Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Jaarverslag 2015

Vergelijkbare documenten
Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie

Hoge Raad voor de Justitie. Kerncijfers uit het jaarverslag 2010

JAARVERSLAG Hoge Raad voor de Justitie

INHOUD. Inhoud. Inleiding... 20

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

JAARVERSLAG Hoge Raad voor de Justitie

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie. Sophie Voituron - «Bruxelles - Les salles de décision».

Gerechtelijk Wetboek

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek i.v.m. de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur.

Jaarverslag Hoge Raad voor de Justitie. Sophie Voituron - «Bruxelles - Les salles de décision».

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI

HOOFDSTUK Vter. <Ingevoegd bij W /47, art. 46, Inwerkingtreding : > Benoemings en aanwijzingsprocedure.

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vquater. De gerechtelijke stage

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure

Krokusplan. Projectenplan van de Hoge Raad voor de Justitie. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice

Gerechtelijk Wetboek

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI

Hoge Raad voor de Justitie. Conseil Supérieur de la Justice

H O G E R A A D V O O R D E J U S T I T I E C O N S E I L S U P E R I E U R D E L A J U S T I CE

GERECHTELIJK WETBOEK TITEL VI

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vter. Benoemings- en aanwijzingsprocedure

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Verenigde Benoemings- en Aanwijzingscommissie

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vbis. Hoge Raad voor de Justitie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Rolnummer Arrest nr. 83/99 van 15 juli 1999 A R R E S T

Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Vbis. Hoge Raad voor de Justitie

(4-606) 1. Huidige benoemingsregeling voor de referendarissen bij het Hof van Cassatie en mogelijke overstap naar de magistratuur

Advies van de Verenigde Benoemingscommissies voor het Notariaat

I. Mobiliteit binnen de rechterlijke macht.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2006

Rolnummer Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T

REGLEMENT BETREFFENDE DE SAMENSTELLING VAN HET BUREAU VAN DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER NIVEAU VAN HET ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK PERSONEEL VAN DE GEINTEGREERDE POLITIE

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen.

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

Orde van Vlaamse Balies

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2005

Reglement voor toelating tot het eerste jaar van de Basiscyclus in gemeentelijk management

OMZENDBRIEF Nr. 161 (rev. 1)

Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

Benoemingsvoorwaarden

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Ieder advocaat stelt vrij zijn jaarlijks vormingsprogramma samen. Het volgen van activiteiten van permanente vorming levert punten op.

PROCEDUREREGLEMENT. Raad van de. Versie

DEONTOLOGIE TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. TITEL 2.

Verkiezing van de leden van de. Adviesraad van de magistratuur

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

DEONTOLOGIE. Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING.

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

Het wetsvoorstel houdt een aantal maatregelen in met betrekking tot de benoeming, de opleiding en de werving van magistraten, te weten:

Een oplossing voor de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement Brussel 4 oktober 2011

PUBLIC. Brussel, 2 februari 2010 (03.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5931/10 LIMITE JUR 56 INST 25 COUR 12

0234/2003/N Commissie van Beroep definitieve beslissing. Weigering tot toelating tot de stage profiel van stagemeester

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016

DE WERVING, SELECTIE, INITIËLE OPLEIDING EN LOOPBAAN VAN MAGISTRATEN IN BELGIË EN IN ENKELE ANDERE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE DIVERSITEIT TROEF

DE LARCIER WETBOEKEN. Deel I. Burgerlijk en Gerechtelijk Recht

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

Organisatie van de rechtspraak - België

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK PERSONEEL VAN DE GEINTEGREERDE POLITIE

Hof van Cassatie van België

over de bepalingen van het wetsontwerp Potpourri V met betrekking tot het lot van de korpschefs na het einde van hun mandaat

GERECHTELIJK WETBOEK

Datum van inontvangstneming : 18/07/2014

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2008

Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.

Conseil supérieur de la Justice Hoge Raad voor de Justitie HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE JAARVERSLAG 2009

GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T

VR 2016 DOC.0943/1BIS

1. Hoeveel zaken zijn op dit moment hangende bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen?

RAAD VAN STATE TITEL II. - BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

JUSTITIEPLAN EEN EFFICIËNTE JUSTITIE VOOR MEER

Hof van Cassatie van België

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

KB ADMINISTRATIEF en GELDELIJK STATUUT AMBULANCIERS

Boekhouder/Financieel Deskundige (m/v) Voltijds - Nederlandstalig Bij de steundienst van het hof van cassatie

Audit Parket van BERGEN Sectie verkeerszaken Afdelingen BERGEN en DOORNIK

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE (EPSO)

Zesde staatshervorming - Mobiliteit en Openbare Werken - Juridische geschillen tussen federale en Vlaamse overheid

Mandaat- en profielbeschrijving van een onafhankelijk lid van het Gemeenschappelijk Auditcomité van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit

Standpunt van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het deskundigenonderzoek

Spotlights - september 2012

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Transcriptie:

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Jaarverslag 2015

Jaarverslag 2015 Verslag goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 11 mei 2016 Er bestaat ook een Franse versie van dit verslag. Il existe aussi une version française de ce rapport. U kunt dit verslag raadplegen of downloaden op de website van de Hoge Raad voor de Justitie of via onderstaande QR code: Hoge Raad voor de Justitie IJzerenkruisstraat 67 B-1000 Brussel Tel: +32 (0)2 535 16 16 www.hrj.be

Inhoudstafel I. INLEIDING... 1 II. BELEID... 2 III. LOOPBAAN... 4 3.1. Examens... 5 3.1.1. Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage... 5 3.1.2. Examen inzake beroepsbekwaamheid... 5 3.1.3. Mondelinge evaluatie-examen... 6 3.1.4. Beleid, evoluties en perspectieven... 7 3.2. Benoemingen en aanwijzingen... 10 3.2.1. Inleiding... 10 3.2.2. Kerncijfers... 12 3.2.3. Tendensen en evoluties... 17 3.2.4. Beleid en aanbevelingen... 22 3.3. Vorming... 26 IV. ADVIES... 27 4.1. Ambtshalve advies van 27 mei 2015 over het voorontwerp van wet houdende wijzigingen van het burgerlijk procesrecht (potpourri I)... 27 4.2. Ambtshalve advies van 27 mei 2015 over de bijzondere mandaten binnen de rechtbanken van eerste aanleg... 28 4.3. Ambtshalve advies van 24 juni 2015 over het voorontwerp van wet tot wijziging van het strafrecht en de strafprocedure (potpourri II)... 28 4.4. Ambtshalve advies van 24 juni 2015 over het wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in verband met de mandaten en de evaluatie van de korpschefs van de zittende magistratuur... 29 4.5. Ambtshalve advies van 28 oktober 2015 over Hoofdstuk IV Efficiënt functionerende justitiediensten van het Justitieplan... 29 4.6. Ambtshalve advies van 17 december 2015 over het voorontwerp van wet betreffende de internering en diverse bepalingen inzake justitie (voorontwerp Potpourri III )... 29 4.7. Ambtshalve advies van 21 december 2015 over de curatoren van onbeheerde nalatenschap... 30 V. CONTROLE... 31 5.1. Klachten... 31 5.1.1. Welke klachten behandelt de HRJ?... 31 5.1.2. Procedure... 32 5.1.3. Klachten in 2015... 33 5.1.4. Gegronde klachten in 2015... 33 5.1.5. Enkele beslissingen genomen in 2015... 34 5.2. Audits en bijzondere onderzoeken... 37 5.2.1. Audit van de Nederlandstalige Rechtbank van Koophandel te Brussel... 37 5.2.2. Bijzonder onderzoek voorrecht van rechtsmacht... 37 5.2.3. Opvolging van de audit beleid inzake bijzondere mandaten in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen.... 38 5.2.4. Audit van de rechtbank van eerste aanleg van Henegouwen... 39 5.2.5. Tweede opvolging audit Hof van Beroep Brussel... 42 VI. INTERNATIONAAL... 44 VII. LEDEN EN PERSONEEL... 45 VIII. REKENINGEN... 46

