Studiegids opleiding Gezondheidszorgpsycholoog 2017

Vergelijkbare documenten
Organisatie en Inrichting van het Onderwijs

Het Praktijkonderwijs

Studiegids opleiding Gezondheidszorgpsycholoog

Organisatie en inrichting van het onderwijs

Radboud Centrum Sociale Wetenschappen

Adresgegevens 1 1. Organisatie en inrichting van het onderwijs 2

OPLEIDINGSOVEREENKOMST

Kwalificatie-eisen, taken en verantwoordelijkheden van de praktijkbegeleiding

Besluit Kwalificatie-eisen voor praktijkopleiders, werkbegeleiders

Praktijkopleidingsplaats pt verkort

Stichting Postacademische (G)GZ-opleidingen Amsterdam. Examenreglement. Postacademische beroepsopleiding tot gezondheidszorgpsycholoog

Klinisch Psycholoog. specialistische opleiding Leidseplein PR Amsterdam T (020) F (020)

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

OPLEIDINGSOVEREENKOMST

OPLEIDINGSOVEREENKOMST

Aanvraag tot erkenning praktijkopleidingsinstelling Specialistische opleiding tot klinisch psycholoog

Besluit Kwalificatie-eisen voor praktijkopleiders, werkbegeleiders en supervisoren opleiding psychotherapeut

Het praktijkonderwijs

Examenreglement. Postacademische (G)GZ-opleiding tot psychotherapeut

Opleidings- en Examenreglement. Post MSc opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog

Opleidings- en Examenreglement Postmaster opleiding tot orthopedagoog-generalist

Klinisch Psycholoog. specialistische opleiding Leidseplein PR Amsterdam T (020) F (020)

Nadere eisen en voorwaarden ten aanzien van supervisie en leertherapie in de specialistische opleiding tot klinisch psycholoog

Toekomstwijzer Sectie Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) SPS-NIP

KAMER GEZONDHEIDSZORGPSYCHOLOOG

Handleiding Toetsboek Competentiegericht opleiden

Kamer Psychotherapeut

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog behandeling en evaluatie (volwassenen en ouderen)

COLLEGE SPECIALISMEN G EZONDHEIDSZORGPSYCHOLOOG EN PSYCHOTHERAPEUT

Nadat u bent ingelogd, vindt u onder de tab Opleidingsgegevens, alle onderdelen die relevant zijn voor uw deelname aan de opleiding.

gelet op het advies van de Registratiecommissie Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog,

Vastgesteld op 3 juni 2004 Goedgekeurd door de Minister van VWS op 20 december 2004, IBE/BO In werking getreden op 1 februari 2005

Accreditatie supervisorencursus Versie Toetsingscriteria supervisorencursus

Het College Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog, in vergadering bijeen op 1 maart 2005

Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist

Concept-AMvB s GzP en PT

Opleidings- en Examenreglement. Postacademische beroepsopleiding tot psychotherapeut ex. Wet BIG

Goedgekeurd door de Minister van VWS op 25 juni 2012, besluit MEVA/BOA In werking per 1 juni 2012.

TOELICHTING CONCEPTBESLUIT OPLEIDINGSEISEN ORTHOPEDAGOOG- GENERALIST VERSIE INTERNETCONSULTATIE 30 APRIL 2019

Vereniging EMDR Nederland. Informatie over opleiding en lidmaatschap

Stichting opleidingsinstelling GGZ-VS Addendum opleidingsplan Opleiding GGZ-VS met vrijstellingen voor specifieke doelgroepen

Word ook cognitief gedragstherapeut VGCt Informatie over de opleiding en registratie bij de VGCt

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties?

- Artikel 3: aanvraag Uitwerking artikel 3: aanvraag Artikel 14: inhoud van aanvraag: aanvrager... 3

Postmaster opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog

COLLEGE SPECIALISMEN G EZONDHEIDSZORGPSYCHOLOOG EN PSYCHOTHERAPEUT

Supervisiereglement van de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie

Aanvraagprocedure Erkenning Supervisorschap Versie: 20 juni 2012 AANVRAAGPROCEDURE ERKENNING SUPERVISORSCHAP

Opleidings- en examenreglement specialistische beroepsopleiding tot Klinisch Psycholoog

Gelet op het Besluit gezondheidszorgpsycholoog en de Regeling Gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapie, basisberoep en specialismen;

In bovengenoemd kader bespreken we hieronder de posities van de betrokkenen bij de postdoctorale opleiding tot psychotherapeut.

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding tweede opleidingsjaar. versie juni 2015

Accreditatiereglement

Profielschets lid College Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog en Psychotherapeut

Competentiegericht opleiden (CGO)

Postacademische opleiding Psychotherapeut. Cursist. > meld je aan

- Artikel 14: inhoud van aanvraag: aanvrager Uitwerking artikel 14: inhoud van de aanvraag... 3

Examenreglement

STANDAARDFORMULIER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING

PROGRAMMA SPECIALISTISCHE OPLEIDING TOT KLINISCH NEUROPSYCHOLOOG THEORETISCH ONDERWIJS. Algemene inleiding

Competenties van de klinisch psycholoog. Ger Keijsers

Informatie voor supervisanten

Informatie over de post-master opleiding tot GZpsycholoog

Algemene voorwaarden praktijkopleidingsinstellingen en opleidelingen voor BIG opleidingen en de opleiding tot orthopedagoog-generalist

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT

Professionele verantwoordelijkheid, bekwaamheid en bevoegdheid

STUDIEGIDS Specialistische opleiding tot klinisch psycholoog

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT DEFINITIES

In opleiding tot verpleegkundig specialist. Informatie voor de vios

Kaderregeling Accreditatie Herregistratie, zoals vastgesteld door het Bestuur FGzP op 6 februari 2007

Vastgesteld door het Bestuur van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen (FGzP) op 10 maart 2014 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2014

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog diagnostiek en indicatiestelling (volwassenen en ouderen)

CONCEPTBESLUIT OPLEIDINGSEISEN ORTHOPEDAGOOG-GENERALIST VERSIE INTERNETCONSULTATIE 30 APRIL 2019

WORKSHOP: Competentiegericht opleiden

Onderwijs- en examenreglement ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT DEFINITIES

Postacademische opleiding Psychotherapeut. Praktijkinstelling. > meld je aan

Postmaster opleiding diagnostiek en behandeling (SG)LVB

Samenvatting HOOP 2.0 Mario Braakman

Naar een eenduidige regeling van de praktijkbegeleiding in de psychologisch BIG-opleidingen

Registratiereglement voor aspirant, junior, senior en supervisor Register Schematherapie Ingangsdatum: 1 mei 2016

TOETSBOEK GZ-psycholoog

Assessment voor verpleegkundig specialist

Accreditatiereglement geïntegreerde postdoctorale opleiding tot NVO Orthopedagoog-Generalist

opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut,

Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch

Samenvatting. Inleiding. Structuur van de opleiding

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Postmaster opleiding systeemtherapeut

6. Cursorisch onderwijs: Het cursorisch gedeelte van de opleiding, dat plaatsvindt bij RINO Zuid.

Concept-AMvB s OG en K&J

Registratieregeling Leertherapeut Psychotherapie

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding

Erkenning van opleidingsonderdelen supervisieopleidingen

Modulaire opleiding cognitieve gedragstherapie

Werken als. Informatie voor de. verpleegkundig specialist

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Gelet op het Besluit gezondheidszorgpsycholoog en de Regeling Gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapie, basisberoep en specialismen;

Kamer Psychotherapeut

Onderwijs- en examenregeling Postmaster opleiding tot Gezondheidszorgpsycholoog

Transcriptie:

Studiegids opleiding Gezondheidszorgpsycholoog 2017 Postadres Postbus 6909 6503 GK NIJMEGEN Bezoekadres Toernooiveld 5 6525 ED NIJMEGEN T (024) 361 25 11 www.rcsw.nl

