Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 3 januari 2017) Nummer Onderwerp Kustbebouwing Kijkduin

Vergelijkbare documenten
Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 3 januari 2017) Nummer Onderwerp Bebouwing strand Kijkduin

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van J.W.A. Struijlaard (50PLUS) en J.J. Rijken ( PVV) (d.d. 17 mei 2017) Nummer 3299

Wij hebben uw verzoekbeoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Binnenmaas Postbus ZH Maasdam. Ontheffing Verordening ruimte 2014 Windpark Oude Maas

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gouda Postbus BB Gouda

Voordracht aan Provinciale Staten. Van Presidium. van Provinciale Staten dd. 9 juli 2014, strekkende tot intrekking van de Verordening Ruimte 2010.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD), A. van Hunnik (GL) en H. van Dieren (SGP/CU) (d.d. 4 mei 2017) Nummer 3292

provincie Zuid Holland

Aan Van Datum Onderwerp Zaaknummer

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll zienswijze ontwerp wijzigingsplan "Aagtekerkseweg 6 te Aagtekerke"

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Geachte heer/mevrouw,

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Krimpenerwaard Postbus AB Stolwijk

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

AE Overveen. Graag nodigen wij u van harte uit voor een hoorzitting op 7 september 2018 op het Provinciehuis van Zuid-Holland in Den Haag.

Gedeputeerde Staten. Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland T.a.v. het bestuur Bezuidenhoutseweg AW DEN HAAG

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gedeputeerde Staten. Stichting Werelderfgoed Kinderdijk t.a.v. het bestuur Overwaard AT KINDERDIJK

Zienswijze Zuid Holland

'?",iffhorrand STnTEN

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Gedeputeerde Staten. Gemeente Goeree-Overflakkee t.a.v. het college van burgemeester en wethouders Postbus AA MIDDELHARNIS

Öl J. Franssen 5EK0MEN 2 6 M. ÏWB. provincie H o L L A N D ZUID. Gedeputeerde Staten. Aan de leden van de statencommissie Ruimte en Wonen

De aanvraag betreft de volgende activiteiten: - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid 1c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht);

2 4 APR Paraaf Provinci. Onderwerp Brief aan de Stuurgroep Westlandse Zoom over glascompensalie Kwintsheul-Noord

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

Gewaamierkte documenten

a _ctj. \ \ 9 OIC VOORBLAD AAN DE RAAD GERICHTE BRIEVEN: (per ommegaande invullen en sturen naar Griffie)

(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders,

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van SLIEDRECHT

2017/53151 gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders

ZUID HOLLAND. provincie. Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten van Zuid-Holland,

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Omgevingsvergunning Zaaknummer

OMGEVINGSVERGUNNING Uitgebreide procedure

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

Omgevingsvergunning 1 e fase

5 Hmlnuten verste Provincials

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

ffi SrnTEN '?",îffhorrand EhSE Lid Gedeputeerde Staten 2 2 SEP 2016 Aan de leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

uw kenmerk ons kenmerk VV/JR /2014u02169

Concept-omgevingsvergunning voor het wijzigen van de kavelindeling op het perceel Kadijkweg tegenover 39 in Andijk

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp

Omgevingsvergunning Zaaknummer

ffi '?,iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten Gemeente Papendrecht Postbus 1 1

8 november Te besluiten om:

Het college van de gemeente Zuidplas, In het kader van het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

OMGEVINGSVERGUNNING OV

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van P.L. Vermeulen (SP) (d.d. 9 oktober 2014) Nummer Onderwerp Huisvesting statushouders

ONTWERP Omgevingsvergunning Zaaknummer

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

Ontwerp tijdelijke Omgevingsvergunning

Dekker Grondstoffen BV Waalbandijk JB IJZENDOORN. Geachte heer Van Aanholt,

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016

Nr: Geachte gemeenteraad, Contactpersoon

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

Ontwerp Omgevingsvergunning

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067

GS brief aan Provinciale Staten

Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017

Op 12 juli 2018 heeft u een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een tijdelijke proefterp nabij De Weel - Markermeerdijken.

en met toepassing van artikel 3.3 lid 3 van de Wabo de aanhoudingsplicht van artikel 3.3 van de Wabo te doorbreken.

