::~a/r t~ I PeBQ f provinsj e fryslan provincie fryslan ~ 8900 hm leeuwarden snekertrekweg telefoon: (058) 292 59 25 Het College van burgemeester en telefaro (058) 292 51 25 wethouders van www. fryslan. nl de gemeente e-mail:provincie@fryslan.nl Achtkarspelen T.a.v. de heer H. Westerhof Postbus 2 9285 ZV BUITENPOST M i ~ W Leeuwarden, 2 februari 2010 Verzonden, ~4 FEB. gro Ons kenmerk : 008729664 Afdeling : Omgevingsvergunningen en Toezicht Behandeld door Uw kenmerk : Cornelis Aart Meijles / (058) 292 54 08 of c.a.meijles@fryslan. nl : 09-1232 Bijlage(n) Onderwerp : beschikking Wet milieubeheer veranderingsvergunning milieuterrein Lutkepost te Buitenpost -1/9- Ons kenmerk: 00861687
provinsje fryslan provincie fryslan ~ M A.4. Bestemmin s lan/milieubeschermin s ebied. Uw inrichting is gelegen op een voormalige stortplaats welke deel uitmaakt van het bestemmingsplan Buitengebied dat op 20 november 1992 door ons is goedgekeurd. In de directe omgeving van uw inrichting zijn geen milieubeschermingsgebieden. A.5. Huidi ever unnin situatie. In de onderliggende vergunning van 12 april 2005, kenmerk 595013, zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot de aspecten landschap en ecologie, energie, lozing water, bodem, lucht, geluid en trillingen, externe veiligheid, grondstoffen/afvalstoffen/preventie van afvalstoffen en milieuzorg. Deze voorschriften gelden ook voor de nu aangevraagde verandering, voor zover zij de zojuist genoemde aspecten betreffen. De strekking van de a~ voorschriften en de aard van de verandering verzetten zich niet daartegen. A.6. Relatie met de Wet verontreini in o ervlaktewateren Wvo. Omdat de lozingssituatie van uw inrichting is gewijzigd, heeft u een meldingsformulier als O bedoeld in Artikel 8.19van de Wet milieubeheer naar Wetterskip Fryslan gestuurd. Deze melding is bij de aanvraag gevoegd als bijlage 6. A.7. Relatie met de bouwver unnin. Voor de opslag van veegvuil in een vloeistofdichte veegvuilbunker heeft u een aanvraag ingediend om een bouwvergunning; deze is als bijlage 5 bij de aanvraag gevoegd. Omdat u tevens een bouwvergunning nodig hebt, zijn de coordinatieregels uit de Woningwet en de Wet milieubeheer van toepassing. Hiermee wordt eveneens een inhoudelijke afstemming bevorderd. Krachtens artikel 8.5, tweede lid, van de Wet milieubeheer hebt u een afschrift van de aanvraag om een bouwvergunning overgelegd. In dit verband merken wij op dat de Wm-vergunning niet eerder in werking treedt dan nadat de bouwvergunning is verleend. Dit betekent dat u vooralsnog de activiteiten waarvoor u deze vergunning hebt gevraagd nog niet kunt uitoefenen, maar pas op het moment waarop de bouwvergunning is verleend. Wij wijzen u nog wel op het bepaalde in artikel 8.18van de Wet milieubeheer. Dat artikel bepaalt dat indien een inrichting niet binnen drie jaar nadat de vergunning onherroepelijk is geworden, is voltooid en in werking gebracht de vergunning vervalt. Gelet op de jurisprudentie valt voor de toepassing van dit artikel onder het voltooien en in werking brengen van de inrichting ook een uitbreiding of wijziging van een bestaande inrichting. In concreto kan dat dus inhouden dat de veranderingsvergunning van rechtswege vervalt als na drie jaar na het onherroepelijk worden van deze veranderingsvergunning de benodigde bouwwerken waarvoor een bouwvergunning is vereist nog niet zijn voltooid. A.8. Procedure. Wij hebben een exemplaar van de aanvraag en van de ontwerpbeschikking verzonden aan de wettelijke adviseurs en andere bestuursorganen die betrokken moeten worden bij de totstandkoming van de beschikking op de aanvraag. Wij hebben met betrekking tot de aanvraag en de ontwerpbeschikking, die wij overeenkomstig de bepalingen van de Wet milieubeheer van 21 december 2009 tot en met 1 februari 2010 ter inzage hebben gelegd, geen adviezen of zienswijzen ontvangen. -3/9- Ons kenmerk: 00872966
