Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. Marktconsultatiedocument

Vergelijkbare documenten
Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. Samenvatting Marktconsultatie

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel. Concept Nota van Uitgangspunten

Concessie Exploitatie Treindiensten Zwolle Enschede en Zwolle - Kampen

Rondetafelgesprek Andere mobiliteit

Marktconsultatie aanbesteding openbaar vervoer Haarlem-IJmond

Vervoersconcessie Midden Overijssel 2018

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel

Vervoersvoorziening in de regio IJssel- Vecht+ Maatwerkvervoer

Thema-avond D66. OV concessie / A7 corridor 4 februari 2019

* * Verkenning aanbesteding openbaar vervoer Aanleiding

ROCOV Gelderland. Ben Mouw Voorzitter

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Kerntaak/plandoel: regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Marktconsultatie Vervoersmobiliteit

Marktonderzoek ICT Strategische Adviesdiensten met resultaatverplichting', Kenmerk d.d. 18 mei 2017

Door de aanbestedende dienst aan de opdracht gegeven benaming: Aanbesteding openbaar vervoer Achterhoek Rivierenland.

Gedeputeerde Staten verzoeken de leden van Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel

Overzicht van openbaarvervoerconcessies in Nederland, uitgave 2011

Marktconsultatie 'Vormgeving', Kenmerk d.d. 3 maart 2016

BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT

Aanbesteding gerechtsdeurwaarders. 5 juli 2016

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel

Specificatie bestedingsplan Decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer 2017

Vragenuurtje over de uitgangspunten nieuwe aanbestedingen openbaar vervoer

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel

Curriculum Vitae Ron Muller

Overzicht van openbaarvervoerconcessies in Nederland, uitgave 2012

Intentieverklaring. Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming. OV-Chipkaart

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

Presentatie intermodale aanbesteding concessie Rivierenland. Provincie Gelderland Stadsregio Arnhem / Nijmegen

OV-Klantenbarometer 2017

Resultaat Verkenning t.b.v. Aanbesteding OVconcessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v.

Liberalisering spoorvervoer

Vragen en antwoorden bij het ontwerp Programma van Eisen van de aanbesteding OV-concessie Gooi en Vechtstreek

Onderwerp: Bespreken Nota van Uitgangspunten aanbesteding Openbaar Vervoer.

Kerntaak/plandoel: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

1 5 MEI 2013 ^ Onderwerp Nota van Uitgangspunten concessie treindienst Alphen aan den Rijn - Gouda 2016

Overzicht openbaarvervoerconcessies in Nederland uitgave 2008

Nota van uitgangspunten. voor regionale samenwerking op het gebied van. Basismobiliteit

Maarten C.W. Janssen. Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018

Mededeling. edocs nummer: Openbaar in de zin van de WOB (ja/nee aangeven) Jaarrapport Openbaar Vervoer OV-Oost ja

Openbaar vervoer concessie

Samenvoeging van concessies Waterland en Zaanstreek

Processchema verduurzaming doelgroepenvervoer. 5 februari 2019

Bestuursovereenkomst Aanbesteding OV-concessies IJssel-Vecht, Berkel-Dinkel en Rijn-Waal & Beheer en Ontwikkeling van het Openbaar Vervoer

Hulp bij het Huishouden Gemeente Dalfsen

Spoorverbetering Arnhem - Winterswijk Technische briefing 23 mei 2018

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS

STATENBRIEF. Onderwerp: Verduurzamen van busvervoer in volgende ronde aanbestedingen Portefeuillehouder: C.G. Bieze

1

Marktconsultatie SIS. 16 juni 2017 Versie 1.0

Provincie Overijssel T.a.v. mevr. A Koot Postbus GB Zwolle

Programmaplan Zero Emissie Mobiliteit augustus 2018 Status concept

Kennisnemen van Het rapport Bussen in Brabant. Trends in het regionaal openbaar vervoer

Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei Erik van der Kooij & Marcel Scheerders

Kerntaak/plandoel: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Op weg naar Concessies April 2016

Document Marktconsultatie Redgereedschap

Curriculum Vitae Ron Muller

Onderzoeksplan concessieverlening provincie Overijssel. Een onderzoek naar leerpunten uit concessieverlening

Informatienota voor Provinciale Staten nr. înfü::htlngen bij

Curriculum Vitae Ron Muller

OV-Klantenbarometer 2017

AANKONDIGING VAN EEN GEGUNDE OPDRACHT RESULTATEN VAN DE AANBESTEDINGSPROCEDURE

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlage(n)

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Interne memo. P. Verheijdt Projectleider RB Telefoon /1. Aan Provinciale Staten. Van P. Verheijdt

Tarievenhuis Oost Nederland

Onderwerp: Verlenging openbaar vervoerconcessie Achterhoek Rivierenland

Gemeenschappelijk Statement ROCOV s (GSR) Advies tarieven Regio Oost 2017

Marktconsultatiedocument Uitnodiging voor de schriftelijke marktconsultatie Voorbereiding op de inkoop jeugdhulp 2018 tot en met 2020

Kadernota OV Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Het openbaar vervoer in Gelderland

Mobiliteitsvisie Barneveld

Nota van Uitgangspunten aanbesteding OV Rondetafel 24 januari 2018 BOC. Prof. dr, Henk Meurs Radboud Universiteit

NAAM MAATSCHAPPIJ Syntus GEVESTIGD TE Doetichem, later Deventer ALGEMENE GEGEVENS

Betreft: Advies inzake Concept Nota van Uitgangspunten aanbesteding OV-concessies

COLLECTIEF VERVOER. Wat verstaan we eronder, wat is het probleem en wat is de kracht ervan?

