Psychofarmaca in de huisartsenpraktijk in 2015: resultaten van het INTEGO netwerk

Vergelijkbare documenten
Psychiatrische spoedinterventies in de eerste lijn: vreemd lichaam?

Psychiatrische spoedinterventies in de eerste lijn: vreemd lichaam?

FEEDBACK DSM-IV code combinaties

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk

VEILIGHEID & VOORSCHRIJVEN VAN MEDICATIE SARAH JANUS

Factsheet 2: De inzet van de POH-GGZ in de huisartspraktijk over de periode

Nederlandse samenvatting

Disclosure belangen Dyllis van Dijk

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Inleiding. Achtergrond statistiek geneesmiddelenverstrekkingen

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

Kwaliteit van leven. Kwaliteit van leven bij verpleeghuisbewoners met. Britt Appelhof psycholoog, promovendus. UKON symposium, 11 april 2017

Hoofdpijn bij kinderen. THEMA dagen 2010 Drs. M.C.G. Beeren. Kinderarts H.C. Stael. Semi-arts St. Anna ziekenhuis, Geldrop

HOE VERSCHILLEN HARTVAATPATIËNTEN MET OF ZONDER PSYCHOPROBLEMATIEK VAN ELKAAR?

Kennislacunes NHG-Standaard Depressie

Disclosure belangen Dyllis van Dijk

Slaapstoornissen in de psychiatrie: het belang van behandeling

Komt stress van de patiënt aan bod bij de huisarts? Factsheet Databank Communicatie, oktober 2007.

Grote databanken: praktische toepassingen INTEGO. Gijs Van Pottelbergh Quality of care.

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

HELFT VAN KINDEREN EN EEN DERDE VAN VOLWASSENEN MET ADHD KRIJGT ADHD-MEDICATIE VIA HUISARTS. Marijn Prins, Liset van Dijk

Zorgstrategisch Plan Vlaanderen Template voor een regionaal ZSP

Universitair Medisch Centrum Groningen

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Waarom schrijven specialisten ouderen- geneeskunde psychofarmaca voor?

Inleiding Hoe het allemaal begon Soorten psychofarmaca, werking, bijwerkingen en indicatiegebieden

Zorg voor geest kost nog steeds het meest

Leeswijzer Psychiatrisch Casusregister tabellen

determinanten van agressie bij dementie: mogelijkheden tot preventie?

Nederlandse samenvatting

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Onderzoekssessie over dementie op jonge leeftijd UKON symposium, 10 april 2018

Richtlijn Aanpassingsstoornis bij patiënten met kanker. Tineke Vos, psychiater HMC Den Haag

Recent onderzoek in Vlaanderen en Nederland: wat zijn de noden van (ex-)kankerpatiënten en hun naasten na de behandeling?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Wat te bespreken. De Eeuw van chronische ziekten. risico ziekten en lifestyle. Trends in obesitas Nederland

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Analyse van de inzet van de POH-GGZ in de huisartsenpraktijk over de periode

Terugvalpreventie bij anorexia nervosa

KINDEREN EN VOLWASSENEN MET ADHD BINNEN DE HUISARTSENPRAKTIJK: TRENDS IN JAARPREVALENTIES EN VERWIJZINGEN. Marijn Prins, Liset van Dijk

15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) ( )

Het belang van goede slaap voor het psychisch welzijn: oorzaken en gevolgen van slaapstoornissen in de psychiatrie

Monitoring met gebruik van bestaande registraties na rampen en milieu-incidenten. CJ IJzermans, NIVEL NZR symposium 21 maart 2016

Ad 1: voor de VTV is gekozen omdat dit de meest toonaangevende en recente voorspelling op dit moment is. Daar waar demografische ontwikkelingen in de

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

Eetstoornissen. Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG ( en ) Inleiding

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen


Gedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Onder de tafel of op de (keuken) tafel?

25% DSM5 & Zorgvraagzwaarte. 3.5% in ggz. Creëer markt 3.5% 20.5% 3.5% Explosie in ggz. 2004: Wachtlijstenproblematiek. 2004: Wachtlijstenproblematiek

Zeldzame zieken in Registratie Net Huisartspraktijken Professor Jean Muris Hoofd Vakgroep Huisartsgeneeskunde Universiteit Maastricht

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Co morbiditeit en multimorbiditeit bij ouderen. Frank Buntinx KU Leuven en U Maastricht Klimop project Ouderen en Kanker

Artsen moeten geen supermannen of supervrouwen zijn Prof. dr. Jan De Maeseneer

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Conclusies van het praktijkproject: Hoe goed schat de opleider de kwetsbaarheid en de graad

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Factsheet 1: Hulpvraag - aanbod vanwege psychische en sociale problematiek in de huisartspraktijk

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

18/03/2016. inhoud. Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS

De opioïd pendulum: van opiofobie naar opiofilie? Prof. Dr. Cathy Matheï Free Clinic KU Leuven

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE

Somatische zorg voor mensen met een psychotische aandoening

PROs in de praktijk 1: Wat doen we ermee?

Pilootstudie naar de registratie van nieuwe gevallen van depressie in de huisartsenpeilpraktijken in 2007

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

Bipolaire stoornissen in de eerste lijn?