1 I. INLEIDING Overeenkomstig artikel 151 van de Grondwet en hoofdstuk Vbis van het Gerechtelijk Wetboek heeft de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) in 2015 doorlopend activiteiten vervuld op het vlak van: Aanwerving, selectie en benoeming van de leden van de rechterlijke orde; Behandeling van klachten over de werking van de rechterlijke organisatie; Verstrekken van adviezen aan de minister van Justitie, de regering en het parlement over de werking van de rechterlijke organisatie; Doorlichting en bijzonder onderzoek van de werking van de rechterlijke organisatie. Op het vlak van beleid heeft de Hoge Raad in 2015 gewerkt aan de uitvoering van zijn meerjarenplan 2012-2016. Over deze activiteiten wordt gerapporteerd in dit verslag. 1.1. HRJ in het kort De Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) ijvert sinds 2000 voor een betere werking van de rechterlijke orde in België. Hij doet dat op drie manieren. Loopbaan: De HRJ organiseert de examens voor de magistratuur en draagt magistraten voor ter benoeming door de minister van Justitie. Controle: De HRJ voert externe controle uit op de werking van de rechterlijke orde, via audits, bijzondere onderzoeken en de behandeling van klachten over de werking. Advies: De HRJ neemt initiatieven en geeft adviezen ter verbetering van de werking van justitie, ten behoeve van de burger. De Hoge Raad voor de Justitie telt 44 leden die een mandaat van vier jaar uitoefenen. Om de vier jaar worden 22 magistraten verkozen door de voltallige Belgische magistratuur en worden 22 nietmagistraten aangeduid door de Senaat. Hiervoor is een meerderheid van tweederde van de stemmen nodig. De HRJ is dus een gemengde instelling. Aan het eind van hun mandaat van vier jaar kunnen de leden zich één keer herverkiesbaar stellen. In september 2012 is het vierde mandaat (2012-2016) van start gegaan. 1.2. Onafhankelijk De leden hoeven geen verantwoording af te leggen aan een externe instantie, wel aan de eigen Algemene Vergadering van de Hoge Raad, onder meer in verband met een strikt na te leven deontologie.

2 II. BELEID De Hoge Raad voor de Justitie heeft in 2003 beslist zijn beleid voor het volgende decennium in een managementplan vast te leggen. Dit plan omvat volgende strategische doelen: de selectie en loopbaan van de magistraten optimaliseren; voorwaarden scheppen voor een beter management in de rechterlijke orde; de toezichtsbevoegdheid van de Hoge Raad professionaliseren; de adviesverlening optimaliseren; een externe samenwerkingscultuur bevorderen; een communicatiebeleid ontwikkelen; de interne werking van de Hoge Raad optimaliseren. Bij het begin van ieder mandaat (4 jaar) worden een aantal van deze doelen vertaald in projecten die opgenomen worden in een meerjarenplan. Dit plan wordt uitgevoerd gedurende het mandaat. De projecten hebben tot doel bij te dragen tot de realisatie van de voormelde strategische doelen. Het meerjarenplan 2012-2016, dat op 12 december 2012 werd goedgekeurd (zie www.hrj.be), groepeert in drie programma s een geheel van activiteiten die het uiteindelijke doel hebben de dienstverlening van justitie aan de burger te verbeteren en zijn vertrouwen in justitie te versterken: 1. Programma De relatie tussen de burger/de maatschappij en justitie verbeteren 2. Programma Verbetering werking rechterlijke organisatie 3. Programma Verbetering dienstverlening Hoge Raad voor de Justitie De twee eerste programma s zijn extern gericht, enerzijds op de relatie burger-justitie en anderzijds op de rechterlijke organisatie. Het derde programma is intern gericht. In het kader van deze programma s werd in 2015 onder meer volgende initiatieven genomen: Contactpunt Actoren Justitie Dagelijks zetten ontelbare mensen zich met hart en ziel in om de werking en dienstverlening van Justitie aan de burger te optimaliseren. Goede praktijken die lokaal worden ontwikkeld verdienen het om te worden bekendgemaakt, zodat anderen ze desgewenst kunnen overnemen, opmerkingen formuleren en suggesties doen. De Hoge Raad heeft daarom op zijn website een platform gecreëerd waar de actoren van Justitie terecht kunnen met voorstellen ter verbetering van de werking van Justitie of opmerkingen over wetgevende initiatieven: http://www.hrj.be/nl/inhoud/contactpunt-actoren-justitie. Voorbereiding mandaat 2016 2020 Het mandaat van de huidige leden van de Hoge Raad voor de Justitie verstrijkt in september 2016. De verkiezing van de nieuwe leden-magistraten heeft plaatsgevonden op 4 maart 2016 en de benoeming van de leden nietmagistraten door de Senaat zal plaatsvinden in het voorjaar 2016. Als gevolg van de hertekening van het gerechtelijk landschap en de hervorming van de rechterlijke organisatie dienden de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek en de reglementering met betrekking tot de aanstelling van de leden te worden verduidelijkt, vereenvoudigd of soms verbeterd.

3 De Hoge Raad heeft daartoe voorstellen geformuleerd aan de minister van Justitie. De nodige aanpassingen werden doorgevoerd bij : - de Wet van 23 november 2015 tot aanpassing van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek inzake de verkiezing en de aanstelling van de leden van de Hoge Raad voor de Justitie (B.S., 27 november 2015); - en het koninklijk besluit van 26 december 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 houdende de vaststelling van de verkiezingsprocedure voor de ledenmagistraten van de Hoge Raad voor de Justitie (B.S., 31 december 2015). Inzake andere initiatieven wordt verwezen naar de hoofdstukken IV en V.

4 III. LOOPBAAN In België kan toegang tot de magistratuur enkel worden verkregen door te slagen voor een examen. Er zijn drie soorten examens: het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage, het examen inzake beroepsbekwaamheid en het mondelinge evaluatie-examen. Deze examens worden ingericht door de Hoge Raad voor de Justitie. Wie voor een magistratenexamen geslaagd is en desgevallend de stage doorlopen heeft, wordt niet automatisch magistraat. Om te beginnen blijft het wel degelijk wachten op een vacature. Eens die in het Belgisch Staatsblad verschenen is, heb je een maand tijd om je kandidaat te stellen. De Hoge Raad voor de Justitie moet de meest geschikte kandidaat voordragen voor een benoeming in een vacature van magistraat of een aanwijzing in een mandaat van korpschef. Zoals in alle sectoren van de samenleving staat het belang van een goede (bij)scholing voor magistraten buiten kijf. De Hoge Raad voor de Justitie schrijft de algemene richtlijnen voor de gerechtelijke stage en de permanente opleiding van de magistraten. Sinds 2008 word de opleiding niet meer verzorgd door de Hoge Raad, maar door het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding. 779 Kerncijfers Verenigde commissie NL commissie FR commissie Totaal 424 355 80 151 160 3 68 3 69 88 Deelnemers examens Voordrachten Vacante plaatsen

