Studentenstad. Eindhoven moet bruisen



Vergelijkbare documenten
ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE

Zoek het uit! Studiekeuze123

Naam opleiding: Technische Natuurkunde. Toelating

Naam opleiding: Molecular Science & Technology. Toelating

ELSEVIERS HULP BIJ STUDIEKEUZE

ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE

Veel gestelde vragen over de U-Talent Academie

Nieuwsbrief Bètasteunpunt September 2011

Contextschets Techniek

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach

Platform Bèta Techniek. Connect Chemiedag Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken?

Zoek het uit! Opdrachten. Studiekeuze123.nl

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

Jouw praktische weg naar het hbo. Onderdeel van AOC Oost

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007

Revisie Keuzegids Universiteiten 2015

Evaluatie PvKO Mastersessie 10 april 2014

World leader in international education

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, opening vmbo-schooljaar, Hogeland College, Uithuizen, 20 september 2012

Stageverslag Danique Beeks

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

T O E K O M S T V A K 5 VWO

Meer succes met je website

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit?

1. Jurriaan Vogel. 2. Mark van Wijgerden. Waarde medestudenten,

Participatief leiderschap. Hoe leid je een samenwerkingsverband?

JAARPLAN JONGE SOCIALISTEN ARNHEM- NIJMEGEN

Veel gestelde vragen over de U-Talent Academy

g r a d u a t e s c h o o l UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK

Naam opleiding: Technische Bestuurskunde. Toelating

Jonge ambtenaar van het jaar

Voorbereidingscursussen

De kunstenaar als ondernemer

DURF JIJ DE STAP AAN?

De studiebelasting voor Werktuigbouwkunde bedraagt gemiddeld 42 uur per week. Wiskunde is wel een

Juridische medewerker

creating tomorrow Bouwkunde hva techniek

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Procestechniek BOL opleidingen. Markiezaat College, het échte werk

Jeroen Neef: betontimmerman met diploma

Studeren na het HBO. stand van zaken Informatie van het Avans Studentendecanaat

Jaar Werkboek 4 weken Challenge

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013

r ipboek voor ouders over studiekeuze

Milieuwetenschappen in Leiden

novacollege.nl/logistiek Havenoperaties Logistiek Logistiek 2016/2017

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

creating tomorrow Logistiek en economie Hva techniek

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT

Interview Han van der Maas

3D Design Academy S4C Programma Amsterdam Oost, 2014

Rapportage brainstorm

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Ouder(s)/verzorger(s) van leerlingen uit havo-3 en vwo-3. Goirle, 26 mei Uw kenmerk : : LOB-HV /DIN/PUF/spe

Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T )

Tekst lezen en vragen stellen

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Onderzoek: Studiekeuze

Mavo Met! Aandacht. Anglia. Meer mogelijkheden op het Hondsrug College. Mavo + (7e vak) Ondernemend Leren. Praktijkvakken (T&T en D&P)

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Het gaf mij veel energie om een eigen evenement te organiseren.

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Ambitie brengt je naar een hoger niveau

Leiden Leadership Programme Honours programma voor ambitieuze masterstudenten

Jaarverslag Studie Vereniging Pedagogiek Boekjaar

T O E K O M S T V A K 4 HAVO

Hoe kan Hogeschool Utrecht social media inzetten om een duurzame relatie op te bouwen met haar (oud) studenten?

Procesverslag project Blok 1. Luc Kersbergen

Brochure. The Honours Club

Masterclass Value of Information. Waarde creëren voor de business

'Geheime' kunstcollectie Imtech komt in de verkoop

Lekkere Lezing - met Amuses & Wijn

SOS Vakmanschap - Organisatie voor behoud en versterking van specialistische beroepen - Geld is niet het belangrijkste

LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK!

Training. Vergaderen

Leyden Academy. on vitality and ageing. Masteropleiding Vitality and Ageing voor pioniers in de medische zorg van morgen

Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN

Gymnasium. Op het Hondsrug College. Het Hondsrug College, een slimme start voor je toekomst!

Ontmoetingskerk Laren (NH) kerstavond 24 december Lucas 2

U-Talent Academie. Uitdagend bètaonderwijs op school en de universiteit

Werken in en aan de praktijk

Vliegtuigtechniek. Markiezaat College, het échte werk

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

DOORSTUDEREN NA HET HBO

Leraar, je wist dat je het was.

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

STICKY STORY DE NIEUWE MANIER OM EEN ELEVATOR PITCH TE MAKEN DIE BLIJFT HANGEN

Studeren in Nederland

REBO Carrière Symposium 2011

Transcriptie:

M AT R ix J a a r g a n g 1 4 w i n t e r / 2 0 0 7 k w a r t a a l b l a d v a n d e T e c h n i s c h e U n i v e r s i t e i t E i n d h o v e n Studentenstad Eindhoven moet bruisen Doekle Terpstra over de scheiding tussen hbo en universiteit Onderzoek centraal in Honours Programme de kleinste laser ter wereld

X x x x x x x x x x x x x x x Colofon Technische Universiteit Eindhoven Communicatie Service Centrum Postbus 513 5600 MB Eindhoven homepage: http://www.tue.nl e-mail: matrix@tue.nl Hoofdredactie Drs. Han Konings Telefoon (040) 247 33 30/ 247 29 61 e-mail: J.L.Konings@tue.nl Informatie over adverteren H&J Uitgevers Telefoon (010) 451 55 10 Telefax (010) 451 53 80 Medewerkers aan dit nummer Chris van de Graaf, Jim Heirbaut, Joep Huiskamp, Ivo Jongsma, Paula van de Riet, Norbine Schalij, Xavier Theunissen, Gerard Verhoogt, Enith Vlooswijk, Marianne Vincken Anouck Vrouwe. Eindredactie en coördinatie Communicatiebureau Corine Legdeur e-mail: corine@legdeurcommunicatie.nl Foto s en illustraties Marijn Alders, Jeannette Bos, Vincent van den Hoogen, Rien Meulman, OGC, Bart van Overbeeke, Martin Poelstra, Rob Stork, Irene Wouters. Basisvormgeving Proforma, grafisch ontwerp & advies, bno Vormgeving Onnink Grafische Comm. BV, Oudenbosch Druk E.M. de Jong, Baarle-Nassau Redactieadviesgroep Mr.drs. B.C. Donders Drs. W.F. Gaasendam Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Prof.dr. L.H.J. Verhoef Ir. W. Wagemans Matrix wordt gemaakt door het Communicatie Service Centrum van de TU/e en verschijnt vier keer per jaar. Het blad wordt (na schriftelijk verzoek) kosteloos toegezonden aan TU/eingenieurs en aan een scala van andere, externe relaties. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uit Matrix is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Voor het gebruik van de foto s of andere illustraties is toestemming van de maker nodig. Het eerstvolgende nummer van Matrix verschijnt in maart 2008. ISSN 1380-247X F oto : R i e n M e u l m a n T U/ e - C O N G R E S T I P Technologielezing over draadloze communicatie Datum: Donderdag 18 maart 2008 van 17.00 tot 19.00 uur. Plaats: Vergaderzaal van Kennispoort. Inhoud: De ontwikkelingen op het gebied van draadloze communicatie zijn nog lang niet afgelopen, in de komende jaren kunnen we nieuwe draadloze technologieën verwachten die toepassingen mogelijk maken met veel hogere datasnelheden en veel lager stroomverbruik (denk bijvoorbeeld aan draadloze sensoren en RFID), maar ook bijvoorbeeld nieuwe toepassingen voor 3D-beeldvorming. In deze lezing gaat prof.dr.ir. Peter Baltus in op deze ontwikkelingen en op het nieuwe Centre for Wireless Technology Eindhoven, waar groepsoverschrijdende vraagstukken op dit gebied zullen worden opgepakt. Doelgroep: Ondernemers, informatici en managers van bijvoorbeeld telecombedrijven en van andere bedrijven uit de hoogwaardige informatietechnologie branche. Organisatie: De TU/e in samenwerking met de Kamer van Koophandel Oost-Brabant. Meer informatie en aanmelden: www.tue.nl/ondernemen Marc Stevens Sluitstuk Afstudeerders vertellen over hun afstudeerwerk Marc Stevens studeerde onlangs af bij de faculteit Wiskunde & Informatica. Hij deed zijn afstudeeronderzoek bij het Nationaal Bureau voor Verbindingsbeveiliging in Leidschendam dat de overheid adviseert over het beveiligen van digitale stromen. Zijn afstudeerwerk werd met een 10 beloond. Wat hield je afstudeeronderzoek in? Om documenten te beveiligen zijn er zogeheten hashfuncties in omloop. Die fabriceren voor ieder document een soort digitale vingerafdruk. Een veelgebruikte hashfunctie is MD5. Drie jaar geleden werd er op MD5 een cryptografische aanval uitgevoerd. De Chinese cryptografe Xiaoyun Wang was het gelukt twee documenten dezelfde vingerafdruk mee te geven. Dat is zoiets als dat jouw fietssleutel ook op het slot van het huis van de buurman blijkt te passen. Dat was voor de cryptografische wereld flink schrikken. MD5 was namelijk een veelgebruikte manier om documenten te beveiligen. Ik heb onderzocht of er een meer systematische manier is om de zwakheden in MD5 bloot te leggen. Door mijn onderzoek zijn we nu in staat om de sets vergelijkingen te maken die je nodig hebt om de verschillen tussen de vingerafdrukken van twee documenten weg te poetsen. Wat ga je nu doen? Ik doe nu een promotieonderzoek bij het Centrum voor Wiskunde en Informatica in Amsterdam. Ik onderzoek hoe een aantal personen samen een functie kan uitrekenen over de geheime invoer van ieder van hen zonder deze geheime invoeren bekend te maken. Bijvoorbeeld als een groep personen wil bepalen wie het hoogste banksaldo heeft, maar niemand wil zijn banksaldo bekend maken. 2 M A t r i x / 4 / 2 0 0 7

