Hoe verder met de waterschapsverkiezingen?

Vergelijkbare documenten
Raad vanstate AAN DE KONINGIN. No.W /IV 's-gravenhage, 22 september 2011

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

WATERSCHAPSVERKIEZINGEN: HEDENDAAGSE HOUDBAARHEID EN ALTERNATIEVEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling omtrent de selectie en benoeming van vertegenwoordigers. van de categorie Bedrijven in het algemeen bestuur van een

Regeling omtrent de selectie en benoeming van vertegenwoordigers. van de categorie Bedrijven in het algemeen bestuur van een

Advies gemeentelijke herindelingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

De waterschapsverkiezingen van 2015: continuïteit nu gewenst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Parafering besluit PFO Hae Conform - D&H Conform Geparafeerd door: Wijngaart, P.I.M. van den Bosker, M.H.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

UNIL VAN WATÜRSCHAPPHN

ACHTERGROND WATERSCHAPSBESTUURDERS EN VERDELING BELASTINGOPBRENGSTEN

MONISME EN DUALISME IN HET WATERSCHAPSBE STUUR, DE ROLLEN VAN DE VV EN D&H. Herman Havekes, UvW 24 november 2015

Advies wetsvoorstel indirecte waterschapsverkiezingen

WATERSCHAPSVERKIEZINGEN 2019

Advies wijziging Waterschapsbesluit i.v.m. indirecte waterschapsverkiezingen

Vrouwen in de politiek geactualiseerde versie, januari 2011

Onderwerp Tweede wijzigingsverordening Reglement voor het Waterschap De Dommel 2008

Slotpeiling PS: vijf partijen zeer dicht bij elkaar

Nota van Zienswijzen Artikel 4 Waterschapswet juncto afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht

BELANGENREPRESENTATIE IN HET WATERSCHAPSBESTUUR

(+ 2 bijlagen) Toelichting. N.B. (zie bijlage 1; de uitnodiging) Vragen. anoniem persoonlijke unieke code naam van de gemeente

Statenvoorstel 20/14 A

Wijziging Wet Modernisering Waterschapsbestel ( ) Kees Slager

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Geachte voorzitter,

RUZIE OVER DE FUSIE?

Eerste Kamerverkiezingen systematiek voorkeurstemmen en lijstverbindingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De laatste peiling voor de verkiezingen en de prognose

EP2019: Analyse van het Opkomst- en het Timmermans-effect

WATERSCHAPSVERKIEZINGEN Arnoud van Vliet secretarisdirecteur waterschap Hollandse Delta

Nieuw Haags Peil van 14 oktober 2007

tot wijziging van het Kiesbesluit en het Waterschapsbesluit voor het combineren van de waterschapsverkiezingen met de provinciale statenverkiezingen

Eindexamen maatschappijleer vwo 2007-I

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Gemeente Amersfoort BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE RAADSVRAGEN. Reglement van orde van de raad (artikel 43)

Onderwerp Gezamenlijk besluit tot wijziging van het Reglement van Waterschap Vallei en Veluwe

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Informatiebijeenkomst Waterschapsverkiezingen

Verkiezingen Provinciale Staten (nog) geen referendum

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van LTO Noord dd. 8 juni 2015

16 januari Onderzoek: Partijen uitsluiten bij formatie?

De echte landelijke uitslag van de Gemeenteraadsverkiezingen van 2010

Initiatiefvoorstel Aanpassing reglementen waterschappen Rijnland, Delfland, Schieland en de Krimpenerwaard en Hollandse Delta"

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 november 2012

Gewetensbezwaarde ambtenaren

Waterschapsverkiezingen 2015

DE GRONDWET - ARTIKEL KIESRECHT GEMEENTERAAD NIET-NEDERLANDERS

Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus EA Den Haag

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Statenvoorstel 47/09 A

Voorstelnummer: Houten, 27 augustus 2013

Besluit tot vaststelling ontwerpbesluit tot wijziging Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Polderen voor beginners

Bij het beantwoorden van de vragen is de volgorde van het verslag aangehouden.