Nota van B&W. Portefeuilehouder J.C.W. Nederstigt

5 minuten versie voor Provinciale Staten

* *

Beschikking Omgevingsvergunning

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Uitgaande Post

Aan deze vergunning hebben wij voorschriften verbonden. De meegezonden en gewaarmerkte stukken horen bij dit besluit.

Aangepaste ligging veiligheidscontour. Onderbouwing lokaal:

Dit besluit is voorbereid volgens de procedure van paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

g^atwijk - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid ie van de Wabo)

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders,

o. JL? FEB Gedeputeercle N.V. Nederlandse Gasunie t.a.v. de heer ir. E. Freese Postbus MA GRONINGEN

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

Transcriptie:

van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 3 januari 2017) Nummer 3257 Onderwerp Kustbebouwing Kijkduin Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller Op 22 december is bekend geworden dat de gemeente Den Haag een WABOvergunning heeft verstrekt voor de exploitatie van 35 strandhuisjes bij Kijkduin. Dit na vernietiging van de vorige vergunning door de rechter en lopende het hoger beroep. De Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten gaan niet over de specifieke vergunningverlening (daarover zijn in de Haagsche gemeenteraad inmiddels vragen over gesteld) maar het gevolg van het verstrekken van deze vergunning raakt wel aan de maatschappelijke en politieke discussie die ook op provinciaal niveau over kustbebouwing speelt. GS en PS hebben recentelijk al diverse malen over het kustbeleid gesproken en de provinciale regels zijn aangescherpt. Ook is er dit jaar een Nationaal Kustpact gesloten waarbij afspraken gemaakt zijn over bebouwing langs en op het strand. De fractie van GroenLinks heeft dan ook een aantal vragen aan het college van Gedeputeerde Staten naar aanleiding van het verstrekken van de vergunning. 1. Bent u bekend met de door de gemeente Den Haag verleende vergunningen voor 35 strandhuisjes bij Kijkduin? Ja. 2. Hoe beoordeelt u deze plannen en verleende vergunningen in het licht van het provinciale beleid om de kust te beschermen? De gemeentelijke plannen verhouden zich slecht tot zowel het voorheen vigerende als het huidige, geactualiseerde ruimtelijke beleid (Visie Ruimte & Mobiliteit) en de regelgeving (Verordening Ruimte) met betrekking tot de kust. De Provincie streeft naar een afwisseling tussen drukke en rustige stranden. Voorliggende gemeentelijke plannen worden gerealiseerd op rustige delen van het strand. Dit draagt niet bij aan de kwaliteit van de kust als geheel en draagt evenmin bij aan behoud en ontwikkeling van het Natuurnetwerk Nederland ter plekke. FZ/GS/Alg

