convenant betreffende de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij vrijplaatsen BESLUITEN

Vergelijkbare documenten
Nota van B&W. Onderwerp Handhavingsconvenant Haarlem. Bestuurlijke context. B&W-besluit:

Convenant integrale overheidshandhaving

Regionaal kaderconvenant integrale overheidshandhaving

Rapport. Datum: 13 december 2007 Rapportnummer: 2007/306

Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI

BESLUITEN. B&W- nr.: d.d Plan van Aanpak Trekvaartplein en de noodzaak van integrale handhaving

OVEREENKOMST TUSSEN CENTRAAL JUSTITIEEL INCASSOBUREAU BELASTINGDIENST

Convenant. tussen. Gemeente Amsterdam. Politie Amsterdam - Amstelland District 5, West, wijkteam Lodewijk van Deyssel en. Woningstichting Eigen Haard

SAMENWERKINGSCONVENANT

Belastingdienst. Inspectie Leefomgeving en Transport. Convenant tussen de Belastingdienst en. Autoriteit woningcorporaties. Datum 15 juni 2019

BB.nr d.d

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

Convenant BIBOB Ministerie van Justitie / Ministerie van Financiën

SAMENWERKINGSCONVENANT

onderwerp Convenant "Het tegengaan van identiteits- en documentfraude Noord-Holland"

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Dit is een product van gemeente Den Haag Oktober Convenant

Convenant inzake de samenwerking bij het tegengaan van ontoelaatbaar gedrag van (i) externe

Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.

Gelet op de uitkomsten van de evaluatie van het op 13 februari 2013 ondertekende convenant;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De ondergetekenden, Zijn het volgende overeengekomen: Er is een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid.

Convenant inzake de samenwerking bij het tegengaan van ontoelaatbaar gedrag van (i) externe

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Samenwerkingsconvenant Gemeente Den Haag Staedion Vestia Haag Wonen Arcade. Bestrijding onrechtmatig gebruik van corporatiewoningen

Convenant. 3elasting ienst. voor de gegevensuitwisseling tussen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de Belastingdienst. Versie 1.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Handhavingsverordening PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Groesbeek gemeente Groesbeek 2015

Convenant voor gegevensuitwisseling tussen Politie en beveiligingsorganisaties en organisatoren van evenementen

Casenr: Onderwerp: Huisvestingsverordening Standplaatsen en Woonwagens gemeente Drimmelen Raadsbesluit

Samenwerkingsconvenant. tussen. Arbeidsinspectie, Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. Immigratie- en Naturalisatiedienst

BELEIDSREGELS ONTHEFFINGEN PARKEERSCHIJFZONE DEDEMSVAART CENTRUM

Collegevoorstel. Zaaknummer Nieuwe bewerkersovereenkomst IKZ en mandaat

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

Convenant Inzake samenwerking tussen: de Belastingdienst/Douane en de Financial Intelligence Unit-NI

CONVENANT AANPAK DRUGSPANDEN EN HENNEPKWEKERIJEN IN DE GEMEENTE WOENSDRECHT.

19 december Verlengd Convenant inzake de Samenwerking tussen het Ministerie van Onde ijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Financiën

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Samenwerking aanpak verzekeringsfraude en gerelateerde criminaliteit

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. XXXXXX 2015, nr. XXXXXX;

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

Convenant PSHi Protocol Drenthe

Beleidsregels voor het verlenen, wijzigen en intrekken van standplaatsvergunningen

kenmerk De ondergetekenden:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2001, nummer 7/90.01;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet;

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

de integrale toepassing en handhaving van overheidsrege -ngen bij vrijplaatsen.

Convenant. va n. Fraudehel pdes k. n 1. aan

Datum: 25 september 2014 Portefeuillehouder: burgemeester Renkema

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

CONVENANT. Veiligheid op scholen van het Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs in LELYSTAD

Convenant inzake samenwerking op het gebied van toezicht op accountantsorganisaties. tussen

Voor een nadere toelichting wordt u verwezen naar het bijgevoegde voorstel van het bestuur van IZA Nederland en de aanbeveling van het CvA.