Nederland is helemaal geen representatieve democratie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De democratiseringsparadox van het waterschap

De Kiesraad. Organisatie en taken

Eerste Kamer der Staten-Generaal

KIESRAAD. El El El De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Postbus EA Den Haag Datum l3juni 2016

Het geheugenverlies van de kiezer en het effect daarvan op de peilingen

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Besluit tot vaststelling ontwerpbesluit tot wijziging Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht 2008

Advies. Gemeenteraad. Westland. Prof. mr. D.J. Elzinga. Mr. dr. F. de Vries

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Verdieping Verkiezingen Eerste Kamer

Voorlopige uitslag Amsterdam. Project: Verkiezingen Tweede Kamer 2012 In samenwerking met: Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen

ons kenmerk ECGR/U Lbr. 10/001

De Stemming van 8 april 2018

Verkiezingen Tweede Kamer 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Huishoudelijk Reglement

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

A d v i e s a a n P r o v i n c i a l e S t a t e n

Ontwerpbesluit Wijziging Reglement waterschap Vallei en Veluwe pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage Nota van toelichting bij ontwerpbesluit pag.

Datum 2 mei 2018 Behandeld door Cass Kamp

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Kenmerk: Den Haag, 29 mei 2017

36840 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

Ontwikkeling politieke voorkeur in 2015

Monisme en het waterschapsbestel. 27 oktober Mr.dr. G.S.A. Dijkstra

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen 2013-I

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Transcriptie:

376 wetgeving Hoe verder met de waterschapsverkiezingen? H.J.M. Havekes* Onlangs sneuvelde het wetsvoorstel dat beoogde de waterschapsbesturen in de toekomst indirect door de leden van de gemeenteraden te laten kiezen. De discussie over de meest geschikte vorm van de waterschapsverkiezingen is daardoor nog steeds niet afgerond. Hoe zouden deze verkiezingen in de toekomst kunnen plaatsvinden? 1. Inleiding * Mr. dr. H.J.M. (Herman) Havekes is werkzaam bij de Unie van Waterschappen te Den Haag. Begin 2009 is hij aan de Universiteit Utrecht gepromoveerd op een onderzoek naar de institutionele omwenteling van het waterschap in de afgelopen vijftig jaar. Het kabinet-rutte was voornemens de waterschapsbesturen in de toekomst indirect door de leden van de gemeenteraden te laten kiezen. Eind 2011 werd conform het Regeerakkoord een desbetreffend wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. Brede parlementaire steun bleek voor dit wetsvoorstel niet te vinden en mede door de val van het kabinet werd uiteindelijk een zeer uitgekleed wetsvoorstel aan de Tweede Kamer voorgelegd. Daarin ontbrak elke inhoudelijke keuze en werd nog slechts uitstel van de reguliere waterschapsverkiezingen van november 2012 tot eind 2014 en een voorziening voor een overgangsbestuur voor fuserende waterschappen geregeld. Begin juli jl. aanvaardde de Tweede Kamer dit wetsvoorstel, dat waarschijnlijk begin september 2012 als hamerstuk door de Eerste Kamer zal worden aangenomen. De vraag naar de beste vorm van de waterschapsverkiezingen ligt daarmee nog steeds open. Dit artikel beschrijft, na een kort historisch overzicht, de gang van zaken van het wetsvoorstel, legt daarbij een verbinding met de discussie over het bestaansrecht van het waterschap en besluit met een toekomstbeeld van de verkiezing van de waterschapsbesturen.

