Nota MORA-secretariaat Vaststellingen m.b.t. het Vlaams Gewest over de werkgeverstegemoetkomingen in de kosten van het woon-werkverkeer van loontrekkenden uit de privésector Aanvullende nota van het MORA-secretariaat bij de documentatienota Vaststellingen m.b.t. de werkgeverstegemoetkomingen in de kosten van het woon-werkverkeer van loontrekkenden uit de privésector Brussel, 13 januari 2017 Mobiliteitsraad Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@mobiliteitsraad.be www.mobiliteitsraad.be
in de kosten van het woon-werkverkeer van loontrekkenden uit de privésector Bij gebruik van gegevens en informatie uit deze nota wordt een correcte bronvermelding op prijs gesteld. Goedkeuring raad: Dit is een ondersteunende nota van het MORA-secretariaat die niet ter goedkeuring werd voorgelegd aan de MORA-Raad. 2
Inhoud Inhoud 3 Samenvatting... 4 Nota 5 1 Inleiding... 5 2 Vaststellingen m.b.t. het Vlaams Gewest... 5 2.1 Vier op vijf van de werkgeverstegemoetkomingen hebben betrekking op de wagen... 6 2.1.1 Vergelijking andere studies woon-werkverkeer... 8 2.2 De langste woon-werkafstanden worden afgelegd met de bedrijfswagen... 8 2.2.1 Vergelijking andere studies woon-werkverkeer... 9 2.3 Werkgeverstegemoetkoming op jaarbasis is het laagst voor het geregeld stads- en streekvervoer... 10 2.3.1 Vergelijking andere studies woon-werkverkeer... 11 2.4 Het bedrag per afgelegde km is het laagst voor carpooling... 11 Referentielijst... 12 Lijst met figuren... 13 Bijlage 14 3
Samenvatting In deze nota lijst het MORA-secretariaat, aanvullend op de documentatienota 1 van de secretariaten van de CRB, NAR, ESRBHG, CESW en SERV op basis van de dataset van SD Worx, een aantal vaststellingen op met betrekking tot de werkgeverstegemoetkomingen in de kosten van het woon-werkverkeer van loontrekkenden uit de privésector met een arbeidsplaats in het Vlaams Gewest. Met betrekking tot het Vlaams Gewest kunnen volgende vaststellingen gemaakt worden over het aandeel van de werkgeverstegemoetkomingen per vervoermodus, het gemiddeld aantal kilometer per modus, het jaarlijks gemiddelde bedrag per modus en het bedrag per afgelegde kilometer per modus: Vier op vijf van de werkgeverstegemoetkomingen hebben betrekking op de wagen. Van de 1.376.424 tegemoetkomingen uit de Vlaamse privésector gaat 60% naar een tegemoetkoming van het gebruik van de eigen wagen, 19% naar de bedrijfswagen en 1% naar carpooling die wordt georganiseerd door de werkgever of een groep van werkgevers. Van de Vlaamse werkgeverstegemoetkomingen gaat verder 13% naar de fiets, 3% naar het geregeld stads- en streekvervoer, 2% naar de trein (NMBS) en 2% naar derdebetalersovereenkomsten met de NMBS. De langste woon-werkafstanden worden afgelegd met de bedrijfswagen. De gemiddelde afstand bedraagt 26,8 km voor de bedrijfswagen, 24,2 km voor de trein, 23 km voor de trein met een derdebetalersovereenkomst met de NMBS, 15 km voor carpooling, 14 km voor de eigen wagen, 12,6 km voor het geregeld stads- en streekvervoer en 8,6 km voor de fiets. De jaarlijkse werkgeverstegemoetkoming in het woon-werkverkeer van Vlaamse loontrekkenden uit de privésector is met gemiddeld 328 per jaar is het laagst voor het geregeld stads- en streekvervoer. De jaarlijkse gemiddelde werkgeverstegemoetkoming bedraagt 763 voor de trein via een derderbetalersovereenkomst, 600 voor de trein, 436 voor de eigen wagen, 429 voor carpooling en 354 per jaar voor de fiets. Het voordeel alle aard voor bedrijfswagens bedraagt jaarlijks gemiddeld 1875 per jaar. Met 0,08 per afgelegde kilometer is het gemiddelde bedrag per afgelegde kilometer het laagst voor carpooling. Het bedrag per afgelegde kilometer bedraagt gemiddeld 0,17 voor het geregeld stads- en streekvervoer, 0,14 voor de trein met een derdebetalersovereenkomst, 0,13 voor de fiets en 0,12 voor de trein. Voor de bedrijfswagen geldt dat het voordeel alle aard 0,39 per afgelegde km bedraagt. 1 Secretariaten CRB, NAR, ESRBHG, CESW en SERV, 2016 Vaststellingen m.b.t. de werkgeverstegemoetkomingen Beschikbaar via: http://www.ccecrb.fgov.be/txt/nl/doc16-2595.pdf 4
