiënt en daadkrachtig te handelen. Fraude.nl heeft door het samenwerkingsverband tussen Lexence, Hoffmann en GGN een unieke manier van fraudebestrijding ontwikkeld. Door deze samenwerking verlopen het onderzoek, de communicatie, de data-uitwisseling en de recovery efficiënter dan in het geval van partijen die los van elkaar opereren. Juridische context: wat is fraude? Fraude is een breed begrip. Er bestaan veel definities: van oplichting door vervalsing van de administratie en het niet nakomen van regels tot schending van vertrouwen met het doel een oneerlijk of ongerechtvaardigd voordeel te verkrijgen. Kernwoorden zijn bedriegen, misleiden en zwendelen. Hoewel de precieze definitie voor advocaten van belang is, is het voor bedrijven belangrijker te bepalen wat voor gevolgen fraude precies heeft op bedrijfseconomisch niveau. En dan gaat het uiteraard om het terugkrijgen van verduisterde gelden of goederen en eventueel ontslag voor de fraudeur. In art. 7:678 lid 2 BW wordt een aantal verschijningsvormen van fraude genoemd die een dringende reden voor ontslag kunnen opleveren, namelijk diefstal, verduistering, bedrog of andere misdrijven. Ook in het Wetboek van Strafrecht wordt een aantal verschijningsvormen van fraude strafbaar gesteld, zoals valsheid in geschrifte, verduistering en oplichting. Fraude is een vorm van wangedrag en dat kan in twee categorieën worden onderverdeeld: enerzijds fraude in de vorm van diefstal, verduistering, corruptie en valsheid in geschrift en anderzijds normoverschrijdend gedrag, zoals handelen buiten bevoegdheden en het veronachtzamen van interne voorschriften. Als u vermoedt dat er een vorm van fraude plaatsvindt binnen uw bedrijf, neem dan contact op met Fraude.nl. Over Fraude.nl Bronnen: Hoffmann Statistiek, maart 2017; Seminar Lexence door F. ter Huurne & Prof. Dr. Hoogenboom, 4 april 2017; www.fraude.nl Om het onderzoeks- en ontslagproces rondom fraude te verbeteren, hebben advocatenkantoor Lexence, Hoffmann Bedrijfsrecherche en incasso- en deurwaardersbureau GGN Fraude.nl opgericht. Een samenwerkingsverband waarbij deze organisaties de normaliter gescheiden bedrijfsvoering bundelen. Hierdoor vallen onderzoek, juridische ondersteuning en asset tracing & recovery in een enkel pakket. Bijkomend voordeel is dat GGN en Hoffmann in opdracht van Lexence werken, en zij ook onder de geheimhoudingsplicht van het advocatenkantoor vallen. Door het partnerschap met GGN hebben Hoffmann en Lexence toegang tot essentiële data die de basis vormen voor waardevolle economische en financiële informatie voor het opsporen van verduisterd vermogen.