Inhoudsopgave 1. Organisatie en inrichting van het onderwijs... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Doelstelling van de opleiding... 3 1.3 Eindkwalificaties... 3 1.4 Inhoud en opzet van de opleiding... 4 1.5 De toelating... 4 1.6 Taken en verantwoordelijkheden van de opleidingsinstelling... 5 1.7 Vrijstellingen... 5 1.8 Opleidingscommissie... 5 1.9 Examencommissie... 6 1.10 Kosten... 6 1.11 Website en elektronische leeromgeving... 6 1.12 Registratie als gezondheidszorgpsycholoog BIG... 6 1.13 Registratie als orthopedagoog generalist NVO... 6 1.14 Nederlands Instituut van Psychologen (NIP)... 7 1.15 Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO)... 7 1.16 Nederlandse Vereniging voor Gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen (NVGzP)7 2. Het cursorisch onderwijs... 8 2.1 Modules... 8 2.2 Overleg met het RadboudCSW... 9 2.3 Literatuur en casussen... 9 2.4 Bibliotheek en testotheek... 9 2.5 Evaluatie en beoordeling... 9 2.6 Aanwezigheidsverplichting... 10 2.7 Actieve participatie van cursisten... 10 2.8 Signaleringsformulier functioneren in cursorisch onderwijs... 11 2.9 Leslocatie... 11 3. Het praktijkonderwijs... 12 3.1 Omvang en organisatie... 12 3.2 P-opleider en praktijkopleider... 12 3.3 Werkbegeleider... 13 3.4 Supervisor... 14 3.5 Individueel opleidingsplan... 15 3.6 Praktijktoetsen... 15 3.7 Portfolio en vervolg opleidingsplan... 16 3.8 Evaluatie en beoordelingsprocedure... 16 Bijlage 1: Vrijstellingenbeleid voor deelnemers aan de gz-opleidingen... 17 Bijlage 2: Taken en verantwoordelijkheden groepsvertegenwoordiger... 18 Bijlage 3: Het volgen van lessen via Facetime... 19 Bijlage 4: Actieve participatie is de standaard voor ervaringsgericht leren... 20 Bijlage 5: Signaleringsformulier functioneren in cursorisch onderwijs... 21 Bijlage 6: Randvoorwaarden voor het volgen van de modules in de praktijk... 23 2

1. Organisatie en inrichting van het onderwijs 1.1 Inleiding De opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (gz-opleiding) is een postdoctorale beroepsopleiding voor psychologen en pedagogen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg. De opleiding kent twee varianten: één gericht op kinderen & jeugdigen en één gericht op volwassenen & ouderen. De minister van VWS heeft met het inwerking stellen van de Wet BIG Nederland in zes regio s verdeeld en de Stichting Psychologische vervolgopleiding Nijmegen (SPON) daarbij aangewezen als erkende opleidingsinstelling voor de regio Oost Midden Nederland. De organisatie wordt uitgevoerd door het Radboud Centrum Sociale Wetenschappen (RadboudCSW), onderdeel van de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen. SPON participeert in het Landelijk Overleg van GGZ-Opleidingsinstellingen (vereniging LOGO) dat afstemming en samenwerking van de zes opleidingsinstellingen tot doel heeft. In deze studiegids staat informatie over de organisatie en inrichting van de opleiding, over het cursorisch onderwijs en over het praktijkonderwijs. 1.2 Doelstelling van de opleiding De doelstelling van de gz-opleiding is om de basispsycholoog op te leiden tot een competente gz-psycholoog. De gz-psycholoog is een breed opgeleide professional en werkzaam in vele settings waarin cliënten met diverse problematiek zich aanmelden. Ongeveer de helft van de gzpsychologen werkt in de geestelijke gezondheidszorg, de andere helft in de somatische zorg, in forensische instellingen, de verslavingszorg, de jeugdzorg, gehandicaptenzorg of in sectoren buiten de gezondheidszorg. Binnen deze sectoren werkt hij als zelfstandig diagnosticus en behandelaar van psychische stoornissen en psychische aspecten van lichamelijke ziekten, invaliditeit en problemen in de persoonlijke levenssfeer. Hij richt zich in eerste instantie op kortdurende hulpverlening van lichte tot matig complexe problematiek. De gz-psycholoog werkt zowel intra- als interdisciplinair. Het competentieprofiel van de gz-psycholoog is te vinden op Moodle (Opleidingsplan GZpsycholoog) en in het Handboek voor gz-psychologen (pagina 37 en verder). 1.3 Eindkwalificaties Tot het takenpakket van de gz-psycholoog behoren onder meer het verrichten van psychologische en orthopedagogische diagnostiek met behulp van tests, observaties en interviews met als doel de problematiek van de cliënt of het cliëntsysteem in kaart te brengen, te begrijpen en een adequate aanpak te formuleren. Tevens kenmerkend in zijn takenpakket is de indicatiestelling. Het toewijzen van de cliënt aan de meest geschikte behandeling of begeleiding is daarbij het doel. In veel gevallen is de gz-psycholoog ook degene die behandelingen en begeleiding initieert en uitvoert. Dat betreft doorgaans kortdurende en klachtgerichte interventies waarvan een aantal in protocollen en richtlijnen zijn beschreven. Ook het aansturen van anderen in het uitvoeren van (delen van) behandelingen behoort tot de taken, evenals het leidinggeven aan behandelteams. Diagnostiek, indicatiestelling en behandeling richten zich op uiteenlopende problematiek die kan variëren van enkelvoudig tot meer complex, die de gehele levensloop omvat. Te denken valt hierbij aan emotionele en gedragsproblemen, het leren omgaan met verworven aandoeningen en het zich leren aanpassen aan nieuwe levensfasen. Hoewel de gz-psycholoog qua diagnostiek en indicatiestelling zeker het hele veld overziet, behoren meervoudige diagnoses en persoonlijkheidsproblematiek doorgaans minder tot de behandeltaken van de gz-psycholoog. Binnen de beroepsuitoefening werkt de gz-psycholoog met aan het domein aanpalende specialisten, zoals de klinisch psycholoog, psychiater, psychotherapeut en orthopedagoog samen. Daarnaast werkt hij samen met verschillende andere professionals als verpleegkundigen, fysiotherapeuten en maatschappelijk werkers. 3

1.4 Inhoud en opzet van de opleiding De gz-opleiding omvat tenminste 3600 uur (exclusief literatuurstudie) en is als volgt opgebouwd: CURSUS PRAKTIJK Contacturen Praktijkopdrachten Werkzaamheden Supervisie Diagnostiek 200 100 1116 36 Indicatiestelling 40 20 279 9 Behandeling 200 100 1116 36 Overige taken 40 20 279 9 Totaal 480 240 2790 90 Het cursorisch programma van 480 uur volgt u in 2 jaar. Voor het cursorisch programma geldt een strikte aanwezigheidsverplichting en er wordt intensieve voorbereiding verwacht in de vorm van literatuurstudie en praktijkopdrachten. Daarnaast bestaat de opleiding uit een praktijkdeel van twee tot vier jaar waarin u tenminste 16 uur per week omschreven praktijkervaring moet opdoen onder begeleiding van een erkend praktijkopleider en werkbegeleider en met omschreven supervisie van erkende supervisors. Dit deel van de opleiding vindt plaats binnen een praktijkopleidingsinstelling, waarmee bindende afspraken zijn gemaakt over de inhoud en organisatie van de praktijkopleiding. Onder eindverantwoordelijkheid van de hoofdopleider geven docenten vorm aan het cursorisch programma en praktijkopleiders aan het praktijkprogramma. De opleiding is erop gericht theorie en praktijk zinvol met elkaar te verbinden. Deze opleiding heeft een beperkte opleidingscapaciteit en stelt hoge eisen aan de kandidaten voor de opleiding. Ook zijn er formele toelatingsvoorwaarden. 1.5 De toelating Een doctoraalopleiding of universitaire Masteropleiding in de psychologie, pedagogiek of geestelijke gezondheidkunde is een vereiste voor deelname aan de opleiding. Daarnaast moeten alle kandidaten aan een omschreven aantal onderdelen hebben voldaan (vastgesteld op de LOGO-verklaring). Tot slot dienen kandidaten door een erkende praktijkinstelling te worden voorgedragen voor de gz-opleiding. Praktijkinstellingen worden erkend door SPON. De selectie van deelnemers voor de opleiding vindt in eerste instantie in de praktijk plaats. Soms worden interne kandidaten uit de praktijkinstellingen voorgedragen, in andere gevallen wordt een vacature opgesteld waarna een sollicitatieprocedure wordt gevolgd. De praktijkopleider en sollicitatiecommissie dragen op basis van deze procedure een kandidaat voor aan de hoofdopleider, die in een toelatingsgesprek vaststelt of de kandidaat tot de opleiding kan worden toegelaten. Na toelating tot de opleiding neemt de praktijkinstelling de deelnemer voor de duur van de opleiding in dienst. De verplichtingen van de opleidingsinstelling (RadboudCSW/SPON), praktijkinstelling en deelnemer worden vastgelegd in de opleidingsovereenkomst. 4