Verordening Stimuleringsfonds. voor de minima

het College bescherming persoonsgegevens, gevestigd in Den Haag, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter, hierna te noemen: het CBP

Model Leegstandverordening

2005. Nr. : Dnst. : BOWO

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B ;

Huisvestingsverordening Papendrecht 2005

OVEREENKOMST. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), vertegenwoordigd door de heer Georges CARLENS, administrateur generaal,

Samenwerkingsovereenkomst Buitengewoon Opsporing Ambtenaren Domein III Onderwijs (Leerplicht) gemeenten Enschede, Losser, Oldenzaal, Dinkelland

REGIONAAL CONVENANT Bestuurlijke aanpak Georganiseerde Misdaad voor de regio Oost-Nederland

POLITIE DCMR. nrrna. Rijnmond. milieudienst. Convenant gegevensuitwisseling tussen de politie Rotterdam-Rijnmond en de DCMR Milieudienst Rijnmond

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties

Raadsvoorstel Nummer:

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Regeling budgethouderschap van de gemeente Heusden

Klachtenregeling ongewenste intimiteiten openbaar

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de gemeentelijke warenmarkten;

Interne Klachtenregeling gemeente Valkenswaard 2011

Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek van.;

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING HOLLAND RIJNLAND

Verordening klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel

CONVENANT TUSSEN BELASTINGDIENST

de hierna volgende Verordening cliëntenparticipatie Halte Werk gemeente Langedijk 2015 vast te stellen.

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. 3. Inleiding. 3.1 Aanleiding, achtergrond. Agenda nr.11

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam,

Datum 2 januari 2018 collegevergadering : raadsvergadering : Portefeuillehouder : Volgnummer :

Convenant informatie-uitwisseling aanpak hennepteelt Regio Midden West Brabant

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van..

Onderwerp: Uitvoeringsregeling informatieverstrekking De directeur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus ;

Beleidsregels toewijzen woonwagenstandplaatsen Gouda

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen

Onderwerp Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

Panta Rhei Zorg BV & Panta Rhei Beheer en Bewind BV, gevestigd in Emmeloord. Hierna te noemen Panta Rhei.

Voorstel Koepelbesluit Oost-Nederland

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Splitsingsverordening

Impuls Kindercampus PRIVACYREGLEMENT

De huisvestingsverordening gemeente Epe 2015 vast te stellen.

Gastouderbureau Alles Kids Zoetermeer Privacyreglement

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Convenant. Belastingdienst / SenterNovem DV 308 1Z*1ED

Beleidsregels ontheffingen parkeerschijfzones Centrum Sectie 1 en Breukelen zuid Sectie 2

Burgemeester en wethouders van Boxmeer; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van Boxmeer d.d. 21 mei 2002 B E S L U I T E N :

Richtlijn Bescherming Persoonsgegevens

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

Transcriptie:

Behoudens advies van de commissie ABA B&W- nr.: 05.1507 d.d. 20-12-2005 Onderwerp convenant betreffende de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij vrijplaatsen BESLUITEN Samenvatting 1. Bijgevoegd convenant betreffende de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij vrijplaatsen tussen gemeente Leiden, Openbaar Ministerie, Politie District Leiden Voorschoten en Belastingdienst Holland-Midden vast te stellen. 2. Dit besluit ter kennis te brengen van de Commissie voor Bestuur en Veiligheid en de gemeenteraad. 3. De directeur Dienst Bouwen en Wonen verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van dit convenant. Het college heeft geconstateerd dat bij tal van doelgroepen sprake is van overtredingen en normafwijkend gedrag. Optreden daartegen is noodzakelijk. Hiervoor zal een samenwerkingsovereenkomst met het Openbaar Ministerie, de Politie en de Belastingdienst worden aangegaan betreffende de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij vrijplaatsen