B. OVERWEGINGEN: provinsj e fryslan provincie fryslan g, rj3 Wij zijn op basis van artikel 8.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer juncto categorie 28.4 van Bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer bevoegd op de aanvraag te beslissen. B.2. Beoordelin ontvankeli'kheid. De aanvraag voldoet aan de vereisten bij en krachtens de Wet milieubeheer, zodat de aanvraag ontvankelijk is. B.3. Inhoudeli ke beoordelin. ~ W Overwe in en ten aanzien van het wi zi en van uw inrichtin Bij onze beoordeling dient het bepaalde in de artikelen 8.8 en 8.9 van de Wet milieubeheer in acht te worden genomen. Artikel 8.8 bevat criteria waaraan de aanvraag getoetst moet worden. Artikel 8.9 vermeldt dat bij de beslissing op de aanvraag ervoor gezorgd moet worden dat er geen strijd ontstaat met de in dit artikel genoemde wettelijke regels die met betrekking tot uw inrichting gelden. Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer in werking getreden. Dit Besluit is ook wel bekend als het "Activiteitenbesluit". Uw inrichting valt onder categorie II (het opslaan van meer dan 35 kubieke meter van buiten de inrichting afkomstige afvalstoffen niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen) van bijlage 1 van het Activiteitenbesluit. De inrichting is daarmee een zogenaamde type C-inrichting. Voor een aantal activiteiten geldt dat voorschriften uit het Activiteitenbesluit (en bijbehorende ministeriele regeling) rechtstreeks van toepassing zijn. Voor uw inrichting heeft dit betrekking op de volgende aspecten: ~ het lozen van huishoudelijk afvalwater; ~ het lozen van hemelwater dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening. Door de directe werking van het Activiteitenbesluit zijn voor deze aspecten geen voorschriften in deze beschikking opgenomen. Onder "B.4 De milieuaspecten en de toegepaste technieken" is voor betreffende activiteiten aangegeven welke bepalingen uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. De veranderingsvergunning wordt gevraagd in verband met de volgende wijzigingen. 1. Het plaatsen en gebruiken van de deksels op containers voor huisvuil, geimpregneerd hout en dakleer. Door genoemde voorziening wordt voorkomen dat hemelwater vanaf de containeropstelplaats door genoemde afvalstoffen wordt verontreinigd en het oppervlaktewater wordt vervuild. Verzocht wordt om voorschrift 3.2.3bij de vigerende vergunning in te trekken; 2. Het verkleinen van de oppervlakte van het terrein waarop afval wordt gecomposteerd; 3. Het plaatsen van een veegvuilbunker en het buiten gebruik stellen van een ontwateringscontainer voor veegvuil; 4. Het wijzigen van de lozingssituatie. -4/9- Ons kenmerk: 00872966
provinsje fryslan CQ provincie fryslan g M Ad 1) Ter plaatse van de opslag van respectievelijk huisvuil, dakleer en geimpregneerd hout in containers, is in de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor het terrein Lutkepost van 12 april 2005, kenmerk 595013, een vloeistofdichte vloer voorgeschreven. Deze voorziening dient overeenkomstig de CUR/PBV-44 te zijn goedgekeurd. In deze aanvraag heeft u aangegeven, dat de containers met huisvuil, geimpregneerd hout en dakleer worden voorzien van een afsluitbaar deksel. Een aangepast Bodemrisicodocument Gemeentelijk milieuterrein abuitenposte is bij de aanvraag toegevoegd als bijlage 1. Voorschrift 3.2.3(keuring vloeistofdichte vloer overeenkomstig CUR/PBV aanbeveling 44) wordt door ons ingetrokken en vervangen door voorschrift B.2 behorende bij deze vergunning. Op het lozen van hemelwater dat niet afkomstig is van en ~ bodembeschermende voorziening is het Activiteitenbesluit van toepassing (zie onder B.4 M 'De milieuaspecten en de toegepaste technieken'). Daarom zijn hiervoor geen voorschriften in deze vergunning opgenomen. Ad 2) Het gedeelte van het terrein waarop binnen uw inrichting afval wordt gecomposteerd is