1.6 Taken en verantwoordelijkheden van de opleidingsinstelling Het secretariaat is het eerste aanspreekpunt van de opleiding. Hier komen e-mail, (post,) en telefoon binnen. Alle producten bestemd voor deelnemers, docenten, praktijkopleiders en de diverse commissies komen van het secretariaat. Voor allerlei algemene vragen kunt u hier terecht. De organisatie van de opleiding berust bij de coördinator van het RadboudCSW. De coördinator: is het aanspreekpunt voor alle individuele kwesties met betrekking tot de opleiding van cursisten, docenten, praktijkopleiders en directies waarvoor de bestaande regelingen en afspraken geen uitkomst bieden; is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de werving van opleidingsplaatsen; is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de sollicitatie- en selectieprocedure van kandidaten; is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor het overleg over de invulling en evaluatie van de opleidingsroutes (praktijk en theorie) met docenten, praktijkopleiders, cursisten en hoofdopleiders; is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de studievoortgangbewaking van cursisten; is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de noodzakelijke erkenningprocedures van de opleiding en de cursorische onderdelen; is ambtelijk secretaris van de regionale opleidingscommissie gz; is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de financiële afhandeling en budgetbewaking van de opleiding tot gz-psycholoog; participeert in het landelijk overleg van hoofdopleiders en coördinatoren (HCO) van het Landelijke Overleg GGZ Opleidingsinstellingen (vereniging LOGO); participeert in ontwikkeltaken op het gebied van de postdoctorale GGZ-opleidingen. De inhoudelijke eindverantwoordelijkheid voor de opleiding berust bij de hoofdopleider van de opleiding. De hoofdopleider: is eindverantwoordelijk voor het geheel van de opleiding en mede verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling van de postdoctorale opleidingen; is verantwoordelijk voor selectie en aanname van deelnemers; adviseert de Stichting Psychologische vervolgopleiding Nijmegen over de aanwijzing van de opleidingsplaatsen en de voordracht van praktijkopleiders; is verantwoordelijk voor de keuze van docenten; is eindverantwoordelijk voor de evaluatie en de daarop mede gebaseerde bijstellingen van het cursorisch programma en van individuele praktijkopleidingroutes; is aanspreekbaar voor individuele opleidingsproblemen wanneer deze niet in overleg met betrokken docenten, praktijkopleider, supervisor of coördinator opgelost kunnen worden; is voorzitter van de regionale overlegorganen en de examencommissie en is adviseur van de Stichting Psychologische vervolgopleiding Nijmegen en vertegenwoordigt de opleiding in landelijke organen. De hoofdopleider, coördinator en managementassistent werken in één team samen aan de organisatie van een of meerdere opleidingsgroepen. 1.7 Vrijstellingen In het landelijk overleg van hoofdopleiders en coördinatoren van de gz-opleidingen is een vrijstellingenbeleid vastgesteld. Voor het praktijk-onderwijs is geen vrijstelling mogelijk. Vrijstellingen kunnen per e-mail worden aangevraagd bij de coördinator. Zie voor meer informatie bijlage 1, vrijstellingenbeleid voor deelnemers aan de gz-opleidingen. 1.8 Opleidingscommissie De opleidingscommissie adviseert de hoofdopleider gevraagd en ongevraagd over alle zaken met betrekking tot het onderwijs. Ook is het een belangrijk orgaan voor de kwaliteitsbewaking van het onderwijs. In deze commissie hebben de hoofddocenten, een aantal praktijkopleiders en een afvaardiging van de deelnemers aan de opleiding zitting. In de regel komt de commissie vier keer per jaar bijeen. Deelnemers aan de opleiding die graag deel willen nemen kunnen dit bij de 5

secretaris van de commissie kenbaar maken. Voor deelname aan de vergaderingen is vergoeding geregeld. 1.9 Examencommissie De examencommissie bewaakt de naleving van het examenreglement en beoordeelt ieder jaar de studievoortgang van alle deelnemers aan de opleiding. Ook beoordeelt de examen-commissie aan het eind van de opleiding of een deelnemer zijn of haar diploma in ontvangst kan nemen. De examencommissie bestaat uit dezelfde personen als de opleidingscommissie minus de afvaardiging van de deelnemers aan de opleiding. 1.10 Kosten Het cursusgeld voor de gz-opleiding wordt jaarlijks door het bestuur van SPON vastgesteld en op de website (www.rcsw.nl) gepubliceerd. Het bedrag dient in vastgestelde betalingstermijnen te worden voldaan. In sommige gevallen betaalt de praktijkinstelling naast het salaris ook (een deel van) de opleidingskosten. Hierover maken de deelnemers zelf afspraken met de praktijkinstelling. De afspraken kunnen aan het secretariaat van het RadboudCSW worden doorgegeven. Daarnaast zijn er kosten verbonden aan de benodigde literatuur. Per module wordt aangegeven welke boeken aangeschaft moeten worden. De totale kosten hiervoor liggen om en nabij de 1.000,- en zijn in principe voor rekening van de deelnemer. De cursuskosten voor de gz-opleiding zijn fiscaal aftrekbaar. Voor de belastingdienst ontvangen de deelnemers een verklaring van het RadboudCSW. 1.11 Website en elektronische leeromgeving Op de website (www.rcsw.nl) vindt men algemene informatie over de opleidingen, antwoorden op veel gestelde vragen, nieuws en contactinformatie. Via de website kan men ook inloggen op Moodle; de elektronische leeromgeving van het RadboudCSW. Moodle (moodle.rcsw.nl) bevat alle cursusinformatie en veel cursusmateriaal, maar ook specifieke opleidingsinformatie, opleidingseisen, roosters, de praktijkopleiding en handleidingen. Voor Moodle ontvangen deelnemers een wachtwoord. Iedereen die toegang heeft tot het systeem krijgt verschillende rechten. Over het hele systeem ligt een rollen- en rechtenbeleid: afhankelijk van uw rol krijgt u bepaalde gegevens te zien. De deelnemer heeft toegang tot Moodle tot het moment waarop hij het getuigschrift ontvangt. Deelnemers onderhouden in Moodle hun persoonlijke portfolio. Alleen de deelnemer, de betreffende praktijkopleider, hoofdopleider en medewerkers van het RadboudCSW hebben toegang tot de pagina waarin dit portfolio is opgeslagen. Om de privacy te beschermen blijft de toegang tot het praktijkdeel van Moodle beperkt tot deze kleine groep gebruikers. 1.12 Registratie als gezondheidszorgpsycholoog BIG Twee keer per jaar vindt er een officiële diploma-uitreiking plaats. Diegenen van wie de examencommissie heeft bepaald dat ze hun diploma in ontvangst mogen nemen kunnen aan de uitreiking deelnemen. Met een afschrift van het diploma kunt u vervolgens de BIG-registratie aanvragen. Na inschrijving in het BIG-register mag men zich pas gezondheidszorgpsycholoog noemen. Tot die tijd mogen deelnemers aan de opleiding zich psycholoog of pedagoog of geestelijk gezondheidkundige in opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog noemen. In de opleiding gebruiken we hiervoor de afkorting piog. De term gz-psycholoog in opleiding (GIO) is juridisch niet correct en mag niet gehanteerd worden. Meer informatie over de registratie als gz-psycholoog is te vinden op www.bigregister.nl. 1.13 Registratie als orthopedagoog generalist NVO Voor deelnemers aan de gz-opleiding met variant kinderen & jeugdigen bestaat op dit moment een overgangsregeling om na de gz-opleiding te kunnen voldoen aan de eisen van de NVO voor registratie als orthopedagoog generalist. De meest recente informatie hierover vindt u op www.nvo.nl. 6