TVCR OKTOBER 2012 wetgeving 377 2. Historisch overzicht 1 Voor een goed begrip van de onderhavige materie is een korte terugblik onontbeerlijk. De eerste waterschappen zijn al aan het eind van de dertiende eeuw ontstaan. Tot ver in de vorige eeuw werd het waterschapsbestuur indachtig de bekende trits belang-betaling-zeggenschap hoofdzakelijk gevormd door de categorie ongebouwd (agrariërs). De grondeigenaren hadden en hebben bij hun agrarische activiteiten immers groot belang bij een adequaat waterbeheer (voorkomen overstromingen en optimaal peilbeheer). Er was sprake van directe verkiezingen, maar die bleven nogal eens achterwege doordat precies evenveel kandidaten werden gesteld als er vacatures waren. In de vorige eeuw drong het besef door dat ook de eigenaren van gebouwen belang hebben bij een goed waterbeheer en deed de categorie gebouwd zijn intrede. Deze categorie werd doorgaans indirect gekozen door de colleges van burgemeester en wethouders, de gemeenteraden of provinciale staten. In het enkele geval dat directe verkiezingen plaatsvonden, was de opkomst met 3-5% buitengewoon laag. De waterschappen met het waterkwaliteitsbeheer in hun takenpakket maakten vanaf 1970 kennis met de categorieën huishoudelijke en industriële vervuilers. De eerste categorie werd soms door de provincie aangewezen of indirect door de gemeenteraden verkozen. De tweede categorie werd van meet af aan indirect door de Kamers van Koophandel verkozen. Bij het voorgaande moet bedacht worden dat tot de komst van de Waterschapswet in 1992 een en ander volledig geregeld werd in provinciale reglementen, die onderling een flinke verscheidenheid vertoonden. Er was ondanks de vereiste Koninklijke goedkeuring sprake van regionaal sterk uiteenlopende regelingen. De Waterschapswet heeft in zoverre in een stevige harmonisering voorzien. 2 Met de komst van de Waterschapswet deden de ingezetenen, overigens vooral vanwege financiële overwegingen, hun intrede in alle waterschapsbesturen. Tot dan toe waren die als huishoudelijke vervuilers slechts opgenomen in waterschappen met de waterkwaliteitstaak. De wetgever dacht voor deze categorie aanvankelijk primair aan indirecte verkiezing via de gemeenteraden met directe verkiezing als alternatief. Door een amendement werd deze volgorde omgedraaid en kwam directe verkiezing van de ingezetenen op de eerste plaats te staan. Alhoewel de waterschappen (en provincies) dit amendement zeker niet toejuichten, werd door de waterschappen vanaf 1995 volop geëxperimenteerd met nieuwe verkiezingsmethodieken (per brief, telefonisch, via internet en in Zeeland gecombineerd met de gemeenteraadsverkiezingen). De Wet modernisering waterschapsbestel van medio 2007 3, een grotendeels op voorstellen van de waterschapssector zélf gebaseerde wijziging wetgeving 1 Zie voor een uitvoerig overzicht bovenbedoelde dissertatie van Havekes 2009, p. 261-352. Een kort overzicht is als bijlage opgenomen bij het advies van de Commissie van Advies inzake de Waterstaatswetgeving 2009. 2 Zie Havekes 2009, p. 51-54 en p. 97-101. 3 Wet van 21 mei 2007, Stb. 208. Zie hierover Havekes 2009, p. 310-335.

