Wat iedere praktijkondersteuner moet weten over seks Gré van Gelderen en Jim Bender

Vergelijkbare documenten
Intimiteit en Parkinson

Kanker en Seksualiteit?

Nierfalen en Seksualiteit

Diabetes en seksualiteit

Intimiteit en seks bij borstkanker

e-book SEKSHULP Erectieproblemen Dr. Debby de Haas arts-seksuoloog

Seksualiteit bij jongeren met een (chronische) aandoening

e-book SEKSHULP Te snel klaarkomen Dr. Debby de Haas arts-seksuoloog

Relatie en Intimiteit. Ivonne van Deursen-Oomen AnneMarie Kuijs

Intimiteit en seksualiteit

Workshop Nierziekte en relatie Hoe intiem kun je nog zijn? Hoe kun je nog intiem zijn?

Egbert Kruijver. Inhoud Lezing Een veelzijdig vraagstuk. Intimiteit en Seksualiteit In de zorg. seksuoloog NVVS

Seks kent geen pensioen

Verschil in verlangen

Kom op CBT-er: en nu ook de seks!

Seksualiteit, seksuologie en hiv. Tom Platteau Seksuoloog ITG/Helpcenter

Problemen met het seksueel functioneren

Doc 69 Liefde,seks, senior

Astma of COPD en seksualiteit

Omgaan met een seksueel probleem

Leven met Multipele Sclerose uitgave 18. MS en seksualiteit EEN UITGAVE VAN HET NATIONAAL MS FONDS

I FEEL Y. De Huid & Seksualiteit. Rieky Dikmans Arts-Seksuoloog NVVS i.o. Happy Met je Huid Festival

Bio Humans do it with their brains. Het belangrijkste seksorgaan is. Hersenletsel: wat gebeurt er nu met de seks? Seksualiteit is?

Waar gaan we het over hebben?

Seksualiteit en diabetes mellitus. Polikliniek diabeteszorg

I Autonome verzorgingsinstelling. Informatiebrochure. Kanker en seksualiteit

Voorwoord 11 1 Wat is een seksueel probleem en welke verschillende seksuele problemen zijn er? 13

Informatie voor patiënten. Diabetes en seksualiteit

Communicatie, intimiteit en seksualiteit bij mensen met een nieraandoening. Niervereniging zaterdag 16 januari 2016

kankeren seksualiteit: eenlastigduo?

Relatievorming en Seksualiteit bij jongeren met cerebrale parese

Consultatie en begeleiding bij seksuele problematiek. Centrumlocatie

VAN EEN SEKSUEEL PROBLEEM GA JE NIET DOOD MAAR JE KAN ER VAN BINNEN TOCH EEN BEETJE VAN STERVEN...

I Inleiding 7. 1 Uitgangspunten 7 2 Wat is seksualiteit? 10 3 Seksuele ontwikkeling 18. II Theoretische achtergrond van seksualiteit 24

Seksualiteit bij mensen met een dwarslaesie

De reis van vanmiddag:

Overzicht. Het werkt hier beneden niet meer zo goed 16/04/2013. Kennis. Attitude. Gespreksvaardigheden. Inge Paesschierssens - Week van de

Overzicht van de onderzoeksresultaten

Versie 2003 Academisch Ziekenhuis Groningen Afdeling Psychiatrie Rikus Knegtering & Stynke Castelein

KANKER EN SEKS: Onderzoek NFK, maart 2017

I FEEL Y U. Alopecia & Intimiteit. Rieky Dikmans Arts-Seksuoloog NVVS i.o. NL-N-CZ-PSO

Zwanger en vrijen. Hoe gaat dat?

Bespreken van seksualiteit met MS-patiënten MSMS Knelpuntenanalyse. Seksualiteit en intimiteit. MS en seksualiteit.

'Het moet wel kunnen, maar niet moeten' Seks bij mensen met een dwarslaesie

Astma of COPD en seksualiteit

Harteraad zorgt voor informatie over intimiteit en seksualiteit na een hartaandoening

Ik wil weer lekker seksen

Erectiestoornissen: wat vrouwen moeten weten.