1.14 Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) Deelnemers aan de opleiding ontvangen van het RadboudCSW een verklaring waarmee bij het NIP tegen een gereduceerd tarief een lidmaatschap kan worden aangevraagd (voor deelnemers met psychologie als vooropleiding). 1.15 Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) Deelnemers aan de opleiding ontvangen van het RadboudCSW een verklaring waarmee bij de NVO tegen een gereduceerd tarief een lidmaatschap kan worden aangevraagd (voor deelnemers met pedagogische wetenschappen als vooropleiding). 1.16 Nederlandse Vereniging voor Gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen (NVGzP) Deelnemers aan de opleiding ontvangen van het RadboudCSW een verklaring waarmee bij de NVGzP tegen een gereduceerd tarief een lidmaatschap kan worden aangevraagd. 7

2. Het cursorisch onderwijs 2.1 Modules Het cursorisch programma van de Nijmeegse gz-opleiding is opgedeeld in thematische modules. Naast een aantal algemeen inleidende modules over psychodiagnostiek, indicatiestelling en behandeling en een aantal themabijeenkomsten dat valt onder GZ-psycholoog in context is het opleidingsprogramma geordend op basis van klachtgebieden. Met behulp van literatuur, casuïstiek, rollenspelen en videodemonstraties gaan docenten per module systematisch in op het proces van diagnostiek, indicatiestelling en behandeling bij de betreffende klachten. Weerkerende aspecten zoals psychopathologie en normaliteit, psychodiagnostiek, etiologie en epidemiologie, behandelmogelijkheden vanuit verschillende psychotherapeutische referentiekaders (o.a. cognitieve gedragstherapie, cliëntgerichte benadering, psycho-dynamische benadering, waar opportuun), multidisciplinaire richtlijnen en de protocollaire, klachtgerichte en procesgerichte benaderingen komen per module aan bod. Ook is er telkens aandacht voor de specifieke benadering van de verschillende leeftijdscategorieën en het levensloopperspectief. Bijna iedere module is opgebouwd uit een generiek en specifiek onderdeel. Het generieke gedeelte volgen de cursisten van Volwassenen en Ouderen (VO) en Kind en Jeugd (KJ) gezamenlijk. Het specifieke gedeelte van de module volgende cursisten van VO en KJ apart van elkaar. Deze opzet doet meer recht aan het generieke karakter van de gezondheidszorgpsycholoog. Het specifieke onderdeel biedt ruimte voor een invulling die past bij de wensen van de verschillende praktijkinstellingen. De keuze modules zijn volledig specifiek voor zowel VO als KJ en gaan in op de actualiteit van vandaag. Met deze unieke opzet onderscheid de Nieuwe Nijmeegse gz-opleiding zich van andere gz-opleidingen. Het globaal programma voor de gz-opleiding ziet er als volgt uit : Module Totaal aantal uur Waarvan Generiek Methodiek van Diagnostiek 45 45 15 Proces van diagnostiek en behandeling 57 57 42 Inleiding in de gedragstherapie 30 30 30 Angst- en stemmingsstoornissen 45 45 45 Somatische klachten 45 30 15 Hechting en persoonlijkheidsproblematiek 45 30 15 Klinische neuropsychologie 45 30 15 Ontwikkelingsstoornissen 15 45 15 GZ-psycholoog in context 36 36 36 Gedragsstoornissen - 15 - Kortdurend behandelen 15 15 15 Groepsdynamica 15 15 15 Verslaving en impulscontrole 15 15 15 Wetenschappelijke attitude 12 12 12 Psychotische klachten 9 9 9 Psychofarmacologie 6 6 6 Keuzemodules 15 15 - Totaal aantal uur 450 450 VO KJ 8

Randvoorwaarden voor het volgen van de modules in de praktijk Voor sommige modules is het nodig vooraf een en ander te organiseren in de praktijk. Bijvoorbeeld het inplannen van een supervisor met specifieke expertise, een patiënt toebedeeld krijgen met specifieke problematiek. In bijlage 6 staan deze randvoorwaarden per module beschreven. Om de module succesvol te kunnen volgen dient de praktijkopleider vóór aanvang van de module deze randvoorwaarden te organiseren. Elke module bestaat uit een aantal bijeenkomsten van elk 3 uur (exclusief pauze). Er is een vaste opleidingsdag die wordt bekend gemaakt voor de start van de opleiding. De bijeenkomsten vinden plaats op de ochtend en in de middag of middag en avond. Het RadboudCSW behoudt zich het recht voor om gedurende de opleiding uit te wijken naar een ander dagdeel of andere dag, al naar gelang de beschikbaarheid van docenten. Naast het verplicht bijwonen van de bijeenkomsten wordt van de deelnemers verwacht dat ze opgegeven literatuur bestuderen en (praktijk)opdrachten maken. Voor ieder contactuur gaan we uit van één uur voorbereiding in de vorm van literatuurstudie en een half uur in de vorm van (praktijk)opdrachten. De startweek. In de eerste week van de opleiding maakt de piog in vier lesdagen intensief kennis met de opleiding en met elkaar. De aftrap van een aantal cursusvakken vindt dan plaats. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het competentiegericht opleiden en de praktijkopleiding. Bij de programmering van de modules wordt rekening gehouden met de schoolvakanties in de regio Nijmegen. Deelnemers wordt verzocht bij de vakantieplanning hier rekening mee te houden. Zie ook de informatie over de aanwezigheidsverplichting (2.6). 2.2 Overleg met het RadboudCSW Tweemaal per kalenderjaar vindt er een overleg plaats tussen de hoofdopleider(s) en vertegenwoordigers uit de opleidingsgroepen. Hierin staat de inhoud van de opleiding centraal. Op initiatief van de coördinator, de hoofdopleider of de opleidingsgroep kan er een groepsoverleg worden ingepland. Dit overleg wordt in de regel ingepland voorafgaande of na afloop van een cursusbijeenkomst. De groepsvertegenwoordiger wordt door de groep gekozen. Lees voor meer informatie bijlage 2: Taken en verantwoordelijkheden groepsvertegenwoordiger. 2.3 Literatuur en casussen Voor elke module wordt een omschreven hoeveelheid literatuur opgegeven die bestudeerd dient te worden. Een deel hiervan wordt door het RadboudCSW aangeboden in de digitale leeromgeving, voor de overige literatuur geldt dat studieboeken dienen te worden geraadpleegd. De literatuur wordt bekend gemaakt in de modulewerkboeken. In de modules wordt o.a. gebruik gemaakt van casussen. Ook de eindopdracht bestaat vaak uit een casusbeschrijving. Bij de planning van de praktijkwerkzaamheden moet men daarom rekening houden met opdrachten vanuit de modules. Gedurende de module angst- en stemmingsstoornissen kan het bijvoorbeeld noodzakelijk zijn om een casus in te brengen. 2.4 Bibliotheek en testotheek Deelnemers ontvangen een verklaring van deelname aan de opleiding waarmee toegang verkregen kan worden tot de Universiteitsbibliotheek. Literatuur opzoeken in de bibliotheek kan via de website van de RU: www.ru.nl. Met een bibliotheekpas van de universiteit kunnen deelnemers diagnostiektesten, die niet op de praktijkplek aanwezig zijn, lenen bij de testotheek van de universiteit. 2.5 Evaluatie en beoordeling Elke module wordt afgesloten met een beoordeling in de vorm van een cijfer (1 t/m 10). Cijfers lager dan een 6 gelden als onvoldoende. De beoordelingscriteria zijn opgenomen in het modulewerkboek. Ook maakt de docent afspraken over een termijn waarbinnen de module moet worden afgerond. Bij een onvoldoende beoordeling mag er één herkansing plaatsvinden. Zie ook het examenreglement. 9

