Hoofdstuk 1: (Nep)ziek

Transcriptie

1

2 Hoofdstuk 1: (Nep)ziek Zo, zo, ben je weer nepziek?, zegt Sophie tegen Elise. Terwijl mama een warme kop thee brengt, geeft Elise antwoord: Ik ben niet nepziek, dat ben je zelf. Papa komt ook naar boven en zegt tegen Sophie dat ze zich klaar moet maken om naar bed te gaan. Nu al naar bed? Het is nog lang geen tijd! En ik ben 10, niet 4! Sophie trekt een boos gezicht, maar gaat toch maar haar tanden poetsen en haar pyjama aandoen. Als het boven weer rustig is, gaan papa en mama weer naar beneden. Sophie luistert ze af, ze hoort wat geroezemoes. Ze hoort papa zeggen: Zou het wel goed komen? Mama antwoordt: Ik weet het niet. We kijken hoe het morgen is. s Nachts moet Elise erg overgeven en ze is wat mager. Mama troost haar en zegt: het komt wel goed hoor, echt. Elise is zo misselijk dat ze dubbel ziet. Mama heeft vier ogen, twee monden en twee neuzen. Mama denkt van alles en nog wat. Hoofdstuk 2: Waar is mama? Het is ochtend. Elise is nog steeds erg ziek. Mama brengt Sophie met de auto naar school, geeft haar een kus en ze wensen elkaar een fijne dag. Sophie rent naar de klas, er wordt hard gewerkt. De ochtend vliegt voorbij met rekenen, taal, spelling, lezen in je boek en natuurlijk in de pauze dollen met vriendinnen. Sophie is lekker aan het spelen, maar toch voelt ze de hele tijd iets raars. Als de pauze voorbij is, gaan ze film kijken. Na school rent Sophie naar het schoolplein. Ze heeft afgesproken die middag met twee vriendinnen te spelen, Isa en Noor. Maar dat is raar, Sophie kan haar moeder nergens vinden. Dan maar lopend naar huis! Hoofdstuk 3: Suikerziekte Sophie komt thuis en ziet dat mama aan het praten is met de vader van Noor. Ze ziet ook dat mama huilt! Sophie vraagt bezorgd wat er is. Mama vertelt dat Elise suikerziekte heeft!

3 Er gaat heel wat door Sophie heen. Want ze heeft tegen Elise gezegd dat ze nepziek was! En nu is ze heel erg ziek! Sophie barst ook in huilen uit. Mama vertelt dat Elise met de ambulance naar het ziekenhuis moet en dat ze daar ook moet slapen. Toen ging er nog meer door Sophie heen. Ze moet nog erger huilen. Wat moet ze zonder Elise? Er is geen keuze, denkt Sophie: als ik Elise nog in leven wil houden, moet ze naar het ziekenhuis. Mama vraagt of Sophie wil spelen met Isa en Noor of dat ze mee gaat naar het ziekenhuis. Sophie twijfelt geen moment en zegt: Ik ga mee met Elise. Sophie zegt sorry tegen Noor, want ja ze hadden al erg lang geleden afgesproken. Sophie zegt doei tegen Noor en rent naar boven. Hoofdstuk 4: De dokter Sophie komt huilend de slaapkamer van papa en mama in en ziet papa en de dokter zitten. Ze ziet Elise in bed liggen. Er ligt een prikje! Elise vertelt dat ze dat prikje in haar vinger moest hebben. Sophie weet dat Elise heel bang is voor prikjes, dus dat was vast wel even op haar tanden bijten? Maar Elise zei dat je er niks van voelde. Sophie was daar erg blij mee, want ze wenste Elise niet nog meer pijn toe. Sophie knuffelde Elise zolang mogelijk. De dokter legde de telefoon neer en zei dat de ambulance er zo aan kwam. Sophie praatte nog wat met Elise. Sophie vroeg aan Elise of suikerziekte ook over kon gaan. Elise zuchtte en antwoordde: Het gaat nooit meer over. Sophie dacht na. Mijn hele leven gaat veranderen, maar dat van papa en mama ook. En dat van Elise zeker! Elke dag spuiten en je bloedsuiker meten en dat dan weer opschrijven. Hoofdstuk 5: Uitzwaaien Als er wordt aangebeld staat de ambulance voor de deur en een meneer en mevrouw zeggen vriendelijk gedag.

