Project: Brede School Rijswijk Projectnr.: 6.053 Datum: 20 februari 2017 Betreft: Startnotitie Duurzaamheid en Installatieconcept 1. UITGANGSPUNTEN Bij het opstellen van deze notitie zijn de volgende relevante documenten als uitgangspunten gehanteerd: - PVE Brede School Rembrandtkwartier Rijswijk d.d. juli 2016 - Demarcatielijst Aanbestedingsprocedure installatieadviseur d.d. 10-11-2016 - Nota van Inlichtingen installatieadvies d.d. 05-12-2016 2. DUURZAAMHEID Volgens het PVE moet de Brede School een duurzaam gebouw worden. De duurzaamheid wordt inzichtelijk gemaakt door diverse berekeningsprogramma s waarvan één het programma GPR-gebouw betreft. In de demarcatielijst wordt onder punt 03.09.020 een GPR score van 8,0 geëist hetgeen in de nota van inlichtingen onder vraag 20 nogmaals wordt bevestigd. In het programma worden 5 thema s berekend waaruit de totaalscore volgt. o Energie o Milieu o Gezondheid o Gebruikskwaliteit o Toekomstwaarde De score op energie wordt bepaald aan de hand van de uitkomst van de energieprestatie berekening (EPC of EPG, deze zijn beiden gelijk, maar verschillende naamgevingen aan dezelfde berekening) Naast energie speelt milieu een belangrijke rol in de uitkomst. Hierbij werken energiebesparende maatregelen soms weer in het nadeel van de milieuprestatie. Zo heeft toepassing van triple glas of veel PV panelen een slechte milieuscore vanwege hoge energiekosten voor het produceren van dit glas.
Ook heeft de frisse scholen-eis tot gevolg dat er uitgebreide ventilatie systemen moeten worden aangebracht wat weer een negatieve invloed heeft op het materiaalgebruik voor het gebouw zodat dit weer gecompenseerd moet worden met nog betere score op andere thema s. Om een GPR van 8,0 te verkrijgen zijn zodoende vergaande maatregelen benodigd. Aangezien thema energie van grote invloed is op de uitkomst moeten hiervoor betere maatregelen worden getroffen dat wat minimaal volgens het bouwbesluit 2015 vereist is. 3. ENERGIE 3.1 Inleiding Bij het beperken van de energievraag wordt als leidraad de Trias Energetica aangehouden: 1. Beperk energievraag, onder andere door: - Compact gebouw - Gebouw met grote massa - Goede isolatie - Luchtdicht bouwen - Benutting directe zonnewarmte in de winter. - Benutting direct zonlicht in plaats van kunstlicht. 2. Gebruik duurzame energie, bijvoorbeeld: - PV panelen - Zonneboiler - Warmteterugwinning uit retourlucht - Warmteterugwinning uit douchewater 3. Gebruik brandstoffen zo efficiënt mogelijk, bijvoorbeeld: - LED verlichting - Toepassing warmtepomp - Laag temperatuur verwarming - Daglicht- en aanwezigheidschakeling verlichting - Variabel volumeregeling op basis van CO2 - Dikkere leidingisolatie, inclusief appendages Nadat het schetsontwerp van de architect bekend is kan er worden bepaald welke maatregelen benodigd zijn om aan de GPR eis te voldoen. 3.2 Beng Vanaf 2021 moeten alle nieuwe gebouwen bijna energie neutraal (Bijna EnergieNeutraal Gebouw = BENG). De ambitie is om nu al aan de BENG eisen te gaan voldoen indien middels de TCO (Total Cost of Ownership) berekening kan worden aangetoond dat gedurende de levensduur van het gebouw dit economisch interessanter is. De BENG eisen komen in plaats van de huidige EPC eis en bestaan uit drie onderdelen. Voor onderwijsgebouwen zijn de eisen: - maximale energiebehoefte: 50 kwh/m 2 /jaar, - maximaal primaire fossiele energiegebruik: 60 kwh/m 2 /jaar en - minimaal aandeel hernieuwbaar op te wekken energie: 50%. Dit komt ongeveer overeen met een EPC van 0,2 à 0,3. Startnotitie Duurzaamheid en Installatieconcept, 20 februari 2017 2