Naast bovengenoemde beoordeling let de docent bij elke deelnemer op zijn of haar inzet en leerbaarheid. Indien een docent problemen signaleert dan zal hij of zij hierover een gesprek aangaan met de deelnemer. De hoofdopleider wordt hiervan op de hoogte gebracht. De inzet en de leerbaarheid wordt besproken in de examencommissie en weegt mee voor het wel of niet behalen van het diploma. De punten waarop de deelnemers worden geëvalueerd en de procedure die hierbij wordt gevolgd zijn opgenomen in een apart document op Moodle. Tenslotte vullen de deelnemers voor elke afgesloten module een evaluatieformulier in. Deze evaluaties worden besproken in de vergaderingen van de opleidingscommissie en kunnen aanleiding zijn tot aanpassingen in het onderwijs voor de groepen die volgen. 2.6 Aanwezigheidsverplichting Voor deelname aan het cursorisch onderwijs geldt een aanwezigheidsplicht. Zij dienen alle bijeenkomsten bij te wonen. Indien een deelnemer bijeenkomsten van een module gemist heeft moet hij of zij met de betreffende docent een afspraak maken voor het maken van een compensatie-opdracht. Deze opdracht is op Moodle te vinden bij de cursus GZ-algemeen. Indien een deelnemer meer dan 20% van een module gemist heeft, betekent dit dat de module in het geheel moet worden overgedaan. Dit impliceert dat de opleiding niet binnen twee jaar kan worden afgerond. Voor modules van bijvoorbeeld 10 dagdelen wordt de regel als volgt toegepast: Tot en met 2 gemiste dagdelen compenseren Bij 3 of meer gemiste dagdelen module opnieuw Voor de korte modules geldt de aanwezigheidsregeling over het totaal van alle bijeenkomsten. Bij afwezigheid dient de compensatie-opdracht te worden ingeleverd bij de coördinator. Indien door roostering meer bijeenkomsten van dezelfde module op dezelfde dag plaatsvinden dan wordt er geen uitzondering gemaakt op de regel. Afwezigheid moet altijd gemeld worden aan het secretariaat van de opleiding. Het is niet toegestaan om tijdens cursusbijeenkomsten vakantie te nemen. Bij hoge uitzondering en alleen indien de les zich ervoor leent kant de cursist de les bijwonen via Facetime. Hiervoor dient altijd toestemming te worden gevraagd aan de docent en hoofdopleider. Zie voor meer informatie bijlage 3: Het volgen van lessen via Facetime. Addendum examenreglement Artikel 2: Deelname aan cursorisch onderwijs Deelnemer heeft de mogelijkheid om per studiejaar eenmalig voor één gemiste opleidingsdag (bestaande uit maximaal twee dagdelen) af te zien van het inleveren van de compensatieopdracht. Deelnemer zet deze mogelijkheid op basis van eigen overwegingen in. Dit besluit wordt door deelnemer kenbaar gemaakt bij zowel docent(en) als ondersteuner van de opleiding. Bij afwezigheid van een bijeenkomst dient de deelnemer het huiswerk van de gemiste bijeenkomst altijd te bestuderen en/of uit te voeren. Een gemiste bijeenkomst waarvoor geen compenserende opdracht wordt uitgevoerd telt wel mee in de absentie van het totale aantal contacturen van een opleidingsonderdeel. Het niet hoeven maken van een compenserende opdracht bij een gemiste bijeenkomst geldt voor modules en capita selecta. Het gewijzigde addendum treedt in werking op 1 januari 2016. 2.7 Actieve participatie van cursisten De gz-opleiding van het RadboudCSW heeft de ambitie te leiden tot duurzame gedragsverandering: de cursist integreert kennis in zijn handelen en ontwikkelt competenties voor het adequaat handelen in de beroepspraktijk. In de didactische vormgeving van de gz-opleiding gaan we er daarbij van uit dat het opdoen van ervaringen en de wisselwerking tussen theorie en praktijk geldt als de basis voor leren. Met andere woorden, binnen de gz-opleidingen staat de ervaringsgerichte leercyclus centraal, zowel in de praktijk als in het cursorisch onderwijs. In bijlage 4, Actieve participatie is de standaard voor ervaringsgericht leren, staat beschreven wat met actieve participatie wordt bedoeld. 10

2.8 Signaleringsformulier functioneren in cursorisch onderwijs Radboud Centrum Sociale Wetenschappen wil beter en eerder in beeld krijgen als er twijfels bestaan over het functioneren van een cursist in het cursorisch onderwijs. Gebruik van dit formulier heeft als doel (tijdig) te communiceren over (potentiële) problemen in het functioneren van de piog binnen het cursorisch onderwijs. In het geval een docent problemen voorziet of signaleert bij een piog met betrekking tot zijn of haar functioneren (denk hierbij aan niveau van kennis, vaardigheden, participatie en reflecteren vermogen) dan vult de docent het signaleringsformulier in. Zie bijlage 5, Signaleringsformulier functioneren in cursorisch onderwijs voor een verdere beschrijving en het formulier. 2.9 Leslocatie Het cursorisch onderwijs wordt verzorgd in Nijmegen. 11

