Pr.nr van dlethylstilbestrol ln runderurine.

Vergelijkbare documenten
Rapport pr.nr Onderwerp: Vergelijkend onderzoek nitraat in kaas

Afdeling Diergeneesmiddelen RAPPORT Pr. nr

Projekt: Onderzoek monsters diervoeders en grondstoffen i. o.v. AID. Onderwerp: Fenbendazol in mengvoeder

Verzendlijst : Direkteur, sektorhoofd (3x), Dir. VKA, afd. Contaminanten (4x), Normalisatie, Projektbeheer

Projekt: Inventariserend onderzoek naar het voorkomen van natamycine Onderwerp: Onderzoek natamycinegehalte van kazen uit de Wageningse regio

Project Ontwikkelen methoden voor het verrichten van identificaties cq. confirmaties Projectleider: W.A. Traag

Verzendlijst: direkteur, sektorhoof de n, direktie VKA, afd. OCON (4x), Projektleider (Tuinstra), Projektbeheer, circulatie.

Lab. Additieven VERSLAG (81G9) pr.nr Onderwerp: Bepaling van Diethylstilbestrol in urine m.b.v. Radio- Immuno-Assay RIA

Verzendlijst: direkteur, sektorhoofd (2x), direktie VKA, afd. Algemene Chemie (4x), afd. Normalisatie (Humme), Projektbeheer, Projektleider.

Afd. Hicroscopie VERSLAG 82.9 Pr.nrs en Onderwerp: Het onderzoek op onzuiverheden in monsters kool- / raapzaden en zonnebloemzaden

Project Ontwikkeling methoden voor het aantonen en bepalen van hormonen (R. Schilt)

Verzendlijst : direkteur, direktie VKA, sektorhoofd (3x), afdeling Zware Hetalen (3x), afd. Normalisatie Humme, Projektbeheer,

Afd. Diergeneesmiddelen VERSLAG Pr.nr Onderwerp: Bepaling van l asalocidnatrium. Voorgaande verslag: 81.

Doel: Nagaan of de grote hoeveelheden monsters in enkelvoud geanalyseerd kunne n worden in plaats van in duplo, zoals tot nu toe is gebeurd.

Verzendlij st: Direkteur, sektorhoofd (3x), Dir. VKA, afd. Akker bout>~ (4x), afd. Normalisatie (Humme), Projektbeheer, afd. Zuivel (2x).

Capillaire gaschromatografie

Haloperidol in serum m.b.v. Triple Quad LC-MS

HOGE RESOLUTIE MASSASPECTROMETRIE MET UPLC- QTOF. Erik Olyslager Lab apotheek Gelre ziekenhuizen LCMS gebruikersmiddag Do

Afdeling Organische Contaminanten

Verzendlijst : direkteur, direktie VKA, sektorhoofd (3x), afdeling Microbiologie (4x), afdeling Normalisatie (Humme), projektbeheer, projektleider.

Pr.nr

Ten behoeve van: loletenschappelijke Commissie Herkgroep Kaas. Voorgaand verslag: Rijkszuivelstation 77L 3 dd

Voorgaande verslagen : en

Proef toets Massaspectrometrie Structuuranalyse

De vergelijking van vijf sulfonamide referentiematerialen van RIKILT en Laboratorium VWA/RVV

Afdeling Contaminanten Verslag 81.83

Moderne Instrumentele Analyse

Afdeling Melk en Zuivelprodokten Datum:

n 1 in samengestelde voeders. Afdeling Organische Contaminanten RAPPORT Pr.nr

Membrane Interface Probe

Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN

Afdeling Algemene Chemie

VERSLAG Pr.nr

VERSLAG Pr.nr

Afdeling Eiwitchemie Onderwerp: Fast Protein Liquid Chromatography. Bijlage: 8

In 10 jaar van HPLC naar LC-MS/MS met een snelle toxscreen op een Thermo triple quadrupole. Annelies Egas UMC Utrecht

rikift-dlo RAPPORT 94-36

- Validatiedossier - Bepaling van de lipofiele groep toxinen in mosselen met gebruik van UPLC-MS/MS 1 INTRODUCTIE MATRIX EFFECT...

