VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Vergelijkbare documenten
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Advies. Voorontwerp van Brusseldecreet. Brussel, 17 september 2018

b) Welke projecten werden in het verleden door de VGC ingediend? Welke werden goedgekeurd? Voor welk bedrag?

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Toelichting bij de nota Opvolging van doelstellingen in de regeerperiode Dieter Vanhee Departement Bestuurszaken

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2015

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

61 HOOFDROLSPELERS 30 JAAR VGC

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op

Voorontwerp van decreet betreffende het overleg en de samenwerking met de Vlaamse Gemeenschapscommissie

61 HOOFDROLSPELERS 30 JAAR VGC

Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

De meerjarige ondernemingsplannen binnen de Vlaamse overheid Les plans d entreprises pluriannuels au sein de l administration Flamande

Brussel, 8 juli _SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Tabel 3 bevat de verdeling volgens de beleidsprioriteit en de besteding van de middelen in 2016.

Nieuw beleidskader sociaal-cultureel volwassenenwerk. Sectormoment Kaaitheater - 25/02/2016

WIJ, SCHEPENEN VAN SPORT

Resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 kunnen als volgt worden omschreven:

Commissievergadering nr. C13 OND1 ( ) 8 oktober 2009

Beleidsplanning in Geel. Welke plaats heeft gezondheid in dit geheel?

Deze overeenkomst treedt in werking na ondertekening en eindigt op 31 augustus 2020.

Voorstelling jaarverslag Kinderrechtencommissariaat

vergadering C58 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

vergadering C318 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand

Advies. Provinciedecreet. meer. en het. worden. 24 april Pagina 1

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

Personeelsplan /10/2015

VLAAMS PARLEMENT. COMMISSIEVERGADERING HANDELINGEN Nr. 133 Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen 13 maart 2014 Uittreksel

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD Commissievergaderingen Agenda. Commissie voor Onderwijs en Vorming. Woensdag 23 januari 2019 om 14.

VR DOC.0332/2BIS

Portfolio kindvriendelijke steden en gemeenten

Ontwerp van decreet ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op

Plannen en budgetteren: kerntaken voor raadsleden

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 kunnen als volgt worden omschreven:

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus

VR DOC.0001/1

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Gemeenteraadsverkiezingen Krien Hansen dienst beleid Verenigingsraad Natuurpunt Oost Brabant 27 oktober 2017

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Decreet Bovenlokale Cultuurwerking

Besluit houdende wijziging van diverse collegebesluiten in het kader van de invoering van de euro op 1 januari 2002

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang;

VR DOC.0276/2BIS

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juli 2018;

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Dit advies wordt schriftelijk afgehandeld na een bespreking in de vergadering van de sectorraad Kunsten en Erfgoed van 6 juni 2008.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

Ontwerp van verordening houdende vaststelling van de begrotingswijziging 1 en A voor het dienstjaar 2013

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

EENVRIJETIJDSBELEIDVOOR KINDERENIN ARMOEDE

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Vraag om uitleg van de heer Paul Delva tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de door de

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

Vraag om uitleg van mevrouw Katrien Schryvers tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van

FAQ. Decreet bovenlokale cultuurwerking Subsidie voor bovenlokale cultuurprojecten

VR DOC.0728/1

Participatieprojecten voor. kansengroepen: cultuur, jeugd & sport. Mei Yves De Backer Lynn Moerenhout

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat

VR DOC.0996/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

De werking van het gemeentebestuur vanaf 01/01/2013

Advies. JKP krijgt meer reliëf maar mag integraal karakter niet verliezen

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen versie van kracht op DE VLAAMSE REGERING,

VR DOC.0553/1

NETWERK THUISZORG JAAROVERZICHT 2016

Vraag om uitleg van de heer Paul Delva aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd

Verloop beoordeling opmaak overeenkomst

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Artikel 1,- De gewone begroting over het dienstjaar 2008 wordt als volgt vastgesteld:

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

STATUTEN. Statuten stedelijke jeugdraad Waregem. Gemeenteraad 14 januari Titel I Een inleidende omschrijving

Resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 kunnen als volgt worden omschreven:

VR DOC.0051/1

Transcriptie:

STUK 604 (2015-2016) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2015-2016 15 DECEMBER 2015 INTERPELLATIE EN VRAAG OM UITLEG Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media van dinsdag 15 december 2015 INTEGRAAL VERSLAG Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: mevrouw Carla Dejonghe, voorzitter, de heer Stefan Cornelis, mevrouw Annemie Maes, de heer Johan Van den Driessche Plaatsvervangers: mevrouw Cieltje Van Achter, mevrouw Khadija Zamouri Andere leden: de heer Bruno De Lille, de heer Paul Delva, mevrouw Liesbet Dhaene Verontschuldigd: de heer Fouad Ahidar 1394

- 2 - INHOUD 1. Samengevoegde interpellatie en vraag om uitleg (R.v.O. art.62,8 en 60,6) - Interpellatie van mevrouw Annemie Maes tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, betreffende het overleg tussen de Vlaamse overheid en de VGC - Vraag om uitleg van de heer Paul Delva aan de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, over de opstart van een Gemengde Ambtelijke Commissie Brussel (GACB)

- 3 - Samengevoegde interpellatie en vraag om uitleg (R.v.O. art.62,8 en 60,6) - Interpellatie van mevrouw Annemie Maes tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, betreffende het overleg tussen de Vlaamse overheid en de VGC - Vraag om uitleg van de heer Paul Delva aan de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, over de opstart van een Gemengde Ambtelijke Commissie Brussel (GACB) Mevrouw Annemie Maes (Groen): Vlaams minister Sven Gatz, bevoegd voor Brussel, stelde onlangs zijn Beleidsbrief 2015-2016 voor. Eén van de grote strategische doelstellingen, zowel van de Beleidsnota 2014-2019 als van de recente beleidsbrief, is het uitbouwen van een constructief partnerschap met de VGC. Dit is niet nieuw. In 2012 al heeft de gemengde ambtelijke taskforce een inhoudelijk sterk eindrapport afgeleverd, waarop ook deze regering wil verder werken. Concreet is in de beleidsbrief sprake van een doorstart van de taskforce uit de vorige legislatuur, van bilateraal overleg tussen de functioneel bevoegde ministers en collegeleden en van een (minstens) jaarlijks politiek overleg tussen de Vlaamse Regering en het VGC-College. Als timing voor dit laatstgenoemde overleg wordt najaar 2015 naar voor geschoven. Op de agenda staat het vastleggen van het kader voor de invulling van het Vlaamse gemeenschapsbeleid in Brussel en de installatie van de Gemengde Ambtelijke Commissie Brussel (GACB) die de facto een voortzetting is van de taskforce. Op 17 juli 2015 heeft de Vlaamse Regering de nota van Vlaams minister Sven Gatz, Het Vlaams gemeenschapsbeleid in Brussel goedgekeurd. Daarin staan zowel de Brusseltoets als de Brusselnorm. Zowel de verankering van de Brusseltoets - tot nog toe te veel ad hoc toegepast - als de vertaling van het politieke principe dat de Brusselnorm vandaag een concreet beleidsinstrument is, zijn opdrachten voor de GACB. Het gaat dus om belangrijke debatten. Heeft het politiek overleg tussen de Vlaamse Regering en het VGC-College plaats gevonden? Wat stond op de agenda en welke afspraken werden gemaakt? Wat is de timing en frequentie voor het bilateraal overleg tussen de functioneel bevoegde ministers? Wanneer wordt de Gemengde Ambtelijke Commissie Brussel opgestart? Hoe wordt ze samengesteld? Zijn de principes die minister Sven Gatz naar voor schuift voor de bijsturing van de Brusselnorm gecheckt met de VGC? De heer Paul Delva (CD&V): In zijn beleidsbrief Brussel spreekt Vlaams minister bevoegd voor Brussel, de heer Sven Gatz, over de oprichting van een Gemengde Ambtelijke Commissie Brussel. Deze oprichting zal samen met het VGC-College gebeuren. Eigenlijk