inhoud 8 i n g e s p r e k Schoorvoetend de argwaan voorbij Doekle Terpstra is sinds 2005 voorzitter van de HBO-raad. Hij maakt zich zorgen om voldoende gekwalificeerd personeel en de explosief stijgende instroom van studenten in het hbo. 12 O n d e r w i j s Onderzoek centraal in Honours Programme Het eerste jaar van het Honours Programme van de TU/e is succesvol afgerond. Eind oktober presenteerde de eerste lichting honoursstudenten haar onderzoeksresultaten. Het bleek niet mee te zijn gevallen, als tweedejaars student wetenschappelijk onderzoek te doen. 18 O n d e r z o e k De kleinste laser ter wereld Dr. Martin Hill van de faculteit Elektrotechniek heeft de wereld laten zien dat hij de kleinste laser ter wereld kan maken. Er verscheen een publicatie over in Nature Photonics. 2 6 4 0 vonk Een alfa tussen de beta s / Na verschillende functies als wetenschappelijk medewerker, tentoonstellingsmaker, beleidsadviseur en publicist, werd architectuurhistoricus Bernard Colenbrander in 2005 benoemd tot hoogleraar aan de faculteit Bouwkunde. Starters Twee maal zo snel heien met nieuwe technologie / Een grote mond en een inventieve werktuigbouwkundige geest brachten de 25-jarige Jasper Winkes bij een innovatie waarmee hij de conservatieve funderingsbranche gaat veranderen. Op de cover: Het is hoog tijd om het studentenleven in Eindhoven een flinke impuls te geven, vinden de TU/e en de gemeente. Lees verder op pagina 4. Foto: Bart van Overbeeke en verder in dit nummer TU/e in de pers / 7 Nieuws bedrijfsleven / 11 Op stage / 14 Nieuws onderwijs / 15 3TU-masteropleidingen goedgekeurd en van start / 16 Een lego-bouwdoos met moleculen /22 Nieuws onderzoek / 24 Nieuws alumni /31 Alumnidag 2007 / 32 Alumni houden contact via USINET / 34 Einde Virusfestival door gebrek aan bestuurders / 36 Vanderlande krijgt alles op de juiste plek / 38 ID-studenten pakken wereldproblemen aan /40 Ingenieur in kwantummechanica / 44 Ontwerper-in-opleiding / 47 Culturele studentenverenigingen verhuisd naar verbouwde bunker / 48 Agenda en service-rubriek / 50 M A t r i x / 4 / 2 0 0 7 3

BX Ex Lx ExI Dx x x x x x x x x x x Studentenstad Eindhoven moet meer bruisen Eindhoven heeft haar studenten broodnodig. Zonder jonge ingenieurs en andere hoog opgeleiden is de regionale hightech economie immers ten dode opgeschreven. Helaas staat Eindhoven niet bekend als een bruisende studentenstad. Hoog tijd dus om het studentenleven in de lichtstad een flinke impuls te geven, vinden de TU/e en de gemeente. Is Eindhoven een studentenstad? Vraag het een Amsterdammer en je oogst op zijn best een meewarige blik. Toch studeren er in Eindhoven ruim 24.000 personen in het hoger onderwijs, waarvan zo n 7.500 aan de TU/e. De rest studeert aan de Fontys Hogescholen en de Design Academy Eindhoven. Dat dit de lichtstad de facto tot een studentenstad maakt, staat volgens beleidsmedewerker Joep Huiskamp van de TU/e dan ook buiten kijf. Het heeft weinig zin je af te vragen of Eindhoven een stu- 4 M A t r i x / 4 / 2 0 0 7

Een diner voor studenten en georganiseerd door studenten op de Markt in Eindhoven. F oto : b a r t v a n o v e r b e e k e dentenstad is. Het is gewoon zo. Het gaat erom hoe je inhoud geeft aan die potentie. Het is een zonnige dinsdagmiddag en Huiskamp zit in het gemeentehuis rond de tafel met universiteitssecretaris Harry Roumen, wethouder Marriët Mittendorff en hoofd evenementen Jack van den Eijnden van de gemeente Eindhoven. Hun gesprek gaat over Eindhoven als studentenstad: hoe presteert de stad als zodanig en wat behoeft verbetering? Het gesprek volgt op een serie discussiebijeenkomsten, georganiseerd door de TU/e en de gemeente Eindhoven. Studentenorganisaties, vertegenwoordigers van de gemeente, de hoger onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven bogen zich tijdens deze begeesterde discussies over de bovenstaande vraag. De antwoorden worden het komend half jaar verwerkt in een ambitieus beleidsprogramma om Eindhoven als studentenstad een flinke duw in de rug te geven en prominent op de kaart te zetten. Zowel bij de formulering als de uitvoering van het beleid werken de gemeente en de hoger onderwijsinstellingen hecht samen. Goed dan, Eindhoven is een studentenstad. Maar in de beleving van zowel de plaatselijke bewoners als mensen van buiten Eindhoven ligt dat vaak anders. Geen wonder, vindt Harry Roumen, want de zichtbaarheid van het hoger onderwijs en haar studenten in de stad laat erg veel te wensen over. Als je in het centrum van Eindhoven rondloopt, merk je nauwelijks dat er een universiteit is. In Leuven, een typische studentenstad, zie je alleen al aan de namen van de kroegen dat je te maken hebt met een universiteitsstad. Wil Eindhoven overtuigen als studentenstad, dan zullen die studenten er in de eerste plaats duidelijk fysiek aanwezig moeten zijn, bij voorkeur in de binnenstad. Terwijl in een stad als Nijmegen ongeveer een tiende van de bewoners uit studenten bestaat, moet Eindhoven het stellen met een schamele vier procent. Een groot deel van de studenten pendelt op en neer tussen het ouderlijk huis en de onderwijsinstelling; slechts een derde van de studenten woont werkelijk in Eindhoven. Het verbeteren van de studentenhuisvesting is daarom een van de prioriteiten van de TU/e. Er komen meer woningen op de universiteitscampus en ook in de stad moeten binnen afzienbare termijn nieuwe voorzieningen komen. Zo zijn de TU/e en de gemeente al serieus in overleg met de woningbouwcorporaties over het realiseren van studentenwoningen en huisvesting voor studentenverenigingen op Strijp S. Uit een vrij recent rapport over de Eindhovense huisvestingssituatie blijkt echter dat de woningnood bepaald niet zo schrijnend is als enige jaren terug. Is het creëren van nieuwe woningen dan wel de meest geschikte manier om studenten zo ver te krijgen dat ze hier op kamers gaan? Roumen denkt van wel. Als je studenten binnen redelijke termijn een fatsoenlijke kamer kunt bieden tegen een fatsoenlijke prijs is dat zeker een manier om studenten naar Eindhoven te doen verhuizen. Helemaal als je daarbij ook nog aangeeft dat de stad beschikt over fantastische culturele mogelijkheden en de beste clubs op sportgebied. Als er maar genoeg studenten in Eindhoven wonen, denkt wethouder Mittendorff, nemen andere studenten gemakkelijker dezelfde stap. We hebben hier 210.000 inwoners. Dat betekent dat je een bepaalde massa moet hebben, voordat het vanzelfsprekend wordt om hier te komen wonen. Blijkbaar hebben we die drempel nog niet bereikt. Volgens Van den Eijnden, binnen de gemeente kartrekker van het project Eindhoven Studentenstad, kan Eindhoven profiteren van het feit dat de kwantitatieve woningnood gering is. Het geeft je direct de kans om te gaan kijken naar kwaliteit. Je kunt gaan vragen wat de wensen zijn. Er zijn in onze voorstellen heel concrete ideeën om studenten te verleiden om toch hier op kamers te komen wonen. We zouden ze bijvoorbeeld een maand lang gratis op proef een kamer kunnen aanbieden. Als ze eenmaal ervaren hebben wat dat betekent, willen ze wellicht blijven. Versnippering Eindhoven bruist niet, merkten verschillende studenten tijdens de discussiebijeenkomsten op. Er gebeurt wel veel, maar de initiatieven blijven veelal kleinschalig, verborgen achter de muren van een verenigingslocatie of dispuuthuis. Het heeft te maken met de versnippering van het studentenleven die Eindhoven erg typeert. Studenten organiseren veel dingen die beperkt blijven binnen hun kleine clubjes, bevestigt Joep Huiskamp. Het zou goed zijn als we dat nu eens konden doorbreken. In mijn beleving is Eindhoven een heel interessante stad. Er gebeuren erg f oto : R o b S to r k f oto : B a r t v a n o v e r b e e k e Studenten discussiëren over Studentenstad Eindhoven. Rechts: Het ESC gaat wellicht naar dit pand aan de Ten Hagestraat verhuizen. M A t r i x / 4 / 2 0 0 7 5