voorzien van een vloeistofdichte vloer. Deze vloer is op 2 september 2008 goedgekeurd overeenkomstig de CUR/PBV-aanbeveling 44. Dit vloeistofdichte gedeelte van de vloer is aangegeven op de tekening in bijlage 3 van de vergunningaanvraag. Wij hebben de situatie beoordeeld en stemmen in met de gevraagde verkleining van het oppervlak waar voortaan composteeractiviteiten plaatsvinden. Voorschrift 3.2.3(keuring vloeistofdichte vloer overeenkomstig CUR/PBV aanbeveling 44) wordt door ons ingetrokken en vervangen door voorschrift B.2 behorende bij deze vergunning. Per 1 oktober 2008 is de eis om een PBV-verklaring vloeistofdichte voorziening komen te vervallen door een wijziging van de ministeriele regeling bij het Activiteitenbesluit. Om deze reden hebben wij voorschrift 3.2.2 in de onderliggende vergunning van 12 april 2005, kenmerk 595013 ingetrokken, waarin een PBV-verklaring vloeistofdichte voorzieningen wordt geeist. Wel dient een vloeistofdichte voorziening geinspecteerd en goedgekeurd te zijn/worden conform de CUR/PBV-aanbeveling 44. In de praktijk betekent dit dat voor de vloeistofdichte vloer op de composteringslocatie minimaal een keuringsrapport op basis van de CUR/PBV-aanbeveling 44 aanwezig dient te zijn en dat de voorziening geen gebreken mag vertonen. Ad 3) Ten behoeve van de opslag van veegvuil en kolkslib heeft u een bouwaanvraag ingediend voor een vloeistofdichte bunker. De opstelplaats van de bunker is aangegeven op de tekening in bijlage 3 van de aanvraag. Een kopie van de aanvraag om een bouwvergunning voor de bunker is bij de aanvraag toegevoegd als bijlage 5. Voor het beoordelen van de aanvraag voor een vloeistofdichte veegvuilbunker hanteren wij de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB) als het primaire toetsingskader voor de beoordeling van bodembedreigende activiteiten. Bij de toetsing van de activiteiten aan de NRB is het van belang welke activiteiten als potentieel bodembedreigend moeten worden beschouwd. De activiteiten in de aanvraag dienen getoetst te worden aan de NRB. Daarbij is als uitgangspunt genomen (verwoord in het nationale bodembeleid) dat er bij bedrijfsmatige bodembedreigende activiteiten door het aanleggen van voorzieningen en het treffen van maatregelen een verwaarloosbaar risico (bodemrisicocategorie A) moet worden behaald. Ten aanzien van de veegvuilbunker en de daarbij behorende bedrijfsriolering alsmede de lozingen daarop hebben wij voorschrift 3.2.1 van de vigerende vergunning ingetrokken en vervangen door voorschrift B.1.Verder hebben wij voorschrift 3.2.3van de vigerende o -5/9- Ons kenmerk: 00872966
provinsje fryslan provincie fryslan ~ rj) vergunning ingetrokken en vervangen door voorschrift B.2. Deze voorschriften hebben respectievelijk betrekking op de eis dat deze voorzieningen dienen te voldoen aan bodemcategorie A van de NRB en zijn goedgekeurd overeenkomstig de CUPJPBVaanbeveling 44. Ad 4) Ten gevolge van bovengenoemde wijzigingen in de bedrijfsvoering van het terrein Lutkepost is de lozingssituatie van de inrichting gewijzigd. Per 25 september 2009 is gestopt met het afwateren van de container voor veegvuil en kolkslib. Verder wordt het percolaatwater van de groencompostering per juni 2008 niet meer per as afgevoerd maar op het gemeentelijk riool geloosd via een persleiding. U heeft op 29 september 2009 in verband met genoemde wijzigingen een melding ingevolge artikel 8.19van de Wet milieubeheer bij Wetterskip Fryslan ingediend. De gewijzigde lozingssituatie heeft geen gevolgen voor de vigerende Wm vergunning. B.4. Bestaande toestand van het milieu. Uw inrichting is gelegen op een voormalige stortplaats. Deze stortplaats is opgenomen in het project Nazorg voormalige stortplaatsen (NAVOS). In het kader van dit project wordt de stortplaats periodiek bemonsterd en worden de gedragingen van de aanwezige stoffen gevolgd. In de directe nabijheid