378 wetgeving 4 Vóór de watersnoodramp van 1953 bestonden er nog bijna 2650 waterschappen, nu zijn er nog 25 waterschappen en dit aantal loopt de komende jaren nog iets verder terug. 5 Kamerstukken II 2008/09, 31 986, nr. 1 en 2009/10, 31 986, nr. 3. 6 Althans de ingezetenenvertegenwoordigers, de vertegenwoordigers van de zg. geborgde categorieën blijven benoemd door hun koepelorganisaties. 7 Kamerstukken II 2011/12, 33 097, nrs. 1-4. van de Waterschapswet, heeft de samenstelling en verkiezing van het waterschapsbestuur opnieuw ingrijpend gewijzigd. De categorieën gebouwd en pachters verdwenen. De eerstgenoemde categorie werd via de ingezetenen (huiseigenaren) en bedrijven (eigenaren bedrijfspanden) reeds voldoende vertegenwoordigd geacht. Bovendien werd aldus een einde gemaakt aan het in de praktijk slecht begrepen dubbele stembiljet voor de ingezetene, die tevens huiseigenaar is. De pachtersvertegenwoordiging was vanwege administratieve problemen (opzetten van een aparte pachtersregistratie en omslag) eigenlijk nooit van de grond gekomen. Slechts in een enkel waterschap waren pachters als aparte categorie in het waterschapsbestuur opgenomen. Het tegenwoordige waterschapsbestuur bestaat uit de categorieën ingezetenen, ongebouwd, bedrijven en natuurterreinbeheerders. Het waterschap blijft daarmee een functionele belangengroependemocratie. Alleen voor de ingezetenen vinden (directe, schriftelijke) verkiezingen plaats, de vertegenwoordigers van de andere, zg. geborgde, categorieën worden op grond van art. 14 Waterschapswet door hun koepelorganisaties benoemd, waarbij sprake is van een open kandidaatstelling. Voorts is bij de ingezetenenverkiezingen het eeuwenoude personenstelsel vervangen door een lijstenstelsel (zie art. 19 Waterschapswet). Dit sluit beter aan bij de enorme opschaling van de waterschappen in de afgelopen decennia, waardoor de kiezers de kandidaten niet langer kennen. 4 Hiermee deed de politiek nadrukkelijk zijn intrede in het waterschapsbestuur. Aan de waterschapsverkiezingen van eind 2008 deden naast een groot aantal onafhankelijke landelijke, regionale en plaatselijke groeperingen ook de VVD, PvdA, CU, SGP, PvdD en het CDA met eigen lijsten mee. Die eerste waterschapsverkiezingen nieuwe stijl waren geen onverdeeld succes: bijna 10% van de uitgebrachte stemmen was ongeldig, hetgeen vooral veroorzaakt werd doordat de kiezers hun geboortejaar op het stembiljet moesten invullen, en de gemiddelde opkomst was 24%. Al snel werd dan ook van diverse zijden gepleit voor een aanpassing van de verkiezingsmethodiek. Tijdens een Algemeen Overleg van 1 december 2009 sprak de Tweede Kamer naar aanleiding van een drietal evaluaties uit dat het in de toekomst echt anders moest. 5 3. Wetsvoorstel indirecte waterschapsverkiezingen Conform het Regeerakkoord diende het kabinet-rutte medio november 2011 een wetsvoorstel in dat erin voorzag dat de waterschapsbesturen 6 vanaf najaar 2014 indirect door de leden van de gemeenteraden zouden worden gekozen. 7 Overigens regelde het wetsvoorstel nog enkele andere

