WO ST Zuren en mijn tanden SCIENCE TECHNOLOGY ENGENEERING MATH LESDOEL De leerlingen kunnen: -Voorbeelden geven van welke voedingsmiddelen er goed/niet goed zijn voor je tanden. -Verwoorden dat zuren, materialen kunnen aantasten en dus ook niet goed zijn voor je tanden. -Waarnemen wat er gebeurt als zuren in contact komen met andere materialen. -Zorg dragen voor materialen en deze na de proeven ook opruimen. Onderzoeksvragen: -Wat is goed voor mijn tanden en wat niet? -Wat doen zuren met bepaalde materialen? -Wat doen verschillende dranken die ik drink met mijn tanden, zoals Cola, fruitsap, Sprite, melk, MATERIALEN -Kringgesprek: Groot A 3 blad Stiften Post-Its MATERIALEN Demonstratie, gereedschappen, toepassingsmaterialen, bijlagen -Theorie zuren: een digitale weegschaal 1 eieren 1 bekers 1 voorbereid ei van de lkr. Fles azijn -Proef zuren in dranken: Kleurstofwater van rode kool Flesjes: Sprite, fruitsap, water, citroensap, azijn Per groep van 4: 5 bekers (totaal 20 bekers). Hier staan op voorhand de namen van de dranken op. 5 kleine bekers/maatbekers. Stevia Handdoeken -Sneller klaar: Computer, kleine computers, -Evaluatie: Peerevaluatie voor de leerlingen STEM-REFLECTIE CONTEXT -De leerlingen moeten beseffen dat niet alle dranken gezond zijn voor de tanden en hun eigen gezondheid. Op welke manier sluit de context aan bij de belevingswereld van de kinderen?
-De leerlingen zijn volop bezig met tanden te wisselen. -Ze zijn normaal allemaal al eens naar de tandarts geweest. VOORKENNIS -De leerlingen zijn volop bezig met tanden te wisselen. -Ze zijn normaal allemaal al eens naar de tandarts geweest. -De leerlingen kunnen al in beperkte mate weergeven wat wel of niet goed is voor de tanden. CONCEPT(EN) -De kalkschaal van het ei vervliegt, gaat weg,... -Fruitsap is heel gezond, dus ook goed voor je tanden. -Cola en Sprite zijn heel zoete dranken dus deze gaan niet zuur zijn. -De citroen is een fruitsoort, dus ook gezond voor je tanden. NATURE OF SCIENCE -De leerlingen krijgen de tijd om op voorhand te brainstormen over wat er gaat gebeuren. -De leerlingen gaan een proefje moeten doen met een ei en azijn en gaan op deze manier ervaren dat alles eigenlijk bestaat uit opgeloste deeltjes (Big Idea 1) Stuurt de activiteit aan op het aftoetsen van de voorkennis bij kinderen? Wat zijn mogelijke (mis-)concepten bij deze context? Biedt de activiteit voldoende kansen aan leerlingen om hen te laten inzien dat wetenschap en techniek menselijke activiteiten zijn waarvoor heel wat creativiteit en verbeelding nodig was en is? -De leerlingen gaan aan de hand van wist je datjes geprikkeld kunnen worden om iets verder te onderzoeken. Een voorbeeld van zo'n wist je datje is dat de tandenborstel vroeger bestond uit dierenhaar. Nu is dat niet meer zo en is dit zelfs geëvolueerd naar een elektrische tandenborstel. (Big Idea 10: evolutie --> is van toepassing op de les van 'De tandarts') -Tot slot gaan de leerlingen zelf ervaren en uitproberen welke tanden volwassenen hebben en waarvoor ze telkens gebruikt worden.