- 4 - gaat het over de relatie, de samenwerking tussen 2 partners die mekaar normalerwijze evident zouden moeten kunnen vinden. Het gesprek tussen de VGC en de Vlaamse Gemeenschap kreeg doorheen de jaren andere namen, gaande van het kerntakendebat over de taskforce Brussel enz. Eigenlijk zitten we in het verlengde van dat verhaal, maar met een nieuwe terminologie. Eén van de taken van deze commissie is de nieuwe invulling van het Vlaams gemeenschapsbeleid in Brussel voor te bereiden. De nieuwe ambtelijke werkgroep zou de taskforce Brussel van 2012 moeten voortzetten. Een citaat uit de beleidsbrief: De GACB zal vanaf 2016 en de volgende jaren werken aan een strategisch plan en doelstellingen bij de dotatie voor de VGC, de integratie van de sectordecreten in de dotatie, het op punt stellen van een nieuw begroting- en rekeningstelsel en een actualisering van de geldstromen vanuit de Vlaamse Gemeenschap naar Brussel, ten einde de Brusselnorm beter te kunnen toepassen. Collega Maes heeft gelijk: het gaat over de Brusselnorm en ook over de Brusseltoets. Wat is uw rol bij de opstart van deze GACB, naar taakomlijning en inhoudelijke afspraken toe? Had u hierover al voorafgaand formeel overleg met Vlaams minister Sven Gatz? Is het de bedoeling dat ook het VGC-College agendapunten bepaalt voor deze commissie? Indien ja, welke agendapunten zal het College meegeven? Hoe zal de werking van de ambtelijke commissie door de VGC worden opgevolgd? Wat is de finaliteit van deze ambtelijke werkgroep? Hoe lang zal deze bestaan? Tegen wanneer wordt er een strategisch plan met doelstellingen verwacht? Hoe zal de input van het VGC-College gegarandeerd worden? Wanneer zal een eerste bijeenkomst plaatsvinden? Misschien heeft het overleg al plaatsgevonden, welke items werden er in dat geval besproken? De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Ik wil me aansluiten bij de goede vragen van mijn 2 collega s. Ik ga niet alles herhalen. Ik ga een aantal vragen bijvoegen, die zo concreet mogelijk zijn en hopelijk aansluiten bij wat al gevraagd is. Inzake de werking van die commissie wil ik begrijpen door wie de commissie wordt aangestuurd? Gebeurt dat door de 2 betrokken ministers? Hoe zal dit gaan? Wie zal in de commissie zitten? Is dat al duidelijk? Gaat ook het financiële plaatje aan bod komen? Ik denk dan aan de monitoring van de financiële bronnen en de behoeften van de instellingen die in Brussel actief zijn. Ik denk evenzeer aan het in kaart brengen van de financiële stromen en het toetsen van de Brusselnorm. Maakt deze oefening deel uit van de agenda van de GACB? De heer Stefan Cornelis (Open Vld): Ik vind dit een interessant debat en neem nu het woord om straks de kans te hebben om te repliceren. Het is het moment om nu de budgetten binnen te halen. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: De betreffende nota, van 17 juli 2015 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering en daarna overgemaakt aan het VGC-College. Het College van de