Bijsluiter gebruik astma-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Suïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Overleg rond de psychiatrische patiënt in de thuissituatie

Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Leeswijzer Achmea Health Database tabellen

Acute zorg door huisartsen in de dagzorg en op de huisartsenpost. Marieke Zwaanswijk, senior onderzoeker NIVEL

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

Wat is psychisch lijden? Eindhoven, 7 Oktober 2016

Rationeel geneesmiddelengebruik met behulp van de GheOP³S-tool DR. APR. ELINE TOMMELEIN

Antidepressiva in het verpleeghuisntihet

Indicatoren Kwaliteit Huisartsenzorg bij patiënten met Astma (kinderen) Versie juni 2016

Van het kind en het badwater Over ziekte en seksualiteit. Peter Leusink, huisarts, seksuoloog

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Bijsluiter gebruik astma (kinderen) indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Feedback rapport per huisarts

Transcriptie:

Psychofarmaca in de huisartsenpraktijk in 2015: resultaten van het INTEGO netwerk In 1994 werd het INTEGO project gestart aan het Academisch Centrum Huisartsgeneeskunde (ACHG) van de KU Leuven. De bedoeling was om een grote databank met morbiditeitsgegevens uit de huisartsenpraktijk te ontwikkelen, zicht te krijgen op de incidentie en prevalentie van ziekte in Vlaanderen, maar ook gegevens te verzamelen over diagnostische tests en voorgeschreven medicatie in de Vlaamse huisartsenpraktijk. Op dit moment heeft INTEGO een databank opgebouwd van 3.5 miljoen diagnosen, 36 miljoen laboratoriumresultaten en 15 miljoen medicatie voorschriften. INTEGO bevat ondertussen meer dan 380.000 patiënten en 2.5 miljoen patiëntenjaren. De INTEGO data zijn representatief voor leeftijd en geslacht voor heel Vlaanderen. In 2015 waren er 49 praktijken actief in het INTEGO netwerk. Voor de huidige analyse naar psychofarmaca werd er gekeken naar de elektronische voorschriften gemaakt in 2015 in het INTEGO netwerk. Op basis van de ATC-code (http://www.whocc.no/atc_ddd_index/) werden er 4 groepen van medicatie geselecteerd: 1) antidepressiva (N06A), 2) antipsychotica (N05A), 3) anxiolytica (N05B) en 4) hypnotica en sedativa (N05C). Er werd een onderscheid gemaakt tussen 'minstens 1 voorschrift' en een 'chronisch voorschrift'. Een voorschrift werd chronisch genoemd wanneer de patiënt 2 of meer voorschriften kreeg in het eerste semester van 2015 en minstens 1 voorschrift in het 2de semester. Voor de diagnosen van psychische aandoeningen werden alle ICPC-2 codes in de P groep bekeken. De codes P01 tem P29 betreffen symptomen en klachten, terwijl de codes P70 tem P99 ziektes zijn (zie appendix). Voor de prevalentie van P diagnosen in 2015 werd er enerzijds gekeken naar de diagnosen die geregistreerd werden in de 3 jaren voor 2015 (2012-2014), alsook naar de P diagnosen die ooit gesteld werden voor deze patiënten voor 2015. Voor de incidentie van de P diagnosen in 2015 werd er gekeken naar de nieuwe diagnosen gesteld in 2015. Voor de analyse van de huidige resultaten werden er 2 strategieën gebruikt: 1) vertrekkende van het voorschrift werd er gekeken welke P diagnosen bij deze patiënten geregistreerd werden en 2) vanuit de geregistreerde diagnose werd er gekeken welke medicatie aan deze patiënten voorgeschreven werd.

Resultaten 1. Aantal voorschriften psychofarmaca in het INTEGO netwerk in 2015 In 2015 werden er gegevens voor 123.261 verschillende patiënten in INTEGO geregistreerd. In Tabel 1 wordt de verdeling volgens geslacht gepresenteerd. In totaal kreeg 11.4% van de totale patiëntenpopulatie minstens 1 voorschrift voor psychofarmaca in 2015, en 3.7% ontving een chronisch voorschrift. Vrouwen kregen significant meer psychofarmaca voorgeschreven dan mannen (Tabel 1). Ook stijgt het aantal patiënten dat minstens 1 voorschrift krijgt met de leeftijd van 0.7% in jongeren (<20 jaar), naar 7.3% in 20-39 jarigen, 15% in 40-64 jarigen tot 23.2% in de 65-plussers (Tabel 2). In Figuur 1-4 wordt voor elke groep van psychofarmaca het aantal patiënten volgens leeftijd en geslacht grafisch voorgesteld. Belangrijk op te merken is dat in deze analyse enkel de elektronische voorschriften opgenomen zijn. Wanneer artsen een voorschrift op papier schrijven tijdens een huisbezoek of rusthuisbezoek, dan zit dit niet in deze resultaten, tenzij de artsen dit voorschrift ook gelijktijdig elektronisch registreren. Ook bevatten deze cijfers niet de voorschriften die gemaakt werden door andere artsen buiten de registrerende huisartsenpraktijk, zoals bv psychiaters. Hierdoor zijn de gepresenteerde cijfers een mogelijke onderschatting van het werkelijke aantal voorschriften dat in deze populatie uitgereikt werd in 2015. Anderzijds betreft het voorgeschreven medicatie en wil dit dus niet zeggen dat de patiënt de medicatie ook daadwerkelijk afgehaald heeft bij de apotheker. Dit zijn beperkingen van deze INTEGO analyses. 2. Geregistreerde P diagnosen in patiënten met een voorschrift voor psychofarmaca Voor deze analyse werd er per groep van psychofarmaca gekeken naar het aantal P diagnosen (prevalente en incidente diagnosen) die geregistreerd werden bij patiënten met minstens 1 voorschrift en bij patiënten met een chronisch voorschrift. 2.a Antidepressiva Bij patiënten met minstens 1 voorschrift had 54% geen prevalente P diagnose in de vorige 3 jaar en bij 35% werd nooit een P diagnose geregistreerd voor 2015 (Tabel 3 en 4). Wanneer we keken naar de chronische voorschriften waren deze percentages respectievelijk 56% en 32% (data niet getoond). De top 4 van de diagnosen die geregistreerd werden in de 3 vorige jaren waren depressie (16%), surmenage (3.1%), angst (2.6%) en dementie (1.2%) (Figuur 5). De top 4 van de ooit gestelde diagnosen waren ook depressie (34%), surmenage (4.7%), angst (5.9%) en dementie (1.5%) (Figuur 6). Dezelfde trend werd gezien in de analyse van chronische voorschriften (data niet getoond). 2.b Antipsychotica Bij patiënten met minstens 1 voorschrift had 50% geen prevalente P diagnose in de vorige 3 jaar en bij 31% werd nooit een P diagnose geregistreerd voor 2015 (Tabel 5 en 6). Dezelfde trend werd gezien in de analyse van chronische voorschriften (data niet getoond). De top 5 van de diagnosen die geregistreerd werden in de 3 vorige jaren waren depressie (11%), dementie (4.3%), surmenage (2.9%), angst (2.7%) en psychose (P98 en P73 beide 2.1%) (Figuur 7). De top 5 van de diagnosen die ooit

