Cybercrime Lissabon, september 2016 B.W. Newitt

Vergelijkbare documenten
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De weigeringsgronden bij uitlevering en overlevering

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Digitaal onderzoek vanuit strafvorderlijk perspectief

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Spraakverwarring. seminar Cybercrime: bedreigingen en antwoorden. Wet Computercriminaliteit III

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen.

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Beginselen van behoorlijk ICTgebruik. Prof. mr. H. Franken Universiteit Leiden

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Hirsch Ballin,

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 maart 2003 (31.03) (OR. en, it ) 7814/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0270 (CNS) LIMITE DROIPEN 21

Leidraad voor het nakijken van de toets

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

VOOR Rf CH f SPRAAK. Geachte heer Hirsch Ballin,

Datum 25 augustus 2016 Onderwerp Uitvoering motie voorlopige hechtenis terrorismeverdachten (29 754, nr. 379)

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

Inleiding. 1 Strafrecht

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nationaal Benelux Prüm Europese Unie

Taak Hoe moet dat Inhoud

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak De minister van Veiligheid en Justitie Directie Strategie en 1.W. Opstelten Ontwikkeling Postbus 20301

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Aan de Koning. A. Heimelijk binnendringen in geautomatiseerd werk. 1. Differentiatie en verhouding tot het EVRM. a. Differentiatie

Samenvatting. Inleiding

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inleiding. Begrippen en concepten

RECHTSPR\AK. De minister van Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus GH Den Haag. Geachte heer Opstelten,

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

Recht en Informatica HC7:

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering

Benelux Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

INHOUDSTAFEL DEEL I. MATERIEEL CYBERSTRAFRECHT WOORD VOORAF... 3 TEN GELEIDE... 5 INHOUDSTAFEL... 7

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten. Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Strafrecht als waarborg voor de kwaliteit van zorg? Ver. voor gezondheidsrecht Vrijdag 7 november 2014 P.A.M. Mevis

Hoofdstuk 6: Het Openbaar Ministerie en de vervolging 6.1 Inleiding

Eerste Kamer der Staten-Generaal

SAMENVATTING. Inleiding. Verantwoordelijkheden in de opsporing

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Datum 19 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het strafbaar stellen van wraakporno

Zakboekenpolitie.com

Race tussen recht en technologie: opsporing via hacken en decryptiebevel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hof van Cassatie van België

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K

INHOUD. 103 Fiscale fraude / Ten geleide / 1

Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek.

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding

Brussel, 27 februari 2014 (28.02) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6490/1/14 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2013/0255 (APP)

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Bijlage. Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017

MEMORIE VAN TOELICHTING. I. Algemeen. 1. Inleiding

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing toepassing dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden bij journalisten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

26 januari Hoe gaat het er in Nederland aan toe? Nederlandse DNA-databank voor Stafzaken (I) Nederlandse DNA-databank voor Stafzaken (II)

College van Procureurs-Generaal.

Inleiding. Inleiding: Nederlandse I&V-diensten. Inhoud. Technische briefing

Congres Modernisering Wetboek van Strafvordering

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

Datum van inontvangstneming : 25/06/2015

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Datum 4 juni 2012 Vragen lid Schouw (2012Z02139) over het verstrekken van biometrische gegevens aan de Verenigde Staten

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet computercriminaliteit III

Eerste Kamer der Staten-Generaal

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2007 (23.01) (OR. de) 5118/07 LIMITE DROIPEN 1

Aan de minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Hirsch Ballin,

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Transcriptie:

Cybercrime Lissabon, september 2016 B.W. Newitt

onderwerpen In Vogelvlucht: I: Rechtsmacht en rechtshulp bij digitale opsporing II: Uitingsvrijheid op het internet III: Wet Computercriminaliteit III

onderwerpen I: Rechtsmacht en rechtshulp bij digitale opsporing

Rechtsmacht en Rechtshulp Wat is cybercrime? Containerbegrip in brede zin: misdrijven waarbij computers of netwerken een rol spelen In enge zin: misdrijven die niet zonder tussenkomst of gebruik van computers of netwerken gepleegd kunnen worden