XB xe xl xe Ix Dx x x x x x x x x x F oto : b a r t v a n o v e r b e e k e Universiteitssecretaris Harry Roumen en gemeentesecretaris Marriët Mittendorf.. veel dingen die soms niet zichtbaar zijn, binnen allerlei verschillende disciplines. Dan heb ik het over design, onderzoek, bedrijfsleven en sport. Het is heel interessant als die disciplines elkaar ontmoeten, wanneer er gezamenlijke initiatieven worden genomen. Ik denk dat daar heel veel kansen liggen. Om die gezamenlijke initiatieven te stimuleren, zou het volgens de TU/e goed zijn als de verenigingen zich fysiek meer concentreren op minder plekken. De Bunker, het betonnen kolos aan de rand van de President Kennedylaan, geeft momenteel bijvoorbeeld onderdak aan de culturele studentenverenigingen van de TU/e. Als het aan Roumen ligt, verandert dit over enkele jaren. Een deel van de activiteiten in de Bunker zou ik graag op het TU-terrein hebben, omdat we de campus willen verlevendigen. Ik vind ook dat er veel meer studenten moeten wonen op het universiteitsterrein. Een aantal van die culturele activiteiten zouden ook prima in de stad kunnen plaatsvinden. Een grotere concentratie studenten in de binnenstad kan het studentenleven een belangrijke impuls geven. Een terugkerend item tijdens de discussiebijeenkomsten was de onvrede van studenten over het feit dat Eindhoven een duidelijk studentenhonk mist: een plek waar studenten zich verzamelen om te borrelen en te feesten, maar ook waar ze gezamenlijke initiatieven kunnen ontplooien. Zowel de gemeente als de TU/e onderschrijven het belang van een dergelijke plek. Ook de plannen van het Eindhovense Studenten Corps (ESC) om de sociëteit naar het centrum van de stad te verhuizen juicht de universiteit toe. Wat mij betreft mogen alle drie de sociëteiten zich in de stad bevinden, zegt Roumen. Als het ESC inderdaad naar het centrum gaat, volgen de studentenverenigingen Demos en SSRE misschien vanzelf. Studentendisputen, studentenfeesten, studentenborrels: het stereotype beeld van de studentenstad vol lallende en dronken corpsleden dringt zich snel op. Dat is nadrukkelijk niet het beeld dat de TU/e en de gemeente voor ogen hebben. De traditionele studentensteden associeer ik vooral met kroegen, zegt Mittendorff. Ik zou Eindhoven als studentenstad veel breder willen zien. Ik zie graag dat studenten hier deel uitmaken van een open gemeenschap en zichtbaar betrokken zijn. Dat het ESC wel een huis aan de Ten Hagestraat heeft om feesten te geven, maar ook maaltijden bereidt voor de daklozen. Dat vind ik echt een goed voorbeeld van wat Eindhovense studenten ook doen. Die staan niet alleen met een glas in de hand in de gracht te pissen. Wij zijn een heel eigensoortige studentenstad. Gemeenschapszin In de plannen van de TU/e en de gemeente is Studentenstad Eindhoven een plaats waar studenten actief een bijdrage leveren aan de Eindhovense gemeenschap. Vandaar het jaarlijks terugkerende project de stad als laboratorium, dat al een aantal jaren loopt. Hierbij werken studenten Bouwkunde van de TU/e en studenten van de Design Academy Eindhoven aan oplossingen voor concrete ruimtelijke projecten in de stad. Ook sociale projecten in de wijk, zoals huiswerkbegeleiding of een schoonmaakactie, kunnen geschikt zijn om studenten te integreren in de Eindhovense gemeenschap. Volgens Mittendorff leent Eindhoven zich hiervoor bij uitstek. In veel andere steden is er een groot onderscheid tussen de autochtone bevolking en studenten. Eigenlijk mengt zich dat niet. Eindhoven heeft een heel open karakter doordat hier altijd al veel mensen even komen wonen en weer vertrekken. Er is bovendien een sterke behoefte aan samenwerken. Er is dus een heel geschikte voedingsbodem om andere mensen toe te laten. Joep Huiskamp deelt die mening. De geschiedenis van de stad heeft aangetoond dat het absorbtievermogen van Eindhoven groot is. Soms verdubbelde het inwonersaantal in tien jaar tijd door een heel grote instroom van mensen uit andere delen van het land, later ook uit het buitenland. Eindhoven is bovendien een ontwerpstad, omdat er heel veel ruimte is om nieuwe dingen te ontwerpen. Er is weinig zichtbare geschiedenis, maar er zijn veel toekomstmogelijkheden. De mentaliteit is ook altijd naar die toekomst gericht geweest. Dat creëert kansen. Om de studenten daadwerkelijk betrokken te krijgen, zal de stad zich van haar beste kant moeten laten zien. De gemeente is zich hiervan zeer bewust. Het is de rol van de gemeente om studenten te laten merken: jij mag hier zijn, zegt Mittendorff. Dat betekent onder andere dat de gemeente 6 M A t r i x / 4 / 2 0 0 7

zich inzet om studentikoze initiatieven niet te laten stranden in bureaucratische vergunningsprocedures. De stad zal zich bovendien actiever gaan mengen in het prille begin van elk studentenleven: de introductieweek. Jack van den Eijnden: De introweek is natuurlijk een uitgelezen kans om samen heel nadrukkelijk te laten zien dat je een gaststad bent, dat studenten welkom zijn. We kunnen ze ook echt op de troon zetten. Er is een idee om, net als bij carnaval, de sleutel van de stad symbolisch te overhandigen aan de studenten. Zo van: dit is jullie introweek, Eindhoven is deze week jullie stad. De studentvriendelijke houding van de gemeente zal niet beperkt blijven tot symbolische acties. We krijgen in Eindhoven de introductie van de bewonerspas: een chipcard waarmee je heel veel mogelijkheden hebt. We hebben meteen gezegd: kunnen we dat medium ook gebruiken voor software waardoor studenten er gemak van kunnen hebben? Als niemand er van op de hoogte is, zullen de geweldige sportvoorzieningen en het fantastische uitgaansleven weinig extra studenten naar Eindhoven lokken. Helaas kampt Eindhoven met een provinciaal imago dat even onterecht als hardnekkig is. Alleen met gericht communicatiebeleid kan de stad dit beeld van zich afschudden, beseft zowel de TU/e als de gemeente. Er bestaat een informatieboekje voor middelbare scholieren, vertelt Mittendorf geërgerd. Mijn dochter doet dit jaar eindexamen, dus die kreeg dat boekje ook. En wat staat daar over Eindhoven in? Iets ontzet-tend knulligs! Dus ik heb meteen dat boekje van haar bureau geroofd, hier neergelegd en gezegd: dit moet anders. Gericht de publiciteit opzoeken, vaker in de landelijke media verschijnen: het hoort bij een modern en pro-actief communicatiebeleid zoals de gemeente en de TU/e voorstaan. Beide partijen zullen hun communicatie-uitingen de komende tijd daarom kritisch onder de loep leggen. En dat is hard nodig, vindt Roumen. Als de Nuffic een overzicht maakt van studies voor internationale studenten, staan daar twaalf universiteiten op. De dertiende, de TU/e dus, ontbreekt. Dat kan natuurlijk niet. NRC Handelsblad had een bijlage over voorlichtingsbijeenkomsten op mastergebied. Daar stonden vrijwel alle universiteiten in, behalve wij. Dat deugt niet. Dus in ons eigen communicatiebeleid zullen we daar aandacht aan moeten besteden. Op een moderne wijze. Met de juiste foto s en de goede uitstraling die jongeren aanspreekt. De beste reclame die Eindhoven zich kan wensen, komt echter uit heel andere bron. Mond tot mondreclame, merkt Van den Eijnden op, werkt beter dan welk mediaoffensief ook. De beste campagne die je je kunt bedenken is dat studenten zelf aan elkaar vertellen wat de kwaliteiten zijn van Studentenstad Eindhoven. Ik vergelijk het wel eens met de dance scene. Eindhoven neemt daar een heel belangrijke plaats in, zonder dat je daar ooit in een of ander groot medium veel over leest. Maar daar wordt kwaliteit geboden en dat vertelt zich voort. TU/e in de pers berichten uit landelijke en regionale bladen Samen met onze partners Prof.dr. Annelies We denken dat een robot proberen we de best and van Bronswijk, hoog- alles zou moeten kunnen the brightest van de stu- leraar Gezondheidstechniek en dat is niet zo. Dat is denten aan te trekken. Dat is waar de technologische topregio Zuidoost- Nederland behoefte aan heeft. Amandus Lundqvist, TU/e- aan de faculteit Bouwkunde, in het artikel Prijs voor de stofjuffrouw, in NRC Handelsblad van 6 oktober 2007. Ik kan me moeilijk voorstellen dat we ons hele veel te ingewikkeld. Prof.dr. Kees van Hee, hoogleraar Informatica, in het artikel Robot krijgt de toekomst, in het Eindhovens Dagblad van 16 oktober F oto : b a r t v a n o v e r b e e k e Kees van Hee collegevoorzitter, in het inzicht in hoe chemische 2007. artikel Océ en TU/e reacties in de dampkring Voor internationale be- jagen op beste student in het Eindhovens verlopen, zouden moeten herzien. We zullen eens laten zien wat voor fascinerend drijven is Novisibirsk een paradijs. De stad ontwik- Dagblad van 11 oktober 2007. Ik heb eerder in Duitsland Prof.dr. Hennie Kelder, hoogleraar Natuurkunde van de atmos- werk we hier doen. Dr. Lex Lemmens, voorzitter stuurgroep kelt zich tot een Russische Silicon Valley. Dr. Evgeny Rebrov een prijs voor mijn onder- feer, in het artikel Twijfels Pre University College, van de faculteit Scheikundige wijs over mijtgerelateerde ziekten gekregen. Dat was bloedserieus. Maar hier in over traditionele ozontherapie, in het Eindhovens Dagblad van 28 septem- in het artikel TU/e wil af van nerdy imago, in het Eindhovens Technologie in het artikel Russen versterken Nederlandse Economie, in Harvard gaat het om een ber 2007. Dagblad van 11 oktober Transfer van oktober andere vorm van erken- 2007. 2007. ning. M A t r i x / 4 / 2 0 0 7 7

I XN xgx Ex Sx Px Rx Ex Kx x x x x x x D o e k l e T e r p s t r a, v o o r z i t t e r H B O - r a a d Voor Doekle Terpstra staat de kwaliteit van het onderwijs voorop. F oto s : b a r t v a n o v e r b e e k eargwaan Schoorvoetend de voorbij Nog complexer dan de vakbondswereld, zo omschrijft oud-voorman van het CNV Doekle Terpstra, sinds 2005 voorzitter van de HBO-raad, de sector onderwijs. En hij heeft zorgen. Zorgen om voldoende gekwalificeerd personeel, zorgen om de explosief stijgende instroom van studenten. Hij verbaast zich over het gekissebis over de rolverdeling tussen universiteiten en hogescholen. Maar het zal goed komen: Het hbo heeft internationale topopleidingen die hun weerga niet kennen. De potentie is enorm. De HBO-raad is de overkoepelende vereniging van hogescholen in Nederland. Het is gevestigd in een statig onderkomen in Den Haag, met uitzicht op het Malieveld. Hier vertelt Terpstra over het lastige takenpakket dat het hbo op haar bordje krijgt. Zo heeft het hbo te maken met een enorme groei van het aantal studenten. Die kunnen het niveau niet allemaal aan, en de vraag is hoeveel mensen je binnenboord wilt houden? Met andere woorden: hoe je de kwaliteit van de opleidingen bewaakt. Terpstra: Het hbo is in twintig jaar verdubbeld: van 200.000 naar 400.000 studenten. De extra instroom dit jaar is vijf procent. Dat is elk jaar het gemiddelde volume van een gemiddelde hogeschool. Dat moet je verwerken. 8 M A t r i x / 4 / 2 0 0 7