3. Het praktijkonderwijs 3.1 Omvang en organisatie Het praktijkonderwijs van de opleiding vindt plaats bij een erkende praktijkinstelling en heeft een omvang van 2880 uur. Dit is inclusief 90 uur voor supervisie. Verwacht wordt dat tenminste 100 uur aan praktijkopdrachten besteed kan worden tijdens werktijd. Om aan het vereiste aantal uren werkervaring te kunnen voldoen krijgen deelnemers bij de praktijkinstelling een aanstelling als psycholoog of pedagoog in opleiding tot gz-psycholoog (piog) van 32 uur per week gedurende twee jaar (voltijd-variant) of tenminste 16 uur per week gedurende vier jaar (deeltijd-variant). In dit kader wordt voor de duur van de opleiding een opleidingsovereenkomst afgesloten tussen het Radboud Centrum Sociale Wetenschappen (Radboud CSW), de piog en de praktijkinstelling. De piog sluit daarnaast een arbeidsovereenkomst met de praktijkinstelling. De taken van de piog worden verdeeld in psychodiagnostiek (40%), indicatiestelling (10%), behandeling (40%) en overige taken (10%). De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de gehele opleiding berust bij de hoofdopleider van het Radboud CSW. De hoofdopleider delegeert de verantwoordelijkheden voor het praktijkdeel aan de praktijkopleider of p-opleider. De praktijkopleider zorgt voor de praktijkbegeleiding van de piog en wijst hiervoor gekwalificeerde werkbegeleiders en supervisors aan. Op Moodle vindt u een uitgave van de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog en College Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog aangaande de taken en verantwoordelijkheden in de praktijkopleiding tot gezondheidszorgpsycholoog en gezondheidszorgpsycholoog-specialist. In dit document zijn de regels voor de praktijkopleiding en het tuchtrecht geëxpliciteerd. Ook bevat het document een modelinstructie. U wordt geadviseerd deze bijlage door te nemen. In de paragrafen hieronder worden de aanvullingen vanuit het RadboudCSW genoemd en de kwalificatie-eisen voor praktijkopleiders, werkbegeleiders en supervisors van de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog. 3.2 P-opleider en praktijkopleider De p-opleider/praktijkopleider is een ervaren en geregistreerde gz-psycholoog die er bij de praktijkinstelling voor zorgt dat de piog de opleiding volgens de eisen binnen de gestelde termijn kan afronden. De praktijkopleider fungeert daarbij als mentor, als toezichthouder op de werkomstandigheden en leermogelijkheden binnen de praktijkinstelling en als troubleshooter in geval van problemen. Hij of zij ziet ook toe op de arbeidsrechterlijke taken en plichten van de piog en beoordeelt de vooruitgang en de kwaliteit van het praktijkwerk in het licht van de opleidingsdoelstellingen. De p-opleider/praktijkopleider o is verantwoordelijk voor het opstellen van het plan praktijkopleiding, waarin wordt aangegeven welke werkzaamheden plaatsvinden, onder wiens verantwoordelijkheid en supervisie, en hoe evaluatie en beoordeling hiervan zal plaatsvinden. Dit plan dient met instemming van de directie uiterlijk 1 maand na aanvang van de opleiding ter goedkeuring aan de hoofdopleider te worden voorgelegd; o is bij het maken van een plan praktijkopleiding gehouden aan de eisen zoals die ten aanzien van de praktijkopleiding worden geformuleerd in de registratie-eisen van de Wet BIG zoals die zijn uit-gewerkt in de AMVB en de taak- en functie-omschrijving van de piog binnen de instelling. Desge-wenst vindt hierover overleg met de coördinator van de opleiding plaats; o is verantwoordelijk om in overleg met directie en eventueel betrokken afdelingshoofden de randvoorwaarden voor een voldoende differentiatie van werkzaamheden en supervisie daarover te realiseren; o organiseert de inhoudelijke supervisie (90 uur) en werkbegeleiding (minimaal 1 uur per week) en zal zich, voor zover hij de werkbegeleiding niet zelf verzorgt, informeren over het verloop, de evaluatie en de beoordeling van het leerproces; o ziet erop toe dat de piog halfjaarlijks het portfolio ter goedkeuring voorlegt aan de hoofdopleider. In dit portfolio zijn de beoordelingen van alle betrokkenen 12

o o (werkbegeleiders, supervisors en praktijkopleider) opgenomen en een mede daarop gebaseerd oordeel van de praktijkopleider. Naar aanleiding van dit verslag vindt een evaluatiegesprek plaats tussen de piog en de praktijkopleider. Na afloop van de praktijkperiode vindt er een eindbeoordelings-gesprek plaats; bespreekt indien nodig met betrokken piog en de coördinator van de opleiding over tussentijdse twijfels over het functioneren van de piog en / of over de voortgang van de opleiding. Indien nodig vindt overleg plaats met de hoofdopleider; is geacht aanwezig te zijn op de praktijkopleidersbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan thema's uit de opleiding, ontwikkelingen op het gebied van de opleiding en de registratie-eisen en aan een uitwisseling van ervaringen om zo te komen tot een optimale afstemming van theorie en praktijk binnen de opleiding. Aan de p-opleider/praktijkopleider worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld: 1. Minimaal vijf jaar geregistreerd als gz-psycholoog en minimaal drie jaar fte werkervaring als zodanig. 2. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding, verworven door ervaring en/of opleiding. 3. Werkzaam zijn bij de praktijkinstelling, bij voorkeur op basis van een arbeidsovereenkomst met een aanstellingsomvang van ten minste 0,5 fte. 4. Actief op het gebied van patiëntgebonden werkzaamheden, voor gemiddeld ten minste 8 uur per week. 5. De rol van de betrokkene als praktijkopleider is expliciet vastgelegd. Daarbij dienen te zijn vastgelegd: - de verantwoordelijkheden van de betrokkene, conform de omschrijving in Taken en verantwoordelijkheden; - de tijd die betrokkene hiervoor beschikbaar heeft; - de bevoegdheid van betrokkene om in te grijpen door de lijn heen, indien het belang van de opleiding dit vereist; - toegang van de betrokkene tot de leiding van de instelling, hetzij rechtstreeks, hetzij via de P-opleider. De praktijkopleider en piog zitten één keer per zes weken bij elkaar. 3.3 Werkbegeleider De werkbegeleiders zijn de ervaren collega s die de vanuit de praktijkopleider gedelegeerde verantwoordelijkheid dragen voor de cliënten/patiënten die de piog ziet. Daartoe zijn ze in het dagelijkse werk steun en toeverlaat voor tussentijds intercollegiaal overleg. Tijdens de gesprekken staat het functioneren op de werkvloer centraal. Onder andere omgaan met caseload, behandel- en diagnostische interventies, richtlijnen en protocollen kunnen de inhoud van de besprekingen vormen. Werkbegeleiders kunnen toezicht houden op het handelen van de piog. Werkbegeleiders zijn indien ze als gz-psycholoog de taak van toezicht gedelegeerd hebben gekregen tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het handelen van de piog (zie ook artikel van Heijnen en Verbraak in het Handboek voor gz-psychologen (pagina 527 en verder). Het RadboudCSW heeft bepaald dat de werkbegeleider niet alle taken in het kader van de gzopleiding mag uitoefenen. In het algemeen plan praktijkopleiding is een overzicht van deze taken te vinden. Aan de werkbegeleider worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld: 1. Minimaal drie jaar geregistreerd als gz-psycholoog, en minimaal twee jaar fte werkervaring als zodanig. 2. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding, verworven door ervaring en/of opleiding. 3. Werkzaam in de patiëntenzorg, binnen hetzelfde team als de piog. 4. Tijdens werktijden van de piog voldoende aanwezig binnen de werkeenheid om aantoonbaar de begeleidingstaken adequaat te kunnen vervullen, met een ondergrens 13

van 50% van de werktijd van de piog. Daarbij dient de werkbegeleider zicht te hebben op, en weet te hebben van, de inhoudelijke werkzaamheden van de piog. 3.4 Supervisor De praktijkopleider organiseert de supervisie voor de piog die minimaal 90 uur (= 90 sessies) van de werktijd in beslag neemt. Deze supervisie is in principe individueel en vindt regelmatig plaats. Eén supervisie-uur bestaat uit een sessie van minimaal 45 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te noteren als 1 uur individuele supervisie). Supervisie mag ook in groepjes van twee of drie supervisanten plaatsvinden. In een groepje van twee bestaat een sessie uit minimaal 60 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te rekenen als 1 uur individuele supervisie). In een groepje van drie bestaat een sessie uit minimaal 90 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te rekenen als 1 uur individuele supervisie). Bij supervisie wordt ervan uitgegaan dat er tenminste 15 sessies bij eenzelfde supervisor worden gevolgd om een zinvol leerproces mogelijk te maken. Het methodisch en technisch leren handelen en het procesmatige verloop van diagnostiek en behandeling alsmede de reflectie over de attitude van de piog in relatie met cliënten of andere beroepsmatige contacten vormen de aandachtspunten van de supervisie. De supervisanten houden een verslag bij van de leerdoelen die ook in de halfjaarlijkse praktijkevaluatie wordt meegenomen. Aan de supervisor Psychodiagnostiek en indicatiestelling worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld: 1. Minimaal drie jaar geregistreerd als gz-psycholoog, en minimaal twee jaar fte werkervaring als zodanig. 2. In afwijking van het eerste lid kan supervisie inzake psychotherapeutische deeltechnieken ook worden gegeven door een psychotherapeut of psychiater met minimaal twee jaar fte werkervaring en aantoonbare ervaring op het betreffende gebied van de psychotherapie. 3. Aantoonbare vakinhoudelijke expertise op het terrein waarop de supervisie betrekking heeft. 4. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding (bij voorkeur supervisie), verworven door ervaring en/of opleiding. 5. Substantiële recente werkervaring in de patiëntenzorg. 6. Bij voorkeur niet werkzaam binnen hetzelfde team als de piog. Bovenstaande eisen gelden eveneens voor de supervisor Behandeling en overige taken. Het verdient bovendien de voorkeur dat deze supervisor is geregistreerd bij een specialistische psychotherapievereniging. Er dienen ten minste twee supervisoren bij de opleiding betrokken te zijn, waarbij het aandeel van één supervisor niet meer bedraagt dan 60 uur. Indien de beoogde supervisoren niet aan de bovengenoemde kwalificatie-eis voldoen, kan de praktijkopleider op basis van het curriculum vitae schriftelijk toestemming van de hoofdopleider vragen. Dit dient voor aanvang van de supervisie te geschieden. De hoofdopleider kan op basis van aangetoonde ervaring en deskundigheid een voorgestelde supervisor alsnog bevoegd verklaren. Daarbij dient gespecificeerd te zijn wat het bereik is van de dispensatie, bijvoorbeeld ten aanzien van het domein en de looptijd. De praktijkinstelling dient de functie van praktijkopleider/werkbegeleider en supervisor niet in een persoon te combineren. Dit om te voorkomen dat de beoordelende taak van de praktijkopleider conflicterend wordt met het belang van een veilig en vertrouwd leerklimaat tijdens de supervisie. Bij de begeleiding van de piog dienen tenminste 3 personen betrokken te zijn. 14