Andere Mobiliteit. Rondetafelgesprek Provincie Gelderland. 5 september 2018 Bijdrage Frans Gommers

Uitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte

Slimme Mobiliteit de toekomst begint in het heden. Prof. Henk Meurs Radboud Universiteit

Innovation Accelerator

GOEDE REIS! speciale editie. Check onze nieuwe dienstregeling, dan bent u altijd op tijd

Marktconsultatiedocument. Interventies volwassenen

Inhuur van civieltechnisch personeel

Holland Rijnland, PHO Sociale Agenda en Verkeer & Vervoer. 7 maart 2014, Erik van der Kooij

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 8 januari 2019

Overzicht openbaar vervoer concessies in Nederland uitgave 2005

Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem

Openbaar Vervoer in Noordoostpolder Stand van zaken. Datum: Door: Hans Cnossen

Bestuursakkoord Zero Emissie Regionaal Openbaar Vervoer Per Bus

Gezocht: De beste Werkzaamheden voor. Marktconsultatie

Statenvoorstel. Beleidskader Openbaar Vervoer Drechtsteden / Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.

: : Mobiliteit : R. T. Reitsma /(058) of

Transcriptie:

Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. Marktconsultatiedocument Status: Definitief 14 juli 2017 1

Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en context... 3 1.2 Eerste stap: Opstellen Nota van Uitgangspunten... 3 1.3 Doel marktconsultatie... 4 1.4 Leeswijzer... 4 2. Vragen voor Marktconsultatie... 5 2.1 Concessie-indeling... 5 2.2 Afbakening lijngebonden OV vs. flexibele, lokale en regionale vervoersvormen... 8 2.3 Flexibiliteit... 9 2.4 Duurzaamheid (o.a. materieel)... 10 2.5 Rolverdeling provincies en vervoerder... 10 2.6 Overig... 11 3. Procedure marktconsultatie... 12 3.1 Publicatie marktconsultatie... 12 3.2 Mogelijkheid tot stellen van vragenronde (Nota van Inlichtingen)... 12 3.3 Schriftelijke reactie marktpartijen... 12 3.4 Mogelijkheid tot aanvullende gesprekken... 12 3.5 Vervolg na marktconsultatie... 12 4. Administratieve voorwaarden marktconsultatie... 14 4.1 Gelijke informatie... 14 4.2 Voorbehouden... 14 4.3 Intellectueel eigendom... 14 4.4 Taal... 14 4.5 Rechten... 14 4.6 Kostenvergoeding... 14 4.7 Status informatie... 14 4.8 Melding onregelmatigheden... 15 4.11 Toepasselijk recht en geschillen... 15 4.12 Prioriteit van documenten... 15 2

1. Inleiding 1.1 Aanleiding en context In 2020 en daaropvolgende jaren eindigen in Oost-Nederland diverse concessies van het openbaar vervoer per bus en regionale trein. Dit betekent dat een groot deel van het regionale openbaar vervoer opnieuw moet worden aanbesteed. De provincies zien dit als een goed moment om stil te staan bij de vraag: Gaan we op de oude voet verder of zijn veranderingen gewenst? De provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel hebben in de afgelopen jaren ieder een nieuwe OV-visie vastgesteld. De visies lijken op elkaar omdat de provincies voor dezelfde hoofdopgaven staan: De reizigers willen steeds sneller, frequenter en betrouwbaarder kunnen reizen en vragen in toenemende mate om flexibiliteit en maatwerk. Trends en ontwikkelingen in ICT, techniek, verstedelijking en de markt maken dit in principe mogelijk. Daarom is er in de visies voor gekozen om de drukke lijnen van het kernnet verder te versterken door inzet op snelheid en frequentie en om daarbuiten in te zetten op een transitie naar nieuwe, kleinschalige mobiliteitsconcepten die aansluiten bij de sterk wisselende en soms beperkte vervoervraag. Conform het landelijke bestuursakkoord dienen alle nieuwe bussen die na 2025 in het openbaar vervoer instromen emissievrij bij de uitlaat te zijn en moeten in 2030 alle ingezette bussen emissievrij zijn. Om invulling aan deze afspraken te geven hebben de provincies de ambitie om bij de komende aanbestedingen de voorwaarden te creëren om geleidelijk toe te groeien naar zero-emissiebusvervoer, rekening houdend met de technische ontwikkelingen op de markt van schone voertuigen. Deze hoofdopgaven sluiten aan bij de vertrekpunten van het recent landelijk vastgestelde Toekomstbeeld OV 2040, waarin innovatie en versnelling sleutelwoorden zijn. De komende aanbestedingen bieden de mogelijkheid om flinke stappen te zetten in de realisatie van de ambities met betrekking tot het openbaar vervoer. De verwachting is dat veranderingen in de organisatie van het openbaar vervoer gewenst en deels noodzakelijk zijn om op een goede manier invulling te kunnen geven aan de OV-visies van de drie provincies. Doorgaan op de oude voet betekent dat provincies onvoldoende kunnen inspelen op de reisbehoeften van de inwoners en bezoekers van Flevoland, Gelderland en Overijssel en op de ontwikkelingen in de mobiliteitsmarkt. 1.2 Eerste stap: Opstellen Nota van Uitgangspunten In juni 2017 hebben Gedeputeerde Staten van de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel richting Provinciale Staten van hun provincies de start van de voorbereiding van de aanbesteding van het openbaar vervoer aangekondigd 1. Als eerste stap binnen het aanbestedingstraject zal een aantal hoofdkeuzes met betrekking tot het openbaar vervoer in de drie provincies moeten worden gemaakt. Deze hoofdkeuzes hebben onder meer betrekking op de indeling van de OV-concessies, het gewenste OV-product, de rolverdeling tussen provincies (concessieverleners) en vervoerders 1 Gelderland: Statenbrief verkenning uitgangspunten aanbestedingsronde openbaar vervoer. Overijssel: Informatienota start aanbesteding openbaar vervoer 2020. Flevoland: Startnotitie aanbesteding openbaar vervoer 2020. 3