RAADSAANBIEDINGSFORMULIER Commissie voor Bestuur en Veiligheid REG.NR: 05.1507 Voorstel van : J.E. Veen B&W Telefoon : 5784 Portefeuillehouder(s) : H.J.J. Lenferink Email : j.e.veen@leiden.nl Datum B&W : 8 november 2005 Titel: Convenant betreffende de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij vrijplaatsen Voorstel: N.v.t. (ter kennisname) Korte inhoud document: Op initiatief van de gemeente Leiden is mede na intensief overleg met de Politie District Leiden Voorschoten het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst Holland-Midden, bijgevoegd convenant betreffende de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij vrijplaatsen opgesteld. Partijen gaan dit samenwerkingsverband aan ter verwezenlijking van de integrale aanpak van het overheidsoptreden en bij de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij vrijplaatsen. Deze overeenkomst is voorwaarde om informatie uit te wisselen die nodig is om de samenwerking en de integrale aanpak effectief en efficiënt te laten verlopen. Afgesproken is dat de overeenkomst vrij breed is opgesteld. Het samenwerkingsverband heeft betrekking op vrijplaatsen. Soort onderwerp: (I/M/B) Deadline behandeling raad Ter kennisname Z.s.m. Financiële consequenties Geen Commissie: (naam commissie) d.d. (datum commissie) Gemeenteraad d.d. (datum raad) Griffie: par. d.d. Naam: Tst 516 Emailadres:

Bijlage 1 Convenant betreffende de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij vrijplaatsen De Staatssecretaris van Financiën voor de Belastingdienst, met name de Belastingdienst Holland- Midden, de Belastingdienst/ FIOD-ECD en de Belastingdienst Douane West, te dezen vertegenwoordigd door Mr. J. Thunnissen, directeur generaal van de belastingdienst, De gemeente Leiden, vertegenwoordigd door de burgemeester van Leiden, de heer drs. H.J.J. Lenferink, Het Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket Den Haag, vertegenwoordigd door de gebiedsofficier van justitie, Mr. M.J. Horstman en Politieregio Hollands Midden, District Leiden Voorschoten, te dezen vertegenwoordigd door de districtschef de heer P. van Musscher Komen overeen: Hun onderlinge samenwerking en integrale aanpak bij de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij vrijplaatsen vorm te geven zoals hierna omschreven. Informatie uit te wisselen die nodig is om de samenwerking en de integrale aanpak effectief en efficiënt te laten verlopen. Artikel 1. Doelstellingen Op initiatief van gemeente Leiden gaan Partijen een samenwerkingsverband aan ter verwezenlijking van de integrale aanpak van het overheidsoptreden binnen het grondgebied van gemeente Leiden, gelegen binnen het Politieregio Hollands Midden, District Leiden Voorschoten en het Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket Den Haag en mede ter verwezenlijking van de volgende individuele taakstellingen: 1.1 Wat betreft de Gemeente Het doeltreffender bestrijden van de overlast en de illegale/ onrechtmatige praktijken als gevolg van handelen en/ of nalaten van de doelgroep waarop de samenwerking gericht is. Het overheidsoptreden, gericht op bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving, doelmatiger en doeltreffender maken. Het handhaven en bevorderen van de veiligheid van de bewoners en omwonenden. 1.2 Wat betreft de Belastingdienst Het overheidsoptreden gebaseerd op de fiscale regelgeving en de niet fiscale douanetaken bij de in artikel 2 genoemde doelgroep, gericht op bestuurlijke handhaving, doelmatiger en doeltreffender maken. Het overheidsoptreden gebaseerd op de fiscale regelgeving en de niet fiscale douanetaken bij de in artikel 2 genoemde doelgroep, gericht op strafrechtelijke handhaving door de FIOD-ECD, doelmatiger en doeltreffender maken.

