Calamiteitenplan jeugdhulp Gemeente Zuidplas

Vergelijkbare documenten
Calamiteitenplan jeugdhulp en zorg Gemeente Gouda, regio Midden-Holland

Voorstel Algemeen Bestuur van 27 oktober Voorstel. Onderwerp: Accountantscontrole Geachte leden van het Algemeen Bestuur,

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp

SOCIAAL CALAMITEITEN PROTOCOL (SCP)

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland november 2014

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar

Protocol Wmo Meldingen Calamiteiten/geweld bij de verstrekking van een voorziening Wmo 2015 Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar.

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015

Protocol calamiteiten binnen de jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Gemeente Enschede

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Wmo

Calamiteiten- en incidentenregeling

Calamiteitenplan jeugdhulp gemeente Coevorden

Inleiding. jeugdhulp regio IJsselland. Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland

Protocol Wmo Meldingen Calamiteiten/geweld bij de verstrekking van een voorziening Wmo 2015 Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar

Stelselwijziging Jeugd. Handreiking. Handvatten voor gemeenten. Communicatie en afstemming bij een calamiteit

Calamiteitenplan jeugdhulp De Wolden. Waar veiligheid en zorg elkaar raken

Calamiteitenprotocol jeugd Noord-Limburg

Opschalingsmodel zorg en veiligheid bij crises en calamiteiten Versie 15 april 2015

Protocol calamiteitenonderzoek Wmo Dienst Noardwest Fryslân Versie 1.0. Protocol Wmo Calamiteitenonderzoek

Procedure Calamiteitentoezicht

Presentatie hoe werkt de jeugdhulp in de Kempen vanaf 2015 Bijeenkomst Wmo raden op 11 december 2014

Protocol calamiteiten binnen de jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Gemeente Enschede

Protocol Maatschappelijke Onrust

Richtlijn calamiteiten en incidenten in het sociale domein in de regio Westerkwartier. Conceptversie 13 april 2016

Leidraad meldingen. GGD Gelderland-Zuid

Toelichting op vragenformulier Informatie voor melders

Verwijsindex risicojongeren

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 14 januari Agendapunt: 13. Portefeuillehouders: De heer Wolfsen/mevrouw Westerlaken

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

MIP staat voor Meldingen Incidenten Patiëntenzorg. Van die dingen waarvan je niet wilt dat ze gebeuren maar die desondanks toch voorkomen.

Opschalingsmodel zorg en veiligheid bij crises en calamiteiten Versie 15 april 2015

Circulairenummer Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag, IGZ IGZ-loket november 2007

Crisiscommunicatie in het sociaal domein

sychosociale specten an crises en Psychosociale aspecten van crises en rampen Psychosociale aspecten van crises en rampen

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Sociaal calamiteiten protocol Proces en communicatieafspraken WMO Jeugdwet

Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Hoofdstuk 1, Wet en regelgeving bij calamiteiten Jeugdwet en WMO

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Procesplan calamiteiten Wmo en Jeugdwet Rivierenland november 2014

Advies aan de gemeenteraad

Leidraad melding calamiteiten Wmo 2015

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

UITLEG OP DE VRAGEN IN HET MELDFORMULIER

Sociaal Calamiteiten Protocol Apeldoorn

11 Stiens, 21 oktober 2014

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

Rode draad voor kindveiligheid in Amsterdam

Procedure signaalgestuurdtoezicht

Crisisorganisatie uitgelegd

gelet op artikel 2, artikel 4, artikel 7 en artikel 12 van de Jeugdverordening gemeente IJsselstein 2015;

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Opschalingsmodel zorg en veiligheid bij crises en calamiteiten in het Sociaal Domein

Raadsinformatiebrief GEMEENTEBESTUUR. 21 juli Zorg en Welzijn. Informatie voor de raad (voor kennisgeving)

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

De GHOR Wij zijn er voor jou. samenwerken aan veiligheid en gezondheid 1

Calamiteitenplan jeugdhulp Borger-Odoorn. Waar veiligheid en zorg elkaar raken

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Pastorale zorg bij rampen

Gang van zaken bij problemen jeugdhulp

Het inzetten van drang en dwang in het primair proces. Regio FoodValley

Calamiteitenprotocol Jeugdhulp Meppel Februari 2015

Lijst van vragen - totaal

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Ons kenmerk MO10/ Datum uw brief --

Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

1 De coördinatie van de inzet

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

gemeente Eindhoven 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes

SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS

Protocol calamiteitentoezicht. Wet maatschappelijke ondersteuning

0 6 HAART Aan de leden van de gemeenteraad Haarlemmermeer

Hierbij zenden wij u het antwoord op de door u gestelde vragen op grond van artikel 32 reglement van orde van de gemeenteraad.

Protocol calamiteitentoezicht Wet maatschappelijke ondersteuning. Toezichthouderschap GGD regio Utrecht

Naar aanleiding van dit rapport heb ik, aanvullend op de vragen van CDA en PvdA, de volgende vragen.

Notitie inzet NL-Alert

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

Convenant PSHi Protocol Drenthe

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van..

verplichting van gemeenten om toezicht te houden op de uitvoering van de Wmo. Daarnaast is het nodig om duidelijke afspraken te maken hoe om te

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie

1. Voorzitter CT (per pand)

Protocol onderzoek calamiteiten en meldingen van geweld Wmo

Draaiboek calamiteiten & zedenzaken

Protocol Calamiteiten en geweld

Communicatieprotocol bij persvragen en calamiteiten

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Calamiteiten protocol Wmo 2015 en Jeugdwet Midden Limburg

Pastorale zorg bij rampen

Onderwerp Convenant Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Regio Brabant Noord

Oplegnotitie verlenging beleidsplan Jeugdhulp

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg Factsheet gemeenten

Transcriptie:

Calamiteitenplan jeugdhulp Gemeente Zuidplas Maaike van Zwieten (gemeente Waddinxveen), Michaël van der Meulen (gemeente Zuidplas) 29-12-2014

Calamiteitenplan gemeente Zuidplas Inleiding De implementatie van de Jeugdwet, die per 1 januari 2015 in werking treedt, is door de gemeenten in de regio Midden-Holland gezamenlijk vormgegeven om zo invulling te geven aan het nieuwe Jeugdhulpstelsel. De uitvoering van de Jeugdhulp is in ons stelsel samengevat bij de partijen belegd; de gemeenten, de lokale sociale teams, de GGD (AMHK), het netwerk sociaal domein Midden-Holland (NSDMH) en de regionale zorgmarkt. Deze partijen spelen allemaal een rol als het gaat om zorg aan jeugd. Bij het voordoen van een calamiteit, crises en of incident is het dan ook belangrijk dat iedere partij zijn verantwoordelijkheden kent. Deze notitie richt zich hierbij op calamiteiten bij jongeren en jeugdigen en hun omgeving. Naast de intergemeentelijke samenwerking op het gebied van de jeugdhulp, werken gemeenten ook samen op het gebied van zorg (GGD) en veiligheid. Dit wordt vormgeven in de regio s Zuid-Holland Noord en Midden-Holland. Voorbeelden hiervan zijn de veiligheidsregio Hollands Midden, het Veiligheidshuis en de gemeenschappelijke regeling GGD Hollands-Midden. Deze partijen hebben ervaringen op het gebied van rampen/crisis, maar hebben in de toekomst mogelijk ook betrokkenheid wanneer er zich een calamiteit voordoet binnen de jeugdhulp. In deze notitie is zoveel als mogelijk aansluiting gezocht op de reeds bestaande overlegstructuren. Op deze wijze ontstaat er voor een ieder een natuurlijke werkwijze, wat ten goede komt aan de slagvaardigheid. Doorontwikkeling calamiteitenplan Het calamiteitenplan wordt gefaseerd opgesteld. Op basis van dit calamiteitenplan worden in het voorjaar van 2015 door het bureau COT sessies calamiteiten jeugdzorg gehouden met burgemeesters, wethouders en ambtenaren om het calamiteitenplan eigen te maken en door te ontwikkelen in de regio Midden-Holland. Op basis van deze sessies zal het COT, een adviesbureau voor veiligheids- en crisismanagement, een advies uitbrengen ter aanscherping van het nu voorliggende calamiteitenplan jeugdhulp. Leeswijzer In de komende paragrafen treft u achtereenvolgens:. Definitie van een calamiteit en incident, de meldingsplicht en de visie op het calamiteitenplan. Het werkproces. De rolverdeling tussen de betrokken partijen. Vervolg en aandachtspunten 1