(concessiehouders) (o.a. met betrekking tot de ontwikkelfunctie), de financiële relatie met de vervoerder(s) (o.a. wat betreft de opbrengstverantwoordelijkheid) en de contracteringsstrategie. Startpunt voor deze hoofdkeuzes zijn de OV-visies van de drie provincies. Deze visies zijn in ieder geval wat betreft doelen en hoofdkeuzes richtinggevend voor de komende aanbesteding(en). De hoofdkeuzes worden uitgewerkt in een Nota van Uitgangspunten. De Nota van Uitgangspunten is richtinggevend voor de inhoud van verdere aanbestedingsdocumenten (Programma van Eisen, gunningscriteria en het concessiebesluit) en daarmee voor het resultaat van de aanbesteding (de omvang, kwaliteit en prijs van het OV-aanbod). 1.3 Doel marktconsultatie Als onderdeel van het proces om tot een Nota van Uitgangspunten voor de komende aanbesteding(en) te komen, wordt een marktconsultatie gehouden. De provincies zien deze marktconsultatie als een kans om marktpartijen vroegtijdig te consulteren rondom hun ideeën met betrekking tot een aantal hoofdkeuzes die in de Nota van Uitgangspunten een plek zullen moeten krijgen (zie hoofdstuk 2). 1.4 Leeswijzer Dit marktconsultatiedocument is verder als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 beschrijft een aantal hoofdkeuzes voor de Nota van Uitgangspunten en de vragen die de provincies in dat kader aan marktpartijen willen voorleggen. Hoofdstuk 3 geeft het proces van de marktconsultatie weer. Ten slotte gaat hoofdstuk 4 in op de administratieve voorwaarden. Het marktconsultatiedocument bevat een groot aantal vragen die niet voor elke partij interessant zijn. De aanbieders van nieuwe mobiliteitsconcepten verzoek we nadrukkelijk om te reageren op de vragen in paragraaf 2.3 (vraag 17) en paragraaf 2.6. Partijen betrokken bij de verduurzaming van het openbaar vervoer verzoeken we nadrukkelijk om te reageren op de vragen in paragraaf 2.5. Partijen die betrokken zijn bij de juridische aspecten van aanbesteding van het openbaar vervoer verzoeken we nadrukkelijk om te reageren op de vragen in paragraaf 2.1 (vragen 1 tot en met 5) en paragraaf 2.6. Vervoerders verzoeken we om op alle vragen een reactie te geven. Het staat alle partijen uiteraard vrij om op alle gestelde vragen van een reactie te voorzien. 4

2. Vragen voor Marktconsultatie Zoals aangegeven zal in de Nota van Uitgangspunten een aantal hoofdkeuzes voor de komende aanbesteding(en) uitgewerkt moeten worden. Deze hoofdkeuzes hebben betrekking op: Mogelijke herindeling van concessies Afbakening van de concessies, in het bijzonder de scheiding tussen openbaar vervoer en andere vervoersvormen en mobiliteitsdiensten Flexibiliteit tijdens de concessieduur Duurzame uitvoering van de concessie Verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen provincies en vervoerder De provincies bewandelen verschillende paden om informatie te verzamelen teneinde goed onderbouwde keuzes te kunnen maken. Eén van deze paden betreft een marktconsultatie in het kader waarvan aan vervoerders en andere marktpartijen naar hun ideeën met betrekking tot deze hoofdkeuzes wordt gevraagd. De navolgende paragrafen bevatten een toelichting en de vragen die de provincies met het oog op de te maken hoofdkeuzes aan vervoerders en andere marktpartijen willen voorleggen. 2.1 Concessie-indeling Op dit moment is het openbaar vervoer in Oost-Nederland verdeeld over 12 concessies 2. Zes concessies omvatten uitsluitend busvervoer, bij vier concessies gaat het om multimodale concessies (bus en trein) en twee concessies omvatten uitsluitend regionale treindiensten. Figuur 1 geeft de huidige concessie-indeling weer en de tabel op volgende pagina geeft een overzicht van de concessies, inclusief modaliteit en looptijd. De concessies Almere Stad en Almere Streek worden buiten beschouwing gelaten vanwege de beperkte samenhang met het openbaar vervoer in de rest van Flevoland en in Gelderland en Overijssel. De drie provincies beschouwen het feit dat de concessies Veluwe en Midden-Overijssel in 2020 vrijwel gelijktijdig aflopen als een goede aanleiding om te bezien in hoeverre de huidige concessiegrenzen nog aansluiten bij de vervoerstromen binnen de provincies. Een eerste verkenning leert dat dit niet overal het geval is (zie figuur 1). Vooral in Zwolle en Arnhem lopen de concessiegrenzen dwars door het stedelijk gebied en de vervoerstromen. In beide steden komen nu drie concessies en meerdere vervoerders bij elkaar. Dit vraagt veel afstemming en leidt niet altijd tot de meest efficiënte oplossingen. 2 Dit is exclusief de concessies voor het openbaar busvervoer in en rond Almere. Vanwege de beperkte samenhang met het openbaar vervoer in de rest van Flevoland en in Gelderland en Overijssel, wordt dit vervoer niet meegenomen in dit aanbestedingstraject. 5