Terpstra: Nederland wil voor een dubbeltje op de eerste rij zitten; Dat kan niet - ik zie het bestuurlijk vastlopen. Wij staan voor emancipatie, de sector kan het zich dus niet permitteren de poort dicht te gooien. Dat moeten we ook niet willen. Maar we hebben ook te maken met veel vacatures, we hebben te maken met achterstanden van leerlingen en we hebben te maken met de implementatie van nieuwe onderwijsvormen. Dat is veel. Daarom hebben we prioriteiten gesteld: kwaliteit staat voorop. In ons geval ook: intensiteit, ofwel het aantal contacturen mag niet omlaag. De hbo-student heeft, zeker in het eerste jaar, veel begeleiding nodig. We hebben dat de afgelopen jaren laten liggen, studenten kregen teveel verantwoordelijkheid. Dat zijn we nu aan het herstellen. Grenzen stellen Hij vraagt zich af wanneer de grenzen zijn bereikt. Instellingen zitten af en toe met de handen in het haar. Ik was onlangs bij Saxion Hogescholen, in het oosten van het land. Zij hadden te maken met een extra instroom van twintig procent. Toen zei een bestuurder tegen me: het moet allemaal maar vanzelfsprekend worden opgelost. Maar niemand stelt zich de vraag: hoe worden vacatures ingevuld, hebben we de gebouwen, hoe doen we het logistiek? Het gevolg is dat de kwaliteit onder druk kan komen te staan. Ik vrees dat we op zeker moment grenzen moeten stellen, helaas. Nederland wil voor een dubbeltje op de eerste rij zitten. Dat kan niet ik zie het bestuurlijk vastlopen. Kant-en-klare oplossingen zijn er niet. Wat we nodig hebben, is op de eerste plaats verdere professionalisering. In de komende tijd raken we bijna veertig procent van onze docenten kwijt door vut, pensioen en reguliere uitstroom. De instroom van docentenopleidingen staat onder druk. We moeten dus loopbaanperspectieven ontwikkelen om nieuwe instroom te realiseren. Bijvoorbeeld door het salaris langer te laten doorgroeien. We moeten ook andere rollen in het onderwijs bieden, zodat het interessant blijft. Daarbij moet de oriëntatie op de arbeidsmarkt nog beter. Hiermee kunnen we mensen uit het bedrijfsleven in het onderwijs betrekken. Dat zal overigens lastig zijn, omdat iedereen tekorten heeft. Een andere ambitie is om binnen enkele jaren de docenten voor negentig procent op masterniveau te hebben. Daarnaast willen we dat twintig procent van de docenten een PhD niveau heeft. Het is noodzakelijk, omdat de kennisontwikkeling onwaarschijnlijk snel gaat. Ondanks de problemen is het voor Terpstra evident dat de hogescholen goede professionals opleiden. Echter, na de bacheloropleidingen is er slechts een zeer beperkt aantal hbo-masteropleidingen. Een grote groep studenten wijkt daarom uit naar de wetenschappelijk georiënteerde masteropleidingen in het wo. Eenderde van de instroom op masterniveau van de universiteit komt direct of indirect uit het hbo. Dat is doodzonde. Deze mensen hebben een beroepsgeoriënteerde opleiding. Ze zijn daarmee uitstekend inzetbaar in het bedrijfsleven. Vervolgens brengen we ze naar een wetenschappelijke discipline aan de universiteit. Moeten we ze niet een vervolgopleiding bieden die meer affiniteit heeft met de hbo-opleiding, bijvoorbeeld een beroepsgeoriënteerde master? Die kunnen ze dan na een periode in de praktijk doen. De vraag is: wie zit er op te wachten op hbo ers die collectief doorstromen naar een wo-master? Discussie De universiteit zit daar op te wachten. Elke nieuwe student is welkom. Precies. Ik vind dat de universiteit de vraag moet beantwoorden: is dit in het belang van de student en is dit in belang van de samenleving? Het belang M A t r i x / 4 / 2 0 0 7 9

I XN xgx Ex Sx Px Rx Ex Kx x x x x x x Terpstra: We hebben geen enkele ambitie om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Dat kunnen universiteiten veel beter. Ellen Vogelaar. We doen daar praktijkgericht onderzoek. Bijvoorbeeld: hoe bewaar je sociale cohesie in de wijk? Ook stellen we kennis van accountancy beschikbaar. We spelen een rol bij de kennisvouchers voor MKB ers. We zijn in één jaar een belangrijke speler geworden; wij behandelen nu twintig procent van de vragen. Dat zijn heel praktische vragen, echt een taak voor hogescholen. We raken schoorvoetend de argwaan voorbij. We raken ook de dogmatische debatten over onze taak voorbij. Het belang van de samenleving staat steeds meer voorop. voor een universiteit is dus niet om zoveel mogelijk studenten binnen te halen. De academische collegebanken zijn gevuld, maar we verliezen er veel goede beroepsbeoefenaars mee. De discussie over de scheiding tussen hbo en universiteit verloopt volgens Terpstra niet goed. Er wordt te snel gegrepen naar het argument dat het hbo een academic drift heeft; dat ze de universiteit kopiëren. Dat is niet waar. We willen het hbo zijn. Dat houdt in: op hoger niveau bezig zijn met het beroep in al zijn facetten. Op het moment dat wij zeggen: we willen toegepast onderzoek en we denken na over masters, dan volgt direct een verkrampte reactie op onze ambities. Terwijl we nooit een universiteit in de klassieke betekenis van het woord zullen zijn. We hebben helemaal geen onderzoekstraditie. En we hebben geen enkele ambitie om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Dat kunnen universiteiten veel beter. Wat we wel kunnen, is een goede hogeschool zijn. Het promoveren aan een hogeschool is voor de critici een voorbeeld van deze academic drift. Deze ambitie leeft vooral bij Fontys Hogescholen, in het zuiden van het land. Hogescholen hebben meer gepromoveerde docenten nodig om hun kwaliteiten op het gebied van praktijkonderzoek te versterken. Maar die promotie kunnen ze beter aan universiteit doen. Dat is een betere weg. Toen hij zelf op het hbo rondliep, was het echt een school, zegt Terpstra. Er heeft een revolutie plaatsgevonden; het zijn nu kennisinstellingen in de volwaardige zin van het woord. Geen fundamenteel onderzoek, maar een sterke verbinding met de praktijk. Welke problemen leven er in het MKB, wat kunnen we doen in het publieke domein? Zo zijn we bezig met de probleemwijken van Techniek Het gebrek aan studenten in techniek is ook voor de hogescholen een onderwerp voor hoofdbrekens. We zijn volop bezig om meer instroom te krijgen. Alle acties van de afgelopen tijd ten spijt, krijgt het op bestuurlijk niveau nog niet voldoende urgentie. Dit jaar overigens is de instroom op het hbo meer gegroeid dan in andere vakgebieden. De stijging is ook hoger dan de afgelopen jaren. We zien het als een trendbreuk, we hopen dit vooral. Er is veel geïnvesteerd om de populariteit van de sector te vergroten. Maar één zwaluw maakt geen zomer. Welke effectieve maatregelen we nog kunnen nemen, is moeilijk te zeggen. We denken er over na, al zitten we soms met de handen in het haar. Het belangrijkste probleem is volgens mij het beeld dat techniek op het hbo vooral te maken heeft met rokende fabriekspijpen. Dat is natuurlijk niet het geval. Je komt dus uit bij campagnes die het beeld veranderen. Het bedrijfsleven kan ons helpen om te laten zien wat de praktijk is. Dit moeten ze al doen in het voortgezet onderwijs. Het hbo is een sector met grote problemen, een wereld met eindeloze discussie en intussen kraakt de capaciteit. Heeft Terpstra het naar zijn zin in deze slangenkuil? Ja, we hebben internationale topopleidingen op hboniveau. Dat wordt te makkelijk vergeten. De Design Academy in Eindhoven kent zijn weerga in de wereld niet. De kunstacademies, internationaal op eenzame hoogte. Hotelscholen, hetzelfde verhaal. Net als de landbouwhogescholen. En we spreken erover in termen van een zesjescultuur. We realiseren ons niet dat we goud in handen hebben. Het zou zich zelfs lenen om te exporteren. En wat doen wij: we discussiëren sikkeneurig over de kwaliteit en stellen vast dat die te laag is. Toen ik hier kwam, verzuchtte ik wel eens: het is nog ingewikkelder dan de wereld van de vakbond. Wie is nog in staat te doorgronden wat er in het stelsel gebeurt? Wie overziet het nog? En wie kan het vanuit de keten aanpakken? De HBO-raad doet iets, de instellingen doen iets, de VSNU doet iets, maar wie handelt in het belang van het geheel? Leeft er op het ministerie dan een doorleefd gevoel van collectieve verantwoordelijkheid? De vraag stellen is hem, volgens mij, beantwoorden. 1 0 M A t r i x / 4 / 2 0 0 7