4 Sophie vindt het eigenlijk maar raar dat ze zo normaal doen. Er is wel iets ergs aan de hand! De meneer vraagt waar de zieke is. Eh boven, zegt papa, op de grote slaapkamer. Papa loopt mee naar boven. Terwijl mama wat spullen voor Elise en voor zichzelf inpakt, maakt de mevrouw een soort bed op wieltjes. Sophie staat er verdrietig bij. De mevrouw zegt dat het wel goed komt, maar Sophie gelooft daar bijna niks van. Elise moet plassen en de meneer wil haar helpen. Maar Elise zegt dat dat niet hoeft. Als Elise weer uit de wc komt, steunt de meneer haar, want Elise is zo slap dat ze bijna niet kan lopen. Dan tilt de meneer Elise naar beneden en legt haar op dat gekke bed met wieltjes. Mama heeft de tassen ingepakt en daarna loopt ze ook naar beneden. Sophie zegt huilend tegen Elise dat het wel goed komt. Ze gelooft het eigenlijk niet, maar ze wil toch Elise geruststellen. Elise zegt beteuterd: Kom je me snel opzoeken? Sophie zegt ja, en dan gaat Elise naar het ziekenhuis samen met mama. Papa en Sophie zeggen nog een keer dat het goed komt en laten ook nog wat tranen vallen. Hoofdstuk 6: Papa Papa en Sophie gaan nog even met Peer de hond lopen. Ze praten en huilen erg lang. Peer heeft het gevoel dat er iets is, dus Peer heeft ook traantjes in de oogjes. Papa en Sophie gaan naar de bruggetjes en lopen een heel eind. Ze weten namelijk niet wat ze precies moeten doen. Wat ze wel weten, is dat ze Elise moeten steunen. En daar hebben ze gelijk in. Als papa en Sophie weer naar huis lopen, komen ze allemaal mensen tegen die ze kennen. Ze vragen allemaal wat er is. Papa en Sophie leggen het uit met een heleboel tranen.

5 Hoofdstuk 7: Naar het ziekenhuis Papa en Sophie zijn thuis. Peer moet in de bijkeuken en krijgt een lekker bot. Sophie geeft heel veel kusjes aan Peer, papa vindt dat vies. Hij zegt boos: Bah, Sophie, stop daar nou eens mee. Sophie zegt: Dat kan heus wel. Op zijn kop, daar is niks mis mee. Papa doet de deur op slot. Dan rijden ze naar het ziekenhuis. Sophie was daar nog nooit geweest. Nou ja, toen ze twee was, lag ze daar omdat ze buisjes kreeg en haar amandelen er uit moesten. En toen Sophie werd geboren was ze er ook. Maar ja, daar weet Sophie natuurlijk niks meer van. Onderweg hoeft Sophie ineens niet meer te huilen, maar als er een zielig liedje op de radio is, springen de tranen weer in haar ogen. Hoofdstuk 8: De eerste hulp Als papa en Sophie aankomen in het ziekenhuis moeten ze naar de eerste hulp. Papa zegt dat hij de vader is van Elise. De mevrouw zegt dat ze mee kunnen lopen. Papa en Sophie lopen meteen mee en komen bij de kamer van Elise. Ze zien dat ze er heel erg ziek uitziet. Als het maar goed komt, denken mama, papa en Sophie. Er komt een dokter binnen en hij zegt dat Elise een week in het ziekenhuis moet blijven. En dat Elise vocht nodig heeft, dus ze moet aan een infuus. Papa en mama schrikken, maar ze hadden het ook wel verwacht. De dokter doet allerlei onderzoeken en vraagt hoeveel Elise weegt. 52 kilo, antwoordt Elise. Ze moet toch nog even op de weegschaal. De dokter, papa en mama schrikken! Ze zeggen dat Elise negen kilo is afgevallen in een paar dagen, dus Elise is nu drieënveertig kilo. Elise schrikt ook. Maar Sophie ook. Hoofdstuk 9: Sophie s hartsvrindinnetje Sophie kan het niet meer aan en vraagt of ze naar Isa mag. Van mama mag het. Sophie vraagt aan papa of hij haar even wil brengen. Als ze bij Isa zijn, moet Sophie weer huilen, omdat ze het even niet meer weet. Isa steunt haar.