Nota 1 Inleiding In deze nota lijst het MORA-secretariaat, aanvullend op de documentatienota 2 van de secretariaten van de CRB, NAR, ESRBHG, CESW en SERV op basis van de gegevens van SD Worx, een aantal vaststellingen op met betrekking tot de werkgeversovereenkomsten in de kosten van het woon-werkverkeer van loontrekkenden uit de privésector met een arbeidsplaats in het Vlaams Gewest. Inleidend willen we volgende aandachtspunten geven bij de data van SD Worx, de documentatienota van de secretariaten van de vijf betrokken raden en deze nota van het MORA-secretariaat: Deze nota van het MORA-secretariaat dient als een aanvulling te worden gelezen op de documentatienota van de secretariaten van de vijf betrokken raden. De gehanteerde data, extrapolatiemethode en berekeningen zijn dezelfde als in de aangehaalde documentatienota. Voor een duiding van de gehanteerde extrapolatiemethode, definities, opmerkingen en de verschillende codes van de tegemoetkomingen, verwijzen we naar de aangehaalde documentatienota, pagina 10 t.e.m. 12. De door SD Worx aangeleverde steekproef bevat geaggregeerde Belgische data van bedrijven in de privésector. De database is opgesplitst volgens zeven dimensies: NACEcode, werkregime (deeltijds, voltijds), jaarloon, bedrijfsgrootte, statuut (arbeider, bediende), de woon-werkafstand en de werkregio (gewest waar de arbeidsplaats gevestigd is). Omdat SD Worx de overige dimensies in de dataset niet heeft uitgesplitst volgens gewest, zijn er enkel gewestelijke vaststellingen mogelijk op basis van de dataset m.b.t. het gewest van de arbeidsplaats die u in bijlage 3 onderaan deze nota vindt en in bijlage 4 in de aangehaalde documentatienota. 2 Vaststellingen m.b.t. het Vlaams Gewest In dit hoofdstuk analyseren we de werkgeverstegemoetkomingen m.b.t. het Vlaams Gewest in de kosten van het woon-werkverkeer. We duiden achtereenvolgens het aandeel van de werkgeverstegemoetkomingen per vervoermodus, het gemiddeld aantal kilometer per modus, het jaarlijks gemiddelde bedrag per modus en het bedrag per afgelegde km per modus. 2 Secretariaten CRB, NAR, ESRBHG, CESW en SERV, 2016 Vaststellingen m.b.t. de werkgeverstegemoetkomingen 3 In de tabel in bijlage achteraan vindt u de dataset van SD Worx. Daarin vindt u ook de code 3040 openbaar vervoer terug. Na overleg tussen SD Worx en het CRB-secretariaat werd deze code niet weerhouden in de berekeningen van de secretariaten van de vijf betrokken raden omdat de code als niet betrouwbaar werd beoordeeld. De code 3040 betreft een extra bedrag dat een werkgever betaalt bovenop de wettelijke verplichtingen (via cao 19 octies of sectorale cao s). Het is een oude code die niet door alle werkgevers wordt gebruikt. Sommige werkgevers vullen de code in, wat betekent dat zij een surplus geven. Vele werkgevers vullen het echter niet in en onder hen geven sommigen een surplus maar integreren het direct in de andere codes m.b.t. openbaar vervoer: 3020, 3030 en 3380. 5