bedrijfsleven nieuws Vakman GTD wint prijs Jurgen Bulsink, instrumentmaker bij de Gemeenschappelijke Technische Dienst (GTD) van de TU/e, heeft in oktober de Ir. Noordhofprijs gewonnen. Deze prijs wordt jaarlijks door de stichting Bevordering Vakmanschap uitgereikt aan een drietal vakmensen van bedrijven in Zuidoost-Brabant. Bulsink kreeg de prijs in de categorie metaal. De instrumentmaker kreeg de prijs -een beeldje, een oorkonde en 250 euro voor de nominatie- omdat hij volgens de jury zijn creativiteit, inzicht en doorzicht koppelt aan een hoge mate van vakmatige maakbaarheid. Ook werd Bulsink (37) geroemd om zijn betrokkenheid en vaktrots, die leiden tot een motiverend werkklimaat voor jongere collega s die hij begeleidt. Helemaal onverwacht kwam de prijs niet. Bulsink was één van de 28 genomineerden die in oktober bij het bedrijf Frencken Group in Eindhoven een stand mocht opbouwen om zijn werkstukken te laten zien. Het viel hem daar op dat hij één van de weinigen was die dingen kon laten zien die echt af waren. Vooral zijn metalen gitaar was een trekpleister. Bulsink is afkomstig van de Leidse Instrumentmakersschool en werkt dertien jaar bij de GTD. Finale Shell Bachelor Master Prijs in Eindhoven De finale van de Shell Bachelor Master Prijs vindt op 14 februari 2008 plaats aan de Technische Universiteit Eindhoven. Deze scriptieprijs is bedoeld voor TU-studenten die hun afstudeerscriptie hebben geschreven over duurzame ontwikkeling en energie. Zes geselecteerde finalisten moeten in een elevator-pitch de jury en het publiek zien te overtuigen dat zij moeten winnen. Voor deze pitch, een presentatie van slechts twee minuten, hebben de finalisten een speciale training gevolgd. Tijdens de vorige finale hield winnares Elke Rabé, afgestudeerd aan de TU/e, een pakkend verhaal over het gebruik van de Afrikaanse Jatropha-plant als leverancier voor biobrandstoffen. De finalisten maken kans op een geldprijs van 5000 euro voor de beste masterscriptie en 2500 euro voor de beste bachelorscriptie. De finale begint om 15.30 uur in het Auditorium (de Blauwe Zaal) van de TU/e. Voorafgaand aan dit evenement, van 14.15- F oto : b a r t v a n o v e r b e e k e Jurgen Bulsink met zijn metalen gitaar. 15.00 uur, houdt de heer Rob Routs, Executive Director Downstream Royal Dutch Shell, een lezing. Voor meer informatie zie www.shellbachelormasterprijs.nl of bachelormasterprijs@shell.com Geld voor waterstofopslag Een onderzoeksproject van de groep Electro Chemistry (dr. Bert Hintzen en prof.dr. Peter Notten) van de faculteit Scheikundige Technologie heeft onlangs van SenterNovem een subsidie gekregen van 1,2 miljoen euro. In het project gaat de onderzoeksgroep samenwerken met de Universiteit Utrecht, Energieonderzoek Centrum Nederland en het bedrijf HyGear op het gebied van waterstofopslag in vaste stoffen. Het project heeft als doel om fundamentele kennis te vertalen naar het ontwerp van een veilige, technisch haalbare en economisch rendabele opslagreactor. De TU/e-groep brengt haar expertise in op het gebied van verschillende soorten bruik- Lezingenreeks bare materialen voor de opslag van waterstof. Deze materialen moeten enerzijds een grote capaciteit hebben, maar het gas moet tegelijkertijd ook snel genoeg en op een omkeerbare manier opgeslagen en weer vrijgemaakt kunnen worden. Voor toepassingen in de praktijk (bijvoorbeeld auto s die op waterstof rijden) is het bovendien van belang dat de opslag en afgifte van waterstof plaatsvindt bij werkbare drukken en dat een groot aantal cycli herhaald kan worden. Onderzoek NRE Prof.dr.ir. Mathieu Weggeman, hoogleraar Organisatiekunde aan de TU/e leidt het onderzoek naar de directie van energiebedrijf NRE. De twaalf gemeenten die samen eigenaar zijn van NRE hebben een conflict met de NRE-directie omdat die te laat zou hebben gemeld dat de winst flink gaat zakken. Weggeman is gevraagd door voormalig Philipsbestuurder ir. Arthur van der Poel, die directeur is van PUF Participations. Dat is het bedrijf dat de aandelen van NRE in handen heeft; de twaalf betrokken gemeenten hebben aandelen van PUF. Bij het ter perse gaan van dit magazine is het rapport inmiddels verschenen. De hoogleraar heeft een reconstructie gemaakt van de gebeurtenissen rond NRE en komt met aanbevelingen. De gemeenten zouden van de Australische zakenbank Macquarie 71 miljoen euro lenen voor de herfinanciering van NRE. Door de lagere opbrengsten zijn de lasten van die lening moeilijker te betalen. NRE-directeur Paul Dijkstra meldde te laat toen al besloten was over de lening dat de winst zou kelderen. Dijkstra wilde in 2005 al de energienetten van NRE verkopen aan Macquarie, maar werd toen teruggefloten door het ministerie van Economische Zaken. Daarop werd gekozen voor de leningconstructie. Ook kreeg het bedrijf onder Dijkstra s leiding al twee boetes van de NMa. Ondernemen en Technologie Jaarlijks organiseert de TU/e de lezingenreeks Ondernemen en Technologie, bedoeld voor mensen uit het bedrijfsleven. De lezingen vinden plaats in de vergaderzaal van Kennispoort, aan de rand van de TU/e-campus en beginnen om 17.00 uur. Voor meer informatie: www.tue.nl/ondernemen of www.kennispoort.nl. Daar vindt u een overzicht van de lezingen van het collegejaar 2007/2008. Op 19 februari 2008 spreekt prof.dr. Piet Lemstra van de faculteit Scheikundige Technologie over de toekomst van polymeren/kunststoffen in Nederland. M A t r i x / 4 / 2 0 0 7 1 1

ox nx dx ex rx wx ix jxs x x x x x x x Onderzoek staat centraal in Honours Programme TU/e Het eerste jaar van het Honours Programme van de TU/e is succesvol afgerond. Eind oktober presenteerde de eerste lichting honoursstudenten haar onderzoeksresultaten. Het bleek niet mee te zijn gevallen, als tweedejaars student wetenschappelijk onderzoek doen. Zelfs niet voor de topstudenten in het Honours Programme. F oto : B a r t v a n O v e r b e e k e 1 2 M A t r i x / 4 / 2 0 0 7

De Nederlandse universiteiten zijn bezig het juk van het egalitarisme af te schudden. In het kielzog van de commissie Ruim baan voor talent, die al enkele jaren pleit voor differentiatie in het wetenschappelijk onderwijs, hebben de meeste Nederlandse universiteiten inmiddels een honoursopleiding voor hun topstudenten. Het Honours Programme van de TU/e ging in september 2006 van start. Dit brede, extra studieprogramma voor topstudenten duurt twee jaar. Vorig jaar ging een eerste lichting van 23 studenten van start. In september 2007 startte een tweede groep van vijftien studenten. Programmamanager dr. Ingeborg Janssen Reinen verwacht niet dat de TU/e met het Honours Programme veel extra studenten zal trekken. Daar geloof ik niet in. Je trekt er hooguit een enkeling meer mee. Wel zorgt het Programme ervoor dat studenten die later op topposities terechtkomen, uitstralen dat de TU/e ook brede toppers aflevert. Hoeveel potentiële honoursstudenten er zijn, weten de organisatoren nog niet precies. Wel willen ze werken aan de perceptie van het Honours Programme als heel exclusief, dat bij veel studenten leeft. Veel studenten denken dat je alleen welkom of geschikt zou zijn met een cijferlijst met louter negens en tienen, maar dat klopt niet, zegt beleidsmedewerker ir. Ingrid Hijman. Onderzoek De eerste lichting studenten, van acht verschillende opleidingen, presenteerde eind oktober haar onderzoeksresultaten. Sommige groepjes hadden de zomervakantie doorgewerkt. Dat het onderzoek wat meer tijd vergde, is niet gek als je kijkt naar de onderwerpen waar de tweedejaars studenten hun tanden in hebben gezet. Een voorbeeld: Jarno van Roosmalen (student Wiskunde), Sander Verdonschot (Informatica) en Eric Creusen (Biomedische Technologie) gingen heel ambitieus aan de slag met het ontstaan van het leven. Ze namen een specifiek deeltje ervan onder de loep: de vorming van celmembranen. Dat bepaalde materialen lipiden vanzelf membranen vormen, is bekend. Maar het splitsingsproces dat nodig is voor het leven is nog nooit in beeld gebracht, gewoonweg omdat het te snel verloopt. Dus bedacht het drietal een ingenieuze proef met dito proefinstallatie om het fusieproces op gang te brengen en een fractie van een seconde later weer te bevriezen. Leg het resultaat onder een elektronenmicroscoop en je zou fuserende membranen moeten zien, was de gedachte. Maar ze liepen tegen de harde realiteit van wetenschappelijk onderzoek aan. Erg veel resultaten hebben we helaas niet. We zagen helemaal niks, vertelt Creusen, na De speciale ruimte ingericht voor studenten van het Honours Programme. een half jaar onderzoek. Hoe dat komt? De drie studenten weten het niet. Daarvoor zouden ze eerst het wetenschappelijke experiment zelf, en alle componenten ervan, inclusief de proefopstelling, tegen het licht moeten houden. Ik ga hier volgend jaar mee door, kondigt Creusen aan. Want ik wil wel iets zien. Ambitieus Voor sommige honoursstudenten was het een nieuwe sensatie: voelen dat ze iets niet zomaar kunnen. Voelen dat gewoon een tandje bijzetten niet voldoende is om te slagen. Zeker in het onderzoek zijn er meerdere studenten tegen hun grenzen aangelopen, vertelt een tevreden Janssen Reinen. Ze zeiden: Dit hebben we nog nooit meegemaakt. Ik vind dat wel heel mooi, dat we bovengemiddelde studenten bij hun grenzen laten komen. Nu was de opzet van de onderzoekscomponent in het eerste honoursjaar ook wel heel ambitieus, geeft Janssen Reinen toe. Wetenschappers van alle faculteiten werden bijeen gebracht, met het idee dat er op de kruispunten van de onderzoeksgebieden spannende en misschien wel baanbrekende dingen zouden gebeuren. De honoursstudenten zelf zouden de onderzoeksvragen formuleren. Maar dat bleek veel te hoog gegrepen. Simpelweg omdat de honoursstudenten tweedejaars zijn en dus nog niet met onderzoek in aanraking zijn gekomen. Ze stonden er bijvoorbeeld nog niet bij stil of hun vraag wel een nieuwe vraag was, illustreert Hijman. En ook de samenwerking tussen de onderzoekers van de verschillende faculteiten was verre van vanzelfsprekend. Niet dat de sfeer niet positief en enthousiast was, vertelt Janssen Reinen. Maar de betrokken docenten moesten elkaar, elkaars vakgebied en de studenten leren kennen. En dat bleek bij elkaar toch teveel tijd te vergen. Het zijn al ontzettend druk bezette mensen, die hier vrijwillig aan meewerken, aldus de programmamanager. Vanaf dit jaar gaat het dan ook anders. De nieuwe lichting honoursstudenten gaat meelopen met bestaand onderzoek. Bij voorkeur gaan ze meewerken bij onderzoek van een andere faculteit, en worden ze in de breedte ingezet in het project, om de blik zo breed mogelijk te maken. Het betekent veel minder eigen inbreng voor de student, maar een verschraling vindt Janssen Reinen dit niet. Dit is al uniek genoeg. In geen enkele van de honoursprogramma s van de andere universiteiten zie M A t r i x / 4 / 2 0 0 7 1 3