TVCR OKTOBER 2012 wetgeving 379 zaken, zoals het uitstel van de reguliere waterschapsverkiezingen van eind 2012, een regeling voor overgangsbesturen bij fuserende waterschappen en een incompatibiliteit voor gemeenteraadsleden om waterschapsbestuurder te zijn. Als voornaamste motief voor indirecte verkiezingen voerde het kabinet in de memorie van toelichting (p. 4) aan dat handhaving van directe verkiezingen garant staat voor een discussie over het voortbestaan van de waterschappen. Deze discussie is niet opportuun omdat het kabinet van mening is dat de waterschappen hun wettelijke taken goed uitvoeren en die ook rustig moeten kunnen blijven uitvoeren. Het kabinet wees er daarbij op dat in het verleden ook al sprake was van getrapte verkiezingen. Als bijkomend voordeel werden veel geringere organisatorische en financiële lasten genoemd (p. 7). Met de indirecte verkiezingen zouden de waterschappen gezamenlijk gemiddeld per jaar 4 miljoen euro besparen (p. 9). Het kabinet attendeerde ook op het eerdergenoemde CAW-advies, waaruit naar voren komt dat indirecte verkiezingen vanuit staatsrechtelijk oogpunt niet minder aanvaardbaar zijn dan andere vormen van belangenrepresentatie zoals directe verkiezingen of enkelvoudige benoemingen. Volgens de CAW 8 verzet art. 4 GW ( Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen ) zich niet tegen dergelijke constructies. De waterschapsbesturen kunnen namelijk niet als algemeen vertegenwoordigende organen worden beschouwd aangezien zij geen breed takenpakket vervullen. De grondwetsgeschiedenis laat hier geen enkel misverstand over bestaan. 9 Uit de memorie van toelichting (p. 9) blijkt dat de waterschapssector zélf uit het oogpunt van democratische legitimiteit de voorkeur geeft aan directe, met de gemeenteraadsverkiezingen gecombineerde, verkiezingen. Op dit specifieke punt heeft de Unie van Waterschappen dan ook een nadrukkelijk voorbehoud in het eind mei 2011 tot stand gekomen Bestuursakkoord Water gemaakt. 10 Niet onvermeld mag blijven dat de Raad van State zich in zijn advies uitermate kritisch had betoond over het wetsvoorstel. Vrij uitzonderlijk had op 8 september 2011 op de voet van art. 24 Wet op de Raad van State tevoren zelfs een beraadslaging tussen een delegatie van de Raad en de minister van BZK en de staatssecretaris van I&M plaatsgevonden. De kritiek betrof vrijwel alle elementen van het wetsvoorstel. Zo vroeg de Raad zich af of waterschapsverkiezingen juridisch wel noodzakelijk zijn (aldus de optie suggererend om de ingezetenenvertegenwoordigers net als die van de geborgde categorieën te benoemen, hetgeen in andere landen met functionele waterorganisaties heel gebruikelijk is); of de opgetreden fouten (hoge percentage ongeldige stemmen) niet inherent zijn aan verkiezingen volgens een nieuw systeem; of de burger niet wegblijft 8 Voor dit specifieke advies was de CAW versterkt met de professoren C.A.J.M. Kortmann en D.J. Elzinga. 9 Kamerstukken II 1975/76, 13 872, nr. 3, p. 27 en 1976/77, 13 872, nr. 7, p. 22. 10 Kamerstukken II 2010/11, 27 625, nr. 190. Zie over dit bestuursakkoord van Rijk, IPO, UvW, VNG en Vewin de beschouwing van Dekker en Havekes 2011, p. 6-13.

380 wetgeving 11 Met 100 van de 502 te veroveren zetels de winnaar van de waterschapsverkiezingen van 2008. 12 Kamerstukken II 2011/12, 33 097, nr. 5. 13 Kamerstukken II 2011/12, 33 097, nr. 6. (laag opkomstpercentage) omdat het waterschap zijn taken goed vervult; of typische, niet in de gemeenteraden vertegenwoordigde, waterpartijen als Water Natuurlijk 11 en de Algemene Waterschapspartij in het beoogde stelsel niet buiten de boot dreigen te vallen; of het uitstel van de waterschapsverkiezingen niet te lang is; of de incompatibiliteit voor gemeenteraadsleden niet te ver gaat en (met de Kiesraad) of er niet te veel in lagere wetgeving geregeld is. Kortom, de Raad had grote bezwaren tegen de voorgestelde regeling en vond deze vlees noch vis. De regering liet zich echter niet vermurwen en diende het wetsvoorstel goeddeels ongewijzigd in zonder heel veel woorden aan het advies van de Raad te wijden. Deels geïnspireerd door de beschouwing van de Raad van State, toonde ook de Tweede Kamer zich in het eind januari 2012 vastgestelde Verslag 12 kritisch. Weliswaar stemden regeringspartijen VVD en CDA (gedoogpartner PVV leverde geen inbreng) op hoofdlijnen in met het nieuwe systeem, al vroegen zij zich wel af waarom de regeling niet onder de Kieswet was gebracht, maar alle andere partijen hadden stevige kritiek. Van brede steun was geen sprake. Die kritiek betrof ook vooral het systeem als zodanig. Zo vroeg de SGP zich af of na eenmaal verkiezingen nieuwe stijl al weer op een ander systeem moest worden overgestapt en wees deze fractie op de goede ervaringen die in 2010 in Zeeland bij de verkiezingen voor het (nieuwe) Waterschap Scheldestromen met de brief-in-briefmethode waren opgedaan. De PvdA en de CU vroegen of met de gemeenteraden gecombineerde verkiezingen niet te prefereren zijn boven indirecte verkiezingen. PvdA en D66 hielden de regering daarbij fijntjes de uitspraken van premier Rutte over de laatste Eerste Kamerverkiezingen voor ( redelijk bizar en uiterst merkwaardig ). GroenLinks sprak zich ten slotte uit voor directe verkiezingen en wees daarbij op een recent advies van prof. Elzinga aan de Unie van Waterschappen, waarin deze liefst dertien knelpunten over het indirect verkiezen van de waterschapsbesturen had opgesomd. SP en D66 hadden in het kader van het wetsvoorstel ook graag de meer fundamentele discussie over het bestaansrecht van het waterschap gevoerd. Begin maart 2012 volgde de Nota naar aanleiding van het Verslag. 13 Het kabinet verdedigde daarin nog eens de gemaakte keuzes en gaf daarbij aan dat het juist de Tweede Kamer zélf was geweest die eind 2009 had gepleit voor een andere verkiezingsmethodiek. Eind april zou het wetsvoorstel plenair worden behandeld, maar vlak daarvoor gooide de val van het kabinet roet in het eten. Het wetsvoorstel werd eerst wél en later niet controversieel verklaard. Aangezien het wetsvoorstel in de uitstelbepaling (zie art. II) een urgent element bevatte de reguliere waterschapsverkiezingen die op grond van art. 23 Waterschapswet in november 2012 zouden moeten plaatsvinden, kwamen zo langzamerhand in zicht