Pagina 2/3 3. Is het verstrekken van deze vergunningen in strijd met het geldende bestemmingsplan? Zo ja, wat gaat GS hier aan doen? De gemeente wijkt met haar vergunningverlening af van haar vigerende bestemmingsplan. Voor de reactie van GS zie beantwoording vraag 5. 4. Past het verlenen van deze vergunningen in het dit jaar gesloten Nationale Kustpact? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, hoe wordt hiermee omgegaan? Het Kustpact is nog niet getekend. In het concept Kustpact staat dat partijen de intentie delen om nieuwe recreatieve bebouwing op het strand en in de duinen te concentreren in reeds bebouwde gebieden en reeds vergunde ontwikkellocaties. Een uitzondering hierop geldt voor plannen en projecten waarover vóór de datum van inwerkingtreding van het Kustpact een overeenkomst met een overheid is gesloten en waarover openbare besluitvorming heeft plaatsgevonden of waarover een besluit door de gemeenteraad is genomen, waaruit blijkt dat een gemeente zich aan een plan of project heeft gecommitteerd. Het is de vraag of dit geval onder de uitzondering valt, dat moet door Den Haag gemotiveerd worden. 5. Hoe wordt voorkomen dat de provincie zegt de kust te willen beschermen tegen overmatige bebouwing, maar dat gemeenten deze visie doorkruisen en alsnog op diverse plaatsen toestaan dat er kustbebouwing plaatsvindt? De provincie heeft haar ruimtelijke beleid met betrekking tot de kust vastgelegd in de Visie Ruimte & Mobiliteit. Als gemeenten besluiten nemen die conflicterend zijn met het provinciale beleid kan de provincie haar ruimtelijk instrumentarium inzetten. De Provincie heeft daarom een bezwaarschrift ingediend tegen de verlening van de gemeentelijke vergunningen (zie bijlage). 6. Is er contact geweest tussen de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland over deze vergunningaanvraag? Zo ja, wat is er uitgewisseld? Ja. Er heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden en de standpunten over de vergunningaanvragen bij de gemeente zijn uitgewisseld. Op basis van dat overleg is door de Provincie aangegeven dat de gemeentelijke vergunningverlening niet past binnen het provinciale beleid en de bijbehorende regelgeving.

Pagina 3/3 7. Heeft u de indruk dat er bij gemeenten langs de Zuid-Hollandse kust voldoende informatie aanwezig is over de inhoud van het Nationale Kustpact en over het provinciale beleid omtrent kustbebouwing? Zo ja, hoe kan het dat gemeenten dan toch in strijd met het Nationale Kustpact en het provinciale beleid over de bebouwing van de Zuid-Hollandse kust lijken te handelen? Zo neen, bent u bereid om met de Zuid-Hollandse gemeenten in gesprek te gaan over het belang van het beschermen van de kust? Het is de bedoeling dat de gemeenten het kustpact ondertekenen. Ze zijn daarom zowel ambtelijk als bestuurlijk vertegenwoordigd bij het opstellen van het Kustpact en zijn op deze wijze o.i. ook voldoende geinformeerd. Het provinciale kustbeleid is aangescherpt in de actualisering van de Visie Ruimte & Mobiliteit en vastgelegd in de Verordening Ruimte. Gemeenten hebben daar een zienswijze op kunnen indienen. Vanzelfsprekend is de Provincie bereid om in gesprek te gaan over het belang van het beschermen van de kust. Den Haag, 9 februari 2017 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, plv. voorzitter, drs. J.H. de Baas mr. J.F. Weber