PATIËNTEN INFORMATIE. Erectiestoornissen na de behandeling bij prostaatkanker m.b.v. de da Vinci robot Erectiele disfunctie

Seksualiteit. Seksualiteit

Zwanger en vrijen. Hoe gaat dat?

Seks als je ouder wordt

SPECIAL seksualiteit en intimiteit 1_5

Symposium Cheek to Cheek Seksualiteit: een menselijke behoefte. Kristel Mulders Seksuologe UZ-Leuven 7 mei 2015

Vaginistisch reageren

Benauwdheid en sexualiteit

Dermatologiecongres (Chronische) Huidziekten en seksualiteit

Harteraad zorgt voor info over intimiteit & seksualiteit na hartaandoening of beroerte

over?

Erectiestoornissen. Urologie

Female Sexual Function Index (FSFI)

Depressie bij ouderen

Female Sexual Functione Index (FSFI)

Jaarcongres KP & KNP. Parallelsessie 12 april 2019 SEKS. Noortje Roussel klinisch psycholoog psychotherapeut seksuoloog NVVS

Wat is een erectiestoornis?

met liefde, geduld en begrip kan ook iemand met een longprobleem een prettige seksuele relatie hebben

Is seks een issue? U C L M

Seksualiteit. De zoektocht naar intimiteit na diagnose. Vanessa Gryspeerdt 11 februari 2017

DE SEKSUELE LEVENSLOOP

Seksualiteit en een chronische ziekte

Pijn bij het vrijen 1

Praktische opdracht ANW Depressies

Waar gaan we het over hebben?

Seksualiteit bij Reumatische Aandoeningen

Naar de seksuoloog polikliniek Verloskunde & Gynaecologie

Wat is seksualiteit?

Praten helpt. Mieke Winants verpleegkundig counseler seksuologie NVVS

Seks, het moet wel leuk blijven!

Symposium COZ: Seksualiteit bespreekbaar maken vrijdag 29/3/2019. Kristel Mulders Coördinator Oncopsychologen/onco-seksuologe Jessa Ziekenhuis

Medisch Centrum Wilhelmina. Informatie voor patiënten. Poli Seksuologie

Benauwdheid en sexualiteit

DOEN EN LATEN. Take home SOLK Aandoeningen vragen om adaptatie van seks

Waar gaan we het over hebben?

lust LEVEN te leren om open te zijn en complimenten te & je SEKS Fina van de Pol balans van LEVEN is een Fina van de Pol

Patiënteninformatie. Seksualiteit en gynaecologische kanker

SPREKEN OVER SEKSUALITEIT IN DE CONTEXT VAN PIJN: WAT NA DE PIJNLIJKE STILTE...?!

Patiënteninformatiedossier (PID) COLONCARE. onderdeel. Kanker en Seksualiteit. COLONCARE Seksualiteit

Oncologie. Patiënteninformatie. Omgaan met kanker. Bij wie kunt u terecht? Slingeland Ziekenhuis

INFO. Epilepsie en Seksualiteit

e-book SEKSHULP Niet kunnen klaarkomen Dr. Debby de Haas arts-seksuoloog

Psychomotorische Therapie

Depressieve klachten bij verpleeghuiscliënten

FAQ Ouderen en seksualiteit. Hoeveel ouderen hebben een partner? Worden ouderen nog wel eens verliefd? Vinden ouderen seks belangrijk?