Biofysische Scheikunde: NMR-Spectroscopie

Updates t.o.v. Ministerieel goedgekeurde versie van april 2017

Vergelijking analyse-methoden, ter bepaling van natrium, kalium, calcium en magnesium in oppervlaktewater

Methaan, ethaan en etheen in grondwater

Onderwerp: Vergelijkend onderzoek tussen spectrofotometrische en HPLC bepaling van natamycine.

GC of HPLC, that s the question?!

Afd. Additieven VERSLAG Pr.nr Onderwerp: Het aantonen van diethylstilbestrol,

ONDERZOEK CHEMISCHE VEILIGHEID KUNSTSTOFFEN POLSBANDJES

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM

VALIDATIE VAN DE CONSERVERINGSTERMIJN VAN VLUCHTIGE AROMATISCHE OPLOSMIDDELEN EN NAFTALEEN IN GROND

Geschikt voor grote monsteraantallen

De onderste steen boven met. Michel van Strien IFF Tilburg Analytical Services (TAS)

LC-MS ANALYSE VAN B-CAROTEEN EN RETINOL

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Bloedalcoholen bepaling met GC-FID op een apolaire kolom

Afd. Vlees en Vleesprodukten, Vis en Visprodukten, Pluimvee en Eieren

HPLC- UV- screening: geharmoniseerde analysemethode voor efficiënte waterkwaliteitsbewaking

Samenvatting Validatie meetmethodieken biogas

Lab. Zuivel. Pr.nr Onderwerp: Bepaling van het gehalte aan diacetyl in boter (Methode Prill and Hammer) VERSLAG 81.

Ciclosporine A bepaling op de LC-MS/MS

Statistische bewerking van de resultaten vermeld in jaaroverzicht 1979 pr.nr AL - niveaucontrole op de bepaling van boter (Rijkstoezicht)

onderzoek naar het gehalte aan nitraat en nitriet van rode bieten en rode bietprqdukten.

Exact Periode 6.1. Juist & Precies Testen

NFiDENT. De vakbijlage algemeen VAKBIJLAGE. 1. De vakbijlage algemeen. Inleiding Beschrijving van het proces van NFiDENT

124 Dit proefschrift gaat over de oorzaken van vroeg folliculair verhoogde FSHspiegels bij vrouwen met een regelmatige cyclus. In de Introductie (hoof

Verzendlijst: direkteur, sektorhoofden, direktie VKA, afdeling SERH (4x), Projektbeheer, Pr ojektleider, circulatiemappen.

Lab. Diergeneesmiddelen Verslag Pr.nr Onaerwerp: Sulfonamiden in mengvoeders en dierlijke pr odukten.. \

Datum: Pr.nr

\ \'I. Verzendlijst: direkteur, direktie VKA, sektorhoofd (3x), afdeling Voeding en Sensoriek, afdeling Normalisatie (Humme), Projektbeheer,

Principe Maken van een Monte Carlo data-set populatie-parameters en standaarddeviaties standaarddeviatie van de bepaling statistische verdeling

Rekenvoorbeelden. Ministerieel besluit van 14 februari Belgisch Staatsblad van 11 april 2019

Vereenvoudigde procedure voor het vaststellen van karakteristieke vermoeiingsrelaties voor gebruik in de standaard ontwerpprogramma's

TOXICOLOGISCHE SCREENING M.B.V. LC-MS/MS. Yuma Bijleveld (AMC) Tessa Bosch (Maasstad) Marloes van der Meer (AMC) Eugenie Schrama (Maasstad)

Ar(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0 Voor berekeningen ronden we de atoommassa s meestal eerst af tot op 1 decimaal. Voorbeelden. H 1,0 u 1,0.

Module 7 Analyse technieken Antwoorden

Nederlandse Samenvatting

NFiDENT. Vakbijlage. 6. Kwaliteitsborging 6.1. Apparaat 6.2. Personeel 6.3. Proces 6.4. Betrouwbaarheid. 1. De vakbijlage algemeen. 2.

Toets Spectroscopie. Maandag 26 oktober 2015, 9:00-12:00 uur Educatorium, Zaal Alfa. Lees dit eerst!