1.3 Wat betreft de Politie Hollands Midden en het Arrondissementsparket Den Haag Het doeltreffender bestrijden van de criminaliteit (OM en Politie) en handhaven van de openbare orde (Politie) bij de doelgroep waarop de samenwerking gericht is. Het overheidsoptreden, gericht op bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving, doelmatiger en doeltreffender maken. Artikel 2. Het doel van de samenwerking De samenwerkingsovereenkomst richt zich op de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij vrijplaatsen. Onder vrijplaatsen wordt in het algemeen verstaan: groepen of locaties waar een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij structurele fraude van wezenlijke betekenis is. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaal culturele hindernis. Om de samenwerking in te kaderen geld als voorwaarde dat de feitelijke samenwerking zich alleen richt op vrijplaatsen welke in het lokale driehoeksoverleg, in aanwezigheid van en in samenspraak met een vertegenwoordiger van de Belastingdienst, op basis van een plan van aanpak (voorzien van een analyse), zijn vastgesteld. Dit houdt in dat indien één van de partners in dit samenwerkingsverband hiertoe concrete aanleiding ziet een voorstel doet aan het districtscollege om de samenwerking van toepassing te verklaren tot andere vrijplaatsen. Ten minste één keer per jaar wordt in het lokale driehoeksoverleg in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de Belastingdienst de uitvoering van dit convenant besproken waarbij in ieder geval aan de orde komt hoe de samenwerking verloopt en welke integrale acties hebben plaatsgevonden en nog gaan plaatsvinden. De samenwerking op grond van dit convenant is aanvullend op projecten die in het kader van integrale overheidshandhaving en in het kader van interventieprojecten al worden uitgevoerd. Artikel 3. De opzet van de samenwerking Het in onderling overleg en wederzijdse afstemming richting geven aan de samenwerking door middel van het bij elkaar brengen van activiteiten en het brengen van samenhang hierin. Het genereren en analyseren van informatie over de doelgroep die nodig is met het oog op het realiseren van de hierboven omschreven doelstelling(en). Het onderling uitwisselen van de informatie die beheerd wordt door ieder der partijen. Convenantpartijen sluiten elke aansprakelijkheid jegens elkander uit. Artikel 4. Planning, financiën en control Partijen dragen ieder zelf de kosten die de samenwerking en de informatie-uitwisseling met zich meebrengen. Voor de als gevolg van het convenant gegenereerde opbrengsten geldt dat deze hun normale, door de wetgever beoogde bestemming volgen. Partijen nemen deel aan de in artikel 7 genoemde overlegstructuren. Partijen komen halfjaarlijks met een voortgangsrapportage over het effect van de samenwerking en informatie-uitwisseling. Naar aanleiding van de resultaten uit deze voortgangsrapportage kan het convenant worden aangepast. Partijen zijn ieder zelf verantwoordelijk voor de resultaatmeting, bewaking en beheersing van hun eigen activiteiten in het kader van het convenant, welke als zodanig deel uitmaken van de reguliere evaluaties van hun organisaties.

