Concessie Amsterdam 2015



Vergelijkbare documenten
Aangepaste Concessie Amsterdam 2012

Concessie Amsterdam 2012

VERGADERING VAN DE REGIORAAD

ONTWERP PROGRAMMA VAN EISEN Concessie Zaanstreek 2010

OV LIJNENNETVISIE 2018 vastgesteld op 21 mei 2015

mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Ruimtelijke Ontwikkeling W. Thon

BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT

Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen

Concessie Amstelland-Meerlanden 2018

Vervoervisie ter consultatie Regionaal OV in verandering

Ontwerp Programma van Eisen openbaar vervoer concessie Haarlem / IJmond Start 13 december 2015

Aanbesteding Amstelland Meerlanden 2018: Q&A Ontwerp-PvE ALGEMEEN

Concessie Waterland 2011

Lijnennetvisie OV in de Stadsregio Amsterdam in verandering!

Lijnennetvisie OV in de Stadsregio Amsterdam in verandering!

Geachte leden van de Regioraad,

Het nieuwe vervoerplan 2018 van EBS

Programma van Eisen openbaar vervoer concessie Haarlem / IJmond Start 13 december 2015

CONVENANT SOCIALE VEILIGHEID OPENBAAR VERVOER

Resultaten enquête Uithoornlijn

Behoefte van de reiziger centraal

Concessieverlening Openbaar Vervoer Amstelland Meerlanden 2018

Geachte heer Koster, Aan Connexxion t.a.v. de heer R. Koster HILVERSUM

REGIORAADSESSIE Verkeer en Vervoer

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

PROGRAMMA VAN EISEN. Concessie Zaanstreek 2010

Concessie(busvervoer(Almere(2018!2027"

aan Stadsregio Amsterdam afdeling openbaar vervoer tav dhr N. van Paridon Postbus AP Amsterdam

Concessie Rail Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Eric Bavelaar, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 17 juni 2015

BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS

Dag van de Light Rail. Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015

Nota van B&W. onderwerp Convenant beschikbare wegen Portefeuilehouder dr. Derk Reneman

Presentatie intermodale aanbesteding concessie Rivierenland. Provincie Gelderland Stadsregio Arnhem / Nijmegen

NOTA VAN ZIENSWIJZEN ONTWERP PROGRAMMA VAN EISEN VAN DE CONCESSIE AMSTERDAM 2012 OVERZICHT VAN DE INGEBRACHTE ADVIEZEN/ZIENSWIJZEN

Notitie Openbaar vervoer Maastricht

Thema-avond D66. OV concessie / A7 corridor 4 februari 2019

Plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland

Concessie Rail Gemeenteraad Den Haag Gertjan Nijsink, projectleider concessieverleningen Vervoersautoriteit MRDH 2 september 2015

TOELICHTING REACTIENOTA

OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018

VERGADERING VAN HET DAGELIJKS BESTUUR. Van het Dagelijks Bestuur wordt gevraagd:

Gemeente Delft VERZONDEN 2 8 SEP Geachte leden van de Raad,

Tijdelijk openbaarvervoersplan Amstelveenlijn 2018 t/m 2020

Rapportage online raadpleging OV Lijnennet 2018

Behoefte van de reiziger centraal

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Concessie Amstelland-Meerlanden 2018

MEMO Ontwerp Programma van Eisen Concessie Zuidoost Brabant

Kaders nieuwe OV concessie hoofdlijnen Limburgnet. 24 februari 2014

Nota van Uitgangspunten. Concessie Rail Rotterdam december 2016

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem

Amstelveenlijn. Inloopavond: Stand van zaken en vooruitblik. Maart 2015

Het openbaar vervoer in de voorkeursvariant van de Uithoornlijn

Nut en Noodzaak ingrepen zuidelijke corridor

Samenvatting ONTWERP Programma van eisen

Bijlage D.9 Opties Huidige Dienstregeling en Pluspakket

Aanbod openbaar vervoer

1182 JR Amstelveen Lijn 186/187, halte Dorpsstraat + 4 min.

Amsterdam De kleinste metropool ter wereld. Gemeente Amsterdam

Amstelveenlijn. Algemene projectpresentatie. 4 november 2015

ROCOV Gelderland. Ben Mouw Voorzitter

Bestelomvang 15G trams

Rondetafelgesprek Andere mobiliteit

9/13/2016. Noord/Zuidlijn & Zaanstreek Ontwerpschets vervoerplan Inhoudsopgave. Inleiding. 1. Inleiding

Tijdelijk openbaarvervoersplan Amstelveenlijn 2018 t/m 2020

PROGRAMMA VAN EISEN VASTGESTELD DOOR GEDEPUTEERDE STATEN OP 3 FEBRUARI 2015 PROVINCIE-UTRECHT.NL

Visie openbaar vervoer BR-2010/1-7

Het college van burgemeester en wethouders heeft de raad op 8 januari 2014 geïnformeerd over de ontstane situatie bij EBS.

Concessie Amstelland-Meerlanden 2018

Maak Plaats! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio.

Ontwerp Programma van Eisen Rail Rotterdam Vastgesteld op 12 maart 2014

AGENDA VERGADERING 5 MAART 2015

Nota van Uitgangspunten. Concessie Rail Haaglanden december 2016

Handleiding en aanvraagformulier. Subsidie. Innovatieve particuliere initiatieven Aanvullend personenvervoer

Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV

Samenvatting ONTWERP Programma van eisen

Bekijk de nieuwsbrief in uw browser. Nieuwsbrief Bestuursinformatie - 6 juli Bestuursinformatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

Lange termijn spooragenda

Procedure Tijdelijke buitengebruikname metrospoor

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel. Concept Nota van Uitgangspunten

COLLECTIEF VERVOER. Wat verstaan we eronder, wat is het probleem en wat is de kracht ervan?

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stand van zaken aanbesteding M7-metromaterieel Openbaar Vervoer

Intentieverklaring. Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming. OV-Chipkaart

Project HOV Westtangent Amsterdamse tracédelen Planpresentatie

Verkenning Tijdelijke Touringcarterminal Duivendrecht

Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei Erik van der Kooij & Marcel Scheerders

Programma van Eisen Bus Rotterdam e.o Vastgesteld op 28 september 2011

Nota van Uitgangspunten aanbesteding OV Rondetafel 24 januari 2018 BOC. Prof. dr, Henk Meurs Radboud Universiteit

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

VERGADERING VAN DE REGIORAAD. Van de Regioraad wordt gevraagd: Samenvatting CONCEPT. Dhr. Reneman

Analyse varianten bus en tram

Netwerkfilosofie onderzoek Exploitatieve Effecten Noord/Zuidlijn (EENZ)

Vragen en antwoorden bij het ontwerp Programma van Eisen van de aanbesteding OV-concessie Gooi en Vechtstreek

B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014

Transcriptie:

ONTWERP PROGRAMMA VAN EISEN Concessie 2015 Vastgesteld door het dagelijks bestuur op 5 april 2012 Het ontwerp Programma van Eisen is op 5 april 2012 door het dagelijks bestuur van de Stadsregio vastgesteld en voor advies aangeboden aan de Reizigers Advies Raad, de Adviescommissies voor de concessies van de Stadsregio, en de aangrenzende concessieverleners. Bovendien ligt het ontwerp Programma van Eisen vanaf dinsdag 10 april 2012 gedurende zes weken ter inspraak voor geïnteresseerden. De adviezen en inspraakreacties zullen door de Stadsregio worden gebundeld in een Nota van Zienswijzen, waarbij de Stadsregio tevens zal aangeven op welke wijze de adviezen/reacties tot wijzigingen ten aanzien van het ontwerp Programma van Eisen hebben geleid. Het definitieve Programma van Eisen zal volgens planning in november 2012 worden vastgesteld door het dagelijks bestuur van de Stadsregio. Daar waar in het ontwerp Programma van Eisen omwille van de leesbaarheid over het se OV wordt gesproken, wordt gedoeld op het openbaar vervoer in het Concessiegebied, bestaande uit de gemeenten en Diemen, de kern Duivendrecht in de gemeente Ouder-Amstel en de uitlopers naar de gemeente Amstelveen. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 1 VAN 104

ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 2 VAN 104

Inhoud 1 INLEIDING... 7 1.1 EEN NIEUWE KIJK OP HET OV IN DE CONCESSIE AMSTERDAM... 7 1.1.1 Focus op bereikbaarheid... 7 1.1.2 Meer ontwikkelvrijheid voor de Concessiehouder... 8 1.1.3 Met de juiste prikkels en sturingsintrumenten... 8 1.2 DOELSTELLING VOOR DE AANBESTEDING... 9 1.3 POSITIE VAN DE STADSREGIO... 9 1.4 LEESWIJZER ONTWERP PVE... 10 1.5 STATUS DOCUMENT... 10 2 ONDERWERP VAN CONCESSIEVERLENING... 12 2.1 CONCESSIEGEBIED AMSTERDAM... 12 2.1.1 Geografische afbakening... 12 2.1.2 Gedoogplicht overig OV... 13 2.2 INGANGSDATUM EN DUUR VAN DE CONCESSIE... 13 2.3 GLOBALE AFBAKENING ACTIVITEITEN BEHOREND TOT DE CONCESSIE... 13 2.3.1 Ontwikkelrol en ruimte OV-aanbod... 14 2.3.2 Beheer en onderhoud infrastructuur... 14 2.3.3 Centrale Verkeersleiding (CVL)... 15 2.3.4 Fysieke Veiligheid... 15 2.3.5 Sociale Veiligheid... 15 2.3.6 Strategische activa... 16 2.3.7 Specifieke taken... 16 2.3.8 Marketingbureau... 17 3 VERVOERKUNDIGE EISEN... 18 3.1 INLEIDING... 18 3.2 VERPLICHTE VERBINDINGEN... 19 3.2.1 Belangrijke locaties... 19 3.2.2 Verbindingen met deze locaties... 20 3.2.3 Benutting bestaande en nieuwe infrastructuur... 21 3.3 ONTSLUITING VAN HET CONCESSIEGEBIED AMSTERDAM... 22 3.3.1 Te ontsluiten Woon- en Werkgebieden en Zorginstellingen... 22 3.3.2 Ontsluitingsnorm... 24 3.3.3 Verbindingen met buurten en instellingen... 24 3.4 BEDIENINGSTIJDEN EN INTERVALLEN... 24 3.4.1 Bedieningstijden... 24 3.4.2 Frequenties... 25 3.5 NACHTVERVOER... 26 3.6 OVERIGE ASPECTEN... 27 3.6.1 Afstemming en Aansluitingen... 27 3.6.2 Basis- en Vakantiedienst... 27 3.6.3 Feestdagen... 27 3.6.4 Rol streekvervoer en trein... 27 3.7 ONTWIKKELMOGELIJKHEDEN GEDURENDE DE CONCESSIE... 28 3.7.1 Dienstregelingwijzigingen... 28 3.7.2 Dienstregelingprocedure... 28 4 GEBRUIK INFRASTRUCTUUR... 29 4.1 BESCHIKBARE INFRASTRUCTUUR... 29 4.2 HERINRICHTING VAN INFRASTRUCTUUR... 29 4.3 MEDEGEBRUIK RAILINFRASTRUCTUUR EN VRIJE BUSBANEN... 29 4.4 HALTES... 30 ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 3 VAN 104

4.5 BESCHIKBAARHEID, BETROUWBAARHEID EN FUNCTIONALITEIT INFRASTRUCTUUR... 30 4.6 VERVOERGEBONDEN ONDERHOUD RAILINFRASTRUCTUUR... 31 5 UITVOERINGSKWALITEIT... 33 5.1 ALGEMEEN... 33 5.2 VERVOERPLICHT EN GARANTIE... 33 5.2.1 Eisen... 33 5.2.2 Capaciteitsbepaling... 33 5.2.3 Tijdelijk capaciteitstekort... 34 5.2.4 Structureel capaciteitstekort... 34 5.3 RITUITVAL... 34 5.3.1 Eisen... 34 5.3.2 Controle naleving... 34 5.4 PUNCTUALITEIT... 35 5.4.1 Eisen... 35 5.4.2 Controle naleving... 35 5.4.3 Betrouwbare rijtijden... 35 5.5 REGELMAAT... 35 5.6 GARANTIES... 36 5.6.1 Aansluitgarantie... 36 5.6.2 Vervangend vervoer... 36 5.6.3 Vergoedingsregeling... 36 5.7 UITVOERINGSKWALITEIT BIJ EVENEMENTEN... 36 6 FYSIEKE VEILIGHEID... 37 6.1 ALGEMEEN... 37 6.2 VEILIGHEIDSMANAGEMENTSYSTEEM... 37 6.3 CALAMITEITEN- EN TERRORISMEBESTRIJDINGSPLAN... 37 6.4 MONITORING EN VERANTWOORDING... 37 7 SOCIALE VEILIGHEID... 38 7.1 ALGEMEEN... 38 7.2 INTEGRALE AANPAK... 38 7.2.1 Service, toezicht en handhaving... 38 7.2.2 Maatwerk... 39 7.2.3 Samenwerking... 40 7.2.4 Conducteur op de tram... 40 7.3 OVEREENKOMST, MEERJARENPLAN EN ACTIEPLAN SOCIALE VEILIGHEID... 41 7.3.1 Overeenkomst Sociale Veiligheid... 41 7.3.2 Meerjarenplan Sociale Veiligheid... 41 7.3.3 Actieplan Sociale Veiligheid... 41 7.4 MONITORING EN RAPPORTAGE... 42 8 DUURZAAMHEID... 43 8.1 ALGEMEEN... 43 8.2 BEDRIJFSVOERING... 43 8.2.1 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (ISO 26000)... 43 8.2.2 Groene stroom met Milieukeur... 43 8.2.3 Milieumanagementsysteem (ISO 14001)... 44 8.3 MILIEUPRESTATIES VOERTUIGEN... 44 8.3.1 Metro s en Trams... 44 8.3.2 Bussen en auto s... 44 8.3.3 Proef Waterstofbussen... 44 8.3.4 Uitzonderingen... 44 8.4 MONITORING... 45 ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 4 VAN 104

9 MATERIEEL... 46 9.1 ALGEMEEN... 46 9.2 TOEGANKELIJKHEID... 46 9.2.1 Algemeen... 46 9.2.2 Metro s en trams... 46 9.2.3 Bussen... 47 9.2.4 Reisinformatie.... 47 9.2.5 Kinderwagens, (vouw)fietsen, e.d.... 47 9.3 COMFORT EN NETHEID... 47 9.4 COMMUNICATIEAPPARATUUR... 48 9.5 OV-CHIPKAARTAPPARATUUR... 48 9.6 PRODUCTFORMULES... 48 9.7 RECLAME... 48 9.8 ONDERHOUD... 48 10 PERSONEEL... 50 11 INFORMATIE AAN DE REIZIGER... 51 11.1 ALGEMEEN... 51 11.2 INFORMATIE VOORAFGAAND AAN DE REIS... 51 11.3 INFORMATIE IN EN OP DE VOERTUIGEN... 52 11.3.1 Informatie in de voertuigen... 52 11.3.2 Informatie op het voertuig... 52 11.4 INFORMATIE OP DE HALTES... 53 11.4.1 Statische informatie... 53 11.4.2 Actuele Reisinformatie... 54 11.5 INFORMATIELOKETTEN... 54 11.6 WIJZIGING VAN DE DIENSTREGELING... 55 11.7 LANDELIJK/REGIONAAL REISINFORMATIESYSTEEM... 55 12 CONSUMENTENBESCHERMING... 56 12.1 KLACHTENAFHANDELING... 56 12.2 KLACHTENOVERZICHT... 56 12.3 OV-LOKET EN LANDELIJKE GESCHILLENCOMMISSIE... 56 13 POSITIE CONSUMENTENORGANISATIES... 57 13.1 REIZIGERS ADVIES RAAD (RAR)... 57 13.2 CONSUMENTEN PLATFORM... 57 13.3 CONSULTATIE INDIVIDUELE REIZIGERS EN ANDERE BELANGHEBBENDEN... 58 14 TARIEVEN EN VERKRIJGBAARHEID VERVOERBEWIJZEN... 59 14.1 ALGEMEEN... 59 14.2 TARIEVEN... 59 14.3 VERKRIJGBAARHEID (DISTRIBUTIE)... 59 14.4 MOBIELE KAARTVERKOOPPUNTEN... 60 15 INFORMATIE EN MONITORING... 61 15.1 ALGEMEEN... 61 15.2 INFORMATIEVERSTREKKING DOOR DE CONCESSIEHOUDER AAN DE STADSREGIO... 61 15.2.1 Management rapportages... 61 15.2.2 Realtime monitoring... 61 15.2.3 Gegevens OV-chipkaart... 61 15.2.4 Vervoerkundig onderzoek... 61 15.2.5 Controle gegevens... 61 15.3 INFORMATIE UIT EIGEN WAARNEMINGEN... 62 15.3.1 Algemeen... 62 15.3.2 Kwaliteitsthermometer... 62 ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 5 VAN 104