Gedeputeerde Staten '?,îîhonend Burgemeester en Wethouders van Den Haag A\M /Bezwaar Postbus 12600 2500 DJ Den Haag Ondenrverp Bezwaar tegen verlening omgevingsvergunninçn strandhuisjes tussen strandslagen S2A en 53, nabij strandopgang 2A en nabij strandopgang 2 Contact M. Molenwijk 'l 070-441 74't1 m.molenwijk@pzh.nl Pos1adres Provinc ehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T070-4416611 www.zuid-holland.nl Datum Zie vezenddatum linksonder Ons kenmerk xxx xxx uw kenmerk 20161 8321/61 80334 20151 8761/61 80631 201 61 8763/61 80592 Bijlagen Geacht college, Bij besluit van 15 december heefr u omgevingsvergunningen verleend voor twintig strandhuisjes tussen strandslagen S2A en 53, vijf huisjes nabij strandopgang 2A en tien huisjes nabij strandopgang 2. Wij hebben besloten daartegen bezwaar aan te tekenen. Aan ons besluit liggen de volgende ovenlregingen ten grondslag. A. Juridische basis bezwaarcchrift Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Tmm I en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij het provinc ehuis. Vanaf station Den Haag CS is het t en minuten lopen. De parkeenuimte voor auto's is beperkt. EhSEI fl# U hebt de omgevingsvergunningen verleend op grond van artikel 2.12, eerste lid,onderdeel a onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de zogenoemde kruimelregeling). Op grond van artikel 4.1 van de Wet ruintelijke ordening in samenhang met artikel 1.2 van de Verordening Ruimte is de Verordening Ruimte van toepassing op de betreffende om gevi n gsvergu nn in gen. B. Toetsing omgevingsvergunningen aan de Verordening Ruimte Op het moment van uw besluit tot vergunningverlening gold de Verordening Ruimte, zoals luidend na het besluit van Provinciale Staten van 2015 tot partiële wijziging van de Verordening Ruimte 2014,in werking getreden op 4 februari 2016 (hiema : VR oud). Uit de verleende vergunningen blijkt echter niet dat getoetst is aan het in de VR oud opgenomen toetsingskader. Hierna gaan wij daar nader op in. De VR oud bevat in artikel 2.2.1 een ruimtelijk kwaliteitskader. Volgens lid 1 onder a van dat artikel dienen nieuwe ontwikkelingen te passen binnen aad en schaal van het gebied en te voldoen aan de geldende richtpunten voor dit gebied. Wanneer een ontwikkeling daar niet binnen past dan is op grond van lid 1 onder b sprake van 'aanpassing'. Een dergeljke ontwikkeling kan slechts doorgang vinden na zorgvuldige inbedding waarbij rekening wordt gehouden met de Verzonden op 27-01 -20 1 7 PZH-201 7-57 8340986 dd. 27-01 -20 17

e' fr'fihorraxo Ons kenmerk 201618321 16180334 201 61 8761/61 80631 201 61 8763/61 80592 relevante richtpunten van de kwaliteitskaart en na het zonodig treffen van aanvullende ruimtelijke maatregelen. Naar onze mening passen: 1. de onderhavige ontwikkelingen niet binnen aard en schaal van dit gebied en 2. niet binnen de hier relevante richtpunten. Daarbij overwegen wij het volgende. Ad 1: Het strand in Zuid-Holland dat niet gelegen is nabij boulevards kenmerkt zich door openheid, rust, en heeft als karakteristiek een duinenrand die æn wezenlijk onderdeel is van de strandbeleving. Hier is geen ruimte voor strandhuisjes of andere stedelijke ontwikkelingen die daar sterk afbreuk aan doen. Ad 2: De VR oud bevatte het richtpunt Kustcomplex. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is: Ontwikkelingen versterken en gebruiken waar mogelijk de natuurlijke dynamiek en omstandigheden van de duinen en de kust. Strandhuisjes dragen niet bij aan dit richtpunt, maar verstoren juist de natuurlijke dynamiek, in het bijzonder het verstuiven van zand van hetstrand naar de duinen wat nodig is voor natuurlijke duinvorming. Verder gold eveneens het richtpunt Duincomplex: Ontwikkelingen dragen bij aan, of versterken de biizondere landschappetijke- en natuurlijke kwaliteit van de duinen. Strandhuisjes versterken niet de bijzondere landschappelijk+ en natuurlijke kwaliteit, maar doen vanwege het stedelijke karakter afbreuk aan deze kwaliteiten. Op grond van het voorgaande zijn wij van mening dat de ontwikkelingen waarvoor de omgevingsvergunningen zijn verleend in strijd zijn met aftikel 2.2.1 lid 1 sub a van de VR oud. Evenmin wordt voldaan aan artikel 2.2.1 lid 1 sub b, omdat in dit geval geen sprake is van een ontwikkeling die door zorgvuldige inbedding in de omgeving en/of aanvullende ruimtelijke maatregelen kan leiden tot een situatie waarin de ruimtelijke kwaliteit per saldo tenminste gelijk brijft. De verleende vergunningen zijn derhalve in strijd met de VR oud verleend. Op 14 december 2016 hebben Provinciale Staten een actualisering van de VR oud vastgestel{ die op 12 januari 2O17 in werking is getreden (hierna te noemen: VR nieuw). Daarin is de bovengenoemde beleidslijn ten aanzien van de kust verstevigd. Hoewel uw college daarmee bekend was, is bij de verlening van de vergunningen ook met de VR nieuw geen rekening gehouden, hetgeen uit een oogpunt van zorgvuldige besluitvorming en een goede belangenañrveging, onzes inziens wel plaats had moeten vinden. Hieronder treft u onze overwegingen ter zake aan. ln de VR nieuw heeft het merendeel van het strand in ZuiúHolland een 'beschermingscategorie 1 - status' gekregen als bedoeld in artikel 2.2.1 lid 2 van de VR. Op grond van lid a van dat artikel zijn binnen gebieden met de categorie 1- status alleen ontwikkelingen die binnen aard en schaal passen van het gebied (inpassen), mogelijk. 214 PZN -201 7-57 8340986 dd. 27-01 -20 17