Wat is rechtsmacht Wat is rechtsmacht: Het recht van een soevereine staat om: Te reguleren (wetgevende rechtsmacht) Te berechten (rechtsprekende rechtsmacht) Te handhaven (handhavende of uitvoerende rechtsmacht)

Kenmerken van cybercrime waarbij problemen rijzen bij toepassing van klassieke ideeën over rechtsmacht: Bij uitstek internationaal Dader en slachtoffer vaak niet in zelfde land Computer/netwerk soms niet in land van dader of slachtoffer Bewijsmiddelen vaak in ander land Snelheid en anonimiteit

Rechtsmachtbeginselen Een staat heeft volledige rechtsmacht binnen eigen territoir, mits het internationale recht geen beperkingen oplegt Een staat kan daarbuiten zijn wetgevende bevoegdheden aanwenden op basis van erkende beginselen Een staat kan een andere staat niet aan zijn uitvoerende of rechtsprekende rechtsmacht onderwerpen (par in parem non habet iudicum) Zie ook S.S.Lotus-zaak

Rechtsmachtbeginselen Extraterritoriale uitoefening van uitvoerende rechtsmacht (waaronder opsporing) is daarom afhankelijk van: 1. Een expliciete internationaalrechtelijke basis of 2. Instemming van de betrokken staat

Beginselen van rechtsmacht: Territorialiteitsbeginsel Personaliteitsbeginsel (actief en passief) Beschermingsbeginsel Universaliteitsbeginsel

Rechtsmachtbronnen Voornaamste bronnen voor rechtsmacht in Nederland: Artikel 2-8c Sr Verdragen, veelal verwerkt in: Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht

Territorialiteitsbeginsel in Nederland: Artikel 2 Sr: De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt De Nederlandse wet kent geen voorschrift om vast te stellen wanneer een feit in Nederland is gepleegd.

Locus Delicti Locus Delicti kan men vaststellen op grond van de volgende leren: Leer van de lichamelijke gedraging Leer van het instrument (HR Azewijnse Paard) Leer van het constitutieve gevolg (HR Singapore) Ubiquiteitsleer Vervolging ook mogelijk voor de ten aanzien van dat strafbare feit deel uitmakende gedragingen die buiten Nederland hebben plaatsgevonden (NJ 1998, 117)

Nederland heeft op basis van de verschillende locus delictileren binnen het territorialiteitsbeginsel een zeer grote rechtsmacht ten aanzien van cyberdelicten: Als er delictsbestanddelen zijn vervuld in Nederland Als gevolgen in Nederland zijn ingetreden Als het feit (deels) gepleegd is via een Nederlands netwerk of server

Passief personaliteitsbeginsel Nederland heeft daarnaast op basis van het passief personaliteitsbeginsel rechtsmacht over een groot deel van via het internet gepleegde zedendelicten: indien het feit is begaan tegen een Nederlander of een vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft welke Nederlander of vreemdeling de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt (Artikel 6 Sr jo artikel 3 lid 1 Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht)

Actief nationaliteitsbeginsel Nederland heeft daarnaast op basis van het actief personaliteitsbeginsel rechtsmacht over de Nederlander die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een groot aantal cybercrime delicten in enge zin. (Artikel 6 Sr jo artikel 3 lid 2 Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht)

Op basis van het universaliteitsbeginsel en het beschermingsbeginsel zou Nederland ook nog ten aanzien van een ieder rechtsmacht kunnen vestigen indien sprake is van georganiseerde internationale cybermisdrijven of cyberterrorisme op basis van: artikel 15 VN verdrag ter bestrijding van de grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit artikel 9 Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding

Nederland heeft dus zeer ruime wetgevende en rechtsprekende jurisdictie met betrekking tot cybercrime De vestiging van wetgevende of rechtsprekende jurisdictie wordt zeer beperkt getoetst door het EHRM (Vgl: Al Skeini e.a. t. VK, Premininy t. Rusland, Jaloud t. Nederland, Perrin t. VK) De mogelijkheden van digitale opsporing van Nederland (uitvoerende rechtsmacht) buiten zijn landsgrenzen echter zeer beperkt

Extraterritoriale digitale opsporingsbevoegdheden: Rechtsgrondslag: Artikel 539a Sv indien: rechtsmacht op basis van artikel 2 t/m 8c Sr voor zover toegelaten door volkenrecht en interregionaal recht.