De vaststellingen met betrekking tot het Vlaams gewest worden telkens vergeleken met de Belgische vaststellingen uit de documentatienota van de secretariaten van de CRB, NAR, ESRBHG, CESW en SERV en indien wenselijk met de cijfers van de andere gewesten. Indien mogelijk worden de vaststellingen ook vergeleken met gelijkaardige bevindingen uit de Federale Diagnostiek Woon-werkverkeer 2014 en het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.5. Merk op dat de invalshoek en gehanteerde methodiek tussen deze nota van het MORAsecretariaat en de vermelde studies verschillend is. 2.1 Vier op vijf van de werkgeverstegemoetkomingen hebben betrekking op de wagen In dit deel gaan we na voor welk vervoermiddel de meeste werkgeverstegemoetkomingen worden toegekend en schetsen we een profiel van het gebruik van de verschillende vervoermiddelen voor het woon-werkverkeer in Vlaanderen en België. Uit figuur 1 kunnen we afleiden dat 80% van de 1.376.424 werkgeverstegemoetkomingen aan loontrekkenden uit de Vlaamse privésector betrekking hebben op de wagen: 829.793 of 60% van de werkgeverstegemoetkomingen zijn voor het gebruik van de privéwagen, 262.999 of 19% betreft bedrijfswagens 4 en 1% of 18.333 werkgeverstegemoetkomingen hebben betrekking op carpooling die wordt georganiseerd door de werkgever of een groep van werkgevers. De fiets heeft met 173.889 werkgeverstegemoetkomingen een aandeel van 13% in de Vlaamse werkgeverstegemoetkomingen. Er zijn 91.410 werkgeverstegemoetkomingen die betrekking hebben op het openbaar vervoer, dit is een gecombineerd aandeel van 7% van de totale werkgeverstegemoetkomingen in de Vlaamse privésector. Respectievelijk 3% of 41.147 tegemoetkomingen hebben betrekking op het geregeld stads- en streekvervoer, 2% of 21.682 tegemoetkomingen op de trein (NMBS) en 2% of 28.581 op derdebetalersovereenkomsten met de NMBS. Figuur 1: Werkgeverstegemoetkomingen m.b.t. het Vlaams Gewest in de kosten van het woon-werkverkeer: aandeel per vervoermodus Trein (3020) 2% Trein (dbt) (3380) 2% B.T.M.(3030) 3% Bedrijfswagen (VAA) 19% Carpooling (3050) 1% Fiets (3070) 13% Privéwagen 60% Bron: SD Worx, eigen berekening MORA-secretariaat 4 Een bedrijfswagen is een wagen die deel uitmaakt van het loonpakket van de werknemer ( een salariswagen ), meer concreet een wagen die hij/zij ter beschikking krijgt van zijn werkgever en die hij/zij ook privé mag gebruiken buiten het werk om. Op deze wagen is er een belastbaar voordeel van alle aard van toepassing. 6
Als we kijken naar figuur 2 dan zien we dat van de 2.264.010 werkgeverstegemoetkomingen aan loontrekkenden uit de volledige Belgische privésector (dus inclusief het Vlaams Gewest) er een identiek aandeel van 80% van het gebruik van de wagen is: 1.357.043 of 60% van de werkgeverstegemoetkomingen zijn voor het gebruik van de privéwagen, 435.747 of 19% betreft bedrijfswagens en 1% of 19.147 van de werkgeverstegemoetkomingen hebben betrekking op carpooling die wordt georganiseerd door de werkgever of een groep van werkgevers. Bij de overige modi zien we wel wijzigingen. De fiets heeft met 190.933 werkgeverstegemoetkomingen een aandeel van 9% in de Belgische werkgeverstegemoetkomingen. Er zijn 261.140 werkgeverstegemoetkomingen die betrekking hebben op het openbaar vervoer, dit is een gecombineerd aandeel van 11% van de totale Belgische werkgeverstegemoetkomingen in de privésector. Respectievelijk 5% of 117.339 tegemoetkomingen hebben betrekking op het geregeld stads- en streekvervoer, 2% of 53.902 tegemoetkomingen op de trein (NMBS) en 4% of 89.899 op derdebetalersovereenkomsten met de NMBS. Figuur 2: Werkgeverstegemoetkomingen m.b.t. België (totaal van de 3 gewesten) in de kosten van het woon-werkverkeer: aandeel per vervoermodus Trein (dbt) (3380) 4% B.T.M.