Seksuologie bij prostaatkanker

Transcriptie:

SEKS ALS JE CHRONISCH ZIEK BENT Wat iedere praktijkondersteuner moet weten over seks Gré van Gelderen en Jim Bender Een chronische ziekte heeft vaak invloed op het seksleven. Omdat de praktijkondersteuner chronisch zieken zo regelmatig ziet, is zij mogelijk de aangewezen persoon om ook naar dat aspect van ziekte te informeren en zo nodig hulp te bieden. Informeer je op eigen initiatief hiernaar als praktijkondersteuner? Kunnen patiënten bij jou terecht met hun vragen en zorgen? Heb je zelf genoeg kennis? In een kleine serie artikelen gaat het Tijdschrift voor praktijkondersteuning in op een aantal aspecten van seksualiteit bij patiënten met een chronische ziekte. In de eerste aflevering ging het over praten over seks en seksualiteit. Deze keer gaat het over de seksuologische basiskennis die je nodig hebt om de patiënt hulp te kunnen bieden, en bieden we algemene tips voor de patiënt met een seksuologisch probleem. In volgende nummers besteden we aandacht aan een aantal chronische ziekten met hun specifieke problemen op het gebied van seks, en bieden we de praktijkondersteuner handvatten om seksuologische problematiek aan te pakken. Ook geven we inzicht in de werkwijze van de seksuoloog. Om met een patiënt te kunnen praten over seksualiteit en seksuele problematiek is basiskennis belangrijk. We bespreken eerst de beleving van seksualiteit en de seksuele responscyclus. Daarna reiken we het biopsychosociaal model aan als houvast om een gesprek over seksualiteit aan te gaan. Voor de praktijkondersteuner die zelf aan de slag wil gaan, volgt de seksuologische anamnese. Tot slot een aantal algemene tips die het seksleven van een patiënt kunnen verbeteren. Seksualiteit en seksualiteitsbeleving Mensen kunnen aan seks doen om allerlei redenen, zoals lust, plezier, of genot. Dat kan in je eentje of samen. Seks versterkt de intimiteit met een partner. Het kan een bevestiging zijn van het man-zijn of vrouw-zijn, de eigenwaarde versterken en leiden tot een positieve lichaamsbeleving. Het kan voor ontspanning of voor troost zorgen, enzovoort. Ieder mens beleeft seksualiteit op zijn eigen manier. De waarde en betekenis van seks kunnen per levensfase anders zijn. Ook tussen mannen en vrouwen kunnen er verschillen zijn in seksbeleving. Vrouwen hechten soms meer belang aan de intimiteit van de relatie en mannen kunnen de seks belangrijker vinden. Ook kan met het ouder worden de waardering van seks veranderen. Overigens is het niet vanzelfsprekend dat patiënten met chronische ziekten ook problemen hebben met de seks. Een probleem is pas een probleem als de patiënt dit zo ervaart. Herkenbaar patroon De beleving van seks is verschillend, maar fysiologisch gezien is er een duidelijk patroon herkenbaar. Uitgebreid onderzoek door Masters en Johnson toont dat aan. Zij beschreven het seksueel functioneren van de mens in de zogenaamde seksuele responscyclus, zie figuur 1. Dit model beschrijft in een aantal fasen het fysiologische proces dat uiteindelijk leidt tot een orgasme. Het gaat hier om de volgende fasen: a. De fase van het verlangen: de zin om te vrijen, een verlangen om seks te hebben. b. De fase van opwinding: hierbij spelen zowel psychologische als lichamelijke factoren mee. Onder andere wordt bij mannen de penis stijf, en bij vrouwen de vagina nat. c. De plateaufase: kan lang duren en is een hoog niveau van opwinding die stabiel kan blijven tot 112 Tijdschrift voor praktijkondersteuning

