07 Simon, de tovenaar

Vergelijkbare documenten
Hé, man Goedemorgen. Ja, goedemorgen. Ik hoorde jullie praten, met al dat broeder en zuster gedoe. Hou op,

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02


Er vaart een boot op het grote meer

De verdwenen pakjes. Maarten Stevens

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE?

Stan. Geschreven door. Eline Willemse. Illustraties van. Dick Rink

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Medley 4: Liefdes medley

Sam en de Wonderolie Museum Catharijneconvent 2016

Handelingen 16,25-34 Vertel het door

Toneelstukjes. Bijbelverhalen.nl

Jan Klaassen en de gestolen ring. Koning, Prinses, Jan Klaassen, Katrijn, Boef, Agent, Buurvrouw.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Het is druk op het schoolplein. Overal zie je kinderen die aan het knikkeren zijn. Joost heeft een grote zware knikkerzak. Hij roept: 'Ik heb de

Handelingen 16, Vertel het door

Gezond thema: DE HUISARTS

Dit is een Vertel-spel Vertel-spel spelen Het Verhaal Te Moeilijk?

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo

We spelen in het huis van mijn mama deze keer,

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Verliefd zijn is dat je iemand meer dan aardig vindt, eigenlijk véél meer dan aardig.

De koning nodigt je uit

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij!

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

Preek over Johannes 6,1-15; (themadienst Kerk&School): Brood uit de hemel!

Ik ben de voet, en ik loop heel goed.

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Voor onze broers en zussen met een verstandelijke beperking.

Gemeente van onze Heer Jezus ChristusGemeente van onze Heer Jezus Christus!

De gestolen Juwelen. maarten stevens

Het is herfst in de poppenkast. door Nellie de Kok

Copyright Beertje Anders

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

Script voor poppenkast / toneelstuk over Kerst

Februari, de maand van Valentijnsdag. Daarom deze maand een lief bericht van de leerlingen van groep 6

Kabouters bestaan écht wel

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Verslag Nederlands Bloemlezing

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal

De gebroeders Leeuwenhart

Kerk op Schoot met toelichting

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

H E T V E R L O R E N G E L D

Heer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga

Voorwoord. Veel leesplezier! Liefs, Rhijja

Het koninkrijk van God vlakbij

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

4 Heer, u hebt aan de mensen uw regels gegeven. Zo weet ik wat ik moet doen. 5 Ik wil leven volgens uw wetten, en dat volhouden, elke dag weer.

1 Samuel 24 Ik krijg je nog wel Of zou jij het anders doen?

DE SPROOKJESPARADE. Rolverdeling:

KLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer

De zak. van. Sinterklaas. Maarten Stevens

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Pannenkoeken met stroop

HOE BOER JAN AAN ZIJN ACHTERNAAM KWAM.

Sint ruimt op

De pianomannen We waren naar de Tiliander in Oisterwijk geweest. We hadden daar een voorstelling gezien van 2 pianomannen. We moesten best lang

Zingen: Ps. 98:1,4: Zingt nu een nieuw lied voor de HERE. Zingen: Gez. 77:1-5: Een engel zegt Maria aan

De kleine draak vindt het drakenland Iris Kater. Vandaag wil ik jullie iets vertellen over een kleine draak.

Een leerling van Jezus vertelt ('walking sermon' langs kunstwerken)

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Krent. kerstmis kan een mens tot inkeer brengen. Door Ron Jansen

Een varende stad. Celien maakt overal foto s van. Binnen en buiten. Ze is zo druk aan het fotograferen, dat ze haar verdriet vergeet.

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Lees : Mattheüs 25:14-30

O help, straks herkent ze mij. Ik draai me snel om. Ze mag niet zien dat ik het ben. Ik doe net of ik iemand anders ben.

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

a. Laat ik die vraag ook maar eens stellen aan de mensen hier in de kerk:

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

6,3. Boekverslag door een scholier 2226 woorden 9 juni keer beoordeeld. Ulrike Bocquillon. Moedige Youki

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

41 tips Van Jezelf Houden

DE ONTDEKKING. (hetzelfde maar dan anders) HELEEN VERBURG

Welkom thuis! Gezinsdienst

De meester is een Vampier

Kerstviering 2009 Laat iedereen het horen. Groep 0, 1 en 2 CBS Shalom

7.5 Script en plaatjes post-test

1 Samuel 24 - Ik krijg je nog wel - Of zou jij het anders doen?

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

Vriendschap op de middelbare school. Een zoektocht naar echte vrienden

Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus!