(3030) 5% Trein (3020) 2% Carpooling (3050) 1% Bedrijfswagen (VAA) 19% Fiets (3070) 9% Privéwagen 60% Bron: SD Worx, eigen berekening MORA-secretariaat Als we per vervoermodus kijken naar het aandeel van de Vlaamse werkgeverstegemoetkomingen ten opzichte van de totale, Belgische werkgeverstegemoetkomingen dan stellen we vast dat, met respectievelijk 96% en 91%, vergoedingen voor carpooling en fietsen vooral een Vlaams fenomeen zijn. Van de totale Belgische werkgeverstegemoetkomingen voor de privéwagen en de bedrijfswagen, komen respectievelijk 61% en 60% van bedrijven uit de Vlaamse privésector. Van de totale Belgische werkgeverstegemoetkomingen voor het geregeld stads- en streekvervoer, de trein en de trein via derdebetalersovereenkomsten, komt respectievelijk 35%, 40% en 32% van bedrijven uit de Vlaamse privésector. Dit aandeel kan ook deels verklaard worden door het feit dat werkgeverstegemoetkomingen in de kosten van het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer vooral worden toegekend aan bedrijven die gelokaliseerd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze vertegenwoordigen er 36% van de werkgeverstegemoetkomingen van het woon-werkverkeer in Brussel. 7
2.1.1 Vergelijking andere studies woon-werkverkeer We vergelijken in dit onderdeel gelijkaardige bevindingen met betrekking tot de modale verdeling in het woon-werkverkeer uit de Federale Diagnostiek Woon-werkverkeer 2014 en het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.5. Federale Diagnostiek Woon-werkverkeer 2014 De Federale Diagnostiek Woon-werkverkeer 2014 geeft aan dat de modale verdeling van de woon-werkverplaatsingen in 2014 voor Vlaanderen 68,5% bedraagt voor de wagen (alleen), 14,9% voor de fiets, 5,3% voor de trein, 3,9% voor het geregeld stads- en streekvervoer (bus tram en metro), 3,3% voor carpool, 1,7% te voet, 1,3% met de motorfiets en tenslotte 1,1% met het collectief vervoer van de werkgever. Uit de evolutie van de modale verdeling in de woon-werkverplaatsingen in Vlaanderen tussen 2005 en 2014 blijkt dat het wagengebruik constant bleef met een aandeel van 68,7% in 2005 en 68,5% in 2014. Ook het aandeel van bus, tram en metro in de woon-werkverplaatsingen bleef constant tussen 2005 en 2014 op 3,9%. Het aandeel van de trein nam toe met 31%, van 4.1% naar 5,3%, en ook het aandeel van de fiets steeg met 21%, van 12,3% naar 14,9%. De verplaatsingsmodi die een daling kenden in het aandeel van de Vlaamse woonwerkverplaatsingen zijn de motorfiets die 41% daalde, van 2,2% naar 1,3%, carpooling dat 36% daalde, van 5,2% naar 3,3%, collectief vervoer dat 31% daalde, van 1,6% naar 1,1% en verplaatsingen te voet die 19% daalden, van 2,1% naar 1,7%. Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.5 Het O.V.G. 4.5 geeft aan dat in 2013 de verdeling van personen (beroepsactieven) volgens hoofdvervoerswijze woon-werkverkeer een aandeel van 67,2% toont als autobestuurder. De fiets heeft een aandeel van 14,7%, de trein 5,3%, het geregeld stads- en streekvervoer 3,5%, de wagen als autopassagier 3,3%, verplaatsingen te voet 2,7%, het bedrijfsvervoer 1,4%, de moto 1% en de brom- snorfiets 0,5%. De verdeling van woon-werkverplaatsingen (beroepsactieven) volgens hoofdvervoerswijze toont een aandeel van 66,9% als autobestuurder, 12,5% voor de fiets, 5,3% als autopassagier, 5,1% voor de trein, 3,7% voor het geregeld stads- en streekvervoer, 3,6% voor verplaatsingen te voet, 1,5% als motorrijder en passagier, 0,4% als brom- en snorfietser. 