Inleveropdracht 1: Morfologie & Syntaxis Inleiding Taalkunde 2013 Lever de uitwerking van deze opgaves op papier in tijdens college of in het cursuspostvak op Trans 10, kamer 0.16b (dat is de kamer direct na de portier, aan de rechterkant). Je kunt je inleveropdracht niet digitaal inleveren. Samen huiswerk maken mag, maar je moet wel je *eigen* uitwerking inleveren. De deadline voor het inleveren is donderdag 16 mei, 17:00. 1. 1 punt Geef van alle woorden in de volgende zin aan uit welke morfemen ze bestaan, door een streepje tussen de morfemen te plaatsen. Geef bij elk streepje aan of er sprake is van samenstelling (compounding), afleiding (derivation), of inflectie, en motiveer je antwoord kort. Studenten slapen langer dan topsporters. Student-en slap-en lang-er dan top-sport -er -s Inflectie inflectie inflectie samenstelling afleiding inflectie Student-en Stam student, met meervoudsuffix en; grammaticaal relevant vanwege congruentie met het werkwoord; de woordsoort verandert niet Slap-en Stam slaap, met vervoegingssuffix -en (3 e persoon meervoud, tt); grammaticaal relevant vanwege congruentie met het onderwerp; de woordsoort verandert niet Schijnbaar Stam schijn, suffix -baar; woordsoort verandert van V -> A Lang-er Stam lang, suffix voor overtreffende trap er, de woordsoort verandert niet Top-sport Samenstelling van twee inhoudswoorden, het rechter woord is het hoofd (betekenis: topsport is een bepaald soort sport) Topsport-er Stam topsport, suffix er; niet grammaticaal relevant Top-sporter-s Stam topsporter, met meervoudsuffix s; woordsoort verandert niet 2. 1,5 punt a. Geef van de volgende woorden telkens aan of er sprake is van samenstelling (compounding) en/of afleiding (derivation). (1) Vakantiedrukte samenstelling (& afleiding als je druk-te opsplitst) (2) Gastvrijheid samenstelling & afleiding (3) Moederschap afleiding (4) Leefbaarheid afleiding & afleiding (5) Sneltrein samenstelling (6) Oneerlijkheid afleiding & afleiding (& afleiding als je eer-lijk opsplitst) b. Teken van ieder woord een boom die de morfologische structuur aangeeft die het beste past (zie voorbeelden tafeltjes en ongelukkiger in het hoorcollege over morfologie). (1) (2) (3) 1
(4) (5) (6) c. Geef de woordsoort van de vrije morfemen. vakantie N drukte N of druk A gast N vrij A moeder N leef V snel A trein V eerlijk A of eer N 3. 1 punt Leg in max. 100 woorden uit waarom het moeilijk is om onderstaande woorden op te vatten als samenstellingen. Kletskous Pestkop Brulaap In Nederlandse samenstellingen zit een bepaalde systematiek, waardoor we de betekenis van woorden kunnen voorspellen: Het linkerdeel van een samenstelling geeft normaliter een nadere bepaling van de categorie die wordt uitgedrukt door het rechterdeel. In dit geval gaat dat niet op, een kletskous is geen soort kous, een pestkop is geen soort kop en een brulaap is geen soort aap. In plaats daarvan hebben deze woorden als geheel een totaal nieuwe, figuurlijke betekenis gekregen. 4. 2 punten a. Maak een FSA met 4 toestanden (q0, q1, q2 en q3), vergelijkbaar met het derivatiemodel uit het hoorcollege over morfologie. Je FSA dient in ieder geval de volgende woorden te herkennen. Klein Verklein Verkleining Groot Grootheid ver, A-stam -ing, -heid q 0 q 1 q 2 q 3 Let op: dit is de meest voor de hand liggende FSA, maar er zijn andere antwoorden mogelijk. 2
b. Noem alle extra woorden die je FSA herkent. Vergroot, kleinheid, kleining, grooting, vergrooting, verkleinheid, vergrootheid. Let op: dit antwoord is afhankelijk van het antwoord op vraag 4a. 5. 3 punten Bekijk de volgende contextvrije grammatica (CFG), met startsymbool S. S DP VP DP DET NP NP N A NP VP V V DP V roept DET de A grote trage N man a. Geef een zin van precies 4 woorden die deze CFG produceert. De grote man roept, of; De trage man roept b. Geef een zin van precies 5 woorden die deze CFG produceert. Bijvoorbeeld: De man roept de man, of; De grote trage man roept, of c. Geef een zin van precies 6 woorden die deze CFG produceert. Bijvoorbeeld: De trage man roept de man, of; De man roept de grote man, of; De grote grote grote man roept d. Geef een zin van precies 7 woorden die deze CFG produceert. Bijvoorbeeld: De trage grote man roept de man, of; De grote man roept de trage man, of; De grote grote grote grote man roept e. Geef een zin van precies 8 woorden die deze CFG produceert. Bijvoorbeeld: De trage grote man roept de grote man, of; De trage trage man roept de grote man, of; De grote grote grote grote grote man roept 3
f. Teken boomstructuren voor deze vijf zinnen. Een aantal voorbeelden (ook hier zijn uiteraard verschillende antwoorden mogelijk): a. De grote man roept b. De man roept de man c. De trage man roept de man d. De trage grote man roept de man 4
e. De trage grote man roept de grote man 6. 1,5 punt a. Maak een lijst van alle VPs uit de volgende Engelse zinnen. (1) All runners arrived on time. (2) The students that participated yesterday, received a lovely prize this morning. (3) This organizer gave John the biggest prize. Arrived on time, received a lovely prize this morning, gave John the biggest prize b. Geef voor elk woord in zin 3 zijn woordsoort. This: D, organizer: N, gave: V, John: N, the: D, biggest: A, prize: N. c. Leg uit waarom de onderstreepte woorden geen constituenten vormen. Time hoort bij de PP on time. Deze kun je wel in zijn geheel verplaatsen naar voren in de zin: On time, all runners arrived, maar niet in delen. Ook kun je de gehele PP vervangen door bijvoorbeeld yesterday, maar niet een deel ervan. Lovely hoort bij de NP a lovely prize. Deze kun je wel in zijn geheel verplaatsen naar voren in de zin: A lovely prize, received the students that participated yesterday maar niet in delen. Ook kun je de gehele NP vervangen door it, maar niet een deel ervan. Biggest prize hoort bij de NP the biggest prize. Deze kun je wel in zijn geheel verplaatsen naar voren in de zin: The biggest prize, this organizer gave to John maar niet in delen. Ook kun je de gehele NP vervangen door it, maar niet een deel ervan. 5