TVCR OKTOBER 2012 wetgeving 381 bracht dit de staatssecretaris van I&M ertoe bij brief enkele opties aan de Tweede Kamer voor te leggen. 14 Voor de optie van integrale behandeling van het wetsvoorstel bleek echter onvoldoende steun te vinden. Op verzoek van de Tweede Kamer diende de staatssecretaris eind juni een nota van wijziging in die het wetsvoorstel vrijwel volledig uitkleedde. 15 Slechts de uitstelbepaling en de regeling van het overgangsbestuur was daarin gehandhaafd. Dat uitstel werd een dag later van een half jaar tot twee jaar verlengd. 16 Begin juli werd het wetsvoorstel in deze vorm aangenomen. Inmiddels is het in behandeling bij de Eerste Kamer, die het zo goed als zeker als hamerstuk zal aanvaarden. Tot een inhoudelijke keuze voor het meest geschikte systeem voor de waterschapsverkiezingen is het dus niet gekomen. 4. Besteldiscussie Zoals hiervoor al is aangegeven, speelde ook de discussie over het bestaansrecht van het waterschap op de achtergrond een (complicerende) rol. Voor de regering vormde dit, zoals reeds gemeld, zelfs het doorslaggevende argument om voor indirecte verkiezingen te opteren. Nadat een eerdere poging in november 2011 door het uitblijven van steun van de PVV nog was mislukt, nam de Tweede Kamer begin december 2011 een motie-schouw c.s. aan. 17 In deze motie werd overwogen dat de huidige organisatie van de waterschappen efficiënter kan en dat het onderbrengen van de waterschapstaken bij andere bestuurslagen, zoals de provincie, een bijdrage levert aan het verminderen van de bestuurlijke drukte. In de motie werd de regering verzocht vóór mei 2012 een onderzoek aan de Tweede Kamer toe te zenden hoe deze reorganisatie in de toekomst vorm gegeven kan worden. Separaat, maar vrijwel tegelijkertijd met het uitbrengen van de Nota naar aanleiding van het Verslag reageerde de staatssecretaris van I&M namens het kabinet uitvoerig op deze motie. 18 Die reactie liet niets aan duidelijkheid te wensen over: het kabinet voelde niets voor een dergelijke reorganisatie. Ook het kabinet wil de efficiëntie in het waterbeheer verhogen en de bestuurlijke drukte verminderen, maar kiest daarvoor de weg van uitvoering van het Bestuursakkoord Water. Een besteldiscussie zou de uitvoering daarvan, en dan in het bijzonder het bereiken van de afgesproken substantiële besparingen (oplopend tot 750 miljoen euro per jaar in 2020), in gevaar kunnen brengen. Alhoewel de verleiding groot is, zal ik hier verder niet op deze motie en de reactie van het kabinet ingaan. 19 Ik volsta met de constatering dat voor het eventueel onderbrengen van de waterschappen bij de provincies een grondwetswijziging vereist is. 20 Het huidige art. 133 Grondwet verzekert 14 Kamerstukken II 2011/12, 33 097, nr. 9. 15 Kamerstukken II 2011/12, 33 097, nrs. 13 en 14. 16 Kamerstukken II 2011/12, 33 097, nr. 16. 17 Kamerstukken II 2011/12, 33 000 VII, nr. 98. 18 Brief van 29 februari 2012, Kamerstukken II 2011/12, 27 625, nr. 255. 19 De besteldiscussie vormde in wezen de kern van mijn dissertatie, zie Havekes 2009, p. 377-401. Zie voorts de uitgebreide beschouwing van Van Rijswick 2010, p. 788-797. 20 Zie aldus Tappeiner, Nehmelman, Van Rijswick en Kummeling 2010.

