Impressie van stakeholdersbijeenkomst Toekomst van salderen vanaf 2020 Maandag 13 februari 2017

Vergelijkbare documenten
Stimulering lokale hernieuwbare energie productie vanaf 2020

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 3 januari 2017 Betreft Evaluatie salderingsregeling

Salderen. Wat is het (en wat wordt het)? Roland de Vlam

Raymond Roeffel Directeur Trineco. Regelgeving, Organisatie en beheermodellen rondom Zonne

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 12 juli 2017 Betreft Vervolg salderingsregeling

Alternatief voor saldering

Businesscases zonne-energie: waar kan het, en wat levert het op?

Wido van Heemstra. Adviseur Agentschap NL. Saldering, de stand van zaken

Directoraat-generaal Klimaat en Energie Bezoekadres Postadres Overheidsidentificatienr Ons kenmerk Salderen tot 2023, daarna geleidelijk afbouwen

Duurzame dienstverlening Rekenen aan rendement

Stroom van andermans dak. Voorlichtingsbijeenkomst 24 oktober 2018 Auditorium Rabobank te Sittard Gert Kempen

Agenda. Inleiding Wat is de terugverdientijd? Hoe zit het met de BTW? Energiebelasting en salderen Bedrijf zoekt buur Schenken en ANBI. Vragen?

Mogelijkheden voor energie coöperaties. Jeroen Leclercq

Zon op VVE. Wormerveer Eric de Lange 19 mei 2016

Duurzame accommodaties. Jaap Veld

CPB doorrekening verkiezingsprogrammaʼs: Duurzaamheid"

Zonne-energie financieel

INITIATIEFVOORSTEL CONFORM ARTIKEL 4:2 REGLEMENT VAN ORDE

Mogelijkheden collectieven

Mogelijkheden zonne-energie op bezit woningverhuurders

Verkoopbaarheid en verhuurbaarheid van vastgoed verhogen door Duurzame Energieopwekking

Waarom zonnestroom? 21 maart

Zonnestroom Achter de Hoven. 15 oktober, Achter de Hoven Jadranka Cace, aanjager zonnestroom

SEMINAR Zonne-energie voor woningbouwcorporaties

C2 Saldering en zelflevering van zonnestroom Sunday 2013, Wido van Heemstra Agentschap NL. 20 november 2013

Adviesrapport zonnestroominstallatie Bedrijf X

Saldering. Wido van Heemstra Agentschap NL

Zonne-energie; rendabel voor u? Zelhem, 7 februari 2013

ONRENDABELE TOP. ERGO werkgroep 31 oktober 2018 Casper Tigchelaar Marijke Menkveld

De zon als energiebron voor bedrijven

Adviesrapport zonnestroominstallatie Groothandel de Vries

Salderingsoverzicht 2012 Inventarisatie van het beleid omtrent salderen en terugleveren van zonnestroom in de Nederlandse energiemarkt

ALGEMENE INFORMATIE SALDEREN SOLAR2020. Uw Specialist in Zonnepaneelsystemen.NL

Zonnestroom voor VvE s. Week van de VvE februari 2019 Amsterdam

CORPORATIES: ZONNESTROOM EN

De toekomstige impact van salderen Onderzoek voor het Ministerie van Economische Zaken

Keuze zonnepanelen op VvE of corporatieflat

Grootschalige PV, stimulansen voor, en vanuit het bedrijfsleven. Marc Kok, directeur Energie Service Noord West

Wet. & Regelgeving. Amelie Veenstra BIPV kennisdag TKI Urban Energy 8 juni 2018

ENERGIE IN EIGEN HAND

Fiscale zakelijke regelingen & subsidies

Haalbaarheid van Zon-PV. 26 November 2012 Jan Willem Zwang Martin Marquering

Zonnig Bergharen. Samen met ondernemers, bewoners en Energiecoöperatie Leur e.o. wordt Bergharen duurzamer 6 februari 2018

Salderingsoverzicht

Bewonersavond Zonnecentrale NH Kerk

ing. Jolanda Tetteroo 16 april 2012

Noord Friesland, een zonnige en zuinige toekomst

Purmerend stapt over op Zonnestroom. Een initiatief van Opgewekt in Purmerend

Salderingsoverzicht

Energieakkoord, gevolgen voor lokale energie. Inspiratiebijeenkomst Netwerk Duurzame Dorpen

Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn.