A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU. Een ad-hoc Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor aluminium in oppervlaktewater. 26 april 2002 RIZA

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

VERSLAG

Na(3s) Na(3p) He(1s 2 )+hν(58 nm) + Na +

SECTIE : Anorganische chemie VALIDATIERAPPORT

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Proteomics en toepassingen in het veld van kankeronderzoek. Simone Lemeer Utrecht University

scheikunde vwo 2018-II

Omlijning Verdovende Middelen analyse en interpretatie Versie 1.0 (April 2011)

Ontwikkeling nieuwe minerale olie standaard RIVM-NMi-001

Maandag 29 oktober 2012, 9-11 uur, Educatorium, Zaal Beta

Eiwitexcretie kan worden bepaald na kort verblijf in metabole kooi

(g) (g) (g) NH 3. (aq) + Cl - (aq)

Afdeling Algemene Chemie RAPPORT Pr.nr

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Tissue factor pathway inhibitor (TFPI) is een protease remmer die is opgebouwd

REKENVOORBEELDEN. Ministerieel besluit van 14 mei Belgisch Staatsblad van 06 juli PRESTATIEKENMERKEN

Afdeling Organische Contaminanten/Bestrijdingsmiddelen RAPPORT Pr.nr

38 e Nationale Scheikundeolympiade

Samenvatting. Samenvatting

Introductie. Insinuaties dat er slechte kwaliteit zou worden geleverd. Onderzoeksvraag IGZ:

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Transcriptie:

Afd. Contaminanten VERSLAG 81. 92 1981-12-24 Pr.nr. 505.0620 Onderwerp: Interpretatie van GC-MS resultaten van de bepaling van dlethylstilbestrol ln runderurine. Verzendlijst: direkteur, sektorhoofd (3x), direktie VKA, afd. Contaminanten (4x), Normalisatie (Humme), Projektbeheer. 8192

Lab. Contaminanten 1981-12-24 VERSLAG 81.92 Pr.nr. 505,0620 Project: Ontwikkeling methoden voor het aantonen en bepalen van hormanen Onderwerp : Interpretatie van GC-MS r esultaten van de bepaling van diethylstilbestrol in runderurine. Voorgaand verslag: 81.61 Doel: Het beschrijven van en toetsen aan gegevens in de literatuur van enkele grootheden welke essenti~el zijn voor de interpretatie van de massaspectrametrische resultaten van de analyse van diethylstilbestrol in r underurine. Samenvatting: Identificatie Identificatie geschiedt in eerste instantie m.b.v. MID, Tenminste vier ione n worden gedetecteerd. Een positieve identificatie ka n gegeven worde n als de relatieve intensiteiten van die ionen binnen zekere grenzen (VC < 10%) overéénstemmen met die van de standaard. Aansluitend vindt een analyse plaats waarbij he t full spectrum wordt opgenomen. Enkele modellen welke in de literatuur beschreven zijn om de betrouwbaarheid van de identificatie na te gaan zijn getoetst. Quantificatie: Quantificatie vindt plaats door vergelijking van de intensiteit van één van de fragmenten ten opzichte van het overéénkomstige fragment in de gebruikte standaard. Een probleem is de cis-trans isomerie. Door de onbekendheid van de cis-trans verhouding in het monster en in de standaard alsmede de vorming van de cis component tijde ns de voorzuivering is exacte quantificatie niet mogelijk. 8192.0

Signaal/ruis verhouding: Om een goed reproduceerbaar s pectrum te verkrijgen (VC < 10%) is gesteld dat het signaal Sx de detectiegrens moet bedragen. De detectiegrens twrdt gedefinieerd als het signaal dat 3x groter is dan de extreme ruiswaarde op de retentietijd van trans-des ~ 10 sec. Conclusie: Uit de gegevens in de literatuur is gebleken dat de tot nu toe uitgevoerde methodiek leidt tot een éénduidige identificatie. In de tot nu toe onderzochte monsters runderurine is de bepaling van DES op het 1 ~g/liter niveau realiseerbaar, bij lagere gehalten is, afhankelijk van het soort monster, identificatie soms 1o~el, soms niet mogelijk. Verantwoordelijk: ir L.G.M.Th. medewerker: W.A. Traag ~~ 8192.0A