De kern Algemene seksuologische kennis is noodzakelijk om een patiënt adequaat te woord te staan. De seksuele responscyclus beschrijft de fysiologie van de menselijke seksualiteit. Het biopsychosociaal model verschaft achtergrond voor een gesprek met een patiënt met een probleem op het terrein van seks. De seksuologische anamnese is een hulpmiddel om de klacht van de patiënt in kaart te brengen. Het is belangrijk om een seksuologisch probleem niet automatisch toe te schrijven aan de chronische ziekte. Met algemene tips kan een patiënt het seksleven verbeteren. het orgasme. De periode voor het orgasme wordt ook wel de solofase genoemd. In deze fase raakt men meer in zichzelf gekeerd. Dat is vaak nodig om de beleving van de opwinding te intensiveren en klaar te kunnen komen. d. Het orgasme: in figuur 1 is de cyclus van een man afgebeeld. Na een orgasme heeft een man een bepaalde hersteltijd nodig. Vrouwen kunnen een aantal orgasmen na elkaar hebben. e. De herstelfase: het lichaam komt weer tot rust. Er is ruimte voor naspel en napraten. Eventueel kan de cyclus daarna weer van voren af aan beginnen. Het is belangrijk om dit model in je achterhoofd te hebben als patiënten problemen hebben met seksualiteit. Het helpt je bij het doorgronden in welke fase(n) het probleem speelt. Houd wel in je achterhoofd dat biologische aspecten van de ziekte niet automatisch de oorzaak zijn van het probleem. Met de seksuele responscyclus als uitgangspunt kan de praktijkondersteuner patiënten tegenkomen met de volgende problemen: a. Problemen met het seksueel verlangen. Dit uit zich in een verminderd seksueel verlangen. Mensen hebben minder zin om te vrijen, geen seksuele fantasieën, geen lust. b. Problemen met de seksuele opwinding. Hierbij maken we een onderscheid tussen psychologische en lichamelijke factoren: Problemen met de subjectieve seksuele opwinding: mensen bemerken geen, weinig intens of maar kort aanhoudend gevoel van seksuele opwinding. De lust verdwijnt snel. Lichamelijke problemen: patiënten bemerken dat de penis niet voldoende stijf is of maar korte tijd stijf. Bij de vrouw wordt de vagina niet of beperkt vochtig. Problemen met het orgasme. Er komt geen orgasme, te vroeg, of te laat. Ook kan het gevoel bij het orgasme afwezig zijn, of veel minder sterk dan gewoonlijk. Biopsychosociaal model De seksuele responscyclus is een beperkt model, alleen gericht op de fysiologie. Om de vragen van patiënten rond seksuele problematiek goed te kunnen plaatsen, is het belangrijk om deze in een breder kader te plaatsen. Hiervoor gebruiken seksuologen het biopsychosociaal model. Niks nieuws voor de praktijkondersteuner. Bij de gewone begeleiding van patiënten betrek je immers ook biologische, psychologische en sociale factoren: bijvoorbeeld of de medicatie bij een diabeet moet worden aangepast tijdens de nachtdiensten. Het biopsychosociaal model vormt naast de seksuele responscyclus de basis voor de seksuologische anamnese. Biologische aspecten Patiënten die last hebben van moeheid, pijn, incontinentie, stijfheid, een slechte conditie, benauwdheid of spasmes, ervaren fikse belemmeringen bij seks. Naast deze algemene factoren kunnen we ook neurologische, vasculaire en hormonale problemen onderscheiden. Denk bijvoorbeeld bij vasculaire oorzaken aan patiënten met een verminderde doorbloeding van de geslachtsdelen, bijvoorbeeld als gevolg van diabetes of hypertensie. Hierdoor kan er ook sprake zijn van een verminderde erectie of het verminderd nat worden van de vagina. Patiënten met neurologische uitval kunnen een gestoord lichaamsbesef hebben. Ook kunnen bijwerkingen van medicijnen zorgen voor problemen. Psychologische aspecten Ziekte heeft vaak invloed op hoe patiënten hun lichaam beleven. Een astmatische patiënt die zichzelf meer hoort piepen bij opwinding, kan onzeker worden tegenover de partner. Een patiënt met lichamelijke gevolgen na een CVA voelt zich niet dezelfde. Daarnaast kan de ziekte gevolgen hebben voor het algemeen functioneren van de patiënt en kunnen bijvoorbeeld rollen in het leven veranderen. Ben ik nog wel de stevige moeder, harde werker of enthousiaste vrijer? Die onzekerheid kan de seksuele relatie veranderen. Verlies, rouw, acceptatieproblemen, verdriet en boosheid over de ziekte kunnen meespelen. Bij patiënten met een chronische ziekte komt meer psychische problematiek voor, bijvoorbeeld depressie. Eén van de basiskenmerken van depressie is dat mensen nergens meer plezier aan beleven en somber zijn: een depressieve patiënt heeft vaak geen zin meer in seks. Tijdschrift voor praktijkondersteuning 113