geregistreerd werden waren depressie (28%), dementie (5.8%), surmenage (4.5%), angst (6.8%) en psychose (P98 en P73, respectievelijk 4.6% en 3.5%) (Figuur 8). Dezelfde trend werd gezien in de analyse van chronische voorschriften (data niet getoond). 2.c Anxiolytica Bij patiënten met minstens 1 voorschrift had 61% geen prevalente P diagnose in de vorige 3 jaar en bij 42% werd nooit een P diagnose geregistreerd voor 2015 (Tabel 7 en 8). Dezelfde trend werd gezien in de analyse van chronische voorschriften (data niet getoond). De top 4 van de diagnosen die geregistreerd werden in de 3 vorige jaren waren depressie (9.9%), surmenage (2.3%), angst (2.6%) en dementie (1.0%) (Figuur 9). De top 4 van de diagnosen die ooit geregistreerd werden waren depressie (24%), surmenage (3.7%), angst (6.5%) en dementie (1.3%) (Figuur 10). Dezelfde trend werd gezien in de analyse van chronische voorschriften (data niet getoond). 2.d Hypnotica en sedativa Bij patiënten met minstens 1 voorschrift had 65% geen prevalente P diagnose in de vorige 3 jaar en bij 46% werd nooit een P diagnose geregistreerd voor 2015 (Tabel 9 en 10). Dezelfde trend werd gezien in de analyse van chronische voorschriften (data niet getoond). De top 4 van de diagnosen die geregistreerd werden in de 3 vorige jaren waren depressie (8.8%), surmenage (1.9%), angst (1.2%) en dementie (0.9%) (Figuur 11). De top 4 van de diagnosen die ooit geregistreerd werden waren depressie (21%), surmenage (3.2%), angst (3.4%) en dementie (1.2%) (Figuur 12). Dezelfde trend werd gezien in de analyse van chronische voorschriften (data niet getoond). Interpretatie Wat opvalt is het hoge aantal ontbrekende P diagnosen bij patiënten die psychofarmaca voorgeschreven kregen. Enerzijds kan dit betekenen dat P diagnosen onvoldoende geregistreerd worden. De INTEGO registratoren worden nochtans geselecteerd op basis van hun registratie capaciteiten, volgens een strenge selectieprocedure. Anderzijds wijst dit er waarschijnlijk op dat de 'P load' in de huisartsenpraktijk niet enkel 'gevangen' kan worden in P diagnosen. Vele diagnosen veroorzaken mogelijks psychologische en mentale problemen, bv ernstige diagnosen zoals kanker of hartfalen. Ook het gebruik van medicatie voor andere indicaties zoals pijn, rookstop,... verklaart deels dit verschil. Toekomstig onderzoek van onze data zal meer licht werpen op de eigenlijke P load in de huisartsenpraktijk en de oorzaken van deze 'mismatch' kwantificeren. 3. Voorschriften voor psychofarmaca in patiënten met een P diagnose 3.a Depressie (P76) Op 1/1/2015 was de prevalentie van depressie 3.1% (n=3853) in de INTEGO databank. Dit waren de patiënten bij wie een diagnose van depressie geregistreerd werd in 2012, 2013 of 2014. In totaal kreeg 63% van de patiënten met een prevalente diagnose geen enkel voorschrift voor psychofarmaca in 2015, en voor 86% was er geen chronisch voorschrift. In totaal kreeg 18% minstens 1 voorschrift voor een antidepressivum, 4% een voorschrift voor antipsychotica, 17% een anxiolyticum en 12% een voorschrift voor een hypnoticum of sedativum.

