A gemeente Eindhoven Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen behorende bij het bestemmingsplan V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Sector ORVM, afdeling Stedenbouw April 2014
Hoofdstuk 1 Inleiding Deze nota van zienswijzen en ambtshalve wijziginen behoort bij het bestemmingsplan V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B). Het ontwerpbestemmingsplan heeft voor een periode van zes weken met ingang van donderdag 20 februari 2014 tot en met woensdag 2 april 2014 op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is iedereen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk of mondeling een zienswijze ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken. Kennisgeving van de ter inzage legging en de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen is in de edities van de Staatscourant en het weekblad Groot Eindhoven van 19 februari 2014 gepubliceerd. Ook is kennis gegeven van de mogelijkheid om een digitale versie van het ontwerpbestemmingsplan via de gemeentelijke website www.bestemmingsplannen.eindhoven.nl en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl te raadplegen. Naar aanleiding van de tervisielegging zijn 4 zienswijzen ontvangen, waarvan er één weer is ingetrokken. De overige 3 zienswijzen zijn in deze notitie van een gemeentelijk standpunt voorzien. Verder zijn er ambtshalve wijzigingen aangebracht in het bestemmingsplan. Deze wijzigingen zijn verwoord in hoofdstuk 3. 2
Hoofdstuk 2 Zienswijzen In verband met de privacy zijn de naam- en adresgegevens van de indieners van de zienswijze in een aparte bijlage opgenomen. Deze bijlage is niet digitaal beschikbaar, maar wel analoog. Ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan zijn zienswijzen kenbaar gemaakt door: 1. Eén bewoner van de Geraniumstraat, d.d. 27 maart 2014, ontvangen 31 maart 2014; 2. Bewoners van 11 woningen aan de Geraniumstraat, d.d. 26 maart 2014, ontvangen 1 april 2014; 3. Bewoners van één woning aan de Geraniumstraat, d.d. 1 april 2014, ontvangen 3 april 2014. Bovengenoemde zienswijzen onder punt 1 en 2 zijn identiek en daarom bij de behandeling als één zienswijze vermeld. De zienswijzen zijn hieronder samengevat weergegeven en van een gemeentelijk standpunt voorzien. Zienswijzen onder punt 1 en 2: Bewoners van 11 woningen aan de Geraniumstraat. Zienswijze 1.1: De zienswijze is ingediend door bewoners van 11 woningen aan de Geraniumstraat. De achtertuinen van deze woningen grenzen aan de achterzijde direct aan het plangebied. De huidige bestemming en het gebruik van het binnenterrein brengt met zich mee dat het binnenterrein slechts beperkt toegankelijk is. Namelijk uitsluitend door belanghebbenden en degene die door de belanghebbenden worden toegelaten. De nieuwe bestemming, mede voor parkeervoorzieningen, betekent dat het binnenterrein openbaar toegankelijk wordt hetgeen overlast en sociale onveiligheid met zich mee zal gaan brengen. Op basis van het nu geldende bestemmingsplan ('Stratum buiten de Ring 2004') is ter plaatse van het binnenterrein detailhandel op de begane grond en wonen op de verdieping toegestaan. Verder zijn op de begane grond horecavoorzieningen toegestaan, voor zover die noodzakelijk zijn ten dienste van de detailhandel. Op de begane grond zijn ook bij de detailhandel behorende dienstverlenende bedrijven toegestaan. Op basis van deze bestemming en de functies die daardoor zijn toegestaan zou het binnenterrein ook al openbaar toegankelijk kunnen zijn. Dat het binnenterrein feitelijk grotendeels was gevuld met bebouwing en de toegang aan de zijde van de Begoniastraat afgesloten met een poort, waardoor het binnenterrein niet voor iedereen toegankelijk was, maakt dit niet anders. 3
