1.1 Aanleiding. 1.2 Opvolging van het raadsbesluit. Aan de voorzitter van de commissie Samenleving. Geachte heer Aydin,

Vergelijkbare documenten
Sociale wijkzorgteams Den Haag

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT

Uw kenmerk. Onderwerp: Navolging onderzoek Maatschappelijke opvang reactie plan van aanpak college

De ontwikkeling van Haagse Sociale Wijkzorgteams in perspectief

Onze punten van zorg en onze aanbevelingen hebben betrekking op de volgende onderwerpen die in de bijlage nader worden uitgewerkt:

Rekenkameronderzoek Wmo en Jeugdhulp: informatievoorziening aan de gemeenteraad. Presentatie rapport en lokale zorgmeter (digitale tool)

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Bestuurlijk hoor en wederhoor onderzoek mantelzorgbeleid

OP EIGEN KRACHT. Onderzoek naar voorwaarden voor doeltreffend en doelmatig functioneren van Sociale wijkzorgteams in Den Haag

Conclusies Inspectie De Inspectie heeft zich in haar onafhankelijke onderzoek gefocust op de lokale

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Raadsvoorstel. Vergadering van : Agendanummer : Onderwerp : Wmo Beleidsvisie Programma : Met elkaar voor elkaar

ONDERWERP DATUM BIJLAGEN. Reactie op advies nr.4 10 november 2016 Verzonden: 10 november 2016 BEHANDELD DOOR DOORKIESNUMMER ONZE REFERENTIE

gemeente Bergen op Zoom.

Zorgt de gemeente Den Haag ervoor dat de subsidies die ze verstrekt doeltreffend en doelmatig zijn?

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Zicht op doorwerking

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

De gemeenteraad. Cc college van b&w. Geachte leden van de gemeenteraad,

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Venlo

Verbeterplan inkoopfunctie

Geachte voorzitter, RIS Aan de leden van de Commissie Samenleving. Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten. Beleid

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Reactie op advies Mantelzorgondersteuning en waardering

Gemeente Haarlem. Drs. Jur Botter, MPA. Retouradres: Stadhuis, Postbus PB Haarlem

Quick Scan opvolging aanbevelingen schuldhulpverlening. Plan van Aanpak

RIS Geachte mevrouw Özmen,

Doorontwikkeling gebiedsgericht werken Sociaal Domein. 7 juni 2016 Presentatie voor Wmo-raad

Stichting Thuiszorg Midden Gelderland T.a.v. de Raad van bestuur Postbus CD Arnhem

Geachte voorzitter, BOW/ RIS Aan de voorzitter van de Commissie Samenleving. Erik de Jong en Maaike Heijnen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Onderzoeksplan decentralisatie Jeugdzorg

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Purmerend

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE

Grondslag De Beleidsagenda Sociaal domein (in 2015 vastgesteld) en het Transformatieplan (in 2017 vastgesteld).

Opvolging aanbevelingen 2017

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal

Zienn gaat verder. Jaarplan 2014

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel

Quick scan programmabegroting. Bestuurlijk rapport. Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn

Instructie cliëntprofielen

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Investeren in gelijke gezondheidskansen: winst voor meerdere beleidsdomeinen

Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG): ondertekening samenwerkingsovereenkomst en voortgang

Jan Wibier secretaris-directeur

Drs. Joyce Langenacker wethouder Werk, Economische Zaken, Sociale Zaken (Participatiewet), Wonen, Coördinatie Sociaal Domein

Rapport Stichting Brentano Amstelveen (Hulp bij huishouden)

gemeente werkendam Raadsinformatiebrief werkendam.n 15 JAN 20U Brief van het college aan de raad Kennisnemen van deze informatie.

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Mevrouw drs. E.I. Schippers Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG. Geachte mevrouw Schippers,

RAADSVOORSTEL. Rekenkamerrapport 'Werk aan de winkel met het re-integratiebeleid. Aan de leden van de raad,

Geachte voorzitter, RIS Aan de leden van de Commissie Samenleving. Maaike Heijnen. Onderwijs, Cultuur en Welzijn.

AAN DE RAAD. Raadsvergadering d.d. : 26 juni 2014 Voorstelnummer : Portefeuillehouder : E. Hollenberg Carrousel d.d.