Tussen 1/1/2015 en 31/12/2015 was de incidentie van depressie 6.5/1000 patiënten (n=777). In totaal kreeg 47% van de patiënten met een incidente diagnose geen enkel voorschrift in 2015, en 86% geen chronisch voorschrift. In totaal kreeg 27% minstens 1 voorschrift voor een antidepressivum, 6.4% een voorschrift voor antipsychotica, 25% een anxiolyticum en 20% een voorschrift voor een hypnoticum of sedativum. 3.b Angst (P74) Op 1/1/2015 was de prevalentie van angst 0.6% (n=780) in de INTEGO databank. Dit waren de patiënten bij wie een diagnose van angst geregistreerd werd in 2012, 2013 of 2014. In totaal kreeg 64% van de patiënten met een prevalente diagnose geen enkel voorschrift voor psychofarmaca in 2015, en voor 88% was er geen chronisch voorschrift. In totaal kreeg 14% minstens 1 voorschrift voor een antidepressivum, 4.9% een voorschrift voor antipsychotica, 22% een anxiolyticum en 8.5% een voorschrift voor een hypnoticum of sedativum. Tussen 1/1/2015 en 31/12/2015 was de incidentie van angst 1.8/1000 patiënten (n=216). In totaal kreeg 44% van de patiënten met een incidente diagnose geen enkel voorschrift in 2015, en 88% geen chronisch voorschrift. In totaal kreeg 21% minstens 1 voorschrift voor een antidepressivum, 4.6% een voorschrift voor antipsychotica, 38% een anxiolyticum en 12% een voorschrift voor een hypnoticum of sedativum. 3.c Psychose (P71, P72, P73 en P98) Op 1/1/2015 was de prevalentie van psychose 0.4% (n=505) in de INTEGO databank. Dit waren de patiënten bij wie een diagnose van psychose geregistreerd werd in 2012, 2013 of 2014. In totaal kreeg 62% van de patiënten met een prevalente diagnose geen enkel voorschrift voor psychofarmaca in 2015, en voor 85% was er geen chronisch voorschrift. In totaal kreeg 15% minstens 1 voorschrift voor een antidepressivum, 16% een voorschrift voor antipsychotica, 17% een anxiolyticum en 8.9% een voorschrift voor een hypnoticum of sedativum. Tussen 1/1/2015 en 31/12/2015 was de incidentie van psychose 1.2/1000 patiënten (n=142). In totaal kreeg 50% van de patiënten met een incidente diagnose geen enkel voorschrift in 2015, en 84% geen chronisch voorschrift. In totaal kreeg 13% minstens 1 voorschrift voor een antidepressivum, 23% een voorschrift voor antipsychotica, 25% een anxiolyticum en 13% een voorschrift voor een hypnoticum of sedativum. Interpretatie Dit toont aan dat minder dan 40% van de patiënten met een prevalente diagnose van depressie, angst of psychose een voorschrift kreeg van de huisarts voor psychofarmaca in 2015, en minder dan 15% een chronisch voorschrift. Ongeveer de helft van de patiënten met een nieuwe diagnose in 2015 kregen een voorschrift voor psychofarmaca. Zoals hierboven aangehaald, is het belangrijk te weten dat dit enkel de elektronische voorschriften door de huisarts betreft en dat dit dus een onderschatting is van het werkelijk aantal voorschriften voor deze patiënten aangezien geschreven voorschriften en voorschriften gemaakt door artsen buiten de huisartspraktijk (zoals psychiaters) niet meegerekend werden.

Table 1. Prescriptions of antidepressants and psycholeptics in 2015, by gender Variable Total, Females, Males, (N=123261) (N=64420) (N=58841) p-value* N06A 1 prescription 4171 (3.4) 2718 (4.2) 1453 (2.5) <0.001 Chronic prescription 1314 (1.1) 907 (1.4) 407 (0.7) <0.001 N05A 1 prescription 1409 (1.1) 833 (1.3) 576 (1.0) <0.001 Chronic prescription 347 (0.3) 205 (0.3) 142 (0.2) 0.013 N05B 1 prescription 6724 (5.5) 4115 (6.4) 2609 (4.4) <0.001 Chronic prescription 1945 (1.6) 1237 (1.9) 708 (1.2) <0.001 N05C 1 prescription 5432 (4.4) 3516 (5.5) 1916 (3.3) <0.001 Chronic prescription 1763 (1.4) 1200 (1.9) 563 (1.0) <0.001 All drugs 1 prescription 14090 (11.4) 8794 (13.7) 5296 (9.0) <0.001 1 chronic prescription 4533 (3.7) 2966 (4.6) 1567 (2.7) <0.001 *statistical test used to compare the proportions between females and males: Pearson chi-squared test

Table 2. Prescriptions of antidepressants and psycholeptics in 2015, by age group Variable Total (N=123261 ) <20 years (N=25499 ) 20-39 years (N=34399) 40-64 years (N=39958) 65 years, (N=23405) p- value* N06A 1 prescription 4171 (3.4) 36 (0.1) 740 (2.2) 2062 (5.2) 1333 (5.7) <0.001 Chronic prescription 1314 (1.1) 8 (0.03) 146 (0.4) 663 (1.7) 497 (2.1) <0.001 N05A 1 prescription 1409 (1.1) 21 (0.1) 262 (0.8) 585 (1.5) 541 (2.3) <0.001 Chronic prescription 347 (0.3) 2 (0.01) 53 (0.2) 154 (0.4) 138 (0.6) <0.001 N05B 1 prescription 6724 (5.5) 47 (0.2) 1267 (3.7) 2830 (7.1) 2580 (11.0) <0.001 Chronic prescription 1945 (1.6) 3 (0.01) 182 (0.5) 759 (1.9) 1001 (4.3) <0.001 N05C 1 prescription 5432 (4.4) 84 (0.3) 737 (2.1) 2167 (5.4) 2444 (10.4) <0.001 Chronic prescription 1763 (1.4) 1 (0.004) 72 (0.2) 639 (1.6) 1051 (4.5) <0.001 All drugs 14090 <0.001 1 prescription (11.4) 181 (0.7) 2496 (7.3) 5993 (15.0) 5420 (23.2) 1 chronic <0.001 prescription 4533 (3.7) 14 (0.05) 385 (1.1) 1835 (4.6) 2299 (9.8) *statistical test used to test if there was a trend in proportion in age groups: Chi-squared test for trend in proportions

Figure 1. Prescription of antidepressants (N06A) in 2015 by age group and gender

Figure 2. Prescription of antipsychotics (N05A) in 2015 by age group and gender

Figure 3. Prescription of anxiolytics (N05B) in 2015 by age group and gender

Figure 4. Prescription of hypnotics and sedatives (N05C) in 2015 by age group and gender

