IST. PI Utrecht. locatie Nieuwersluis. Inspectierapport. Doorlichting



Vergelijkbare documenten
Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over cipiers die ziek van angst zouden zijn door onveilige situaties in de gevangenissen

Toezichtaspect Criterium Norm of verwachting Informatiebron Reïntegratie Het aanbod draagt bij aan de reïntegratie/ het voorkomen van recidive

Gedragscode. De doelen van de gedragscode zijn:

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 16 december 2015 Rapportnummer: 2015/170

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's

Dienst Justitiele Inrichtingen

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

Rechtspositie en veiligheid van jongeren in Avenier, Kwadrant Emaus

Protocol Opvang en nazorg na schokkende gebeurtenissen

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen

6.21. Gedragscode THUIS met zorg Zaanstreek B.V.

Gelet op artikel 19, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 3, vierde lid, van de Penitentiaire maatregel;

V1 PR 01. Integriteit, Respect en Loyaliteit

Toetsingskader WMO toezicht Gemeente Kampen. April 2017

Y.A.J.M. van Kuijck, waarnemend algemeen voorzitter

Protocol Ongewenste Omgangsvormen. Van. De Banketgroep. en haar dochtervennootschappen

GEDRAGSCODE INLEIDING INHOUD GEDRAGSCODE

(Basis) Penitentiair Programma: brug naar de samenleving. Penitentiair Trajectencentrum PI Rotterdam Informatie voor werkgevers

Gedragscode de Hoofdlijn

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Een paar nachtjes in de cel

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ P.I. ALPHEN AAN DEN RIJN JAARVERSLAG 2015

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Plan van Aanpak. Toezicht op maatregelen ter voorkoming van voortgezet crimineel handelen, niet-integer gedrag en contrabande

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

Jaarlijks doet Stichting VSNON verslag van het aantal en het soort klachten en geeft aan op welke wijze de klachten zijn opgelost.

Klachtenreglement van. Het Oranje Kruis. Datum van ingang: 1 januari 2015

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers

Gedragscode Raad & Daad Den Haag

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Onderzoek bij Meerwijck naar het klimaat op het gebied van seksuele ontwikkeling locatie Pieter Both

Locatie Leeuwarden. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden

Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid TITELPAGI NA. Hollen. Stilstaan bij Werkdruk. dát maakt zorg beter.

Rechtspositie en veiligheid van jongeren in BJ Brabant, locatie Grave

IST. PI Achterhoek. locatie Lunette. Inspectierapport. Doorlichting

Inspectie jeugdzorg. Matching in het belang van het kind Landelijk beeld onderzoek Inspectie jeugdzorg bij vergunninghouders interlandelijke adoptie

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

Veiligheidsplan. Versie: apr Veiligheidsplan Pagina 1 van 6

Datum 19 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Vrij spel voor gevangenen'

De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312

Protocol ongewenst gedrag, inclusief klachtenregeling

Geen actie tegen bouwoverlast buiten kantooruren Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid

DIT IS DE KANS OM UW MENING TE GEVEN!

Informatieplicht van school naar ouders

Inspectierapport Kinderdagverblijf t Kleine Huis. d.d. 13 juli GGD Hart voor Brabant Toezichthouder: B. van Dommelen

Thematisch onderzoek Arrestantenregime. Plan van aanpak

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

Over een relatie met een (ex-)zorgvrager. Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India

Sociale veiligheid binnen het onderwijs

Procedure signaalgestuurdtoezicht

Klachtenregeling cliënten

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

Inspectierapport SKG KDV de (B)engeltjes (KDV) Curtevenneweg XZ KORTENHOEF Registratienummer

Datum 27 juni 2016 Onderwerp Aanbieding onderzoeksrapport over forensische zorgtrajecten in het gevangeniswezen

KlachtenProtocol SKPOOV

Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Kwaliteit van Goed Werkgeverschap

Toetsingskader WMO toezicht Gemeente Steenwijkerland. Januari 2018

Toetsingskader WMO toezicht Gemeente Staphorst. Mei 2017

HELLAS-GLANA beleidsnotitie klachten

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221

Beleid Informatieverstrekking en beslissingsrecht gescheiden ouders

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Aanpak: Participatiehuis. Beschrijving

Incidentonderzoek FPC de Kijvelanden. Plan van aanpak incidentonderzoek

R A A M W E R K K L A C H T E N R E G E L I N G P I C T O G R A M M E N

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad en Bureau Beckers.

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp

Actieplan wachttijden in de zorg 11 mei 2017

TOT HIER EN NIET VERDER! OVER ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN OP HET WERK EN WAT JE ER TEGEN KUNT DOEN DE KLACHTENREGELING VAN WSD (VEREENVOUDIGDE VERSIE)

Niet informeren vader over schoolverzuim kind

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs Koningin Juliana

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SCHOOL MET DE BIJBEL

Hoofdstuk 4. Kwaliteit

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM

Klachtenregeling. Deel. Van Beleid Klachten bij Scholengroep LeerTij

Interne klachtenregeling gastouderbureau SharedCare

Basisschool de Bukehof, Oudenbosch

Samenvatting De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen

Gedragscode medewerkers en cliënten

Klachtenreglement. Gastouderbureau thuis-in-opvang.nl

Inspectie Rapport Kinderdagverblijf De Beestenboel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van Gent (GL) over bijzondere bijstand aan gedetineerden. (Ingezonden 26 maart 2003).

Het bevoegd gezag van Vivente, stichting voor christelijke primair onderwijs, gevestigd te Zwolle,

Verbetercheck ongewenst gedrag VVT Workshop ongewenst gedrag

Interne klachtenregeling gastouderbureau FlexLife

Transcriptie:

IST PI Utrecht locatie Nieuwersluis Inspectierapport Doorlichting

Ministerie van Justitie a PI Utrecht locatie Nieuwersluis Inspectierapport Doorlichting Mei 2006

Inhoudsopgave Voorwoord 4 Samenvatting 5 1 Inleiding 8 1.1 Aanleiding en doel van de inspectie 8 1.2 Reikwijdte van de inspectie 8 1.3 Opzet van de inspectie 8 1.3.1 Methodiek 8 1.3.2 Tijdpad 10 1.4 Objectbeschrijving 10 1.5 Recent onderzoek 11 2 Bevindingen 12 2.1 Rechtspositie 12 2.1.1 Huisregels 12 2.1.2 Beklag 12 2.1.3 Plaatsing en overplaatsing 13 2.1.4 Contact met de buitenwereld 14 2.1.5 Toegang tot medische en psychische zorg 16 2.1.6 Dagprogramma 18 2.2 Veiligheid 19 2.2.1 Voorzieningen 19 2.2.2 Procedures 19 2.2.3 Veiligheidsbeleving 20 2.2.4 Integriteit 21 2.2.5 Communicatie 21 2.3 Reïntegratie 22

3 Conclusies 24 3.1 Rechtspositie 24 3.2 Veiligheid 26 3.3 Reïntegratie 27 4 Aanbevelingen 29 4.1 Aanbevelingen voor de locatie Nieuwersluis 29 4.2 Aanbevelingen voor de Dienst Justitiële Inrichtingen 29 Bijlage A: Toetsingskader 30 Bijlage B: Bronnen 47 Bijlage C: Geïnterviewde functionarissen 48 Bijlage D: Afkortingen 49 Bijlage E: Commentaar directie 50