5 3.1. Examens 3.1.1. VERGELIJKEND TOELATINGSEXAMEN TOT DE GERECHTELIJKE STAGE Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage is bedoeld voor jonge juristen met weinig beroepservaring (minimum 1 jaar juridische ervaring) die snel een loopbaan als magistraat willen beginnen. Dit is een onrechtstreekse toegangspoort tot de magistratuur omdat de geslaagden van dit examen eerst nog met succes een stage moeten doorlopen, alvorens ze kunnen solliciteren voor een vacante post. Aan het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage namen tijdens het gerechtelijk jaar 2015-2016 (oproep tot kandidaatstelling bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 september 2015) 160 Nederlandstalige kandidaten, 132 Franstalige kandidaten en 2 Duitstalige kandidaten deel. 26 Nederlandstalige kandidaten (of 16,25%) en 24 (of 17,91%) Franstalige kandidaten zijn geslaagd. Het aantal plaatsen van gerechtelijke stagiairs dat zal worden opengesteld voor indiensttreding op 1 oktober 2016 was op het ogenblik van de goedkeuring van dit verslag nog niet bekend. DEELNEMERS Aantal 294 Man 25% Vrouw 75% Gem. leeftijd 31 jaar Balie-ervaring 71% PROFIEL GESLAAGDEN Aantal 50 Man 30% Vrouw 70% Gem. leeftijd 30 jaar Balie-ervaring 70% 3.1.2. EXAMEN INZAKE BEROEPSBEKWAAMHEID Het examen inzake beroepsbekwaamheid kan worden beschouwd als een rechtstreekse toegangsmogelijkheid tot de magistratuur. Dit examen is bedoeld voor ervaren juristen. Hoewel de enige voorwaarde voor de inschrijving voor het examen bestaat in het bezitten van een licentie/master in de rechten, moeten geslaagden voor dit examen een beroepservaring van ten minste vijf jaar doen gelden om nuttig te kunnen solliciteren voor een plaats bij het parket, en tien jaar voor een plaats bij de zetel. Een geslaagd examen levert een getuigschrift van beroepsbekwaamheid op, dat zeven jaar geldig is te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal van het examen. Ook gedurende het jaar 2015 werd een examen inzake beroepsbekwaamheid georganiseerd (oproep tot kandidaatstelling in het Belgisch Staatsblad van 19 december 2014). Aan dit examen hebben 246 Nederlandstalige kandidaten, 209 Franstalige kandidaten en 1 Duitstalige kandidaat deelgenomen. 24 Nederlandstalige kandidaten (of 9,76%) en 20 (of 9,57%) Franstalige kandidaten zijn geslaagd.

6 DEELNEMERS Aantal 456 Man 32% Vrouw 68% Gem. Leeftijd 36 jaar Balie-ervaring 84% PROFIEL GESLAAGDEN Aantal 44 Man 45% Vrouw 55% Gem. Leeftijd 36 jaar Balie-ervaring 86% 3.1.3. MONDELINGE EVALUATIE-EXAMEN Het mondelinge evaluatie-examen, dat gewoonlijk de derde toegangsweg wordt genoemd, is bedoeld voor ervaren advocaten. Om te kunnen deelnemen moet men gedurende 20 jaar als voornaamste beroepsactiviteit het beroep van advocaat hebben uitgeoefend of minstens 15 jaar als voornaamste beroepsactiviteit het beroep van advocaat hebben uitgeoefend en minstens vijf jaar een functie hebben bekleed die een gedegen kennis van het recht vereist. Het mondelinge evaluatie-examen wordt tweemaal per jaar georganiseerd. De geslaagden kunnen zich, gedurende drie jaar te rekenen vanaf de datum van de afgifte van hun machtiging, kandidaat stellen voor een vacante betrekking als magistraat. Het aantal personen dat via deze weg tot de magistratuur kan toetreden, is per rechtsgebied beperkt tot 12%, naargelang het geval, van het totaal aantal vrederechters en rechters in de politierechtbank van het rechtsgebied van het hof van beroep (art. 187ter van het Gerechtelijk Wetboek), of van het totaal aantal rechters bij de rechtbanken van eerste aanleg, de rechtbanken van koophandel en de arbeidsrechtbanken gelegen in het rechtsgebied van het hof van beroep of van het arbeidshof (art. 191ter van het Gerechtelijk Wetboek). Aantal deelnemers aan het mondelinge evaluatie-examen in 2015: 18 Nederlandstalige kandidaten en 11 Franstalige kandidaten. Aantal geslaagden: 6 Nederlandstalige kandidaten (hetzij een slaagpercentage van 33,33%) en 3 Franstalige kandidaten (hetzij een slaagpercentage van 27,27%). DEELNEMERS Aantal 29 Man 59% Vrouw 41% Gem. leeftijd 51 jaar Balie-ervaring 25 jaren PROFIEL GESLAAGDEN Aantal 9 Man 44% Vrouw 56% Gem. leeftijd 51 jaar Balie-ervaring 25 jaren

7 3.1.4. BELEID, EVOLUTIES EN PERSPECTIEVEN Examenbeleid Het programma van het examen inzake beroepsbekwaamheid georganiseerd in 2015 werd bekrachtigd bij een ministerieel besluit van 15 juli 2014, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 september 2014. De programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage voor het gerechtelijk jaar 2015-2016 werden bekrachtigd bij ministerieel besluit van 20 augustus 2015, dat op 7 september 2015 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. In verband met die programma s benadrukken we met prioriteit de volgende punten: Sinds 2013 worden het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en het examen inzake beroepsbekwaamheid georganiseerd op een wijze die meer de nadruk legt op het kunnen van een kandidaat-magistraat, eerder dan op het kennen. Deze examenvorm werd behouden voor de betrokken periode. Met de nieuwe examenvorm wordt onder meer gepeild naar het juridisch denkvermogen van de kandidaten, naar hun vermogen om een casus te analyseren en, rekening houdend met alle elementen die eigen zijn aan die praktijkgeval, een (juridisch) correcte oplossing naar voren te schuiven die tevens een maatschappelijk effectieve oplossing is. Van de kandidaten wordt verwacht dat zij bij het formuleren van de (juridische) oplossing optimaal rekening houden met de specifieke en breed-maatschappelijke context die de casus kenmerkt. De beide examens bestaan voortaan uit twee onderdelen, een schriftelijke proef en een mondelinge proef. De psychologische testen werden behouden in het kader van de examens inzake beroepsbekwaamheid in 2015 en het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage van de zittijd 2015-2016. Deze testen kunnen cognitief-analytische testen en/of een persoonlijkheidsvragenlijst omvatten. Toch werd er een zekere soepelheid in de examenprogramma s gelaten zodat elke commissie kan beslissen of ze deze testen al dan niet organiseert, of op welk moment ze deze inlast (voor de deelnemers aan de schriftelijke proef, dan wel enkel voor de deelnemers aan de mondelinge proef). Met dit project neemt de Hoge Raad voor de Justitie een voorbeeld aan de normen inzake selectieprocedures en -methoden die voor een hele brede waaier functies gehanteerd worden. De psychologische proeven zijn erop gericht om de examencommissie een beeld te verschaffen van bepaalde competenties waarover de kandidaten beschikken, dit in het licht van de vaardigheden die mogen verwacht worden van een magistraat (adequaat omgaan met macht, besluitvaardigheid, stressbestendigheid, etc.) en dienen aldus ter voorbereiding van het mondelinge deel van het examen. Er dient te worden opgemerkt dat, op grond van de ervaringen gedurende de voorbije jaren, de examenprogramma s 2015-2016 werden bijgestuurd, teneinde aan de leden van de examenjury s de mogelijkheid te bieden de resultaten van de psychologische proeven te hanteren om het niet-slagen van een kandidaat te motiveren. Sensibiliseren en informeren De Hoge Raad voor de Justitie was opnieuw present op de jobinfobeurzen die de universiteiten voor de studenten rechten organiseren. Op die jobinfobeurzen kregen de aanwezigen informatie over de examens die de HRJ organiseert en over de loopbaanmogelijkheden binnen de magistratuur.