P'i'jr'fiHorreNn Ons kenmerk 201 61 8321/61 80334 201 61 8761/61 80631 201 61 8763/61 80592 Daarvan is - zoals hiervoor al aangegeven - genoemde uitzonderingsmogelijkheden doen zich hier niet voor. in dit geval geen sprake. Ook de in lid 2 sub a Hiernaast is niet getoetst aan artikel 2.3.2van de VR nieuw, betreffende de NNNstatus die geldt op stranden die niet zijn gelegen nabij boulevards. Met de aanwijzing van het strand als NNN is beoogd dat strand en embryonaal duin kan worden behouden en ontwikkeld. De natuur de hierbij hoort, zoals foeragerende kustvogels, is gebaat bij rust en natuurlijke processen rond duinvorming. Strandhuisjes dragen hier niet aan bij. Gezien het voorgaande is de ontwikkeling eveneens strijdig met de VR nieuw en had uw college dat gegeven bij uw besluitvorming moeten betrekken. C. Formele bezwaren Gezien het gegeven dat inhoudelijk niet voldoende acht is geslagen op het provinciaal beleid achten wij de besluitvorming in strijd met artikel 3:2,3:4 en 3:46 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), aangaande de ondezoeksplicht, een goede belangenañareging en het motiveringsvereiste die bij besluitvorming in acht genomen hadden moeten worden. Dit klemt te meer, omdat u met de verlening van de omgevingsvergunninçn añruijkt van het bestemmingsplan door toepassing te geven aan de kruimelgevallenregeling. Bij een afwijking van het bestemmingsplan dient een planologische belangenafrreging plaats te vinden. Bij deze belangenañrueging had u aandacht moeten besteden aan de eerdergenoemde bepalingen uit de VR. D. Conclusie Gezien het voorgaande constateren wij dat de vergunningen in strijd zijn met het provinciaal belang inzake ruimtelijke kwaliteit en NNN, zoals vastgelegd in zowel de VR oud als de VR nieuw en deze besluitvorming niet heeft plaatsgevonden volgens daartoe op basis van de Awb gestelde eisen. 314 PZH-2017-57 8340986 dd. 27-01 -2017

-Ð Ons kenmerk 20161832'l/6180334 201 61 8761 /61 80631 20161 8763/61 80592 e'i'j 'fihor.rann Wij vezoeken u daarom uw besluiten te heroverwegen en de gevraagde vergunningen alsnog te weigeren. Wij vezoeken u in uw correspondentie altijd het DO$nummer te vermelden dat wij rechts bovenaan in deze brief hebben opgenomen. Hoogachtend Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen, drs. J.H. de Baas secretaris Deze brief is digitaal vasfgesfe/d, hie door staat er geen fysieke handtekening in de brief. 4t4 PZH-2017-578340986 dd. 27-01 -2017