Artikel 5. Informatie-uitwisseling De convenantpartners verplichten zich over en weer met inachtneming van de wettelijke bepalingen die informatie te verstrekken die nodig is om de samenwerking effectief en efficiënt te laten verlopen. De politie is daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet politieregisters en het Besluit politieregisters. Het Openbaar Ministerie is daarbij gehouden aan de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en aan de Aanwijzing verstrekking van strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden. Beiden zijn in werking getreden op 1 september 2004. De gemeente is daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens. De Belastingdienst is daarbij in ieder geval gehouden aan de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Wet bescherming persoonsgegevens en het Voorschrift informatieverstrekking (VIV). De FIOD-ECD is daarbij bovendien gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet politieregisters. Gelet op het voorgaande dat het verstrekken van genoemde informatie in overeenstemming is met het door de Staatssecretaris van Financiën in 2.2, onderdeel b, van het Voorschrift informatieverstrekking 1993 neergelegde beleid met betrekking tot informatieverstrekking door de Belastingdienst en dat de Staatssecretaris van Financien door ondertekening van deze overeenkomst zijn goedkeuring aan de informatieverstrekking heeft verleend. Binnen de hiervoor genoemde wettelijke kaders zal de gegevensuitwisseling en de aanwending van de verkregen gegevens uitsluitend plaatsvinden ten behoeve van een goede vervulling van de publieke taak van de diverse partijen. Het Openbaar Ministerie zal daarbij in iedere afzonderlijke concrete zaak een afweging maken omtrent het al dan niet verstrekken van informatie op basis van een voldoende gemotiveerd verzoek. Met in achtneming van het voorgaande maken partijen in de stuurgroep afspraken over de wijze van verstrekking van informatie en over de waarborgen waaronder dit gebeurt. Artikel 6. Geheimhouding/ privacy De gegevens worden uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij zijn verstrekt. Gegevens worden zonder toestemming van de verstrekker niet overgedragen of ter beschikking gesteld van niet convenantpartners en zijn niet raadpleegbaar voor niet convenantpartners. Geheimhoudingsvoorschriften in wet- en regelgeving van de convenantpartners worden in acht genomen. Het gestelde hieromtrent in respectievelijk de Wet politieregisters, het Besluit politieregisters, de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wet Justitiële en Strafvorderlijke gegevens, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en het Voorschrift informatieverstrekking (VIV) zal daarbij in acht worden genomen. Convenantpartijen sluiten elke aansprakelijkheid jegens elkander voor schade op grond van deze overeenkomst uit. Artikel 7. Structuur van de samenwerking. Er is een Stuurgroep geformeerd onder leiding van de Burgemeester van Leiden waarin de convenantpartners bestuurlijk zijn vertegenwoordigd en gemandateerd zijn om hun organisatie te binden in relatie tot de gemaakte samenwerkingsafspraken. De Stuurgroep maakt afspraken over de regeling van zijn werkzaamheden. Daarnaast is er een coördinatieteam Handhaving samengesteld waarin alle convenantpartners vertegenwoordigd zijn op tactisch niveau. In dat team worden concrete afspraken gemaakt over de

uitvoering van in de Stuurgroep afgesproken integrale handhavingactiviteiten en/ of toepassing van overheidsregelingen. Tevens kunnen in dat team werkafspraken worden gemaakt over de uitvoering van activiteiten die voortvloeien uit de individuele doelstellingen van de convenantpartijen. In dat laatste geval gaat het vaak om één convenantpartij die afspraken maakt met de Politie Hollands Midden omdat de sterke arm nodig is om tot uitvoering over te kunnen gaan. Bij het daadwerkelijk beschikbaar stellen van de capaciteit van de sterke arm heeft de politie een regiefunctie in de mogelijkheid om de activiteiten van de convenantpartijen te combineren. Artikel 8. Veiligheidsaspecten Waar nodig zorgt de politie conform het gestelde in artikel 7 voor voldoende capaciteit om de sterke armfunctie te kunnen vervullen, zodanig dat de convenantpartners hun werkzaamheden kunnen vervullen met gebruikmaking van hun bevoegdheden. Het besluit over de in te zetten politie capaciteit zal genomen worden in het driehoeksoverleg. Bij het beletten en/ of belemmeren van ambtshandelingen, het plegen van wederspannigheid en bij strafbare feiten (o.a. mishandeling, bedreiging en vernieling) tegen de persoonlijke integriteit zal de politie een opsporingsonderzoek uitvoeren en zo mogelijk proces-verbaal opmaken tegen de verdachten. Het Openbaar Ministerie Den Haag zal afhankelijk van de resultaten van het opsporingsonderzoek in beginsel overgaan tot vervolging van de strafbare feiten. In overeenstemming met de voor het Openbaar Ministerie geldende richtlijnen en aanwijzingen. Medewerkers (van alle convenantpartners) die hiermee worden geconfronteerd, worden geacht aangifte te doen bij de politie. Daarbij kiezen ze domicilie bij hun eigen organisatie. Artikel 9. Bevoegdheden Medewerkers van de convenantpartners mogen uitsluitend worden ingezet voor het verrichten van de werkzaamheden waarvoor zij bevoegd zijn. Artikel 10. Voorlichting en contacten met media De in artikel 7 genoemde Stuurgroep maakt afspraken over (voorgenomen) voorlichtingsactiviteiten en contacten met de media. Een en ander op basis van een advies van de Communicatie- en Voorlichtingsafdelingen van de convenantpartners. Geen van de convenantpartners zal zonder voorafgaande toestemming van de overige convenantpartners in publicaties of reclame-uitingen van deze overeenkomst melding maken. Artikel 11. Signaleren van belemmeringen Wanneer naar de mening van partijen wettelijke kaders de samenwerking en/of de informatieverstrekking in de weg staan leggen zij dit voor aan de betrokken bewindslieden. Het Openbaar Ministerie Den Haag kan in deze gevallen het College van Procureurs-Generaal informeren dat vervolgens beslist of de gesignaleerde belemmering aan de Minister van Justitie wordt voorgelegd. Artikel 12. Toetreding Dit convenant staat open voor toetreding door andere overheidsinstellingen die in relatie tot de doelgroep gelijke doelstellingen nastreven als de huidige convenantpartners. Een nieuwe partner kan door een aanvraag in te dienen bij de Burgemeester van Leiden, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de in artikel 7 bedoelde Stuurgroep, toestemming vragen om toe te treden tot dit convenant. Na goedkeuring van alle convenantpartners kan de nieuwe partner toetreden via ondertekening van een bijlage bij het convenant.