8 Zo kan bij potentiële kandidaten die anders misschien moeilijk kunnen worden bereikt, de interesse voor een loopbaan in de magistratuur gericht en prospectief worden gewekt. Burgers bewust maken van hun mogelijke toekomst binnen de magistratuur, is een investering die behouden moet blijven. Een opvallende vaststelling bij de laatstejaarsstudenten is hun belangstelling voor een loopbaan als parketmagistraat en voor de bijzondere mandaten van onderzoeks- en jeugdrechter. Net zoals de voorgaande jaren hebben de benoemingscommissies algemene infosessies georganiseerd voor de kandidaten die voor de examens zijn ingeschreven. Daarin werd vooral toelichting verschaft over de examenprogramma s, de concrete modaliteiten van de examens en over de verwachtingen van de jury s. Opdat de kandidaten zich optimaal zouden kunnen voorbereiden, zijn er diverse documenten op de website van de HRJ gezet zoals de powerpointpresentaties van de infosessies, enkele goede examenkopijen van vorige jaren (Franstalige commissie) of een tijdsplanning van de examens zodat (potentiële) kandidaten ruimschoots op voorhand kunnen inschatten op welke tijdstippen zij zich dienen vrij te maken voor de diverse proeven. Bovendien werd voor de kandidaten die dit wensten voorzien in feedbacksessies met diverse leden van de examenjury. Evoluties en vooruitzichten 1 Wat het aantal inschrijvingen voor de examens betreft hebben we een gevoelige daling waargenomen van het aantal inschrijvingen voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage 2015-2016 2 (382 inschrijvingen ten opzichte van 463 voor de zittijd 2014-2015, ten opzichte van 460 inschrijvingen voor de zittijd 2013-2014 et 590 inschrijvingen voor de zittijd 2012-2013). De HRJ beschikt niet over objectieve elementen die deze relatieve daling van interesse voor de gerechtelijke stage kunnen verklaren. Er dient te worden nagegaan of in de toekomst specifieke maatregelen moeten worden genomen teneinde de communicatie naar de potentiële kandidaten te verbeteren (bv. Publiciteit rond de oproep tot de kandidaten, contacten met de balies, ). Het aantal inschrijvingen voor het examen inzake beroepsbekwaamheid dat in het jaar 2015 werd georganiseerd is relatief stabiel gebleven in verhouding tot de zittijd 2014 (552 inschrijvingen ten opzichte van 547 voor de zittijd 2014). 1 De cijfers weergegeven in dit onderdeel betreffen globale cijfers (Nederlandstalige + Franstalige kandidaten). 2 De oproep tot de kandidaten werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 september 2015. De rangschikking der laureaten werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 13 mei 2016.

9 De meeste kandidaten komen van de balie, zowel voor het toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage (71%) als voor het examen inzake beroepsbekwaamheid (84%). Die cijfers zijn nog meer uitgesproken bij de geslaagden (respectievelijk 82% advocaten bij het toelatingsexamen en 86% voor het examen inzake beroepsbekwaamheid). De meeste deelnemers aan de examens zijn vrouwen (75% vrouwen tegenover 25% mannen voor het toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en 68% vrouwen tegenover 32% mannen voor het examen inzake beroepsbekwaamheid). Bij het aantal geslaagden kunnen min of meer dezelfde verhoudingen worden vastgesteld: we zien 70% vrouwen en 30% mannen geslaagd voor het toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en 55% vrouwen en 45% mannen geslaagd voor het examen inzake beroepsbekwaamheid. Die tendens zien we ook op Europees niveau. Voor wat het mondelinge evaluatie-examen (3 de weg) betreft werd een gelijkaardige verhouding vastgesteld: 56% van de laureaten zijn vrouwen. Modernisering van de examenprocedures Sinds 2013 worden de schriftelijke proeven van de examens via computer afgenomen. Hiervoor wordt jaarlijks een specifiek budget vrijgemaakt, teneinde gebruik te kunnen maken van de infrastructuur van SELOR. De budgettaire impact hiervan is belangrijk en bedroeg ca. 70.000 euro voor de examens georganiseerd in 2015 (406 Nederlandstalige kandidaten en 344 Franstalige kandidaten) 3. De samenstelling van de examendossiers en de verbetering der examenkopijen blijft uiteraard een exclusieve bevoegdheid van de leden van de benoemings- en aanwijzingscommissies 4. De overstap naar geïnformatiseerde proeven vormt een significante verbetering voor het comfort van de kandidaten, terwijl tevens een voordeel wordt gerealiseerd op het vlak van de verbetering door de leden van de examenjury s. 3 De kostprijs bedraagt +/- 80 euro per kandidaat. 4 Met uitzondering van de Duitstalige kandidaten, waarvan de examenkopij overeenkomstig artikel 259bis-10, 2, van het gerechtelijk wetboek wordt verbeterd door een groep Duitstalige experten. Opgemerkt wordt dat, na de verbetering, de groep experten een rapport opmaakt ten behoeve van de examenjury, die soeverein is in zijn beoordeling in het kader van de deliberatie.

10 Vanuit deze optiek kon de HRJ, na de wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 2000 5, overgaan tot de invoering van een vereenvoudigde en gemoderniseerde inschrijvingsprocedure voor de examens. De kandidaten dienen zich voortaan online in te schrijven via de website van de HRJ en kunnen er eveneens de vereiste documenten downloaden. De nieuwe procedure is in werking sinds september 2015. Bovendien zullen vanaf januari 2016 6, ingevolge de inwerkingtreding van de zogenaamde only once-wet, bepaalde documenten, zoals het diploma, niet meer opnieuw gevraagd worden indien zij reeds eerder werden overgemaakt. 3.2. Benoemingen en aanwijzingen 3.2.1. INLEIDING De benoemings- en aanwijzingscommissies van de HRJ dragen de magistraten voor die benoemd of aangewezen (in het geval van korpschefs) worden door de Koning (lees: de minister van Justitie). Na de dossiers te hebben onderzocht en de kandidaten te hebben gehoord, kan de commissie: ofwel een kandidaat voordragen, omdat zij bij tweederde meerderheid van haar leden van oordeel is dat hij de voor de functie vereiste kwaliteiten en competenties bezit; ofwel geen enkele kandidaat voordragen (in welk geval de vacante plaats door de Federale Overheidsdienst Justitie automatisch opnieuw wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad). De voordracht wordt meegedeeld aan de minister van Justitie. Vervolgens kan de Koning: ofwel de keuze van de commissie bekrachtigen door de kandidaat te benoemen; ofwel deze voordracht weigeren en zijn beslissing met redenen omkleden (in welk geval het dossier opnieuw wordt bezorgd aan de commissie, die een nieuwe beslissing moet nemen); ofwel de beslissing niet nemen binnen de voorgeschreven termijn van 60 dagen na de ontvangst van het proces-verbaal van voordracht; in dat geval beschikt de commissie over een termijn van 15 dagen om een aanmaning aan de Koning te betekenen; wanneer de Koning binnen 15 dagen na de betekening geen beslissing treft, staat zijn weigering gelijk met een afwijzende beslissing waartegen beroep kan worden aangetekend bij de Raad van State, en de vacature wordt dan opnieuw bekendgemaakt. Voordrachten worden slechts uitzonderlijk geweigerd. We merken op dat voor een aantal in het Belgisch Staatsblad vacant verklaarde plaatsen geen enkele kandidatuur wordt ingediend. Deze plaatsen worden, soms meermaals, opnieuw gepubliceerd door de FOD Justitie. De toelichting bij de activiteiten van de benoemings- en aanwijzingscommissies heeft enkel betrekking op de vacante plaatsen waarvoor kandidaturen worden ingediend en waarvoor de dossiers worden overgemaakt aan de bevoegde commissies. 5 Koninklijk besluit van 21 september 2000 tot vaststelling van de wijze en de voorwaarden voor de organisatie van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend examen voor toelating tot de gerechtelijke stage. 6 Wet van 5 mei 2014 houdende verankering van het principe van de unieke gegevensinzameling in de werking van de diensten en instanties die behoren tot of taken uitvoeren voor de overheid en tot vereenvoudiging en gelijkschakeling van elektronische en papieren formulieren.