Table 3. Proportion of people with an ICPC P diagnosis recorded in the past 3 years (prevalent cases), among people with 1 prescription of antidepressants (N06A) in 2015 (N=4171) Prevalent case recorded in the past 3 years Total Females Males No ICPC code recorded Among all people 2255 (54.1) 1494 (55.0) 761 (52.4) Among people aged <20 years 18 (50.0) 13 (59.1) 5 (35.7) Among people aged 20-39 years 286 (38.6) 193 (40.5) 93 (35.4) Among people aged 40-64 years 1067 (51.7) 699 (52.6) 368 (50.1) Among people aged 65 years 884 (66.3) 589 (66.1) 295 (66.7) Depressive disorder (P76) Among all people 679 (16.3) 478 (17.6) 201 (13.8) Among people aged <20 years 5 (13.9) 2 (9.1) 3 (21.4) Among people aged 20-39 years 150 (20.3) 109 (22.9) 41 (15.6) Among people aged 40-64 years 384 (18.6) 258 (19.4) 126 (17.2) Among people aged 65 years 140 (10.5) 109 (12.2) 31 (7.0) Neurasthenia/surmenage (P78) Among all people 130 (3.1) 104 (3.8) 26 (1.8) Among people aged 20-39 years 43 (5.8) 37 (7.8) 6 (2.3) Among people aged 40-64 years 78 (3.8) 60 (4.5) 18 (2.5) Among people aged 65 years 9 (0.7) 7 (0.8) 2 (0.5) Anxiety disorder/anxiety state (P74) Among all people 108 (2.6) 72 (2.6) 36 (2.5) Among people aged <20 years 3 (8.3) 2 (9.1) 1 (7.1) Among people aged 20-39 years 35 (4.7) 21 (4.4) 14 (5.3) Among people aged 40-64 years 48 (2.3) 32 (2.4) 16 (2.2) Among people aged 65 years 22 (1.7) 17 (1.9) 5 (1.1) Dementia (P70) Among all people 49 (1.2) 28 (1.0) 21 (1.4) Among people aged 20-39 years 1 (0.1) 0 (0.0) 1 (0.4) Among people aged 40-64 years 5 (0.2) 2 (0.2) 3 (0.4) Among people aged 65 years 43 (3.2) 26 (2.9) 17 (3.8)

Table 4. Proportion of people with an ICPC P diagnosis recorded ever (prevalent cases), among people with 1 prescription of antidepressants (N06A) in 2015 (N=4171) Prevalent case recorded ever Total Females Males No ICPC code recorded Among all people 1455 (34.9) 945 (34.8) 510 (35.1) Among people aged <20 years 17 (47.2) 12 (54.5) 5 (35.7) Among people aged 20-39 years 223 (30.1) 154 (32.3) 69 (26.2) Among people aged 40-64 years 652 (31.6) 409 (30.8) 243 (33.1) Among people aged 65 years 563 (42.2) 370 (41.5) 193 (43.7) Depressive disorder (P76) Among all people 1402 (33.6) 1001 (36.8) 401 (27.6) Among people aged <20 years 5 (13.9) 2 (9.1) 3 (21.4) Among people aged 20-39 years 209 (28.2) 148 (31) 61 (23.2) Among people aged 40-64 years 786 (38.1) 552 (41.6) 234 (31.9) Among people aged 65 years 402 (30.2) 299 (33.6) 103 (23.3) Neurasthenia/surmenage (P78) Among all people 197 (4.7) 148 (5.4) 49 (3.4) Among people aged 20-39 years 52 (7.0) 40 (8.4) 12 (4.6) Among people aged 40-64 years 117 (5.7) 86 (6.5) 31 (4.2) Among people aged 65 years 28 (2.1) 22 (2.5) 6 (1.4) Anxiety disorder/anxiety state (P74) Among all people 247 (5.9) 168 (6.2) 79 (5.4) Among people aged <20 years 3 (8.3) 2 (9.1) 1 (7.1) Among people aged 20-39 years 49 (6.6) 30 (6.3) 19 (7.2) Among people aged 40-64 years 131 (6.4) 89 (6.7) 42 (5.7) Among people aged 65 years 64 (4.8) 47 (5.3) 17 (3.8) Dementia (P70) Among all people 64 (1.5) 39 (1.4) 25 (1.7) Among people aged 20-39 years 1 (0.1) 0 (0.0) 1 (0.4) Among people aged 40-64 years 6 (0.3) 3 (0.2) 3 (0.4) Among people aged 65 years 57 (4.3) 36 (4.0) 21 (4.8)

Figure 5. Repartition of ICPC P codes (recorded in the past 3 years) among people with 1 prescription of antidepressants (N06A) in 2015 (N=4171)

Figure 6. Repartition of ICPC P codes (recorded ever) among people with 1 prescription of antidepressants (N06A) in 2015 (N=4171)