Tabel 1 Seksuologische anamnese volgens biopsychosociaal model Vragen Hoe gaat het met de seksualiteit? Als er klachten zijn: welk probleem ervaart u? Hoe lang bestaan deze klachten? Wanneer heeft u last van deze klachten? Hebt u altijd last van deze klachten of soms niet? Zo ja, wanneer wel, wanneer niet? Wat heeft u er al aan gedaan? Beleving Hoe ervaart u uw eigen seksualiteit? Wat voor plaats heeft seksualiteit in uw leven? Wat betekent seksualiteit voor u? Bent u tevreden over uw seksualiteit? Als u een partner heeft, hoe ervaart u uw seksuele relatie? (verlangen, intimiteit, seks) Als u een partner heeft, wordt uw relatie negatief beïnvloed door de seksuele problemen? Communicatie Kunt u met uw partner over uw seksuele probleem praten? Seksuele responscyclus Hoe staat het met uw seksueel verlangen? Kunt u seksueel opgewonden raken? Gaat dit naar uw zin? Kunt u een orgasme bereiken? Gaat dit naar uw zin? Ervaart u het orgasme als bevredigend? Kunt u uzelf bevredigen als u dat zou willen? Specifieke vragen bij mannen Vindt u dat u wel eens te vroeg klaarkomt of dat het te lang duurt voordat u klaarkomt? Heeft u veranderingen in het stijf worden van uw penis opgemerkt? Heeft u nachtelijke of ochtenderecties? Ervaart u pijn tijdens of na de seks? Zo ja: waar, wat voor soort pijn en wat betekent dat voor u? Specifieke vragen bij vrouwen Heeft u veranderingen opgemerkt in het vochtig worden van uw vagina? Vindt u dat u weleens te vroeg klaarkomt of dat het te lang duurt voordat u klaarkomt? Ervaart u pijn tijdens of na de seks? Zo ja: waar, wat voor soort pijn en wat betekent dat voor u? Dit is een open vraag, patiënten kunnen alle kanten op. Probeer dit zo precies mogelijk te weten te komen. Bij kort bestaande klachten is mogelijk de kans op verbetering groter. Het is ook een belangrijke vraag om bijwerkingen van geneesmiddelen te achterhalen. Vraag goed na wanneer klachten niet optreden. Als een klacht niet altijd optreedt, is dat een aanwijzing dat het probleem niet organisch hoeft te zijn. Dat verschaft veel inzicht en biedt de? mogelijkheden voor tips. Zo krijg je een indruk hoe groot het probleem voor de patiënt zelf is, en of er al raad is gevraagd. Dit zijn voorbeelden van open vragen naar het ervaren van de eigen relatie. Je kunt hier een keuze maken welke vraag je stelt. Het antwoord geeft een indruk van de impact van het seksuele probleem op de relatie. Als er onderlinge communicatie is, kun je vaak meer hulp bieden en is de kans groter dat het stel ermee aan de slag wil. Met deze vragen ga je de verschillende fasen van de seksuele responscyclus na. Op die manier kun je erachter komen of iemand bijvoorbeeld minder zin heeft, niet meer opgewonden raakt, of niet meer prettig klaarkomt. Als de vraag naar masturbatie positief wordt beantwoord, blijkt hieruit dat de patiënt seksueel actief en geïnteresseerd is en de seksuele responscyclus helemaal kan doorlopen. Als er dan problemen in de seksuele relatie zijn, is dat een indicatie voor een niet-organische oorzaak van de klachten. Deze vragen zijn gerelateerd aan de seksuele responscyclus bij de man. Bij het ouder worden kan de penis langzamer stijf worden. Te vroeg klaarkomen bij mannen die hier eerder geen last van hadden, kan te maken hebben met onzekerheid. Nachtelijke of ochtenderecties zijn gunstig: dat wil onder meer zeggen dat de doorbloeding naar de penis in orde is. Bij mannen komt pijn na de seks niet vaak voor. Deze vragen zijn gerelateerd aan de seksuele responscyclus bij de vrouw. Bij oudere vrouwen kan de vagina minder snel vochtig worden. Bij vermoeidheid of ongeconcentreerdheid gaat dit ook minder goed. Vrouwen komen niet vaak te vroeg klaar. Pijn tijdens of na geslachtsgemeenschap kan met een te droge vagina te maken hebben, bijvoorbeeld door een te kort voorspel of te weinig stimulatie. Ook kunnen er gynaecologische oorzaken zijn en dat is een reden om door te verwijzen naar de huisarts. 114 Tijdschrift voor praktijkondersteuning