Hoofdstuk 1: (Nep)ziek

Jip en Janneke - Kindermusical (Children musical)

BINNENSUIS Jehudi van Dijk

Kinderdienst 2 e 40 dagen tijd Kruispunt 12 maart 2017

2 spelers in de poppenkast. (het kan gespeeld woorden door 1 persoon) Speler 1: Katrijn en de koningin Speler 2: Jan Klaassen

De heks van het bos door Nellie de Kok. Samenvatting

Handelingen 12:1-19 Vervolgd? Jezus is het waard!

Wat heb je nodig? Korte inhoud

Groep 1, 2 Thema 1 De groep? Dat zijn wij! 1. Hallo, hier ben ik! Samen plezier maken en elkaar beter leren kennen.

Ruth 1 - God gaat altijd met je mee!

Transcriptie:

07 Simon, de tovenaar ---------------------------------------------------------------- Doel: Het Bijbelverhaal uit Handelingen 8. Leeftijd: 6-12 jaar. Poppen: Simon de tovenaar, Filippus, de evangelist, vrouw, meisje, Petrus. Attributen: drie doosjes, ketting, geldkist, spin, hamertje, bordje met de woorden: Simon de grootste tovenaar van de wereld. Decor: binnenhuis. ---------------------------------------------------------------- Simon: (timmert en zingt) Hallo, kinderen. Ik ben zo blij. Weten jullie waarom? Ik heb een goeie manier gevonden om veel geld te verdienen. Kijk, er zijn veel mensen met problemen, hè? Jullie weten toch wel wat problemen zijn? Weten jullie dat niet eens? Wat een suffers zijn jullie, zeg. NOU, problemen, dat zijn... eh problemen natuurlijk. Snap dat dan. Dat zijn mensen die ziek zijn en bang zijn enzo... Nou en aan die mensen ga ik mijn toverdingen verkopen, gemalen slangenkoppen enne... poeder van varkenskrulstaartjes en vleermuizeneieren. Dat zit allemaal in deze doosjes. En dan heb ik nog een doos, een heel grote. Kijk eens. Poeh! Groot hè? Dat is nou mijn schaatskist... eh... nee, m'n schepkist... nee, ook al niet... m'n schatkist. Weten jullie waar die voor is? Hè? Juist ja voor m'n geld. Want ik ga me toch een geld verdienen, zeg! Maar nou moet ik eerst even een bordje ophangen, hoor! (timmert) Kijk, hier staat het: "SIMON DE GROOTSTE TOVENAAR VAN DE WERELD." Nou opgelet! Ik ga m'n eerste patiënt binnenroepen (Belt met een belletje, vrouw komt op.) Vrouw: O, dag grote wondermeneer, die alles weet. Ik heb toch zo'n pijn in mijn rug. Simon: Jaha daar heb ik wel een middeltje tegen, mevrouw. (Tegen de kinderen:) Lekker centjes verdienen, haha! Gaat u hier maar even liggen. (Aait over de rug van de vrouw en zingt: Slaap, vrouwtje slaap. Mijn schatkist is een knaap. Daar stop ik al mijn centjes in. Dan word ik zo rijk als de koningin. Slaap mevrouwtje slaap...)

Vrouw: Au! Je doet me zeer. Simon: Ja, krijg een lik van een beer. Vrouw: Wat zegt u nou? Simon: O niks, ga maar lekker liggen. Is het al over? Vrouw: Eh! Ik geloof het wel. Simon: Mooi zo. Dat is dan vijftig gulden. Vrouw: Vijftig gulden? Wat duur zeg! Simon: Dat is helemaal niet duur. Wil je dan soms met rugpijn blijven lopen? Zeg het maar gauw, want dan sla ik het er wel weer even in, hoor! Vrouw: Nee, nee. Hier is je geld. Nou dag hoor, meneer Simon en nog bedankt. Simon: Dag mevrouw, je haar is blauw. Vrouw komt weer tevoorschijn: Hè? Simon: O, niks hoor! (Speel nog even heen en weer.) Simon: Zo zeg, gelletje, gelletje, gelletje. Dat stop ik gauw in mijn schatkist. En nou de volgende. (belt) Meisje: (huilt) O, ik heb zo'n verdriet. Simon: Wat zullen we nou hebben? Wat is er jongedame? Zeg het maar tegen oom Simon. Ik kan je wel helpen. (Tegen de kinderen:) Als ze tenminste geld bij zich heeft. Meisje: Ik ben zo verliefd. Simon: Verliefd? Wat is dat nou weer? Meisje: Nou, gewoon. U weet toch wel wat verliefd is? Simon: Nooit van gehoord. Doet het pijn? Meisje: Nee, het doet geen pijn. Het is juist fijn. Simon: O, dat rijmt nog ook. Maar waarom huil je dan? Meisje: Die jongen op wie ik verliefd ben, houdt niet van mij. Simon: Dan neem je toch gewoon een ander. Er zijn jongens genoeg, hè kind eren? Meisje: Nee, ik wil per se Claudius. Die is zo mooi. Hij heeft paars haar en een brilletje op. Hebt u niet een verliefdheidsmiddel? Simon: Hè? O dat? Ja hoor! Eens even kijken... muizenkeutels... eh... Meisje: O bah. Niet van die enge dingen, hoor! Simon: Ja, hier heb ik het. Deze ketting moet je altijd dragen. Daar worden punkers verliefd van. En het kost... laat eens kijken... veertig piek. Meisje: Veertig piek? U bent toch niet ziek? Hebt u niet wat anders? Iets goedkopers? Simon: Nee, alleen nog krokodillentanden, maar die heb je zelf ook. Meisje: Ik heb helemaal geen krokodillentanden. Nee, hè kinderen? Jij hebt zelf konijnentanden. Kijk maar in de spiegel.

