NOTITIE WET ONTWIKKELINGSKANSEN DOOR KWALITEIT EN EDUCATIE. in de gemeenten DELFZIJL, APPINGEDAM EN LOPPERSUM. Versie Delfzijl

Vergelijkbare documenten
CONCEPT BELEIDSNOTITIE WET ONTWIKKELINGSKANSEN DOOR KWALITEIT EN EDUCATIE WET OKE. en de VOORSCHOOLSE VOORZIENINGEN.

Samen staan we sterker

VVE-beleidsplan Montessori-peutergroep De Peutertuin. locatie Noord Enkhuizen

Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011

Beleidsnota Implementatie Wet OKE mei 2010

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel

M O N T F O O R T g e m e e n t e

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp

Culemborgs VVE beleid

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Beverwijk

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. De Friese Meren

ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente.

Bijlage hoofdstuk 2. Trend: Stijging van de kwaliteit tov eerdere jaren. Veel variaties in kwaliteit, binnen en tussen instellingen

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Menterwolde

Implementatie wet OKE gemeente Valkenswaard beleidsdocument. juni 2010

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE

Als gevolg hiervan kan bovenstaande verordening worden ingetrokken.

Inzicht in voorzieningen in Nederland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Stadskanaal

Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf

Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Purmerend

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland

BIJLAGE 4. WAARDERINGSKADER VVE GEMEENTELIJK NIVEAU

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling!

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Heerenveen

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE AA EN HUNZE IN 2012 DEFINITIEF

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling

Voor- en Vroegschoolse Educatie Gemeente Bloemendaal

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Appingedam

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren

Regelgeving kwaliteit voor- en vroegschoolse educatie

Inspectierapport Chr. Peuterspeelzaal Het Visje (PSZ) Trasmolenlaan GZ WOERDEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden Delfland

Schets van de Educatieve Agenda

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Hoogezand-Sappemeer

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Tholen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Hoorn

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Hof van Twente

Inspectierapport Peuterspeelzaal Panda, Bruintje Beer en IJsbeertje (SPR) (PSZ) Acacialaan GD RHENEN

VVE EN DE WET OKE IN HOOGEVEEN Toe naar professionele voorschoolse voorzieningen met een goed aanbod voor elk kind

Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2015

Beleidsplan Voor- en vroegschoolse Educatie en nu is het OKE

Toekomstvisie Peuterspeelzaal Houten

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Alblasserdam

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per

Inspectierapport Peuterspeelzaal Pinokkio (PSZ) Zoeksestraat 5a 4721AC SCHIJF

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Loppersum

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

Prestatie- overeenkomst subsidie Voorschoolse Educatie in de peuteropvang 2018:

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Terschelling

Inspectierapport Peuterspeelzaal 't Visnet (PSZ) De Spijlen EK ELST UT

Gemeente Baarn - subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Baarn (gewijzigd)

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Kapelle 2017

VVE wijkanalyses. Evaluatieverslag VVE wijkanalyses

Inspectierapport VVE - arrangement t Kruimeltje Veeneslagen KDV, Brandlicht 1 te Rijssen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel

VVE-beleid Versienummer Versie 1.0 Afdeling Status

Workshop Onderwijsdag 2012 Enschede

Naar integraal peuterspeelzaalwerk

Inspectierapport Peutercentrum Peuterpark (PSZ) Van Riebeeckstraat EJ UTRECHT

Inspectierapport K'Nijntje (PSZ) Breemarsweg KA HENGELO OV

Inspectierapport Peuterspeelzaal Het Kabouterbos (PSZ) Dennenlaan KM HOLLANDSCHE RADING

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Nieuwkoop

Inspectierapport BSO Carolus (BSO) Kerkweg BN COTHEN

Notitie Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE); (ingangsdatum 1 augustus 2010)

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE MAASDONK IN 2012

Memo Reg.nr.: I-WL/2011/2330

Inspectierapport Kindcentrum het Krijt (KDV) Schoolstraat MB Assen

Inspectierapport PSZ De Kleine Waal Grote Beer ES HOORN NH

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Inspectie in kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Inspectierapport VVE - arrangement Stg. Pr. Chr. Peuterspeelzaal t Kruimeltje Veeneslagen KDV, Brandlicht 1 te Rijssen