Bijkomende factoren Heeft u nare seksuele ervaringen gehad (ongewenste intimiteiten, seksueel misbruik)? Heeft uw partner een seksueel probleem? Gebruikt u of uw partner medicijnen? Zijn er andere punten waarvan u meent dat ze met het seksuele probleem te maken hebben? Afsluitende vragen Wilt u nog iets zeggen over de dingen die volgens u seksueel wel goed gaan? Wilt u hierover nog iets anders vragen of met mij bespreken Welke hulp verwacht u van mij? Als u een partner heeft, heeft die dezelfde wens? Nare seksuele ervaringen in het verleden of een partner met een seksueel probleem hebben vaak invloed op de huidige seksuele relatie. Medicijnen kunnen invloed hebben op de seksualiteit. Via de laatste vraag informeer je naar de eigen inzichten van de patiënt. Deze vragen gaan over de prettige zaken, of alles in het gesprek aan de orde is gekomen en wat de patiënt van jou verwacht. Figuur 1 De seksuele responscyclus mate van seksuele opwinding verlangen opwinding plateau orgasme herstel solo Interactie solo Interactie tijd Uit: NHG-Standaard Erectiele dysfunctie, bron: Gijs 2004. Sociale aspecten Een seksuele relatie heb je met zijn tweeën. Het hangt van de onderlinge relatie af of een paar de seksualiteit bij ziekte opnieuw vorm kan geven. Als een stel een vrij traditionele relatie heeft waarbij de man altijd de leidende partij is en dit is om fysieke redenen niet meer mogelijk, kan dat het einde van de seks betekenen. Dit kan bijvoorbeeld optreden als de man geopereerd is aan prostaatkanker en zijn penis niet meer stijf kan worden. Als het paar van rol kan wisselen, zijn nieuwe vormen mogelijk. Een patiënt vertelt bijvoorbeeld: We doen het nu heel anders dan vroeger. Ik heb nog nooit zoveel aandacht voor mijn vrouw gehad. De seksuologische anamnese Zoals we in de vorige aflevering bespraken, is het misschien niet gemakkelijk om over seks te praten, maar patiënten waarderen het erg. Welke vragen stel je? In tabel 1 zie je de seksuologische anamnese met de structuur volgens het biopsychosociaal model. Je herkent hierin het schema van je gewone gespreksvoering met de patiënt: eerst verhelder je de vraag en de beleving van de patiënt. Daarna richt je de vragen op de seksuele responscyclus, gevolgd door meer specifieke vragen gericht op de mannelijke of vrouwelijke patiënt. Tot slot is er aandacht voor een aantal belangrijke algemene zaken. Niet iedere praktijkondersteuner zal alle vragen kunnen en willen stellen. Ze zijn ook niet voor elke patiënt allemaal even belangrijk. Tijdschrift voor praktijkondersteuning 115