Hierbij wordt er ook een link gelegd met het vrijmaken van energie door het kauwen van voedsel. (Big Idea 8: voedselketen m.b.t. energie -- > is van toepassing op de les van 'De opbouw van de tanden') INTERDISCIPLINAIR Welke betekenisvolle aanknopingspunten/verbanden kunnen er zijn met andere vak-/leergebieden? S: Science komt aan bod doordat we gebruik maken van weetjes die we doorheen onze lessen gaan verwerken. Daarnaast zijn er ook enkele Big Ideas die we kunnen linken aan onze lessen. T: Techniek wordt gebruikt doordat we de leerlingen proefjes laten doen om zelf conclusies te leren trekken. E: / M: Mathematics komt in deze les aan bod doordat de leerlingen tijdens de proef met het ei moeten wegen en dus een weegschaal moeten leren gebruiken. LESVERLOOP EXPLOREREN -Kringgesprek: De leerlingen gaan samen met de leerkracht in de zithoek zitten. De leerkracht leidt het thema in. De leerkracht stelt gerichte vragen aan de leerlingen. -Wat is er goed voor je tanden? Wat is er gezond? Zijn er dingen die minder goed zijn voor je tanden? Wat gebeurt er dan met je tanden? Naar wie moeten we dan?... Op een A3-blad komen alle ideeën van de kinderen rond het thema. Dit doen ze op Post-Its. Ze krijgen per paar leerlingen een stift. Zo ontstaat er een grote brainstorm waar we later op kunnen terugblikken. Verkennen, zich verwonderen, vragen stellen, behoeften of eisen detecteren, -Het ei-onderzoek: Leerkrachten hebben zondag zelf al één ei half ondergedompeld om het effect goed weer te geven. De leerkracht deelt mee dat ze nu gaan onderzoeken wat er echt niet goed is voor je tanden en wat er dan gebeurt
met je tanden. Ze gaan terug op hun plaats zitten. De brainstorm staat centraal in de klas. Daarna laat de leerkracht een aantal leerlingen proeven van azijn. Ze krijgen de opdracht om te zeggen hoe dit smaakt. Dan gaan we onderzoeken wat een zuur drankje doet met een materiaal, in dit geval ons ei. De leerlingen moeten op dit moment beschrijven wat ze waarnemen. De kalkschaal van het ei gaat weg. Dus de conclusie: een zuur kan iets aantasten. Hier blikken de leerlingen 's avonds op terug! Als volgt bevragen we de leerlingen of dit dan wel goed zou zijn voor onze tanden. conclusie: Nee, dit kan ons glanzend laagje van onze tanden ook aantasten --> link maken met een wc-bril die glanst ook. ONDERZOEK / ONTWERP Nadenken, hypothese opbouwen, variabelen onderzoeken, antwoorden zoeken, ontwerpen, Vervolgens geeft de leerkracht de insteek naar de dagdagelijkse dranken. Ze bevraagt de leerlingen over hun voorkennis van Sprite, fruitsap, azijn citroensap en water en of deze dranken zuur zouden zijn of niet. De test: De leerlingen krijgen per groep de materialen voor de test. Op de bekers staan de namen van de dranken die straks in de bekers moeten. Dit wordt nog eens herhaald zodat dit duidelijk is. Daarna gaat de leerkracht rond met de kleurstof. Ze doet deze in alle bekertjes. De leerkracht geeft meer uitleg over de proef. Op dit moment gaan de leerlingen zelf aan de slag. Het is de bedoeling dat de leerlingen nu observeren en waarnemen wat er gebeurt met de kleurstof. Ze gieten van elke drank een klein bekertje bij de kleurstof.
VERKLAREN / MAKEN -Daarna gaan we de resultaten verklaren. De leerkracht stelt hierbij weer sturende vragen. Wat zag je gebeuren bij de frisdranken? Wat merk je bij de fruitsap? Wat wil dit allemaal zeggen? Maar we dachten toch dat fruitsap gezond was? En wat zag je gebeuren bij de melk en het water? Maar proef nu eens van onze Cola, Sprite en fruitsap. We zeggen net dat dit zuren zijn, maar proeven deze ook zuur, zoals de azijn? Zou er iets veranderen aan de test als we er een soort suiker bij zouden doen? RUIMER KIJKEN / VERBETEREN Omdat de leerlingen waarschijnlijk aanhalen dat Cola, Sprite en fruitsap eerder zoet smaken, breiden we de test verder uit. De leerkracht stelt de volgende vraag aan de leerlingen: Wat kunnen we doen om onze proefjes zo te maken dat ze ook zoet zijn zoals onze frisdrank? De leerlingen halen waarschijnlijk suiker aan, maar de leerkracht vraagt naar een gezonde zoetstof. Ze voegen Stevia toe aan de bekers van Cola, Sprite en fruitsap. Daarna observeren ze opnieuw of dit effect zal hebben. Nee, dit verandert niets aan de test. Conclusie: De suikers in Cola, Sprite en fruitsap veranderen niets aan de hoeveelheid zuren in de dranken. Dus deze dranken zijn niet goed voor onze tanden. Ze tasten ons glanzend laagje aan. DIFFERENTIATIE Als er leerlingen zijn die eerder klaar zijn met hun opdrachten of proefjes, dan kunnen ze een soort spel spelen op de computer waarin ze zelf tanden van dieren moeten poetsen en/of waarin ze de tanden zelf moeten verzorgen zoals de tandarts dit doet als ze gaatjes moeten vullen. De sites hiervoor zijn: Duckie Deck: http://duckiedeck.com/play/de ntist Yummy: http://www.yummy.pl/preschoolers/pl/game/en/my cie-zabkow Resultaten, begrijpen, verklaren met model, maken, werkt het, Verbeteren van het concept, in verband brengen met, Klopt dit met wat we al weten?, voorspellen, opnieuw dromen, Interesse, ontwikkelingsniveau EVALUATIE Proces & product De leerlingen worden geëvalueerd op hun waarnemingen die ze tijdens deze les doen. Daarnaast worden ze ook op samenwerkingsbereidheid, het experimenteren en zorg voor materialen geëvalueerd. (de observatievragen vind je in bijhorend document) De goede samenwerking wordt nagegaan door een evaluatieblad met smileys en/of duimen die ze dan moeten inkleuren of aanduiden. Dit is een soort peerevaluatie.