ZONNE-ENERGIE EN GEZINSENERGIE

Ervaringen met zonnepanelen

Zonne-energie voor ondernemers. Een zonnige en zuinige toekomst?

Zonne-energie voor ondernemers

De salderingsregeling

Sector Zon PV luidt noodklok over wijzigingen SDE

Sectorvoorstel voor een toekomstbestendig salderingsmodel

Salderen. Artikel 95c

Zonnepanelen op VvE De Albatros. Amsterdam Michiel Buur 12 april 2018

Energieopslag in accu s

De route naar een zonnige toekomst! De eerste stappen naar de realisatie van een pv-zonnecentrale op uw eigen locatie

CoP Gelderse lokale duurzame energiebedrijven. Rogier Coenraads

Bijlage A. Contractvoorwaarden 1 of 3 jaar vast tarief Vandebron

Zonnige en zuinige toekomst? Roodeschool, 20 maart 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum

Project MienskipsEnergie

Inventarisatie. Stap B: Beslissingsbevoegdheid. Stap A: Technisch. Nee. Nee

De zon als energiebron voor bedrijven

Het huidig PV-landschap, stand van zaken en perspectief

SAMEN IETS MOOIS GAAN DOEN. Postcoderoos Project ECZoR

Informatie over het project

Decentrale duurzame elektriciteitsproductie

Stappenplan Zon op Huurwoning Amsterdam

Is uw dak geschikt? ing. J.J. (Jacco) van de Sandt. Energie- en bouwkundig adviseur Stichting VvE Belang. Oegstgeest 1 april 2019

Lokale energiecoöperaties en consumentenbescherming

RVO.NL-regelingen voor zon-pv en zonthermisch:

Haalbaarheidsstudie toepassing PV-systeem Oorlogsmuseum Overloon

Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties

Zonnepanelen huren bij Zelfstroom

De zon als energiebron!

Zonnige Bedrijven in Oude IJsselstreek. onderdeel van Zonnige Bedrijven in de Achterhoek

whitepaper zakelijke zonnepanelen

01 / AANLEIDING 02 / ZON OP BEDRIJFSDAKEN 03 / PROJECTAANPAK 04 / VOORWAARDEN PRESENTATIE 05 / VERVOLGSTAPPEN. Zon op Bedrijfsdaken 06 / VRAGEN

Zonnige Bedrijven in de Achterhoek

Wat betekenen de SDE+, Salderen, en postcoderoos voor de netbeheerder?

Vooronderzoek Zonnepanelen VvE Mauritius Augustus Jan Klootsema

De zon als energiebron

Contractvoorwaarden Variabel tarief. Augustus 2016

Postcoderoos. Wie mogen meedoen? Inwoners uit postcoderoosgebied

Advocaten en notarissen

(Stoute) Saldering Zonnepanelen veroveren Nederland: BRAAFschiks en STOUTschiks! Rogier Coenraads en Anne Stijkel Evenement HIER Opgewekt

Ontwikkelingen Zonne-energie

Gezamenlijk aan de slag met Zonne-energie

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006

De Poel in het zonnetje!