Voorwoord Op 21 en 22 maart 2006 heeft de (ISt) een doorlichting uitgevoerd bij de locatie Nieuwersluis van de PI Utrecht. Nieuwersluis fungeert als huis van bewaring en gevangenis voor vrouwen. De ISt heeft kunnen vaststellen dat in het algemeen sprake is van een goed lopende inrichting. Niettemin was er reden tot het maken van een aantal kritische kanttekeningen. Een belangrijk onderdeel daarvan heeft met de bestemming van de inrichting te maken. Terwijl het regime hetzelfde is als in penitentiaire inrichtingen voor mannen, is in sommige opzichten de detentiesituatie van vrouwen een andere. Internationale verdragen verplichten Nederland, met die verschillen rekening te houden. Naar het oordeel van de Inspectie gebeurt dat niet op alle onderdelen. Met name het contact tussen gedetineerde moeders en hun kinderen kan beter. Daarover gaat dan ook een van de aanbevelingen aan het slot van dit rapport. W.F.G. Meurs Hoofdinspecteur 4

Samenvatting Een gering deel van alle penitentiaire inrichtingen zijn vrouweninrichtingen. Dat komt doordat vrouwelijke gedetineerden in aparte inrichtingen worden geplaatst en er veel minder vrouwen dan mannen tot vrijheidsstraffen veroordeeld worden. De penitentiaire regelgeving voor vrouwelijke gedetineerden verschilt niet van die voor mannelijke gedetineerden. De ISt heeft daarom het toetsingskader voor penitentiaire inrichtingen gehanteerd bij de eerste doorlichting die ze uitvoerde in een vrouweninrichting, de penitentiaire inrichting Utrecht, locatie Nieuwersluis. De ISt heeft in het onderzoek bijzondere aandacht gegeven aan specifieke aspecten waarop het profiel van vrouwen in detentie afwijkt van dat van mannen. Er zijn minder inrichtingen voor vrouwen, waardoor vrouwen vaker dan mannen ver van huis worden gedetineerd. Vrouwelijke gedetineerden hebben daarnaast specifieke problemen die zich bij mannen minder of niet voordoen. Vrouwelijke gedetineerden hebben veelal een slechtere fysieke en mentale gezondheid dan mannen in detentie. Zij hebben specifieke gezondheidsproblemen, voortkomend uit zwangerschap, bevalling en abortus, prostitutie: seksueel overdraagbare ziekten. Zij zijn vaak de eerste verzorger van gezin en kinderen, van wie ze door detentie gescheiden worden. Dit vraagt om aandacht gedurende de detentie en bij hun reïntegratie. Sommigen zijn door hun persoonlijke geschiedenis van huiselijk en seksueel geweld extra kwetsbaar in detentie. Uit het onderzoek van de ISt blijkt dat het regime in Nieuwersluis in grote lijnen beantwoordt aan de eisen m.b.t. de handhaving van de rechtspositie, de veiligheid en de reïntegratie, die in het toetsingskader van de ISt voor penitentiaire inrichtingen worden gehanteerd. 5

Ook is het bewustzijn in voldoende mate aanwezig dat de vrouwen in detentie bijzondere behoeftes hebben op het terrein van (gezondheids)zorg, kwetsbaarheid, contact met gezin en kinderen, voorbereiding van de terugkeer in de samenleving. Op enkele punten heeft de inrichting goede vormen gevonden om gedetineerde vrouwen op te vangen. Er zijn ruime mogelijkheden voor deelname aan de arbeid. Er is een langlopend samenwerkingsverband van alle penitentiaire inrichtingen voor vrouwen in Nederland en een aantal externe organisaties dat vrouwen ondersteunt bij hun terugkeer in de samenleving. Er wordt geëxperimenteerd met regimes die meer vrijheden en verantwoordelijkheden aan gedetineerden bieden. Door invoering van telefoon op cel wordt getracht de mogelijkheden van contact met de thuissituatie voor gedetineerden die in een speciaal reïntegratietraject zitten te verruimen. In de benadering van de veiligheidsproblematiek in brede zin komt tot uitdrukking dat de inrichting oog heeft voor de bijzondere kwetsbaarheid van vrouwelijke gedetineerden. Op een aantal punten heeft de ISt een kritisch oordeel geformuleerd. De inrichting schiet tekort in het informeren van anderstalige gedetineerden omdat de huisregels alleen in het Nederlands op schrift beschikbaar zijn. De condities waaronder het reguliere bezoek van kinderen aan hun moeder plaatsvindt, voldoen niet aan de eisen die daaraan worden gesteld op basis van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en de European Prison Rules (EPR). De ISt vindt dat duidelijkheid verschaft moet worden over de eventueel hogere kosten van het telefoneren op cel. De medische dienst slaagt er niet in om al haar taken goed en tijdig uit te voeren. De dringend noodzakelijk medische zorg wordt altijd wel verleend, maar op andere terreinen (niet dringend geachte medische consulten, implementatie van handelingsprotocollen) is er een achterstand. Door de gehanteerde regimedifferentiaties zijn er groepen gedetineerden uitgesloten van arbeid, van de onderwijsvoorzieningen en van de bijzondere bezoekregelingen voor kinderen. Gedetineerden met ernstige psychische problemen lopen een aanmerkelijk risico om in isolatie te belanden, wat soms bijdraagt aan een verdere verslechtering van hun geestelijke gesteldheid. 6

De ISt heeft aanbevelingen geformuleerd met betrekking tot de vertaling van huisregels in gangbare vreemde talen, de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de medische dienst, de contacten van gedetineerde moeders met hun kinderen tijdens bezoek, het verschaffen van duidelijkheid over de telefoontarieven, een terughoudender toepassing van afzondering van gedetineerden in een isolatiecel en het bevorderen van de participatie van de reclasseringsorganisaties aan het inrichtingsoverschrijdende samenwerkingsproject gericht op reïntegratie in de samenleving. 7

1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel van de inspectie De (ISt) oefent toezicht uit op de justitiële inrichtingen in Nederland. Het toezicht krijgt onder meer gestalte door met een zekere regelmaat een penitentiaire inrichting door te lichten. Het doel van deze doorlichting is na te gaan hoe het in de locatie Nieuwersluis van de PI Utrecht is gesteld met de rechtspositie van gedetineerden, de veiligheid in het algemeen en de reïntegratiepraktijk. Op basis van de bevindingen doet de Inspectie aanbevelingen tot zichtbare verbetering. Uitgangspunt voor deze Inspectie is het algemeen toezichtkader van de ISt dat voor doorlichtingen van penitentiaire inrichtingen is uitgewerkt in een toetsingskader (bijlage A). 1.2 Reikwijdte van de inspectie De inspectie omvat de locatie Nieuwersluis van de PI Utrecht. De locatie Nieuwersluis betreft een inrichting waar vrouwelijke gedetineerden zijn ondergebracht in verschillende afdelingen. 1.3 Opzet van de inspectie 1.3.1 Methodiek De methodiek voor het uitvoeren van deze doorlichting bestaat uit het verzamelen van feitelijke gegevens door middel van documentenonderzoek (bijlage B), observaties binnen de locatie en interviews met belanghebbenden betrokken bij de locatie (bijlage C). De gegevens die dit oplevert worden getoetst aan het eerdergenoemde toetsingskader en leiden tot een oordeel over de gang van zaken binnen de locatie. Conform het protocol voor de werkwijze van de ISt wordt de inspectie uitgevoerd door twee inspecteurs. 8