Zelfstandige extraterritoriale digitale opsporingsbevoegdheden zeer beperkt: Cybercrime-verdrag artikel 32 en guidance note T-CY

Zelfstandige bevoegdheden Een verdragsstaat mag op grond van artikel 32: 1. zich toegang verschaffen tot openbare data onafhankelijk van waar deze is opgeslagen 2. toegang verkrijgen tot data opgeslagen in een andere verdragsstaat: met wettige en vrijwillige toestemming van een persoon die bevoegd is die data te verstrekken en in de opsporende staat aanwezig is

Rechtsbronnen internationale rechtshulp bij digitale opsporing: Verdragen en EU instrumenten Artikel 36 en 40 Statuut Nationale wetgeving aangezochte staat Boek IV Titel X Sv Aanwijzingen Bronnen rechtshulp

Rechtshulp Er zijn zes IRC s en één landelijk rechtshulpcentrum (LIRC). Deze zijn verantwoordelijk voor: 1. registratie van rechtshulpverzoeken in LURIS 2. uitvoering van eenvoudige rechtshulpverzoeken en de coördinatie van de uitvoering van overige rechtshulpverzoeken 3. het functioneren als kennis- en expertisecentrum op het gebied van internationale rechtshulp Waar in verdragen inzake internationale rechtshulp het Ministerie van Justitie is aangewezen als Centrale Autoriteit, vervult AIRS die rol.

Boek IV Titel X ziet alleen op inkomende rechtshulpverzoeken en is van aanvullend recht op mogelijk van toepassing zijnd verdrag Rechtspositie van Nederland bij uitgaande rechtshulpverzoeken wordt geregeld door het eventueel toepasselijke rechtshulpverdrag en nationale wetgeving aangezochte staat.

Bij uitgaande rechtshulpverzoeken moet naar maatstaven van de Nederlandse wet voldaan zijn aan de vereisten voor toepassen van de verzochte opsporingsbevoegdheid: HR 25 juni 1996, NJ 1996, 715 HR 29 september 1987, NJ 1988, 302 Inkomende rechtshulpverzoeken worden uitgevoerd in overeenstemming met Nationale voorschriften

Inkomend verzoek Artikel 552k Sr: Als een rechtshulpverzoek gegrond is op een verdrag wordt daaraan zoveel mogelijk het verlangde gevolg gegeven. Uitzonderingen: 1. Weigeringsgronden in verdrag 2. Belemmeringen van wezenlijke aard (552l Sr) 3. Dreigende flagrante schending mensenrechten 4. Strijd met fundamentele beginselen Nederlands strafprocesrecht (HR 5 November 2013, HR:2013:1109)

Artikel 552k Sr: Er is niet zondermeer een verdrag nodig voor kleine rechtshulp: Wel toetsen of: 1. Rechtshulp niet in strijd komt met wettelijk voorschrift of aanwijzing 2. Verzoek redelijk is 3. Strijd is met aanwijzing MV&J Inkomend verzoek Dubbele strafbaarheid niet altijd nodig

Inkomend verzoek Rechtsmiddelen tegen uitvoering rechtshulp door Nederland bij digitale opsporing : Beklag 552a Kort geding

Inkomend verzoek Veel digitale opsporingsresultaten op grond van rechtshulpverzoek kunnen in beginsel slechts met verlof rechtbank aan verzoekende staat worden gezonden (552oa en 552p Sr) Tegen beschikking ex 552oa staat geen cassatie open voor betrokkene (wel voor OM) Zonder zelf een klaagschrift ex 552a te hebben ingediend staat geen cassatie open tegen beschikking ex 552p (HR 19 december 2006, NJ 2007, 26)