Zonnepanelen steeds rendabel. In een notendop

ZONNEPANELEN PROJECT. RADIJSSTRAAT 2 t/m 82 te Groningen

Accusystemen in kantoren en scholen niet rendabel

Salderingsoverzicht Update november

Transcriptie:

Impressie van stakeholdersbijeenkomst Toekomst van salderen vanaf 2020 Maandag 13 februari 2017 Algemene impressie De stakeholdersbijeenkomst Toekomst van salderen vanaf 2020 op maandag 13 februari 2017 werd georganiseerd door het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Financiën met als voornaamste doel om stakeholders te consulteren over vier varianten voor het al dan niet aanpassen van de salderingsregeling vanaf 2020. De bijeenkomst is goed bezocht door een grote verscheidenheid aan deelnemers. Verschillende aanwezigen hebben aangeven het initiatief voor de bijeenkomst te waarderen. Hieronder volgen enkele reacties van aanwezigen: Ik vond het een geslaagde middag. Een moderne en open manier om als ministeries zeer breed en vroegtijdig input te krijgen voor nieuw beleid. (Olof van der Gaag, Directeur NVDE) Opvallend geanimeerde en goed geïnformeerde discussie tussen alle partijen. Er ontstond meer begrip voor elkaars gezichtspunten, inclusief dat van de overheid. (Marc Londo, senior onderzoeker ECN) Ik vond het opvallend hoeveel gezamenlijke grond er op deze middag bleek te zijn voor robuuste stimuleringsmaatregelen voor de groei van zonnestroom. Dat verheugt mij enorm. (Amelie Veenstra, beleidsadviseur Holland Solar) Tijdens de bijeenkomst hebben deelnemers duidelijk uitgesproken dat de salderingsregeling (of veranderingen daaraan) voor iedereen een stimulans moet blijven bieden voor het gebruik van zonne-energie. Bewoners van sociale huurwoningen en woningcorporaties kennen een split incentive model voor zonnepanelen met een horizon van 20 jaar investeringszekerheid. (Roland van der Klauw, Directeur Wocozon) Na een plenaire inleiding met presentaties van ECN, de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE) en EZ gevolgd door een discussie, gingen de deelnemers met elkaar in gesprek over vier varianten: A. salderen behouden B. salderen maximeren C. invoedpremie D. investeringssubsidie Op de volgende pagina s volgt een overzicht van de verzamelde inbreng van de deelnemers per variant: voor en nadelen, randvoorwaarden en overige opmerkingen. Doel van deze impressie is om een terugkoppeling te geven van hetgeen de ministeries hebben opgehaald uit de bijeenkomst. Deze impressie is niet bedoeld als een volledige weergave van alles wat is gezegd. Daarnaast zijn er ook verschillende algemene opmerkingen gemaakt en voorstellen gedaan voor alternatieve varianten, waaronder: De kosteneffectiviteit mag niet alleen gaan over euro s en CO2, maar maatschappelijk draagvlak voor de energietransitie is ook een belangrijke factor. Het voorstel om de tweede belastingschijf (10.000 tot 50.000 kwh) te verhogen zodat salderen aantrekkelijker wordt voor diegenen met een jaarlijks verbruik hoger dan 10.000 kwh. Het voorstel om ook een vergoeding te bieden voor opslag in combinatie met de stimuleringsregeling voor zon-pv installaties. 1

Variant A: Salderen behouden Laagdrempelig om gebruik van te maken. Begrijpelijk voor de consument. Eenvoudig in de uitvoering. In de samenleving bestaat draagvlak voor de regeling. De regeling zorgt voor een goede business case. De markt kent de salderingsregeling. De huidige regeling biedt volgens de deelnemers veel zekerheid. Veel deelnemers zijn van mening dat de kosten van de salderingsregeling relatief laag zijn en dat de samenleving er veel meer voor terug krijgt dan alleen zonne-energie. De regeling wordt dan ook gezien als zeer kosteneffectief. De huidige regeling biedt geen prikkels voor investeringen in andere (innovatieve) oplossingen rond duurzaamheid, met name flexibiliteit, direct verbruik en opslag van elektriciteit. De koop eengezinswoning is de belangrijkste doelgroep voor de salderingsregeling. Het werkt maar tot de 10.000 kwh: hoe groter de opwek, hoe minder rendabel het wordt. Het is daarom een minder goede regeling voor corporaties en bedrijven. Het is erg onzeker wanneer de energiebelasting wordt aangepast. Dit leidt tot onrust over de terugverdientijd met de huidige regeling. Kleinverbruikers die gebruikmaken van de regeling betalen niet mee aan de energietransitie via de Opslag Duurzame Energie. Bij salderen wordt niet optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare ruimte op daken omdat kleinverbruikers het aantal panelen gaan aanpassen op hun eigen verbruik. Bij het merendeel van de deelnemers bestaat steun voor een splitsing tussen het fiscale deel en het marktdeel van de salderingsregeling. Het salderen van de belasting blijft dan behouden en het marktdeel zou dan vrijgegeven kunnen worden. Een digitale meter is dan een vereiste. Bij het behouden van de salderingsregeling dient dit voor een minimale periode van 10 jaar vastgelegd te worden. Voor woningbouwcorporaties en in de gestapelde bouw is een looptijd van 15 a 20 jaar een randvoorwaarde. Het is belangrijk om grote wijzigingen in de energiebelasting te voorkomen. Dit leidt tot onzekerheid over de terugverdientijd. Overweeg om de ODE te heffen bij zelfopgewekte elektriciteit om iedereen te laten meebetalen aan de energietransitie. 2