15.3.3 Mystery guests... 62 16 OVERIGE ASPECTEN... 63 16.1 IMPLEMENTATIE... 63 16.1.1 Implementatieplan... 63 16.1.2 Innovaties... 63 16.2 ONVOORZIENE ONTWIKKELINGEN... 63 BEGRIPPENLIJST... 65 BIJLAGEN... 70 BIJLAGE 1 UITLOPERS VAN DE CONCESSIE EN TE GEDOGEN TRAJECTEN... 70 BIJLAGE 2 DIENSTREGELINGPROCEDURE... 76 BIJLAGE 3 SAMENSTELLING REIZIGERS ADVIES RAAD... 77 BIJLAGE 4 WOONGEBIEDEN CONCESSIE AMSTERDAM... 78 BIJLAGE 5 WERKGEBIEDEN CONCESSIE AMSTERDAM... 81 BIJLAGE 6 TE ONTSLUITEN ZIEKEN- EN VERZORGINGSHUIZEN... 84 BIJLAGE 7 DISCUSSIENOTITIE EEN NIEUWE KIJK OP HET AMSTERDAMSE OV... 85 ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 6 VAN 104

1 INLEIDING 1.1 Een nieuwe kijk op het OV in de concessie De komende decennia zal een sterke rol van het se OV nodig zijn om de Metropoolregio bereikbaar en leefbaar te houden. Goed openbaar vervoer is één van de noodzakelijke voorwaarden om de Metropoolregio verder te laten groeien. Goed openbaar vervoer maakt aantrekkelijk als stad om te wonen, te werken, te leren, te ondernemen en te bezoeken. De afgelopen jaren zijn economische en maatschappelijke ontwikkelingen in de Metropoolregio in een stroomversnelling geraakt. Bedrijvigheid en werkgelegenheid zijn sterk gegroeid, waarbij nieuwe economische centra zijn ontstaan, zoals de Zuidas, Science Park, het NDSM-kwartier en Westpoort. Verder is, met name de binnenstad, uitgegroeid tot één van de belangrijkste toeristische trekpleisters in Europa. Ontwikkelingen die de Stadsregio toejuicht maar die ook in goede banen geleid moeten worden. De Stadsregio wil zich daarvoor inzetten. Door deze ontwikkelingen zijn steeds meer mensen van, naar en binnen gaan reizen, onder meer omdat werknemers vaker aan de randen van of buiten wonen. Dit heeft tot meer auto s en, mede door succesvol fietsbeleid, tot meer fietsers geleid. Ook zijn mensen meer het openbaar vervoer gaan reizen. In 2011 reisden ruim 203 miljoen mensen 1 met de bussen, trams en metro s van GVB. Maar het OV-gebruik is minder toegenomen dan het auto- en fietsgebruik. Om verder te groeien, zal het se OV zich moeten vernieuwen. Het huidige, fijnmazige OV-net is sinds 1900 ontstaan en is sterk gericht op het oude centrum en korte lokale verplaatsingen. De Stadsregio ziet de aanbesteding van de Concessie 2015 als een kans om het se OV te vernieuwen zodat het weer beter aansluit op de (verwachte) behoeften van reizigers. Dit is óók noodzakelijk omdat er vanaf 2015, als gevolg van landelijke bezuinigingen, minder geld voor het se OV beschikbaar zal zijn. Het se OV zal dus met minder geld een hoofdrol moeten zien te vervullen. 1.1.1 Focus op bereikbaarheid De nadruk bij deze aanbesteding ligt op het realiseren van snel, comfortabel, betrouwbaar en efficiënt openbaar vervoer dat in staat is grote groepen reizigers te bedienen en zo een optimale verhouding tussen opbrengsten en kosten te realiseren. De Stadsregio denkt daarbij aan: kortere reistijden, wat voor de reiziger prettig is maar ook de efficiëntie verhoogt, grotere eenheden, dus langere trams of metrostellen waarmee over de grotere afstanden meer reizigers tegen lagere kosten kunnen worden vervoerd, betere afstemming van het aanbod op de vraag, dus meer differentiatie in vervoersaanbod naar plaats en tijd, 1 Het gaat hierbij feitelijk om het aantal instappers, ofwel het aantal keer dat iemand in een bus, tram of metro van GVB instapte. Daarbij kan het zijn dat iemand tijdens één reis meerdere keren moet instappen (= overstappen) en één persoon kan vanzelfsprekend meerdere reizen per dag/jaar maken en dus meerdere keren als instapper tellen. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 7 VAN 104

sterke verbindingen naar economische kerngebieden, een betere benutting van Zuid als belangrijk overstappunt. Gezien de opgave waar het se OV voor staat, maakt de Stadsregio de keuze om het openbaar vervoer vooral te richten op reizigersstromen met een groot (economisch) belang. De nadruk komt te liggen op het realiseren van snelle, betrouwbare en comfortabele reismogelijkheden naar bestemmingen en op verbindingen waar kansen voor het openbaar vervoer liggen. Het gaat om reismogelijkheden voor forenzen, scholieren, studenten, toeristen en bezoekers van belangrijke locaties als werkgebieden, congrescentra, toeristische attracties, winkelgebieden en ziekenhuizen. 1.1.2 Meer ontwikkelvrijheid voor de Concessiehouder De Stadsregio ziet de Concessiehouder als de aangewezen partij om met slimme en creatieve vervoersoplossingen een openbaar vervoernetwerk te ontwikkelen dat optimaal aansluit op de vervoersvraag van (potentiële) reizigers. De Concessiehouder heeft met zijn kennis en ervaring namelijk het beste zicht op de voorkeuren van (potentiële) reizigers en de mogelijkheden om op efficiënte wijze in deze voorkeuren te voorzien. Inzet van de Stadsregio is dan ook om de Concessiehouder de ruimte te bieden om zijn kennis en ervaring blijvend in te zetten voor de ontwikkeling van een betrouwbaar, samenhangend, snel en herkenbaar openbaar vervoernetwerk, dat een visitekaartje vormt voor de Metropoolregio en dat de vergelijking kan doorstaan met het openbaar vervoer in andere Europese metropolen 2. Met het oog op de ontwikkelruimte zijn eisen in dit Programma van Eisen (PvE) op veel onderdelen minder gedetailleerd en functioneler geformuleerd dan in eerdere PvE s. In het PvE beoogt de Stadsregio vooral te beschrijven wát zij met het openbaar vervoer wil bereiken, in plaats van zelf gedetailleerd voor te schrijven hóe de vervoerder dat exact moet doen. Door de eisen functioneel te formuleren creëert de Stadsregio ook ruimte om tijdens de concessieperiode op (onvoorziene) toekomstige ontwikkelingen in te kunnen spelen. Als gevolg van de bezuinigingen zijn de eisen ook minder hoog zijn dan in eerdere PvE s. Het PvE beschrijft het absolute minimumniveau dat nodig is om met name kwetsbare groepen reizigers, die geen alternatief hebben, zekerheid te bieden dat zij met het openbaar vervoer kunnen blijven reizen, zij het dat bus, tram of metro mogelijk minder vaak rijden en dat zij misschien wat verder moeten lopen. Het PvE is nadrukkelijk geen visie op het openbaar vervoer waarin de ambities van de Stadsregio worden verwoord (daarvoor wordt onder meer verwezen naar het eerder genoemde discussienotitie Een nieuwe kijk op het se OV die als bijlage bij dit PvE is gevoegd), maar beschrijft het minimale vangnet dat tijdens de gehele concessieperiode de absolute bodem vormt. De in de volgende paragraaf beschreven prikkels moeten er overigens toe leiden dat de vervoerder in de praktijk (aanzienlijk) meer aanbiedt dan dit minimum. 1.1.3 Met de juiste prikkels en sturingsintrumenten De Stadsregio realiseert zich dat haar belangen en die van de Concessiehouder soms in elkaars verlengde liggen, maar op andere momenten tegengesteld kunnen zijn. Met name in het laatste geval is het belangrijk dat de Concessiehouder gestimuleerd wordt zijn ontwikkelruimte toch zo te benutten dat hij met zijn initiële 2 Stadsregio (2008), OV-Visie 2010-2030 Stadsregio : Regionaal OV als impuls voor de Metropool. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 8 VAN 104

