THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers Commissie Analyse & Toxicologie



Vergelijkbare documenten
THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers Commissie Analyse & Toxicologie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers -- Commissie Analyse en Toxicologie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

200906_oefen.pdf. Tentamen 25 juni 2009, vragen

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Voriconazol en ritmestoornissen

Apotheek Ziekenhuis Rijnstate

Farmacokinetiek en dynamiek

Albert Heijn Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Workshop farmacokinetiek. Marieke Zeeman Internist-ouderengeneeskunde Klinisch farmacoloog i.o.

Een ernstige metformine intoxicatie

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

Farmacokinetiek in klinisch onderzoek. Dr. Floor van Rosse Apotheek Erasmus MC

- acute digitalis effecten (verhoogde waarden bij kinderen of bij bewuste overdosering)

doelgroepen: kinderen, volwassenen grote buis stolbloed; bepaling in serum uur na laatste inname Klinisch Farmaceutisch laboratorium

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

Volwassenen 1-2 tabletten per keer, maximaal 6 tabletten per dag.

PARACETAMOL TEVA 500 MG OVAAL tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 19 juli : Productinformatie Bladzijde : 1

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Meropenem 2 g medicatiecassette 100 ml (ZI )

EPILEPSIE EN THERAPEUTIC DRUG MONITORING. A.CP. Mathot. In de meeste laboratoria van ziekenhuisapotheken. hebben of in een diepe slaap geraken.

BOOTS PHARMACEUTICALS PARACETAMOL 500 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 2 juni : Productinformatie Bladzijde : 1

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie

Lanoxin. deel IB1. Samenvatting van de kenmerken van product: 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

PILLENCOCKTAILS: HARTVEROVEREND. Aspecten van geneesmiddelen bij atriumfibrilleren

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

Midazolam spiegels. MDO IC Voordracht. Sander Wout AIOS Anesthesiologie 5 januari 2018

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Piperacilline 6 g / Tazobactam 0,75 g medicatiecassette, 100 ml (ZI )

Fysiologische respons op hypothermie II

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Algemene kennis over farmacokinetiek (PK)

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

Workshop Toxicologie Casuistiek. PAO Labdag 4 december 2014 Inge van Berlo

Basale Farmacokinetiek op de Intensive care Armand R.J. Girbes & Noortje Swart

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Paracetamol Teva 1 g tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Elke tablet bevat 1g paracetamol.

RVG Version 2017_06 Page 1 of 5

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Vancomycine 4 g elastomeerpomp, 120 ml

Casus 2. Casus 2. Medicatiehistoriek: Amiodarone 200 mg EG 60 co. Coversyl 5 mg 90 co. Furosemide 40 mg 50 co. Mixtard 30/70. Lanoxin 125.

Samenstelling: serum: baclofen 2443 µg/l, diazepam 1634 µg/l, desmethyldiazepam 1460 µg/l, oxazepam 79 µg/l, temazepam 158 µg/l.

Fomepizol is geïndiceerd bij ethyleenglycolintoxicaties.

Elk sachet Macrogol en elektrolyten Naturel InterGal bevat de volgende actieve bestanddelen:

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

De interactie tussen een molecuul metoprolol en de beta-receptor is een voorbeeld van een farmacokinetisch principe. Waar.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nierfunctie bij oudere patiënten

METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG

Bijlage III. Aanpassingen aan relevante rubrieken van de samenvatting van de productkenmerken en bijsluiters

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

Inhoud van deze bijsluiter

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJSLUITER FORTEKOR FLAVOUR 20

THERAPEUTIC DRUG MONITORING

STEOCAR 500 mg, bruistabletten STEOCAR FORTE 1000 mg, bruistabletten

Beoordelingsrapport fosfomycine

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN KRUIDVAT GLUCOSAMINE. 600 mg filmomhulde tabletten.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN ROTER GLUCOSAMINE. 400 mg filmomhulde tabletten.

BIJSLUITER. Benazecare Flavour 5 mg tabletten voor honden en katten.