11 Aantal voordrachten (CND + BAC + VBAC) ** Aantal benoemingen of aanwijzingen (CND + BAC + VBAC) ** Weigeringen (CND + BAC + VBAC) ** 2001 333 307 25 2002 316 308 25 2003 300 294 6 2004 247 245 1 2005 243 239 4 2006 298 293 5 2007 236 234 1 2008 225 225 0 2009 217 216 1 2010 239 232 6 2011 210 204 6 2012 248 244 4 2013 288 288 2 2014 349 348 4 2015 151 148 3 ** CND: Franstalige Benoemings- en aanwijzingscommissie (commission de nomination et de désignation) BAC: Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie VBAC: Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie

12 3.2.2. KERNCIJFERS De Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie (BAC) De Nederlandstalige Benoemings- en aanwijzingscommissie heeft de dossiers van 672 kandidaten voor 69 vacant verklaarde plaatsen onderzocht, en heeft 68 voordrachten gedaan. Voor 2015 resulteerden 67 voordrachten in een effectieve benoeming of aanwijzing. Van de in 2015 Hoeveel kandidaten voor hoeveel plaatsen in 2015? gedane voordrachten werd er één geweigerd door de minister van Justitie, waarop een nieuwe voordracht werd gedaan. vacante plaatsen 489 aantal kandidaten Voordrachten 42 19 169 5 10 3 4 mannen vrouwen 39% 61% 58% 42% zetel parket Voor 1 vacante plaats van rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Oost-Vlaanderen heeft de BAC geen kandidaat voorgedragen. De commissie was van oordeel dat geen enkele van de kandidaten voor de desbetreffende vacante plaats voldoende bekwaam en geschikt waren om in aanmerking te komen voor een voordracht. Eén voordracht werd geweigerd door de Koning (lees: de minister van Justitie), met name de voordracht van een kandidaat voor de vacante plaats van voorzitter van de rechtbank van koophandel te Gent. Het dossier werd opnieuw overgemaakt aan de HRJ met het oog op het verrichten van een nieuwe voordracht. De initieel voorgedragen kandidaat werd opnieuw voorgedragen met het oog op aanwijzing in het desbetreffende mandaat. 672 KANDIDATEN Mannen 45% Vrouwen 55% Beroepservaring: 29 % magistraat, 34 % gerechtelijk stagiair, 30 % advocaat of 7 % andere (jurist in de overheids- of in de privésector, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris ) 68 VOORGEDRAGEN KANDIDATEN Mannen 52 % Vrouwen 48 % Beroepservaring: 38 % magistraat, 34 % gerechtelijk stagiair, 25 % advocaat of 3 % andere (jurist in de overheids- of in de privésector, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris )

13 De Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie (CND) De Franstalige Benoemings- en aanwijzingscommissie heeft de dossiers van 301 kandidaten voor 88 vacant verklaarde plaatsen 7 onderzocht en heeft 80 voordrachten gedaan. Voor 2015 resulteerden 78 voordrachten in een effectieve benoeming of aanwijzing. Van de in 2015 gedane voordrachten werden er twee geweigerd door de minister van Justitie. Deze hebben het voorwerp uitgemaakt van een nieuwe voordracht. Hoeveel kandidaten voor hoeveel plaatsen in 2015? vacante plaatsen aantal kandidaten 151 142 41 41 7 1 5 1 Voordrachten mannen 55% 45% vrouwen 65% 35% zetel parket Voor 8 vacante plaatsen heeft de CND geen enkele kandidaat voorgedragen. Daar zijn verscheidene redenen voor: 1. De enige kandidaat voor de vacante betrekking werd reeds voorgedragen voor een andere vacante plaats (1 geval). Wanneer een kandidaat meerdere vacante betrekkingen nastreeft en hij reeds voor één van die betrekkingen werd voorgedragen maar nog niet werd benoemd, dan draagt de benoemingscommissie de betrokken kandidaat niet voor in andere vacante plaatsen, teneinde een coherent benoemingsbeleid te voeren. Het zou uiteraard weinig zinvol zijn om een kandidaat voor te dragen voor een vacante betrekking indien hij waarschijnlijk kort nadien in een andere functie wordt benoemd. 2. Voor één vacante plaats werden twee kandidaturen ontvankelijk verklaard en beschikte de derde kandidaat niet over de vereiste competenties en vaardigheden voor het vacante ambt. 3. De kandidaat beschikte niet over het vereiste profiel voor de te begeven vacante plaats (1 geval). 4. De enige nuttig voor te dragen kandidaat heeft zijn kandidatuur ingetrokken (5 gevallen). 301 KANDIDATEN Mannen 40 % Vrouwen 60 % Beroepservaring: 31 % magistraat, 42 % gerechtelijk stagiair, 22 % advocaat of 5 % andere (jurist in de overheids- of in de privésector, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris ) 80 VOORGEDRAGEN KANDIDATEN Mannen 48 % Vrouwen 52 % Beroepservaring: 36 % magistraat, 32 % gerechtelijk stagiair, 28 % advocaat of 4 % andere (jurist in de overheids- of in de privésector, bedrijfsjurist, parketjurist, referendaris ) 7 De statistieken die in deze rubriek worden weergegeven hebben enkel betrekking op de in het Belgisch Staatsblad vacant verklaarde plaatsen waarvoor zich kandidaten hebben aangemeld. De plaatsen waarvoor er geen kandidaten zijn worden niet noodzakelijk overgemaakt aan de HRJ en worden automatisch opnieuw gepubliceerd door de FOD Justitie.

14 Twee voordrachten werden geweigerd door de Koning (lees: de minister van Justitie): - weigering van de voordracht van een kandidaat voor de vacante plaats van substituut-procureur des Konings bij het parket te Bergen, op grond van de vaststelling dat de kandidaat niet beantwoordde aan het voorschrift van artikel 216bis van het gerechtelijk wetboek (artikel dat voorziet in een wachtperiode van drie jaar na de benoeming in een welbepaald ambt, alvorens opnieuw te kunnen kandideren); - weigering van de voordracht van een kandidaat voor de vacante plaats van rechter in de rechtbank van koophandel van Bergen en Charleroi op grond van de vaststelling dat de voorgedragen kandidaat afstand deed van zijn kandidatuur voorafgaand aan zijn benoeming. De Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie (VBAC) De Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie (VBAC) bestaat uit de 14 Franstalige leden van de CND en de 14 Nederlandstalige leden van de BAC; ze volgt de pariteit magistraten/niet-magistraten. Ze is bevoegd om de programma s vast te leggen van het examen inzake beroepsbekwaamheid, van het toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en van het mondelinge evaluatie-examen, maar ook om, ten behoeve van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding, de algemene richtlijnen voor de vorming van de magistraten en de gerechtelijke stage voor te bereiden. De VBAC is ook bevoegd om kandidaten voor te dragen voor een benoeming in het gerechtelijk arrondissement Brussel, wanneer de wet vereist dat de kandidaat wettelijk tweetalig is (bijvoorbeeld voor de vrederechters), en voor de vacante plaatsen bij het federaal parket. Sinds 12 september 2014 wordt de VBAC voor een periode van twee jaar voorgezeten door de voorzitter van de Nederlandstalige commissie. In 2015 is de VBAC 3 keer samengekomen om de dossiers van 4 kandidaten te onderzoeken voor 3 vacante plaatsen. Ze heeft 3 kandidaten voorgedragen. Geen enkele voordracht werd geweigerd door de minister van Justitie.