aanbod (de Inschrijving) en met daaropvolgende wijzigingen van dit aanbod (tijdens de uitvoering van de Concessie) maximaal bijdraagt aan de realisatie van de doelstellingen van de Concessie 2015 (zie paragraaf 1.2). Om dit te bewerkstelligen, zal de Stadsregio in de Offerteaanvraag en de Concessie een aantal prikkels en sturingsinstrumenten inbouwen. Tijdens de aanbestedingsprocedure zullen met name de gunningscriteria en het verstrekken van adequate informatie over de huidige prestaties van het se OV ervoor moeten zorgen dat Inschrijvers juist op aspecten van het openbaar vervoer die voor de realisatie van deze doelstellingen relevant zijn meer bieden dan de Stadsregio eist. Tijdens de looptijd van de concessie zullen financiële prikkels, zoals bonus-malusregelingen op geleverde prestaties, ervoor moeten zorgen dat de Concessiehouder de stimulans heeft om steeds optimaal te presteren. Daarnaast zal een aantal sturingsinstrumenten in de Concessie de Stadsregio in staat stellen om in voorkomende gevallen maatschappelijk ongewenste, slecht onderbouwde wijzigingen van het aanbod te voorkomen of ongedaan te maken. 1.2 Doelstelling voor de aanbesteding De Concessie 2015 zal de voorwaarden moeten scheppen om de bereikbaarheidsfunctie van het se OV te versterken. Doel van de aanbesteding van de Concessie is daarom: Het selecteren van een marktpartij die als partner van de Stadsregio door slimme inzet van de beschikbare middelen een hoogwaardig(er) openbaar vervoersysteem in weet te realiseren dat de Metropoolregio bereikbaar houdt om zo de economische ontwikkelingen in de regio te versterken. De Stadsregio wil deze marktpartij blijvend stimuleren om: 1. het OV-aanbod gedurende de gehele concessieperiode af te stemmen op reizigersstromen met een groot economisch belang voor de Metropoolregio en met duidelijke marktkansen voor het openbaar vervoer; 2. de dienstverlening aan de reiziger te verbeteren door bijvoorbeeld betere reisinformatie, klantvriendelijker personeel en meer aandacht voor toegankelijkheid. 3. de beschikbare (rail)infrastructuur en strategische activa optimaal te benutten; zowel waar het gaat om het gebruik als om het beheer en onderhoud teneinde de beschikbaarheid, veiligheid, levensduur en restwaarde te waarborgen; 4. een zo efficiënt mogelijke lijnvoering en een zo hoog mogelijk operationeel uitvoeringsniveau na te streven, waarbij beschikbare middelen zo efficiënt en effectief mogelijk worden ingezet (maximale kwaliteit en resultaat tegen minimale kosten); 5. innovatieve concepten te introduceren om zijn kostenniveau te verlagen en zijn opbrengsten te verhogen. 1.3 Positie van de Stadsregio De Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) wijst het dagelijks bestuur van de Stadsregio ( de Stadsregio ) aan als Concessieverlener voor het openbaar vervoer in de se regio. Deze regio is op dit moment ingedeeld in vier concessiegebieden waarvan het Concessiegebied er één is. De wet bepaalt dat concessies voor openbaar vervoer per bus, tram en/of metro moeten worden aanbesteed. Deze verplichting geldt ook voor de Concessie 2015. De wet stelt verder dat de Stadsregio ter voorbereiding op de ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 9 VAN 104

aanbesteding een Programma van Eisen (PvE) op moet stellen en een ontwerp hiervan voor advies aan consumentenorganisaties moet aanbieden. 1.4 Leeswijzer ontwerp PvE In het ontwerp PvE staan de eisen die aan het openbaar vervoer in het Concessiegebied en de Concessiehouder worden gesteld. Daarnaast moet de Concessiehouder zich aan alle wettelijke bepalingen en regelingen houden die relevant zijn bij de uitvoering van de Concessie 2015. Deze wettelijke bepalingen en regelingen zijn niet in dit PvE opgenomen. Het ontwerp PvE bevat geen bepalingen met betrekking tot de financiële relatie tussen de Stadsregio en de Concessiehouder en de instrumenten die de Stadsregio tot haar beschikking heeft om naleving van de eisen in het uiteindelijke PvE af te dwingen. Deze bepalingen zullen deel gaan uitmaken van de Offerteaanvraag die de Stadsregio ten behoeve van de aanbestedingsprocedure zal opstellen. Ten slotte bevat het ontwerp PvE ook geen afspraken met derden (= andere partijen dan de Stadsregio en de concessiehouder). Het ontwerp PvE heeft uitsluitend betrekking op de relatie tussen de Stadsregio en de Concessiehouder. 1.5 Status document Dit ontwerp PvE is een document waarin de Stadsregio aangeeft welke doelstellingen zij nastreeft met de Concessie 2015 en aan welke eisen de Concessiehouder vanaf 2015 in ieder geval zal moeten voldoen. Bij het opstellen van het ontwerp PvE is aan diverse organisaties gevraagd input te leveren met betrekking tot het openbaar vervoer in het Concessiegebied. Aan dit ontwerp PvE kunnen geen rechten worden ontleend. Dit ontwerp PvE wordt ter advisering voorgelegd aan de Reizigers Advies Raad van de Stadsregio, de Adviescommissies van de OV-concessies, Zaanstreek, Amstelland-Meerlanden en Waterland, de gemeenten Diemen, Ouder- Amstel en Amstelveen en aan de aangrenzende concessieverleners (de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht). Met deze laatstgenoemde groep zal met name overleg worden gevoerd over de afstemming van het openbaar vervoer in het Concessiegebied met dat in de aangrenzende concessiegebieden. Ook wordt het ontwerp PvE ter inzage gelegd om eenieder de gelegenheid te bieden een zienswijze in te dienen. De adviezen en zienswijzen op het ontwerp PvE Concessie 2015 worden opgenomen in een Nota van Zienswijzen. In de Nota van Zienswijzen geeft de Stadsregio aan of en, zo ja, op welke wijze deze adviezen en zienswijzen in het uiteindelijke PvE voor de Concessie 2015 worden verwerkt. Ook zal de Stadsregio in de Nota van Zienswijzen aangegeven wanneer zij ten aanzien van bepaalde onderwerpen zelf tot nieuwe inzichten is gekomen. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 10 VAN 104

In onderstaande tabel zijn bovenstaande stappen in de tijd uitgezet. Stappen op weg naar het definitieve PvE Datum c.q. Deadline Dagelijks Bestuur: vrijgave ontwerp-pve voor advisering en inspraak 5 apr 2012 Advisering en Inspraak (circa 3 maanden) 1 jul 2012 Dagelijks Bestuur: vaststelling ontwerp Nota van zienswijzen 19 jul 2012 Regioraad: Bespreking ontwerp Nota van Zienswijzen 16 okt 2012 Dagelijks Bestuur: vaststelling definitieve Nota van Zienswijzen 18 okt 2012 Dagelijks Bestuur: vaststelling uiteindelijke PvE 15 nov 2012 Na vaststelling van het uiteindelijke PvE zal de Stadsregio een Offerteaanvraag opstellen. De Offerteaanvraag is een technische en juridische uitwerking van het PvE. Het PvE maakt geen deel uit van de Offerteaanvraag, maar alle eisen in het PvE worden omgezet in bepalingen in de Offerteaanvraag. De Offerteaanvraag wordt te zijner tijd door het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio vastgesteld en zal niet voor advies of zienswijze aan de hiervoor genoemde partijen worden voorgelegd. Na vaststelling van de Offerteaanvraag start de aanbestedingsprocedure. Doel van deze procedure is om op basis van de criteria die in de Offerteaanvraag zijn vastgelegd die marktpartij te selecteren die aan alle eisen voldoet en die het meest aan de wensen van de Stadsregio tegemoet komt. De ervaring leert dat vragen van marktpartijen tijdens de aanbestedingsprocedure in sommige gevallen tot aanpassingen van het PvE kunnen leiden. Vanwege het functionele karakter van dit PvE en de expliciete wens van de Stadsregio om juist de kennis en ervaring vanuit de markt optimaal te benutten, wil de Stadsregio deze mogelijkheid niet bij voorbaat uitsluiten. Op het moment dat deze situatie zich voordoet, zal de Stadsregio met een proces-/procedurevoorstel komen ten aanzien van de partijen die eerder een formeel advies over het PvE hebben uitgebracht. Om te voorkomen dat marktpartijen met geheel nieuwe en/of al te ingrijpende adviezen/verzoeken komen, nodigt de Stadsregio ook marktpartijen vanaf 10 april uit om hun zienswijze naar aanleiding van het ontwerp PvE in te dienen. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 11 VAN 104