0,9% gebeurt op andere wijze. 2.2 De langste woon-werkafstanden worden afgelegd met de bedrijfswagen In dit deel gaan we de gemiddelde afgelegde afstand 5 per vervoermiddel na. 5 Voor de inschatting van de woon-werkafstand moet rekening gehouden worden met het feit dat het de afstand in vogelvlucht betreft tussen de postcode van de werkplaats van de loontrekkende en de postcode van zijn woonplaats. Indien loontrekkenden wonen en werken in eenzelfde gemeente, gebeurde de inschatting van de woon-werkafstand op basis van gemiddelden die gehanteerd worden door het Federaal Planbureau. 8
Afstand enkele reis in vogelvlucht (km) Vaststellingen m.b.t. het Vlaams Gewest over de werkgeverstegemoetkomingen Uit figuur 3 kunnen we afleiden dat de waarden voor het schaalniveau België vaak hoger zijn dan de waarden voor het Vlaams Gewest omdat de woon-werkafstanden naar bedrijven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest ook vaak hoger zijn. We stellen vast dat voor bedrijven uit de Vlaamse privésector, over alle vervoermodi heen, de langste gemiddelde woon-werkafstand wordt afgelegd met de bedrijfswagen. De gemiddelde afstand met de bedrijfswagen bedraagt 26,8 km voor het Vlaams Gewest en 27,3 km voor België. Voor het schaalniveau België is de trein via een derdebetalerssysteem met 28,1 km het vervoermiddel met de langste gemiddelde woon-werkafstand, voor het Vlaams Gewest is dit 23 km. De gemiddelde woon-werkafstanden zijn voor de overige modi grotendeels gelijkaardig tussen het Vlaams Gewest en België. In het Vlaams Gewest bedraagt de gemiddelde woonwerkafstand voor de privéwagen 14 km, voor de trein 24,2 km, voor het geregeld stads- en streekvervoer 12,6 km, voor de fiets 8,6 km en voor carpooling 15 km. Op het schaalniveau België bedraagt de gemiddelde woon-werkafstand voor de privéwagen 15,4 km, voor de trein 23 km, voor het geregeld stads- en streekvervoer 11,4 km, voor de fiets 9,6 km en voor carpooling 15,4 km. Figuur 3: Werkgeverstegemoetkomingen m.b.t. het Vlaams Gewest in de kosten van het woon-werkverkeer: gemiddeld aantal km per modus 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00 Vlaams Gewest Totaal Bron: SD Worx, eigen berekening MORA-secretariaat 2.2.1 Vergelijking andere studies woon-werkverkeer We vergelijken hier bovenstaande bevindingen met betrekking tot de gemiddelde woonwerkafstand per vervoermiddel met de cijfers uit de Federale Diagnostiek Woon-werkverkeer 2014 en het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.5 Federale Diagnostiek Woon-werkverkeer 2014 De Federale Diagnostiek drukt de gemiddelde afstand tussen een woon- en werkplaats uit per gewest. De gemiddelde afstand bedraagt 12,6 km indien woon- en werkplaats in Vlaanderen liggen, 30,3 km als de werkplaats in Brussel ligt en 35,9 km als de werkplaats in Wallonië ligt. Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.5 Volgens het O.V.G. 4.5. bedraagt de gemiddelde woon-werkafstand in Vlaanderen 17,2 km. Van de beroepsactieven woont 47% op maximum 10 km van de werkplaats, 24,6% woont op maximum 20 km, 12,8% op maximum 30 km en de overige 15,6% woont verder dan 30 km van zijn werkplaats. 9