Het toetsingskader dat wordt gehanteerd is mede gebaseerd op (inter)nationale wet- en regelgeving die van toepassing is op deze vorm van detentie. Het toetsingskader is uitgewerkt in een aantal gestructureerde interviewlijsten die de basis vormen voor de door de ISt af te nemen interviews. Die interviewlijsten zijn aangevuld met enkele specifieke vragen die samenhangen met het gegeven dat dit onderzoek een penitentiaire inrichting voor vrouwen betreft. In vrouweninrichtingen is overigens dezelfde regelgeving van toepassing als in andere penitentiaire inrichtingen. Dit eerste onderzoek van de ISt in een vrouweninrichting is uitgevoerd met het standaard toetsingskader voor penitentiaire inrichtingen dat tot nu toe gehanteerd is in inrichtingen voor mannen. Op een aantal aspecten wijkt het profiel van vrouwen in detentie af van dat van mannen in detentie. Door het geringe aantal inrichtingen voor vrouwen zijn vrouwen vaker dan mannen ver van huis en gezin gedetineerd, ze zijn vaak de eerste verzorger van gezin en kinderen, van wie ze door detentie gescheiden worden, ze hebben een slechtere fysieke en mentale gezondheid dan mannen in detentie, ze zijn door hun persoonlijke geschiedenis van huiselijk en of seksueel geweld extra kwetsbaar in detentie, er zijn vaak specifieke gezondheidsproblemen (zwangerschap en bevalling, prostitutie, seksueel overdraagbare ziekten, en abortus). In de EPR zijn specifieke normen vastgelegd die betrekking hebben op de detentie van vrouwen. 1 Daarnaast stelt het VN Verdrag inzake de Rechten van het Kind (november 1989) bijzondere eisen, waar betreffende het contact tussen kinderen en hun ouders 2. Bij deze inspectie is aandacht uitgegaan naar de vraag of de inrichting adequaat inspeelt op de verschillen die er op een aantal terreinen zijn tussen mannen en vrouwen in detentie: contacten met thuissituatie, contactmogelijkheden met kinderen, begeleiding bij zwangerschap en zorg voor baby s, de voorbereiding op de terugkeer in de thuissituatie, de opvang van I 1 Het betreft hier de artikelen, 25.4, 34.1 en 34.2 van de European Prison Rules. Art. 25.4 Particular attention shall be paid to the needs of prisoners who have experienced physical, mental or sexual abuse Art. 34.1 In addition to the specific provisions in these rules dealing with women prisoners, the authorities shall pay particular attention to the requirements of women such as their physical, vocational, social and psychological needs when making decisions that affect any aspect of their detention. 34.2 Particular efforts shall be made to give access to special services for women prisoners who have needs as referred to in Rule 25.4. 2 Het betreft artikel.9.3 De Staten die partij zijn, eerbiedigen het recht van het kind dat van een ouder of beide ouders is gescheiden, op regelmatige basis persoonlijke betrekkingen en rechtstreeks contact met beide ouders te onderhouden, tenzij dit in strijd is met het belang van het kind. 9

vrouwen met psychische problemen, de veiligheid en de bescherming tegen seksuele intimidatie binnen de detentiesituatie. 1.3.2 Tijdpad Deze doorlichting is op 6 februari 2006 schriftelijk aangekondigd bij de locatiedirecteur. De inspectie vond plaats op 21 en 22 maart 2006. Het conceptrapport werd op 20 april 2006 voor wederhoor met betrekking tot de feitelijke bevindingen van de ISt naar de locatiedirecteur gestuurd. De locatiedirecteur heeft op 12 mei 2006 heeft gereageerd, en daarbij commentaar geleverd op enkele conclusies. Dat commentaar is samengevat in bijlage E. Het inspectierapport is op 23 mei 2007 door de hoofdinspecteur vastgesteld en aangeboden aan de minister van justitie. 1.4 Objectbeschrijving De locatie Nieuwersluis bestaat uit een negentiende-eeuwse kazerne die vier jaar geleden met nieuwbouw-verblijfsafdelingen voor gedetineerden is uitgebreid en in gebruik genomen is als inrichting voor vrouwen. De inrichting heeft 230 plaatsen. De inrichting is gelegen in een prachtige omgeving aan de Vecht. Voorafgaand aan de verbouwing en uitbreiding is de accommodatie in gebruik geweest voor de huisvesting van militair gedetineerden en vreemdelingen. Een van de afdelingen, de maatschappelijke integratie (M.I.)- afdeling met twintig plaatsen, ligt buiten het normaal beveiligde terrein. Gedetineerden die op die afdeling verblijven, zijn in de laatste fase van hun verblijf in een gesloten inrichting, en vervullen ook werkzaamheden buiten de inrichting. Aan de inrichting is een vergadercentrum van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) verbonden, waarin gedetineerden werkzaam zijn. Daarnaast werken gedetineerden in het onderhoud van omliggende tuinen en plantsoenen. Een logeerhuis, waar gedetineerden kortere of langere tijd samen kunnen verblijven met hun kinderen, maakt deel uit van het complex. In Nieuwersluis kunnen niet-veroordeelde en veroordeelde gedetineerden in dezelfde afdelingen verblijven. 3 Er wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen een huis van bewaring en een gevangenis. I 3 Nieuwersluis is een pilot-inrichting voor Schotloze Detentie. Daartoe mag tijdelijk worden afgeweken van de bepaling in de Pbw, dat onveroordeelde en veroordeelde gedetineerden altijd in afzonderlijke afdelingen worden geplaatst. 10

Vanaf september zal de inrichting gaan functioneren als pilot-inrichting voor het concept De Nieuwe inrichting/detentie en Behandeling op Maat. De inrichting maakt deel uit van een langlopend samenwerkingsverband van de penitentiaire inrichtingen voor vrouwen gericht op het bevorderen van de maatschappelijke integratie van vrouwelijke gedetineerden. In verschillende stappen en met een beroep op subsidie uit de Europese Sociale Fondsen (Equal) is in 2000 een samenwerkingsverband tot stand gebracht waarin alle vrouweninrichtingen met een viertal landelijke organisaties (Humanitas, Exodus, Zorgconcept en Delinquentie & Samenleving) samenwerken om de reïntegratie van vrouwelijke gedetineerden te bevorderen. Deze partners zijn in staat tot het uitvoeren van begeleidings- en nazorgtrajecten op het terrein van begeleide huisvesting, reïntegratie in de arbeidsmarkt en andere vormen van dagbesteding, en ondersteuning op verschillende levensterreinen. Het samenwerkingsverband is net een nieuwe projectperiode van vier jaar ingegaan, waarin onderzoek naar de effectiviteit van de samenwerking, en naar de resultaten op het terrein van reïntegratie centraal zal staan. 1.5 Recent onderzoek Er is geen verslag van een recent bezoek aan deze inrichting van de RSJ. 11

2 Bevindingen 2.1 Rechtspositie 2.1.1 Huisregels Nieuwersluis beschikt over eind 2004 geactualiseerde huisregels. Deze huisregels zijn in het Nederlands beschikbaar, niet in vertalingen. Ze zijn aanwezig op alle cellen. Personeelsleden attenderen gedetineerden op het belang om op de hoogte te zijn van regels en rechten, bij de intake nemen ze een aantal belangrijke regels door, zoals de regels rond in- en uitsluiten, de opbouw van het dagprogramma, dat je je cel schoon moet houden, en op welke terreinen controles kunnen plaatsvinden. Sommige personeelsleden spreken Spaans of Slavische talen. Zij helpen mee om gedetineerden zoveel mogelijk in een voor hen bekende taal op de hoogte te stellen van de huisregels. Ook worden wel anderstalige gedetineerden als tolk daarbij betrokken. Executief personeel meldt dat de beschikbaarheid van de huisregels niet kan voorkomen dat er vaak verwarring is bij gedetineerden over waar ze wel en niet op kunnen rekenen. Voor de toepassing van faciliteiten worden allerlei regels en criteria gehanteerd, die niet altijd goed uitgelegd zijn. Daardoor ontstaat volgens personeelsleden bij sommige gedetineerden het beeld dat er gediscrimineerd wordt in de inrichting. De commissie van toezicht signaleert dat ze in klachtprocedures vaak gedetineerden ontmoet, die niet in staat zijn te begrijpen hoe de zaken geregeld zijn. Het bureau sociale dienstverlening (BSD) en ook de gedetineerdencommissie (gedeco) signaleren dat er vooral veel onduidelijkheid is rondom zogenaamd omgekeerd bezoek, dat betreft het bezoek van of aan een partner, die ook in detentie verblijft. Daarover verschaffen de huisregels onvoldoende duidelijkheid. 2.1.2 Beklag Het verslag van de commissie van toezicht van 2004 laat zien dat er wel veel klachten worden ingediend, maar dat veel klachten worden ingetrokken, door 12

