Natuur- en recreatiewinst voor de Hollandse Hout 1
Natuur- en recreatiewinst voor de Hollandse Hout Studie door H+N+S Landschapsarchitecten in opdracht van Staatsbosbeheer Visie op natuur- en recreatie-ontwikkeling Hollandse Hout middels ondiepe ontgronding Amersfoort, 26 juni 2015 H N S H+N+S Landschapsarchitecten Soesterweg 300, 3812 BH Amersfoort Postbus 1603, 3800 BP Amersfoort T 033 432 80 36 F 033 432 82 80 E mail@hnsland.nl W www.hnsland.nl
Inhoud 1. Inleiding 5 2. Hollandse Hout als onderdeel van de buitenring van de Oostvaardersplassen 7 3. Ondiepe ontgronding als basis voor natuur- en recreatiewinst 9 4. Het principeprofiel van de ontgronding 11 5. Het principeprofiel vertaald naar een ontgrondingsstrategie 13 6. Bijzondere profielen 17 7. Areaaloverzicht en fasering 21 3
Lelystad Markermeer Hollandse Hout Oostvaardersplassen spoorlijn Almere/Lelystad Torenvalkweg Knardijk Lage Vaart Lage Dwarsvaart A6 4 Studiegebied, tussen de Knardijk, de Lage Vaart, de Lage Dwarsvaart en de Torenvalkweg
1. Inleiding Het bosgebied de Hollandse Hout, aangelegd in de jaren 70 van de vorige eeuw, heeft zich inmiddels ruim 40 jaar kunnen ontwikkelen. Het is in de jaren 60 ontworpen als deel van de bosbuffer rond de groeikern Lelystad, als robuuste randzone tussen stad en het beoogde bedrijventerrein Oostvaarders. Het is anders gelopen. Oostvaarders heeft zich ontwikkeld tot een natuurgebied van internationale allure en de groei van Lelystad is beperkt gebleven ten opzichte van de eerdere ambities en verwachtingen. Lagen de Oostvaardersplassen en de Hollandse Hout tot nu toe met de rug naar elkaar, in de huidige ontwikkelingsvisie voor het gebied maakt de Hollandse Hout deel uit van de multifunctionele buitenring van de Oostvaardersplassen. Daarnaast is ondanks de ontwikkeling van ruim 40 jaar de Hollandse Hout nog steeds een relatief jong, donker en weinig gedifferentieerd loofhoutbos, dat naast duurzame loofhoutsoorten voor een groot deel uit populier bestaat. Voor het populierenbos is recent een kap- en verjongingsplan opgesteld zodat de ontwikkeling naar een gedifferentieerder bos kan worden voortgezet. Tegen deze achtergrond heeft een interne werkgroep van Staatsbosbeheer gefaciliteerd door H+N+S Landschapsarchitecten in het voorjaar van 2015 een inrichtingsschets voor de Hollandse Hout uitgewerkt, gericht op het realiseren van natuur- en recreatiewinst voor het bosgebied ten zuiden van de Torenvalkweg. Bosvakken met populier in het studiegebied Populierenbos als onderdeel van het kap- en verjongingsplan Overig populierenbos Torenvalkweg Lage Dwarsvaart Lage Vaart Knardijk 5
Ambitie recente verleden: Geactualiseerde ambitie Positie van het gebied in de noordvleugel van de randstad 1. 2. 3. Realisatie van de Oostvaarderswissel 6 De drie componenten van de Oostvaardersplassen: 1: Kern 2: Binnenring 3: Buitenring
2. Hollandse Hout als onderdeel van de buitenring van de Oostvaardersplassen De visie op de positie van de Oostvaardersplassen in een ruimer regionaal verband is de laatste tien jaar fors gewijzigd. Rond 2000 is het vlinderconcept ontwikkeld voor de noordvleugel van de Randstad. Daarin wordt de metropool Amsterdam omgeven door robuuste droge en natte natuur- en groengebieden, waarin de Oostvaardersplassen zowel meer verbonden worden met het Markermeer als met het Horsterwold. Na heftige debatten wordt afgezien van de verbindingszone Oostvaarderswold / Oostvaarderswissel en wordt nu gestuurd op een ontwikkelingsvisie voor de Oostvaardersplassen