Inleiding: Bij het onderzoek van anabolica in urine vindt opwerking van het extract plaats conform de Ware(n) Chemicus 11 (1981) 129-140. Daar in de toekomst niet alleen DES onze interrese heeft maar ook andere hormonen wordt de GC-MS analyse in eerste instantie uitgevoerd met MlD (Multiple ion detection), waarbij die massafragmenten gemeten worden 1velke karakteristiek zijn voor de in aanmerking komende hormonen. De resultaten van de analyse worden gebruikt voor identificatie doeleinden en eventueel voor een "quantificatie". Aansluitend wordt bij een positieve identificatie nogmaals uit hetzelfde extract geinjecteerd; echter nu lvordt een volledig spectrum doorlopen teneinde te komen tot een extra bevestiging. In de nabije toekomst zal nagegaan worden wat de mogelijkheden zijn van chemische ionisatie voor zowel positieve als negatieve ionen. Uitgaande van methaan als reactiegas is uit enkele experimenten gebleken dat voor de positieve ionen van 1 ng DES- HFB een goed spectrum kan \ lorden opgenomen. Voor de toepassing van Cl negatief is het vamvege de gebruikte apparatuur noodzakelijk om een ander reactie gas dan methaan te gebruiken. Hieraan zal zo spoedig mogelijk 1wrden ge1verkt. In dit verslag zullen enkele grootheden welke voor de gebruikte methode belangrijk zijn worden beschreven en wel toegespitst op de analyse van DES. Achtereenvolgens worden behandeld: a) Criteria voor de identificatie van diethylstilbestrol bij multiple ion detection. b) Criteria voor de bevestiging van DES in urinemonsters. c) Grootheden die een rol spelen bij de quantificatie. d) Criteria voor het beslissingsniveau. ad a) Criteria voor de identificatie van diethylstilbestrol bij multiple ion detection In de literatuur zijn modellen bescheven om de betrou\vbaarheid van de identificatie na te gaan 1.,anneer deze verricht is met multiple ion detection. 8192.1-2 -

- 2 - Aan de hand van DES beschrijft Sphon (1) een model waarbij gebruik gemaakt wordt van 30.000 referentiespectra welke opgeslagen zijn in een computersysteem. Nagegaan is hoeveel fragmentionen, waarvan de relatieve intensiteit binnen zekere grenzen bekend is, gemeten moeten worden voor een éénduidige identificatie. Hanneer voor DES slechts één fragmention gemeten wordt zijn er een groot aantal componenten 1o1elke hieraan voldoen. Het aantal mogelijkheden wordt gereduceerd door meerdere fragmenten te detecteren. Uit het experiment van Sphon blijkt dat DES door 3 fragmentionen, in een bepaalde verhouding, gekarakteriseerd wordt. Hanneer hetzelfde computerbestand 1wrdt onderzocht met het spectrum van het DES-heptafluorobutyraat blijkt, dat 1-lanneer naast het molecuulion nog een ander fragment ingevoerd 1wrd t, geen respons verkregen wordt. Naast het door Sphon (en ook door ons) gebruikte Mass Speetral Search System (MSSS) zijn er nog andere systemen t.w. het systeem van Biemann c.s. (2) en dat van HcLafferty (3). Dit laatste staat bekend als Probability Based Matching (PBM) en maakt gebruik van zowel de massawaarden als de bijbehorende intensiteiten van de ionen. Aan de hand van een gegevens-bestand van 19.000 spectra is bepaald met welke waarschijnlijkheden bepaalde massawaarden en intensiteiten voorkomen. Hieruit kan de 1o1aarschijnlijkheid bepaald I-lorden dat een overeenstemming in spectrum tussen een bekende en een onbekende verbinding toevallig optreedt (vals positieve identificatie). Wanneer we dit doen voor alleen de massa's 303, 341, 342, 347 en 660 dan is de waarschijnlijkheid 1 op ruim 5.105. Betrekken we bovendien ook nog de relatieve intensiteiten erbij dan wordt de kans 1 op ruim 3.1010 (5). Aan de hand van een rekenkundig model beredeneert Millard (4) - ook op grond van relatieve intensiteiten - dat mogelijk slechts drie ionen voldoende zijn om een verbinding t e onderscheiden van naar schatting een miljoen andere verbindingen. Een niet te verwaarlozen gegeven bij de GC-HS analyse is de retentietijd. Bij de door ons gevolgde methode 1-lordt gebruik gemaakt van een gaschromatografische kolom met een zeer hoog scheidend vermogen waarmee reproduceerbare retentietijden worden verkregen. RT == 850 sec met een bijbehorende s.d. van 2,2 sec (n == 14) (Tabel I). 8192. 2-3 -