bemiddeling worden opgelost, of verkeerd geadresseerd zijn (241 ingediende klachten, waarvan er 63 werden ingetrokken, 23 door bemiddeling zijn opgelost, 33 niet ontvankelijk, 53 ongegrond en 7 gegrond zijn verklaard). Gegrond verklaarde klachten hadden betrekking op het dagprogramma (2 maal), (over)plaatsingen (4 maal, waaronder twee tegen plaatsing in een isolatiecel) en discriminatie (1 maal). Daarnaast zijn klachten overgedragen aan de medisch adviseur (20), de selectiefunctionaris en de beklagcommissies van andere inrichtingen, omdat ze betrekking hadden op het verblijf aldaar. De directie is van mening dat er veel geklaagd wordt en dat er relatief veel klachten worden ingediend. De directie vindt dat het indienen van klacht vaak een verkeerde manier is om met ongenoegen of problemen om te gaan en wil daarom het indienen van klachten niet aanmoedigen. De commissie van toezicht nuanceert dat beeld. Maar heel weinig klachten worden gegrond verklaard. Volgens de commissie van toezicht blijkt tijdens de frequente bezoeken die de leden als maandcommissaris brengen, dat veel klachten berusten op misverstanden en via bemiddeling kunnen worden opgelost. Verder stelt zij dat veel klachten worden ingediend door gedetineerden in een verwarde gemoedstoestand, die niet in staat zijn hun situatie te begrijpen. De commissie van toezicht oordeelt positief over de pro-actieve rol die de directie speelt. Als zich nieuwe onderwerpen aandienen waarover geklaagd wordt, is de directie vaak al bezig om binnen haar mogelijkheden de oorzaak van de klachten weg te nemen. De commissie van toezicht volgt van nabij de ontwikkelingen in de inrichting. Tijdens haar maandelijkse vergaderingen laat ze zich informeren door wisselende functionarissen over allerlei aspecten. Daarnaast brengen de tweewekelijks wisselende maandcommissarissen minstens twee bezoeken. Die bezoeken vinden deels buiten kantoortijden plaats. De werkzaamheden van de maandcommissarissen worden bemoeilijkt door de verkorting van het dagprogramma, waardoor ze gedetineerden soms alleen via een celluikje kunnen spreken. De Gedeco laat uit haar opstelling blijken dat ze met inzet en volharding onderwerpen die ze als problemen ziet bij de directie blijft aankaarten. 2.1.3 Plaatsing en overplaatsing Er zijn vijf afdelingen met een basisregime. Daar vallen ook de inkomst- en bijzondere zorg afdeling (BZA) onder. Daarnaast is er een standaardplusafdeling met 38 plaatsen waar gedetineerden geplaatst worden die gemotiveerd 13

willen werken aan hun terugkeer in de samenleving, en die overigens aan een aantal criteria moeten voldoen. Uitgesloten zijn bij voorbeeld gedetineerden met tbs-vooruitzicht, vreemdelingen die uitgezet worden, en mensen met kortere strafrestanten. Gedetineerden op deze afdelingen zijn van 8 uur tot 17 uur uitgesloten uit hun cel, en beschikken zelf over een sleutel van hun cel. Op deze afdelingen zijn vier moeder-kindcellen, waar moeders met hun baby s tot zes maanden (in bijzondere gevallen tot negen maanden) na de geboorte kunnen verblijven. Van de standaard-plusafdeling stromen gedetineerden door naar de eerder genoemde MI-afdeling waar in de laatste twee jaar van een gevangenisstraf planmatig samengewerkt wordt met de gedetineerde aan haar terugkeer in de samenleving. Uitstroom geschiedt vaak via de zeer beperkt beveiligde inrichting (ZBBI) Het Spoor in Utrecht en/of via penitentiaire programma s (PP s). Wanneer er geen contra-indicaties zijn worden gedetineerden ook samengeplaatst in tweepersoonscellen. 2.1.4 Contact met de buitenwereld Bezoek, telefonisch contact en verlof zijn de mogelijkheden waarlangs gedetineerden contact kunnen houden met hun thuissituatie. Gedetineerden mogen wekelijks bezoek ontvangen. Direct wanneer een bezoeker zich meldt bij de portier, wordt de afdeling geïnformeerd. Daardoor is de gedetineerde vaak al eerder in de bezoekruimte dan de bezoeker, omdat die nog een aantal procedures moet doorlopen. De wettelijke duur van het bezoek van één uur is daarmee gewaarborgd. Het bezoek vindt plaats in een ruime bezoekzaal, waar beperkende regels worden gehandhaafd m.b.t. lichamelijk contact, bewegingsvrijheid tijdens bezoek, en overdracht van goederen. Uit de gesprekken met executief personeel wordt duidelijk dat er daadwerkelijk wordt ingegrepen in het verloop van het bezoek, wanneer via directe waarneming of camera s gesignaleerd wordt dat er mogelijk contrabande wordt overgedragen. Dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag zijn de bezoekdagen. Bezoekdagen en bezoektijdstippen zijn gekoppeld aan afdelingen en celnummers. Iedere gedetineerde kan daardoor slechts op één vast moment in de week bezoek ontvangen. Bij verplaatsing van de ene naar een andere cel of afdeling verandert dat moment. Dat betekent dat een gedetineerde wier familie ver weg woont soms toch niet anders dan s morgens om 8.15 uur bezoek kan ontvangen, en dat dat moment na een interne overplaatsing weer wijzigt. Bij de planning van bezoekmomenten wordt geen rekening gehouden met schooltijden van kinderen. Zowel gedetineerdencommissie als executief personeel vinden dat de 14

bezoekcondities voor het bezoek van kinderen niet toereikend zijn. Executief personeel deelt mee dat een meerderheid van de gedetineerden tevens moeder is. Er worden voor enkele afdelingen (standaardplus- en MI-afdeling) maandelijkse moeder-kind middagen georganiseerd in samenwerking met de Jeugdzorg. Ook is er de mogelijkheid voor gedetineerden om in de latere fase van de detentie, wanneer ze geplaatst zijn op de standaard-plus of de MI-afdeling, hun kinderen gedurende een aantal uren, volgens een oplopend schema, tot maximaal één etmaal te ontvangen in het logeerhuis. Naar de mening van inrichtingsfunctionarissen wordt van deze bezoekmogelijkheid onvoldoende gebruik gemaakt. De in 2.1.3 genoemde uitsluitingscriteria zouden dat veroorzaken. Op dezelfde condities als in inrichtingen voor mannelijke gedetineerden kunnen vrouwen met langere straffen maximaal één maal per maand zonder toezicht bezoek van hun partner ontvangen. Personeelsleden signaleren dat er beperkt gebruik gemaakt wordt van die laatste mogelijkheid. Voor telefonisch contact met de huissituatie zijn toereikende voorzieningen aanwezig. Tijdens de inspectie werd in een pilot-project op de MI-afdeling geëxperimenteerd met telefoon op cel. Nu deze pilot in de ogen van de directie een goed verloop heeft gehad, is ze voornemens op alle afdelingen telefoon op cel te installeren. Door deze voorziening krijgen gedetineerden de mogelijkheid om buiten de recreatie-uren te telefoneren. Over die verruiming van de contactmogelijkheden met thuissituatie wordt op zich positief geoordeeld door personeel en gedetineerden. Zowel gedetineerden als personeelsleden geven echter aan dat het bellen met de op cel geïnstalleerde telefoons duurder is dan het bellen met de kaarttelefoontoestellen op de afdeling. De directie stelt met een beroep op eerder onderzoek, dat het verschil in kosten gering zou zijn. De gedeco stelt dat onzekerheid over de extra kosten die het telefoneren op de MIafdeling met zich meebrengt van invloed zou zijn op bereidheid van gedetineerden om aan plaatsing op die afdeling mee te werken. Ook wijst ze erop dat veel gedetineerden over niet meer geld kunnen beschikken dan wat ze via de arbeid verdienen, en dat bedrag is al jaren ongewijzigd gebleven (ongeveer 18 per week), terwijl de kosten van veel producten in de winkel blijven stijgen en sowieso al veel duurder zijn dan buiten de inrichting. 15