Servicepunt van de Hiv Vereniging Nederland Tel Bereikbaar van maandag t/m vrijdag, tussen en uur

Dosering van antibiotica tijdens dialyse. Anke Reuser AIOS Anesthesiologie

Doseren van geneesmiddelen bij morbide obese patiënten. Carli Wilmer MSc AIOS Ziekenhuisfarmacie UMCN / CWZ

Dit product mag niet gebruikt worden bij: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Flucloxacilline 3 g in 100 ml medicatiecassette

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten

Tabletten. Bijna witte, ronde, platte tabletten met afgeronde kanten en een breukstreep aan één zijde.

Macrogol en elektrolyten Naturel Tramedico, poeder voor drank 13,7 g

BIJSLUITER VOOR: FORTEKOR PLUS 1,25 mg/2,5 mg tabletten voor honden FORTEKOR PLUS 5 mg/10 mg tabletten voor honden

MACROGOL EN ELECTROLYTEN 13,7 G TEVA poeder voor drank. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 27 september : Productinformatie Bladzijde : 1

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Kestomatine 250 mg/500 mg kauwtabletten Simethicon 250 mg gehydrateerd aluminium oxide 500 mg.

FOLIUMZUUR TEVA 0,5 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 22 februari : productinformatie Bladzijde : 1

THERAPEUTIC DRUG MONITORING Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers - Commissie Analyse & Toxicologie

BIJSLUITER. KELAPRIL 2,5 mg, filmomhulde tabletten voor honden en katten

16024 GHRH SPC SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Aztreonam 8g = 120ml elastomeerpomp

Aanpassen antibioticadoseringen tijdens continue veno veneuze

Paracetamol Mylan 1000 mg RVG april 2018

De tabletten zijn geel, rond, vlak met een breukstreep en de inscriptie Ac. Fol. 5.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN ROTER PARACETAMOL JUNIOR INSTANT SMELTTABLET 250 MG BANAAN ORODISPERGEERBARE TABLET

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 26 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

DARO Retard capsules dextromethorfan 29,5 mg, capsules met gereguleerde afgifte

BIJSLUITER. BANACEP vet 5 mg film-omhulde tablet voor honden en katten.

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

Risico minimalisatie materiaal betreffende tenofovirdisoproxil voor voorschrijvers - Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10 ml)

CAMPRAL DEEL IB1 (RVG 18220) september 2011

Werkzame stof: calciumacetaat Een filmomhuld tablet voor oraal gebruik bevat 500 mg calciumacetaat (equivalent aan 126,7 mg elementaire calcium).

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend.

De toegediende dosering dient gebaseerd te worden op de serumfosfaatspiegel, en moet nauwkeurig bewaakt worden (zie rubriek 4.4).

MESALAZINE EC 500 PCH maagsapresistente tabletten

PANADOL 500 mg tabletten. Pagina 1 van IS 165 F3 België

Transcriptie:

Digoxine Indicatiegebied: Monstermateriaal: Neonaten, kinderen, volwassenen, dialysepatiënten, patiënten met lever- of nierfunctiestoornissen met hartfalen of supraventriculaire aritmieën (1) Bepaling in plasma of serum (type buis: glas/plastic met of zonder gelseparator is niet belangrijk) (2, 3) Afnametijdstip: Ten minste 6 uur na inname, bij voorkeur 12-24 uur na inname (4) Bewaarcondities: In serum/plasma houdbaar: ten minste 8 uur bij 15-25 C, ten minste 7 dagen bij 2-8 C. 6 maanden bij -20 C (2, 5). In volbloed: geen informatie beschikbaar. Interpretatie: Therapeutische concentratie: 0,8-2,0 μg/l. toxiciteit: > 2,0 μg/l (1,6) Bij hartfalen wordt ook wel 0,5-0,9 μg/l aangehouden. Hogere concentraties worden geassocieerd met een slechtere uitkomst. (7) Inleiding Digoxine is een hartglycoside en wordt over het algemeen toegepast bij hartfalen en bij bepaalde supraventriculaire ritmestoornissen zoals atriumfibrilleren/fladderen met snel ventrikelritme. Digoxine wordt primair gedoseerd op het klinisch effect (pols, sinusritme en toxiciteit als bradycardie en misselijkheid), waarbij rekening gehouden wordt met nierfunctie, leeftijd en lean body mass. Controle van de digoxine-spiegels kan zinvol zijn, gezien de grote inter-individuele variatie in de kinetiek en de smalle therapeutische breedte. Het farmacologisch effect van digoxine op de contractiekracht van een gedecompenseerd hart met sinusritme is minder dosis afhankelijk dan het effect op de kamerfrequentie bij boezemfladderen en -fibrilleren. Voor de behandeling van deze aritmieën is in het algemeen een hogere begindosis nodig. Snelle digitalisatie is geïndiceerd bij levensbedreigende ritmestoornissen (1). Bij verdenking van overdosering van digoxine is opname aangewezen. Een overdosering in de toxische range valt te herkennen aan een aantal specifieke kenmerken (9): Gastrointestinaal: misselijkheid, braken, buikpijn en diarree Neurologische verschijnselen: verwardheid, geheugenverlies, moeheid Cardiale verschijnselen: ritmestoornissen (ventriculaire ectopieen), bradycardie, AV-block. Zie voor meer informatie over digoxine intoxicatie ook de toxicologie monografie (16). TDM-monografie Digoxine september 2014 (concept) Pagina 1 van 6