- 5 - VGC nam er op 24 september 2015 akte van. Vervolgens werd ze, in november jl., aan het College toegelicht door de Vlaamse minister bevoegd voor Brussel, die overigens op alle collegevergaderingen aanwezig is en een inbreng heeft. Het is de Vlaamse minister voor Brussel die eveneens het initiatief neemt voor het verdere overleg. Een concrete timing en frequentie van dit politiek en ambtelijk overleg werden nog niet vastgelegd. Het lijkt me eerst en vooral erg belangrijk dat de vooropgestelde doelstellingen verder worden gespecificeerd en dat de werklast voor de kabinetten en de administratie haalbaar blijft. Voor ons komt de focus dan ook te liggen om één ambtelijke commissie, zonder al te veel bijkomende werkgroepen in het leven te roepen. Het is alleszins de bedoeling dat de ambtelijke werkgroep de belangrijkste aspecten van het politieke afsprakengesprek uitwerkt en voorbereidt. Zowel de inhoud van de opdracht als de duurtijd zullen in de loop van de komende weken of maanden worden afgebakend. De gemengde ambtelijke commissie is ook nog niet samengesteld. We willen eerst duidelijkheid krijgen over de opdrachten en reikwijdte van het werk dat aan de ambtelijke commissie wordt gevraagd. Al kan men er logischerwijze van uit gaan dat de samenstelling grotendeels dezelfde zal zijn als deze van de taskforce Brussel in 2011-2012. Dat zou betekenen dat deze een afspiegeling is van de bevoegdheden en synchroon met de Vlaamse Gemeenschap. Voor de VGC zou dit concreet kunnen betekenen: de leidend ambtenaar, de algemeen directeurs van de beleidsdomeinen Onderwijs en Vorming, Welzijn, Gezondheid en Gezin en Cultuur, Jeugd en Sport alsook de deskundige-coördinator Stedelijk Beleid. Vier van de vijf betrokken mandaathouders (de algemeen directeur Welzijn, Gezondheid en Gezin uitgezonderd), waren reeds eerder betrokken bij het werk van de taskforce Brussel. Op Welzijn voltrok zich inmiddels een personeelswissel. Vanzelfsprekend kan, in functie van de agenda en de benodigde expertise, het gezelschap op uitnodiging worden uitgebreid met andere leden. Dit was in het verleden ook het geval en leidde tot het lijvige uitstekende rapport dat is goedgekeurd door het College en waarvan de Vlaamse Regering akte nam. Het is logisch dat we als College rond een reeks aspecten, zoals verwoord in de nota, andere standpunten hebben of andere klemtonen willen leggen. Maar over de concrete inhoud ervan kunnen we nu nog niet uitweiden, het echte politieke overleg moet nog plaatsvinden. Uiteraard willen we dit zoveel mogelijk in overleg doen met de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Regering. Het moet gezegd worden dat er tal van bilaterale contacten zijn tussen de bevoegde beleidsverantwoordelijken: onderwijs, welzijn, cultuur. En het is vanzelfsprekend onze bedoeling om ook onze aandachtspunten en agendapunten te definiëren en over te maken. Het moet duidelijk zijn dat de output van het hele proces geen stap terug mag zijn voor de VGC, maar een stap vooruit op het vlak van planlast, financiën, autonomie en regie. Maar zoals u weet is er reeds zeer veel beschreven in het rapport van de ambtelijke taskforce Brussel van 2012, dat gedragen was door de administraties van de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. We willen al dit werk niet opnieuw doen, maar voortbouwen op dit materiaal. Waar nodig, kunnen we het rapport van de taskforce Brussel actualiseren, maar de meeste aanbevelingen blijven ook nu nog overeind. Wat de invulling van de Brusselnorm betreft bijvoorbeeld, kunnen we natuurlijk zeggen dat dit voor de VGC een heel belangrijk principe blijft. We zullen dan ook blijven ijveren voor