Voor regimair verlof komen maar weinig gedetineerden die in Nieuwersluis verblijven in aanmerking. De populatie van Nieuwersluis bestaat uit vrouwen met heel verschillende insluitingstitels en verblijfs- en strafduren. Weinig gedetineerden komen daardoor in aanmerking voor verlof. Door regimesdifferentiaties (basis, standaardplus- en MI-afdelingen) is de inrichting erin geslaagd om regimes met verschillende mate van vrijheid en eigen verantwoordelijkheid vorm te geven, Daardoor wordt voorkomen dat alle gedetineerden in een regime geplaatst worden met een op de gedetineerde met het hoogste risico afgestemde beveiliging. 2.1.5 Toegang tot medische en psychische zorg De directie geeft aan zich ervan bewust te zijn dat er bij gedetineerde vrouwen zich meer gezondheidsproblemen en psychische problematiek voordoen dan bij mannen. De leiding van de inrichting ziet geen aanleiding om voor een vrouweninrichting hogere normen met betrekking tot toedeling van formatie zorgstaf te hanteren dan in inrichtingen voor mannen gehanteerd worden, maar vindt dat een zaak voor het hoofdkantoor. De leiding van de inrichting acht de medische dienst goed in staat zich in dat spanningsveld te bewegen, daarin de juiste prioriteiten te stellen. De medewerkers van de medische dienst (arts, verpleegkundige) geven aan dat ze naar hun mening toereikende medische zorg weten te bieden. Ze oordelen positief over de onderlinge samenwerking, ze oordelen positief over de mate waarin piw ers hun signalerende rol m.b.t. medische en psychische problemen vervullen. Daardoor worden de dingen die echt moeten gebeuren ook gedaan. Gedetineerden die in afzondering geplaatst worden, worden op de dagen dat de arts in huis is (vier keer per week) door haar gezien en anders wel door de verpleegkundige. De combinatie van de inrichtingsartsen met de artsendienst die de crisisdienst uitvoert in de avonden, de nachten en in het weekend functioneert toereikend. De medische dienst is ervan overtuigd dat ook aan specifieke medische zaken voldoende aandacht kan worden gegeven. De begeleiding van zwangere vrouwen (i.s.m. ziekenhuis en verloskundige) gaat goed. Een van de verpleegkundigen is op dat terrein ook verder geschoold. De voorzieningen die de inrichting voor opvang van moeders met baby s biedt zijn van goede kwaliteit. Er is ook aandacht voor en kennis op het terrein van gezondheidsproblemen van vrouwen die lang op straat geleefd hebben, HIV, SOA s, uitvoeren van uitstrijkjes. Ook op dat terrein heeft een van de 16

verpleegkundigen zich bekwaamd. De samenwerking met opticien en fysiotherapeut loopt goed. De feitelijke bezetting van de medische dienst wordt door de medische zorgstaf onvoldoende geacht, waardoor niet alle taken van de medische dienst goed kunnen worden uitgevoerd. De directie bevestigt dat door zwangerschap, ziekte en opleidingen de aanwezige bezetting van de verpleegkundigen onder de officiële formatieruimte ligt, die overigens volledig bezet is. De overbelaste verpleegkundigen laten daardoor meer werk liggen voor de artsen. Daardoor is er een grote achterstand bij andere activiteiten. Aan die onderdelen van het werk wordt in eigen tijd en in de avonduren gewerkt. Zo zijn protocollen rond het verstrekken van slaapmedicatie nog niet geïmplementeerd. Het spreekuur wordt altijd wel uitgevoerd, maar andere, op de lange termijn gerichte, taken blijven liggen. De verpleegkundige geeft aan dat ze een beoordeling maakt van de verzoeken die gedetineerden indienen voor het spreekuur. De meest dringende worden wel direct geselecteerd, maar doordat dagelijks prioriteiten moeten worden gesteld zijn er ook wel verzoekbriefjes die veertien dagen blijven liggen. Daarbij is er een periode geweest waarin de tandartsenzorg van onvoldoende kwaliteit was, en zonder continuïteit plaatsvond. Dat heeft er ook toe geleid dat bij eenvoudige pijnklachten is doorverwezen naar het ziekenhuis voor behandeling. Nu er een wisseling van tandarts heeft plaatsgevonden is er weer hoop op verbetering. Volgens de gedeco zijn de wachttijden voor het uitvoeren van speciale onderzoeken als uitstrijkjes lang. Het duurt vaak lang voor de gedetineerden op de hoogte worden gesteld van de uitkomst. De inrichting beschikt over twee BIG-geregistreerde gezondheidszorgpsychologen. Medische dienst en psychologen werken samen en nemen deel aan het psychomedisch overleg. Er is (meer dan) tevredenheid over de samenwerking met de GGZ Amsterdam, er is een protocol met Groot Batelaar over toeleiding naar de therapeutische gemeenschap. Ook met de Van der Hoevenkliniek en met de verslavingszorg in Utrecht is samenwerking opgebouwd. Een aantal zaken zijn belemmerend voor de effectiviteit van de zorg. Het wordt betreurd dat er weinig mogelijkheden zijn om op de BZA in een wat beschermde sfeer arbeid en andere activiteiten te doen. Het vaststellen of contraïndicaties aanwezig zijn voor plaatsing op meerpersoonscellen neemt veel 17

tijd van medische dienst en psycholoog, die in hun ogen beter aan hun primaire taak besteed kan worden. Er wordt door hulpverleners gewezen op het risico dat de versobering en verkorting van het dagprogramma ertoe kan leiden dat de piw ers hun vaardigheid en motivatie verliezen om zorggericht op te treden tegenover gedetineerden. Piw ers hebben door de versobering minder mogelijkheden om een rustig gesprek te voeren met een gedetineerde die het moeilijk heeft en die in een crisis dreigt te raken. Er wordt ook vaker een beheersmatig antwoord gegeven. Gestoord gedrag leidt daardoor vaker tot een plaatsing in afzondering dan in het verleden. De grotere druk die gedetineerden leggen op de medische dienst wordt ook gezien als een reactie op de versobering en op meerpersoonscelgebruik, waardoor meer stress ontstaat en een groter beroep op de zorg gedaan wordt. 2.1.6 Dagprogramma De inrichting kent een aparte inkomstenafdeling, afdelingen waar het standaardprogramma gehanteerd wordt en een bijzondere zorgafdeling. Daarnaast is er een standaardplus-afdeling en een MI-afdeling. Op de inkomstenafdeling wordt geen arbeid verricht, de gedetineerden van de overige afdelingen kunnen daardoor bijna allemaal arbeid verrichten. Er is werk voor 70 procent van de gedetineerden. Op de standaard-plusafdeling en de MI-afdeling beschikken gedetineerden over hun celsleutel, waardoor ze meer vrijheid hebben om binnen de afdeling te bewegen. Voor de standaardplus-afdelingen en de MI-afdeling worden alleen gedetineerden geselecteerd die aan een aantal objectieve criteria voldoen, en overigens gemotiveerd zijn om tijdens hun detentie aan hun reïntegratie te werken. Onderwijs vindt alleen plaats op de standaardplus en de MI-afdeling. In drie van elke vier weekenden kunnen gedetineerden deelnemen aan de kerkdienst. Zowel personeel als gedeco spreken uit dat in Nieuwersluis een bewust beleid wordt gevoerd, dat je door je gedrag vrijheden en faciliteiten kunt verdienen. De recreatie-uren overschrijden ruim het wettelijk minimum, op de standaardplusafdeling geldt hetzelfde voor de sport. Door een creatieve hantering van gedifferentieerde regimes voor verschillende fasen in de detentie en van variabele beveiligingsniveaus blijkt ruimte gevonden te kunnen worden voor een ruim ingevuld dagprogramma. De verschillen in faciliteiten en voorzieningen tussen de verschillende afdelingen zijn daardoor echter heel groot. 18