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB RV

Raadsbrief. Datum: 15 mei 2018 Verzenddatum 22 mei Behandeld door: Zaak: Herman Kamminga

Mlc. Gemeente Delft. drs. T.W. Andriessen 1,s. , burgemeester drs. G.A.A. Verkerk. Geachte leden van de raad,

Per Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. Interim-directeur Veilig Thuis Postbus BC NIJMEGEN

INITIATIEFVOORSTEL Gemeente Velsen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Voorstel aan de raad. Raadsadvies Jeugd en veiligheid - wordt gevolgd

Burgemeester en Wethouders 9 maart Steller Documentnummer Afdeling. R. van Wijk 15I Samenleving

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

RAADSINFORMATIEBRIEF VERZONDEN 2 4 DEC 2QU. Onderwerp uitvoeringsbesluit en beleidsregels wmo 2015

Rekenkamercommissie. Onderzoeksopzet effectuering aanbevelingen rekenkameronderzoeken rekenkamercommissie Oss

Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk

Raadsstuk. De vraagstelling van dit onderzoek luidt als volgt:

Beoordelingskader Dashboardmodule Betalingsachterstanden hypotheken

Een innovatieve samenwerking tussen Stichting Eerstelijnszorg Appingedam en gemeente Appingedam.

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

Datum : Betreft : Halfjaarsrapportage toezicht Wmo Rotterdam-Rijnmond Periode : tot

Provincie Noord-Holland

t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert.

Datum 12 augustus 2014 Onderwerp vastgesteld rapport toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg

ir. G.C.F.M. Depla Memo Wethouder van economie, werk en inkomen en beroepsonderwijs Commissie Economie en Mobiliteit

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( )

Per abuis is het vastgesteld rapport in de vorige brief niet meegezonden. Bijgaand ontvangt u het vastgesteld rapport voor GGD Zaanstreek Waterland.

Hervormingen in het lokaal re-integratiebeleid. Plan van aanpak quick scan

Raadsinformatiebrief Nr. :

Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt. WMO-werkplaats door Ronald Schurer

Aanpak: OGGz. Beschrijving

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Heereweg 254 Postbus 200. Postbus AE LISSE

Gemeente Delft. Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: - ONDERWERP VOORSTEL COLLEGE

Putten, 22 december Aan het College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Putten.

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

Transcriptie:

Retouradres: Postbus 19157, 2500 CD Den Haag Aan Aan de voorzitter van de commissie Samenleving Uw kenmerk Ons kenmerk RK/2017.03_RIS296575 Doorkiesnummer 070-3532048 E-mailadres rekenkamer@denhaag.nl Aantal bijlagen Onderwerp: Reactie rekenkamer op (vervolg-)onderzoek Sociale wijkzorgteams Datum 23 maart 2017 Geachte heer Aydin, Op 24 januari 2017 ontving u van de wethouder van Stedelijke Economie, Zorg en Havens een brief (RIS 296156) over de stand van zaken van de toegang tot de Wmo, met als bijlage het rapport De ontwikkeling van Haagse sociale wijkzorgteams in perspectief van B&A. Hierbij informeren wij u, op basis van het rapport van B&A, in hoeverre het raadsbesluit naar aanleiding van ons eerdere onderzoek Op eigen kracht naar de opzet en implementatie van de Sociale Wijkzorgteams van 16 oktober 2015 (RIS 286267) is opgevolgd. 1.1 Aanleiding Op 26 november 2015 heeft de raad naar aanleiding van het rapport Op eigen kracht van de rekenkamer een raadsvoorstel aangenomen, waarmee de aanbevelingen uit dit rapport werden overgenomen. Tevens voegde de raad aan het raadsvoorstel een verzoek aan de rekenkamer toe om een vervolgonderzoek naar de Sociale Wijkzorgteams te doen en de raad hierover uiterlijk in september 2016 te rapporteren. Naar aanleiding van het verzoek van de raad aan de rekenkamer en een discussie in de raad over het al dan niet ter beschikking stellen van extra middelen aan de rekenkamer, heeft de wethouder Stedelijke Economie, Zorg en Havens, in de commissie Samenleving van 7 april 2016 toegezegd bereid te zijn een onderzoek te laten uitvoeren dat vergelijkbaar is aan het eerdere rekenkameronderzoek en hiervoor de onderzoeksopzet binnen twee weken aan de commissie te doen toekomen. 1 Op 24 mei 2016 heeft de wethouder per brief de onderzoeksopzet aan de raad toegezonden 2. Zoals hiervoor vermeld, ontving de raad op 24 januari 2017 het rapport met de uitkomsten van B&A. 1.2 Opvolging van het raadsbesluit Het raadsbesluit dat naar aanleiding van ons onderzoek Op eigen kracht is genomen bevat drie onderdelen. Per onderdeel wordt hierna toegelicht in hoeverre het raadsbesluit, naar de stand van zaken zoals weergegeven in het rapport van B&A, is opgevolgd. 1 Besluitenlijst Commissie Samenleving van 7 april 2017, RIS 293661 2 Bief wethouder Stedelijke Economie, Zorg en Havens van 24 mei 2016, RIS 294240