Jaarlijks gemiddelde bedrag ( ) Vaststellingen m.b.t. het Vlaams Gewest over de werkgeverstegemoetkomingen 2.3 Werkgeverstegemoetkoming op jaarbasis is het laagst voor het geregeld stads- en streekvervoer In dit deel analyseren we, voor Vlaanderen en België, de werkgeverstegemoetkomingen in de kosten van het woon-werkverkeer uitgedrukt als het gemiddeld jaarlijks bedrag voor elke vervoermodus. De tegemoetkoming voor de bedrijfswagen is gelijk aan het voordeel alle aard dat niet overeenkomt met de werkelijke kost voor de werkgever. Al de tegemoetkomingen, met uitzondering van het voordeel alle aard, zijn werkelijke vergoedingen die loontrekkenden ontvangen om (een deel van) de kosten van hun woon-werkverkeer te dekken. Het voordeel van alle aard daarentegen is een door de wetgever geraamd voordeel voor de loontrekkende dat voortvloeit uit het gebruik van zijn/haar bedrijfswagen. Uit figuur 4 kunnen we afleiden dat voor Vlaanderen het voordeel alle aard voor bedrijfswagens 1875 per jaar bedraagt, in België is dit 1869 per jaar. De modus met de laagste jaarlijkse werkgeverstegemoetkoming is voor België de fiets met 361 per jaar, voor Vlaanderen is dit de tegemoetkoming voor het geregeld stads- en streekvervoer met 328 per jaar. Het gemiddelde jaarlijkse bedrag voor de fiets voor Vlaanderen bedraagt 354 per jaar. Het gemiddelde jaarlijkse bedrag voor het stads- en streekvervoer voor België bedraagt 381 per jaar, dit kan verklaard worden door de hogere bedragen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest: respectievelijk 427 per jaar en 356 per jaar. Het gemiddelde jaarlijkse bedrag voor de overige modi is voor het niveau België telkens hoger dan voor het Vlaams Gewest. Het gemiddelde jaarlijkse bedrag voor respectievelijk Vlaanderen en België bedraagt voor de privéwagen 436 en 477 per jaar, voor de trein 600 en 651 per jaar, voor de trein via een derdebetalers-overeenkomst 763 en 1008 per jaar en voor carpooling 429 en 435 per jaar. Figuur 4: Werkgeverstegemoetkomingen m.b.t. het Vlaams Gewest in de kosten van het woon-werkverkeer: jaarlijks gemiddelde bedrag ( ) per modus 2000,00 1800,00 1600,00 1400,00 1200,00 1000,00 800,00 600,00 400,00 200,00 0,00 Vlaams Gewest Totaal Bron: SD Worx, eigen berekening MORA-secretariaat 10
Bedrag per afgelegde km ( per km) Vaststellingen m.b.t. het Vlaams Gewest over de werkgeverstegemoetkomingen 2.3.1 Vergelijking andere studies woon-werkverkeer Omdat de Federale Diagnostiek Woon-werkverkeer 2014 en het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.5. geen gemiddelde jaarlijkse bedragen van het woonwerkverkeer duiden, is een exacte vergelijking met bovenstaande bevindingen niet mogelijk. We halen hier wel enkele relevante vaststellingen aan uit de Federale Diagnostiek Woonwerkverkeer 2014. Federale Diagnostiek Woon-werkverkeer 2014 De Federale Diagnostiek geeft 6 aan dat in Vlaanderen 88% van de werknemers werken in een vestigingseenheid waar een fietsvergoeding wordt aangeboden, 50% van de werknemers werkt in een vestigingseenheid waar gratis openbaar vervoer wordt aangeboden. 2.4 Het bedrag per afgelegde km is het laagst voor carpooling In dit deel analyseren we op basis van berekeningen van het CRB-secretariaat, voor Vlaanderen en België, de werkgeverstegemoetkomingen in de kosten van het woonwerkverkeer uitgedrukt als gemiddelde bedrag per afgelegde kilometer. Uit figuur 5 blijkt dat de bedragen 7 per afgelegde kilometer voor alle modi gelijk is voor het niveau België en Vlaanderen. Het bedrag per afgelegd kilometer is met 0.08 per afgelegde km het laagst voor carpooling. Het bedrag per afgelegde kilometer bedraagt 0,17 voor het geregeld stads- en streekvervoer, 0,14 voor de trein met een derdebetalersovereenkomst, 0,13 voor de fiets en 0.12 met de trein. Voor de bedrijfswagen geldt dat het voordeel alle aard 0.39 per afgelegde km bedraagt. Figuur 5: Werkgeverstegemoetkomingen m.b.t. het Vlaams Gewest in de kosten van het woon-werkverkeer: bedrag per afgelegde km ( per km 220d) 0,45 0,40 0,35 0,30 0,25 0,20 0,15 0,10 0,05 0,00 Vlaams Gewest Totaal Bron: SD Worx, berekening CRB-secretariaat 6 Gewogen volgens het aantal werknemers op de vestigingseenheid. 