2.2 Veiligheid 2.2.1 Voorzieningen Volgens verklaring van het hoofd beveiliging zijn de beveiligingssystemen up to date en operationeel. Er is een gebruiksvergunning, er is ook goede afstemming en samenwerking met de brandweer. Vlak na de Schipholbrand is een (reeds geplande) ontruimingsoefening gehouden in samenwerking met de brandweer. Deze werd doorkruist door een echte alarmmelding die met zich meebracht dat er op een andere afdeling ook naar explosieven moest worden gezocht. De beveiliging tegen ontsnappingen en invoer van contrabande binnen de inrichting is niet voor alle gebouwen en afdelingen op hetzelfde niveau. Dat hangt ook samen met de ontstaansgeschiedenis van het gebouw. Er is een organisatie voor bedrijfshulpverlening (BHV). Daarvan maken geen mensen deel uit die getraind zijn met perslucht. Er kan in Nieuwersluis om een aantal redenen van het inzetten van persluchtgetrainde BHV-ers worden afgezien. De looplijnen naar buiten vanaf de verblijfsafdelingen zijn in alle gevallen heel kort (maximaal 20 meter lopen). Er hoeven maximaal twee deuren gepasseerd te worden. Er is een goede rookafzuigingsinstallatie in de verblijfsafdelingen. 2.2.2 Procedures De draaiboeken bij calamiteiten zijn recent opnieuw vastgesteld en ze zijn en worden besproken met het personeel. Er is alertheid m.b.t. storingen. Executief personeel vertelt desgevraagd dat storingen direct gemeld worden bij medewerkers van de technische dienst en ook direct worden opgelost. Personeel blijkt betrokken bij de evaluatie van de ontruimingsoefening. Er is een goed besef van wat daarbij allemaal nog niet goed ging, en er is bij hen een (gezond) besef dat het houden van regelmatige oefeningen de beste manier is om ervoor te zorgen dat bij calamiteiten adequaat wordt opgetreden. Naast de calamiteitenhandboeken is er ook een recent opgestelde instructie voor piw ers waarin (bijna) alle voorkomende werkzaamheden zijn beschreven. Deze instructie behoeft nog de instemming van de ondernemingsraad. Opvallend is dat de rol van de piw er bij een kritisch proces als de medicijnverstrekking daarin niet is beschreven. 19

2.2.3 Veiligheidsbeleving Enkele scores in de Gedetineerdensurvey 2004 4 zijn aanleiding om naar de veiligheidsbeleving van gedetineerden nadrukkelijk onderzoek te doen. 27% van de gedetineerden is het oneens met de stelling: piw ers discrimineren gedetineerden niet, 23% van de gedetineerden zegt dat ze zich niet veilig voelt in deze inrichting, 53 % is het oneens met de stelling: gedetineerden worden niet door medegedetineerden uitgebuit. Deze vragen dragen bij aan een gemiddelde score op veiligheid van 3,64, hetgeen niet afwijkt van het gemiddelde van de onderzochte vrouweninrichtingen (3,70) maar wat lager is dan de gemiddelde score op veiligheid in huizen van bewaring voor mannen (3,84). Directie en leidinggevenden toonden zich verrast toen ze door de ISt met deze cijfers werden geconfronteerd. Deze signalen strookten volstrekt niet met het beeld dat zij hadden over de veiligheidsbeleving. Een aantal piw ers had wel kennis genomen van deze scores en geprobeerd betekenis te geven aan de cijfers. Ook voor hen gold dat ze dat beeld niet herkenden, maar zij konden zich wel voorstellen dat bijvoorbeeld gestoord gedrag van medegedetineerden gedetineerden soms angst en schrik kan aanjagen. Daarnaast verwezen ze naar het feit dat vrouwelijke gedetineerden kwetsbaarder en angstiger zijn dan mannelijke gedetineerden. Tussen groepen gedetineerden ontwikkelt zich soms een flinke rivaliteit, die uit kan monden in verbaal geweld of bedreigingen, of fysiek geweld. Wanneer er ondanks controles toch drugs aanwezig zijn in de inrichting kan dat aanleiding geven tot spanningen en conflicten tussen verslaafde gedetineerden. De gedeco geeft aan dat het gestoorde gedrag van gedetineerden soms angst kan veroorzaken. Personeelsleden kunnen zich voorstellen dat niet alle gedetineerden kunnen doorzien hoe bijvoorbeeld plaatsing in een plus-regime gebeurt. Het op zichzelf zorgvuldig verlopend besluitvormingsproces kan daardoor worden ervaren als discriminatie. De gedetineerdencommissie wees erop dat de standaardplusafdeling alleen maar blanke bewoners telt, die de Nederlandse taal goed beheersen, en bevestigt dat de regels niet voor iedereen duidelijk zijn. I 4 De gedetineerdensurvey is een periodiek door DJI ingezet onderzoek naar de detentiebeleving in alle inrichtingen van het gevangeniswezen. Gedetineerden wordt gevraagd een vragenlijst in te vullen. Wanneer de deelname hoog genoeg is wordt een rapport per locatie uitgebracht. 20

2.2.4 Integriteit Directie en leidinggevenden erkennen dat de afstand tussen personeel en gedetineerden vaak klein is. Dat wordt als positief beschouwd vanuit een bejegeningsoogpunt. Maar onderkend wordt ook dat mensen (zowel personeelsleden als gedetineerden) daardoor kwetsbaar worden. Het handhaven van het evenwicht tussen nabijheid, empathie en afstand vraagt in een inrichting voor vrouwelijke gedetineerden voortdurende aandacht. Het is een onderwerp waarover in het werkoverleg gesproken wordt, waarop medewerkers elkaar ook onderling aanspreken en laten aanspreken. Medewerkers worden geacht geen gesprekken op cel met gedetineerden te voeren, mannelijke afdelingshoofden hebben alleen daarom al geen celsleutel. Alleen in calamiteitsituaties kan het gebeuren dat mannelijke personeelsleden gedetineerden fouilleren. Ongeveer zestig procent van de executieve medewerkers zijn vrouwen, het streefgetal is vijfenzeventig. Er zijn klachten van gedetineerden over ongewenste intimiteiten van de zijde van personeel. In het afgelopen jaar waren dat er vier. Directie, personeel en gedeco melden dat op klachten op dit terrein altijd onderzoek en ingrijpen volgt. Wanneer personeelsleden genoemd worden voert het Bureau Integriteit en Veiligheid (BIV) van de DJI dit onderzoek uit. Volgens onze gesprekspartners zijn het soms opzettelijk onjuiste beschuldigingen. Er zijn ook klachten over ongewenste intimiteiten tussen gedetineerden. Ook dan volgt volgens de gedeco en personeelsleden altijd actie. De directie signaleert dat in het Onderlinge Agressie en Geweldtraject naar voren is gekomen dat personeelsleden en gedetineerden over en weer soms heel grove taal gebruiken. Ze ziet daarin een risico voor vervlakking van normen met betrekking tot de omgang tussen personeel en gedetineerden. Medewerkers bevestigen dat er een open cultuur is en dat er onderling en in het werkoverleg, dat iedere twee weken plaatsvindt, ook gesproken wordt over wat wel en niet door de beugel kan, en dat je elkaar scherp moet houden. Ook de gedragscode is recent opnieuw besproken in de teams. Er is binnen de inrichting een vertrouwenspersoon integriteit, tot wie personeelsleden zich kunnen wenden. Gedetineerden kunnen zich wenden tot inrichtingsfunctionarissen. 2.2.5 Communicatie De drempel voor contact tussen personeel en gedetineerden is laag. Uitvoerend personeel zegt dat ze daardoor crisissen bij gedetineerden en spanningen tussen gedetineerden vaak zien aankomen. Er worden ook wel groepsgesprekken met 21