Tabel 1: Overzicht van concessies (situatie per december 2017) Concessie Treindiensten Opdrachtgever Vervoerder Modaliteit Looptijd Verlengingsmogelijkheid Midden - Provincie Overijssel Syntus Bus 29.08.2010 - Reeds verlengd Overijssel 25.08.2020 Veluwe - Provincie Gelderland Syntus Bus 12.12.2010 - Reeds verlengd 12.12.2020 Valleilijn Ede/Wageningen- Amersfoort Provincie Gelderland Connexxion Trein 10.12.2006-11.12.2021 Nee Lelystad - Gemeente Lelystad, gedelegeerde bevoegdheid van Flevoland Arnhem Arnhem-Doetinchem Provincie Gelderland Nijmegen IJsselmond - Provincies Overijssel en Flevoland Hermes (Breng) OV Regio IJsselmond Regio Twente Zutphen-Oldenzaal Provincie Overijssel Syntus (Twents) Achterhoek- Rivierenland Vechtdallijnen Zwolle - Kampen en Zwolle - Enschede Zutphen-Apeldoorn Zutphen-Winterswijk Arnhem-Winterswijk Arnhem-Tiel Zwolle-Emmen Almelo-Hardenberg Zwolle-Kampen Zwolle-Enschede Arriva Bus 04.09.2011-11.12.2021 Provincie Gelderland Arriva Trein en bus Provincies Overijssel en Drenthe Trein en 09.12.2012 - bus 10.12.2022 Bus 08.12.2013-09.12.2023 Trein en 08.12.2013 - bus 09.12.2023 12.12.2010-11.12.2025 Arriva Trein 09.12.2012/ 08.12-2013 - 11.12.2027 Provincie Overijssel Syntus Trein 10.12.2017-11.12.2032 Nee Ja, 2 jaar (tot dec. 2024) Nee Nee Reeds verlengd Nee Nee Optie 1: Naar 3 concessies In de aankondigingen van de start van de voorbereiding van de aanbesteding van het openbaar vervoer van GS naar PS, is een voorlopig voorstel opgenomen om toe te werken naar een situatie waarin sprake is van drie grote concessies voor het busvervoer, waarin al dan niet ook het treinvervoer is ondergebracht (zie figuur 2; namen zijn werknamen). 3 Voor alle concessies geldt dat in uitzonderlijke gevallen deze alsnog/opnieuw kan worden verlengd vanwege omvangrijke investeringen, samenvoeging van concessiegebieden en combinatie met de aanbesteding van regionale treindiensten. 6

Figuur 1: huidige concessie-indeling en vervoersstromen Figuur 2: voorlopig voorstel nieuwe concessie-indeling Optie 2: Andere indeling van lijnen Een andere mogelijkheid om de concessie-indeling beter op de vervoerstromen te laten aansluiten is door middel van een slimme uitruil van (bus)lijnen tussen concessies en een goede afstemming tussen het openbaar vervoer in Flevoland, Gelderland en Overijssel. Daarbij is het ook een optie om de concessiegrenzen op punten aan te passen, bijvoorbeeld door een deel van de concessie IJsselmond samen te voegen met de concessie Midden-Overijssel. Vragen In relatie tot een eventuele herindeling van de OV-concessies in Oost-Nederland hebben de provincies de volgende vragen: 1. Welke voor- en nadelen ziet u als het gaat om het samenvoegen van concessies (Optie 1) versus het grotendeels handhaven van de huidige concessie-indeling (Optie 2)? 2. Zal u bij een herindeling zoals voorgesteld bij Optie 1 eerder of juist minder snel op de aanbesteding inschrijven en wat is hiervan de reden? 3. Is er een andere indeling die u meer voor de hand vindt liggen? Zo ja welke en waarom? 4. Bij een wijziging van de concessie-indeling (Optie 1) zal vanwege de verschillende einddata sprake zijn van een gefaseerde overgang naar de nieuwe concessie-indeling. In dat kader hebben wij de volgende vragen voor u: a. Hoe kijkt u gelet op verschillende einddata van de concessies tegen het tijdspad aan om tot de nieuwe concessie-indeling te komen? b. Hoe kunnen de provincies de overgang naar de nieuwe concessie-indeling, zowel tijdens de aanbesteding als tijdens het beheer, het beste regelen? In hoeverre acht u het wenselijk om bepaalde concessies eerder te laten eindigen dan wel later te laten eindigen (verlenging) zodat de nieuwe concessie op één moment van start gaat? Welke (juridische) mogelijkheden en bezwaren ziet u daarbij? 5. Volgens figuur 2 zou de regio Deventer deel gaan uitmaken van de concessie Oost. Op dit moment maakt deze regio nog deel uit van de concessie Midden-Overijssel die onderdeel zou worden van de concessie Noord. Als aan deze indeling wordt vastgehouden, hoe moet dan met deze (en vergelijkbare) regio s worden omgegaan gelet op het feit dat de concessie Oost een aantal jaren na de concessie Noord wordt aanbesteed? 7