7 Het bedrag per kilometer woon-werkafstand (enkele reis) werd berekend op basis van de afstand in vogelvlucht tussen de postcode van de werkplaats van de loontrekkende en de postcode van zijn woonplaats. Het bedrag per kilometer woon-werkafstand (enkele reis) werd gedeeld door 440 (tweemaal 220 werkdagen, het jaarlijkse gemiddeld aantal werkdagen van een voltijds werknemer) om het bedrag per afgelegde kilometer te bepalen. Merk op dat sommige loontrekkenden meerdere vergoedingen krijgen omdat ze verschillende modi combineren. In dat geval is het op basis van de aangeleverde data van SD Worx niet mogelijk om het exacte bedrag per afgelegde kilometer te bepalen omdat we geen info hebben over welk deel van de woon-werkafstand wordt afgelegd met de ene modus en welk deel met de andere modus. 11
Referentielijst Documentatienota van de secretariaten van de CRB, NAR, ESRBHG, CESW en SERV, 2016 Vaststellingen m.b.t. de werkgeverstegemoetkomingen in de kosten van het woonwerkverkeer van loontrekkenden uit de privésector. Beschikbaar via: http://www.ccecrb.fgov.be/txt/nl/doc16-2595.pdf Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, 2016 Federale Diagnostiek Woonwerkverkeer 2014. Beschikbaar via http://mobilit.belgium.be/nl/mobiliteit/woon_werkverkeer Instituut voor Mobiliteit (IMOB), 2014 Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.5. Beschikbaar via: http://mobielvlaanderen.be/ovg/ovg45-0.php?a=19&nav=11 12
Lijst met figuren Figuren Figuur 1: Werkgeverstegemoetkomingen m.b.t. het Vlaams Gewest in de kosten van het woonwerkverkeer: aandeel per vervoermodus pag. 6 Figuur 2: Werkgeverstegemoetkomingen m.b.t. België (totaal van de 3 gewesten) in de kosten van het woon-werkverkeer: aandeel per vervoermodus pag. 7 Figuur 3: Werkgeverstegemoetkomingen m.b.t. het Vlaams Gewest in de kosten van het woonwerkverkeer: gemiddeld aantal km per modus pag. 9 Figuur 4: Werkgeverstegemoetkomingen m.b.t. het Vlaams Gewest in de kosten van het woonwerkverkeer: jaarlijks gemiddelde bedrag ( ) per modus pag. 10 Figuur 5: Werkgeverstegemoetkomingen m.b.t. het Vlaams Gewest in de kosten van het woonwerkverkeer: bedrag per afgelegde km ( per km 220d) pag. 11 13
Bijlage Vaststellingen m.b.t. het Vlaams Gewest over de werkgeverstegemoetkomingen Bijlage 1: gegevens van SD WORX uitgesplitst volgens het gewest van de arbeidsplaats Openbaar VV (3020) Bedrag (3020) Bedrag per km (3020) Km (3020) neen ja Aantal % Aantal % Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Hoofdstedelijk gewest 347656 94,3% 21187 5,7% 750,16 622,09 64,44 88,08 23,67 22,69 Vlaams gewest 1591253 98,7% 21682 1,3% 599,92 517,94 39,77 52,71 24,21 20,95 Waals gewest 633779 98,3% 11034 1,7% 560,69 506,67 51,69 66,31 19,45 21,83 Total 2572688 97,9% 53902 2,1% 650,97 564,94 51,91 72,03 23,02 21,90 Openbaar VV (3030) Bedrag (3030) Bedrag per km (3030) Km (3030) neen ja Aantal % Aantal % Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Hoofdstedelijk gewest 310938 84,3% 57905 15,7% 427,21 289,30 103,33 106,91 10,25 15,28 Vlaams gewest 1571789 97,4% 41147 2,6% 327,79 260,70 48,90 48,79 12,57 14,71 Waals gewest 626524 97,2% 18288 2,8% 355,81 298,12 51,49 51,15 12,22 15,51 Total 2509251 95,5% 117339 4,5% 381,23 284,83 76,17 87,19 11,37 15,16 Openbaar VV (3040) Bedrag (3040) Bedrag per km (3040) Km (3040) neen ja Aantal % Aantal % Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Hoofdstedelijk gewest 361896 98,1% 6947 1,9% 360,69 258,25 46,83 62,81 21,18 22,75 Vlaams gewest 1606860 99,6% 6075 0,4% 189,07 309,80 15,22 23,14 17,47 17,84 Waals gewest 637833 98,9% 6979 1,1% 227,14 218,31 22,31 27,15 26,73 33,47 Total 2606589 99,2% 20001 0,8% 261,96 272,70 28,67 44,43 21,99 26,11 14