Inkomend verzoek Geen betrokkenheid OvJ of verlof nodig voor: Verstrekken inlichtingen door politie 1. Waarvoor geen dwangmiddelen, verkennend onderzoek of BOB zijn gebruikt 2. Niet bedoeld zijn als bewijs ter zitting of CIE info of JG betreffen (Aanwijzing inzake de informatie-uitwisseling in het kader van de wederzijdse rechtshulp in strafzaken)

Inkomend verzoek In ieder geval geen verlof nodig voor: Digitale opsporingsgegevens eerder vergaard in Nederlandse strafzaak (HR 13 juni 2003, NJ 2003, 634) Rechtstreeks doorgeleide communicatietap (artikel 552ob jo 18 EU RHV) Voorlopige terbeschikkingstelling van digitale opsporingsresultaten vergaard door een JIT (titel X afd. 1A)

Toetsing van rechtshulp aan Nederland Ten aanzien van onderzoekshandelingen uitgevoerd door een buitenlandse staat die is toegetreden bij het EVRM is de taak van de Nederlandse strafrechter ertoe beperkt dat te waarborgen dat dat de wijze waarop de resultaten van dit onderzoek in de strafzaak tegen de verdachte gebruikt worden geen inbreuk maakt op het recht op een eerlijk proces. (HR 5 oktober 2010, NJ 2011/169)

Toetsing van rechtshulp aan Nederland Ten aanzien van onderzoekshandelingen uitgevoerd door niet bij het EVRM aangesloten staat waarmee wel een rechtshulpverdrag bestaat is het vertrouwensbeginsel nog steeds leidend maar lijkt de toetsing van de Nederlandse strafrechter iets ruimer: Geen flagrante schending van essentiële rechtsbeginselen Geen rechtshulpverzoek terzake in Nederland niet toegestane opsporingsmethoden

Toetsing van rechtshulp aan Nederland Onderzoekshandelingen in het buitenland uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van Nederlandse autoriteiten moeten getoetst worden aan of de Nederlandse rechtsregels zijn nageleefd, waaronder het EVRM Dat door Nederlands optreden in het buitenland volkenrechtelijke regels zijn overtreden is in beginsel niet relevant (HR 5 oktober 2010, NJ 2011/169)

II: Uitingsvrijheid op het internet

Voornaamste bronnen: Artikel 7 Grondwet Artikel 10 EVRM Artikel 11 Handvest

Artikel 7 Grondwet Voordeel: Beperking inhoud enkel bij WIFZ Nadelen: Geen uitdrukkelijk recht op informatie ontvangen of verspreiden WIFZ niet toetsbaar aan Grondwet

Artikel 11 Handvest EU Vrijheid van meningsuiting en van informatie Brede bescherming Bekrachtiging IVBPR en EVRM Nadeel Alleen van toepassing bij uitvoering Unierecht (artikel 51 Handvest)

Artikel 10 EVRM In praktijk belangrijkste bescherming Zowel uiting, verspreiding als ontvangst beschermd Toetsing wetten in formele zin mogelijk (93 en 94 Gw)

Systeem 10 EVRM Voorziet kenbare en begrijpelijke regel in de beperking? Heeft beperking een artikel 10 EVRM doel? Noodzakelijk in een democratische samenleving (proportioneel)?

Strafrechtelijke grenzen uitingsvrijheid op het internet: Met uitzondering van 248 e (grooming) geen specifieke internet uitingsdelicten Reguliere uitingsdelicten komen wel veel vaker voor door internet

Vindplaatsen uitingsdelicten in Nederland: Boek II, Titel II en III Sr (beledigingen koningshuis en internationaal beschermde personen) Boek II, Titel V Sr (opruiingsdelicten) Boek II, Titel XIV Sr (zedendelicten) Boek II, Titel 16 Sr (klassieke beledingsbepalingen) 137c-e Sr (discriminatie en aanzetten tot haat)

Toetsingskader 137c-e Sr Uiting beledigend of discriminerend? (invloed Wilders zaak) Opzet op belediging/discriminatie? Gedaan in het openbaar?