2 ONDERWERP VAN CONCESSIEVERLENING Dit hoofdstuk specificeert de inhoud van de Concessie 2015. Onderwerpen die daarbij aan bod komen zijn (i) de omvang van het Concessiegebied alsmede het binnen dit gebied door de Concessiehouder te gedogen vervoer waaronder begrepen particuliere initiatieven zoals de City Shuttle Center Line en het toeristische Hop on Hop off vervoer (zie ook subparagraaf 2.1.2), (ii) de ingangsdatum en duur van de Concessie en (iii) de door de Concessiehouder uit te voeren activiteiten (op hoofdlijnen). 2.1 Concessiegebied 2.1.1 Geografische afbakening De Concessie 2015 betreft het recht, maar ook de plicht om met uitsluiting van anderen openbaar vervoer per auto, bus, tram en metro te verrichten binnen het Concessiegebied. Het Concessiegebied omvat het grondgebied van de gemeenten en Diemen, en het grondgebied van de gemeente Ouder-Amstel dat is gelegen ten oosten van de A2 (met name de kern Duivendrecht). De Concessie omvat tevens het recht, maar ook de plicht om grensoverschrijdend openbaar vervoer op de in bijlage 1 genoemde routes in omliggende concessiegebieden te verrichten, waaronder de metro- en tramverbindingen richting Amstelveen. Onderstaande kaart toont de grenzen van het Concessiegebied, alsmede de routes van het grensoverschrijdend openbaar vervoer in omliggende concessiegebieden. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 12 VAN 104

Ten slotte omvat de Concessie de plicht om het vervoergebonden onderhoud van de railinfrastructuur (zie subparagraaf 2.3.2) en het dagelijks onderhoud van de strategische activa (zie subparagraaf 2.3.6) adequaat uit te voeren 3. 2.1.2 Gedoogplicht overig OV Openbaar vervoer over water, collectief vraagafhankelijk vervoer, kleinschalig aanvullend openbaar vervoer, waaronder particuliere initiatieven als de City Shuttle Center Line en het toeristische Hop on Hop off vervoer, en tijdelijk openbaar vervoer maken geen deel uit van de Concessie 2015 en dienen door de Concessiehouder gedoogd te worden. Daarnaast dient de Concessiehouder grensoverschrijdend openbaar vervoer vanuit omliggende concessiegebieden op de in bijlage 1 genoemde routes binnen het Concessiegebied te gedogen, ongeacht de frequenties en de bedieningstijden van het grensoverschrijdende openbaar vervoer op deze routes. 2.2 Ingangsdatum en duur van de Concessie De Concessie start in principe op 14 december 2014 en eindigt op de wijzigingsdatum van de dienstregeling voor het Hoofdrailnet (trein) in december 2022 dan wel op een nader door de Stadsregio te bepalen datum in december 2022 wanneer de dienstregeling voor het Hoofdrailnet in december 2022 niet zou wijzigen. De concessieduur is daarmee 8 jaar. De Stadsregio kan besluiten de concessieduur met maximaal 2 jaar te verlengen indien naar het oordeel van de Stadsregio: (i) de betrouwbaarheid en veiligheid van de exploitatie van de Noord/Zuidlijn beter gewaarborgd kan worden door de start van de concessie volgend op de Concessie 2015 enige tijd uit te stellen; en/of (ii) de Concessiehouder de Concessie 2015 tot het moment van besluitvorming nauwgezet, adequaat en in overeenstemming met de verwachtingen van de Stadsregio heeft uitgevoerd. Dit betreft zowel de exploitatie van het openbaar vervoer, de uitvoering van het vervoergebonden onderhoud, het onderhoud van strategische activa als het waarborgen van de (sociale) veiligheid. Voorwaarde voor een verlenging van de concessieduur is dat door een wijziging van de geldende wet- en regelgeving de maximale concessieduur van acht (8) jaar wordt verlengd. 2.3 Globale afbakening activiteiten behorend tot de Concessie De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de kwaliteit en uitvoering van alle activiteiten rond de ontwikkeling en uitvoering van het openbaar vervoer per auto, bus, tram en metro in het Concessiegebied, waaronder het opstellen en nauwgezet uitvoeren van een dienstregeling en het verstrekken van (actuele) reisinformatie. Daarnaast is de Concessiehouder verantwoordelijk voor de uitvoering van het vervoergebonden onderhoud van de railinfrastructuur voor tram en metro. Verder is er een aantal aanverwante activiteiten/onderwerpen die geheel of gedeeltelijk onder de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder vallen, zoals 3 Op dit moment wordt nog onderzocht welke beheer- en onderhoudsactiviteiten tot de Concessie 2015 behoren en welke daarbuiten vallen. De uitkomsten van dit onderzoek zullen in de tekst van het definitieve PvE worden verwerkt. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 13 VAN 104

(i) de verkeersleiding, (ii) fysieke veiligheid, (iii) sociale veiligheid, (iv) het onderhoud en eventueel de vervanging en uitbreiding van bepaalde strategische activa waaronder het materieel, (v) enkele specifieke taken, zoals deelname aan diverse commissies en bijdragen aan (infrastructurele) projecten, en (vi) de bijdrage aan het Marketingbureau. In deze paragraaf wordt aangegeven in hoeverre deze en andere activiteiten onder de Concessie 2015 vallen, of op een andere manier georganiseerd zullen worden 4. 2.3.1 Ontwikkelrol en ruimte OV-aanbod De Stadsregio kiest ervoor de Concessiehouder een grote rol te geven bij de ontwikkeling van het openbaar vervoer in het Concessiegebied. De Stadsregio verwacht dat op deze wijze de doelstellingen van de Concessie 2015, zoals beschreven in subparagraaf 1.2, het beste gerealiseerd kunnen worden, omdat de Concessiehouder beter zicht heeft op (i) de wensen van (potentiële) reizigers en (ii) methoden om deze wensen op efficiënte wijze in te vullen. De Stadsregio geeft de Concessiehouder ook de ruimte om zijn ontwikkelrol goed in te kunnen vullen. De Stadsregio doet dit door de eisen waaraan de Concessiehouder in ieder geval moet voldoen, te beperken en deze minimumeisen zoveel mogelijk functioneel te formuleren. Daarnaast neemt de Stadsregio in de Concessie 2015 prikkels op die ervoor moeten zorgen dat de Concessiehouder de geboden ruimte optimaal benut en zo maximaal bijdraagt aan de realisatie van de doelstellingen van de Stadsregio. Wel zal de Stadsregio, in de vorm van minimumeisen, kaders meegeven waarbinnen de Concessiehouder moet opereren en zal de Concessie sturingsinstrumenten bevatten die de Stadsregio in staat stellen om effecten van keuzes van de Concessiehouder die maatschappelijk gezien zeer ongewenst zijn ongedaan te kunnen maken. De minimumeisen zijn zoveel mogelijk functioneel geformuleerd (wat willen we bereiken? in plaats van: hoe moet de vervoerder het vervoer organiseren?) om de Concessiehouder voldoende ruimte/vrijheid te bieden om zijn ontwikkelrol goed in te kunnen vullen. 2.3.2 Beheer en onderhoud infrastructuur De infrastructuur voor het openbaar vervoer in het Concessiegebied bestaat uit: Railinfrastructuur voor tram en metro Weginfrastructuur voor busvervoer Metrostations en bus- en tramhaltes De gemeente is juridisch eigenaar van de gehele infrastructuur binnen de gemeente en de railinfrastructuur voor tram en metro in de omliggende gemeenten. De gemeente beheert het Hoofdnet OV (= Infrabeheerder), stelt de infrastructuur beschikbaar aan de Concessiehouder en zorgt voor vervanging, vernieuwing en duurzame instandhouding van de infrastructuur. De overige weginfrastructuur waarvan het openbaar vervoer gebruik kan maken is in beheer bij stadsdelen, aangrenzende gemeenten, de provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat en waterschappen (= Infrabeheerders), die deze weginfrastructuur aan de Concessiehouder beschikbaar stellen. Uitsluitend het vervoergebonden onderhoud van de railinfrastructuur voor tram en metro, waaronder mogelijk ook de tramhaltes en metrostations, maakt deel uit van de Concessie 2015. 4 Voor de afwegingen die aan deze afbakening van activiteiten ten grondslag hebben gelegen wordt verwezen naar de Aanbestedingsstrategie Concessie 2015. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 14 VAN 104