Variant B: Salderen maximeren Het behoud van de eenvoud van het salderen kan bij deze variant mogelijk worden gecombineerd met de mogelijkheid om te sturen op de hoogte van de stimulering van zon-pv door het percentage van te salderen elektriciteit aan te passen. Er wordt een grens gesteld aan de hoeveelheid energie die gesaldeerd mag worden en de terugverdientijd (TVT) wordt niet onrealistisch kort. Hiermee kan overstimulering worden voorkomen. Geeft vermoedelijk (enige) prikkels tot innovatie en de ontwikkeling van opslag. Er bestaat zorg dat het ingrijpen in de regeling vanaf 2020 eigenlijk te vroeg is. Het afbouwen van het percentage (naar bijv. 80%) kan worden gevoeld als het afbouwen van de regeling. Dit brengt onzekerheid over de regeling c.q. investering. Hierdoor loopt de bereidheid van mensen om investeringen te doen mogelijk terug. In deze variant blijft de stimulering van zonnepanelen afhankelijk van het algemene energiebelastingtarief. Dat beïnvloedt de investeringszekerheid negatief. De rentabiliteit voor het MKB vermindert t.o.v. de huidige regeling. Begrijpelijkheid is slechter dan die van de huidige salderingsregeling. Energiebesparing wordt niet gestimuleerd omdat het eigen verbruik achter de meter vrijgesteld blijft. Belangrijk dat marktconform tarief voor de ingevoede elektriciteit wordt gehanteerd en dat is bij deze variant niet het geval. De salderingsregeling voldoet in het stimuleren van warmtepompen, maar voor deze variant is dat nog niet zeker. In deze variant wordt niet optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare ruimte op daken omdat kleinverbruikers het aantal panelen gaan aanpassen aan het gestelde maximum. Het moet duidelijk zijn welke hoeveelheid wordt gemaximeerd: ingevoede elektriciteit of iets anders. Het meten moet in een gelijk speelveld plaatsvinden en vereist een digitale meter. Uitvoerbaarheid is een aandachtspunt. Randwoordwaarde voor de uitvoerbaarheid is: hetzelfde regime voor elke installatie ongeacht het jaar van aanschaf. Indien uitsluitend de energiebelasting en niet ook de ODE gesaldeerd wordt, kan hiermee innovatie in bijvoorbeeld opslag en flexibiliteit gestimuleerd worden. Voor investeringszekerheid is langjarige zekerheid is gewenst voor woningbouwcorporaties, bijv. 15 jaar. Het flexibel maken van het leveringstarief kan een positieve uitwerking hebben. Dit zorgt voor een hogere terugverdientijd en houdt beter rekening met de werkelijke waarde van de opgewekte elektriciteit. In plaats van deze variant stellen enkele deelnemers voor om stuurbaarheid te verkrijgen door het verlagen van het algemene tarief energiebelasting op elektriciteit in de eerste schijf i.c.m. flexibele leverancierstarieven. 3