Simon: Ik heb geen spiegel thuis. Die is gebarsten toen ik er de laatste keer in keek. Nou, koop je de ketting nog ja of nee? Meisje: Nou, vooruit dan maar. Ik hoop dat het werkt. Dag meneer Simon. Als we gaan trouwen stuur ik u wel een kaartje. Simon: Maar we gaan helemaal niet trouwen. Meisje: Nee, wij niet, maar mijn vriend en ik... Simon: O, zeg dat dan... Simon: (Als ze weg is:) Hoi, het werkt. Ik kan geld verdienen als water. Kijk eens kinderen. Ik word rijk, rijk, rijk en gelukkig tegelijk. Wacht eens. Ik ga een nog grotere schatkist kopen. Tot straks hoor. En als er soms klanten komen moet je maar zeggen dat ze even moeten wachten. (af) Filippus: (Komt op, neuriend: Blij blij, mijn hartje is zo blij.) Filippus: Mmmm? Wat is dat hier? Wat een eng sfeertje, zeg! Allemaal doosjes. Wat staat erop? Slangeneieren? Brr! De man die hier woont zal toch geen tovenaar zijn? Wat denken jullie, kinderen? Woont hier een tovenaar? Ja? Hoe heet die dan? Hè, Simon? O, staat dat op dat bord? Even lezen, hoor! Simon de grootste tovenaar van de wereld. Zo, wat een bedrieger. Alleen de Heer Jezus kan al je problemen oplossen. Wat zit er in die kist daar? Even kijken. Dat mag wel, hè? (Kinderen roepen hard nee!) Nee, Nou, ik doe het toch (Even heen en weer spelen.) O, een heleboel geld! Komt hij daar wel eerlijk aan? Volgens mij houdt hij de mensen voor de gek. Ja, dat heb ik wel eens eerder meegemaakt. Weet je wat? We zullen hem voor de gek houden. Als Simon aan zijn schatkist zit, gaan jullie hard zingen: "Je kunt het niet kopen voor je geld en niet ruilen voor je goed. Je kunt het niet winnen met een lot en niet verdienen met wat je doet. Maar niet verder zingen, hoor! Alleen maar dat eerste stukje. Afgesproken? O wacht, daar komt ie geloof ik aan. (Luistert even en kruipt dan weg.) Gauw maken dat ik wegkom. Simon: Hallo, kinderen, daar ben ik weer. Zijn er nog klanten geweest? Nee? O, gelukkig maar. Dan is er ook niemand aan m'n schatkist geweest. Even kijken of al het geld er nog in zit. (Kinderen beginnen te zingen.) Stop! Wat zingen jullie nou? Je kunt het niet kopen voor je geld? Wat kan ik dan niet kopen? Je kunt alles kopen, als je maar geld genoeg hebt. Geld is het leukste en het liefste wat er is. Ik zou