15 De nieuwe standaardprofielen voor de korpschefs De benoemings- en aanwijzingscommissies dienen met het oog op de voordracht van de kandidaten voor een mandaat van korpschef, niet enkel de bekwaamheid en de geschiktheid 8 van de kandidaten te evalueren, maar moeten ook nagaan of ze voldoen aan de criteria die zijn bepaald door de standaardprofielen voor de functies van korpschef. Overeenkomstig artikel 259bis-13 van het Gerechtelijk Wetboek worden de standaardprofielen voorbereid door de Verenigde advies- en onderzoekscommissie. De standaardprofielen worden binnen een maand na goedkeuring door de Algemene Vergadering van de HRJ bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De eerste standaardprofielen werden op 16 september 2000 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. In het licht van de verschillende hervormingen van het gerechtelijk landschap en vooral van de omvorming van de gerechtelijke arrondissementen, vond de HRJ het noodzakelijk om nieuwe standaardprofielen op te stellen om die van 2000 te vervangen 9. Deze nieuwe profielen leggen met name meer de nadruk op het managementaspect van de functie van korpschef. In een eerste fase werden zes profielen uitgewerkt, namelijk: - het standaardprofiel voor de functie van voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, dat op 28 januari 2014 in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt; - de standaardprofielen voor de functies van voorzitter van een rechtbank van eerste aanleg, van voorzitter van een rechtbank van koophandel, van voorzitter van een arbeidsrechtbank, van procureur des Konings en van arbeidsauditeur, die op 6 november 2015 werden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Elk standaardprofiel vermeldt de voorwaarden waaraan de kandidaat-korpschefs idealiter moeten voldoen. De verschillende profielen worden volgens dezelfde structuur voorgesteld: 1. Identificatiegegevens (functiebenaming, organisatie, dienst) 2. Doel van de functie 3. Kernresultaatsgebieden 4. Netwerkelementen (van wie krijgt de functie informatie, welke informatie verkrijgt ze, onder welke vorm, aan wie wordt de informatie aangeleverd enz.) 5. Situering met organogram 6. Positionering (toezicht, leiding) 7. Autonomie 8. Impact (werkbudget) 9. Technische expertise 10. Innovatie 11. Specifieke invulling van de functie (geen permanent resultaatgebied) 12. Competentieprofiel (omgaan met informatie, omgaan met taken, omgaan met medewerkers, omgaan met relaties, omgaan met het eigen functioneren; kerncompetenties, met name: in team werken, servicegericht handelen, betrouwbaarheid tonen, zichzelf ontwikkelen, objectieven behalen). In 2016 zal de HRJ de standaardprofielen voltooien voor de functies van eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, eerste voorzitter van een hof van beroep, procureurgeneraal bij een hof van beroep, eerste voorzitter van een arbeidshof en federale procureur. 8 Art. 259quater, 3, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek met verwijzing naar art. 259ter, 4, van hetzelfde Wetboek (zie vooral het tiende lid). 9 Zie ook het koninklijk besluit van 29 juni 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 2000 tot vastlegging van de categorieën van standaardprofielen (Belgisch Staatsblad van 10 juli 2015).

16 Voordrachten in 2015 (BAC, CND en VBAC) (*) De vacatures die in het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt en geen kandidatuur hebben ontvangen, zijn niet in de onderstaande tabel opgenomen. Deze vacatures worden automatisch opnieuw door de FOD Justitie bekendgemaakt. Type vacatures Aantal vacante plaatsen (*) Aantal kandidaten Aantal kandidaten dat werd gehoord Aantal voordrachten Aantal weigeringen Aantal benoemingen en aanwijzingen Procureur-generaal bij het hof van beroep Voorzitter van de rechtbank van koophandel Voorzitter van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank Federaal magistraat bij het federaal parket Raadsheer in het Hof van Cassatie Raadsheer in het hof van beroep Raadsheer in het arbeidshof Plaatsvervangend raadsheer in het hof van beroep Substituut-procureurgeneraal bij het hof van beroep Substituut-generaal bij het arbeidshof 1 1 1 1 0 1 3 5 3 3 1 2 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 0 1 4 23 12 4 0 4 12 82 60 12 0 12 1 2 2 1 0 1 7 13 13 7 0 7 5 9 9 4 0 4 2 2 2 2 0 2 Vrederechter 7 12 12 7 0 7 Rechter in de politierechtbank Rechter in de rechtbank van eerste aanleg Rechter in de rechtbank van koophandel Rechter in de arbeidsrechtbank Plaatsvervangend rechter in de rechtbank van koophandel 8 39 37 7 0 7 38 428 380 38 0 38 9 37 26 8 1 7 5 18 16 5 0 5 1 1 1 1 0 1

17 Type vacatures Plaatsvervangend rechter in de arbeidsrechtbank Plaatsvervangend rechter in het vredegerecht Advocaat generaal bij het Hof van Cassatie Substituut-procureur des Konings Aantal voordrachten Substituutarbeidsauditeur Aantal vacante plaatsen (*) Aantal kandidaten Aantal kandidaten dat werd gehoord Aantal weigeringen Aantal benoemingen en aanwijzingen 1 1 1 1 0 1 1 2 2 1 0 1 1 3 3 1 0 1 47 287 277 41 1 40 5 10 10 5 0 5 Totaal 160 977 869 151 3 148 3.2.3. TENDENSEN EN EVOLUTIES Daling van het aantal gepubliceerde vacante plaatsen 10 In 2015 heeft de HRJ een significante daling van het aantal in het Belgisch staatsblad vacant verklaarde plaatsen vastgesteld: publicatie van 208 vacante plaatsen in 2015 ten opzichte van 269 in 2014, 353 in 2013, 297 in 2012, 294 in 2011 en 313 in 2010. Uit de onderstaande grafieken blijkt dat deze daling zich heeft ingezet vanaf 2014. Zij moet in verband gebracht worden met de budgettaire restricties opgericht door de regering, die de magistratuur niet ontzien. We merken op dat de daling meer specifiek betrekking heeft op de effectieve plaatsen van magistraat, inzonderheid op het niveau van eerste aanleg, en in mindere mate op het niveau van de hoven van beroep. Zij is daarentegen minder uitgesproken voor de plaatsen van plaatsvervangend rechter en plaatsvervangend raadsheer. 10 De opmerkingen die in deze rubriek zijn opgenomen hebben geen betrekking op de vacante plaatsen van rechter in sociale zaken, consulaire rechters en rechters en assessoren in de strafuitvoeringsrechtbanken, waarvoor de HRJ niet tussenkomt in de benoemingsprocedure.