Artikel 13. Uitvoering en wijziging Waar nodig maken partijen in de stuurgroep nadere afspraken om een goede uitvoering van dit convenant te verzekeren. Wijzigingen of aanvullingen van dit convenant dienen door alle convenantpartners te worden bekrachtigd. Artikel 14. Inwerkingtreding, opzegging en beëindiging Dit convenant treedt in werking op 1 januari 2006 en loopt tot 1 januari 2008 en kan eenzijdig worden opgezegd, zulks met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden, of op elk moment zonder opzegtermijn wanneer dit gebeurt met instemming van alle partijen, kan verlengd worden na een voorafgaande evaluatie van de bereikte effecten. Aldus overeengekomen te Leiden op 22 december 2005, Staatssecretaris van Financiën, voor deze Mr. J. Thunnissen directeur generaal van de belastingdienst Burgemeester van Leiden Drs. H.J.J. Lenferink Districtschef Politie Leiden Voorschoten P. van Musscher Openbaar Ministerie Mr. M.J. Horstman Gebiedsofficier Leiden Voorschoten, Arrondissementspakket Den Haag

Bijlage 2 Beleidsregels toewijzing standplaatsen woonwagens Leiden Het Dagelijks bestuur van Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland overwegende dat: - het noodzakelijk is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de toewijzing van standplaatsen voor woonwagens ; - het dagelijks bestuur rekening wenst te houden met op basis van het verleden te erkennen aanspraken; besluit: vast te stellen: Beleidsregels toewijzing standplaatsen aan woonwagenbewoners. Artikel 1 Begripsbepalingen a. college:het college van burgemeester en wethouders van Leiden b. huishouden: een alleenstaande danwel twee of meer personen die aantoonbaar een duurzame en gemeenschappelijke huishouding voeren zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek ofwel willen gaan voeren wat tot uitdrukking wordt gebracht door geregistreerd partnerschap en het gezamenlijk ondertekenen van een huurcontract of eigendomscontract d. huisvestingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Huisvestingswet e. peildatum: de datum 1 november 1999 waarop de hoofdbewoner feitelijk moet hebben gewoond op het woonwagencentrum Trekvaartplein en opgenomen was in de Gemeentelijke Basisadministratie of op andere wijze kan aantonen dat hij/zij feitelijk woonachtig was op het woonwagencentrum Trekvaartplein f. Regionale Woonwagencentra Rayon Leiden: de gemeenschappelijke regeling op basis van artikel 2 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, hierna te noemen het Woonwagenschap g. standplaats: een kavel bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van de gemeente kunnen worden aangesloten h. woonwagen: een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en die in zijn geheel kan worden verplaatst i. Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland: de gemeenschappelijke regeling van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Artikel 2 Reikwijdte beleidsregels Deze beleidsregels zijn van toepassing op nieuwe standplaatsen die in de gemeente Leiden worden gerealiseerd Artikel 3 Verbod innemen standplaats Het is verboden op de door het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Leiden aangewezen plaatsen zonder schriftelijke huisvestingsvergunning een standplaats in te nemen;