Table 5. Proportion of people with an ICPC P diagnosis recorded in the past 3 years (prevalent cases), among people with 1 prescription of antipsychotics (N05A) in 2015 (N=1409) Prevalent case recorded in the past 3 years No ICPC code recorded Total Females Males Among all people 703 (49.9) 414 (49.7) 289 (50.2) Among people aged <20 years 10 (47.6) 2 (22.2) 8 (66.7) Among people aged 20-39 years 112 (42.7) 56 (40.3) 56 (45.5) Among people aged 40-64 years 277 (47.4) 163 (47.7) 114 (46.9) Among people aged 65 years 304 (56.2) 193 (56.3) 111 (56.1) Depressive disorder (P76) Among all people 156 (11.1) 106 (12.7) 50 (8.7) Among people aged <20 years 1 (4.8) 1 (11.1) 0 (0.0) Among people aged 20-39 years 44 (16.8) 28 (20.1) 16 (13) Among people aged 40-64 years 74 (12.6) 48 (14.0) 26 (10.7) Among people aged 65 years 37 (6.8) 29 (8.5) 8 (4.0) Dementia (P70) Among all people 61 (4.3) 35 (4.2) 26 (4.5) Among people aged 20-39 years 1 (0.4) 0 (0.0) 1 (0.8) Among people aged 40-64 years 2 (0.3) 2 (0.6) 0 (0.0) Among people aged 65 years 58 (10.7) 33 (9.6) 25 (12.6) Neurasthenia/surmenage (P78) Among all people 41 (2.9) 35 (4.2) 6 (1.0) Among people aged 20-39 years 18 (6.9) 16 (11.5) 2 (1.6) Among people aged 40-64 years 22 (3.8) 18 (5.3) 4 (1.6) Among people aged 65 years 1 (0.2) 1 (0.3) 0 (0.0) Anxiety disorder/anxiety state (P74) Among all people 38 (2.7) 25 (3.0) 13 (2.3) Among people aged 20-39 years 14 (5.3) 10 (7.2) 4 (3.3) Among people aged 40-64 years 15 (2.6) 9 (2.6) 6 (2.5) Among people aged 65 years 9 (1.7) 6 (1.7) 3 (1.5) Psychosis not otherwise specified/other (P98) Among all people 30 (2.1) 10 (1.2) 20 (3.5) Among people aged 20-39 years 14 (5.3) 4 (2.9) 10 (8.1) Among people aged 40-64 years 14 (2.4) 5 (1.5) 9 (3.7) Among people aged 65 years 2 (0.4) 1 (0.3) 1 (0.5) Affective psychosis (P73) Among all people 29 (2.1) 15 (1.8) 14 (2.4) Among people aged 20-39 years 8 (3.1) 3 (2.2) 5 (4.1) Among people aged 40-64 years 16 (2.7) 8 (2.3) 8 (3.3)

Among people aged 65 years 5 (0.9) 4 (1.2) 1 (0.5) Phobia/compulsive disorder (P79) Among all people 24 (1.7) 12 (1.4) 12 (2.1) Among people aged <20 years 1 (4.8) 0 (0.0) 1 (8.3) Among people aged 20-39 years 4 (1.5) 2 (1.4) 2 (1.6) Among people aged 40-64 years 16 (2.7) 8 (2.3) 8 (3.3) Among people aged 65 years 3 (0.6) 2 (0.6) 1 (0.5)

Table 6. Proportion of people with an ICPC P diagnosis recorded ever (prevalent cases), among people with 1 prescription of antipsychotics (N05A) in 2015 (N=1409) Prevalent case recorded ever Total Females Males No ICPC code recorded Among all people 436 (30.9) 259 (31.1) 177 (30.7) Among people aged <20 years 10 (47.6) 2 (22.2) 8 (66.7) Among people aged 20-39 years 81 (30.9) 45 (32.4) 36 (29.3) Among people aged 40-64 years 163 (27.9) 98 (28.7) 65 (26.7) Among people aged 65 years 182 (33.6) 114 (33.2) 68 (34.3) Depressive disorder (P76) Among all people 390 (27.7) 249 (29.9) 141 (24.5) Among people aged <20 years 1 (4.8) 1 (11.1) 0 (0.0) Among people aged 20-39 years 65 (24.8) 41 (29.5) 24 (19.5) Among people aged 40-64 years 191 (32.6) 117 (34.2) 74 (30.5) Among people aged 65 years 133 (24.6) 90 (26.2) 43 (21.7) Dementia (P70) Among all people 82 (5.8) 50 (6.0) 32 (5.6) Among people aged 20-39 years 1 (0.4) 0 (0.0) 1 (0.8) Among people aged 40-64 years 3 (0.5) 3 (0.9) 0 (0.0) Among people aged 65 years 78 (14.4) 47 (13.7) 31 (15.7) Neurasthenia/surmenage (P78) Among all people 63 (4.5) 50 (6.0) 13 (2.3) Among people aged 20-39 years 19 (7.3) 16 (11.5) 3 (2.4) Among people aged 40-64 years 39 (6.7) 31 (9.1) 8 (3.3) Among people aged 65 years 5 (0.9) 3 (0.9) 2 (1.0) Anxiety disorder/anxiety state (P74) Among all people 96 (6.8) 63 (7.6) 33 (5.7) Among people aged 20-39 years 20 (7.6) 15 (10.8) 5 (4.1) Among people aged 40-64 years 50 (8.5) 32 (9.4) 18 (7.4) Among people aged 65 years 26 (4.8) 16 (4.7) 10 (5.1) Psychosis not otherwise specified/other (P98) Among all people 65 (4.6) 32 (3.8) 33 (5.7) Among people aged 20-39 years 23 (8.8) 7 (5.0) 16 (13) Among people aged 40-64 years 34 (5.8) 19 (5.6) 15 (6.2) Among people aged 65 years 8 (1.5) 6 (1.7) 2 (1.0) Affective psychosis (P73) Among all people 50 (3.5) 28 (3.4) 22 (3.8) Among people aged 20-39 years 12 (4.6) 6 (4.3) 6 (4.9) Among people aged 40-64 years 30 (5.1) 16 (4.7) 14 (5.8)

Among people aged 65 years 8 (1.5) 6 (1.7) 2 (1.0) Phobia/compulsive disorder (P79) Among all people 42 (3.0) 20 (2.4) 22 (3.8) Among people aged <20 years 1 (4.8) 0 (0.0) 1 (8.3) Among people aged 20-39 years 10 (3.8) 3 (2.2) 7 (5.7) Among people aged 40-64 years 22 (3.8) 12 (3.5) 10 (4.1) Among people aged 65 years 9 (1.7) 5 (1.5) 4 (2.0)

