RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ Scholengemeenschap Spieringshoek, afdeling vwo Plaats: Schiedam BRIN-nummer: 00JR-0 Onderzoeksnummer: 2866715-v2 Onderzoek uitgevoerd op: 28 oktober 2009 Conceptrapport verzonden op: 14 december 2009 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 18 februari 2010 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
Pagina 2 van 10
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 28 oktober 2009 een onderzoek uitgevoerd op de Scholengemeenschap Spieringshoek, afdeling vwo om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende: De inspectie heeft voor de Scholengemeenschap Spieringshoek, afdeling vwo een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten onvoldoende zijn op voornoemde afdeling. Toezichthistorie Scholengemeenschap Spieringshoek, afdeling vwo, realiseerde voldoende opbrengsten ten tijde van het periodiek kwaliteitsonderzoek in januari 2004. Behalve ten aanzien van de geprogrammeerde onderwijstijd werden er in de verdere kwaliteitszorg en de kwaliteit van het onderwijsleerproces geen tekortkomingen geconstateerd. In maart 2005 en mei 2006 werden de opbrengsten als voldoende beoordeeld. Ook tijdens het jaarlijks onderzoek in juni 2007, waarbij ook een gesprek plaatsvond met de directie, werden de opbrengsten als voldoende beoordeeld. Op 15 juni 2009 vond er een bestuursgesprek plaats op basis van een risicoanalyse, waarbij de opbrengstenkaarten 2007, 2008 en 2009 zijn betrokken. Uit deze analyse bleek het rendement van de bovenbouw onvoldoende te zijn en de discrepantie tussen het gemiddeld schoolexamen en het gemiddeld centraal examencijfer groot, op grond waarvan de opbrengsten als onvoldoende zijn beoordeeld. Onderzoeksopzet De inspectie heeft de opbrengsten beoordeeld op basis van de opbrengstenkaarten 2007, 2008 en 2009. Tevens zijn alle normindicatoren onderzocht, alle indicatoren van de standaard kwaliteitszorg, de voorwaarden voor de kwaliteitszorg en de indicatoren betreffende het onderwijsleerproces om de onvoldoende opbrengsten te kunnen verklaren. Normindicator 3.8 (specifiek talig leerstofaanbod) is niet beoordeeld, aangezien de school geen substantieel percentage niet-nederlandstalige of taalzwakke leerlingen heeft. Tevens zijn enkele wettelijke aspecten onderzocht.
De onderzoeksactiviteiten bestonden uit: Analyse van de opbrengsten op basis van de opbrengstenkaarten 2007, 2008 en 2009 Lesobservaties Gesprekken met de directie, leraren en de zorgcoördinator Analyse van relevante documenten: - Schoolplan 2009-2013, Op weg naar verbetering en verbondenheid - Schoolgids 2009-2010 - Informatiegids voor medewerkers van de Scholengemeenschap Spieringshoek - Rapport van het visitatiebezoek aan de Scholengemeenschap Spieringshoek in het kader van samenwerkingsverband Semper Movens, maart 2008 - Zorgplan Scholengemeenschap Spieringshoek, september 2009 - Geplande en gerealiseerde onderwijstijd schooljaar 2008-2009 en geprogrammeerde onderwijstijd 2009-2010 - Document met slagings- en bevorderingspercentages van 2003 t/m 2009 - Overzichten van discrepanties tussen de gemiddelde schoolexamens en de gemiddelde landelijke examencijfers per docent, over de schooljaren 2005-2006 t/m 2008-2009 - Overzicht ziekteverzuim personeel over de jaren 2007 en 2008 - (Na)scholingsplan 2009-2013 - Rapport Kwaliteitsscholen: Schoolindex leerlingentevredenheid Brugklas, mei en juni 2009 - Rapport Kwaliteitsscholen: Schoolindex Oudertevredenheid, juni 2009 - Informatiebrochure Scholengemeenschap Spieringshoek voor leerlingen van groep 8 en hun ouders, voorjaar 2009 Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader Voortgezet Onderwijs 2006. Daarnaast is gebruik gemaakt van aanvullende normeringen die opgenomen zijn in de notitie Beslisschema aangepast arrangement VO van februari 2009. In het jaarwerkplan 2008 verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. Pagina 4 van 10
2. BEVINDINGEN Scholengemeenschap Spieringshoek, afdeling vwo 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Resultaten 5 11.1 De leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 11.6 De leerlingen lopen weinig vertraging op in de opleiding vwo. 11.12 De leerlingen van de opleiding vwo behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 11.20 Bij de opleiding vwo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. Kwaliteitszorg 1.1 De school heeft inzicht in de kenmerken van de leerlingenpopulatie. 1.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen zoals geformuleerd in het schoolplan. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert systematisch de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.5 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.6 De school borgt de kwaliteit van leren en onderwijzen. 1.7 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten. 1.8 De school rapporteert inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs aan belanghebbenden. 1.9 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 1.10 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. Voorwaarden voor kwaliteitszorg 2.1 De school heeft inzicht in de sterke en zwakke punten van de eigen organisatie. 2.2 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 2.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken. Pagina 5 van 10