Aanvullende bescherming EVRM bij ondermeer: Kader publiek debat Kader van religie Minder bescherming EHRM bij: Uitingen die aanzetten tot haat of geweld Uitingen die strijdig zijn met de fundamentele waarden van het EVRM

Aanvullende bescherming voor service providers: Eerste protocol bij Cybercrime verdrag artikel 7 en de explanatory report Kaderbesluit 2008/913/JBZ artikel 5 en 6 Richtlijn 2000/31/EG artikel 14 en 15

Nederlandse bescherming service providers: Artikel 54a Sr: Geen vervolging voor ISP voor doorgifte of opslag van gegevens van een derde indien de tussenpersoon de gegevens ontoegankelijk maakt op vordering van de Officier na machtiging van de RC Bij: mere conduit/caching/hosting

Beperkingen op systeem van 54a Sr: Gedragscode NTD Bevoegdheid doorzoeking ter ontoegankelijkmaking ex 125i Sv blijft de OvJ ter hand staan (niet als vordering volstaat )

EHRM toont maar beperkte wil om de E- commerce richtlijn te eerbiedigen: Delfi AS t. Estland MTE en Index.hu t. Hongarije

Wet computercriminaliteit III

Wet computercriminaliteit III: Lange aanloop (eerste concept wetsvoorstel 2011) cybercrime-gerelateerde strafbepalingen aanscherpen cybercrime-gerelateerde opsporingsbevoegdheden verruimen. Aanvulling op Wet Computercriminaliteit en Wet computercriminaliteit II

Nieuw bevel 125p Sv: Eerder impliciete bevoegdheid 54a Sr Machtiging rechter-commissaris gebleven Wettelijke bevoegdheid tot bevel nu beschreven in 125p Sv Klaagschrift 552a nu mogelijk (eerder niet: HR 15 april 2014, NJ 2014, 327)

Strafbaarstelling heling en verduistering van gegevens (139g en 138c Sr): Gegevens slechts onder bepaalde omstandigheden een goed (HR 3 December 1996, NJ 1997, 574 en HR 31 januari 2012, NJ 2012, 536) Uitzondering heling voor journalisten en klokkenluiders Heling gegevens 139g Sr (1jr) wordt wel VH-feit

Inzet lokpuber bij grooming en verleiding tot ontucht: Artikel 248e en 248a Sr worden aangevuld met die zich voordoet als een persoon die de leeftijd van 16/18 nog niet heeft bereikt Lokpuber eerder door Hof den Haag 25 juni 2013, NJ 2014/123 afgewezen Talon en Khubodin t. Rusland (EHRM) blijven van toepassing

Strafbaarstelling online handelsfraude (326d Sr): Aanleiding nogal casuïstische oudere rechtspraak 326 Sr 326d Sr wordt opgenomen in artikel 67a

Hacken als opsporingsbevoegdheid: (126nba, uba en zba Sv): Controversiële bevoegdheid Rechtsmacht problematiek

Voorwaarden 126nba hackbevoegdheid: Vier jaars-feit Ernstige inbreuk rechtsorde Aangewezen opsporingsambtenaar In computer en verbonden gegevensdrager Bij verdachte in gebruik Bevel OvJ met machtiging RC 8 EVRM van toepassing

Rechtsmacht problematiek 126nba-hacken Vaak onduidelijke waar je hackt Al heel snel doe je onderzoek in een gegevensdrager of netwerk dat zich buiten Nederland bevind Het internationaalrechtelijk kader zoals eerder uiteengezet laat voor hacken in het buitenland in beginsel geen ruimte Maar: HR 5 oktober 2010, NJ 2011/169

Rechtvaardiging Wetgever 126nba-hacken Anderen landen doen het ook Territorialiteitsbeginsel staat binnen cybercrime onder druk Haast is vaak geboden Verdragskader heeft voorkeur maar: In afwachting van verdragskader met legitiem kader voorop lopen met een transparante en met waarborgen omklede minder strikte interpretatie van internationaal recht in cyberspace

Blijvende zorgen over 126nba-hacken Legitimeert inbreuken door andere landen Terughacken maakt systemen kwetsbaar Meest ernstige vorm van inbreuk op privacy Risico op misbruik Politieke/diplomatieke problemen waarborgen en kaders in te vullen door AMVB of aanwijzing OM

Vragen?