april 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Buschauffeur
Buschauffeur Refrein: Buschauffeur, buschauffeur, waar ga jij naartoe? Doe je deur maar open. Anders moet ik lopen. En van lopen word ik moe. tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof 1 Rijd maar met me mee. Ik ga naar Zierikzee. Refrein 2 Leuk dat jij er bent. Ik ga naar Purmerend. Rijd maar met me mee. Ik ga naar Zierikzee. Refrein 3 Goed dat ik hier kwam. Ik ga naar Rotterdam. Leuk dat jij er bent. Ik ga naar Purmerend. Rijd maar met me mee. Ik ga naar Zierikzee. Refrein Illustratie: Hans Meijer
Buschauffeur Luuk Marian van Gog In de stad rijdt buschauffeur Luuk. Hij rijdt rondjes door de stad. Van het station naar de markt en van de markt naar de school. Van de school naar het zwembad en dan weer terug naar het station. Bij elke halte haalt hij mensen op. Vaak zijn dat dezelfde mensen. Zoals meneer Abdel. Die gaat naar het winkelcentrem, waar hij samen met zijn broer een schoenenwinkel heeft. Of Daan. Die gaat met de bus naar school en soms naar zwemles. Of meneer De Bruin. Die heeft altijd een tas met een laptop bij zich, want hij gaat naar kantoor. En dan is er nog mevrouw Witjes. Mevrouw Witjes is een vrolijk oud dametje. Ze is misschien al 80 jaar! Elke dag gaat ze met de bus mee. Ze zegt iedereen vriendelijk gedag. Maar omdat ze al zo oud is, wordt ze een beetje vergeetachtig. Buschauffeur Luuk ziet mevrouw Witjes al vanuit de verte staan. Hij stopt met zijn bus vlak voor haar neus en doet de deuren open. Goedemorgen mevrouw Witjes, zegt hij. Want dat zegt hij elke dag. Dag buschauffeur, zegt mevrouw Witjes dan. Gaat u naar Groningen? Want daar woont mijn dochter. Want dat zegt mevrouw Witjes ook elke dag. En elke dag antwoordt Luuk: Nee mevrouw Witjes, ik ga niet naar Groningen. Ik rijd rondjes door de stad. Maar als u naar Groningen wilt, breng ik u naar het station. Daar gaat een trein en die brengt u naar Groningen. En dan zegt mevrouw Witjes weer: Nou, vandaag maar niet. Dat is me teveel gedoe. Dan kijkt Luuk goed naar mevrouw Witjes. Ze heeft een boodschappentas bij zich. Daaraan ziet hij dat ze boodschappen wil doen. Stapt u toch maar in, zegt hij. Dan breng ik u naar de markt en naar de winkels. Daar kunt u boodschappen doen. Mevrouw Witjes stapt in de bus en gaat zitten. En buschauffeur Luuk brengt haar naar de markt. Gisteren had mevrouw Witjes haar hand in verband. Toen bracht Luuk haar naar de dokter. En morgen heeft ze misschien wel boeken bij zich. Dan brengt Luuk haar naar de bibliotheek. Maar altijd vraagt ze eerst of de bus naar Groningen gaat. Vandaag rijdt buschauffeur Luuk weer zijn rondje. Meneer Abdel zit al in de bus en Daan en meneer De Bruin ook. Bij de halte staat mevrouw Witjes te wachten. Ze heeft een pakje in haar handen. Mooi ingepakt en met een grote strik erom. Luuk doet de deuren van de bus open. Goedemorgen mevrouw Witjes! Dag buschauffeur, zegt mevrouw Witjes. Gaat u naar Groningen? Nee mevrouw Witjes, zegt Luuk. Ik ga niet naar Groningen. Ik... Laat ook maar, zegt mevrouw Witjes een beetje verdrietig. Ik weet het ook eigenlijk wel. Maar ik vind het zo jammer. Mijn dochter woont in Groningen, weet u. En vandaag is ze jarig. Ik heb haar al zo lang niet gezien... Mevrouw Witjes schuifelt naar een plaatsje en gaat zitten. Ze is helemaal niet vrolijk. Zo heeft Luuk haar nog nooit gezien. En opeens zegt hij: Ach, wat kan het me ook schelen. Mensen, vandaag gaan we naar Groningen. Ik breng jullie allemaal eerst waar je heen wilt, maar daarna rijd ik naar Groningen. Wat leuk, roept meneer Abdel. Weet u wat? Ik ga mee! Ik bel mijn broer wel even dat hij vandaag de winkel alleen doet. Ik ga ook mee, roept meneer De Bruin. Wat kan mij kantoor schelen. Ik kan elke dag naar kantoor. Maar in Groningen kom ik haast nooit. Ik stuur wel even een mailtje naar mijn werk. En ik? vraagt Daan. Hij kan niet zomaar van school wegblijven. Maar daar weet Luuk wel wat op. Moet jij niet een spreekbeurt houden, Daan? Misschien moet je dat maar