Variant C: Invoedpremie Stimuleert het verhogen van het aandeel direct eigen verbruik en opslag binnen de installatie en dus achter de meter. Er wordt marktwerking geïntroduceerd voor het leveranciers deel van de ingevoede elektriciteit. Op de lange termijn is dit een belangrijke factor voor de stabiliteit en goede werking van de elektriciteitsmarkt (met name bij een groot aandeel kleinverbruikers met zonnepanelen). De vraag is echter of dit nu al urgent is omdat relatief weinig kleinverbruikers nu zonnepanelen hebben. Is qua hoogte van de stimulering stuurbaar voor de overheid. Kan meer (langjarige) zekerheid bieden dan de huidige regeling mits vooruit wordt aangekondigd. Lijkt meer op andere stimuleringsregelingen. Biedt een betere businesscase voor de kleinverbruikers die nu in de 2 de en 3 de schijf salderen. Hierdoor wordt naar verwachting meer van beschikbare ruimte op daken benut. MKB en wellicht ook woningbouwcorporaties kunnen met een gedifferentieerde premie worden bediend indien nodig. Doordat de variant niet gemaximeerd is op het eigen verbruik blijft het voor kleinverbruikers rendabel om energiebesparende maatregelen te nemen. Een goede overgangsregeling is relatief eenvoudig te realiseren door de invoedpremie initieel exact te laten aansluiten op de huidige hoogte van stimulering en vervolgens pas later langzaam aan te passen in de hoogte indien nodig. Biedt een prikkel om een digitale meter aan te schaffen omdat invoeding apart gemeten dient te worden. Is moeilijker uit te leggen dan de huidige salderingsregeling. Verlaagt niet de investeringsdrempel voor diegenen zonder (voldoende) eigen vermogen. Kan een prikkel geven aan kleinverbruikers om hun Ferrarismeter te willen behouden en geen slimme of digitale meter te accepteren. Een invoedpremie biedt geen prikkel voor het reduceren van het elektriciteitsverbruik. Salderen zorgt ervoor dat gevoeld wordt alsof men zelfvoorzienend is en dat zou met een invoedpremie verloren kunnen gaan (men levert dan zijn groene energie aan de leverancier en de eigen meter draait niet langer terug naar nul ). Er kan jaarlijks discussie ontstaan over de hoogte en over de berekening van de premie zoals bij de SDE+ nu ook. Het is voor kleinverbruikers lastig om het aandeel vermeden (eigen) verbruik en teruglevering te berekenen. Dit leidt tot onzekerheid over de business case. Een invoedpremie gebaseerd op een terugverdientijd van 7 jaar voor een consument met een eigen woning maakt zon-pv niet meer aantrekkelijk voor gestapelde bouw/huursector. Ongewenste effect als grootverbruikers vanwege een aantrekkelijke invoedpremie kiezen voor meerdere kleinverbruikeraansluitingen in plaats van één grootverbruikaansluiting. Huurders met EPV op de woning gaan erop achteruit. Voor het verlagen van de investeringsdrempel is flankerend beleid nodig voor bijv. lease/huur/esco constructies. Hoe wordt het onderscheid gemaakt tussen invoeding van zon-pv en andere teruglevering door bijv. het ontladen van een elektrische auto? Er dient gekeken te worden naar de samenhang van een invoedpremie en de postcoderoos regeling en EIA. De relatie met groene certificaten van energieleveranciers moet worden bezien. De vraag is of er sprake zal zijn van sjoemelstroom wanneer energieleveranciers de groene stroom van hun klanten (of de certificaten daarvoor) weer door mogen verkopen aan derden. Er is mogelijk een meer aantrekkelijke terugverdientijd dan 7 jaar nodig. Het wordt naar verwachting namelijk steeds moeilijker om potentiële investeerders te verleiden te investeren in zon PV. Vanuit het oogpunt van communicatie kan het beter zijn om het woord vergoeding te gebruiken i.p.v. premie. Naast zekerheid over de hoogte van de premie is ook zekerheid over de looptijd van de regeling van belang. Voor de koopsector is een terugverdientijd van 7 jaar en 7 jaar zekerheid vooruit voldoende, maar voor de huursector dient dit de zekerheid langer te zijn, bijv. 15 jaar. Het is belangrijk om de beoogde terugverdientijd en de periode waarvoor de premie vooraf bekend is even lang te maken. Het kan nodig blijken om de invoedpremie op verschillende hoogtes vast te stellen afhankelijk van de doelgroep omdat deze verschillende business cases hebben. 4