1. Calamiteiten 1.1: Definitie calamiteit Regio Midden-Holland Voordat een calamiteitenplan in werking kan treden, is het goed om met elkaar vaststellen wanneer er nu eigenlijk sprake is van een calamiteit. De Jeugdwet heeft in artikel 1.1. begripsbepalingen onder calamiteit opgenomen: Niet-beoogde of onverwachte gebeurtenissen, die betrekking hebben op de kwaliteit van de jeugdhulp en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor, of de dood, van een jeugdige of een ouder heeft geleid. De regio Midden- Holland verruimt deze wettelijke kaders naar situaties waarin geen sprake is van ernstig schadelijk gevolg of de dood van een jeugdige of een ouder, maar waar wel sprake is van (dreigende) maatschappelijke onrust en/of onveiligheid. Gelet op bovenstaande hanteren wij in de regio Midden-Holland dan ook aanvullende criteria die de bepaling van een calamiteit ondersteunen. Deze criteria helpen bij het inschatten van de situatie en het bepalen van de zwaarte/ernst van de calamiteit. Op basis hiervan kan het protocol in werking treden. De criteria zijn en/of: - Er is sprake of vermoeden van een strafbaar feit (OM is betrokken); - Er is melding gemaakt bij de Inspectie Jeugdzorg (of gezondheidszorg); - Er is (risico op) maatschappelijke onrust; - Er is sprake van een bestuurlijk afbreukrisico; - Er is (dreiging van) media-aandacht; - Een opeenstapeling van incidenten. Als bij een calamiteit direct zorgcoördinatie gewenst is en er sprake is van maatschappelijke onrust dan dient het Calamiteiten- en zedenteam van de GGD in te zetten. 1.2 Meldingsplicht van calamiteiten en incidenten In de huidige situatie zijn zorgaanbieders verplicht om calamiteiten direct te melden bij de Inspectie Jeugdzorg. In het geval van de Geestelijke Gezondheidszorg is dit de Inspectie Geestelijke Gezondheidszorg. De verplichting om te melden blijft ook aanwezig na invoering van de Jeugdwet (artikel 4.1.8 Jeugdwet). De meldingsplicht geldt alleen voor de jeugdhulp, maar niet in geval van preventie. Zorgaanbieders zijn niet verplicht om incidenten te melden bij de Inspectie (volksgezondheid/ geestelijke gezondheidszorg). Onder incidenten worden (in vergelijking met calamiteiten) relatief lichte verstoringen van de dagelijkse gang van zaken bij een instelling verstaan. Deze incidenten moeten wel geregistreerd en geanalyseerd worden en eenmaal per jaar wordt de rapportage hierover aan de Inspectie geleverd. Zorgaanbieders zijn gehouden aan de definitie van calamiteiten en seksueel misbruik zoals gesteld in de Kwaliteitswet Zorginstellingen, artikel 4a, lid 2 en lid 3: Lid 2 Onder calamiteit wordt verstaan een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot de dood van of een ernstig schadelijk gevolg voor een patiënt of cliënt van de instelling heeft geleid. 2