over Groningen doen! En meneer De Bruin belt naar school en spreekt met de juf van Daan af dat hij vandaag voor zijn spreekbeurt naar Groningen mag. Luuk draait de bus om, rijdt de stad uit en de snelweg op. Op weg naar Groningen. Mevrouw Witjes weet niet precies hoe ze bij haar dochter moet komen, maar meneer De Bruin en Daan zoeken het samen op de laptop op. Een uurtje later rijden ze luid toeterend de straat in. Mevrouw Witjes stapt als eerste uit. De deur van het huis zwaait open en er komt een jonge mevrouw Witjes naar buiten. Mama...? Wat leuk! Dag Lisa. Gefeliciteerd. Meneer Abdel en meneer De Bruin, Daan en Luuk krijgen taart en koekjes en een lekker broodje. Ze zingen voor de jarige Lisa en iedereen mag een rondje maken met de bus. Het wordt een fijne dag en daarna rijden ze weer naar huis. Daarna is alles weer gewoon. Buschauffeur Luuk rijdt weer zijn rondjes door de stad. Hij breng meneer Abdel en meneer De Bruin naar hun werk. Hij brengt Daan naar school en naar het zwembad. Hij neemt mevrouw Witjes mee en zet haar af bij de winkels of het ziekenhuis of de bibliotheek. Als mevrouw Witjes instapt, vraagt ze nog steeds: Gaat u naar Groningen? Maar één ding is een beetje anders. Dat is het antwoord van buschauffeur Luuk. Want vanaf die dag zegt hij: Nee mevrouw Witjes, vandaag niet. Volgend jaar weer. versje Buschauffeur Marian van Gog Buschauffeur, buschauffeur, breng je mij tot aan de deur? Nee mevrouw, dat zal niet gaan. Ga maar bij de halte staan. Buschauffeur, buschauffeur, heb je wel een goed humeur? Ja mevrouw, elke dag omdat ik u rijden mag!
Extra bij Buschauffeur Bij het liedje Het is een stapelliedje. Bij elk couplet komen er twee regels bij. Zing de coupletten eerst samen. Verdeel de kinderen dan in drie groepen. Elke groep is een andere buschauffeur en neemt twee regels voor zijn rekening. Het refrein zingen alle kinderen samen. Maak bewegingen bij het refrein: Buschauffeur, buschauffeur 1 waar ga jij naar toe? 2 Doe je deur maar open. 3 Anders moet ik lopen. 4 En van lopen word ik moe. 1. Kinderen maken een vragend gebaar: schouders ophalen, handen naar boven keren, vragend kijken. 2. Met hun handen maken ze een schuivend gebaar van deuren die opengaan. 3. Kinderen maken loopbewegingen op de plaats. 4. Ze worden moe: langzame en sloffende loopbewegingen, schouders hangen laag, hoofd hangt naar beneden. Creatief Geef elk kind een groot vel papier. Teken hierop in het midden een raam. Elk kind tekent zichzelf achter het raam. Hang de tekeningen naast elkaar op (tegen elkaar aan). Teken er een grote bus omheen. Zo zit de hele groep bij (achter) elkaar in de bus. Samen met de bus Gebruik het liedje als u met de kinderen met de bus gaat, op excursie, schoolreis of naar het zwembad. Vertel ouders waar u mee bezig bent. Als zij met hun kind met de bus gaan, laat ze hun kind dan actief bij de busreis betrekken: samen bekijken waar de halte is en hoe het er bij de halte uitziet (bord, bus huisje ). Samen de OV in- en uitchecken, samen op de stopknop drukken, enzovoort. Laat kinderen op school vertellen hoe het reizen met de bus ging.
Kleurplaat - illustratie: Hans Meijer