opgebouwd uit drie gebiedseenheden: de buitenring (de multifunctionele randzone), de binnenring; het grazige deelgebied en de kern; het moerasgebied. ervaren moeten zijn. Dit leidt tot een geactualiseerde ontwikkelingsambitie voor de Hollandse Hout. Wanneer we de buitenring ambitie en het kap-plan (zie pagina 5) met elkaar combineren doet zich de vraag voor op welke wijze de kwaliteiten van de Hollandse Hout en de binnenring en kern van de Oostvaardersplassen beter op elkaar betrokken kunnen worden. Het zuidelijk deel van de Hollandse Hout maakt in deze ontwikkelingsvisie deel uit van de buitenring van de Oostvaardersplassen. In deze buitenring, gelegen buiten het Natura2000 gebied, zou in de toekomst een groot deel van de bezoekers opgevangen moeten worden en zou ook het echte Oostvaardersplassen-gevoel te 7
Slenk in aanleg Slenk na aanleg referentie Laakse slenk, Hulkensteinse bos, Zeewolde 8
3. Ondiepe ontgronding als basis voor natuur- en recreatiewinst Relatief jong, donker, weinig gedifferentieerd loofhoutbos De relatie tussen de Oostvaardersplassen en Hollandse Hout kan worden versterkt door binnen het bosgebied meer openheid, mantel-/zoomvegetaties te ontwikkelen en meer natte milieuomstandigheden te creëren. Door een slenk in het gebied aan te leggen wordt een duurzame basis gelegd voor de gewenste aanvullende milieucondities. Wanneer de aanleg van zo n slenk het resultaat zou kunnen zijn van een slimme ondiepe ontgrondingsstrategie, is het denkbaar dat de ontgronding in principe de financiële motor vormt voor het natuurontwikkelingsproject. Meer openheid en ontwikkeling van mantel-/zoomvegetaties 9
Principeprofiel 10
11
12
4. Het principeprofiel van de ontgronding Wanneer we uitgaan van een ondiepe ontgronding (gemiddelde waterdiepte 2.50-4.00 meter), graven met een kraan en het intern grondtransport tot een minimum kunnen beperken, kan een principeprofiel ontstaan met een gemiddelde breedte van ca. 84 meter. Hierbij kan een flauwe en een steile oeverzone worden uitgegraven om de basis te leggen voor de gewenste milieu-differentiatie. Uitgaande van beschikbare bodemgegevens houden we rekening met het feit dat circa 1.50-2.00 meter bovengrond moet worden vergraven die voor een belangrijk deel weer wordt terug gezet. Het zandpakket heeft een dikte van 10-15 meter, wat in relatie tot de ondiepe winstrategie ruim voldoende is. Op dit asymmetrische basisprofiel kan zich vervolgens een slenk met rijke natuurwaarden ontwikkelen. Afhankelijk van de positie ten opzichte van de zon zal zich zowel een zonrijke als schaduwrijke bosrand ontwikkelen met de bijbehorende mantelen zoomvegetaties. Er zullen zich brede oever- en moerasplantenzones ontwikkelen, overgaand in een zone met ondergedoken waterplanten (waterlelie en gele plomp). Aan de andere oever is juist sprake van een steil, afkalvend talud met weer andere ontwikkelingsperspectieven. 13
De ontgrondingsvlakken 0,57 ha. 4,7 ha. 7,7 ha. 3,5 ha. 5,6 ha. De extra s - het aanvullende omgevingsontwerp bosvaart 1,7 ha observatieposten bosranden bruggen open bosstructuur met kruidenrijke vegetaties 14