Lid 3 Onder seksueel misbruik wordt verstaan grensoverschrijdend seksueel gedrag waarbij sprake is van lichamelijk, geestelijk of relationeel overwicht. Een incident kan leiden tot een calamiteit. Wanneer escalatie dreigt, dient er door de zorgaanbieder direct opgeschaald te worden naar de wethouder van de desbetreffende gemeente en de NSDMH. Dit wordt vastgelegd in afspraken tussen aanbieders en gemeenten. De gemeente Zuidplas neemt bij escalatie haar wettelijke verantwoordelijkheid. Het is geen logisch gevolg om bij ieder, soms bedrijfsmatig, incident betrokken te willen zijn. Er is dan ook gekozen om geen meldingen van incidenten te ontvangen, maar gelijk aan het systeem van de Inspectie, eenmaal per kwartaal, via de NSDMH inzicht in en een analyse over het aantal incidenten te krijgen. Desgevraagd kunnen wij inzicht krijgen in de bevindingen van de inspectie volksgezondheid/ geestelijke gezondheidszorg. 1.3 Crises Ook vinden binnen het dagelijks functioneren van het gezin (de samenlevingsvorm) crises plaats die het samenleven drastisch verstoren. Onder een crises wordt: een ernstige verstoring van het alledaagse functioneren verstaan waarin de gebruikelijke oplossingsstrategieën tekort schieten. Door deze verstoring wordt het evenwicht tussen draagkracht (belastbaarheid) en draagkracht (belasting) overbelast in een samenlevingsvorm (gezin/ familieverband of partner setting). Voorbeelden van crises zijn kinder- en of oudermishandeling, verwaarlozing, suïcidepoging en of ernstige conflicten met adolescenten. In deze gevallen wordt door het desbetreffende gezin/ een medewerker van het Sociaal Team Zuidplas/ de buren of de Politie het AMHK of de crisisdienst van Jeugdbescherming West gealarmeerd. Welke vervolgens binnen het gezinssysteem interveniëren, waardoor de crises beslecht wordt en de leefbaarheid in de gezinsstructuur terugkeert. In uiterste gevallen heeft de burgemeester de mogelijkheid inwoners onder bewaring te stellen opgrond van IBS (in bewaring stelling). Een crises kan bij opeenstapeling van omstandigheden uiteindelijk leiden tot een calamiteit. Wanneer escalatie dreigt, dient er door het AMHK/ Jeugdbescherming West of het Sociaal Team Zuidplas direct opgeschaald te worden naar de burgemeester/ veiligheidsfunctionaris. 1.4 Visie op een lerende calamiteiten organisatie Het voorliggende calamiteitenplan Jeugdzorg is een dynamisch model. De gemeente Zuidplas wi zich verbeteren in het inspelen op calamiteiten. De gemeente Zuidplas wil nadrukkelijk inzetten op preventieve maatregelen en voegsignalering van ontwikkelings- en opvoedproblemen bij jeugdigen. Helaas zijn incidenten en calamiteiten niet altijd te voorkomen ondanks checks en balances in de jeugdzorgketen. 3