6 Hoofdstuk 10: Naar vrienden Als Isa naar gitaarles moet, gaat Sophie naar vrienden. Isa s moeder vertelt dat Peer daar ook is. Dat vindt Sophie fijn, want tegen een hond kun je altijd alles vertellen. Ze vertellen het nooit door. Als Sophie bij Benthe en Joost is, is Peer erg blij, want ja, zij heeft Sophie ook erg gemist. Sophie ging ook bij Benthe en Joost eten. Sophie vond het super lekker. Mama kwam ook mee eten, zij nam een salade met vlinderkip. Na het eten ging mama snel weer naar het ziekenhuis en mocht Sophie nog blijven. Totdat papa haar kwam halen, keken ze naar de tv. Joost vraagt: Wil je iets drinken? Daar zegt papa natuurlijk geen nee tegen. Nadat Joost en papa wat hebben gedronken, gaan Sophie, Peer en papa naar huis. Papa gaat nog even met Peer lopen en dan gaat hij ook naar bed. Hoofdstuk 11: Naar Elise Sophie wordt wakker, ze heeft niet zo goed geslapen. Ze lag de hele nacht te piekeren over Elise. Papa zegt: Kom op, maak je klaar, dan gaan we zo naar Elise toe. Ik ga nog snel even lopen met Peer! Sophie maakt zich heel snel klaar om naar Elise te gaan, want ze is erg benieuwd hoe het met haar gaat. In het ziekenhuis kopen ze een mooie ballon voor Elise. Eentje in de vorm van een hart met I love you erop. Ze lopen naar de kinderafdeling. Elise lag op kamer nummer 11. Als ze aankomen ligt Elise nog te slapen, maar al gauw wordt ze wakker en geeft Sophie haar de ballon. Hier is Elise erg blij mee. Toen kwam de zuster voor een vingerprikje om haar glucose te meten. Elise wou geen vingerprikje, want ze heeft prikangst. Maar het moest perse. Haar glucose was 43.2, nog steeds veel te hoog, dus ze mag niets zoets hebben. Er kwamen nog meer mensen op bezoek. Vrienden en vriendinnen, Ans, ze waren allemaal heel erg bezorgd om Elise. Het is dan ook niet zo maar iets wat er met haar is gebeurd!

7 Als het avond is, gaan papa en Sophie naar huis. Lekker slapen en morgen weer naar Elise. Kijken of het weer wat beter gaat. Hoofdstuk 12: Op school s Ochtends wordt Sophie wakker van de wekker van papa. Ze moet naar school! Mama komt thuis om met Sophie te ontbijten en om haar naar school te brengen. Mama slaapt bij Sophie in het ziekenhuis. Als ze op school zijn, vertelt mama aan de juf wat er allemaal gebeurd is in het weekend. Dat Elise, de zus van Sophie, opeens suikerziekte heeft gekregen. Juf vindt het super erg en zegt dat het vast weer goed komt. Sophie heeft daar eigenlijk geen vertrouwen in, want suikerziekte gaat nooit meer over, het is ongeneeslijk. Iedereen vraagt aan Sophie wat er is, want ze moet een beetje huilen. Dan vertelt ze dat Elise suikerziekte heeft gekregen en dat ze in het ziekenhuis ligt. Na school wordt Sophie opgehaald door Ans en gaan ze weer naar het ziekenhuis. Ze drinken wat bij Elise, dat is gezellig voor haar. Tegen de avond komt papa ook en dan gaan Ans, papa en Sophie naar huis om wat te eten. Ze eten stamppot-andijvie. Sophie vindt dat heel erg vies, want ze heeft het nog nooit gehad. Na het eten gaan papa en Sophie nog even naar Elise. Ze kijken daar samen televisie, drinken nog wat en gaan dan weer naar huis. Sophie is heel erg moe, dus zij gaat direct naar bed. Hoofdstuk 13: De week Dinsdag wordt Sophie wakker, ze moet weer naar school. Papa is al opgestaan, want hij moet werken. Sophie gaat zich douchen, maakt zich klaar en gaat naar beneden voor het ontbijt. Papa is al weg en mama is naar beneden. Ze komt iedere ochtend thuis om met Sophie te ontbijten en om Sophie naar school te brengen. Als Sophie op school is, gaan ze eerst gymnastieken, dan rekenen en dan naar buiten. Maar Sophie heeft geen zin om met de klas tikkertje te doen. Ze wil naar Elise.