Notitie Wet OKE. Gemeente Zeevang 2010

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Franekeradeel

Inspectierapport Kindcentrum de Scharmhof (KDV) Scharmbarg EA Assen

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne

Inspectierapport 't Beldertje (PSZ) Raamweg 71a 4196HP TRICHT

Kinderdagverblijf Buitenpret. Peuterspeelleergroep De Krullevaar Peuterspeelleergroep Pim&Pom PROTOCOL VVE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Heerhugowaard

Transcriptie:

NOTITIE WET ONTWIKKELINGSKANSEN DOOR KWALITEIT EN EDUCATIE in de gemeenten DELFZIJL, APPINGEDAM EN LOPPERSUM Versie Delfzijl Groningen,

2

INHOUD Pag. 1. INLEIDING.5 2. WET OKE IN HET KORT..7 3. HUIDIGE SITUATIE DELFZIJL 9 3.1 Bereik 3.2 Doelen 3.3 Kwaliteit 3.4 VVE en doorgaande ontwikkelings- zorg lijn 3.5 Samenwerking peuterspeelzalen en kinderdagopvang 3.6 Handhaving en toezicht 4. VISIE EN AMBITIE...15 4.1 Bereik en spreiding 4.2 Kwaliteit en ambitieniveau 4.3 VVE en programma 4.4 Doelgroep definitie 4.5 Toeleiding 4.6 Doorgaande ontwikkelings- zorglijn 4.7 Samenwerking peuterspeelzalen en kinderdagopvang 5. TOEZICHT, HANDHAVING EN MONITORING..17 6. TRENDS EN ONTWIKKELINGEN...19 6.1 Krimp 6.2 Verwijsindex en Centra voor Jeugd en Gezin 6.3 Brede school 7. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN.....21 7.1 Bereik en spreiding 7.2 Kwaliteit 7.3 VVE, doelgroep definitie en programma 7.4 Doorgaande ontwikkelings- zorglijn 7.5 Samenwerking peuterspeelzalen en kinderdagopvang 7.6 Toezicht en handhaving 7.7 Landelijke monitoring en registratie Bijlage: BELEIDSKADER 23 DE WET ONTWIKKELINGSKANSEN DOOR KWALITEIT EN EDUCATIE WET OKE 3