- 6 - een goede en correcte invulling en toepassing van deze norm. Ook daarover is een goede leidraad terug te vinden in het rapport van de taskforce Brussel. Andere belangrijke aandachtspunten voor de VGC zijn o.a. de verankering en indexering van de dotatie met het oog op een grotere financiële zekerheid; de verdere uitklaring en definiëring van de regierol van de VGC en het integreren van de verschillende sectordecreten in één globaal plan. Mogen we een strategisch meerjarenplan plan met doelstellingen verwachten, zoals door collega Delva aangegeven? We moeten alleszins realistisch blijven, een realistische timing hanteren en we dienen eerst het kader voor de VGC scherp te stellen. Een meerjarenplan opstellen vergt tijd en inspanningen. De vraag stelt zich bovendien of het opportuun is om in 2017 voor de periode 2018-2020 nog een meerjarenplan op te stellen, anderhalf jaar voor het eind van de legislatuur van de Vlaamse Gemeenschap én van de VGC (medio 2019). A voir. Deze timing doorkruist ook de bestaande en lopende plannen van de VGC die reeds een perspectief tot 2019 of 2020 kennen, denken we bijvoorbeeld aan de beleidsovereenkomst Stedenfonds, de Beleidsplannen voor Lokaal Jeugdbeleid, Lokaal Sportbeleid, Lokaal Cultuurbeleid, de Erfgoedconvenant, het Beleidsplan Lokaal Sociaal Beleid en het Beleidsplan Kinderarmoedebestrijding. Deze plannen (waarvan de meeste in 2017 nog maar een goed jaar lopen), dienen dan herwerkt te worden in een nieuw meerjarenplan voor de VGC. Het integreren van deze verschillende sectorplannen in één globaal plan dat bovendien onderhandeld wordt, betekent de facto een herwerking van het geheel. En dat is niet zo evident. Het vergt een andere manier van werken, waarop men zich goed moet voorbereiden. Maar als de vraag ook is hoe de relatie tussen de VGC en de Vlaamse Regering is, kan ik u geruststellen. In Brussel zegt men: La situation est au beau fixe, la relation également. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Dank u voor het antwoord op al mijn vragen. Ik begin met het laatste wat u zei over de meerjarenplannen. Ik was verbaasd toen ik het Meerjarenbeleidsplan Cultuur, Jeugd en Sport ontving. Het Meerjarenbeleidsplan Cultuur, Jeugd, Sport werd mede op vraag van Groen verplaatst naar januari 2016. Het kwam uit het niets uit de lucht gevallen, volgens de informatie die we hadden. Een meerjarenplan is blijkbaar de eerste keer. In uw antwoord zegt u over dergelijk meerjarenplan: à voir. Het doorkruist andere plannen die andere perspectieven bieden. Ik zou graag wat meer duidelijkheid krijgen. Komen er ook meerjarenplannen voor de andere bevoegdheden? Hoe kaderen zij in het overleg met de Vlaamse Gemeenschap? Er was onduidelijkheid over de termijn waarbinnen het meerjarenplan moest worden ingediend bij Vlaanderen. Het is wat flou. We hebben er alleen maar baat bij om een zeer goede verstandhouding te hebben met de Vlaamse Gemeenschap. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Dat is zo. Mevrouw Annemie Maes (Groen): We zullen het daarom niet altijd eens zijn. Dat is iets anders. Wat we soms vanuit de oppositie verwijten of aanmoedigen, al naargelang, is dat er eensgezind vanuit de VGC een vuist moet worden gemaakt of men duidelijk moet zijn ten opzichte van de Vlaamse Gemeenschap bv. in het kader van de Brusselnorm. Ik ben blij te horen dat dit een aandachtspunt blijft. De Brusselnorm moet correct worden toegepast, want wij allemaal stellen vast dat Brusselnorm de laatste jaren niet correct werd toegepast.