wel willen slapen in m'n geld, of willen rollen in m'n geld. Laat ik nog eens even tellen hoeveel ik heb. (Kinderen beginnen weer te zingen.) Nee, wacht even. Ik wil het weten. Wat kan ik dan niet kopen? Een ijskist misschien? Of een kunstgebit? Hè? Nou ik denk dat ik de volgende klant maar binnen laat komen.perslot ben ik toch de grote tovenaar. Filippus: (Achter het gordijn:) De grote leugenaar. Simon: Hé, wie zei dat? Filippus: Ikke. Simon: Wie is ikke? Filippus: Ikke, die hele grote dikke. Simon: Wat gek. Ik hoor toch duidelijk iemand. Even achter het gordijn kijken, hoor! (Speel even kiekeboe.) Simon: Wie ben jij? Filippus: Ik ben Filippus, aangenaam. Simon: Wat een gekke achternaam, zeg. Filippus Aangenaam. Filippus: Dat is helemaal mijn achternaam niet. Ik heet gewoon Filippus, aangenaam. Simon: Ja, dat zei ik toch. Dat is een heel gekke achternaam. Filippus: Nee, Suffie, ik heet alleen maar Filippus en verder niks. Simon: Nou zit dan niet te liegen. Ik heet Simon. Filippus: Aangenaam. Simon: O, bedoel je dat. Zeg dat dan eerder. Wat kom je hier doen, Filippus? Filippus: Ik kom je vertellen dat je niet gelukkig wordt door andere mensen te bedriegen. En ook niet door veel centjes te verdienen. Simon: O nee? Nou, ik weet zeker van wel. Met geld kun je alles kopen. Filippus: Nee, hoor! Er is iets dat je niet kunt kopen. Simon: Ja, dat zongen de kinderen ook al. Wat is dat dan? Filippus: Dat is geluk en vrede in je hartje. En het eeuwige leven. Simon: O, maar dat wil ik ook hebben, hoor! Ik wil alles hebben. Ik wil graag gelukkig zijn, want zal ik jou eens eerlijk mijn geheim vertellen? Filippus: Nou? Simon: Ik hoor maar steeds een stemmetje in mijn buik dat zegt: Simon, Simon, je zit de mensen te bedriegen. Daar moet ik soms van huilen als ik in mijn bed lig. Filippus: Ja, precies. En daarom kom ik jou de blijde boodschap vertellen. De kinderen kennen die boodschap al, hè kinderen? Zingen jullie het hele liedje eens voor Simon. (Kinderen:) Je kunt het niet kopen voor je geld. enz. Filippus: Zie je wel. Het eeuwige leven wordt gegeven aan een ieder die gelooft. En een ieder, dat ben jij ook, Simon.

Simon: O, maar dan mag ik zeker niet meer zogenaamd toveren, hè? Filippus: Nee, want God wil niet dat we andere mensen bang maken of bedriegen. Simon: O, dan ga ik al m'n spullen weggooien. In de vuilnisbak. Hup, dit doosje eerst (brengt doosje weg) en dat doosje ook. Ik kom zo terug hoor! (af) Petrus: (komt op, zoekend:) Zeg kinderen hebben jullie soms Filippus gezien? Dat is een vriend van mij. Die moet ik spreken. Wat? Staat die achter mij? Waar dan? (Filippus gaat steeds aan de verkeerde kant staan, zodat Petrus hem niet ziet.) Hier soms? Wat? Aan deze kant? O, nou zie ik hem. Filippus: Hallo Petrus, lieve vriend (Omhelst hem.) Ben jij ook in de stad? Petrus: Ja, en ik heb gemerkt dat jij hier heel veel mensen de blijde boodschap hebt verteld. Dat is gewoon geweldig. Heb jij ook gemerkt dat veel zieke mensen beter worden als ze het horen? Ze dansen en springen van blijdschap. Simon: (komt op:) Hé, wat hoor ik daar nou? Die man daar bij Filippus zegt dat de blijde boodschap mensen beter kan maken. Zou hij soms ook een tovenaar zijn? Of zou hij een trucje kennen? (Tegen Petrus:) Hé meneer, kan ik dat trucje soms van u kopen? Ik wil ook zieke mensen beter maken en verdrietige mensen laten dansen van blijdschap. Ik wil er best veel geld voor betalen, want centjes heb ik zat. Dan kan ik gelovig zijn en toch nog rijk worden. Petrus en Filippus: Oh! Dat mag niet! Petrus: De blijde boodschap is helemaal gratis, hoor meneertje Simon. Je moet echt ophouden met je getover. Anders kun je het eeuwige leven niet krijgen, nooit! Simon: Mag het echt niet? Petrus: Nee. Simon: Ook niet een klein beetje? Petrus: Ook niet een klein beetje. Simon: Heb ik iets slechts gezegd? Filippus: Ja, Simon, schaam je. Simon: Hoe doe je dat schamen voor de ramen? Filippus: Weet je dat niet eens? Dat weten zelfs de kinderen wel. Kinderen, weten jullie hoe je je moet schamen? Filippus: Juist. Je moet het echt menen en dan hard roepen: Het spijt me zo. De kinderen zullen je wel helpen. Hé kinderen? Een twee drie: HET SPIJT ME ZO! Simon: Ik zal het niet meer doen. Zijn we dan weer vrienden? Petrus: Nu weer wel, ja. Filippus: Kom hier, ik zal je omhelzen.

Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Bijbelverhalen Simon: Hoi, hoi! Ik ga gauw het bord weghalen. Filippus: En dan zullen wij met de kinderen nog even dat mooie liedje zingen. Wil jij dan even de maatslaan, Petrus? (Je kunt het niet kopen voor je geld, enz.) Einde