Positie spoorvervoer Gelderland en Overijssel zijn naast opdrachtgever van het busvervoer ook opdrachtgever van regionale treindiensten. Momenteel zijn de meeste treindiensten in Gelderland onderdeel van een multimodale concessie (bus en trein samen), terwijl Overijssel (met uitzondering van concessie Twente) er juist voor heeft gekozen om aparte concessies voor de regionale treindiensten te verlenen. De vraag is of deze situatie gehandhaafd moet worden; een vraag die gelet op de einddata van de verschillende concessies op dit moment vooral voor de concessie Valleilijn van belang is. Vragen 6. Welke voor- en nadelen ziet u als het gaat om multimodale concessies versus concessies voor alleen busvervoer of alleen regionale treindiensten? 7. Zal u (indien vervoerder) bij een keuze voor multimodale concessies eerder of juist minder snel op de aanbesteding inschrijven en wat is hiervan de reden? Wanneer spoor en bus apart worden aanbesteed, zijn de afzonderlijke delen (bus en spoor) interessant genoeg om op in te schrijven? 8. In geval van concessies met (alleen) regionale treindiensten wat is dan de optimale omvang van een dergelijke concessie als gekeken wordt naar de treindiensten en waarom? 9. Welke voor- en nadelen zijn er wanneer binnen één concessie spoorlijnen zitten die deels wel en deels niet geëlektrificeerd zijn? 2.2 Afbakening lijngebonden OV vs. flexibele, lokale en regionale vervoersvormen Voor beide opties geldt dat de concessies in principe alleen het lijngebonden openbaar vervoer zullen omvatten. Eventuele flexibele vervoersvormen in aanvulling op dit lijngebonden openbaar vervoer (zoals de Vlearmoesbus in Neede) vallen buiten de scope van de concessies en worden derhalve niet mee aanbesteed. Anders gezegd, de aan te besteden concessies zijn bij nadrukkelijke voorkeur OV-concessies en geen zogenaamde mobiliteitsconcessies. Wel bestaat de mogelijkheid dat de grens tussen het lijngebonden openbaar vervoer en het flexibele vervoer per provincie gaat verschillen. Vragen De provincies hebben ten aanzien van deze hoofdkeuze de volgende vragen: 10. In het White Paper Een kwestie van gunnen schrijft de FMN dat er maximaal ruimte moet worden geschapen voor gedifferentieerd aanbesteden. Wat betekent dit volgens u (indien vervoerder) voor de concessies die door de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel de komende jaren moeten worden aanbesteed? 11. In het White Paper Een kwestie van gunnen pleit de FMN voor kleine concessies die zowel openbaar busvervoer als aanvullend vervoer 4 omvatten. De provincies hebben hierover de volgende vragen: a. Wat is in uw ogen (al dan niet vervoerder) de optimale omvang van deze mobiliteitsconcessies? b. Welke vormen van aanvullend vervoer zouden onderdeel van deze mobiliteitsconcessies moeten zijn en welke vormen juist niet? c. Welke rol ziet u voor zichzelf weggelegd bij de uitvoering van het aanvullend vervoer? In hoeverre moet de overheid stimuleren dat de concessiehouder hierin samenwerkt met andere (markt)partijen en hoe kan zij dat realiseren? 4 Vormen van aanvullend vervoer zijn onder meer: belbussen, haltetaxi s, buurtbussen, scholierenlijnen, deelfietssystemen, vrijwilligersvervoer en WMO-vervoer) 8

12. Zoals aangegeven hebben de provincies vooralsnog de nadrukkelijke voorkeur om concessies voor alleen het lijngebonden openbaar vervoer (OV-concessies) aan te besteden en het aanvullend vervoer apart te organiseren. De provincies hebben hierover de volgende vragen: a. Wat is in uw ogen de optimale omvang van de OV-concessies? b. Zou het bij de OV-concessie net als nu om gebiedsconcessies moeten gaan of zou gekozen moeten worden voor netwerkconcessies (= concessie voor een netwerk van verbindingen, waarbij het gebied tussen de verbindingen (waar geen haltes zijn) geen onderdeel van de concessie is)? c. Waar zou de grens tussen het lijngebonden openbaar vervoer (binnen de concessie) en het aanvullend vervoer (buiten de concessie) volgens u moeten liggen? Denk dan aan de positie van bijvoorbeeld belbussen, haltetaxi s, buurtbussen, scholierenlijnen, deelfietssystemen, vrijwilligersvervoer en WMO-vervoer. d. In hoeverre levert het problemen of kansen op wanneer de grens tussen lijngebonden openbaar vervoer en het aanvullend vervoer verschilt tussen delen van een concessie? e. Welke rol ziet u voor de concessiehouder weggelegd bij de organisatie van het aanvullend vervoer? Zou bijvoorbeeld de regisseursfunctie volgens u bij de concessiehouder moeten liggen, bij de uitvoerder van het aanvullend vervoer, bij de overheid of bij een externe partij en waarom? f. Verwacht u dat wanneer het aanvullend vervoer buiten de concessies om wordt georganiseerd dit (op termijn) tot positieve businesscases (= geen overheidssubsidie nodig) kan leiden voor lijngebonden vervoer? g. De provincies zijn van mening dat de reiziger niet zijn reis moet plannen langs een diversiteit aan websites, apps en betaalsystemen. Welke visie heeft u op het gemak voor reizigers in de communicatie en bij wijze van betalen wanneer er sprake is van verschillende aanbieders van OV en aanvullend vervoer? 2.3 Flexibiliteit Het gegeven dat behoeften van reizigers voortdurend wijzigen in combinatie met de opkomst van nieuwe alternatieve, deels vervangende vervoersvormen (zoals zelfrijdende voertuigen) en mobiliteitsdiensten (zoals Mobility as a Service), roept de vraag op hoe in de concessies het beste op deze ontwikkelingen kan worden ingespeeld. De provincies hebben hierover de volgende vragen: 13. In het White Paper Een kwestie van gunnen pleit de FMN voor het vergroten van flexibiliteit binnen concessies (durven afwijken van programma's van eisen en ook andere partijen uitnodigen te komen met nieuwe en betere oplossingen - bijvoorbeeld met een recht van matching voor bestaande concessiehouders). Wat is er volgens u (al dan niet vervoerder) voor nodig om hiervoor in de komende concessies de ruimte te creëren? Wat betekent dit volgens u voor de concessieduur, rekening houdend met de ambities op het gebied van duurzaamheid (zie paragraaf 2.4)? 14. De verwachting is dat tijdens de concessie behoefte zal (blijven) bestaan om lijngebonden openbaar vervoer om te zetten in aanvullend vervoer en (mogelijk) vice versa. Hoe kan in de concessies de flexibiliteit worden ingebouwd om deze transitie zo goed mogelijk te laten verlopen? 15. Hoe groot kunnen de veranderingen zijn zonder dat er problemen komen? Wat heeft uw voorkeur, een big bang of een geleidelijke transitie en waarom? 16. In het White Paper Een kwestie van gunnen geeft de FMN aan dat de nieuw te verlenen concessies gebruikt moeten worden om vernieuwing aan te jagen. Hoe kunnen de provincies dit volgens u (al dan niet vervoerder) realiseren? Wat wordt precies bedoeld als wordt gesproken over het bieden van de mogelijkheid om lijnen terug te geven of uit te ruilen, tussentijds aan te passen voor betere oplossingen en modaliteiten te integreren? 9