Uit energieprestatieberekeningen van referentieprojecten blijkt dat aan de BENG eisen kan worden voldaan indien alle navolgende maatregelen in acht worden genomen: - minimaal gebouwisolatie-eisen conform Bouwbesluit - Lucht-water warmtepomp en lage temperatuurverwarming - gebalanceerde ventilatie installatie met warmteterugwinning (ons inziens dient dit middels een recupertatief warmtewiel te geschieden om de vochtbalans te behouden) - luchthoeveelheidsregeling op basis van CO2 met toerengeregelde ventilatoren. - LED verlichting maximaal 6 W/m² en voorzien van aanwezigheids- en daglichtregeling - PV cellen, indicatief ca. 250 m² Startnotitie Duurzaamheid en Installatieconcept, 20 februari 2017 3
3.3 Energie Neutraal Een energieneutraal gebouw heeft een EPC=0. Dit kan worden bereikt door: - dak-, gevel- en vloerisolatie beter dan Bouwbesluit - zeer goede luchtdichtheid (Qv10kar < 0,2 l/s.m2) - toepassing warmtepomp met hoger rendement door middel van een bodemcollector met een warmtepomp; - dit zorgt tevens voor de mogelijkheid om het gebouw (beperkt) te koelen (gunstig voor thema gezondheid) Het effect binnen de EPG is onder deze voorwaarden tegenwoordig beperkt. - groter oppervlak aan PV, indicatief ca. 400-500 m² 3.4 Nul op de meter (NOM) Bij een NOM gebouw wordt de benodigde energie voor niet gebouwgebonden verbruik zoals pc s, repro e.d. eveneens gecompenseerd met de eigen opwekking door middel van zonnepanelen. In dat geval zijn er nog eens circa 100 a 150 panelen extra nodig. In het algemeen blijkt een NOM school op dit moment economisch nog niet interessant. Ons advies is deze optie buiten de ontwerpvraagstukken te houden. Startnotitie Duurzaamheid en Installatieconcept, 20 februari 2017 4
4 INSTALLATIECONCEPT Uitgaande van het gestelde in het PVE en Frisse scholen klasse B en een energie-index volgens BENG zijn de volgende installatieconcepten het uitgangspunt: - Warmteopwekking middels één of meer allelectric warmtepomp(en) in combinatie met bodemcollector, hierbij wordt slechts een deel van de benodigde energie vanuit het elektriciteitsnet te worden onttrokken, de overige energie komt vanuit de bodem. - Om de kosten voor de collector te beperken is het uitgangspunt de bodemcollector in de heipalen te integreren - Wamteafgifte in de lokalen geschiedt door middel van laag-temperatuur naverwarmers in de toevoerkanalen. - In peuterspeelzalen wordt aanvullend comfort-vloerverwarming aangebracht. (een vorm van bijverwarming) Startnotitie Duurzaamheid en Installatieconcept, 20 februari 2017 5
- Ventilatie middels één of meer centraal opgesteld luchtbehandelingskasten voor meerdere groepsruimten. Centraal wegens minder materiaalgebruik, mogelijkheid met gelijktijdigheden over de groepsruimten te rekenen en toepassing warmtewiel. - Toepassing van CO2 regeling zodat kan gebruik gemaakt worden van de gelijktijdige bezettingsgraad van de groepsruimten. Voordelen hiervan zijn: o Luchtbehandelingskasten worden relatief kleiner. o Hoofdkanalen minder groot: lagere bouwhoogte mogelijk o Geen draaiende delen in lokalen waardoor minder geluidoverlast o Minder hoogte boven plafond in lokalen benodigd o Geen onderhoud benodigd boven plafonds in lokalen o Minder onderhoudskosten vanwege minder componenten en makkelijkere bereikbaarheid Voorgaande is van groot belang bij de studie naar gebouwvorm (technische ruimten), zonering van gebruikers (onderbemetering) of groepsruimten (opdeling ventilatievoorzieningen) - Verlichting: Om een waarde van maximaal 6 W/m² te bereiken is het uitgangspunt overal LED armaturen toe te passen met de volgende voordelen o Energiezuinig o Lange levensduur o Minder vervangingsonderhoud o Minder warmteontwikkeling o Geen opwarmtijd o In meerdere lichtkleuren verkrijgbaar (keuze 3000 of 4000 lux) Startnotitie Duurzaamheid en Installatieconcept, 20 februari 2017 6
- Regeling gecombineerd voor verwarming, ventilatie, licht en zonwering zodat optimaal gebruikt kan worden van zonlicht wanneer dit gewenst is en energie wordt bespaard omdat de verwarming en luchtbehandeling naar een lager nivo wordt geregeld als er geen personen aanwezig zijn. - Einde notitie - Startnotitie Duurzaamheid en Installatieconcept, 20 februari 2017 7