2. Het werkproces calamiteitenplan jeugdhulp Zoals in de inleiding beschreven zijn er in de regio Midden-Holland meerdere samenwerkingsverbanden tussen de 5 gemeenten (en externe partijen) op het gebied van zorg en veiligheid. De veiligheidsregio Hollands Midden, het Veiligheidshuis en de gemeenschappelijke regeling GGD Hollands-Midden zijn hier voorbeelden van. Binnen deze samenwerkingsverbanden zijn plannen rondom crisis ontwikkeld of nog in ontwikkeling. Op deze plannen willen wij als gemeente Zuidplas zoveel als mogelijk op aansluiten en gebruikmaken van bestaande werkwijzen en werkprocessen. Calamiteiten zijn vaak grensoverschrijdend en betreffen slechts zelden één domein. Daarnaast is het raadzaam om niet voor iedere vorm van calamiteit een apart werkproces te hanteren. Wanneer een calamiteit zich voordoet, moet er snel gehandeld worden. Het is dan prettig als dit volgens één werkproces kan, wat voor iedereen natuurlijk aanvoelt. Alleen dan zullen de lijnen ook op de uitgedachte wijze gevolgd worden. Rolverdeling en verantwoordelijkheid moeten daarom altijd vooraf helder zijn. Aansluiting bij regionale werkprocessen Om de verschillende vormen van calamiteiten goed op elkaar te laten aansluiten, is er gezocht naar de gemeenschappelijke deler. Deze is gevonden in de werkwijze (tevens lokale inzet) van het zedenen calamiteitenteam van de GGD. Bij nadere regeling zijn de afspraken hierover tussen GGD en de gemeenten in de regio s Midden-Holland en Holland Rijnland in 2010 vastgelegd. In het draaiboek calamiteiten en zedenzaken zijn de werkzaamheden en verantwoordelijkheden nader uitgewerkt (bijlagen 2 en 3). In de regio Midden-Holland is in geval van calamiteiten sinds 2006 het calamiteiten- en zedenteam van de GGD actief. De inzet van calamiteiten- en zedenteam heeft als doel, het voorkomen en beperken van gezondheidsproblemen en maatschappelijke onrust bij ingrijpende incidenten. Het team coördineert de psychosociale hulpverlening: wie doet wat, voor wie en wanneer? Op die manier draagt het team bij aan snelle en efficiënte hulpverlening: niet teveel en niet te weinig en altijd in nauw overleg met de betrokken instellingen. Bij grootschalige calamiteiten krijgt de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) conform de wet de bevoegdheid tot coördinatie van de geneeskundige hulpverlening, waar psychosociale hulpverlening onderdeel van uitmaakt. De Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR) kan in actie komen bij incidenten vanaf GRIP 2 1, waarbij personen een groot ongeval, crisis of ramp hebben meegemaakt. De PSHOR richt zich op: het bevorderen van het herstel van het psychisch evenwicht van de getroffenen om zodoende verwerkingsstoornissen te voorkomen; het bevorderen dat opgetreden verwerkingsstoornissen vroegtijdig worden herkend en adequaat worden behandeld. Tussen de gemeenten en de Veiligheidsregio Hollands Midden is afgesproken dat burgemeester lokaal verantwoordelijke is bij een sociale calamiteit met (mogelijke) maatschappelijke onrust. Deze positie is o.a. verkregen door diverse wettelijke bevoegdheden en taken, die voornamelijk gericht zijn op Openbare Orde en Veiligheid. Daarnaast zijn er aanvullende bevoegdheden bij de burgemeester 1 Bij de GHOR wordt gewerkt met de zogenaamde GRIP classificatie (GRIP = Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure). Hierbij wordt op basis van de aard en omvang van het incident een onderscheid gemaakt in 6 stadia (GRIP 0 t.m.5). Voor ieder stadium is de meest passende structuur (qua opvang en communicatie) geformuleerd. GRIP 0 = routine, GRIP 1 = incident + gecoördineerde multidisciplinaire inzet, GRIP 2 = grootschalig incident + gecoördineerde multidisciplinaire inzet, GRIP 3 = ramp/zwaar ongeval in één gemeente, GRIP 4 = ramp/zwaar ongeval in meerdere gemeenten, GRIP 5 = ramp/crisis in meerdere provincies/landen. 4

belegd, zoals de Wet Tijdelijk Huisverbod, de Wet herziening Kinderbeschermingsmaatregelen en Slachtofferhulp, die direct van toepassing kunnen zijn op de situatie van het kind. Sociale calamiteit met zeer grote maatschappelijke onrust Wanneer een sociale calamiteit met (mogelijke) zeer grote maatschappelijke onrust zich voordoet, kan op advies van de burgemeester een driehoek Plus en een gemeentelijk Sociaal Calamiteitenteam geformeerd worden. De driehoek van Burgemeester, politie en justitie wordt hierbij aangevuld met de wethouder Jeugd en optioneel het Zeden- en Calamiteiten Team van de GGD en een voor de calamiteit relevante partij. Dit kan zijn: Raad voor de Kinderbescherming of Veilig Thuis (GGD) of een betrokken zorgaanbieder zijn. De burgemeester (of zijn vertegenwoordiger) heeft de rol van voorzitter van het Driehoek Plus overleg. Wegingcriteria, die de burgemeester, hanteert om de driehoek Plus bijeen te roepen zijn: - Er is sprake of vermoeden van een strafbaar feit (OM is betrokken); - Er is melding gemaakt bij de Inspectie Jeugdzorg (of gezondheidszorg); - Er is (risico op) maatschappelijke onrust; - Er is sprake van een bestuurlijk afbreukrisico; - Er is (dreiging van) media-aandacht; - Een opeenstapeling van incidenten. Schematisch ziet de Driehoek Plus er als volgt uit: Driehoek (Plus) Portefeuillehouder Jeugd Burgemeester voorzitter Officier van Justitie Districtschef Politie Zeden- en Calamiteiten Team GGD Figuur 1 (optioneel) Het Gemeentelijk Sociaal Calamiteiten Team wordt gevormd door: de gemeentesecretaris (optioneel voorzitter), dan wel de adviseur veiligheid (optioneel voorzitter), adviseur Jeugd, coördinator van het Sociaal Team Zuidplas, de communicatie adviseur en vertegenwoordigers van het Zeden en Calamiteiten Team van de GGD (crisiscoördinator/ communicatieadviseur). Om hen heen kan een nader advieserend team geformeerd worden. De partijen in dit team hebben ieder een eigen rol en verantwoordelijkheid en vullen deze zo nodig binnen een eigen team weer aan. Dit is afhankelijk van de calamiteit die zich voordoet rondom de jongere/ jeugdige en de mogelijk betrokken of te betrekken hulpverlening. Schematisch, wordt dit op de volgende bladzijde nader uitgewerkt. Gemeentelijk Sociaal Adviseur Jeugd Communicatie adviseur Secretaris/Advi seur veiligheid (Vz) Overig Calamiteitent eam Zeden- en Calamiteiten Team GGD Coördinator Sociaal Team Adviseur Veiligheid Figuur 2 5