2.3.3 Centrale Verkeersleiding (CVL) De Centrale Verkeersleiding maakt deel uit van de Concessie 2015. Dit betekent dat de Concessiehouder verantwoordelijk is voor: (i) een goede afstemming en veilige uitvoering van bus-, tram- en metroritten; (ii) een goede afstemming met derden die van railinfrastructuur, vrije busbanen en busstations gebruik mogen maken (zie ook paragraaf 4.3); (iii) de instelling van omleidingroutes bij vertragingen, incidenten en calamiteiten en de communicatie van deze routes naar reizigers en andere concessiehouders die binnen het Concessiegebied actief zijn; (iv) de communicatie met de verkeersleiding en/of het rijdend personeel van andere concessiehouders die binnen het Concessiegebied actief zijn; (v) een systematische beoordeling van de beelden van camera s op haltes/stations en in voertuigen ten behoeve van sociale veiligheid en procesuitvoering; (vi) het beantwoorden van noodoproepen van reizigers via een Service en Alarm -zuil (zie ook hoofdstuk 7); (vii) de alarmering van hulpdiensten (Politie, Brandweer en GHOR) bij incidenten en calamiteiten; (viii) het in- en uitschakelen van de stroomvoorziening bij calamiteiten; (ix) het operationeel beheer en onderhoud van hardware/software systemen; (x) het operationeel beheer en onderhoud van de huisvesting van de CVL. 2.3.4 Fysieke Veiligheid Het openbaar vervoer in het Concessiegebied moet veilig uitgevoerd worden. Hoe veilig het openbaar vervoer is, wordt bepaald door de wijze waarop de infrastructuur, het beveiligingssysteem, het materieel, de dienstregeling en de verkeersleiding op elkaar inspelen. De Concessiehouder speelt hierin een belangrijke rol, omdat hij verantwoordelijk is voor de uitvoering van de dienstregeling, de verkeersleiding, het vervoergebonden onderhoud van de railinfrastructuur en het dagelijks onderhoud van het materieel. De specifieke eisen waaraan de Concessiehouder met het oog op de fysieke veiligheid moet voldoen, zijn opgenomen in hoofdstuk 6. 2.3.5 Sociale Veiligheid Sociale veiligheid is een noodzakelijke voorwaarde om ervoor te zorgen dat mensen graag met het se openbaar vervoer reizen. Bij het bevorderen van de sociale veiligheid speelt de Concessiehouder een belangrijke rol. Zo werkt de Concessiehouder onder meer actief samen met andere partijen, zoals andere concessiehouders die binnen het Concessiegebied actief zijn en concessiehouders van andere concessiegebieden waarbinnen de Concessiehouder zelf actief is. De specifieke eisen die in dat kader aan de Concessiehouder gesteld worden, zijn in hoofdstuk 7 nader uitgewerkt. Omdat sociale onveiligheid een algemeen maatschappelijk probleem is dat zich niet tot het openbaar vervoer beperkt, voert het te ver de verantwoordelijkheid voor de sociale veiligheid in en rond het openbaar vervoer in het Concessiegebied volledig bij de Concessiehouder neer te leggen. Zo hebben Infrabeheerders een taak en verantwoordelijkheid op het gebied van sociale veiligheid waar het het ontwerp, de inrichting en het beheer van haltes, routes en stations betreft. En politie en justitie hebben een taak en verantwoordelijkheid op het gebied van snelle opvolging en snelle vervolging. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 15 VAN 104

2.3.6 Strategische activa De strategische activa die voor de uitvoering van de Concessie 2015 benodigd is (de bussen, trams en metro s, de remises, garages, opstelterreinen, personeelshuisjes en werkplaatsen en installaties en eventueel ook ICT-systemen) is eigendom van de gemeente. De gemeente stelt deze activa aan de Concessiehouder beschikbaar. De gemeente is verantwoordelijk voor het strategisch beheer van deze activa (o.a. aanschaf en afstoten van activa). Gemeente en Stadsregio hebben de wens om de Concessiehouder verantwoordelijk te maken voor het dagelijks onderhoud van de activa. Dit betreft in ieder geval het onderhoud van het rollend materieel en de procesinstallaties. Mogelijk zal de gemeente zelf het onderhoud gaan verzorgen van het vastgoed en eventueel ook van de ICT-systemen). Nader onderzoek moet hier uitsluitsel over geven. De uitkomsten van dit onderzoek zullen in de tekst van het definitieve PvE worden verwerkt. Het PvE bevat een aantal kwantitatieve en kwalitatieve eisen waaraan de strategische activa moeten voldoen (o.a. hoofdstukken 8, 9 en 11). Deze eisen, die van invloed zijn op de kwaliteit van het openbaar vervoer in het Concessiegebied, worden relevant op het moment dat de Concessiehouder taken en verantwoordelijkheden krijgt op het gebied van beheer en onderhoud van (een deel van) de strategische activa. De Concessiehouder is in ieder geval verantwoordelijk voor het gebruik van de strategische activa als een goed huisvader en verzorgt de afstemming hierover met Activa BV. 2.3.7 Specifieke taken De Concessiehouder verricht enkele specifieke activiteiten die in het verlengde liggen van het openbaar vervoer maar die niet direct gekoppeld zijn aan de dagelijkse exploitatie van het openbaar vervoer. De Concessiehouder behartigt hierbij de belangen van het openbaar vervoer en heeft een informatie- en adviesplicht richting de Stadsregio. De Concessiehouder verricht deze taken mede namens andere concessiehouders die openbaar vervoer binnen het Concessiegebied verrichten, indien en voor zover zij dit wensen. 2.3.7.1 Deelname Coördinatiestelsel Binnen het Coördinatiestelsel worden werkzaamheden in de openbare ruimte zo veel mogelijk op elkaar afgestemd met als doel de uitvoering van werkzaamheden zo goed mogelijk vorm te geven. In haar rol van strategisch beheerder van de infrastructuur bewaakt de gemeente binnen het Coördinatiestelsel de belangen van het openbaar vervoer. Op uitnodiging neemt de Concessiehouder zitting in het Coördinatiestelsel en verricht desgevraagd OV-gerelateerde activiteiten. 2.3.7.2 Deelname Centrale Verkeerscommissie en Stadsdeelverkeercommissies De Concessiehouder neemt op uitnodiging zitting in de Centrale Verkeerscommissie (CVC) van de gemeente en verricht daarbinnen alle noodzakelijke OVgerelateerde activiteiten. De Concessiehouder neemt daarnaast ook deel aan bijeenkomsten van een stadsdeelverkeerscommissie wanneer er OV-gerelateerde zaken op de agenda te staan. 2.3.7.3 Participatie in infrastructurele projecten De Concessiehouder participeert desgevraagd in infrastructurele projecten - voor zover die het openbaar vervoer in het Concessiegebied raken - van de centrale stad, de stadsdelen en de gemeenten Amstelveen, Diemen en Ouder- Amstel, zoals dat op dit moment bijvoorbeeld geldt voor de projecten Stationseiland Centraal, Zuidas en Noord/Zuidlijn binnen de gemeente. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 16 VAN 104