Doseringsrichtlijnen(1) Oraal oplaaddosering: (NB, bij hartfalen geen oplaaddosis nodig) snelle digitalisatie prematuren < 1,5 kg 0,025 mg/kg per 24 uur in verdeelde doses prematuren 1,5-2,5 kg 0,030 mg/kg per 24 uur in verdeelde doses neonaten en kinderen tot 2 jaar 0,045 mg/kg per 24 uur in verdeelde doses kinderen 2-5 jaar 0,035 mg/kg per 24 uur in verdeelde doses kinderen 5-10 jaar 0,025 mg/kg per 24 uur in verdeelde doses volwassen en kinderen > 10 jaar 0,75-1,5 mg in 1 dosis of in verdeelde doses N.B. verdeelde doses = 50%, 25% en 25% van de totale oplaaddosering met tussenpozen van 4-8 uur ouderen (> 60-70 jaar) of maximaal 50 % oplaaddosis volwassenen in verdeelde doses nierfunctiestoornis met tussenpozen van 6 uur langzame digitalisatie volwassenen en kinderen > 10 jr 0,25-0,75 mg per dag gedurende 1 week vervolgens overgaan op onderhoudsdosering Intraveneus oplaaddosering: (NB, bij hartfalen geen oplaaddosis nodig) prematuren < 1,5 kg 0,020 mg/kg per 24 uur in verdeelde doses prematuren 1,5-2,5 kg 0,030 mg/kg per 24 uur in verdeelde doses neonaten en kinderen tot 5 jaar 0,035 mg/kg per 24 uur in verdeelde doses kinderen 5-10 jaar 0,025 mg/kg per 24 uur in verdeelde doses volwassen en kinderen > 10 jaar 0,5-1 mg in verdeelde doses N.B. verdeelde doses = 50%, 25% en 25% van de totale oplaaddosering met tussenpozen van 4-8 Uur, inlooptijd 10-20 minuten. Onderhoudsdosering (oraal of intraveneus): prematuren neonaten en kinderen < 10jaar volwassen en kinderen > 10 jaar 20% van de totale 24-uurs-oplaaddosering 25% van de totale 24-uurs-oplaaddosering 0,125-0,5 mg per dag, soms 0,0625 mg of minder per dag, afhankelijk van nierfunctie Spiegelafname Een spiegel kan 6-24 uur (ideaal 12-24 uur) na de laatste inname van digoxine afgenomen worden (4). TDM-monografie Digoxine september 2014 (concept) Pagina 2 van 6