Artikel 4 Toewijzingsnormen 4.1. Gemeente Leiden wijst een nieuwe standplaats toe aan een hoofdbewoner die op de peildatum woonachtig was op het Trekvaartplein op het in de lijst van 1 november 1999 aangegeven adres, en die op het moment van toewijzing van de nieuwe standplaats nog steeds op dat adres woonachtig is 4.2. Bij toewijzing van een nieuwe standplaats geldt de volgende rangorde: 4.2.1. Toewijzing geschiedt in de eerste plaats aan hoofdbewoners van de huisnummers Trekvaartplein 1 tot en met 81, zoals opgenomen in de lijst van 1 november 1999; 4.2.2. de toewijzing geschiedt in volgorde van degene die aantoonbaar het langst woonachtig is op het TVP Bij gelijke woonduur gaat de leeftijd voor; 4.2.3. in bijzondere gevallen kan aan een andere persoon een standplaats worden toegewezen. Wanneer sprake is van een bijzonder geval staat ter beoordeling van het dagelijks bestuur. Artikel 5 Aanvragen van vergunning 5.1. De hoofdbewoner die op basis van artikel 4 een standplaats heeft toegewezen gekregen, kan een schriftelijke aanvraag indienen voor een huisvestingsvergunning bij het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. 5.2. Het bestuur stelt daartoe een aanvraagformulier vast; 5.3. De aanvrager verstrekt daarbij de volgende gegevens: a. de naam, adres, woonplaats, burgerlijke staat van de aanvrager en de eventuele personen die tot zijn huishouden behoren; b. het huidige adres en het adres van de herkomst; c. het adres, met aanduiding van het huisnummer, van de locatie waar de aanvrager een standplaats zal gaan innemen. Artikel 6 Verleningscriteria en voorwaarden 6.1. Een huisvestingsvergunning wordt verleend voor bepaalde tijd, is persoonsgebonden en niet overdraagbaar; 6.2. De geldigheid van een verleende vergunning eindigt zodra aan een huishouden een nieuwe huisvestingsvergunning wordt verstrekt. 6.3. Een huisvestingsvergunning wordt slechts verleend aan de (hoofd)bewoners die overeenkomstig artikel 4 een nieuwe standplaats heeft toegewezen gekregen en kan aantonen dat er ten behoeve van hem/haar en eventueel degenen die tot zijn/haar huishouden behoren een woonwagen wordt gebouwd. 6.4. Een huisvestingsvergunning wordt slechts verleend indien de (in aanbouw zijnde) woonwagen voldoet aan alle daaraan gestelde of te stellen wettelijke eisen; Artikel 7 Intrekkingsgronden Het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland kan een huisvestingsvergunning intrekken indien: a. de standplaats niet binnen een termijn van vier weken na de dag van verzending van de vergunning is ingenomen; deze termijn kan op verzoek voor de duur van ten hoogste zes maanden worden verlengd indien de bouw langer duurt. b. de vergunninghouder schriftelijk heeft verklaard van de vergunning geen gebruik te zullen maken; c. er sprake is van onjuistheid van de gegevens die de aanvrager heeft verstrekt d. vergunninghouder handelt in strijd met een of meer bepalingen uit deze beleidsregels. Artikel 8 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan in gevallen waar de toepassing van deze beleidsregels leidt tot onbillijkheid van overwegende aard, van deze beleidsregels afwijken. Artikel 9 Citeertitel Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels toewijzing standplaatsen woonwagenlokaties Leiden. Artikel 10 Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking per Aldus vastgesteld door het Gemeenteraad van Leiden in de vergadering van De voorzitter, De secretaris, \