ox nx dx ex rx wx ix jxs x x x x x x x je een component onderzoek terugkomen. Onderzoek is een van de drie pijlers van het Honours Programme. De andere twee zijn classes intensieve, interactieve colleges en academische vorming. Over de invulling van dat laatste onderdeel bestaat nog geen consensus. Zo kregen de honoursstudenten afgelopen jaar van een rasechte baron een workshop etiquette rond een kerstdiner. Hoe pak je een wijnglas, hoe gebruik je het servet en je bestek? Heel handig voor de toekomst als je een topcarrière tegemoet gaat, maar over het academische gehalte liepen de meningen uiteen. Ook moesten de studenten zich laten gaan tijdens een theatersportavond. Leren om iets te durven doen, vertelt Hijman hierover. Leren meegaan, niet blokkeren, niet alles bediscussiëren. En natuurlijk passeerden ook cursussen debatteren, teamwork en leiderschap de revue. Het hele gezelschap ging samen op introductieweekend naar Renesse en op studiereis naar Berlijn. Leuke uitstapjes, maar wel met een academisch nevendoel. Hijman: De studenten moeten reflectie geven op elkaar. Dat kan alleen als ze elkaar kennen en vertrouwen. De studenten moeten niet alleen reflectie geven op elkaar, ze moeten elkaar ook les geven. Dit zogeheten peer teaching wordt bijvoorbeeld ingezet om de kennis van wiskunde en chemie bij te spijkeren. Van de honoursstudenten wordt sowieso een zeer actieve inzet gevraagd, door collegevoorbereiding, opdrachten en presentaties en door reflectie op het geleerde en op de relatie met het eigen vakgebied. En aanwezigheid bij de lessen in de avonduren is natuurlijk helemaal geen discussiepunt. Dat komt allemaal bovenop het normale bachelorprogramma dat de honoursstudenten volgen. Toch houdt de gemiddelde honoursstudent nog tijd over voor een sociaal leven, vertelt Hijman. Drie van hen zitten zelfs in het bestuur van een studievereniging. Het Honours Programme van de TU/e is een van de acht Nederlandse Honours Programmes die door de Nederlands- Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) als goed zijn beoordeeld. In de conceptbeoordeling noemt de NVAO het Eindhovense programma goed gestructureerd. Verder is het rapport lovend over het multidisciplinaire karakter, de koppeling aan de onderzoekslijnen en de uitstraling naar de reguliere opleidingen. Wel vindt de NVAO het aantal deelnemers aan de lage kant. De NVAO-beoordelingen hebben geen consequenties op de korte termijn. Het gaat niet om een accreditatiebeoordeling; de Honours Programmes worden niet gecertificeerd. De beoordelingen krijgen een plaats in de evaluatie van de commissie Ruim baan voor talent, die in december aan het ministerie van OCW rapporteert over de meerwaarde van de programma s. 0p stage ervaringen van een TU/e-student in het buitenland Projectmanagement in Seoul Studente Technische Bedrijfskunde Stephanie Wijbrandts loopt stage in Seoul. Zij verzorgt projectmanagement voor verschillende afdelingen van Berna Biotech Korea. Stephanie Wijbrandts (rechts) met een Koreaanse vriendin De op een na grootste metropool van de wereld en momenteel mijn thuis: Seoul, Zuid-Korea. De stad is een ware high-tech heaven. Toen ik naar mijn huissleutel vroeg, werd ik uitgelachen. Huissleutels zijn hier jaren geleden al vervangen voor pincodes! Ik loop stage bij Berna Biotech Korea, onderdeel van de Berna Biotech Group met het hoofdkantoor in Bern en het moederbedrijf Crucell in Leiden. Het bedrijf ontwikkelt, produceert en verkoopt vaccins, zoals het DTP en het Hepatitis B vaccin, met als grootste afnemers internationale hulporganisaties als Unicef en de Gavi Alliance. Mijn eerste weken in Korea stonden volledig in het teken van wennen: er waren weinig leeftijdsgenoten die Engels spraken en dit was soms erg zwaar. Ondertussen ben ik zo goed als aangepast en ik voel me hier helemaal thuis! In het weekend laten mijn Koreaanse vrienden mij Seoul zien en op het werk is de taalbarrière al aan het afnemen. Ook als bedrijfskundige heb ik mijn plek gevonden. Ik heb vaak getwijfeld over de studiekeuze, maar het project management, het analyseren van processen, het lange termijn denken en het op grote schaal regelen voelt ontzettend goed. Mijn stageperiode is allesbehalve volgens verwachting gegaan. In de eerste instantie zou mijn stage bestaan uit het verzorgen van project management en contract design voor een outsourcing project. Na twee maanden stage werden er echter intern mogelijkheden ontdekt om meer capaciteit te creëren. Mijn project was dus niet meer nodig. Zonder groot project ben ik nu een tussenpersoon voor meerdere kleinere projecten. Het grote voordeel is dat ik nu heel praktisch bezig ben en het bedrijf van veel verschillende kanten meemaak. Voor de procurement afdeling ben ik betrokken bij een spare parts management project; ik voer projectmanagement uit voor het opzetten van een samenwerkingsverband met Zuid-Afrika en over twee weken ga ik met marketing&sales mee naar een beurs in Thailand! 1 4 M A t r i x / 4 / 2 0 0 7

onderwijs nieuws Kinderuniversiteit van start Basisschoolleerlingen bevolkten begin november de collegebanken in het Auditorium voor het bijwonen van een college over robots. Dit in het kader van de Kinderuniversiteit, een gezamenlijk initiatief van de TU/e en de Universiteit van Tilburg. Het was de eerste keer dat dit aan de TU/e werd gehouden. Tot eind van het jaar vinden er over en weer nog vier colleges plaats. De colleges zijn bedoeld voor leerlingen uit groep 6, 7 en 8. Ze zijn voor hen een informele kennismaking met het fenomeen universiteit. Op deze manier hoopt men al in een vroege fase interesse voor de wetenschap te kweken. Alle resterende colleges in zowel Eindhoven als Tilburg zijn inmiddels volgeboekt. Het debuut in Eindhoven stemde de organisatoren tevreden. Prof.dr.ir. Maarten Steinbuch die het college verzorgde, bleek een gedreven spreker, die zijn onderwerp gelardeerd had met aansprekende filmpjes over onder meer mensgelijkende en voetballende robots. Kort en bondig legde hij uit hoe robots werken en maakte hij duidelijk dat robots in allerlei vormen zijn terug te vinden op zeer veel plekken in de maatschappij. De afsluiter van het college, waarbij een van de voetbalrobots van het TU/e-team omhuld door rook en begeleid door de soundtrack van Star Wars een indrukwekkende entree maakte, was een schot in de roos. Temeer daar deze robot in staat was voetballen het jeugdige publiek in te schieten, die de basisschoolleerlingen mochten houden. De resterende twee colleges in Eindhoven gaan over brand en slimme uitvindingen. F oto : r i e n m e u l m a n Basisschoolleerlingen met prof.dr.ir. Maarten Steinbuch bij het college over robots. Van de drie technische universiteiten is de TU/e het sterkst. Dat is het hooglerarenoordeel uit de jaarlijkse hoger-onderwijsspecial van Elsevier. Zeventienhonderd hoogleraren en hoofddocenten werden hiervoor ondervraagd. Er is onderscheid gemaakt tussen de zes klassieke universiteiten, de drie kleinere, specialistische universiteiten en de drie TU s. De beste algemene universiteit is de Universiteit Utrecht. In het rijtje van beste opleidingen in de techniek komt de TU/e vier keer voor in de top-zes. Informatica staat tweede, gevolgd door Technische Bedrijfskunde, Technische Natuurkunde en Technische Wiskunde. Volgens de hoogleraren is de beste opleiding Elektrotechniek die van de TU Delft. Ook studenten zijn ondervraagd over de opleidingen. In dit overzicht is Biomedische Technologie (BMT) tweede bij gezondheid, Bouwkunde is volgens hen de beste techniekopleiding en Werktuigbouwkunde staat vijfde in hetzelfde lijstje. Beurs voor vijftig Aziatische studenten Océ Technologies en de TU/e gaan de komende vijf jaar vijftig Aziatische studenten naar Eindhoven trekken om hier een masteropleiding te volgen en vervolgens minimaal drie jaar bij de R&D-afdeling van Océ te gaan werken. De studenten, tien per jaar, krijgen daarvoor van het printing- en document managementbedrijf twee jaar lang een beurs van zeventienduizend euro per jaar, die de studie- en verblijfskosten moet dekken. Het bedrijf wil zo specialisten op het gebied van software en werktuigbouwkunde aantrekken, waar in Nederland een tekort aan is. Océ en de TU/e zullen samen de beste en slimste studenten uit Aziatische landen selecteren. Het bedrijf heeft geen specifieke nationaliteit op het oog, maar verwacht vooral veel aanmeldingen uit India. De studenten krijgen een contract waarin staat dat ze binnen twee jaar klaar moeten zijn met hun master en dat ze daarna drie jaar op de R&D-afdeling in Venlo gaan werken. Océ heeft al R&D-afdelingen in meerdere westerse landen met een totale bezetting van circa tweeduizend man en is bezig met de opzet van een Technology Center in Singapore. Na de eerste drie jaar kunnen de studenten worden uitgezonden naar dat nieuwe center of andere nog op te richten R&D-afdelingen in Azië. TU/e beste van drie TU s in Elsevier ranking Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) TU/e en vwo-scholen De TU/e gaat nog structureler samenwerken met vwo-scholen in Zuid-Nederland om zo de aansluiting tussen het vwo en de universiteit te verbeteren. In oktober ondertekenden 24 scholen hiervoor een overeenkomst met de TU/e. De scholen uit Noord-Brabant en Limburg spraken met de TU/e af om de samenwerking die er nu vaak al is, formeel vast te leggen in het netwerk Aansluiting VO-WO Regio Zuid. De deelnemende scholen gaan samen met de TU/e nieuw lesmateriaal ontwikkelen voor bètavakken, zoals het nieuwe Natuur, Leven en Technologie en het toegepaste wiskundevak Wiskunde D. Op sommige scholen kunnen leerlingen deze vakken al volgen. Ook kunnen de scholen en de universiteit elkaar ondersteunen bij de studiekeuzeprocessen van de leerlingen. Het is de bedoeling dat in de toekomst meer scholen tot het netwerk toetreden. De TU/e heeft de activiteiten die gericht zijn op de aansluiting tussen het vwo-onderwijs en het TU/e-onderwijs al gebundeld in het Pre University College. Zo kunnen vwo-scholieren kennismaken met de manier van college volgen op een technische universiteit, of hulp krijgen bij het maken van hun profielwerkstuk. M A t r i x / 4 / 2 0 0 7 1 5

