RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK O.B.S. DE ROZEBOTTEL School : o.b.s. De Rozebottel Plaats : Koekange BRIN-nummer : 18KU Onderzoeksnummer : 90415 Datum schoolbezoek : 12 en 13 februari 2007 Datum vaststelling : 11 april 2007
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING...5 2 KWALITEITSPROFIEL...7 3 BESCHOUWING...11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT...15 Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek o.b.s. De Rozebottel - 12-2-2007 3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 12 en 13 februari 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs o.b.s. De Rozebottel in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Wel is een tweetal nieuwe indicatoren, met betrekking tot de kwaliteitszorg, toegevoegd aan het waarderingskader. De toegevoegde indicatoren staan cursief vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan geen documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Tijdens het schoolbezoek heeft de inspectie wel de resultaten van een recente ouderenquête geanalyseerd. De gegevens die hieruit naar voren kwamen, zijn voor de inspectie aanleiding geweest om de door u verkregen oordelen op kernindicator 9.3 alleen te verifiëren. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek o.b.s. De Rozebottel - 12-2-2007 5
De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. Schoolbezoek, waarbij in de groepen 2 tot en met 8 de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen en leraren. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team. Daarbij was een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek o.b.s. De Rozebottel - 12-2-2007 6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van o.b.s. De Rozebottel Kwaliteitszorg 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 1.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek o.b.s. De Rozebottel - 12-2-2007 7
Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan. Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren. Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school. Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek o.b.s. De Rozebottel - 12-2-2007 8
Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. 5 Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar. 5 Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek o.b.s. De Rozebottel - 12-2-2007 9
3 BESCHOUWING Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op o.b.s. De Rozebottel te Koekange en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel uit het vorige hoofdstuk. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende indicatoren en, voor zover relevant, tussen de indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van de school en eerdere inspectiebezoeken. Tevens bevat dit hoofdstuk een aantal aandachtspunten voor de toekomst. 3.1 Algemeen beeld In het onderzoek van de inspectie stond de vraag centraal of het onderwijs van deze school van voldoende kwaliteit is. De inspectie concludeert dat dit het geval is, maar beoordeelt belangrijke onderdelen van het onderwijsleerproces en de leerlingenzorg als onvoldoende. Het leefstofaanbod en de resultaten van de leerlingen worden beide als voldoende beoordeeld. Hierna licht de inspectie de beoordeling nader toe. 3.2 Toelichting Onderwijsleerproces Zoals vermeld, vraagt de inspectie nadrukkelijk aandacht voor het onderwijsleerproces. Daarbij moet worden aangetekend dat de helft van de geobserveerde lessen werd gegeven door recent afgestudeerde leraren. De inspectie geeft de school dan ook in overweging te investeren in coaching en begeleiding van deze leraren. Ook moet ten behoeve van de verdere beleidsontwikkeling de vraag beantwoord worden, in hoeverre de school zich wenst te conformeren aan alle doelstellingen van het project Bouwen aan een Adaptieve School. Een aantal indicatoren is als voldoende beoordeeld. De leerlingen ervaren dat ze respectvol worden behandeld door de leraren. Ze werken geconcentreerd en vaak zelfstandig aan de opdrachten. De leraren administreren de gemaakte vorderingen overzichtelijk in de groepsmappen. De indicatoren met betrekking tot de onderwijstijd worden door de inspectie echter als onvoldoende beoordeeld. In een aantal groepen wordt in onvoldoende mate toegezien op naleving van de schoolregels over op tijd beginnen. Ook is er tijdens de lessen in enkele groepen sprake van tijdverlies. In de onderbouwgroepen is niet duidelijk in hoeverre de geplande lestijd daadwerkelijk wordt besteed aan de lesdoelen. Afstemming van de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen op de behoeften van de leerlingen is niet in alle groepen gerealiseerd. In de meeste groepen wordt nog niet systematisch met dag- of weektaken gewerkt. In de groepen waar dat wel het geval is, blijkt de hoeveelheid werk onvoldoende toegesneden op de capaciteiten van een aantal leerlingen. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek o.b.s. De Rozebottel - 12-2-2007 11