- 7 - Dat staat in de verslagen van de TFB en in andere documenten. Op dat vlak moeten de puntjes op de i gezet worden. U hoort mij niet pleiten voor een aanpassing van de Brusselnorm naar beneden om hem te laten overeen te komen met de reële toestand. De correcte toepassing is noodzakelijk. Het is belangrijk rekening te houden met het veranderende Brusselse landschap en de grotere noden. Wat ik positief vind, is de duidelijke vraag van het College om de indexering toe te passen. Het was een kritiek van Groen, niet zozeer ten aanzien van het College, maar wel ten aanzien van de Vlaamse Gemeenschap. Er werd vastgesteld dat de financiële stromen uit Vlaanderen, in tegenstelling tot andere, dalen. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat er niet wordt geïndexeerd. Het is positief dat de Brusselminister alle collegevergaderingen bijwoont. Dat is, denk ik, een verandering ten opzichte van vroeger. (De collegevoorzitter knikt ontkennend.) Goed, dan vergis ik mij. Het blijft toch vaag wat er in 2016 te gebeuren staat. U zegt dat het initiatief bij Vlaams minister Sven Gatz ligt om de agenda vast te leggen, zonder de kabinetten te zwaar te belasten. In welk tijdskader ziet u dit? Ik weet wel dat u afhangt van Vlaams minister Sven Gatz en dat u spreekt over de komende weken of maanden. Ziet u een periode tegen dewelke er zaken moeten afgerond zijn? Zijn daar al afspraken over? Het zou wel goed zijn niet te lang te wachten. De heer Paul Delva (CD&V): Dank u wel voor de uitleg. Ik heb begrepen dat het initiatief bij de Vlaamse Regering ligt. De Vlaamse minister voor Brussel heeft de lead voor wat in de komende maanden zal plaatsgrijpen. Ik heb ook begrepen dat het niet de bedoeling is tot een wildgroei van werkgroepen te komen, waarvoor mijn felicitaties. Op het einde van uw antwoord, ging het over een strategisch plan, meerjarenplannen, enz. Ik neem de woorden over die de Vlaamse minister voor Brussel zelf uitsprak. De relatie VGC-Vlaanderen dient stabiel te zijn voor vele jaren, los van toevallige meerderheden. Dit hebben we echt in Vlaams-Brusselse handen en ik hoop dat we tot een langetermijnvisie kunnen komen. Ik heb begrepen dat dit de bedoeling is. U verwees zeer terecht naar het uitstekende rapport van de TFB. Ik denk dat we er veel meer uit hadden kunnen halen, uit moesten halen en uit kunnen halen. Dat is een gigantische bron van informatie. Er werd bijzonder hard aan gewerkt door de administraties. Het document bevat interessante aanbevelingen en is nog zeer recent. We kunnen verder bouwen op deze gegevens. De wereld is niet zodanig veranderd dat we alle bestudeerde zaken weer van voor af aan moeten herbekijken. Er is een hele goede fond om verder op te werken. Ik wil besluiten met een element dat mij bijzonder interesseert: de toepassing van de Brusseltoets. Ik zag in het Vlaams Parlement hoe het er aan toe ging. Ik denk dat we vanuit de VGC heel hard op onze strepen moeten staan om er voor te zorgen dat de Brusseltoets niet enkel wordt doorgetrokken op het decretale niveau. Daar is het à la limite gemakkelijk om de Brusseltoets door te voeren. Brussel kan in die teksten al of niet een eigen positie krijgen. De Brusseltoets is des te belangrijker bij het afzakken van het abstracte niveau naar beneden en concretiseringen probeert te doen. De Brusseltoets moet volgens mij veel gestructureerder en diepgaander gebeuren. Op het niveau van de besluiten van de Vlaamse Regering, maar ook op niveau van de overeenkomsten die de Vlaamse Regering sluit met actoren en vzw s die in Vlaanderen en in Brussel of soms alleen in Brussel actief zijn.