van de inrichting zijn onder meer verspreid liggende agrarische bedrijven en woningen gelegen. Er zijn ons voor het betreffende gebied geen ontwikkelingen bekend die bij de afweging van onze beschikking van belang zijn. B.6. De milieuas ecten en de toe e aste technieken. Bij de beoordeling van de aanvraag zullen wij de navolgende aspecten moeten betrekken of ermee rekening moeten houden: Binnen uw inrichting vinden de volgende activiteiten plaats: het lozen van hemelwater dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening en het lozen van huishoudelijk afvalwater. Voor deze activiteiten gelden de volgende eisen uit het Activiteitenbesluit en de daarbij behorende ministeriele regeling: ~ het lozen van hemelwater dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening: g 3.1.3van het Besluit; ~ het lozen van huishoudelijk afvalwater: g 3.1.4van het Besluit; ~ van het Besluit: g 6.1 betreffende algemeen overgangsrecht, g 6.7 met betrekking tot overgangsrecht voor afvloeiend hemelwater en g 6.8 met betrekking tot overgangsrecht voor het lozen van huishoudelijk afvalwater; ~ hoofdstuk 1, afdelingen 2.1, 2.2, 2.4 en 2.5 van het Besluit, voor zover die betrekking hebben op bovengenoemde activiteiten. De vergunningaanvraag geldt als de op grond van het Activiteitenbesluit benodigde melding voor deze activiteit. -6/9- Ons kenmerk: 00872966
e C. OVERIGE ASPECTEN: provinsje rryslan provincie fryslan g, M Termi'n waarvoor de ver unnin wordt verleend/datum in werkin treden van de De vergunning treedt in werking op de dag nadat de beroepstermijn is afgelopen, tenzij er binnen de beroepstermijn een verzoek is gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. In dat geval treedt de vergunning in werking op het moment dat door de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op dat verzoek is beslist. Wanneer echter binnen de hiervoor genoemde termijnen nog geen bouwvergunning is verleend, treedt de vergunning in werking op de dag waarop de bouwvergunning wordt verleend. ~ M De onderliggende vergunning, kenmerk 595013, van 12 april 2005 is verleend voor de ~ duur van 10 jaar, tot 24 mei 2015. Omdat de activiteiten genoemd in de veranderingsvergunning slechts kunnen plaatsvinden zo lang de onderliggende O vergunning nog geldig is, zal de termijn van de veranderingsvergunning moeten worden afgestemd op die van de onderliggende vergunning. Daarom hebben wij bepaald dat deze vergunning verleend zal worden tot 24 mei 2015. D. BESLUIT: Gelet op het voorgaande, de bepalingen in de Wet milieubeheer, alsmede afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en het Mandaatstatuut provincie Fryslan, hebben wij besloten: I. aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Achtkarspelen de gevraagde vergunning te verlenen als bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, onder b en c, van de Wet milieubeheer voor het veranderen van het gemeentelijk afvaloverlaad- en brengstation ten behoeve van afval afkomstig van particulieren, compostering van groenafval en opslag van veegvuil en kolkenslib op het perceel, kadastraal bekend gemeente Drogeham, sectie B, nummers 141 (deels), 978, 1789, 2200 en 2211, plaatselijk bekend Lutkepost 18a te Buitenpost tot 24 mei 2015, overeenkomstig de gegevens vervat in de van de vergunning deel uitmakende aanvraag en met inachtneming van de in hoofdstuk E opgenomen voorschriften; II. het voorschrift 3.2.1 van de vergunning van 12 april 2005, kenmerk 59013 in te trekken en te vervangen door voorschrift B.1 in deze vergunning; III. het voorschrift 3.2.2 van de vergunning van 12 april 2005, kenmerk 595013 in te trekken; IV. het voorschrift 3.2.3van de vergunning van 12 april 2005, kenmerk trekken en te vervangen door voorschrift B.2 in deze vergunning. 595013, in te Namen het College van Gedeputeerde Staten, V. N.G. Kistemaker Clusterleider Omgevingsvergunningen en Toezicht -7/9- Ons kenmerk: 00872966