Het binnenterrein zou zowel op basis van de nu geldende bestemming als ook op basis van de nieuwe bestemming openbaar toegankelijk kunnen zijn. Er zijn echter geen argumenten naar voren gebracht voor de mening dat het inrichten van dit binnenterrein met parkeervoorzieningen automatisch tot gevolg heeft dat overlast en sociale onveiligheid ontstaat. Voor zover dergelijke consequenties zich al zouden voordoen in de toekomst, zou dit met maatregelen (bijv. poorten in de aanwezige brandgangen) tegen gegaan kunnen worden. Het ontstaan van overlast en sociale onveiligheid door de nieuwe bestemming ter plaatse van het binnenterrein is niet dermate evident dat de wijziging van de bestemming in strijd met een goede ruimtelijke ordening moet worden geacht. Gelet op het bovenstaande achten wij dit gedeelte van de zienswijze ongegrond. Zienswijze 1.2: De indieners van deze zienswijzen herkennen zich niet in de opmerking zich positief te hebben uitgelaten over dit plan. De eigenaar van de gronden heeft aangegeven het merendeel van de bewoners aan de Geraniumstraat, welke achtertuinen grenzen aan het plangebied, te hebben benaderd. Hij gaf aan dat de mensen die hij had gesproken zich in beginsel niet negatief hadden uitgelaten over dit initiatief. Middels deze zienswijze is uw mening over dit initiatief nu bij de gemeente bekend en deze zal worden betrokken bij de belangenafweging die ten grondslag ligt aan deze bestemmingswijziging. Zienswijze 1.3: De indieners van deze zienswijzen zien niet de toegevoegde waarde om hun woning aan de achterzijde ook via de Begoniastraat te kunnen bereiken omdat zij vanaf de Geraniumstraat via 5 toegangen en het huidige achterpad de achterzijde al kunnen bereiken. Wij hebben begrip voor uw standpunt in deze. Deze nieuwe toegang tot de achterzijde van deze percelen zou mogelijk gemaakt kunnen worden, maar is niet vereist. Zienswijze 1.4: De bedrijfsbebouwing op het binnenterrein is al gedeeltelijk gesloopt terwijl niet is terug te vinden of daarvoor een (sloop)vergunning is verleend. Het ligt voor de hand dat een vergunning nodig is vanwege de omvang van de bebouwing en omdat vrijwel zeker asbest daarin aanwezig is. Verder wordt de zorg uitgesproken over de nog aanwezige muur van de bedrijfsbebouwing direct grenzend aan het achterpad van de bewoners van de Geraniumstraat. Nu het dak van de bedrijfsbebouwing al is verwijderd zou deze muur onvoldoende veilig kunnen zijn. 4
Als de betreffende bedrijfsbebouwing wordt gesloopt moet in bepaalde gevallen een sloopmelding worden gedaan bij de gemeente. Deze sloopmelding wordt niet gepubliceerd op de gemeentelijke internetsite of in Groot Eindhoven. Op 15 april 2014 bleek dat er nog geen sloopmelding was ingediend voor dit adres bij de gemeente. Bij de balie van de sector VTH (tel: 040-2386540) kunt u navragen of een dergelijke melding is gedaan. De sloper is zelf verantwoordelijk voor de sloop en voor de afvoer van het sloopafval. Dit geldt ook als er asbest in de bebouwing aanwezig is. Voor zover een deel van het gebouw permanent blijft staan in de vorm van een muur, moet ook deze voldoen aan bepaalde normen op het gebied van veiligheid. De (Woning)wet geeft bijvoorbeeld regels over de vereiste staat van een bouwwerk. Zienswijze 1.5: Er moet nog kadastraal onderzoek worden uitgevoerd of de muur van de bedrijfsbebouwing, waarover wordt gesproken in zienswijze 1.4, in de perceelsgrens staat of geheel op eigen grond. De indieners van deze zienswijze spreken hun voorkeur uit over toekomstige erfafscheidingen. Of de betreffende muur van de bedrijfsbebouwing in de perceelsgrens of geheel op eigen grond staat, is een vraag van privaatrechtelijke aard en in casu niet relevant in het kader van deze bestemmingsplanwijziging en valt daarom buiten het kader van deze belangenafweging. Zienswijze 1.6: Met de voorgestelde bestemmingswijziging wordt beoogd het binnenterrein te gebruiken als parkeerruimte. Dit binnenterrein is dan met de auto uitsluitend bereikbaar via een nauwe onderdoorgang aan de Begoniastraat. Vanwege de situatie ter plaatse zal dit de verkeersveiligheid in gevaar brengen door in- en uitrijdend verkeer. Hoewel daarvoor verkeersmaatregelen worden aangekondigd staat realisatie alsmede goede werking daarvan geenszins vast. Onderstaande maatregelen bij de ingang aan de Begoniastraat zijn in ieder geval nodig als er parkeervoorzieningen op het binnenterrein worden gerealiseerd: Plaatsen van een soort stoplicht voor het regelen van voorrang voor in- en uitrijdend verkeer; Plaatsen van een (uitstekend) soort stoplicht die goed zichtbaar is voor voetgangers uit beide richtingen, zodat voetgangers gewaarschuwd worden voor uitrijdende voertuigen. 5