- 3 - ad b) Criteria voor de bevestiging van DES in urinemonsters De belangrijkste fragment ionen van de piek in het monster met dezelfde retentietijd als de standaard DES-HFB piek (Trans vorm), dienen een overéénstemmende intensiteitsverhouding te hebben als overeenkomende ionen van de standaard. Experimenten met praktijkmonsters hebben aangetoond dat bij injectie van ongeveer 5 ng gederivatiseerd DES (overeenkomend met 1 ~g/1.) de volgende fragment ionen m/z 303, 342, 447, 660 wanneer deze als voor fractie van m/z 341 tvorden uitgedrukt een VC van maximaal 10% verwacht (Tabel II) mag worden. Bij overéénstemmende intensiteitsverhoudingen (± 10%) is de identificatie positief. In de toekomst zal i.p.v. het ion m/z 303 het meer relevante ion m/z 631 gemeten twrden. Nagegaan moet worden wat de v.c. voor dit fragment is. Is de intensiteitsverhouding niet in overeenstemming met de standaard dan kan er niet tot positieve identificatie besloten worden. Na een positieve identificatie wordt nogmaals uit hetzelfde extract geinjecteerd echter nu tv'ordt een volledig spectrum doorlopen (m/z 300-700). Niet alleen ~mrden de van relatief minder belang zijnde ionen gemeten, maar ook de aftv'ezigheid van andere dan van DES afkomstige ionen versterken de identificatie. ad c) Grootheden die een rol spelen bij de quantificatie Kristallijn standaard DES bevindt zich in de trans vorm. Na oplossen en uitvoeren van o.a. allerlei chemische en physische stappen treedt er o.a. afhankelijk van het oplosmiddel een isomerisatie naar de cis vorm op. Bij de bovengenoemde methode wordt tijdens de HPLC stap alleen de trans vorm uitgevangen. Ook tijdens de dan volgende derfvatisering tot DES-HFB treedt omzetting van trans naar cis op. Onder gunstige omstandigheden (o.a. snelle opt<~erking van monstermateriaal) kan de omzetting beperkt blijven (ca. 5%), onder minder gunstige omstandigheden kan tot 30% omgezet worden in de cis vorm. Dit betekent dat de me t de GC/MS aangetoonde hoeveelheid trans DES-HFB derivaat slechts een (belangrijk) deel is van het oorspronkelijk aanwezige DES. Bovendien treden (absoluut gezien) verliezen op bij de verschillende opwerkingsstappen. 8192.3-4 -