Spiegels kunnen worden bepaald wanneer een patiënt voor het eerst wordt ingesteld (met name bij kinderen), wanneer er sprake is van slechte respons, bij veranderde nierfunctie, geneesmiddelinteracties, verdenking therapieontrouw of bij vermoeden van intoxicatie (1,6). De CBO richtlijn hartfalen noemt herhaalde bloedspiegelbepalingen niet zinvol (15). Interpretatie resultaten De therapeutische serumconcentratie van digoxine voor atriumfibrilleren ligt in het algemeen tussen 0,8-2,0 μg /l. Bij een aantal patiënten is een hogere serumconcentratie nodig om het therapeutisch effect te bereiken. De therapeutische serumconcentratie voor hartfalen lijkt tussen 0,5-0,9 μg/l te liggen (7). Bij een serumconcentratie hoger dan 2,0 μg/l neemt de kans op bijwerkingen snel toe. Toxische verschijnselen treden in het algemeen op bij spiegels > 2,5 μg/l (8) en vanaf 4,0 μg/l is aanzienlijke toxiciteit te verwachten. In de praktijk blijkt echter dat sommige patiënten hoge spiegels toch goed kunnen verdragen. Daartegenover staat dat een belangrijk deel van de patiënten (ca 25%) toxiciteit ervaart bij serumconcentraties 1,5 2,0 μg/l (9). Afhankelijk van de gebruikte analysemethode wordt bij neonaten een therapeutisch spiegel aangehouden tot 4,0 μg /l i.v.m. een mogelijke vals positieve uitslag, veroorzaakt door de aanwezigheid van digoxin-like immunoreactive substances (DLIS). Ook zijn deze DLIS aanwezig in monsters van patiënten met lever- of nierfunctiestoornissen en bij zwangeren. Deze DLIS kunnen bij een aantal immunoassays de analyse storen waardoor de spiegels hoger uitvallen (10). Sporten kan de serumconcentratie doen dalen aangezien de concentratie in de spieren door sporten wordt verhoogd. Uit onderzoek is gebleken dat tussen verschillende laboratoria en de verschillende assays substantiële verschillen in digoxinespiegel gezien worden (11). Het wordt aangeraden een digoxinespiegel altijd in combinatie met overige patiëntgegevens te beoordelen (6). Farmacokinetiek en -dynamiek (1) F % CL (l/kg/uur) V t½, ß (uur) Eiwitbinding % Tmax (uur) (na orale inname) volwassenen terminaal nierfalen Tabletten: 60-80 Drank: 70-85 Tabletten: 60-80 Drank: 70-85 0.13 475-500 l 34-44 25 1-2 0.04 Tot 50% lager 88-120 25 1-2 Voedsel is enigszins van invloed op de snelheid van absorptie, maar in het algemeen niet op de hoeveelheid, tenzij de maaltijd erg vezelrijk is. Digoxine wordt grotendeels onveranderd in de urine uitgescheiden via glomerulaire filtratie en actieve tubulaire secretie (12). Een klein deel wordt in de lever of in de darm gemetaboliseerd tot minder actieve of inactieve metabolieten. Digoxine wordt hoofdzakelijk renaal geklaard (75%), verder via de lever (20%) en de gal (6%). TDM-monografie Digoxine september 2014 (concept) Pagina 3 van 6

Bij tien procent van de patiënten lijkt digoxine voor meer dan 40% door de lever te worden gemetaboliseerd. Bij deze patiënten moet wellicht een hogere dosis worden toegediend. Bij leverfunctiestoornissen is het in principe niet noodzakelijk de dosis aan te passen. Digoxine is een substraat voor het transporteiwit P-glycoproteine. Via dit transporteiwit wordt digoxine actief uit de enterocyten terug in het darmlumen gepompt. Ook vindt actieve tubulaire secretie via P-glycoproteine plaats. Een versterkt farmacodynamisch effect bij constante spiegel kan optreden bij hypokaliëmie, hypercalciëmie, hypothyreoidie en ouderen. Hier kunnen lagere doseringen zijn vereist. Een verminderd effect kan optreden bij hyperkaliëmie, hypocalciëmie, hyperthyreoidie en neonaten waardoor hogere doseringen vereist zijn (6). Geneesmiddel geneesmiddel interacties (1) Digoxine kent relatief veel interacties met andere geneesmiddelen, de belangrijkste zijn: Afname digoxine: colestyramine, hypericum, penicillamine, oraal sulfasalazine, tipranavir. Toename digoxine: amiodaron, diltiazem, itraconazol, ketoconazol, kinidine, propafenon en verapamil, mogelijk vanwege P-gp remming. Toename digoxine: macroliden, mogelijk vanwege een vermindering van de presystemische eliminatie en via P-gp remming. Toename digoxine: boceprevir, chloroquine, ciclosporine, darunavir, elvitegravir, hydroxychloroquine, lopinavir, rilpivirine, ritonavir en telaprevir. Het mechanisme is niet duidelijk. Hypokaliemie verhoogt de toxiciteit van digoxine (bijv. de combinatie met thiazide- of lis-diuretica)(16). Populatiemodellen Vd (l) Kelm (uur -1 ) Algemeen ± 500 0.0288 ± 0.0058 Kelr (uur - 1 /ml/min) 0.00045 ± 0.00010 K12 (uur -1 ) 0.56 ± 0.11 K21 (uur -1 ) 0.15 ± 0.03 F Ka (uur - 0.65 ± 0.10 1 ) 0.61 ± 0.12 Literatuur 10 CL i.v. (l/h/kg) CL p.o. Vd i.v. (l/kg) Vd p.o. Literatuur (l/h/kg) (l/kg) prematuren <3 mnd, < 1,5 kg 0.045 0.053 3.5 4.2 13 prematuren <3 mnd, 1,5-2,5 kg 0.08 0.086 5.1-5.2 5.6-6.8 13 prematuren <3 mnd, >2,5 kg 0.102 0.134 5.1-5.2 5.6-6.8 13 neonaten 3-12 mnd 0.186 0.163-0.210 9.4 8.2-10.6 13 kinderen 1-5 jaar 0.222 0.253-0.229 11.2 12.8-11.5 13 kinderen 6-10 jaar 0.190 0.170 8.4-9.6 7.5-8.6 13 kinderen 11-18 jaar 0.162 0.149 8.4-9.6 7.5-8.6 13 volwassenen +/- 0.104 0.13 +/- 8.3 +/- 6.5 10,14 TDM-monografie Digoxine september 2014 (concept) Pagina 4 van 6