Een omgevingsvergunning voor een parkeervoorziening moet o.a. voldoen aan de regels uit de Bouwverordening gemeente Eindhoven. Op basis van artikel 2.5.31 van deze bouwverordening moet een ruimte voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen op meer dan twee wielen verzekerd zijn van een doelmatige ontsluiting vanaf de openbare weg. Via de bouwverordening wordt dus verzekerd dat deze maatregelen worden getroffen bij vergunningverlening voor parkeervoorzieningen op het binnenterrein. Zienswijze 1.7: De indieners van deze zienswijze hebben geen behoefte aan de bestemmingswijziging indien en voor zover dat gaat leiden tot een vrij toegankelijk en niet van hun erven afgescheiden parkeerterrein. In bovenstaande beantwoording van de zienswijze 1.1 t/m 1.6 en in de toelichting van het bestemmingsplan V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) is aangegeven dat deze bestemmingsherziening, na afweging van de relevante ruimtelijke belangen, acceptabel wordt geacht en daarmee niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Conclusie standpunt gemeente zienswijze 1: Deze zienswijzen zijn tijdig ontvangen en daardoor ontvankelijk. Op basis van bovenstaande overwegingen achten wij deze zienswijzen ongegrond. Zienswijze 3: Bewoners van één woning aan de Geraniumstraat De bewoners van een woning aan de Geraniumstraat willen hun eerder ingediende zienswijze aanvullen. Deze bewoners zijn niet benaderd door de initiatiefnemer van deze ontwikkeling. Verder hebben zij geen interesse in een parkeermogelijkheid achter hun woning en/of vergroten van hun tuin. Zij willen in de toekomst geen last krijgen van verkeer of andere hinder achter hun woning en tuin. Daarnaast wordt de zorg uitgesproken over de sloop van de loods omdat één van de muren van dit gebouw op hun achterpad staat of daaraan direct grenst en omdat er sprake zou zijn van asbest in het te slopen gebouw. Deze zienswijze is door de gemeente ontvangen op 3 april 2014. De mogelijkheid om zienswijze in te dienen stond open tot en met 2 april 2014. Een zienswijze is tijdig ingediend als het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd. Een poststuk is ter post bezorgd op het moment dat het voor de laatste buslichting in de brievenbus is gedeponeerd dan wel op het moment dat het op het postkantoor is aangeboden. De poststempel is in principe richtinggevend voor de datum van terpostbezorging van een poststuk. De poststempel op de envelop van deze zienswijze lijkt gedateerd op 2 april 2014 en is daarom tijdig ingediend. 6
De inhoud van deze zienswijze is nagenoeg gelijk aan de zienswijzen genoemd onder punt 1. Voor de beantwoording van de zienswijze verwijzen wij naar ons standpunt genoemd bij zienswijze 1. Conclusie standpunt gemeente zienswijze 3: Deze zienswijze is tijdig ontvangen en daardoor ontvankelijk. Op basis van bovenstaande overwegingen achten wij deze zienswijze ongegrond. 7
Hoofdstuk 3 Ambtshalve wijzigingen 1. De paragrafen 3.3.1. (Provinciaal beleid, de structuurvisie) en 3.2.2 (Verordening ruimte) van de toelichting zijn ambtshalve geactualiseerd. 2. Op basis van de provinciale Verordening ruimte ligt het hele plangebied in de zogenoemde boringsvrije zone. Daarom is op de verbeelding over het gehele gebied de aanduiding milieuzone boringsvrije zone opgenomen. In hoofdstuk 3 van de regels is artikel 4.1 (milieuzone boringsvrije zone) toegevoegd. Dit artikel regelt dat ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone', onverminderd het elders in dit plan bepaalde, de regels van de Provinciale Milieuverordening van toepassing zijn. 8