2.3.7.4 Bijdrage aan diverse taken met betrekking tot ontwikkelingen op het gebied van de metro en tram5 De Concessiehouder stelt desgevraagd zijn kennis, personeel en materieel beschikbaar voor activiteiten in het kader van: de aanleg en de voorbereiding van de exploitatie van (delen van) de Noord/Zuidlijn en andere nieuwe tram- en metroverbindingen; de afname en ingebruikname van nieuw metromaterieel; de afname en ingebruikname van nieuwe railinfrastructuur en strategische activa, zoals opstelterreinen, werkplaatsen, ICT-apparatuur, etc.; het voldoen aan eisen en wensen op het gebied van veiligheid (met inbegrip van tunnelveiligheid); de modernisering van het beveiligingssysteem van de metro, al dan niet gericht op een systeem van onbemand rijden. 2.3.7.5 Inventarisatie relevante ontwikkelingen De Concessiehouder zorgt ervoor dat hij op de hoogte is van ontwikkelingen in en rond het Concessiegebied die van invloed zijn op de uitvoering van de Concessie 2015. De Concessiehouder deelt deze informatie met de Stadsregio. 2.3.7.6 Informatieverstrekking ten behoeve van onderzoek en monitoring De Concessiehouder stelt informatie waarover de Concessiehouder beschikt en die in de optiek van de Stadsregio van belang is voor door de Stadsregio geïnitieerde of ondersteunde onderzoek- en monitoringactiviteiten desgevraagd zonder voorbehoud aan de Stadsregio beschikbaar. 2.3.7.7 Aanvullende werkzaamheden De Concessiehouder levert een bijdrage aan coördinerende werkzaamheden binnen de gemeente en/of brengt advies uit over zaken die de gemeente betreffen wanneer de Stadsregio dit van de Concessiehouder verlangt. 2.3.8 Marketingbureau Gelet op de samenhang van het openbaar vervoer in het Concessiegebied met het overige openbaar vervoer in de Stadsregio, stemt de Concessiehouder zijn marketingactiviteiten af met die van de andere concessiehouders die in de regio actief zijn. Om dit proces soepel te laten verlopen, heeft de Stadsregio in 2009 een marketingbureau opgericht. Met het marketingbureau beoogt de Stadsregio concessiegrensoverschrijdende marketingactiviteiten te stimuleren. Wanneer het marketingbureau, of diens eventuele opvolger, bij de start van de Concessie 2015 nog actief is, sluit de Concessiehouder zich hierbij aan. 5 De eisen in deze subparagraaf kunnen nog aangepast worden als gevolg van een herziening van de afspraken tussen de Stadsregio en de gemeente m.b.t. beschikbaarheid, beheer en onderhoud en gebruik van railinfrastructuur en strategische activa. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 17 VAN 104

3 VERVOERKUNDIGE EISEN 3.1 Inleiding De Stadsregio wil de Concessiehouder ruimte bieden om het openbaar vervoeraanbod in het Concessiegebied zo in te richten dat mensen er graag gebruik van gaan maken. De Stadsregio verwacht namelijk dat de Concessiehouder het beste in staat zal zijn om met slimme en creatieve vervoeroplossingen bestaande reizigers te behouden en nieuwe reizigers te trekken. Slaagt hij daar in dan plukt hij daar ook de vruchten van omdat (i) de hogere reizigersopbrengsten voor hem zijn en (ii) hij een hogere subsidie van de Stadsregio ontvangt. De Stadsregio verwacht dat deze financiële prikkels de Concessiehouder zullen stimuleren om met zijn openbaar vervoeraanbod voortdurend in te spelen op (gewijzigde) wensen van (potentiële) reizigers. Hoewel het bieden van ontwikkelruimte de basisgedachte in dit PvE is, wil de Stadsregio belanghebbenden met dit PvE ook zekerheid bieden wat betreft het openbaar vervoeraanbod tijdens de looptijd van de Concessie. Dit hoofdstuk bevat daarom een aantal minimumeisen die aan het openbaar vervoeraanbod in het Concessiegebied gesteld worden. Het gaat daarbij onder meer om minimumeisen ten aanzien van: de verbindingen die de Concessiehouder minimaal moet bieden (paragraaf 3.2); de ontsluiting van buurten en instellingen (paragraaf 3.3); bedieningstijden en intervallen (paragraaf 3.4); het nachtvervoer (paragraaf 3.5); overige aspecten (paragraaf 3.6). De minimumeisen zijn zoveel mogelijk functioneel geformuleerd om de Concessiehouder ook bij de invulling van de minimumeisen zoveel mogelijk (ontwikkel)ruimte te bieden. Dit betekent dat de Stadsregio geen volledig lijnennet of complete dienstregeling voorschrijft. Wel verwacht de Stadsregio dat de Concessiehouder jaarlijks in zijn Vervoerplan aangeeft op welke wijze hij de hem geboden ontwikkelruimte benut en wat dit voor het openbaar vervoeraanbod in het Concessiegebied betekent (zie paragraaf 3.7). Omdat de Stadsregio het Vervoerplan moet goedkeuren, heeft de Stadsregio wel een sturingsinstrument in handen waarmee slecht onderbouwde, maatschappelijk ongewenste wijzigingen in het openbaar vervoeraanbod kunnen worden voorkomen. De Stadsregio heeft de functionele vervoerkundige eisen zo geformuleerd dat zij in principe gedurende de gehele concessieperiode gehandhaafd kunnen worden. Niettemin zijn er omstandigheden denkbaar die een herziening van de eisen noodzakelijk maken. Dit kan het geval zijn wanneer er (aanzienlijk) minder geld voor de Concessie 2015 beschikbaar is of bij ingebruikname van belangrijke nieuwe verbindingen, zoals de Noord/Zuidlijn en mogelijk ook de omgebouwde Amstelveenlijn (zie ook subparagraaf 3.2.3). In dat geval treedt de Stadsregio met de Concessiehouder in overleg over de gevolgen van deze gewijzigde omstandigheden. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 18 VAN 104

3.2 Verplichte verbindingen 3.2.1 Belangrijke locaties Binnen het Concessiegebied is een aantal belangrijke locaties aan te wijzen waarvan de Stadsregio vindt dat die in ieder geval over goede openbaar vervoerverbindingen moeten kunnen beschikken. Het gaat om de volgende categorieën locaties: A-locaties: internationale Toplocaties Centraal Zuid NB: Schiphol Plaza is qua vervoerspotentie een A-locatie maar ligt feitelijk buiten het Concessiegebied ; de ontsluiting wordt primair georganiseerd vanuit de concessie Amstelland-Meerlanden. Schiphol Plaza wordt wel als D-locatie opgenomen, zodat (evenals in de huidige situatie) wel tenminste één daglijn en één nachtlijn kan worden geëist. B-locaties: overige belangrijke bestemmingslocaties voor werk en/of onderwijs Amstel Bijlmer-Arena Sloterdijk Buikslotermeerplein Weesperplein C-locaties: belangrijke vervoerkundige knooppunten De overige NS-stations in het Concessiegebied (10) De overige belangrijke P+R locaties in (4) D-locaties: overige belangrijke (winkel/toeristische) locaties Noord: voormalig NDSM-terrein Centrum: Kalverstraat/Heiligeweg/Rokin, Leidsestraat/Koningsplein, Rembrandtplein, Hermitage en Artis Zuid: A.Cuypstraat, Museumkwartier, Beethovenstraat, Gelderlandplein en RAI congrescentrum West: Ten Katestraat, Vondelpark en Westergasterrein Nieuw-West: Osdorpplein en Belgiëplein Oost: Dapperstraat Diemen Centrum Amstelveen Centrum Schiphol Plaza Op de volgende pagina zijn bovenstaande locaties op kaart weergegeven. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 19 VAN 104