Raadsbesluit, onderdeel 1 Zorg te dragen voor een zo snel mogelijke implementatie van een leerinfrastructuur waarmee: a) (leer)ervaringen actief kunnen worden gesignaleerd; b) (leer)ervaringen uniform en structureel kunnen worden vastgelegd en geanalyseerd en; c) de hieruit volgende verbeterpunten gebruikt kunnen worden bij de doorontwikkeling van de teams en in het (bij)sturen van het leerproces. Rapport B&A a. Leerervaringen actief signaleren Het B&A-rapport laat zien dat er inmiddels veel aandacht is voor het van elkaar leren en dat dit in de praktijk ook veel wordt toegepast. Zo is in juni 2015 het plan Continu verbeteren bij Sociale Wijkzorgteams vastgesteld en in december 2015 het Opleidingsplan Sociaal Wijkzorgteam 2016 - Leren Ontwikkelen. Voor het stimuleren van intervisie hebben de coördinatoren in mei 2016 een specifieke training gekregen. Op basis van de leerervaringen van het eerste halfjaar is de inhoud van de leergang aangepast om beter aan te sluiten op de dagelijkse praktijk waarbinnen de teams opereren. b. Leerervaringen vastleggen en analyseren B&A meldt dat sinds de zomer van 2015 een kwaliteitsmedewerker is aangetrokken die zorg draagt voor het analyseren, vastleggen en ontsluiten van leerervaringen in werkprocesbeschrijvingen. Leerdoelen worden op verschillende manieren en niveaus besproken, o.a. door team- en pilotevaluaties, themabijeenkomsten en intervisie. Er is medio 2016 echter nog geen sprake van SMART-C geformuleerde leerdoelen voor de (individuele) teams. Wel geeft B&A aan dat er op dit moment toegewerkt wordt naar concrete ontwikkel- en leerdoelen per team. Zo is in het Opleidingsplan Sociaal Wijkzorgteam 2016 - Leren Ontwikkelen een aantal leerdoelen op hoofdlijnen geconcretiseerd. De coördinatoren hebben daarnaast in mei 2016 een training gevolgd om de ontwikkelbehoeften- en doelen op te (leren) halen uit de teams. c. Leerervaringen gebruiken voor door ontwikkelen teams en leerproces In de figuur in paragraaf 3.4 van het rapport van B&A is opgenomen dat de leergang continu wordt herijkt. In paragraaf 3.6 is opgenomen dat op basis van de leerervaringen van het eerste halfjaar de inhoud van de leergang is aangepast. Gezien de door B&A geschetste ontwikkelingen die na het onderzoek van de rekenkamer tot mei 2016 hebben plaatsgevonden, lijkt het besluit door de raad voor wat betreft de leerinfrastructuur te zijn opgevolgd. Daarbij plaatst de rekenkamer een aantal kanttekeningen. a. Leerervaringen actief signaleren In het onderzoek van de rekenkamer gaven de teamleden aan positief te zijn over het leren kennen van elkaar en het oefenen met casussen uit de praktijk. De teamleden waren minder te spreken over het lesmateriaal. Dit voldeed veelal niet aan de verwachtingen en behoefte. Het rapport van B&A gaat niet specifiek in op het lesmateriaal. b. Leerervaringen vastleggen en analyseren B&A gaat niet in op de vraag wie naar aanleiding van de analyses van de kwaliteitsmedewerker beslissingen neemt over eventuele aanpassingen van werkwijzen en hoe geborgd wordt dat eventuele wijzigingen 2