17. Op welke wijze kan in de concessies rekening worden gehouden met nieuwe vervoersmiddelen en ontwikkelingen, zoals Mobility as a Service, zelfrijdende voertuigen, speed-pedelecs, etc.? 2.4 Duurzaamheid (o.a. materieel) Met het ondertekenen van het bestuursakkoord Zero Emissie Regionaal Openbaar Vervoer Per Bus hebben de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel de ambitie uitgesproken dat het het regionaal busvervoer in 2030, of zoveel eerder als mogelijk, volledig emissievrij bij de uitlaat zou moeten zijn. De provincies streven daarbij, net als de andere opdrachtgevers van openbaar busvervoer in Nederland, de volgende doelstellingen na: a. Uiterlijk 2025 zijn alle nieuw instromende bussen emissievrij aan de uitlaat (tank-to-wheel). Het jaartal is gekozen als gezamenlijk doel, maar concessieverleners kunnen hier op vooruit lopen als dat past bij de aanbestedingskalender en natuurlijke momenten van vlootvervanging. b. De nieuwe bussen maken in 2025 gebruik van 100% hernieuwbare energie of brandstof, die met het oog op economische ontwikkeling zoveel mogelijk regionaal wordt opgewekt. c. OV-concessies hebben een zo gunstig mogelijke score op well-to-wheel CO2-emissie per reizigerskilometer (wat zo gunstig mogelijk is, wordt nog geconcretiseerd). De provincies hebben de volgende vragen in relatie tot het realiseren van deze ambities en doelstellingen: 18. In hoeverre speelt de omvang van concessies een rol bij de realisatie van de duurzaamheidsopgave waarvoor de provincies staan? 19. Hoe ziet u de transitie naar duurzame mobiliteit voor u, nu er een bestuursakkoord ligt en de ontwikkelingen en (inter)nationale ervaringen met elektrische bussen snel gaan? Wat is volgens u het vroegste moment waarop de concessie Noord een volledig zero emissie concessie kan zijn? 20. In hoeverre pleit u voor een geleidelijke instroom van Zero Emissie materieel om uiteindelijk naar volledig Zero Emissie over te kunnen gaan? Hoe ziet u dit specifiek gekeken naar 1) het stadsvervoer 2) het streekvervoer en 3) het aanvullend vervoer? 21. Zijn er volgens u naast elektrisch ook andere aandrijftechnieken die een geschikt en reëel alternatief vormen voor dieselbussen? Welke vorm van elektrisch vervoer zal volgens u moeten worden toegepast voor welk type buslijn? Wat betekent dit voor de eisen en wensen die de provincies ten aanzien van dit onderwerp stellen? Hoe staat u tegenover het uitvragen van een aandrijftechniek of een emissienorm door de concessieverlener? 22. Wie wordt wat u betreft verantwoordelijk/eigenaar van de laad- en andere infrastructuur wanneer er gekozen wordt voor elektrische bussen? Zijn dat de provincies, de concessiehouder of een derde (markt)partij? En in het verlengde hiervan: dient de aanschaf van vervoermiddelen en/of laadinfrastructuur onderdeel van de concessies te zijn of moeten de provincies dit buiten de concessies om regelen, waarna de provincies deze productiemiddelen aan de concessiehouder beschikbaar stellen? 23. Een duurzame uitvoering van de concessie omvat meer dan het rijden met schone bussen. Hoe zou u invulling willen geven aan andere aspecten van duurzaamheid zoals principes als maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en social return? En in hoeverre is hiervoor een sturende rol van de overheid nodig? 2.5 Rolverdeling provincies en vervoerder Anders dan nu in een aantal concessies het geval is, overwegen de provincies om de opbrengstverantwoordelijkheid straks bij de concessiehouder te leggen. De provincies realiseren zich dat de concessiehouder in dat geval de ruimte moet krijgen om de hoogte van de opbrengsten positief te beïnvloeden. De provincies hebben in dat kader de volgende vragen: 10