382 wetgeving de waterschappen immers van hun bestaan. Door het kabinet is dit in de Nota naar aanleiding van het Verslag expliciet bevestigd. 21 Een dergelijke grondwetswijziging zou niet alleen de nodige tijd vergen, het is bovendien zeer de vraag of voor een dergelijke reorganisatie de in tweede lezing vereiste tweederde meerderheid te vinden is. De verkiezingsprogramma s van de meeste politieke partijen zijn immers helemaal niet zo negatief over het waterschapsbestel, zelfs positiever dan in 2010. 5. Hoe nu verder? 21 Kamerstukken II 2011/12, 33 097, nr. 6, p. 10. 22 Zie in deze zin Meijerink 2009, p. 59-68. Zie voorts het informatieve document Centrum voor Lokaal Bestuur 2012. Uit dit onderzoek naar onder meer de besluitvorming van een tiental waterschappen in 2011 blijkt dat van de 469 in totaal genomen besluiten er 411 (88%) met algemene stemmen zijn genomen. Men blijkt het dus ook in die besturen vaak met elkaar eens te zijn. 23 Kamerstukken II 2011/12, 33 097, nr. 3, p. 8. De behandeling van het wetsvoorstel heeft uiteindelijk dus niet tot een bepaalde keuze geleid. De meningen lopen te zeer uiteen. Op zichzelf is dat niet onbegrijpelijk, want voor beide verkiezingsmethodieken valt het nodige te zeggen. De door het kabinet beoogde indirecte verkiezingen hebben als voordeel dat zij in het verleden reeds plaatsvonden, relatief simpel en foutloos te organiseren zijn en relatief weinig kosten vergen. Ook corresponderen zij met het gegeven dat er bij de waterschappen nu eenmaal minder te kiezen is, omdat iedere lijst voor veilige dijken, schoon water en lage tarieven is. 22 Nadeel is dat zij minder democratisch ogen en inderdaad de toegang voor de typische waterpartijen kunnen bemoeilijken. De nieuwe incompatibiliteit voor gemeenteraadsleden (zie art. IV), die door de regering is opgenomen om de onafhankelijkheid van de waterschappen van de gemeenten te benadrukken en om belangenconflicten of loyaliteitsproblemen te voorkomen 23, is bovendien een buitengewoon zwaar en ongelukkig bijverschijnsel. Directe verkiezingen geven de kiezer meer invloed, waarbij niet te lichtvaardig omgegaan moet worden met de opkomst van maar 24%. Dat zijn immers nog altijd zo n 3 miljoen kiezers. Zeker bij een functionele overheid die zijn inkomsten van in totaal jaarlijks circa 2.4 miljard euro voor zo n 90% via eigen belastingen genereert, kan hier niet simpelweg aan voorbijgegaan worden. Voorts versterken zij de democratische legitimatie en werpen zij geen drempels voor de typische waterpartijen op. Nadeel is het organisatorische en financiële aspect, al zou van dit laatste kunnen worden gezegd dat (ook) de waterschapsdemocratie een prijs heeft. Die prijs is overigens nog geen kwart procent van de jaarlijkse uitgaven. Zelf ben ik, met name vanwege het democratischer gehalte, de positie van typische waterpartijen als Water Natuurlijk en de Algemene Waterschapspartij en het feit dat het waterschap zijn inkomsten vrijwel volledig via eigen belastingen genereert, geneigd een voorkeur voor directe verkiezingen uit te spreken. Combinatie met de gemeenteraadsverkiezingen heeft daarbij enkele aantrekkelijke kanten, waaronder een grotere aandacht.