daadwerkelijk in het belang zijn van de doeltreffend- en doelmatigheid van de SWT s én in overeenstemming zijn met relevante beleidskaders en wet- en regelgeving. Zoals B&A aangeeft, is er medio 2016 nog geen sprake van SMART-C geformuleerde leerdoelen, maar wordt toegewerkt naar concrete ontwikkel- en leerdoelen per team. c. Leerervaringen gebruiken voor door ontwikkelen teams en leerproces In de figuur in paragraaf 3.4 van het rapport van B&A is opgenomen dat de leergang continu wordt herijkt, maar in hoeverre dit continu gebeurt is niet uitgewerkt. B&A meldt alleen dat de leergang in het eerste halfjaar is aangepast. Zoals in het rapport van de rekenkamer is aangegeven is deze aanpassing van juni 2015. Raadsbesluit, onderdeel 2 Om zowel ten aanzien van de (door)ontwikkeling van de SWT s als vroegsignalering, eigen kracht en ondersteuning, te komen met een voorstel waarin de kaders voldoende concreet en SMART-C zijn uitgewerkt. Rapport B&A B&A geeft in haar rapport aan dat er geen SMART-C doelstellingen of indicatoren genoemd zijn ten aanzien van de teamprestaties. Concreet zijn er geen afspraken over aspecten als volume, kwaliteit, afnemende aanspraak op (maatwerk-)voorzieningen, toeleiding naar algemene voorzieningen, inzet van eigen kracht, vroegsignalering of tevredenheid. Die keuze zou bewust gemaakt zijn om de teams vooral in de implementatiefase de ruimte te bieden om zicht te krijgen op wat werkt en wat daarvoor nodig is. Eigen kracht Ten aanzien van de eigen kracht merkt B&A op dat het eigen kracht denken verweven is in het werkproces en in al het handelen van de professionals. Dit is geborgd door in de analyse en het Plan van Aanpak de Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) centraal te stellen. Zo wordt in de leergang nadrukkelijk ingegaan op de rol van de teams in breder perspectief (positie in de wijk) en het methodisch handelen. In dat methodisch handelen staat een analyse van alle leefdomeinen (integrale benadering) centraal, gevolgd door het beoordelen van de zelfredzaamheid van een cliënt op de verschillende leefdomeinen in de ZRM. Bij het opstellen van het plan van aanpak moet de vraag wat een cliënt zelf of met behulp van het eigen netwerk kan centraal staan. Hoe die analyse dient te worden uitgevoerd en hoe omgegaan moet worden met de ZRM is vastgelegd in een handleiding (op maat ontwikkeld voor Den Haag op basis van een handleiding die is opgesteld door GGD Amsterdam en Gemeente Rotterdam, welke in Nederland als de standaard geldt). Tegelijkertijd wordt opgemerkt dat de eigen kracht van cliënten met meervoudige, complexe problematiek dermate beperkt kan zijn dat de regie (tijdelijk) wordt overgenomen. Een negental gevalstudies op cliëntniveau toont vooral aan dat het cliëntenbestand van de SWT s vaak over zeer bescheiden eigen kracht beschikt en langdurige hulp en ondersteuning nodig heeft om de regie over alle leefdomeinen weer echt zelf aan te kunnen. Vroegsignalering B&A geeft aan dat vroegsignalering niet als kerntaak door de teams wordt beschouwd. Vroegsignalering is een term die vragen oproept bij de leden van de SWT s ( wat wordt daar onder verstaan, ligt dat bij ons?) en als zodanig niet in het werkgeheugen of de taakopvatting van de teamleden zit. De leden van de teams zien hier in eerste instantie een rol voor de coördinatoren (het leggen van relaties) waar zij zelf op kunnen doorpakken en op voortbouwen. Ook het meldsysteem is volgens teamleden omslachtig, niet goed vindbaar 3