3.5 Individueel opleidingsplan De planning van werkzaamheden, van de supervisie en werkbegeleiding wordt voor de opleidingsduur aan het begin van de opleiding in overleg met de praktijkopleider vastgelegd in een individueel opleidingsplan (IOP). Deze plannen dienen uiterlijk één maand na aanvang van de opleiding te worden geüpload in Moodle ter goedkeuring. Wijzigingen in het plan, bijvoorbeeld ten gevolge van langdurig verzuim of wisseling van supervisor, dienen zo spoedig mogelijk te worden doorgegeven. Voorafgaand aan iedere opleidingsperiode wordt het plan door de piog bijgewerkt en geüpload. Verder dient de planning van kenmerkende beroepssituaties halfjaarlijks te worden geüpload. In het individueel opleidingsplan worden leerdoelen opgenomen. Deze moeten SMART worden geformuleerd: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Informatie over het SMART-formuleren van leerdoelen is te vinden op Moodle bij het praktijkprogramma. Om zicht te krijgen op sterke punten en ontwikkelpunten is er een zelfbeoordelingslijst die als hulpmiddel dient bij het formuleren van leerdoelen. Verwacht wordt dat de zelfbeoordelingslijst bij aanvang van de opleiding wordt ingevuld en besproken met de praktijkopleider. 3.6 Praktijktoetsen In het opleidingsplan voor de gezondheidszorgpsycholoog is een aantal toetsen vastgelegd dat de piog dient te doen in de praktijk. De toetsen zijn bedoeld om feedback te genereren waarmee de piog zijn competenties in de gewenste richting kan ontwikkelen. De meeste praktijktoetsen zijn dan ook ontwikkelingsgericht van aard. Voor deze toetsen zijn feedbackinstrumenten ontwikkeld waarmee de praktijkopleider, werkbegeleider en supervisor systematisch feedback geven. Ook andere functionarissen die geen deel uitmaken van de opleidingsgroep kunnen gevraagd worden om aan de hand van feedbackinstrumenten feedback te geven aan de piog. Op een aantal momenten wordt er selectief beoordeeld. Deze beoordeling doet de praktijkopleider na 1 jaar en aan het einde van de opleiding (voor deeltijders zal er na elk jaar selectief worden beoordeeld). De praktijkopleider gebruikt hiervoor het formulier geschiktheidsbeoordeling praktijk dat in het praktijkprogramma op Moodle te vinden is. Toetstabel Wie? Jaar 1 Jaar 2 Voortgangsgesprek (tussentijdse evaluatie) Alle competenties Geschiktheidsbeoordeling Praktijk (eindbeoordeling jaar 1/ jaar 2) Alle competenties Geschiktheidsbeoordeling Overall a.d.h.v portfolio (go/ no go) Alle competenties 360 beoordeling Competentiegebieden: samenwerking, organisatie en professionaliteit Referaat Competentiegebieden: kennis en wetenschap, organisatie Praktijkbeoordelingen Alle competenties Termijnen zijn gebaseerd op een voltijdsopleidingstraject. PO PO Examencommissi e van het opleidings -instituut Zie instructie Na 6 maanden Na 1 jaar Na 1 jaar Na 6 maanden PO/ WB/SV 1x 1x Na 18 maanden Na 2 jaar Na 2 jaar Na 18 maanden PO/WB/S V Min. 10x Min. 10x 15

3.7 Portfolio en vervolg opleidingsplan Het praktijkonderwijs wordt door middel van een portfolio elk half jaar in de praktijk geëvalueerd. Het portfolio bestaat onder meer uit een zelfreflectie, urenregistratie, praktijkbeoordelingen en beoordeling van de praktijkopleider. In het praktijkprogramma in Moodle zijn de formats te vinden van de onderdelen van het portfolio. Voordat het portfolio in Moodle wordt ingestuurd dient de praktijkopleider akkoord te zijn met de inhoud ervan. Na afloop van elke periode wordt samen met het portfolio een nieuw individueel opleidingsplan en de planning van de kenmerkende beroepssituaties ingeleverd. In het nieuwe plan worden leerdoelen geformuleerd op basis van de ontwikkelingen en beoordelingen in het portfolio. De hoofdopleider geeft het uiteindelijke eindoordeel over het praktijkdeel van de opleiding. Deelnemers die hun opleiding afronden en in aanmerking willen komen voor een getuigschrift dienen tijdig het portfolio van de laatste periode te uploaden in Moodle. Voor deelnemers die de deeltijdvariant volgen geldt de regel dat zij de documenten van het portfolio, het bijbehorende individuele opleidingsplan en de planning van kenmerkende beroepssituaties de eerste twee jaar halfjaarlijks uploaden in Moodle en voor het vervolg van de opleiding nog maar eens per jaar. De ervaring leert dat in verband met de vakantieperiodes vroegtijdig met de verzameling van gegevens en de bespreking ervan moet worden gestart. Wat Start januari Start september Start:Individueel opleidingsplan planning kbs 1 februari 1 oktober portfolio periode 1 (jaar 1, 1e helft) 1 juli 1 maart portfolio periode 2 (jaar 1, 2e helft) 1 januari 1 september portfolio periode 3 (jaar 2, 1e helft) 1 juli 1 maart portfolio periode 4 (jaar 2, 2e helft) 1 december 1 augustus portfolio periode 5 (jaar 3 deeltijd)) 1 december 1 augustus portfolio periode 6 (jaar 4, deeltijd) 1 december 1 augustus 3.8 Evaluatie en beoordelingsprocedure Het diagram op de volgende pagina geeft een overzicht van de portfolio activiteiten en documenten en de rol hierin van de piog, praktijkopleider, werkbegeleider, supervisor en RadboudCSW. Rood en groen geven het onderscheid aan tussen een selectieve toets (rood) en een ontwikkelingsgerichte toets (groen). De onderste laag geeft aan waar de piog gedurende elke periode aan werkt en welke formulieren in Moodle hiermee corresponderen. De formulieren die horen bij de praktijkbeoordelingen (KBS), het referaat en de 360 graden feedback en de bewijsstukken IOP worden gedurende de hele periode geüpload. De zelfreflectie, de urenregistratie en de verklaring werkbegeleider en supervisor zijn documenten die de piog aan het eind van elke periode uploadt. De praktijkopleider bekijkt het portfolio materiaal grondig en betrekt zijn bevindingen hierover elk half jaar in zijn/haar evaluatie of beoordeling (formulier voortgangsgesprek of geschiktheidsbeoordeling). RadboudCSW bekijkt ieder half jaar het formulier voortgangsgesprek of geschiktheidsbeoordeling. RadboudCSW bekijkt ook de voortgang van de opbouw van het portfolio maar zal hier als zodanig in Moodle geen inhoudelijke beoordeling voor geven. De bevindingen zijn immers al door de praktijkopleider meegenomen in zijn/haar beoordeling. Als de evaluatie/beoordeling van de praktijkopleider op het formulier voortgangsgesprek/geschiktheidsbeoordeling er aanleiding toe geeft zal Radboud CSW inzoomen op het portfolio om een beeld te vormen van de exacte voortgang van de piog. De hoofdopleider geeft in Moodle al dan niet zijn/haar akkoord op: 1. Algemeen opleidingsplan 2. Individueel opleidingsplan (IOP) 3. Planning en overzicht KBS-en 4. Urenregistratie 5. Voortgangsgesprek/ Geschiktheidsbeoordeling 16