Figure 7. Repartition of ICPC P codes (recorded in the past 3 years) among people with 1 prescription of antipsychotics (N05A) in 2015 (N=1409)

Figure 8. Repartition of ICPC P codes (recorded ever) among people with 1 prescription of antipsychotics (N05A) in 2015 (N=1409)

Table 7. Proportion of people with an ICPC P diagnosis recorded in the past 3 years (prevalent cases), among people with 1 prescription of anxiolytics (N05B) in 2015 (N=6724) Prevalent case recorded in the past 3 years No ICPC code recorded Total Females Males Among all people 4113 (61.2) 2477 (60.2) 1636 (62.7) Among people aged <20 years 33 (70.2) 23 (74.2) 10 (62.5) Among people aged 20-39 years 641 (50.6) 318 (47.7) 323 (53.7) Among people aged 40-64 years 1612 (57.0) 917 (54.7) 695 (60.3) Among people aged 65 years 1827 (70.8) 1219 (70.0) 608 (72.5) Depressive disorder (P76) Among all people 666 (9.9) 472 (11.5) 194 (7.4) Among people aged 20-39 years 139 (11.0) 89 (13.4) 50 (8.3) Among people aged 40-64 years 350 (12.4) 247 (14.7) 103 (8.9) Among people aged 65 years 177 (6.9) 136 (7.8) 41 (4.9) Neurasthenia/surmenage (P78) Among all people 155 (2.3) 122 (3.0) 33 (1.3) Among people aged 20-39 years 44 (3.5) 30 (4.5) 14 (2.3) Among people aged 40-64 years 100 (3.5) 81 (4.8) 19 (1.6) Among people aged 65 years 11 (0.4) 11 (0.6) 0 (0.0) Anxiety disorder/anxiety state (P74) Among all people 175 (2.6) 114 (2.8) 61 (2.3) Among people aged <20 years 2 (4.3) 1 (3.2) 1 (6.2) Among people aged 20-39 years 53 (4.2) 29 (4.4) 24 (4.0) Among people aged 40-64 years 72 (2.5) 50 (3.0) 22 (1.9) Among people aged 65 years 48 (1.9) 34 (2.0) 14 (1.7) Dementia (P70) Among all people 67 (1.0) 47 (1.1) 20 (0.8) Among people aged 20-39 years 0 (0.0) 0 (0.0) 0 (0.0) Among people aged 40-64 years 12 (0.4) 9 (0.5) 3 (0.3) Among people aged 65 years 55 (2.1) 38 (2.2) 17 (2.0)

Table 8. Proportion of people with an ICPC P diagnosis recorded ever (prevalent cases), among people with 1 prescription of anxiolytics (N05B) in 2015 (N=6724) Prevalent case recorded ever Total Females Males No ICPC code recorded Among all people 2820 (41.9) 1634 (39.7) 1186 (45.5) Among people aged <20 years 32 (68.1) 23 (74.2) 9 (56.2) Among people aged 20-39 years 546 (43.1) 270 (40.5) 276 (45.9) Among people aged 40-64 years 1057 (37.3) 585 (34.9) 472 (40.9) Among people aged 65 years 1185 (45.9) 756 (43.4) 429 (51.1) Depressive disorder (P76) Among all people 1638 (24.4) 1166 (28.3) 472 (18.1) Among people aged <20 years 1 (2.1) 0 (0.0) 1 (6.2) Among people aged 20-39 years 203 (16.0) 134 (20.1) 69 (11.5) Among people aged 40-64 years 790 (27.9) 543 (32.4) 247 (21.4) Among people aged 65 years 644 (25.0) 489 (28.1) 155 (18.5) Neurasthenia/surmenage (P78) Among all people 250 (3.7) 188 (4.6) 62 (2.4) Among people aged 20-39 years 53 (4.2) 36 (5.4) 17 (2.8) Among people aged 40-64 years 151 (5.3) 112 (6.7) 39 (3.4) Among people aged 65 years 46 (1.8) 40 (2.3) 6 (0.7) Anxiety disorder/anxiety state (P74) Among all people 434 (6.5) 289 (7.0) 145 (5.6) Among people aged <20 years 2 (4.3) 1 (3.2) 1 (6.2) Among people aged 20-39 years 73 (5.8) 44 (6.6) 29 (4.8) Among people aged 40-64 years 192 (6.8) 122 (7.3) 70 (6.1) Among people aged 65 years 167 (6.5) 122 (7.0) 45 (5.4) Dementia (P70) Among all people 85 (1.3) 61 (1.5) 24 (0.9) Among people aged 20-39 years 0 (0.0) 0 (0.0) 0 (0.0) Among people aged 40-64 years 16 (0.6) 12 (0.7) 4 (0.3) Among people aged 65 years 69 (2.7) 49 (2.8) 20 (2.4)

Figure 9. Repartition of ICPC P codes (recorded in the past 3 years) among people with 1 prescription of anxiolytics (N05B) in 2015 (N=6724)

Figure 10. Repartition of ICPC P codes (recorded ever) among people with 1 prescription of anxiolytics (N05B) in 2015 (N=6724)