en maakt het melden daardoor niet aantrekkelijker. De verwachtingen en kaders rondom vroegsignalering zijn minder scherp geëxpliciteerd dan voor eigen kracht. Ten aanzien van vroegsignalering is met name door de teamcoördinatoren geïnvesteerd in kennismaking en samenwerkingsrelaties met partijen uit de 2e en 3e ring (ketenpartners in de wijk). In een aantal wijken bestond het signaleringsoverleg nog dat al voor de start van de SWT s in delen van Den Haag actief was en waar verschillende partijen uit zorg, welzijn, maatschappelijk middenveld en 3e ring signalen deelden. Er is gekozen voor een geleidelijke overgang van dergelijke structuren naar de SWT s om te voorkomen dat bestaande gremia komen te vervallen en netwerken geheel opnieuw opgebouwd moeten worden. De getrapte vroegsignalering gaat volgens de SWT s niet vanzelf. Er moet geïnvesteerd worden in kennis, informatie en netwerken, vaak op individueel niveau. Tevens wordt aangegeven dat stedelijke convenanten (bijvoorbeeld met huisartsen) nog maar in beperkte mate lijken door te dringen tot afspraken op praktijkniveau. De rekenkamer constateert dat het raadsbesluit nog niet is opgevolgd, aangezien het college geen voorstel aan de raad heeft doen toekomen waarin de kaders voldoende concreet en SMART-C zijn uitgewerkt. Eigen kracht In de praktijk gebruikt het team instrumenten om de eigen kracht van cliënten van de SWT s te kunnen bepalen. Daaruit blijkt dat de eigen kracht bij cliënten maar zeer beperkt aanwezig is. Meer centrale sturing op de mate waarin invulling (kan) worden gegeven aan eigen kracht zou de doelmatigheid van de SWT s ten goede kunnen komen. Vroegsignalering Het college zal daarnaast meer maatregelen moeten nemen om te zorgen dat de problematiek vroegtijdig wordt gesignaleerd, aangezien het afsluiten van convenanten nauwelijks zijn weerslag lijkt te hebben op de praktijk en de SWT s de vroegsignalering niet als onderdeel van hun taakopvatting beschouwen. Raadsbesluit, onderdeel 3 De Rekenkamer te verzoeken een vervolgonderzoek te doen en de raad uiterlijk in September 2016 de uitkomsten te rapporteren. Het onderzoek is na overleg tussen raad en college in opdracht van het college uitgevoerd. Het onderzoeksrapport van B&A is in januari 2017 aan de raad gezonden. De rekenkamer merkt op dat het onderzoek van B&A niet alle aspecten belicht die in haar eigen vervolgonderzoek centraal zouden staan. 3 Zo bevat het geen een inhoudelijke analyse van de handboeken, de werkinstructies, het kwaliteitsmanagementsysteem en de samenwerkingsconvenanten. B&A baseert haar analyses primair op de ervaringen van de teamleden en een aantal cliënten van de SWT s. Ervaringen van partijen uit de 2 e en 3 e schil zijn niet in het onderzoek betrokken. Voorts merkt de rekenkamer op dat er in de 3 Onderzoeksopzet Vervolgonderzoek Op eigen kracht, Rekenkamer Den Haag, 15 januari 2016, RIS292360 4

rapportage nauwelijks bronverwijzingen staan en dat het toetsingskader wat vooraf door de wethouder goedgekeurd zou worden niet is bijgevoegd. 1.3 Tot slot De rekenkamer constateert op basis van het rapport van B&A dat het besluit door de raad voor wat betreft de leerinfrastructuur en het vervolgonderzoek is opgevolgd, maar voor wat betreft de uitwerking in concrete doelstellingen voor met name eigen kracht en vroegsignalering niet. En dat dit laatste ook zijn weerslag kan hebben op de leerinfrastructuur. Het college heeft met het inzetten van sociale wijkzorgteams het doel geformuleerd om burgers met (meervoudige) problemen zo vroeg mogelijk op te sporen en adequate hulp in te zetten om erger te voorkomen. De hulp is er daarbij op gericht om de burger zo snel mogelijk weer regie over eigen leven te laten krijgen en waar mogelijk de aanspraak op voorzieningen te verminderen. 4 In zijn bestuurlijke reactie op de aanbevelingen van de rekenkamer gaf het college destijds daarover nog het volgende aan: Wij zijn van mening dat vroegsignalering en eigen kracht onderdeel zijn van de aanpak van de SWT s en geborgd in de leergang. De opgedane ervaring heeft in augustus 2015 geresulteerd in een handboek maatwerk ondersteuning waarin doelen en acties per leefgebied zijn uitgewerkt. Wat betreft de (door)ontwikkeling van de SWT s worden vanuit kwaliteitsmanagement meer concrete kaders en indicatoren uitgewerkt op basis van de praktijkervaring. De raad wordt in de voortgangsrapportages Wmo nader geïnformeerd. Met deze brief willen wij de raad inzicht geven hoe naar ons oordeel het college opvolging heeft gegeven aan het raadsbesluit, zodat u dit in de commissie kunt betrekken bij de beraadslagingen over het rapport De ontwikkeling van Haagse sociale wijkzorgteams in perspectief van B&A. Met vriendelijke groet, Watze de Boer voorzitter Rekenkamer Den Haag 4 Gemeente Den Haag, Afdoening Motie Decentralisaties, 10 juni 2013, RIS 259732, Bijlage 2 Overkoepelende aanpak 3 decentralisaties; en Gemeente Den Haag, Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning 2015-2016, november 2014 (RIS 278543). 5