5. Het principeprofiel vertaald naar een ontgrondingsstrategie Het tempo van realiseren van de slenk is natuurlijk afhankelijk van de afzetmogelijkheden van het af te voeren zand. Uitgegaan is van een maximale omvang van 500.000 tot 600.000 m3 zand. Deze omvang correspondeert met een slenk van ruim 20 ha. op basis van het principeprofiel. Wanneer we deze 20 ha. combineren met de meest geschikte zandprofielen in het gebied, de bestaande zone met kruidenrijke vegetatie binnen het bosgebied (als start voor de open ruimte) en de populier bosvakken die aan verjonging toe zijn, ontstaat een logische contourlijn voor de toekomstige slenk. Om een goed watersysteem te creëren is het van belang de verschillende plassen te verbinden met een bosvaart, waarmee de basis wordt gelegd voor een goede waterkwaliteit en voor recreatieve medegebruiksperspectieven zoals varen met kano s en roeibootjes. In aansluiting op de gebruikszonering binnen de Hollandse Hout wordt in het oostelijk deel een recreatiestrand gekoppeld aan de slenk en wordt in zuidwestelijke richting het natuurontwikkelingsprogramma dominanter. Om het recreatieve medegebruik te faciliteren wordt in het systeem een tweetal wandel-fietsbruggen voorzien naast de twee bruggen die voor het bosbeheer moeten worden aangelegd. Daarnaast stellen we voor een aantal observatiehutten in het gebied te plaatsen. voor na 15
optie terugstorten bovengrond 16 De bosvaart
6. Bijzondere profielen Naast het asymmetrische natuurprofiel dat zich over de grootste lengte van de slenk uitrolt heeft het noordoostelijke beginpunt een afwijkend profiel. Eigenlijk loopt de slenk hier rond, zodat in het centrum een eiland ontstaat. Op de zuidoever wordt een flauw zandtalud aangebracht waardoor een strandzone ontstaat. Het slecht bereikbare eiland krijgt de functie van vogeleiland. De verbindende bosvaart is geïnspireerd op het profiel van het kleinste bosriviertje in Nederland; de Luts, die loopt van Balk naar de Fluessen in Friesland. Deze bosvaart voegt bijzondere ecologische en recreatieve waarden aan de slenk toe. Referentie voor het profiel van de bosvaart: de Luts, Friesland 17
Vogeleiland met wilgenstruweel 18
Strand met ligweide 19
fase 1 fase 3 fase 2 Fase 1: ca. 150.000 m³ Fase 1, 2 en 3: ca. 500.000-600.000 m³ 20
7. Areaaloverzicht en fasering Het ruimtebeslag van het project is samen te vatten in het schema waarin de verschillende arealen zijn opgenomen en waaraan ook nog een aantal recreatieve voorzieningen zullen worden toegevoegd. Ook laat de ontwikkeling van de slenk zich in de tijd goed faseren zodat de periode van verstoring lokaal beperkt blijft en direct na de ontgronding de natuurontwikkeling op gang kan komen. We stellen voor de ontgronding en herinrichting in minimaal drie deelgebieden op te knippen en te werken van oost naar west om het recreatieve gebruik al vanaf de startfase een extra impuls te geven. Natuurontwikkelingsplan in relatie tot kap- en verjongingsplan Populierenbos als onderdeel van het kap- en verjongingsplan Overig populierenbos Contourlijn natuurontwikkeling 21
Natuur- en recreatie-ontwikkeling in Extra voorzieningen combinatie met ondiepe ontgronding ondiepe ontgronding 21,5 ha. bruggen gemotoriseerd verkeer 2x strand 0,57 ha. bruggen fiets/ wandel 2x bosvaart 1,7 ha. observatiehut 3x 23,77 ha. 22
Colofon De studie Natuur- en recreatiewinst voor de Hollandse Hout is opgesteld in opdracht van Staatsbosbeheer en uitgevoerd door H+N+S Landschapsarchitecten. Samenstelling Lodewijk van Nieuwenhuijze, (sr. landschapsarchitect H+N+S) Marijne Beenhakker (landschapsarchitect H+N+S) N H+N+S Landschapsarchitecten H S Soesterweg 300, 3812 BH Amersfoort Postbus 1603, 3800 BP Amersfoort T 033 432 80 36 F 033 432 82 80 E mail@hnsland.nl W www.hnsland.nl Amersfoort, 26 juni 2015 H+N+S (2015) Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en / of openbaar gemaakt mits de bron wordt vermeld. 23