Overige betrokken instellingen De spelers aan tafel zijn in te vullen naar gelang de situatie dit vereist. Het domein Jeugd kan goed op bovenstaand proces aansluiten. Vanuit de rol van de gedelegeerde en gemandateerde taken hebben de NSDMH en het Sociaal Team Zuidplas een verantwoordelijkheid bij een calamiteit waar Jeugdhulp bij betrokken is. Zij moeten dus een rol krijgen in het proces, zoals dit in de regio is ontwikkeld. Concreet houdt dit in, dat zodra er een calamiteit zich voordoet in relatie tot Jeugdhulp, waarbij o.a. maatschappelijke onrust een factor is, de NSDMH en/of het Sociaal Team Zuidplas een plaats krijgt in het adviesteam rondom het Sociaal Calamiteitenteam. De adviseur Veilheid had al een plaats aan tafel, maar zal in het geval van een calamiteit rondom jeugd, samenwerken met de ambtenaar Jeugd. Naast de adviserende rol van de NSDMH zal bij een calamiteit binnen de NSDMH of bij het Sociaal Team Zuidplas ook een proces gaan lopen. Deze is meer op de inhoud gericht, zoals nalopen van contractafspraken, monitoring, aanspreekpunt zorgaanbieder en het borgen van de nazorg aan de direct en indirect betrokken etc. 6