8 Sophie s vriendinnen doen ook niet mee, ze blijven bij Sophie. De hele dag heeft Sophie geen zin in schooldingen. Ze wil naar het ziekenhuis om bij Elise te zijn. Iedere dag gaat Sophie direct uit school naar Elise en donderdag is het dan zover: Elise mag naar huis en daar heeft ze erg veel zin in! Hoofdstuk 14: Ophalen! Donderdag hoeft Sophie niet naar school, want ze mag mee naar het ziekenhuis om Elise op te halen! Ze maken de kamer van Elise schoon en halen taart voor de artsen en zusters die voor Elise hebben gezorgd. En dan is het tijd om naar huis te gaan! Elise moet in de rolstoel, want ze is nog wat slap. De ballonnen en de koffers in de auto en dan is het tijd om dag te zeggen tegen het ziekenhuis. Hoofdstuk 15: Elise is weer thuis! Ze komen thuis en alle vriendinnen en vriendinnen zijn er om te vieren dat Elise weer thuis is. Ze hebben allemaal lekkere dingen gekocht, soesjes en taart enzo. Maar Elise mocht niet van alles wat, want dat is niet goed voor haar bloedsuiker. Er wordt gezongen en dan is het tijd om te chillen. Maar ja, je kent ze, je mag er niet bij zitten. Elise maakt er een echt feestje van, want ja dat is het ook als je uit het ziekenhuis komt! En dan is het al erg laat, want Elise moest het eigenlijk nog rustig aan doen van de dokter. Als iedereen weg is, gaan Sophie en Elise naar bed. Papa en mama brengen hun naar boven om een kus te geven en om de bloedsuiker te meten. s Ochtends wordt Sophie wakker en maakt zich klaar om naar school te gaan. Haar ouders worden ook wakker. Ze laten Elise lekker slapen, want dat heeft ze nodig. Na school gaat Sophie met mama lunchen in een cafeetje. Want ze had haar moeder wel gemist.

9 s Middags gaat Sophie naar een feestje, dus ze kopen nog een cadeautje. Als Sophie bij het feestje is, gaat mama weer naar huis. En het hele weekend is het lekker rustig. Hoofdstuk 16: Elise weer naar school Maandag wil Elise gewoon naar school om haar leven weer op te pakken. Ze mag van mama nog niet op de fiets, dus brengt ze haar met de auto. Elise wil meteen de hele dag naar school, maar dat vinden mama en papa nog niet zo n goed idee. Dus gaat Elise een half dagje. Na deze hele week mag Elise gewoon hele dagen naar school van mama en papa. Maar als ze zich niet goed voelt, moet ze bellen en naar huis komen. Maar Elise is niet thuis geweest en na school zelfs naar de stad geweest. Die week moeten ze ook naar Thea, een mevrouw in het ziekenhuis die mensen met suikerziekte helpt. Ze krijgen een heleboel informatie, want nu moeten ze het allemaal zelf doen! Maar dat doet Elise heel goed. Na een paar maanden komt ze zelfs in een blad voor suikerziekte patiënten. Want ze doet het zo super goed, dat heeft Elise wel verdiend!