b e l e i d 3TU-masteropleidingen goedgekeurd en van start Met gemeenschappelijke masteropleidingen hopen de drie TU s de instroom van studenten te verhogen. Ook geven de zogenaamde 3TU-masters studenten de mogelijkheid een specialisatie aan één van de twee andere TU s te doen. Inmiddels zijn bijna al deze gezamenlijke masters goedgekeurd. Een paar jaar geleden spraken de drie technische universiteiten af dat er vijf gemeenschappelijke masteropleidingen moesten komen. Vier van die 3TU-masters zijn al als master erkend door de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie). Deze organisatie bewaakt de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Van de vier zijn Embedded Systems (52 studenten) en Sustainable Energy Technology (34 studenten) op 1 oktober 2006 gestart. Een maand eerder 1 6 M A t r i x / 4 / 2 0 0 7

startte de 3TU-masteropleiding Computer Science Education (lerarenopleiding Informatica, 5 studenten). Deze vormt de eerste aanzet tot de overkoepelende master Science Education & Communication. Hierin worden alle lerarenopleidingen van de drie TU s ondergebracht. Een aanvraag tot goedkeuring hiervoor loopt bij de NVAO. Dit collegejaar begonnen de masters Construction Management & Engineering (57 studenten) en Systems & Control (formeel nog geen studenten). Studenten moeten deze masters aan elke TU kunnen volgen. Bijkomend voordeel is dat zij binnen die opleiding een specialisatie aan een andere TU kunnen doen. Dat kan in de vorm van keuzevakken, maar ook het hele afstudeerproject kan elders plaatsvinden. Over het algemeen is Engels in de masters de voertaal, omdat een deel van de instroom uit het buitenland komt. Instroom omhoog De plannen van de drie TU s met de masteropleidingen staan beschreven in het belangrijke document Slagkracht in innovatie!; sectorplan Wetenschap en Innovatie van begin 2004. Een belangrijk punt daarbij is de bundeling in de 3TU.Graduate School. Deze is inmiddels een feit. Hiermee hopen de universiteiten hun doelmatigheid van het onderwijsaanbod te vergroten. Achterliggend doel hiervan is dat de instroom van studenten in alle masteropleidingen omhoog moet. Ook moet de 3TU.Graduate School ervoor zorgen dat de brij aan opleidingen overzichtelijker wordt voor studenten. Een uitgewerkt voorbeeld daarvan is de doorstroommatrix die op de website van de drie TU s (en op www.3tudoorstroommatrix.nl) is te vinden. Daarmee kunnen studenten eenvoudig bepalen in welke masters ze na hun bachelor kunnen doorstromen. I l l u s t r at i e : J e a n n e t t e B o s En, niet onbelangrijk, of ze dan vakken moeten doen ter overbrugging. En zo ja, hoeveel. Het bestuur van de 3TU.Graduate School wordt gevormd door de rectoren magnifici van Twente en Eindhoven, en het gewone collegelid uit Delft. Vanuit de TU/e ondersteunt beleidsmedewerker drs. Dirk-Jan Mulders deze bestuurscommissie. Hij relativeert de mate van gemeenschappelijkheid van de vijf 3TU-masters. Nederland kent volgens de wet geen echt gezamenlijke opleidingen die verschillende universiteiten samen aanbieden. Het wetsvoorstel daarvoor is op de plank blijven liggen toen het vorige kabinet viel, in 2006. We omzeilen dit probleem nu door onder meer de hoofdinschrijving te doen aan een TU, met een neveninschrijving aan de beide andere TU s. Maar ook op andere gebieden zijn juridische kunstgrepen nodig. Bijvoorbeeld bij de toelating en bij de examencommissie. De 3TU-masters zijn opleidingen van twee jaar. Ze bestaan uit een basisgedeelte en een deel waarin een specialisatie wordt gekozen. Bij Construction Management & Engineering (CME) bijvoorbeeld beslaan de vijf basisvakken ongeveer veertig studiepunten. Met zo n tachtig studiepunten aan keuzevakken en het afstudeerproject maakt de student vervolgens de twee jaar vol. Het bijzondere aan de 3TU-masters is dat er afspraken zijn gemaakt over het afstemmen van de studie-inhoud. Qua tijdsplanning, maar de drie TU s doen ook de toelating voor de opleidingen samen. Mulders: Anders zouden studenten kunnen gaan shoppen voor de gemakkelijkste plek om binnen te komen. Terughoudendheid De bedoelingen van de drie samenwerkende TU s zullen ongetwijfeld goed zijn. Feit is echter dat nauwelijks studenten tijdens hun master één van de andere TU s opzoeken om vakken of afstuderen daar te doen. Mulders: Studenten blijken na een paar jaar geografisch gebonden te zijn. Ook zijn ze vaak tevreden over waar ze zitten. Volgens prof.dr.ir. Wim Schaefer, opleidingsdirecteur van CME, is die terughoudendheid om te verhuizen typisch Nederlands. In de Verenigde Staten is het veel meer de cultuur om te gaan voor een zo goed mogelijke opleiding. En daar hoort meestal een verhuizing bij. Iemand die wel voor zijn studie verhuisde, is de inmiddels afgestudeerde ir. Daan Vermeer. Hij studeerde CME nog als track binnen de master Architecture, Building and Planning. Vier maanden werkte hij aan de gerenommeerde University of Reading in Engeland. In mijn interessegebied waren ze daar veel verder dan aan de TU/e, vertelt Vermeer, die nu in Londen werkt bij een internationaal projectmanagementbureau. Later ben ik nog vier maanden naar Glasgow geweest. Van mijn studiegenoten deden relatief veel mensen een deel van hun afstuderen in het buitenland. Of je je kennis elders gaat halen, heeft volgens mij ook met het type persoon te maken. En puur praktisch: binnen Nederland zal het wellicht meespelen of je een ov-jaarkaart hebt. Vermeer kan zich geen latere studiegenoten herinneren die vakken in Delft of Twente volgden. Zelf ben ik wel een paar keer naar de bieb van de TU Delft geweest. Daar hadden ze veel meer literatuur op mijn vakgebied. Een tweede reden voor de zeer lage verhuisdrang van studenten is het feit dat de gemeenschappelijke 3TU-masters soms nog te weinig onderling onderscheid laten zien. Embedded Systems lijkt bijvoorbeeld nogal op elkaar aan de drie TU s. In Eindhoven zijn we sterk in formele wiskundige technieken. Delft legt meer de nadruk op computertechniek en Twente op control theory. Maar slechts een klein deel van de curricula is echt onderscheidend, vertelt prof.dr.ir. Jan Friso Groote, TU/e-opleidingsdirecteur van Embedded Systems. Je kunt je dan ook afvragen of het wel handig is dat drie TU s op verschillende locaties bijna dezelfde opleiding aanbieden. Het is sowieso duurder dan het op één plek centraal te doen. Zou je het toch centraal doen, dan hebben veel masters een meest voor de hand liggende vestigingslocatie. Gaat het bijvoorbeeld over Weg- en Waterbouwkunde, dan ga je naar Delft. Voor Embedded Systems naar Eindhoven. Omdat de regio hier nu eenmaal vol zit met bedrijven met kennis op dat gebied. Maar de samenwerking tussen de drie TU s is volgens Groote nog niet ver genoeg om dit goed te regelen. Nu is het nog van Heb jij dit, dan willen wij dat ook. Maar als we nog beter zouden samenwerken, kunnen we gaan kijken wáár we wát precies doen. Efficiënter en logischer. En met moderne middelen als videocolleges wordt het voor studenten eenvoudiger om een vak van een andere TU te volgen. Verschillende masteropleidingen experimenteren inmiddels met het gebruik van live-videoverbindingen voor het onderwijs. Schaefer: Onderwijs moet gewoon worden gegeven door de universiteit die het beste is op een bepaald onderwerp. M A t r i x / 4 / 2 0 0 7 1 7