16

Bijlage 1: Vrijstellingenbeleid voor deelnemers aan de gz-opleidingen In de Algemene Maatregel van Bestuur inzake de opleiding tot en de deskundigheid van de gezondheidszorgpsycholoog, is in art 9, lid 2, opgenomen, dat de opleidingsinstelling een reglement dient vast te stellen waarin het verlenen van ontheffing van onderdelen van de opleiding is vastgelegd. Het vrijstellingenbeleid valt onder de verantwoordelijkheid van de hoofdopleider. Hieronder wordt het vrijstellingenbeleid van de zes door de Minister van VWS erkende opleidingsinstellingen uiteengezet. Uitgangspunt Het uitgangspunt van de gz-opleiding is dat de deelnemer de volledige opleiding volgt en verantwoordelijk is voor de kosten die daaraan verbonden zijn. Er bestaat de mogelijkheid van vrijstellingen. Alleen zij, die toegelaten zijn tot de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog, kunnen vrijstellingen aanvragen. Dit houdt in dat het niet mogelijk is om vooraf vrijstellingen aan te vragen. Dit vrijstellingenbeleid laat onverlet dat de hoofdopleiders in onderling overleg specifieke regelingen voor specifieke groepen kunnen vaststellen. Criteria Vrijstellingen kunnen alleen toegekend worden voor het cursorisch gedeelte. Bij de beoordeling van verzoeken om vrijstellingen zullen de eisen zoals deze staan geformuleerd in de AMvB en de opleidingsvereisten, aangevuld met de eisen die de hoofdopleiders aan de invulling van bepaalde onderdelen stellen, als leidraad gehanteerd worden. Maximaal kan voor 50 uur cursorisch onderwijs vrijstelling worden verleend. Het verzoek om vrijstelling dient te worden beoordeeld door de hoofdopleider. Gekeken zal worden in hoeverre het gevolgde cursorische onderwijs overeenkomt met een van de onderdelen die in de gz-opleiding gegeven worden. Hierbij zal worden vergeleken: de duur van het cursorische onderwijs (aantal uren), de inhoud, de gebruikte literatuur en de docent(en). De start van de cursus mag niet langer dan 5 jaar geleden zijn geweest op het moment van de aanvraag, en moet met goed gevolg zijn afgerond. Mogelijke uitkomsten van de beoordeling: a. het separaat gevolgde cursorische onderwijs is meer dan, of komt in grote lijnen overeen met een cursusonderdeel in de gz-opleiding: vrijstelling; b. het separaat gevolgde cursorische onderwijs overlapt met een deel van de cursus: gedeeltelijke vrijstelling, eventueel met aanvullende eisen; c. de gevolgde cursus stemt niet overeen met hetgeen in de gz-opleiding aan de orde komt: de gz-psycholoog i.o. dient het blok van de opleiding helemaal te volgen. Praktische uitvoering Vrijstellingen kunnen niet eerder worden aangevraagd dan dat de persoon is aangenomen voor de opleiding. Vrijstelling moet uiterlijk tien werkdagen vóór aanvang van de module schriftelijk aangevraagd worden en dient door de hoofdopleider voor vaststelling van het werkplan beoordeeld te zijn. De uitkomst wordt in het werkplan opgenomen. Eventueel verleende vrijstellingen hebben in geen geval consequenties voor de opleidingsprijs. Aanvragen van de vrijstelling De aanvraag van het vrijstellingsverzoek (incl relevante bewijsstukken) dient per e-mail te worden ingediend bij de groepscoördinator. Dit vrijstellingenbeleid is ingegaan per 1 december 2015. Vastgesteld door het Landelijk Hoofdopleiders en Coördinatorenoverleg GZ, november 2002. Gewijzigd 28 januari 2016. 17

Bijlage 2: Taken en verantwoordelijkheden groepsvertegenwoordiger Voor elk startmoment (januari- september) van de gz-opleiding wordt er per groep een groepsvertegenwoordiger aangesteld. De groepsvertegenwoordiger wordt door de groep gekozen. Daarnaast kiest de groep een achterwacht. De achterwacht vervangt de groepsvertegenwoordiger wanneer zij (hier kan ook hij gelezen worden) afwezig is. Het heeft de voorkeur dat de groepsvertegenwoordiger gedurende twee jaar van (het cursorisch gedeelte) van de gz-opleiding aangewezen blijft. Vanwege de vergaderlocatie is het aan te bevelen een groepsvertegenwoordiger te kiezen die in Nijmegen woont. De groepsvertegenwoordiger: spreekt namens de groep en houdt dus rekening met de gevoelens of belangen van de cursisten die zij vertegenwoordigt; gaat vertrouwelijk om met informatie die hem ter ore komt (over onderwerpen, docenten, cursisten of andere betrokkenen); dient te allen tijde ethisch te handelen; vertegenwoordigt de groep richting hoofdopleider, opleidingscoördinator en docenten; participeert in de vergaderingen (zie onder); neemt proactief contact op met de coördinator indien er namens de groep iets besproken moet worden met het RCSW of hoofdopleider; is eerste aanspreekpunt van de coördinator indien RCSW iets wil bespreken met de groep. Vergaderingen De groepsvertegenwoordiger heeft zitting in de volgende vergaderingen: 1. Vergadering van de opleidingscommissie In deze vergadering wordt het cursorisch onderwijs geëvalueerd. Indien nodig kan een groepsvertegenwoordiger toelichting geven op de evaluatieresultaten van zijn groep. Frequentie: ongeveer drie keer per jaar. Duur: anderhalf uur. nb. Na afronding van de opleiding neemt de groepsvertegenwoordiger nog één keer deel aan deze vergadering zodat zij evaluatieresultaten ed kan toelichten. 2. Groepsvertegenwoordigersoverleg In het groepsvertegenwoordigersoverleg komen de hoofdopleiders, groepscoördinatoren en groepsvertegenwoordigers van alle groepen bij elkaar. De hoofdopleider kan dit overleg gebruiken voor het doen van mededelingen over wijzigingen in onderwijs. De groepsvertegenwoordiger kan voorafgaand aan het overleg bespreekpunten indienen. Voorbeelden hiervan zijn alle punten, thema s m.b.t. de inhoud en kwaliteit van het onderwijs, docenten, faciliteiten. Frequentie: ongeveer twee keer per jaar, gedurende twee jaar (cursorisch gedeelte van de opleiding). Duur: één uur. Aanwezigheid tijdens de vergaderingen van de opleidingscommissie en groepsvertegenwoordigers op RCSW wordt vergoed. De werkzaamheden kunnen worden opgevoerd onder overige taken. Zie ook studiegids hoofdstuk Inhoud en opzet van de opleiding. Heb je vragen over de rol van groepsvertegenwoordiger? Dan kun je contact opnemen met je opleidingscoördinator. Taken en verantwoordelijkheden groepsvertegenwoordiger. September 2016, versie 23-11-2016. 18