Table 9. Proportion of people with an ICPC P diagnosis recorded in the past 3 years (prevalent cases), among people with 1 prescription of hypnotics and sedatives (N05C) in 2015 (N=5432) Prevalent case recorded in the past 3 years No ICPC code recorded Total Females Males Among all people 3514 (64.7) 2258 (64.2) 1256 (65.6) Among people aged <20 years 52 (61.9) 29 (60.4) 23 (63.9) Among people aged 20-39 years 297 (40.3) 185 (40.7) 112 (39.7) Among people aged 40-64 years 1314 (60.6) 830 (60.0) 484 (61.7) Among people aged 65 years 1851 (75.7) 1214 (74.5) 637 (78.3) Depressive disorder (P76) Among all people 479 (8.8) 341 (9.7) 138 (7.2) Among people aged <20 years 2 (2.4) 2 (4.2) 0 (0.0) Among people aged 20-39 years 101 (13.7) 70 (15.4) 31 (11.0) Among people aged 40-64 years 246 (11.4) 175 (12.7) 71 (9.1) Among people aged 65 years 130 (5.3) 94 (5.8) 36 (4.4) Neurasthenia/surmenage (P78) Among all people 101 (1.9) 80 (2.3) 21 (1.1) Among people aged <20 years 1 (1.2) 1 (2.1) 0 (0.0) Among people aged 20-39 years 35 (4.7) 28 (6.2) 7 (2.5) Among people aged 40-64 years 57 (2.6) 44 (3.2) 13 (1.7) Among people aged 65 years 8 (0.3) 7 (0.4) 1 (0.1) Anxiety disorder/anxiety state (P74) Among all people 66 (1.2) 49 (1.4) 17 (0.9) Among people aged 20-39 years 10 (1.4) 8 (1.8) 2 (0.7) Among people aged 40-64 years 31 (1.4) 21 (1.5) 10 (1.3) Among people aged 65 years 25 (1.0) 20 (1.2) 5 (0.6) Dementia (P70) Among all people 50 (0.9) 39 (1.1) 11 (0.6) Among people aged 20-39 years 0 (0.0) 0 (0.0) 0 (0.0) Among people aged 40-64 years 9 (0.4) 8 (0.6) 1 (0.1) Among people aged 65 years 41 (1.7) 31 (1.9) 10 (1.2)

Table 10. Proportion of people with an ICPC P diagnosis recorded ever (prevalent cases), among people with 1 prescription of hypnotics and sedatives (N05C) in 2015 (N=5432) Prevalent case recorded ever Total Females Males No ICPC code recorded Among all people 2513 (46.3) 1574 (44.8) 939 (49) Among people aged <20 years 51 (60.7) 29 (60.4) 22 (61.1) Among people aged 20-39 years 256 (34.7) 159 (34.9) 97 (34.4) Among people aged 40-64 years 922 (42.5) 574 (41.5) 348 (44.4) Among people aged 65 years 1284 (52.5) 812 (49.8) 472 (58.0) Depressive disorder (P76) Among all people 1142 (21.0) 840 (23.9) 302 (15.8) Among people aged <20 years 2 (2.4) 2 (4.2) 0 (0.0) Among people aged 20-39 years 126 (17.1) 88 (19.3) 38 (13.5) Among people aged 40-64 years 546 (25.2) 399 (28.9) 147 (18.8) Among people aged 65 years 468 (19.1) 351 (21.5) 117 (14.4) Neurasthenia/surmenage (P78) Among all people 174 (3.2) 134 (3.8) 40 (2.1) Among people aged <20 years 1 (1.2) 1 (2.1) 0 (0.0) Among people aged 20-39 years 43 (5.8) 34 (7.5) 9 (3.2) Among people aged 40-64 years 93 (4.3) 70 (5.1) 23 (2.9) Among people aged 65 years 37 (1.5) 29 (1.8) 8 (1.0) Anxiety disorder/anxiety state (P74) Among all people 183 (3.4) 130 (3.7) 53 (2.8) Among people aged 20-39 years 19 (2.6) 15 (3.3) 4 (1.4) Among people aged 40-64 years 95 (4.4) 63 (4.6) 32 (4.1) Among people aged 65 years 69 (2.8) 52 (3.2) 17 (2.1) Dementia (P70) Among all people 64 (1.2) 51 (1.5) 13 (0.7) Among people aged 20-39 years 0 (0.0) 0 (0.0) 0 (0.0) Among people aged 40-64 years 9 (0.4) 8 (0.6) 1 (0.1) Among people aged 65 years 55 (2.3) 43 (2.6) 12 (1.5)

Figure 11. Repartition of ICPC P codes (recorded in the past 3 years) among people with 1 prescription of hypnotics and sedatives (N05C) in 2015 (N=5432)

Figure 12. Repartition of ICPC P codes (recorded ever) among people with 1 prescription of hypnotics and sedatives (N05C) in 2015 (N=5432)

Appendix. Psychological ICPC-2 codes ICPC2 code Definition ICPC2 code Definition P01 Feeling anxious/nervous/tense P70 Dementia P02 Acute stress reaction P71 Organic psychosis other P03 Feeling depressed P72 Schizophrenia P04 Feeling/behaving irritable/angry P73 Affective psychosis P05 Senility, feeling/behaving old P74 Anxiety disorder/anxiety state P06 Sleep disturbance P75 Somatisation disorder P07 Sexual desire reduced P76 Depressive disorder P08 Sexual fulfilment reduced P77 Suicide/suicide attempt P09 Sexual preference concern P78 Neurasthenia/surmenage P10 Stammering/stuttering/tic P79 Phobia/compulsive disorder P11 Eating problem in child P80 Personality disorder P12 Bedwetting/enuresis P81 Hyperkinetic disorder P13 Encopresis/bowel training problem P82 Post-traumatic stress disorder P15 Chronic alcohol abuse P85 Mental retardation P16 Acute alcohol abuse P86 Anorexia nervosa/bulimia P17 Tobacco abuse P98 Psychosis NOS/other P18 Medication abuse P99 Psychological disorders, other P19 P20 P22 P23 P24 P25 P27 P28 P29 Drug abuse Memory disturbance Child behaviour symptom/complaint Adolescent behaviour Symptom/complaint Specific learning problem Phase of life problem adult Fear of mental disorder Limited function/disability Psychological symptom/complaint other