Leerstofaanbod 3.1 * Het leerstofaanbod in de onderbouw voldoet aan de wettelijke vereisten 3.2 * Het leerstofaanbod in de bovenbouw is dekkend voor de examenprogramma s. 3.8 * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een leerstofaanbod dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Tijd 4.5 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Pedagogisch handelen 5.1 De leraren bevorderen het zelfvertrouwen van leerlingen. 5.2 De leraren tonen in gedrag en taalgebruik voor alle leerlingen respect. 5.3 * De leraren zorgen er voor dat leerlingen op een respectvolle wijze met elkaar en met leraren omgaan. 5.4 De leerlingen worden aangesproken en gestimuleerd door het pedagogisch handelen van de leraar. 5.5 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. Didactisch handelen 6.1 De leraren geven de leerlingen zicht op doel, nut en samenhang van de lesactiviteiten. 6.2 * De leraren leggen duidelijk uit. 6.3 De leraren gaan na of de leerlingen de uitleg en/of de opdrachten begrijpen. 6.4 De leerlingen leren in een betekenisvolle context. 6.5 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 6.6 De leraren geven de leerlingen inhoudelijke feedback. 6.7 De leraren geven de leerlingen inzicht in hun leerproces. 6.8 De leraren bewerkstelligen dat de leerlingen bij de onderwijsactiviteiten betrokken zijn. 6.9 De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. 6.10 De leraren gebruiken bij de vormgeving van hun onderwijs de analyse van de prestaties van de leerlingen. 6.11 Het taalgebruik van de leraar past bij de taalbehoefte van de leerlingen. Actieve en zelfstandige rol leerlingen 7.1 * De leerlingen krijgen te maken met activerende werkvormen. 7.2 De leerlingen reflecteren op hun eigen leerproces. 7.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. 7.4 De leerlingen werken op een doelmatige wijze samen. Schoolklimaat 8.5 * De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel én in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. Begeleiding 9.1 * De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen. 9.2 * De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Passende zorg 10.3 * De school voert de zorg planmatig uit. Pagina 6 van 10
Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WVO, artikel 24a). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WVO, artikel 24). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5). ja nee Pagina 7 van 10
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de onderwijskwaliteit op basis van de opbrengstenkaarten 2007, 2008 en 2009 als onvoldoende. Daarnaast zijn er drie indicatoren van de Standaard kwaliteitszorg als onvoldoende beoordeeld. Het betreft de indicatoren systematische evaluatie van de kwaliteit van leren en onderwijzen, borgen van de kwaliteit van leren en onderwijzen en inzichtelijk rapporteren over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs aan belanghebbenden. Vanwege deze onvoldoende beoordelingen heeft de inspectie ook de voorwaarden voor de kwaliteitszorg onderzocht en geconcludeerd dat aan één van de vier voorwaarden onvoldoende wordt voldaan. Daarnaast is de indicator de leerlingen leren in een betekenisvolle context en de normindicator de leerlingen krijgen te maken met activerende werkvormen als onvoldoende beoordeeld. Op basis van de onvoldoende opbrengsten krijgt de afdeling een aangepast arrangement. De afdeling voldoet hiermee niet aan de basiskwaliteit. Opbrengsten Op basis van de opbrengstenkaarten 2007, 2008 en 2009 zijn de opbrengsten voor de afdeling vwo onvoldoende. Uit nadere analyse blijkt dat het rendement van de bovenbouw onvoldoende is en er sprake is van een grote discrepantie tussen het gemiddeld schoolexamencijfer en het gemiddeld centraal examencijfer. Gemiddeld genomen is het rendement van de onderbouw de afgelopen drie jaar voldoende. Uit analyses blijkt dat de school in het verleden relatief veel leerlingen heeft toegelaten tot de afdeling vwo met een havo of havo/vwo advies. Uit de opbrengstenkaart 2009 blijkt dat dit niet meer het geval is. De oorzaak hiervoor is onduidelijk. De inspectie constateert dat verklaringen voor de achterblijvende opbrengsten moeten worden gezocht in aspecten van kwaliteitszorg en de voorwaarden daartoe, die op essentiële onderdelen voor verbetering vatbaar zijn. Standaard kwaliteitszorg De inspectie constateert