18 Totaal zetel Zetel eerste aanleg, arbeids- koophandel, vredegerechten en politierechtbank Zetel hof van beroep, arbeidshof en Hof van Cassatie Totaal parket Parket procureur des Konings en Arbeidsauditeur Parket hof van beroep, arbeidshof, federaal en Hof van Cassatie Totaal plaatsvervangende rechters en raadsheren Plaatsvervangende rechters Plaatsvervangende raadsheren

19 De magistraat van de zetel Over het algemeen stelt zich geen probleem met betrekking tot het aantal kandidaten die voor een effectieve plaats binnen de zittende magistratuur solliciteren. Tot nu toe worden voor elke vacature voldoende kandidaturen ingediend. We melden alleen enkele moeilijkheden om een aantal plaatsen in te vullen van tweetalige vrederechters in het gerechtelijk arrondissement van Brussel, van rechters in de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel, en van rechters in de politierechtbank (Franstalig Brussel, Henegouwen en Luik). Die vacatures moesten meermaals worden bekendgemaakt. Enkele plaatsen van plaatsvervangende rechters en plaatsvervangende raadsheren werden overigens niet ingevuld door een gebrek aan een voldoende aantal kandidaten. Het aantal vrouwelijke (54%) en mannelijke kandidaturen (46%) voor de zetel was min of meer gelijk ten opzichte van voorgaande jaren. De voorgedragen kandidaten zijn afkomstig uit verschillende beroepsmilieus: 51 % is al magistraat, 29 % is afkomstig van de balie, 16 % was gerechtelijke stagiair en 4 % bekleedde andere juridische functies (bijv. jurist in de overheidssector of in de privésector, parketjurist, referendaris ). andere 4% gerechtelijk stagiairs 16% advocaten 29% magistraten 51% vrouwen 54% mannen 46%

20 De parketmagistraat Het probleem van het tekort aan kandidaten voor sommige vacatures (zowel eentalig als tweetalig) in de parketten bestaat nog, ook al neemt het geleidelijk af. Inzonderheid de Franstalige commissie werd opnieuw geconfronteerd met een aantal in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte vacatures waarvoor geen enkele kandidatuur werd ingediend. Deze plaatsen werden bijgevolg door de FOD Justitie opnieuw in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Het betreft in hoofdzaak plaatsen van substituut-procureur des Konings (eentalig of tweetalig), van fiscale substituut en van substituut-arbeidsauditeur. De Nederlandstalige commissie werd geconfronteerd met een grote toevloed aan kandidaten voor de beperkte vacante plaatsen bij het parket. Hoewel een duidelijke positieve evolutie kan worden waargenomen, blijven de benoemings- en aanwijzingscommissies overtuigd van de noodzaak om het imago van de parketten ten aanzien van de kandidaatmagistraten verder te verbeteren, waarbij de nadruk dient te worden gelegd op het belang, de verantwoordelijkheid en het dynamische karakter van de functie van een parketmagistraat. Het groter aantal vrouwelijke kandidaturen dan mannelijke kandidaturen dient te worden aangestipt, met name 57% vrouwen ten opzichte van 43% mannen. Dit gegeven moet worden gekoppeld aan het aantal deelnemers aan het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage en aan het examen inzake beroepsbekwaamheid, waaraan telkens een groter aantal vrouwen dan mannen heeft deelgenomen. De voorgedragen kandidaten voor de parketten komen vanuit verschillende professionele achtergronden: 18% was reeds magistraat, 11% komt uit de advocatuur, 67% was gerechtelijk stagiair en 4% vervulde andere juridische functie (bijv. jurist in de overheidssector of in de privésector, parketjurist, referendaris ). andere 4% magistraten 18% gerechtelijk stagiairs 67% advocaten 11% vrouwen 57% mannen 43%

21 Beroepen bij de Raad van State Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie Door de Raad van State in 2015 genomen beslissingen met betrekking tot de door de Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie vóór 2014 gedane voordrachten: In zijn arrest nr. 232.057 van 17 augustus 2015 heeft de Raad van State de afstand van geding vastgesteld in het beroep tegen de benoeming van een tegenkandidaat tot vrederechter van het derde kanton Brussel. Bij arrest nr. 232.352 van 28 september 2015 heeft de Raad van State eveneens de afstand van geding vastgesteld in het verwant beroep tot nietigverklaring van de beslissing van de Verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie tot voordracht van een tegenkandidaat voor de voormelde vacante plaats van vrederechter van het derde kanton Brussel. Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Beroepen ingediend met betrekking tot de voordrachten die in 2015 werden gedaan door de Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie: o o aanwijzingen tot het mandaat van korpschef: Nihil benoemingen: Een kandidaat heeft een verzoek tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende de benoeming van een substituut- procureur-generaal bij het hof van beroep te Luik. De Raad van State heeft zich nog niet uitgesproken over dit beroep. Door de Raad van State in 2015 genomen beslissingen met betrekking tot de door de Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie vóór 2015 gedane voordrachten: In zijn arrest nr. 231.264 van 19 mei 2015 heeft de Raad van State de vordering tot nietigverklaring van het Koninklijk besluit houdende de aanwijzing van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Bergen verworpen. In zijn arrest nr. 233.138 van 4 december 2015 heeft de Raad van State de vordering tot nietigverklaring van het Koninklijk besluit houdende de aanwijzing van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Nijvel verworpen. Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie Beroepen ingediend met betrekking tot voordrachten die in 2015 werden gedaan door de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie: o o aanwijzingen tot het mandaat van korpschef: Nihil. benoemingen: Een kandidaat heeft een verzoek tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende de benoeming van een tegenkandidaat tot raadsheer in het Hof van Cassatie. De Raad van State heeft zich nog niet uitgesproken over dit beroep. Een kandidaat heeft een verzoek tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende de benoeming van een tegenkandidaat tot vrederechter van het kanton Landen-Zoutleeuw. De Raad van State heeft zich nog niet uitgesproken over dit beroep.