- 8 - Ik pleit ervoor om vanuit de VGC dezelfde kaart te trekken. Ik deed dit 7 jaar in het Vlaams Parlement. De vraag dient gesteld aan de Vlaamse Regering om de Brusseltoets meer gestructureerd en op een veel concreter niveau door te trekken dan vandaag het geval is. Daar loopt het dikwijls mis en niet op het decretale niveau. Als het misgaat voor een bepaald dossier of project, gaan al het ambtelijke werk en het kabinetswerk de mist in. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Dank u wel voor de uitvoerige informatie. Ik maak één kleine randbemerking. Het moet natuurlijk een stap voorwaarts zijn voor de VGC, maar het moet ook en vooral een stap voorwaarts zijn voor de Vlaamse Gemeenschap in Brussel, voor een duurzame band tussen Vlaanderen en Brussel. Dat moet naar onze mening ook de toets zijn van wat hier uit voortkomt. De heer Stefan Cornelis (Open Vld): Om verder te borduren op dat laatste: het zal sowieso een win-win situatie zijn voor de Vlaamse Brusselaars, voor de Nederlandstaligen in Brussel, voor de Brusselaars en voor Vlaanderen, als Vlaanderen voluit gaat voor de Brusselnorm en de Brusseltoets. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: De meerjarenplannen worden gevraagd door Vlaanderen om op meerjarige basis te kunnen budgetteren. Sommige plannen zijn nieuw, andere keerden al meermaals terug, zoals het erfgoedplan. Quasi het volledige beleidsdomein Cultuur, Jeugd en Sport wordt (mede)bepaald door een aantal Vlaamse decreten. Zij bieden het juridisch kader dat bepalend is voor een groot deel van het beleidswerk: - het Jeugddecreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid; - het Sportdecreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid; - het Erfgoeddecreet van 6 juli 2012 houdende het Vlaamse cultureel-erfgoedbeleid, waarvoor in het Vlaams Parlement een procedure tot decreetwijziging loopt o.m. om de beleidsperiode van de VGC en de indiendatum aan te passen aan de meerjarenplanning; - het Participatiedecreet van 18 januari 2008 houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport. De Afsprakennota 2016-2020 heeft 1 oktober 2015 als indiendatum en werd bij collegebesluit nr.20152016-0045 van 24 september 2015 beslist en tijdig ingediend. De optie van de Vlaamse Regering om op termijn de sectordecreten af te schaffen en de gevolgen hiervan voor de VGC zijn nog niet duidelijk. Vanaf 1 januari 2016 wordt het decreet van 3 juli 2015 van kracht dat diverse decreten wijzigt. Bij de subsidiërende sectordecreten Lokaal Cultuurbeleid, Jeugd en Sport, hoeven de Vlaamse gemeenten niet langer een sectorale planning of rapportage in te dienen, terwijl ze wel nog aan de prioriteiten van de Vlaamse overheid blijven voldoen. Deze planlast vermindering geldt niet voor de VGC omdat er vooralsnog een allesomvattend inhoudelijk en financieel beleidsinstrument ontbreekt. Op termijn betekent dit voor de VGC wel dat de sectordecreten ook voor Brussel worden afgeschaft en met de decreten ook de sectorplannen, en de operationele voorwaarden waaraan de VGC vandaag moet voldoen. In het Strategisch Meerjarenplan 2016-2020 worden de plannen van de CJS-sectoren als een geïntegreerd geheel opgenomen, en worden de organisatorische voorbereidingen getroffen om doelstellingen en acties op samenhangende wijze uit te voeren.