24. Welke ervaringen heeft u met verschillende subsidiemodellen, zoals het suppletiemodel dat door de Vervoerregio Amsterdam wordt gehanteerd? Geven dergelijke modellen wat u betreft effectieve prikkels aan de vervoerder om de opbrengstengroei te verhogen? Wat kunnen de provincies doen om de concessiehouder (meer) ruimte te geven om zijn doelstellingen op het gebied van reizigers(opbrengsten)groei te realiseren? En hoe zouden zij dat in de concessies kunnen regelen, rekening houdend met het gegeven dat andere stakeholders zoals politiek en reizigers(organisaties) zekerheid zoeken wat betreft het OV-aanbod? 25. Wat betekent voor u het begrip partnerschap in vergelijking tot opdrachtgeveropdrachtnemerschap? 26. Wat betekent de keuze om de opbrengstverantwoordelijkheid bij de concessiehouder te leggen voor de rol van ontwikkelteams zoals die in een deel van het gebied bestaan? 27. Wat is volgens u de toegevoegde waarde van een ontwikkelteam? Hoe moet het ontwikkelteam worden georganiseerd om deze toegevoegde waarde maximaal te benutten? 28. Wat betekent de keuze om de opbrengstverantwoordelijkheid bij de concessiehouder te leggen voor de marketing van het OV? Welke partij zou hiervoor verantwoordelijk moeten zijn? 29. Wat betekent de keuze om de opbrengstverantwoordelijkheid bij de concessiehouder te leggen voor de te kiezen KPI s? Welke KPI s zijn volgens u het meest geschikt om te monitoren gedurende concessie en op welke manier zou dat het beste kunnen gebeuren? 2.6 Overig Ten slotte hebben de provincies nog enkele vragen die niet aan de verschillende hoofdkeuzes gekoppeld zijn. 30. Welke randvoorwaarden ziet u om de komende concessies succesvol aan te besteden en vervolgens van deze concessies een succes te maken? En wat moeten de provincies vooral niet doen? 31. Hoe kunnen de provincies ervoor zorgen dat verschillende aanbieders van mobiliteitsdiensten (zoals Mobility as a Service (-componenten)) over alle relevante gegevens over het openbaar vervoer kunnen beschikken om hun klanten een totaalpakket kunnen bieden, zodat zij plannen, reizen en betalen als één geheel (gaan) ervaren? Welke rol ziet u hierbij weggelegd voor mobiliteitsplatforms en hoe kunnen wij de samenwerking en gegevensuitwisseling tussen concessiehouder mobiliteitsplatforms borgen? 32. Hoe kijkt u aan tegen het principe van open data? Voor welke gegevens zou dit volgens u in ieder geval moeten gelden en voor welke gegevens zeker niet? 33. Welke mogelijkheden ziet u om, naast het in de Wp2000 geregelde adviesrecht van consumentenorganisaties, reizigers meer bij het openbaar vervoer te betrekken? 11

3. Procedure marktconsultatie De procedure voor deze marktconsultatie omvat de volgende vier stappen: 1. Publicatie marktconsultatie 2. Mogelijkheid tot stellen van vragen (Nota van Inlichtingen) 3. Schriftelijke reactie marktpartijen 4. Mogelijkheid tot aanvullende gesprekken 3.1 Publicatie marktconsultatie Deze marktconsultatie is op 14 juli 2017 gepubliceerd op Negometrix, TenderNed en daarna ook op TED. 3.2 Mogelijkheid tot stellen van vragenronde (Nota van Inlichtingen) Mocht u naar aanleiding van dit marktconsultatiedocument of de procedure voor deze marktconsultatie vragen hebben, dan kunt u deze tot 24 juli 2017 13:00 uur stellen via inkoop@zwolle.nl, onder vermelding van: Marktconsultatie Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. De vragen zullen in een Nota van Inlichtingen beantwoord worden die naar verwachting op 28 juli 2017 gepubliceerd zal worden op het Negometrix-platform. 3.3 Schriftelijke reactie marktpartijen Marktpartijen wordt gevraagd om in eerste instantie schriftelijk antwoord te geven op de vragen in hoofdstuk 2. U kunt uw reactie uiterlijk tot 25 augustus 2017 13:00 uur indienen via inkoop@zwolle.nl, onder vermelding van: Marktconsultatie Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. 3.4 Mogelijkheid tot aanvullende gesprekken Naar aanleiding van de schriftelijke beantwoording van de vragen kunnen de provincies u uitnodigen voor een aanvullend gesprek, maar de provincies zijn hier niet toe gehouden. Deze gesprekken vinden plaats op donderdag 7 september 2017 en woensdag 13 september 2017. Wij verzoeken u om in uw agenda hier rekening mee te houden. De locatie van deze gesprekken zal nog nader worden bepaald. Bij gesprekken met (een) marktpartij(en) zullen minimaal twee vertegenwoordigers vanuit de provincies aanwezig zijn. De provincies streven daarbij naar zo groot mogelijke transparantie met betrekking tot de marktpartijen waarmee eventuele overleggen worden gevoerd. Van elk gesprek wordt een vertrouwelijk gespreksverslag opgesteld dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de betreffende marktpartij. De provincies behouden zich daarbij het recht voor om geen gedetailleerde terugkoppeling te geven van alle reacties en ideeën van marktpartijen. 3.5 Vervolg na marktconsultatie De provincies zullen naar aanleiding van de marktconsultatie een geanonimiseerd verslag opstellen waarin op hoofdlijnen de bevindingen zijn samengevat. Dit verslag zal gepubliceerd worden op het Negometrix-platform. Bedrijfsvertrouwelijke informatie van deelnemende marktpartijen zal niet bekend worden gemaakt, tenzij de provincies hiertoe door wel- of regelgeving dan wel een rechterlijke uitspraak toe worden gedwongen. 12