Colofon Deze richtlijn is herzien door: J. Aleman, AIOS ziekenhuisfarmacie en M.E. Attema-de Jonge, ziekenhuisapotheker. Onder auspiciën van de van de, september 2014. 1. Monografie digoxine, Informatorium Medicamentorum via www.kennisbank.knmp.nl, augustus 2014 2. Datta P. Stability of digoxin and digitoxin in specimens collected in blood collection tubes containing serum separator gels. Clin Biochem. 1998 Jun;31(4):273-5. 3. Emit 2000 Digoxin Assay, Siemens 2010-03 edition 4. Aronson JK(1), Hardman M. ABC of monitoring drug therapy. Digoxin. BMJ. 1992 Nov 7;305(6862):1149-52. 5. Use of anticoagulants in diagnostic laboratory investigations, stability of blood, plasma and serum samples. WHO, Geneva 2002 6. Monografie Digoxin, Martindale, the complete drug reference, via www.micromedexsolutions.com. Augustus 2014 7. Rathore SS(1), Curtis JP et al. Association of serum digoxin concentration and outcomes in patients with heart failure. JAMA. 2003 Feb 19;289(7):871-8. 8. Abad-Santos, e.a. Digoxin level and clinical manifestations as determinants in the diagnosis of digoxin toxicity. Ther Drug Monitor 2000; 22: 163-168. 9. Reuning R, Sams R, Notari R. Role of pharmacokinetics in drug dosage adjustment. 1. Pharmacologic effects, kinetics and apparent volume of distribution of digoxin. J Clin Pharmacol 1973; 13: 127-141. 10. Azzazy HM, e.a. Multicenter study of Abbott AxSYM Digoxin II assay and comparison with 6 methods for susceptibility to digoxin-like immunoreactive factors. Clin Chem 1997; 43: 1635-40. 11. Rogers NM(, Jones T, Morris RG. Frequently discordant results from therapeutic drug monitoring for digoxin: clinical confusion for the prescriber. Intern Med J. 2010 Jan;40(1):52-6. 12. Mooradian AD. Digitalis. An update of clinical pharmacokinetics, therapeutic drug monitoring TDM-monografie Digoxine september 2014 (concept) Pagina 5 van 6

techniques and treatment recommendations. Clin Pharmacokinetics 1988; 15:165-79. 13. Hastreiter, e.a. Maintenance digoxine dosage and steady-state plasma concentration in infants and children. J Paediatrics 1985;107 :140-146. 14. Goodman & Gillman s The Pharmacological Basis of Therapeutics, negende editie, McGraw Hill, 1996 15. CBO, Multidiciplinaire richtlijn hartfalen, 2010. In te zien via www.nvvc.nl 16. Toxicologie monografie digoxine, in te zien via www.toxicologie.org TDM-monografie Digoxine september 2014 (concept) Pagina 6 van 6