O n d e r z o e k De kleinste laser ter wereld Met een publicatie in Nature Photonics in oktober 2007 was de kogel dan eindelijk door de kerk. Dr. Martin Hill van de faculteit Elektrotechniek kon de wereld laten zien dat hij de kleinste laser ooit heeft gemaakt. Het beste werk dat ik in mijn leven heb gedaan, aldus een opgetogen Hill. Met een fantastisch resultaat. Deze nieuwe laser betekent volgens hoogleraar Opto-Electronic Devices prof.dr.ir. Meint Smit een doorbraak in de opto-elektronica. Hill had zijn onderzoek een tijdje voor iedereen geheim gehouden. Ik nam een groot risico, zo zegt hij daarover. Ik heb mij gericht op een gebied waarvan iedereen dacht dat daar geen succes mogelijk was. Omdat ik mijn handen vrij wilde hebben, heb ik pas na een paar maanden onderzoek mijn eerste rapportage aan Meint Smit laten zien. Gelukkig was hij meteen razend enthousiast. Dat was ik zeker, aldus Smit. En daar had hij alle reden toe. Nog nooit eerder kon een laser met 210 nanometer diameter worden gefabriceerd. Een uitzonderlijke prestatie omdat de golflengte van het infrarode laserlicht 1400 nanometer bedraagt en dus enkele malen groter is dan de laser zelf. Goldfinger Een reviewer van het blad Nature Photonics noemde de laser Goldfinger. Niet zozeer vanwege de dodelijke laser in de gelijknamige James Bond film, die de 007-agent in tweeën moest branden. De laser zelf ziet er ook uit als een gouden vinger op nanometerschaal. De vingerachtige pilaar, gemaakt van het onuitspreekbare InP/InGaAsP/InP met een doorsnede van 260 nanometer, is aan de buitenkant bedekt met een laagje goud. Nog nooit was een laser zo klein, een heus wereldrecord. Volgens Smit zouden lasers van deze schaal in de toekomst een basis kunnen vormen voor digitale processors omdat ze schakelingen op nanometerschaal mogelijk maken. Smit: Stel je voor dat je binnen tien tot vijftien jaar een miljoen lasertjes in je laptop hebt zitten die samen een supersnelle processor vormen. Het lijkt toekomstmuziek, maar met deze afmetingen zou dat kunnen. Een miljoen lasers? Zou zo n computer dan niet onbeschrijfelijk heet worden, als je denkt aan de hitte die de laser in de film Goldfinger veroorzaakt? Juist niet, aldus Smit. Volgens Hill s berekeningen kunnen deze lasers wel een factor duizend zuiniger zijn dan transistoren. Dat wil zeggen, als ze continu gebruikt worden om te schakelen. Voor het geheugen zijn ze minder geschikt, omdat de statische vermogens van de lasertjes een stuk groter zijn, daar blijven transistoren voor nodig. En hoewel deze mogelijke industriële spinoff een veelbelovend perspectief biedt, was de motivatie van Hill een hele andere. Ik ben meer een wetenschapper, en wilde iets geheel nieuws doen. Ik wilde laten zien dat de lasers nog veel kleiner kunnen zijn dan andere voor mogelijk hielden. En dat is gelukt. In 2004 baarde Hill al opzien door als eerste auteur samen met Smit en andere medewerkers van de faculteit Elektrotechniek een Nature-publicatie te scoren met het eerste optische geheugen op micrometerschaal. Hij wist twee ringvormige lasertjes van zestien micrometer doorsnee tot een digitale optische schakeling te integreren. De geplande vervolgstap was om lasers te maken die nog een stapje kleiner konden zijn met behulp van de photonic crystal technologie. Hierbij zou de opwekkingskamer van de laser (de cavity ) gemaakt kunnen worden in structuren die maar een paar micrometer groot zijn. Hill reisde nog in 2004 af naar het Korean Advanced Institute for Science and Technology (KAIST) in Zuid-Korea om daar samen met onderzoekers van KAIST simulaties te doen over potentiële photonic crystal cavity systemen. Hill had bij zijn afreizen al het vermoeden dat deze technologierichting weinig zou opleveren. Zelf was hij er van overtuigd dat een geheel andere technologie veel meer potentie zou hebben. Hij begon zich te verdiepen in de plasmonische optica. Plasmonische optica is een vakgebied dat sterk in opkomst is de laatste vijf jaar. Het maakt gebruik van vrije elektronen in metalen, die in interactie met fotonen (licht) sterke resonantie-effecten kunnen genereren. Hierdoor kan de maat van cavities veel kleiner worden gemaakt dan met de conventionele methode (dielektrica). Er zijn een hoop leuke dingen gepubliceerd, zoals splitters, detectors en golfgeleiders. Het enige wat hiermee nog niet gemaakt kon worden waren lasers. En dat is de sleutel voor een optische schakeling. Iedereen ging er vanuit dat dat niet kon. De verliezen zouden zo gigantisch zijn, dat een cavity van metaal onvoldoende gain zou opleveren om toch een laser te kunnen genereren. Door deze sombere inschatting van de experts bleef dit onderzoeksgebied praktisch onontgonnen. Simulatieprogramma Totdat Hill zich er mee ging bemoeien. Met een simulatieprogramma uit Korea, dat hij zelf had aangepast voor berekeningen aan metallische lasers probeerde hij een cavity te ontwerpen (een soort holte met spiegels waar het licht tussen kan stuiteren) die voldoende gain zou hebben om de verliezen goed te kunnen compenseren. Door de interactie tussen de fotonen en elektronen, kon ik een resonantie maken waarmee een soort metalen spiegel kon ontstaan. Ik moest daarbij een tril-holte maken die stukken kleiner was dan de golflengte van het licht. Met de faciliteiten 1 8 M A t r i x / 4 / 2 0 0 7

M A t r i x / 4 / 2 0 0 7 1 9 F oto : b a r t v a n o v e r b e e k e

O n d e r z o e k Inmiddels blijkt het met deze techniek al mogelijk om lasers te maken van nog kleinere afmetingen. De zogenoemde Plasmon Gap Mode Waveguide Lasers kunnen het licht vangen in een ruimte met een diameter van een paar tientallen nanometers. De wet van Moore, die het tempo aangeeft waarin de hardwarecomponenten kleiner worden, geldt ook hier. Omdat dit een nieuw technologiegebied is, betekent dit dat deze lasers nog een slag kleiner moeten worden. En dat kan ook, want dit is pas de eerste stap in een nieuw technologiegebied. Je kunt hiermee met een heel klein vermogen optisch schakelen. En dat zou een doorbraak in optische processing kunnen teweegbrengen. die in de cleanroom van de TU/e beschikbaar zijn had ik een kans om zo n laser te maken op basis van mijn berekeningen. Dat was in april 2005. Op dat moment heb ik voor het eerst mijn ideeën in een interne rapportage onthuld aan Meint Smit. Was de verrassing erg groot voor de hoogleraar? Smit: Ik had wel een idee dat Hill met metallische cavities bezig was. Maar ik moest nog zien of hij dat aan het laseren zou krijgen. Toen dat bleek te werken, hebben we alles omgegooid en is Hill volledig doorgegaan op de metallische laser. Want ik zie dit als een erg veelbelovende ontwikkeling. Als dit echt doorzet zijn deze lasers een heftige concurrent voor photonic crystals waar velen nog hun hoop op hebben gevestigd. Dus onze vraag is nu, gaan we door met photonic crystals, of hiermee. In elk geval hiermee, vooral ook om te kijken of we het op kamertemperatuur kunnen krijgen. De publicatie rept over 10-77 Kelvin, maar onze verwachting is dat kamertemperatuur snel moet lukken. Dan is het een echte doorbraak, en hebben de andere microlasers Dr. Martin Hill met zijn berekeningen voor de laser. het nakijken. Het maken van het materiaal, door de capaciteitsgroep Photonics and Semiconductor Nanophysics, en de laser vond allemaal vanaf september 2005 in de cleanroom van de TU/e plaats. En dat ging voorspoedig. Hill: In een relatief korte tijd lukte het mij om de laser aan de praat te krijgen. Ik had veel vertrouwen in mijn simulaties, grondige theoretische analyse voorspelde dat het zou kunnen. En ik heb veel ondersteuning gekregen van de onderzoekers van de capaciteitsgroep Opto- Electronic Devices om de laser te maken. Al in de zomer van 2006 is het mij gelukt en heb ik de publicatie opgesteld. Het duurde nog dik een jaar voordat het artikel geaccepteerd werd. Smit: Dat kwam waarschijnlijk doordat de technologie zo nieuw was dat men nog even aan het idee moest wennen. Uiteindelijk is in het toonaangevende Nature Photonics in oktober 2007 het artikel gepubliceerd met een editorial review, wat aangeeft dat ze nu in de gaten hebben wat het belang van deze publicatie is. Het proof of concept uit 2006 werkt. Transistoren Volgens Meint Smit is de industriële interesse voor dit onderzoek nog niet op gang gekomen. Dat lijkt verrassend, omdat de vooruitzichten erg positief zijn. Zo zou het energieverbruik bij processing een factor duizend minder kunnen zijn. En de kloksnelheid zou tot een duizelingwekkende TeraHertz kunnen oplopen (duizend Ghz). En de afmeting is nu al even klein als geavanceerde transistoren. Met het verschil dat waar bij de transistoren vele miljarden in onderzoek zijn geinvesteerd, op dit terrein alleen Hill onderzoek heeft verricht. Smit: Hoewel er nog heel wat problemen moeten worden opgelost, zie ik een reële kans om de transistor op het gebied van snelle processing te verslaan. Dat is voor mij meer dan genoeg om hiermee door te gaan. In de conventionele elektronicawereld leeft dit echter nog niet. Is ook logisch, want het is een radicaal andere technologie dan de transistor-based elektronica. In de opto-elektronicawereld wordt deze ontwikkeling inmiddels wel op waarde geschat. Het zal een kwestie van tijd zijn voordat het naar de industrie doorsijpelt. Voor de onderzoeksschool COBRA is dit het begin van een veelbelovende ontwikkeling. Hill ziet zijn uitdaging niet zozeer in de industriële toepassing. Ik denk meer als wetenschapper. Ik word gedreven door nieuwsgierigheid, niet zozeer door nut. Hoewel het erg goed is om nuttige dingen te doen, is mijn ervaring dat het toch niet vaak voorkomt dat goede wetenschappelijke ideeën uiteindelijk nuttig voor de praktijk blijken te zijn. Door dit onderzoek is een geheel nieuw veld geopend met allemaal nieuwe onderzoeksmogelijkheden. Dit is het mooiste werk dat ik ooit heb gedaan. En ik ben er gigantisch trots op. 2 0 M A t r i x / 4 / 2 0 0 7