Variant D: Investeringssubsidie Voordelen Nadelen Randvoorwaarden Eenvoudig en begrijpelijk systeem. Biedt investeringszekerheid aan de voorkant bij de aanschaf van de installatie aangezien het hele bedrag in één keer wordt uitgekeerd. Verkleint de investeringsdrempel en dit maakt deze variant aantrekkelijk voor mensen met minder eigen middelen. Leidt tot een besparing op de financieringskosten voor o.a. gemeenten. Voor het MKB is een investeringssubsidie aantrekkelijker dan de huidige salderingsregeling omdat het voordeel van salderen in de hogere schijven van de energiebelasting kleiner wordt. Heeft geen directe invloed op de energiemarkt. Hierdoor wordt de markt voor smart charging minder verstoord. Er ontstaat dan ook eerder een markt voor producten/diensten die het eigen verbruik van zonne-energie verhogen (en dus ook de netten minder belasten). Wijzigen van bestaand beleid is slecht voor acceptatie/draagvlak. Kan leiden tot een verstoring in de markt van zonnepanelen door stop-en-go gedrag indien er sprake is van beperkte subsidiebudgetten per jaar. Subsidie voor bestaande gevallen is qua uitvoerbaarheid lastig. Een overgangsregeling wordt waarschijnlijk zeer complex. Het doorberekenen van het voordeel voor huurders, lease en duurzaamheidsleningen is meer complex dan bij salderen. Een investeringssubsidie is meer fraudegevoelig. De noodzakelijke handhaving kan leiden tot hoge uitvoeringskosten. Er bestaat onzekerheid over het teruglevertarief en daarmee over het terugverdienen van de investering. Bij salderen is een investering van 50% door de huurder haalbaar. Omdat de energierekening van de huurder minder daalt in deze variant, zal de huurder minder bereid zijn mee te investeren. De belangrijkste randvoorwaarde voor een investeringssubsidie is een duidelijke en zekere terugverdientijd, bijvoorbeeld gelijk met die van de huidige salderingsregeling. Houdt bij de vormgeving rekening met de behoeften van verschillende sectoren: consumenten, woningcorporaties, MKB, scholen, etc. Voorkeur voor een open einde regeling en het subsidiebedrag enkele jaren vooruit vast te leggen, o.a. om marktverstorend anticipatiegedrag te voorkomen. Voor woningbouwcorporaties minstens 5 jaar vooruit i.v.m. de realisatietermijn van een project. Een aanpassing van de subsidiebedragen per kwartaal in kleinere stappen voorkomt stop-en-go gedrag. De hoogte van de subsidie en omvang van het subsidiebudget moeten in samenspraak met de markt/sector vastgesteld worden. Om fraude te voorkomen zijn kwaliteitseisen aan het systeem, een beperkte realisatietermijn (bijv. 6 maanden) en een check op realisatie noodzakelijk. Om fraude te voorkomen moet de uitkering van de subsidie worden gekoppeld aan de EAN-code en altijd in combinatie gaan met een digitale meter. Richt flankerend beleid in voor opslag/flexibiliteit omdat de terugverdientijd van de investeringssubsidie wordt beïnvloed door het vergroten van het eigen verbruik en opslag nog niet voldoende rendabel is. Administratieve eenvoud is van belang. Zorg voor een goede overgangsregeling, ook voor kleinverbruikers die voor de invoering van de investeringssubsidie hebben geïnvesteerd. En communiceer hierover. De samenloop met de EIA is een aandachtspunt. 5