Hoe ver ga je? Hoe ver ga je als praktijkondersteuner met deze anamnese? Die vraag kunnen wij niet voor je beantwoorden. Het antwoord hangt onder meer af van de affiniteit die je met het onderwerp hebt en hoe deskundig je jezelf erin voelt. Wanneer het lastig is, kun je de patiënt altijd voorstellen om het onderwerp verder met de huisarts te bespreken. Tabel 2 toont een aantal algemene tips die een positieve invloed kunnen hebben op een seksuele relatie. Mogelijk kun je die al gebruiken tijdens het gesprek met de patiënt. Bij een uitgebreider probleem of een vraag om medicatie verwijs je naar de huisarts. Positief voor de patiënt is dat het probleem al door jou ter sprake is gekomen. De patiënt zal je er dankbaar om zijn! Literatuur 1 Gianotten WL, Meihuizen-de Regt MJ, Van Son-Schoones N (redactie). Seksualiteit bij ziekte en lichamelijke beperking. Assen: Van Gorcum, 2008. 2 Gijs L, Gianotten WL, Vanwesenbeeck I, Weijenborg PTM (redactie). Seksuologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2009. 3 Leusink P. Huisarts en seksualiteit: van privé naar professie. Bijlage 2: Seksuologische anamnese voor de huisarts. Bijblijven 2002;18:4. 4 Bender J. Seksualiteit, chronische ziekten en lichamelijke beperkingen: een contradictio in terminis? Bijblijven 2002;18:4. 5 Leusink P, De Boer LJ, Vliet Vlieland CW, Rambharose VR, Sprengers AM, Mogendorff SW, et al. NHG- Standaard Erectiele disfunctie. www.nhg.org 6 Rutgers Nissogroep. Brochure Seks als je ouder wordt. www.rng.nl/shop. Auteursgegevens Huisarts, Loevesteinlaan 335, 2533 AM Den Haag: Gré van Gelderen, huisarts en redactielid van Tijdschrift voor praktijkondersteuning. Praktijk voor Seksuologische Relatie Therapie, Koningin Emmakade 107, 2518 RN Den Haag: Jim Bender, GZ-psycholoog en seksuoloog NVVS. Correspondentie: grevangelderen@planet.nl. Mogelijke belangenverstrengeling: niets gemeld. Tabel 2 Twaalf tips voor een prettiger seksleven (vrij naar Rutgers Nisso Groep) 6 Het is belangrijk om in een goede lichamelijke conditie te zijn en gezonde leefgewoonten te hebben. U voelt zich aantrekkelijker door u goed te blijven verzorgen met aandacht voor uw uiterlijk. Het is belangrijk om voor een prettige en ontspannen sfeer te zorgen. Het is vaak prettiger om s morgens te vrijen omdat u dan vaak minder moe bent en meer energie hebt dan s avonds. Het is belangrijk om negatieve en afleidende gedachten tijdens het vrijen uit te bannen (bijvoorbeeld bang zijn dat de man urine ruikt als de vrouw urine-incontinent is). Probeer niet te veel afgeleid te zijn door de ziekte, maar u te focussen op de intimiteit en het vrijen. Soms is het bevorderlijk voor de seksualiteit om zin te maken in plaats van te wachten tot u zin krijgt. Al doende raakt u vaak geleidelijk aan meer opgewonden. Uw opwinding kan toenemen door het kijken naar film, lezen van literatuur, gebruiken van de fantasie. Probeer als doel van het vrijen te streven naar plezier en niet naar prestatie. Vaak wordt geslachtsgemeenschap als hoogste doel gezien. Probeer te zoeken naar alternatieve manieren van vrijen, zoals masseren, masturberen en orale bevrediging. Probeer eens een keer een glijmiddel of een vibrator. Een glijmiddel kan helpen om de vagina minder droog te laten zijn, de vrouw voelt dan ook alles intenser, wat weer meer opwinding geeft, enzovoort. Een vibrator geeft een prettige prikkeling die mogelijk door de vingers of de penis niet meer gegeven kan worden. U kunt de dokter vragen om een medicijn dat de erectie verbetert. 116 Tijdschrift voor praktijkondersteuning