TVCR OKTOBER 2012 wetgeving 383 Overigens ziet het er naar uit dat de waterschappen uiterlijk eind 2014 nog eens verkiezingen volgens de huidige directe, schriftelijke methode zullen moeten organiseren. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012 zal immers een kabinet moeten worden geformeerd en dat nieuwe kabinet zal vervolgens de verkiezingsdraad weer op moeten pakken. Het is vrijwel uitgesloten dat dit nog tijdig in een nieuwe verkiezingsmethodiek resulteert. Heel bezwaarlijk hoeft dit niet te zijn. Met de Raad van State kan een vraagteken geplaatst worden bij het aanpassen van de verkiezingsmethodiek op basis van een eenmalige ervaring. Een nieuw systeem moet de kans krijgen om zich te bewijzen. Die verkiezingen zullen dankzij de verbeterde brief-in-brief methode 24 waarschijnlijk minder problemen opleveren. De ervaringen bij het Waterschap Scheldestromen in 2010 waren redelijk positief: 0,2% ongeldig en een opkomst van 33%, waarbij aangetekend moet worden dat de opkomst in Zeeland vanwege historische factoren (1953) altijd relatief hoog is. Als de politieke partijen en andere groeperingen er dan ook nóg beter in slagen om hun achterban tot stemmen te bewegen, zou ook de opkomst iets hoger kunnen zijn. Misschien dat een nieuw kabinet en een nieuwe Tweede Kamer dan uiteindelijk beslissen dat het bestaande systeem nog niet zo slecht is. Literatuur Centrum voor Lokaal Bestuur 2012 Centrum voor Lokaal Bestuur (PvdA), Water als rode draad. Een onderzoek naar het politieke gehalte van de besluitvorming in het bestuur van de waterschappen, Amsterdam 2012 Commissie van Advies inzake de Waterstaatswetgeving 2009 Commissie van Advies inzake de Waterstaatswetgeving, Belangenrepresentatie in het waterschapsbestuur, Den Haag 2009 Dekker en Havekes 2011 G.Dekker en H. Havekes, Een nieuwe governance van het waterbeheer: het Bestuursakkoord Water, Water Governance 01/2011, p. 6-13 Havekes 2009 H.J.M. Havekes, Functioneel decentraal waterbestuur: borging, bescherming en beweging, Den Haag: Sdu 2009 Meijerink 2009 S.V. Meijerink, De hardnekkige misverstanden over de waterschapsverkiezingen, Bestuurswetenschappen 2009-2, p. 59-68 24 Zie voor deze gewijzigde stemmethode het besluit van 21 juni 2010 tot wijziging van het Waterschapsbesluit, Stb. 2010, 249.

384 wetgeving Van Rijswick 2010 H.F.M. W. van Rijswick, Over waterwolven en waterschappen, Ars Aequi 2010, p. 788-797 Tappeiner, Nehmelman, Van Rijswick en Kummeling 2010 I.U. Tappeiner, R. Nehmelman, H.F.M.W. van Rijswick en H.R.B.M. Kummeling, De grondwettelijke positie van het waterschap, Universiteit Utrecht 2010