Legenda A1: Centraal NS A2: Zuid NS B1: Buikslotermeerplein B2: Sloterdijk NS B3: Weesperplein B4: Amstelstation NS B5: Bijlmer-Arena NS C1: Muiderpoortstation NS C2: SciencePark NS C3: Diemen NS C4: Diemen-Zuid NS C5: Duivendrecht NS C6: Holendrecht NS C7: Rai NS C8: Lelylaan NS C9: P+R Zeeburg C10: P+R Gaasperplas C11: P+R Olympisch Stadion C12: P+R Bos en Lommer D1: voormalig NDSM-terrein D2: Kalverstraat/Rokin D3: Leidsestraat/Koningsplein D4: Rembrandtplein D5: Hermitage & Artis D6: Albert Cuypstraat D7: Museumkwartier D8: Beethovenstraat D9: Gelderlandplein D10: RAI congrescentrum D11: Ten Katestraat D12: Vondelpark D13: Westergasterrein D14: Osdorpplein D15: Belgiëplein D16: Dapperstraat D17: Diemen centrum D18: Amstelveen centrum D19: Schiphol Plaza 3.2.2 Verbindingen met deze locaties De Concessiehouder biedt in ieder geval een directe verbinding tussen Centraal en Zuid. Tot de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn bedraagt de reistijd maximaal 20 minuten. Na ingebruikname van de Noord/Zuidlijn geldt de reistijd via deze lijn als maximum. De Concessiehouder zorgt er verder voor dat reizigers binnen 20 minuten en met maximaal één overstap van elke B-locatie naar beide A-locaties en vice versa kunnen reizen. Tot de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn geldt een uitzondering voor de verbinding Buikslotermeerplein Zuid; de reistijd dient maximaal 40 minuten te bedragen. Na ingebruikname van de Noord/Zuidlijn geldt de reistijd via de Noord/Zuidlijn lijn als maximum. Ten slotte zorgt de Concessiehouder ervoor dat reizigers binnen 30 minuten en met maximaal één overstap van elke C- en D-locatie naar ten minste één van beide A- locaties en vice versa kunnen reizen. De Concessiehouder kan bij de invulling van deze verbindingen zelf een afweging maken welke route het meest geschikt en efficiënt is en of hij op deze route bussen, trams en/of metro s gaat inzetten. De Stadsregio verwacht wel dat de Concessiehouder zowel de belangen en wensen van reizigers als (de kwaliteit van) de beschikbare infrastructuur en strategische activa (met name bussen, trams en metro s) meeneemt in zijn afwegingen. Inschrijvers voegen aan hun Inschrijving een visie toe waarin zij toelichten via welke routes zij de B-, C- en D-locaties met Centraal en/of Zuid verbinden. De kwaliteit van deze visie weegt mee bij de beoordeling van de Inschrijvingen. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 20 VAN 104

3.2.3 Benutting bestaande en nieuwe infrastructuur 3.2.3.1 MobiliteitsAanpak Onder de noemer MobiliteitsAanpak (MAA) wordt op dit moment onderzocht welke ruimtelijke en verkeer- en vervoermaatregelen getroffen kunnen worden om de bereikbaarheid en leefbaarheid in het Concessiegebied te verbeteren. In dat kader wordt onder meer gekeken welke infrastructuur voor bus, tram en metro voor de bereikbaarheid en leefbaarheid van groot belang is (= hoofdinfrastructuur OV). De Concessiehouder dient in ieder geval gebruik te maken van alle infrastructuur die deel uitmaakt van de hoofdinfrastructuur OV. Onderstaande kaart geeft een indruk van de infrastructuur die naar verwachting deel zal uitmaken van de hoofdinfrastructuur OV, maar dit beeld kan nog wijzigen. De Concessiehouder stemt de routes van (verbindende) lijnen op (veranderingen in) de kwaliteit van deze infrastructuur af. Legenda Zwarte lijnen geven de hoofdinfrastructuur OV weer. Roze lijnen geven de overige railinfrastructuur (voor de tram) weer. De Concessiehouder mag deze trajecten in zijn netwerk opnemen, maar is hiertoe niet verplicht. Stippellijnen geven nieuwe infrastructuur weer die op termijn deel uit kan gaan maken van de hoofdinfrastructuur OV. Het gebruik van de (grijsgekleurde) verbindingsboog tussen station Overamstel en Spaklerweg is in ieder geval verplicht te gebruiken tot de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn. PM: hoogwaardige businfrastructuur (huidige en toekomstige) zal nog worden toegevoegd aan het kaartbeeld. Disclaimer De kaart is samengesteld op basis van de huidige inzichten ten aanzien van de hoofdinfrastructuur OV. De Stadsregio behoudt zich het recht voor om de kaart op ieder moment te wijzigen. 3.2.3.2 Noord/Zuidlijn Na ingebruikname van de Noord/Zuidlijn biedt de Concessiehouder een directe verbinding vanaf Zuid via Centraal naar Buikslotermeerplein en vice versa. Voor deze nieuwe voorgeschreven verbinding gelden in principe dezelfde eisen als voor de voorgeschreven verbinding tussen Centraal en Zuid. De verbindingsboog tussen de stations Overamstel en Spaklerweg maakt na ingebruikname van de Noord/Zuidlijn niet langer deel uit van de hoofdinfrastructuur OV. Gedurende de looptijd van de Concessie zal de Stadsregio samen met betrokken concessiehouders bepalen wat de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn betekent voor de streeklijnen vanuit aangrenzende concessiegebieden op de voorgeschreven verbinding tussen Centraal en Buikslotermeerplein en daarmee voor de eisen aan de exploitatie van de Noord/Zuidlijn, waarbij de eisen zoals vastgelegd in dit Programma van Eisen (o.a. t.a.v. (zitplaats)capaciteitsnormen; zie hoofdstuk 5) vanzelfsprekend in acht zullen worden genomen. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 21 VAN 104

3.2.3.3 Amstelveenlijn De huidige lijnen 5 en 51 richting Amstelveen vormen belangrijke verbindingen in het totale openbaar vervoernetwerk in de Metropoolregio. Vanwege de bouw van de Noord/Zuidlijn, de inrichtingsplannen voor de Zuidas en (verwachte) capaciteits- en betrouwbaarheidsproblemen op de Amstelveenlijn, hebben de bestuurders 6 van de Stadsregio, de gemeenten, Amstelveen en stadsdeel Zuid op 9 februari 2012 gezamenlijk besloten te investeren in een nieuwe hoogwaardige tramverbinding tussen Amstelveen Westwijk en Centrum (Leidseplein en Amstel). De Amstelveenlijn wordt betrouwbaarder, sneller en comfortabeler. Amstelveen en de zuidelijk daarvan gelegen gemeenten worden daarmee goed aangetakt op de Zuidas, de trein en de Noord/Zuidlijn. De tram moet berekend zijn op een groeiend aantal reizigers en economische verbeteringen. De komende tijd zal naar verwachting meer duidelijkheid komen over de exacte trajecten van de Amstelveenlijn. De Stadsregio verwacht van de Concessiehouder dat hij kennis, personeel en materieel beschikbaar stelt voor de ombouw en voorbereiding van de exploitatie van de Amstelveenlijn (zie ook subparagraaf 2.3.7). Vanaf de ingebruikname van deze nieuwe Amstelveenlijn biedt de Concessiehouder een directe verbinding vanuit Amstelveen Westwijk naar Centrum (Leidseplein en Amstel). Tot aan het moment waarop de nieuwe Amstelveenlijn is gerealiseerd dient de Concessiehouder in ieder geval de huidige lijnvoering in stand te houden, met daarbij wel de volgende kanttekening: Indien de omstandigheden daartoe dwingen (bijvoorbeeld nieuwe eisen ten aanzien van (tunnel)veiligheid), kan de Stadsregio tijdens de concessieperiode tot inkorting van lijn 51 besluiten. In dat geval zal lijn 51 in ieder geval tussen Spaklerweg en Amstelveen Westwijk blijven rijden. Rekening houdend met de meningen van de Reizigers Advies Raad, de Adviescommissie en zolang de Verordening op de Commissies van Advies voor de concessies van Stadsregio nog niet is aangepast aan de enkele jaren geleden doorgevoerde wijzigingen in de concessiegrenzen de gemeenten Diemen en Ouder-Amstel en de gemeente Amstelveen, zal de Stadsregio op dat moment een beslissing nemen ten aanzien van het nieuwe eindpunt van lijn 51 en de compenserende maatregelen die in dat geval genomen zullen worden. Voor metrohalte Spaklerweg zelf geldt in ieder geval dat deze halte naar het oordeel van de Stadsregio op dit moment onvoldoende geschikt is om als overstapstation te dienen. Mocht deze halte in de toekomst het eindpunt van lijn 51 gaan worden, dan zal de Stadsregio aan de gemeente vragen te investeren in bijvoorbeeld een overkapping. 3.3 Ontsluiting van het Concessiegebied Uitgangspunt voor de eisen aan de ontsluiting van het Concessiegebied is dat alleen die buurten en instellingen ontsloten worden waar verwacht mag worden dat voldoende mensen van het openbaar vervoer gebruik zullen maken (= collectiviteitcriterium 7 ). 3.3.1 Te ontsluiten Woon- en Werkgebieden en Zorginstellingen De Concessiehouder ontsluit in ieder geval de volgende buurten in het Concessiegebied : 6 7 Het besluit is op het moment van vaststelling van het ontwerp PvE nog niet door alle betreffende raden bekrachtigd. Stadsregio (2008), OV-Visie 2010-2030 Stadsregio : Regionaal OV als impuls voor de Metropool, p. 83. ontwerp Programma van Eisen Concessie 2015 5 april 2012 22 VAN 104