Ook het didactisch handelen van de leraren beoordeelt de inspectie als onvoldoende. In een aantal groepen is in onvoldoende mate sprake van een taakgerichte werksfeer wegens het ontbreken van duidelijk herkenbare componenten in de lessen. Ook vragen de zelfstandig werkende groepen in een aantal combinatiegroepen nog veel aandacht. Bij de uitleg geven de leraren noch bij het begin, noch bij het einde van de les de lesdoelen aan. Er worden geen interactieve instructie- en werkvormen gehanteerd, zodat leerlingen niet leren om verschillende oplossingsstrategieën met elkaar te vergelijken. De instructie en met name de verwerking worden in onvoldoende mate afgestemd op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Er is slechts sprake van een vorm van tempodifferentiatie. Hoewel er een structuur wordt gehanteerd om zelfstandig te leren werken, is er nog geen sprake van verantwoordelijkheid van de leerlingen voor de organisatie van hun eigen leerproces. Om dit te kunnen realiseren is een meer coachende opstelling van de leraren nodig. De leraren en de leerlingen voelen zich veilig op school. De leerlingen geven aan dat de nieuwe aanpak van pestgedrag vruchten afwerpt. Er is nog geen document opgesteld om de sociale veiligheid van leraren en leerlingen te waarborgen (indicator 1.7). Ten aanzien van de nieuwe indicator met betrekking tot actief burgerschap en sociale integratie (1.8), signaleert de schoolleiding geen risico's. De directie acht het noodzakelijk, gelet op de populatie van de school, stevig te investeren in sociale competenties. Ook ziet de directie mogelijkheden voor de school als oefenplaats voor burgerschap. Zorg en begeleiding In het zorgprofiel van de school wordt de zorgstructuur van de school helder omschreven. De leer- en ontwikkelingsprogressie voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde wordt bepaald met methodeonafhankelijke toetsen, aangevuld met gestructureerde observaties (groep 1 en 2) en methodegebonden toetsen. Slechts twee maal per jaar wordt er een leerlingenbespreking georganiseerd. Om vervolgacties te kunnen bepalen en zorgleerlingen te kunnen identificeren heeft de school geen heldere criteria opgesteld, maar hanteert zij over het algemeen de mate waarin toetsuitval plaatsvindt als criterium. Met name in de onder- en bovenbouw kan niet worden aangetoond dat de zorg planmatig wordt uitgevoerd. Ook mist de inspectie handelingsplannen op sociaal-emotioneel terrein, terwijl de school aangeeft juist problemen op dit gebied als belemmerend te ervaren voor de ontwikkeling van met name jonge leerlingen. De inspectie beoordeelt de betreffende indicatoren (11.2 en 11.3) daarom als onvoldoende. Wel vindt er frequent informeel overleg plaats, waarbij de te bieden en het effect van de geboden zorg voor zorgleerlingen wordt besproken. Leerstofaanbod Het leerstofaanbod voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde voldoet aan de kerndoelen en biedt voldoende mogelijkheden tot afstemming op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek o.b.s. De Rozebottel - 12-2-2007 12
Het is op De Rozebottel gebruikelijk dat de lesstof aan nagenoeg alle leerlingen wordt aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. Het percentage leerlingen dat in een tweetal bovenbouwgroepen - veelal voor rekenen en wiskunde - een individuele leerlijn volgt is weliswaar hoog (20 procent), maar komt in de betreffende groepen voor rekening van één leerling. In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met een inzichtelijk beredeneerd aanbod, dat regelmatig wordt bijgesteld indien daar vanuit het team behoefte aan bestaat. Er is een aangepaste versie van de taalmethode beschikbaar voor leerlingen met een taalachterstand. Opbrengsten Het oordeel over de resultaten aan het einde van de schoolperiode baseert de inspectie op methodeonafhankelijke toetsen voor rekenen en wiskunde en begrijpend lezen in leerjaar 7, leerjaar 8 en het voorgaande leerjaar 8. De toetsresultaten van twee van de drie genoemde leerjaren kunnen als voldoende worden beoordeeld. De inspectie komt daarom tot de conclusie dat de leerresultaten aan het einde van de schoolloopbaan op het verwachte niveau liggen. Om de resultaten tijdens de schoolperiode te kunnen waarderen, worden de resultaten gebruikt van genormeerde, methodeonafhankelijke toetsen voor technisch lezen in de groepen 3 en 4, voor rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 en voor begrijpend lezen in groep 6. De resultaten in groep 6 kunnen niet als voldoende worden beoordeeld. Gelet op het aantal leerlingen per groep heeft de inspectie ook de resultaten van groep 5 bij haar analyse betrokken. In zijn totaliteit beantwoorden de meeste toetresultaten aan de verwachtingen, zodat de inspectie ook de tussentijdse opbrengsten als voldoende kan beoordelen. De school beschikt niet over een betrouwbaar en valide instrument voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling. De inspectie kan de sociale vaardigheden daarom niet beoordelen. Wel maakt de school gebruik van een observatie-instrument en kan zij aantonen dat zij gebruik maakt van een beredeneerd aanbod voor de sociaalemotionele ontwikkeling. Daarmee draagt de school voldoende planmatig bij aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden van haar leerlingen. Of leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich ontwikkelen naar hun mogelijkheden kan de inspectie evenmin beoordelen. De school heeft voor leerlingen die een eigen leerlijn volgen weliswaar een ontwikkelingsperspectief opgesteld, maar het betreft slechts een zeer beperkt aantal leerlingen. Het beleid van de school ten aanzien van de doorstroming van leerlingen wijkt niet af van het landelijke beeld. De doorstroming vanuit de groepen 1 en 2 is wel een aandachtspunt voor de school. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek o.b.s. De Rozebottel - 12-2-2007 13
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de vermelding van de klachtenregeling in de schoolgids niet aan alle wettelijke bepalingen voldoet. Afgesproken is dat deze passage met ingang van het nieuwe schooljaar wordt aangepast. Bovendien heeft de school aannemelijk gemaakt dat zij voldoet aan de wettelijk vereiste onderwijstijd. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek o.b.s. De Rozebottel - 12-2-2007 15