22 Door de Raad van State in 2015 genomen beslissingen inzake de door de Nederlandstalige benoemings- en aanwijzingscommissie vóór 2015 gedane voordrachten: In zijn arrest nr. 229.940 van 22 januari 2015 heeft de Raad van State de vordering tot nietigverklaring van het koninklijk besluit houdende benoeming van een tegenkandidaat tot raadsheer in het Hof van Cassatie ingewilligd. Het dossier werd opnieuw overgemaakt aan de HRJ met het oog op het verrichten van een nieuwe voordracht. De initieel voorgedragen kandidaat werd opnieuw voorgedragen met het oog op benoeming in de desbetreffende functie. De initiële verzoekster heeft een nieuw verzoek tot nietigverklaring ingediend tegen het koninklijk besluit houdende de benoeming van de voorgedragen kandidaat. In zijn arrest nr. 229.941 van 22 januari 2015 heeft de Raad van State het beroep tot nietigverklaring van het koninklijk besluit houdende benoeming van een tegenkandidaat tot raadsheer in het Hof van Cassatie verworpen, op grond van de vaststelling dat het beroep zonder voorwerp was ingevolge de vernietiging van dezelfde bestreden beslissing bij arrest nr. 229.940 van 22 januari 2015. De Raad van State heeft in zijn arrest nr. 233.077 van 30 november 2015 de vordering tot nietigverklaring van het Koninklijk besluit houdende aanwijzing van een tegenkandidaat in het mandaat van voorzitter van de rechtbank van koophandel te Gent voor een termijn van vijf jaar ingewilligd op grond van een vermeend motiveringsgebrek. Het dossier werd opnieuw overgemaakt aan de HRJ met het oog op het verrichten van een nieuwe voordracht. De initieel voorgedragen kandidaat werd opnieuw voorgedragen met het oog op aanwijzing in het desbetreffende mandaat. 3.2.4. BELEID EN AANBEVELINGEN Sinds de oprichting van de Hoge Raad voor de Justitie hebben de benoemings- en aanwijzingscommissies hun plaats in het institutionele landschap ten volle bevestigd. Bij de motivering van de voordracht leggen de benoemings- en aanwijzingscommissies de kwaliteitseisen voor de vergelijking van de profielen, de objectiviteit en juridische juistheid erg hoog. Deze commissies nemen de wet en de rechtspraak van de Raad van State daarbij als leidraad. De benoemings- en aanwijzingscommissies trachten in de mate van het mogelijke een positieve motiveringsstijl te hanteren die, uitgaande van de kwaliteiten van de meest geschikte en meest bekwame kandidaat, een vergelijking maakt met de niet-voorgedragen kandidaten, in functie van de motieven die doorslaggevend waren voor de keuze van de voorgedragen kandidaat. Door te blijven waken over de kwaliteit van de voordracht van de kandidaten, trachten de benoemings- en aanwijzingscommissies de hoge verwachtingen die in hen zijn gesteld in te lossen. De benoemings- en aanwijzingscommissies hebben er enkele jaren geleden uitdrukkelijk voor gekozen alle kandidaten ambtshalve te horen, niettegenstaande artikel 259ter, 4, van het Gerechtelijk Wetboek de mogelijkheid voorziet om enkel de kandidaten te horen die tijdig hierom verzoeken 11. De keuze om alle kandidaten te horen kadert eveneens in het streven om een weloverwogen afweging tussen kandidaten te kunnen maken en niet enkel op de dossierstukken te beslissen. Gerechtelijke stagiairs 1. De benoemings- en aanwijzingscommissies betreuren nog steeds het ontbreken van een duidelijke visie inzake de vaststelling van het aantal vacante stageplaatsen voor de gerechtelijke stagiairs. Voor het gerechtelijk jaar 2014-2015 werden de stageplaatsen vastgelegd op 48 (26 plaatsen voor de Nederlandse taalrol en 22 plaatsen voor de Franstalige taalrol) 12. 11 De hoorzitting is verplicht voor de kandidaten voor het mandaat van korpschef. 12 Koninklijk besluit van 11 september 2013 (Belgisch Staatsblad van 30 september 2013).

23 Dit aantal, dat bij een in de ministerraad overlegd koninklijk besluit is bepaald, is sinds 2008 min of meer ongewijzigd gebleven 13. De toekomst is verontrustend in het licht van het gegeven dat 36% van de magistraten die thans actief zijn, ouder is dan 55 jaar 14 en dat er bijgevolg de komende jaren vele opruststellingen zullen volgen. De Hoge Raad is van mening dat rekening moet worden gehouden met de problematiek van de leeftijdspiramide binnen de magistratuur en dat zich aangepaste maatregelen opdringen, met name een verhoging, in de toekomst, van het aantal vacante plaatsen voor de gerechtelijke stagiairs. 2. In zijn jaarverslag 2014 heeft de Hoge Raad zijn bezorgdheid uitgedrukt over de bijzondere situatie van de geslaagden voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage van de examenperiode 2014-2015. Ingevolge een wetswijziging van 2014 15 hadden de geslaagden die nog op de reservelijst van het vergelijkend examen van de vorige jaren stonden en de geslaagden van de volgende examenperiode 2015-2016 voorrang op de geslaagden van de examenperiode 2014-2015. Hierdoor dreigden een aantal van deze laatsten nooit de stage te kunnen aanvatten. De Hoge Raad had de minister van Justitie hierover geïnterpelleerd door opnieuw te pleiten voor een verhoging van het aantal stageplaatsen, en voor de goedkeuring van een specifieke maatregel voor de geslaagden 2014-2015. Het standpunt van de Hoge Raad werd bijgetreden aangezien voor het gerechtelijk jaar 2015-2016, en derhalve om de laureaten van het vergelijkend toelatingsexamen 2014-2015 te redden, het aantal stageplaatsen werd opgetrokken (70 vacante plaatsen, waarvan 32 plaatsen voor de Nederlandse taalrol en 38 plaatsen voor de Franstalige taalrol) 16. 3. Overigens ontstaan regelmatig problemen voor de gerechtelijke stagiairs die hun stage met succes hebben volbracht en die door een tekort aan vacante plaatsen niet kunnen worden benoemd voor het einde van de tweede verlenging van hun stage. Op dat ogenblik eindigt hun stage namelijk onherroepelijk 17. 4. In het kader van hun sollicitatie voor de vacante plaatsen van magistraat dingen de gerechtelijke stagiairs voor elke plaats mee met andere kandidaten die een getuigschrift van beroepsbekwaamheid hebben voor de uitoefening van gerechtelijke functies of die reeds magistraat zijn. Elke categorie kandidaten voor een vacante plaats (gerechtelijke stagiairs, houders van een getuigschrift inzake beroepsbekwaamheid en magistraten) heeft evenwel haar eigen kwaliteiten en vaardigheden. Om de meest geschikte en meest bekwame kandidaat voor elke vacante plaats voor te dragen, moeten de benoemings- en aanwijzingscommissies voor elke plaats de delicate afweging maken tussen de kandidaten van de voornoemde categorieën. Hiervoor wordt er onder meer rekening gehouden met de profielvereisten voor elke vacant verklaarde plaats en met de bijzondere behoeften van het rechtscollege, zoals ze door de korpschef te kennen zijn gegeven. De benoemingscommissies stellen echter vast dat het huidige aantal gerechtelijke stagiairs die aan het einde van hun stage komen, de afweging niet vergemakkelijkt tussen de bijzondere en de specifieke kwaliteiten van de kandidaten van de verschillende categorieën. 5. Naar aanleiding van het regeerakkoord van 9 oktober 2014, waarin een hervorming van de gerechtelijke stage wordt voorgesteld, heeft de Hoge Raad voor de Justitie opnieuw nagedacht over de organisatie en de inhoud 13 Behoudens voor de jaren 2012 (68 plaatsen) en 2013 (77 plaatsen), wegens de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel- Halle-Vilvoorde. 14 Cijfers op 22 juli 2014. Zie ook het justitieplan van minister van Justitie Geens, nr. 326, p. 101: https://cdn.nimbu.io/s/1jn2gqe/assets/plan_justitie_18maart_nl.pdf 15 Art. 259octies, 1 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd door art. 13 van de wet van 25 april 2014, bepaalt dat de kandidaten die geslaagd zijn voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage uiterlijk drie jaar na de afsluiting van het examen benoemd kunnen worden tot gerechtelijk stagiair. Onder geslaagden voor twee of meer vergelijkende toelatingsexamens tot de gerechtelijke stage, wordt voorrang verleend aan de kandidaten die geslaagd zijn voor het vergelijkend examen waarvan het proces-verbaal op de recentste datum is afgesloten. Bovendien bepaalt art. 14 van dezelfde wet dat de kandidaten die geslaagd zijn voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage voor de inwerkingtreding van artikel 13 het recht op voorrang behouden waarbij voorrang wordt verleend aan de geslaagden waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum is afgesloten. Het voornoemde art. 13 is op 24 mei 2014 in werking getreden. 16 Koninklijk besluit van 8 juli 2015 (Belgisch Staatsblad van 10 juli 2015). 17 Er valt op te merken dat met de wet van 29 februari 2016 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de gerechtelijke stage betreft (B.S. 7 maart 2016) een eerste stap wordt gezet om deze problematiek weg te werken. Immers, deze wet wijzigt artikel 259octies, 6, zesde alinea, van het gerechtelijk wetboek, teneinde de mogelijkheid te bieden om de gerechtelijke stage te verlengen gedurende maximum drie periodes van zes maanden (ten opzichte van twee verlengingen van zes maanden voorheen).