- 4 - Onder gunstige omstandigheden is het toch mogelijk om tenminste 80% van het oorspronkelijk aan de urine toegevoegde DES terug te vinden (toevoeging op 1 ppb niveau). Het probleem van de wisselende (niet bekende) cis-trans verhouding maakt quantiftcatie fundamenteel onzeker, vooral wanneer het resultaat met andere vergeleken moet worden. Als een quantificatie uitgevoerd moet worden, moet dit steeds voor ogen worden gehouden en moeten de opgegeven getallen beschom1d worden als een grootte orde indicatie. lvanneer in het onderzochte monster DES geidentificeerd is kan de grootte orde bepaald worden door vergelijking van de intensiteit van iin van de fragmenten ten opzichte van datzelfde fragment afkomstig van de gebruikte standaard. Meestal wordt hiervoor het molecuul ion (m/z = 660) genomen. ad d) Criteria voor het beslissings niveau Relatie tussen de ruiswaarde uitgedrukt in ~g DES/liter en het niveau waarop éénduidig een positieve identificatie kan ~~orden gegeven. Het multiple ion detectie worden door de HS de voor DES meest karakteristieke fragmenten gemeten. lvanneer een monster urine van een onbehandeld dier geanalyseerd wordt zal er voor elk ion een bepaalde ruis (chemisch + elektronisch) gemeten worden. De intensiteit van deze ruis is bepalend voor het niveau 1~aarop een éénduidige positieve bevestiging gegeven kan worden. De plaats in het chromatagram waar de extreme waarde van de ruis gemeten wordt is gelijk aan de gemiddelde retentietijden van trans DES + 10 seconden. Het blijkt dat in een aantal monsters (n = 10) van onbehandelde dieren de extreme ruis voor het molecuul ion (m/z = 660) uitgedrukt als DES over het algemeen < 0,07 ~g/liter is. Dit impliceert een detectiegrens (3x de ruis) van 0,2 ~g/liter in deze monsters. Om een betrouwbaar spectrum op te nemen hebben we gesteld dat het signaal 5x de detectiegrens moet bedragen. Wanneer aan deze voorwaarde wordt voldaan bedraagt de verhouding in door ons positief bevonden monsters tussen het DES signaal en de ruis tenminste een factor 15. 8192.4-5 -

- 5 - Dat deze filosofie juist is blijkt uit het lineaire gedrag tussen respons en gehalte (zie tabel lil). Gesteld kan l mrden dat voor alle soorten runderurine de be paling va n DES op het 1 ppb niveau met de huidige methode r ealiseerbaar is. Bij gehalten tussen O, 2 en 1 ppb (grijs gebied) is i dentificatie soms ~~el mogelijk. 8192.5-6 -

- 6 - Literatuur: 1) J.A. Sphon: J. Assoc. Off. Anal. Chem. (vol. 61, 1247-1252, 1979). 2) Hertz H.S., Hites R.A. en Bieman K, Anal. Chem. vol. 43, 681 (1971). 3. Me Lafferty F.w., Hertel R.U. en Villwock R.D., Org. Mass Spectrom. vol 9, 690 (1974). 4) B.J. Millard: Quantitatieve mass spectrometry, Heyden 127-131 (1979). 5) G.M. Peysyna; F.W. McLafferty, e.a. An. Chem. 47 (1975) 1161. 8192.6 Tr/W

Tabel I Reproduceerbaarheid van de retentietijd van het DES-HFB derivaat (trans vorm) 848,6 sec. 849,3 850, 7 850,3 856,1 851,4 852,0 850,3 849,0 848,3 846,6 851,7 849,0 850,3 RT 850 sec. s.d. 2,2 v.c. 0,26% 8192.8

Tabel II Spreiding van de fragment ionen van het diethylstilbestrol heptafluorboterzuur derivaat in 8 urine monsters, niveau 1,5 ~g/kg. m/z I 303 341 342 447 660 I I 49,05 100 17,47 11,80 75,89 I 52,24 100 16,29 10, 75 66,47 I 50,66 100 16,40 10,51 67,65 I 49,05 100 17,47 11,80 75,98 I 50,96 100 16, 59 11,45 711, 69 I 47,30 100 16, 34 11,04 70, 21 I 46,39 100 15,54 10,15 69,38 I 46,77 100 14, 25 8,84 63,00 x = 49,05 16,29 10, 79 70,41 s.d. = 2,13 1,04 0,99 4, 76 v.c. 4,34% 6,40% 9,15% 6, 76% 8192.7

Tabel III Lineaire gedrag van enkele synthetische anabolica na derivatiseren met heptafluor boterzuur anhydride gederivatiseerde hoeveelheid component component 10 ng SO ng 100 ng 200 ng SOO ng DES (m/z 341) 1S,68 16,18 19,46 20, 3S 19,9S HEX (m/z 331) ss, 71 S7,SO 67,99 68,96 S7,SS Dienostrol (m/z 44S) 2,S6 2,27 2, 77 3,06 2,97 * I/pg intensiteit van het gemeten ion/hoeveelheid geinjeeteerde component (pg) 8192.9