gedetineerden georganiseerd, wanneer er spanningen binnen een groep zijn. Door de nabijheid wordt drugsgebruik ook vaak opgemerkt: personeelsleden stellen dat ze gedragsveranderingen opmerken bij een gedetineerde die gebruikt heeft, en dan verdere actie (urinecontroles of zoekacties) inzetten. De beleving van personeel is dat er veel vergaderd wordt in de inrichting. De verantwoordelijke voor de trajectbegeleiding schetst dat een trajectplan voor een gedetineerde van de MI-afdeling in wel vier verschillende overlegvormen wordt besproken. De directie betwist dat. Het trajectplan wordt volgens de directie in één vergadering binnen de inrichting en in één vergadering buiten de inrichting besproken. Veel functionarissen zijn betrokken in overleg over nieuwe ontwikkelingen op het terrein van vrouwendetentie. Dat heeft gevolgen voor de communicatie tussen uitvoerend personeel en leidinggevenden. Leidinggevenden worden door uitvoerenden beleefd als functionarissen met een heel eigen takenpakket, die maar beperkte aandacht hebben voor de dagelijkse gang van zaken op de afdelingen waar ze verantwoordelijk voor zijn en die ook in beperkte mate zicht hebben op het functioneren van hun medewerkers. De norm dat leidinggevenden jaarlijkse functioneringsgesprekken houden met al hun medewerkers wordt in deze inrichting gehandhaafd, stellen leidinggeven en uitvoerende medewerkers. Uitvoerende personeelsleden laten merken niet heel veel waarde te hechten aan de uitkomsten van die gesprekken. In hun ogen is hun leidinggevende zo weinig betrokken bij hun dagelijks functioneren en in de aansturing van de afdeling dat functioneringsgesprekken daardoor niet veel waarde hebben. Er is daarbij ook kritiek op de wijze waarop de functie van senior-piw er in Nieuwersluis (nog niet) wordt ingevuld. Deze zou het afdelingshoofd kunnen ontlasten bij zijn taken, of hem bij afwezigheid moeten kunnen vervangen. 2.3 Reïntegratie De inrichting maakt deel uit van het netwerk van de vrouweninrichtingen in Nederland die samenwerken ten behoeve van de maatschappelijke integratie van vrouwelijke gedetineerden. Deze inrichtingen werken samen in een door het Europees Sociaal Fonds gesubsidieerd Equal-project met Humanitas, met Exodus en met Zorgconcept. Het project heet Toekomst in Balans. In de voorbije projectperiode lag het accent op de samenwerking met de externe partners. In de lopende projectperiode van vier jaar staat onderzoek naar de resultaten en naar de effectiviteit van de samenwerking centraal. Binnen het project worden alle individuele trajecten - en dat zijn er landelijk meestal rond 22

de honderd - gevolgd. Vanuit het project wordt door een nieuwsbrief en door themadagen gewerkt aan verspreiding van kennis. De gemeente Utrecht wil gaan participeren in het project Toekomst in Balans. De reclassering heeft tot nu toe niet geparticipeerd. Gedetineerden die doorgestroomd zijn naar de standaardplus-afdeling worden geacht mee te werken aan een plaatsing op de MI-afdeling. In samenwerking met hen wordt een trajectplan opgesteld, bij de uitvoering waarvan alle problemen die zich rond de terugkeer in de samenleving voordoen worden aangepakt. De piw ers van de MI-afdeling voeren de functie van trajectbegeleider uit. Zij hebben daartoe eenmalig een training Motiverende gesprekstechnieken gevolgd. Twee keer per week vindt op de afdeling MI het trajectenoverleg plaats. De inrichting is bezig de functie van medewerker maatschappelijke dienstverlening (mmd er) vorm te geven in lijn met de landelijke ontwikkeling. De aan die functie verbonden werkprocessen zijn beschreven. De mmd er zal zich vooral richten op de reïntegratie van gedetineerden die niet via de trajectbegeleiding in de MI-afdeling naar de samenleving terugkeren, en vooral aandacht geven aan de praktische aspecten, als identiteitsbewijs, zorgverzekering, huisvesting en uitkering. Het onderwijs op de standaardplus- en de MI-afdeling wordt ingezet om de reïntegratie te ondersteunen. Het omvat sociale vaardigheidstrainingen, sociale hygiëne, budgettering, en Nederlands. Er is een samenwerking met het Albedacollege (het ROC in Rotterdam) die in voorkomende gevallen cursusmateriaal verstrekt en die gedetineerden de gelegenheid geeft hun opleiding na detentie bij hen te vervolgen. Er zijn mogelijkheden om erkende diploma s te halen op het gebied van groenvoorziening, schoonmaak en horeca. De voortgang van de budgetteringscursussen is afhankelijk van de beschikbaarheid van reclasseringsmedewerkers. Er wordt nauwelijks een beroep gedaan op en gebruik gemaakt van bijzondere individuele opleidingstrajecten, zoals beroepsopleidingen. De gedeco stelt dat de oorzaak is dat de inrichting daaraan niet financieel wil bijdragen. De directie stelt dat ze nut en noodzaak goed moet afwegen, omdat het budget voor opleidingen beperkt is. Humanitas ontwikkelt cursussen die gericht zijn op het versterken van de opvoedingsvaardigheden van de gedetineerde vrouwen. Daarnaast kent Humanitas een maatjes-project: gedetineerden vrouwen kunnen langdurig een beroep doen op een maatje, die hen steunt bij het opnieuw invullen van hun rol in gezin en opvoeding. 23