dat de directie sinds vijf jaar jaarlijks een analyse maakt van de opbrengsten. De evaluatie en bespreking van de opbrengsten met het onderwijsteam en de individuele docenten kent een aanmerkelijk kortere traditie, die is aangevangen na analyse van de opbrengsten van schooljaar 2007-2008. Volgens de directie is het opbrengstenbewustzijn bij de docenten vanaf die tijd ook toegenomen. De docenten zijn op de hoogte van de examenresultaten op hun vakgebied en de eventuele discrepantie tussen het schoolexamencijfer en het centraal examencijfer. Verder blijkt uit gesprekken met de directie en docenten dat de school nog werkt aan een sluitende cyclus van functioneringsen beoordelingsgesprekken. De opbrengsten zijn hierbij een vast gespreksonderwerp. Op basis van de eigen analyses van de doorstroomcijfers en de examenresultaten over het schooljaar 2008-2009, constateert de school een verbetering van de opbrengsten ten opzichte van voorgaande jaren. Afhankelijk van de landelijke normering zou deze verbetering op de opbrengstenkaart 2010 zichtbaar moeten zijn. Pagina 8 van 10
De inspectie constateert dat het toenemende opbrengstenbewustzijn bij directie en docenten ook nog onvoldoende is verbonden met een systematische evaluatie van de kwaliteit van leren en onderwijzen. Wél heeft de directie de conclusie getrokken dat de focus -die tot ongeveer één jaar geleden vooral was gericht op de groei van het leerlingenaantal en een divers onderwijsaanbod voor leerlingen- weer terug naar de basis moet. Dit betekent meer aandacht voor reken- en taalvaardigheden, inventariseren van de benodigde (studie)vaardigheden bij leerlingen van de onderbouw om een betere aansluiting bij de bovenbouw te waarborgen, meer nadruk op doorlopende leerlijnen tussen de onderbouw en de bovenbouw, een kritische evaluatie van de bevorderingsnormen en een verdere verdieping van het leerstofaanbod waarvan zowel de zwakkere als de betere leerlingen kunnen profiteren. De school beschikt over een actueel schoolplan waarin deze ambities zijn verwoord. Een systematische evaluatie van de kwaliteit van leren en onderwijzen -die is opgenomen in een duidelijke beleidscyclus- ontbreekt nog, waardoor bijsturing van die kwaliteit nog onvoldoende mogelijk is. Hierdoor loopt de school het risico dat het onderwijsbeleid achteraf op onderdelen moet worden bijgesteld daar waar dat voorkomen had kunnen worden. Ook blijkt dat docenten moeite hebben om het overzicht op alle ontwikkelingen te behouden. Naar het oordeel van de inspectie evalueert de school nog onvoldoende systematisch of de kwaliteit van leren en onderwijzen voldoet aan de doelen zoals geformuleerd in het schoolplan. Momenteel ontbreekt het aan beschreven procedures en afspraken voor wat betreft de inrichting van het onderwijsleerproces. De inspectie ziet tijdens de lesobservaties nog weinig activerende werkvormen terug en ontbreken veelal betekenisvolle contexten, waardoor de leerlingen minder worden uitgedaagd. Momenteel vinden er geen enquêtes plaats onder het personeel en is de enquête in schooljaar 2008-2009 onder leerlingen beperkt gebleven tot de brugklas. Hierdoor ontbreekt belangrijke input van ouderejaars leerlingen voor de inrichting van het onderwijsleerproces, waardoor onvoldoende wordt voldaan aan een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van een goede kwaliteitszorg. Wel is er recent een onderzoek naar de oudertevredenheid geweest. Hierbij is echter nog onvoldoende duidelijk in hoeverre de uitkomsten van dit onderzoek consequenties hebben voor het onderwijsbeleid en de dagelijkse onderwijspraktijk. De informatie over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs aan ouders en andere belanghebbenden is momenteel onvoldoende. In de schoolgids zijn geen gegevens opgenomen over de resultaten die met het onderwijsleerproces zijn bereikt, hetgeen wel een wettelijk voorschrift is. Pagina 9 van 10
3. TOEZICHTARRANGEMENT De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan de Scholengemeenschap Spieringshoek, afdeling vwo een aangepast arrangement toe. De afdeling valt onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in mei 2011 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert binnen een halfjaar daarna opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. In aanvulling hierop maakt de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten en een tussentijds onderzoek in het voorjaar van 2010 naar bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan. Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport een plan van aanpak aan de inspectie te sturen. De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken: de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen; de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten; het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen. Pagina 10 van 10