- 9 - Mevrouw Annemie Maes (Groen): Van waar/wie komt de vraag naar transversale meerjarenplannen? Dat is een nieuwigheid. Kan dat onderzocht worden en worden meegedeeld? Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Dat zal onderzocht worden. Wat de timing betreft, moet ik zeggen dat ik voor rustige vastheid ben. In januari 2016 zullen de eerste vergaderingen plaatsvinden op het niveau van de administraties en de medewerkers. Laten we rustig bekijken hoe dit evolueert. Step by step. Er is niets dat dringt, er is geen tijdsdruk. Het is belangrijk dat er goed en doorwrocht werk wordt geleverd. We laten ons niet opjagen. Dezelfde filosofie werd gehanteerd als toen de administraties samenwerkten aan het taskforce rapport. Het tot stand komen van dit rapport duurde 2 jaar. Het leverde een degelijk document op dat aan actualiteitswaarde nog niets heeft ingeboet. Het gaat naar de kern van de zaak. Indien men in de verschillende beleidsdomeinen wil weten waar men staat met de Brusseltoets en de Brusselnorm en wil nagaan of de doelstellingen al dan niet worden gehaald, geeft het rapport aan wat de toestand is en hoe de doelstellingen wel zouden kunnen gehaald worden. Le nerf de la guerre is altijd of er middelen voor zijn. Dat is meestal de inzet van de discussie. We staan zo hard we kunnen op onze strepen, maar we moeten ook wat begrip opbrengen voor de moeilijke situatie waarin de Vlaamse overheid budgettair en financieel verzeilde. Dit maakt dat de ambities één zaak zijn, en de mogelijkheden een andere zaak. De indexering is een element waar het TFB-rapport melding van maakt. Maar op het moment van besparingen, als er moet gezakt worden, moet men weten dat over een indexering niet moet gezaagd worden. We zijn al blij dat men ons niet te fel mee doet zakken. Op langere termijn is het wenselijk dat de reguliere financiering, zoals een dotatie, een indexeringsmechanisme kent zoals alle andere dotaties die de VGC geniet, zoals die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dotaties dienen om recurrente werkingskosten mee te financieren, die ingevolge indexeringen ook een stijging vertonen. Het volstaat te denken aan de personeelslast van de VGC, die bij elke indexsprong iets zwaarder wordt. Dit en andere aspecten moeten rustig doorgenomen worden, zonder tijdsdruk, maar met de bedoeling vooruitgang te boeken op verschillende terreinen, wetende dat normaliter de budgettaire situatie van Vlaanderen er tegen 2017-2018 moet op verbeteren. Dat moet geïntegreerd worden in de redeneringen die we maken. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Ik begrijp uw antwoord en kan het ook gedeeltelijk volgen. Maar we mogen niet achterlopen op de realiteit. De maatschappij evolueert verder, de demografische groei is er. Die wacht niet op de rustige vastheid. Er worden kinderen geboren, die naar de opvang en naar de school moeten kunnen gaan. Het ritme dat de politiek volgt is meestal veel te traag ten opzichte van de maatschappelijke realiteit. We lopen vaak achter op maatschappelijke fenomenen en we moeten die periode van achterstand zo kort mogelijk houden. Als u zegt dat Vlaanderen in betere financiële wateren terechtkomt vanaf 2017-2018, moet de hele discussie toch vooraf al gebeuren. Ik reken op de VGC om voldoende slagkracht te ontwikkelen mocht de Vlaamse Gemeenschap op een bepaald moment te weinig initiatief nemen. Dan moet de VGC vragen om iets sneller te gaan. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Dat is inderdaad belangrijk. Voor het onderwijs weten we dat de vraag ontiegelijk veel groter blijft dan het aanbod. We zouden in feite een aanbod

- 10 - moeten creëren dat aan de vraag beantwoordt. Dit vergt immense investeringen en een absorptiecapaciteit om die investeringen om te zetten in bouwdossiers. Het gaat om middelen en mankracht. We kunnen een tandje bijsteken om de dossiers te laten vooruit gaan, maar als de investeringen er komen, zullen de dossiers ook sneller moeten volgen. Een tweede uitdaging voor het College is hoe er kan in geslaagd worden om in de kinderopvang die we zelf eventueel bouwen - middelen vrij te krijgen voor reguliere financiering? Ingevolge de demografische boom is de vraag naar kinderopvang megagroot. Er wordt bilateraal overlegd om daar een oplossing voor te vinden. Collega Bianca Debaets bracht het vorige vrijdag in de plenaire vergadering naar voor. De heer Paul Delva (CD&V): Ik wil gewoon weten of de collegevoorzitter mijn bemerkingen over de Brusseltoets hoog in het vaandel voert. Het is aan ons om dat te vragen en er voor te waken. We rekenen op u om dat te doen. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Ik ben het helemaal met u eens. De kritische onderwerpen die in het TFB-rapport aan bod komen, worden afgetoetst. Voor wie budgetten en mensenaantallen bekijkt, wordt veel duidelijk.