Openbaar VV (3380) Bedrag (3380) Bedrag per km (3380) Km (3380) neen ja Aantal % Aantal % Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Hoofdstedelijk gewest 310905 84,3% 57937 15,7% 1130,15 554,19 69,29 93,63 30,66 23,23 Vlaams gewest 1584354 98,2% 28581 1,8% 762,81 514,73 48,56 52,40 22,99 19,00 Waals gewest 641432 99,5% 3381 0,5% 984,45 719,23 48,12 46,57 27,37 18,78 Total 2536691 96,6% 89899 3,4% 1007,89 574,77 61,91 81,87 28,10 22,10 Openbaar VV (3020 tot 3380) Bedrag (3020-3380) Bedrag per km (3020-3380) Km (3020-3380) neen ja Aantal % Aantal % Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Hoofdstedelijk gewest 236888 64,2% 131954 35,8% 823,29 590,47 88,61 105,77 20,70 22,21 Vlaams gewest 1520950 94,3% 91985 5,7% 537,58 480,02 47,35 52,23 18,18 18,34 Waals gewest 606866 94,1% 37946 5,9% 463,98 475,62 48,24 55,03 17,00 20,90 Total 2364704 90,0% 261886 10,0% 670,87 559,93 68,26 86,34 19,28 20,79 GGV (3050) Bedrag (3050) Bedrag per km (3050) Km (3050) neen ja Aantal % Aantal % Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Hoofdstedelijk gewest 368275 99,8% 568 0,2% 553,34 493,00 31,81 34,49 23,79 14,19 Vlaams gewest 1594603 98,9% 18333 1,1% 428,70 382,00 33,90 27,45 15,06 10,15 Waals gewest 644566 100,0% 246 0,0% 602,72 601,29 32,75 25,17 21,85 14,45 Total 2607443 99,3% 19147 0,7% 434,64 390,34 33,82 27,66 15,41 10,49 Fiets (3070) Bedrag (3070) Bedrag per km (3070) Km (3070) neen ja Aantal % Aantal % Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Hoofdstedelijk gewest 356826 96,7% 12017 3,3% 434,62 487,38 53,82 79,05 23,62 22,36 15
Vlaams gewest 1439046 89,2% 173889 10,8% 354,18 400,11 59,12 61,45 8,58 10,04 Waals gewest 639784 99,2% 5028 0,8% 427,71 493,40 62,04 66,20 10,56 12,92 Total 2435657 92,7% 190933 7,3% 361,18 409,46 58,86 62,85 9,58 11,87 Bedrijfswagen (via VAA) Bedrag (VAA) Bedrag per km (VAA) Km (VAA) neen ja Aantal % Aantal % Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Gemiddelde Deviatie Hoofdstedelijk gewest 280547 76,1% 88295 23,9% 1943,42 1121,20 202,03 349,93 28,70 25,39 Vlaams gewest 1349936 83,7% 262999 16,3% 1875,34 1033,07 166,61 237,25 26,83 25,30 Waals gewest 560360 86,9% 84452 13,1% 1774,24 947,17 153,91 230,00 27,34 25,95 Total 2190843 83,4% 435747 16,6% 1869,54 1037,12 171,33 263,25 27,31 25,46 Vestigingsplaats - Gewest Hoofdsted elijk gewest Vlaams gewest Waals gewest Total 126954 7 Wagen (3010) Bedrag (3010) Bedrag (Vrijstelling regels 2015) Bedrag (Vrijstelling regels 2010) Bedrag per km (3010) km (3010) neen ja totaal Standaa Standaa Standaa Standaar Standaar Gemidde rd Gemidde rd Gemidde rd Gemidde d Gemidde d Aantal % Aantal % Aantal % lde Deviatie lde Deviatie lde Deviatie lde Deviatie lde Deviatie 255456 69,3% 113387 30,7% 368843 100,0% 568,54 511,74 314,38 98,57 174,30 33,91 47,89 60,55 23,90 22,96 783142 48,6% 829793 51,4% 161293 5 100,0% 436,21 393,43 295,17 103,41 172,29 35,96 45,11 43,64 14,01 14,18 230949 35,8% 413863 64,2% 644812 100,0% 532,76 416,10 323,34 89,88 177,36 28,66 51,45 46,11 15,85 15,53 48,3% 135704 3 51,7% 262659 0 100,0% 476,71 414,72 305,36 99,92 174,00 33,80 47,27 46,13 15,40 15,74 16