3. Rolverdeling betrokkenen in geval van calamiteiten In deze paragraaf wordt per betrokken partij de rolverdeling uiteengezet. De informatiestroom is schematisch weergegeven in bijlage I. Rolverdeling burgemeester/wethouder Jeugd Bovenstaand werkproces gaat er vanuit dat de burgemeester een regiefunctie bekleed bij een sociale calamiteit. Vanuit Openbare Orde en Veiligheid is dit ook een logische redenatie. De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. De kwaliteit van de zorg is echter belegd bij de wethouder Jeugd. Zorgaanbieder en Inspectie Jeugdzorg/Gezondheidszorg (Inspectie) - De zorgaanbieder maakt melding van de calamiteit bij de Inspectie Jeugdzorg, de gemeente en de NSDMH; - De Inspectie start een onderzoek en stelt een feitenrelaas op; - Bij vermoeden van een strafbaar feit schakelt de Inspectie de politie in; - De Inspectie heeft de regie over het onderzoek; - De zorgaanbieder werkt volledig mee aan het onderzoek van de Inspectie. - De zorgaanbieder wordt eventueel door de burgemeester betrokken in het Driehoek Plus overleg - De zorgaanbieder wordt eventueel door de voorzitter bij het sociaal calamiteitenteam van de gemeente betrokken Gemeente - De adviseur veiligheid maakt i.s.m. de adviseur jeugd de situatieschets o.b.v. de term calamiteit/ incident/crisis; - De wethouder Jeugd/ Burgemeester informeert het college van B&W en de gemeenteraad over de gebeurtenis in geval van een calamiteit (afhankelijk van de casuïstiek); - De burgemeester verzoekt tot opschaling van het calamiteitenplan Jeugdhulp gemeente Zuidplas; Hierbij kan hij er voor kiezen: o Tot directe opschaling naar het Calamiteiten- en Zedenteam van de GGD welke in haar functioneren ondersteund wordt door het (te alarmeren) Gemeentelijk Sociaal Calamiteiten Team o Tot opschaling naar de Driehoek Plus en het ondersteunende Gemeentelijke Sociaal Calamiteiten Team. o Opschaling naar een GRIP 3 calamiteit. Nader uitleg Driehoek Plus: De burgemeester treedt op in het Driehoek Plus overleg en laat zich informeren door de adviseur veiligheid; - De voorzitter (adviseur veiligheid ofwel de secretaris) formeert een Gemeentelijk Sociaal Calamiteiten Team waarin het zeden- en calamiteiten team van de GGD aansluit. - De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voor de coördinatie en de regie van het Jeugdhulpsysteem bij de GGD belegd (publieke zorg voor jeugd, calamiteiten- en zedenteam; - De burgemeester voert zijn rol bij maatschappelijke onrust en slachtofferbegeleiding; - De burgemeester (of vertegenwoordiger) treedt op als voorzitter van het Driehoek Plus overleg; - De burgemeester ziet toe op de nazorg voor betrokkenen bij de calamiteit, die het Gemeentelijk Sociaal Team initieert in samenwerking met de coördinator Zeden- en Calamiteitenteam van de GGD. 7

- De burgemeester en de wethouder Jeugd zoeken afstemming over het voeren van persgesprekken (het woordvoerderschap dient in nauw overleg afgestemd te worden, de burgemeester heeft hierbij op grond van zijn verantwoordelijkheden wat betreft openbare orden en veiligheid bij voorkeur de lead); - De wethouder Jeugd informeert, indien van toepassing, de wethouders van de buurgemeenten; NSDMH De directeur van de NSDMH neemt kennis van de melding calamiteit en vertaalt dit door in het contractmanagement ; - De directeur van de NSDMH draagt zorg voor de evaluatie van een calamiteit; - De directeur van de NSDMH draagt zorg voor de (keten)samenwerking in de jeugdhulp; NB: Op ieder moment kan door de burgemeester en of de leden van de veiligheidsdriehoek besloten worden tot het opschalen naar de GRIP-procedure. In dat geval zal overgegaan worden naar een GRIP, omdat deze betrekking heeft op een sociale calamiteit. 4. Evaluatie en doorontwikkeling calamiteitenplan Jeugdhulp Zoals u op de eerste pagina heeft kunnen lezen, wordt het calamiteitenplan gefaseerd opgesteld. Na vaststelling van dit plan wordt naar aanleiding van sessies calamiteiten Jeugdhulp het plan verder aangescherpt en uitgewerkt. Het beleidskader zoals het nu voor u ligt, en wat ook wordt aangevuld met een praktisch werkproces, is naar zo goed mogelijk inzicht geschreven. Er is informatie opgehaald bij partijen die ervaringen hebben op het gebied van calamiteiten, zoals de GGD en de Veiligheidsregio. Na iedere calamiteit moet er voldoende tijd en aandacht worden besteed aan de evaluatie van de bewandelde proceskeuzen. Dit moet leiden tot verbeteringen van de werkdocumenten en indien nodig, ook het beleidskader. Hierbij moet men wel alert zijn dat de visie op de jeugdhulp voorop blijft staan, zoals die met elkaar is vastgesteld. Binnen ieder systeem kunnen en zullen calamiteiten zich voordoen. Bijlagen 1. Procesplaat en nader uitleg calamiteiten jeugdhulp 2. Nadere regeling calamiteiten en zedenzaken GGD 3. Draaiboek zeden- en calamiteitenteam GGD 8