l provins j e fryslan provincie fryslan g E. VOORSCHRIFTEN Voorschriften behorende bij de beschikking van Gedeputeerde Staten van 2 februari 2010, kenmerk 872966 ~~ Naam inrichting : Milieuterrein Lutkepost Adres : Lutkepost 18a Plaats : Buitenpost -8/9- Ons kenmerk: 00872966
provinsje fryslsn provincie fryslan g, ALGEMEEN A.1 Buiten de openingstijden van de inrichting moeten containers voor huisvuil, geimpregneerd hout en dakleer zodanig zijn afgedekt, dat hemelwater niet in contact kan komen met het afval dat zich in de containers bevindt. A.2 Volle/gevulde containers met huisvuil, geimpregneerd hout en dakleer mogen voor maximaal 3 etmalen (72 uur) binnen de afrastering van de inrichting worden gestald, mits deze doeltreffend zijn afgedekt, zodat hemelwater niet in contact kan komen met het afval dat zich in de containers bevindt. A.3 Deksels dienen te allen tijde op de containers voor huisvuil, geimpregneerd hout en dakleer te zijn geplaatst, ook bij droog weer. Alleen bij het wisselen van containers mag een deksel tijdelijk worden afgezet en overgeplaatst naar een nieuwe container. BODEMBESCHERMING 8.1 De gedeelten van de inrichting, zoals aangegeven in het Bodemrisicodocument (aanvraag bijlage 1), waar ten gevolge van de bedrijfsvoering bodembedreigende (vloei)stoffen op of in de bodem kunnen komen, moeten zijn voorzien van bodembeschermende voorzieningen. Elke bodembeschermende voorziening moet, in combinatie met aanvullende maatregelen, voldoen aan bodemrisicocategorie A, zoals gedefinieerd in de NRB. De composteringslocatie, de veegvuilbunker en de bijbehorende riolering (aanvraag bijlage 3) moeten vloeistofdicht zijn uitgevoerd. 8.2 Bestaande vloeistofdichte voorzieningen, de vloer op de composteringslocatie, de veegvuilbunker en de bedrijfsriolering dienen op vloeistofdichtheid te worden gekeurd, overeenkomstig CUR/PBV-aanbeveling 44. De nog te realiseren veegvuilbunker en de bijbehorende riolering dienen binnen een half jaar na het in gebruik nemen daarvan te zijn goedgekeurd. Keuringsbewijzen dienen te worden bewaard in het milieulogboek. -9/9- Ons kenmerk: 00872966
provinsje fryslan provincie fryslan ~ M GEMEENTE ACHTKARSPELEN Kennisgeving beschikking Wet milieubeheer Gedeputeerde Staten hebben aan burgemeester en wethouders van de gemeente Achtkarspelen een vergunning verleend. De vergunning heeft betrekking op het veranderen van het gemeentelijk afvaloverlaad- en brengstation ten behoeve van afval afkomstig van particulieren, compostering van groenafval en opslag van veegvuil en kolkenslib op het terrein Lutkepost 18 a te Buitenpost. De vergunning is ongewijzigd ten opzichte van de ontwerp-vergunning. De stukken liggen van 8 februari t/m 22 maart 2010 ter inzage in het: provinsjehqs, elke werkdag van 9.00 tot 16.00 uur (graag vooraf contact opnemen). gemeentehuis te Buitenpost, elke werkdag van 9.00 tot 12.00 uur, buiten werkuren, tel. 0511-548111. Tegen het besluit kan van 9 februari t/m 22 maart 2010 beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-gravenhage door: belanghebbenden die zienswijzen naar voren hebben gebracht over de ontwerpbeschikking; belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht over de ontwerp-beschikking. Het beroepschrift bevat ten minste: naam, adres en handtekening van de indiener; dagtekening; omschrijving van het bestreden besluit; gronden van het beroep. Gedurende de beroepstermijn kan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. De indiener van het verzoekschrift moet daarbij een kopie van het beroepschrift meesturen. Voor inlichtingen en inzage van de stukken neemt u contact met de heer C.A. Meijles, afdeling Omgevingsvergunningen 8 Toezicht, tel. 058 292 54 08. T.a.v. Lift Marketing communicatie bv: te plaatsen in de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad, zaterdag 6 februari 2010