Na deze marktconsultatie gaan de provincies verder met de voorbereiding van de aanbesteding van de OV-concessie(s). De bevindingen van de marktconsultatie vormen input voor de Nota van Uitgangspunten, het Programma van Eisen en de overige aanbestedingsdocumenten. Relevante bevindingen zullen geanonimiseerd in de verschillende documenten worden opgenomen. 13

4. Administratieve voorwaarden marktconsultatie 4.1 Gelijke informatie De provincies hechten eraan dat alle marktpartijen toegang hebben tot dezelfde informatie. Dit is de reden dat de aankondiging van de marktconsultatie niet alleen is gepubliceerd op Negometrix, maar ook op TenderNed en daarna op TED. Om diezelfde reden wordt de afrondende rapportage openbaar gemaakt en wordt als onderdeel van de aanbestedingsdocumenten het marktconsultatiedocument en de afrondende rapportage met alle geïnteresseerde marktpartijen worden gedeeld. 4.2 Voorbehouden Dit marktconsultatiedocument is geschreven in het kader van de marktconsultatie voor de Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. Dit document kan niet worden beschouwd als een uitnodiging om in te schrijven op de aanbesteding van de OVconcessie(s) waarvoor de marktconsultatie als voorbereiding dient of op enkele andere aanbesteding. De provincies behouden zich het recht voor om: de planning van de marktconsultatie, zoals in dit document geschetst, aan te passen; en/of de betreffende aanbesteding(en) op andere wijze dan in dit document beschreven, uit te voeren of niet uit te voeren; en/of het traject van marktconsultatie en/of de aanbestedingsprocedure tijdelijk of definitief te staken. Door het deelnemen aan de marktconsultatie stemt de deelnemende marktpartij onvoorwaardelijk in met hetgeen bepaald is in het voorliggende marktconsultatiedocument. 4.3 Intellectueel eigendom Behoudens uitzonderingen die door de wet zijn gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de provincies niets uit dit marktconsultatiedocument worden verveelvoudigd (anders dan voor het doel van dit document) door middel van druk, fotokopie, scan of anderszins. 4.4 Taal De taal die in de gesprekken en de publicaties wordt gebruikt, is Nederlands. 4.5 Rechten Er kan geen enkel recht worden ontleend aan de informatie die wordt verstrekt in de context van de marktconsultatie. Zowel de gesprekken als schriftelijke documentatie moeten worden gezien als algemene mogelijkheden/richtingen voor de procedure en de aanpak door de provincies. 4.6 Kostenvergoeding De deelnemende marktpartijen aan deze marktconsultatie kunnen geen aanspraak maken op enige vergoeding voor gemaakte kosten. 4.7 Status informatie De informatie die is weergegeven in dit document is indicatief. De provincies wijzen iedere aansprakelijkheid voor de onjuistheid en/of onvolledigheid van deze informatie van de hand. 14

Deelnemende marktpartijen dienen zich, waar zij dit nodig of wenselijk achten, zelf en voor eigen rekening en risico op de hoogte te stellen van onder meer de technische aspecten, het publiekrechtelijk kader en al hetgeen zij overigens relevant achten in verband met hun deelname aan de marktconsultatie. 4.8 Melding onregelmatigheden Indien een deelnemende marktpartij meent dat informatie en/of een bepaling in het voorliggende marktconsultatiedocument en/of andere documenten onjuist, onrechtmatig of op andere wijze onregelmatig is, dan dient de deelnemende marktpartij binnen vijftien dagen na ontvangst van het desbetreffende marktconsultatiedocument de provincies schriftelijk te attenderen op die vermeende onjuistheid, onrechtmatigheid of onregelmatigheid. Als een deelnemende marktpartij niet tijdig op de voorgeschreven wijze de provincies aldus heeft geattendeerd, dan heeft die deelnemende marktpartij daarmee ieder recht jegens de provincies verwerkt voor zover verband houdende met de vermeende onjuistheid, onrechtmatigheid of onregelmatigheid. 4.11 Toepasselijk recht en geschillen De verhouding tussen de provincies en de deelnemende marktpartijen wordt uitsluitend beheerst door het Nederlandse recht. Een vordering in verband met enige handeling en/of beslissing van de provincies, voor zover geen besluit in de zin van artikel 1:3 Awb, in het kader van de marktconsultatie daaronder begrepen bekendmakingen of het stellen van voorschriften in de marktconsultatiedocumentatie, beslissingen die gericht zijn tot de deelnemende marktpartijen en/of uitnodigingen tot de marktconsultatie dient aanhangig te zijn gemaakt bij het arrondissement Overijssel, binnen vijftien dagen na verzending van bekendmaking daarvan aan de deelnemend marktpartij of, bij gebreke van zo'n bekendmaking, binnen vijftien dagen nadat de deelnemende marktpartij met de desbetreffende handeling en/of beslissing van de provincies bekend werd of redelijkerwijs bekend had moeten zijn. Indien niet tijdig en op deze wijze een vordering aanhangig is gemaakt, vervalt elk recht van de deelnemende marktpartij om ten aanzien van de desbetreffende handeling en/of beslissing een vordering tegen de provincies in te stellen. 4.12 Prioriteit van documenten In geval van strijdigheid tussen de aankondiging van de marktconsultatie en voorliggend marktconsultatiedocument, dan prevaleert voorliggend marktconsultatiedocument. 15