3 Conclusies 3.1 Rechtspositie De rechtspositie van gedetineerden in Nieuwersluis wordt op de meeste punten goed gewaarborgd. Informatie over de rechtspositie is voor iedere gedetineerde beschikbaar. Er is een alerte houding m.b.t. het signaleren en oplossen van problemen op dit terrein: een levendige klaagcultuur, een actieve gedetineerdencommissie, een pro-actieve directie, een betrokken commissie van toezicht. De ISt is van mening, dat over de volle breedte in ruime mate aan de minimumeisen uit de Pbw kan worden voldaan, en dat er ook voldoende ruimte gevonden kan worden voor overleg en ontwikkeltaken. Uit de opbouw van de dagprogramma s spreekt een grote inzet om een zinvolle dagbesteding voor gedetineerden mogelijk te maken, waardoor op een aantal punten voorzieningen het minimum te boven gaan. 70 % van de gedetineerden kan werk verrichten. De bewegingsvrijheid voor groepen gedetineerden gaat ver uit boven het wettelijke minimum. De ISt concludeert dat er op een aantal terreinen knelpunten en risico s zijn. Bekendheid met de regels voor anderstaligen Het is goed dat er huisregels zijn op alle cellen. Het valt ook te prijzen dat er piw -ers zijn die gedetineerden in vreemde talen wegwijs maken waar het de huisregels betreft. Toch moeten alle gedetineerden in beginsel op dezelfde wijze toegang kunnen hebben tot de informatie over hun rechtspositie. De inrichting schiet tekort doordat ze de huisregels niet heeft vertaald in een aantal veelgesproken talen als Spaans en Engels. Bezoek van gezin en kinderen Op basis van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (art. 9.3) eerbiedigt de staat het recht van het kind dat van een ouder of beide ouders is gescheiden, op 24

regelmatige basis persoonlijke betrekkingen en rechtstreeks contact met beide ouders te onderhouden, tenzij dat in strijd is met het belang van het kind. Artikel 34.1 van de European Prison Rules (jan. 2006) verplicht de overheid om speciale aandacht te geven aan de eisen die vrouwen stellen wanneer ze gedetineerd zijn, zoals hun behoeften met betrekking tot lichamelijke en medische zorg, hun opleiding en training, hun behoeften op sociaal en psychologisch vlak. De ISt vindt dat de voor iedere gedetineerde geldende bezoekregeling (met vaste bezoekmomenten op celnummer, en beperkte contactmogelijkheden tijdens het bezoek) in onvoldoende mate beantwoordt aan de behoefte van vrouwelijke gedetineerden aan contact met kinderen en aan het recht van kinderen op een normaal contact met de moeder. Dit contact moet verder kunnen gaan dan alleen een gesprek aan een tafeltje zonder enige vorm van lichamelijk contact. Er is in Nieuwersluis een logeerhuis, waarvan echter een zeer beperkt aantal gedetineerden gebruik kan maken. Er worden moeder-kindmiddagen georganiseerd voor gedetineerden van enkele afdelingen. Daaruit blijkt dat de inrichting in beginsel oog heeft voor die bijzondere eisen. De meeste gedetineerden zijn echter voor het contact met hun kinderen en familie aangewezen op de mogelijkheden van het individuele bezoek in de bezoekzaal. Het gebruik van telefoon De verruiming van de tijdstippen waarop gedetineerden kunnen telefoneren door het installeren van telefoon op cel wordt door de ISt positief beoordeeld. De ISt constateert dat het hier een maatregel betreft, die vanuit een oogpunt van beheer wordt doorgevoerd. De ISt acht het niet gelukkig dat het gebruik van de telefoon op cel tot hogere kosten voor de gedetineerde zou leiden dan het gebruik van de kaarttelefoon op de afdeling, en concludeert dat over de precieze hoogte van de tarieven onduidelijkheid bestaat. De aanwezigheid en de toegankelijkheid van de medische dienst Art. 34 lid 1 European Prison Rules (over de specifieke behoeften van vrouwelijke gedetineerden) moet leidend zijn voor de vormgeving van de medische dienst. De ISt is van mening dat de organisatie van een medische dienst conform de formatieregels voor manneninrichtingen niet automatisch voldoet aan de eis die uit dit artikel voortvloeit. De behoefte aan medische zorg van vrouwen in detentie kan kwantitatief en kwalitatief verschillen van die van mannen in detentie. De ISt constateert dat er signalen zijn dat de medische dienst niet in staat is de zorg te leveren, die ze moet leveren: er vindt 25

afwenteling van taken van verpleegkundigen naar de arts plaats, er is een achterstand bij het implementeren van protocollen, er zijn lange wachttijden (tot 14 dagen) voor het huisartsconsult en voor speciale behandelingen. De regimaire verschillen tussen standaardafdelingen en de overige afdelingen Nieuwersluis is een normaal beveiligde inrichting. Omdat veel gedetineerden op grond van harde criteria niet in aanmerking komen voor plaatsing op de standaardplus-afdeling en degenen die wel aan de harde criteria voldoen, daarnaast moeten voldoen aan gedrags- en motivatie-eisen is het risico van een ongelijke behandeling aanwezig. De ISt vindt dat de inrichting aandacht moet schenken aan dit probleem omdat anderstalige en buitenlandse gedetineerden, maar ook gestoorde gedetineerden, onvoldoende kansen krijgen om gebruik te maken van de bijzondere voorzieningen op het terrein van onderwijs, bezoek, arbeid en contact met kinderen die aan het verblijf op de standaardplus- en MIafdeling verbonden zijn. 3.2 Veiligheid Waar het de onderzochte aspecten betreft is de veiligheid in de inrichting op orde. Er zijn goede voorzieningen en calamiteitenhandboeken. Calamiteiten worden geoefend en er wordt lering getrokken uit oefeningen. Medewerkers voelen zich daarbij betrokken. Er is ook erkenning van de bijzondere kwetsbare positie van vrouwelijke gedetineerden. De verplichting om daar in te voorzien vloeit voort uit art 25, lid 4 van de European Prison Rules: binnen het regime moet bijzondere aandacht gegeven worden aan de behoeften van gedetineerden die fysiek, mentaal of seksueel geweld hebben ondergaan Die aandacht komt tot uitdrukking in een afgewogen benadering van het vraagstuk hoe de afstand personeel-gedetineerden moet zijn. Er zijn gedragsregels, het is een onderwerp van het werkoverleg, personeelsleden spreken elkaar aan wanneer ze risico s zien, en er wordt opgetreden bij incidenten. 26

Toch zijn er ook op dit terrein knelpunten en risico s. Communicatie in de lijn De afdelingshoofden hebben een groot aantal ontwikkel- en overlegtaken, hun rol als leidinggevende en coach voor hun medewerkers komt daardoor niet goed uit de verf. Hoewel aan de regels rondom het houden van jaarlijkse functioneringsgesprekken de hand gehouden wordt, wordt het door de medewerkers nog te veel als een verplicht nummer ervaren. Het gesprek tussen leidinggevenden en de medewerkers gericht op de ontwikkeling van de medewerker en hun rol in de organisatie komt nog te weinig op gang. Omdat Nieuwersluis ingrijpende en van bovenaf opgelegde veranderingen moet doorvoeren acht de ISt het van het grootste belang dat het gesprek tussen leidinggevenden en medewerkers een goede kwaliteit heeft. Aanpak van gedragsproblemen Verschillende groepen medewerkers hebben uitgesproken dat er te snel een beheersmatig antwoord op gestoord gedrag wordt gegeven en dat bij problematisch gedrag te snel een beroep gedaan wordt op isolatie. De ruimte voor een andere benadering is verminderd. Dat klemt des te meer omdat ook het aantal vrouwelijke gedetineerden met psychische stoornissen toeneemt, en de mogelijkheden tot plaatsing in andere voorzieningen binnen de penitentiaire inrichtingen gering zijn. Het feit dat het dagprogramma van de BZA zeer beperkt is kan het risico dat gestoorde gedetineerden niet de zorg en aandacht krijgen die ze behoeven, versterken. De ISt is van mening dat de inrichting moet nagaan of de zorg en het dagprogramma en het contact met gedetineerden die in crisis raken of aan stoornissen leiden, toereikend is. 3.3 Reïntegratie Er is bijzondere aandacht voor reïntegratie van gedetineerden, daarbij wordt een groot beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van gedetineerden. Er zijn in de voorbije jaren belangrijke partnerschappen opgebouwd van vrouweninrichtingen met Humanitas, Exodus, Zorgconcept, die zo aansprekend werken, dat ook een enkele gemeente (Utrecht) nu aansluiting zoekt bij dit samenwerkingsverband. 27