4

1. INLEIDING De eerste levensjaren van een kind zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de cognitieve, de sociaal emotionele ontwikkeling en de motorische vaardigheden. De opvoeding door de ouders legt daarvoor de basis, maar ook de rest van de omgeving waarin het kind opgroeit is van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van een kind. Veel kinderen brengen enkele uren per week door in een peuterspeelzaal of een kinderdagverblijf. De gemeente streeft naar een kwalitatief goed voorzieningenniveau voor jonge kinderen en hun ouders. Centraal staat de ontwikkeling van jonge kinderen, het vroegtijdig signaleren en terug dringen van taal- en ontwikkelingsachterstanden. De gemeente krijgt vanaf 1 augustus 2010 de wettelijke taak een aanbod van voor- en vroegschoolse educatie voor alle kinderen in een achterstandsituatie te realiseren. In de nieuwe wet OKE zijn kwaliteitseisen voor peuterspeelzalen vastgelegd en worden de voorwaarden ten aanzien van voorschoolse educatie in peuterspeelzalen en kinderdagopvang, inclusief kwaliteitseisen, vastgelegd. Daarnaast is samenwerking tussen peuterspeelzalen en kinderdagopvang een aandachtspunt in de wet OKE. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de toezicht op en handhaving van de kwaliteit van de peuterspeelzalen en de voorschoolse educatie. De peuterspeelzalen en kinderopvang zijn schakels in de sluitende aanpak in het kader van het gemeentelijke jeugdbeleid. Dit betekent dat er raakvlakken zijn met andere wetten en beleidsmaatregelen die betrekking hebben op het gemeentelijke jeugdbeleid, zoals de Wet op de Jeugdzorg, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Verwijsindex, Centra voor Jeugd en Gezin, het onderwijsachterstandenbeleid en het Passend Onderwijs. In deze notitie is de wet OKE en de betekenis voor gemeenten beschreven. De ontwikkelingen rondom de wet OKE zijn aanleiding voor deze notitie. In het kader van het gebiedsprogramma Noordoost Groningen 2009-2010 Samenwerken aan sociale duurzaamheid is het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op grond van de wet OKE door de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum opgenomen als project. Deze notitie is tot stand gekomen in samenwerking met de betreffende beleidsmedewerkers van de drie gemeenten. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met de voorschoolse voorzieningen in de gemeenten over de huidige situatie en hun wensen en visie ten aanzien van de wet OKE. Ook zijn verschillende beleidsdocumenten geraadpleegd. Leeswijzer Er is voor gekozen om voor iedere gemeente een aparte notitie te maken, omdat de huidige situatie in de gemeenten te verschillend is om in een gezamenlijke beschrijving op te nemen. De notitie begint in hoofdstuk 2 met informatie op hoofdlijnen over de wet OKE. In de bijlage is een uitgebreidere versie te vinden van deze wet. In hoofdstuk 3 wordt per gemeente de huidige situatie voorschoolse voorzieningen in lijn met de wet OKE beschreven. Daarop volgen in hoofdstuk 4 de visie en ambities van de drie gemeenten. In hoofdstuk 5 komen toezicht, handhaving en monitoring aan de orde. Hoofdstuk 6 beschrijft trends en ontwikkelingen waar de drie gemeenten mee te maken hebben. In hoofdstuk 7 worden de aanbevelingen op een rijtje gezet. 5

6

2. DE WET OKE IN HET KORT In juni 2009 heeft het kabinet ingestemd met het wetsvoorstel Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie in het kort de wet OKE genoemd. In januari 2010 heeft de Tweede Kamer ingestemd met dit wetsvoorstel en op 22 juni is het wetsvoorstel door de Eerste Kamer vastgesteld. Vanaf 1 augustus 2010 krijgen gemeenten de wettelijke (en financiële) verantwoordelijkheid om voor alle peuterspeelzalen een goede basiskwaliteit te garanderen en om een goed aanbod van voorschoolse educatie te doen aan alle jonge kinderen met een risico op (taal)achterstanden. Gemeenten die nu geen Onderwijsachterstanden-uitkering ontvangen krijgen 1 jaar de tijd tot 1 augustus 2011 om het VVE aanbod te realiseren. De wet OKE streeft de volgende doelen na: - het meer op 1 lijn brengen van de kwaliteitseisen voor het peuterspeelzaalwerk met de eisen voor de kinderopvang (harmonisatie); - VVE aanbod beschikbaar maken vooral alle kinderen die dat nodig hebben; - een beter en breder aanbod (100% dekkend) van voorschoolse educatie; - bevordering van doorgaande leerlijnen en vroegschoolse educatie; - handhaving en toezicht op de peuterspeelzalen. De basiskwaliteitseisen conform de Wet OKE voor peuterspeelzalen zijn: - minimaal 1 beroepskracht met een vrijwilliger op een groep of 2 beroepskrachten op 1 groep; - de beroepskracht moet minimaal voldoen aan de opleidingseis SPW 3 of vergelijkbaar opleidingsniveau; - leidster kind ratio 1 leidster op maximaal 8 kinderen; - groepsgrootte maximaal 16 kinderen. De wet bevat verder kwaliteitsartikelen over: - pedagogisch beleid en pedagogische praktijk; - vrijwilligersbeleid; - gebruik Meldcode kindermishandeling; - al het personeel, ook de vrijwilligers zijn in het bezit van een verklaring van goed gedrag; - RIE - risico inventarisatie veiligheid en gezondheid op de peuterspeelzalen en kinderopvang; - informatieplicht aan ouders; - medezeggenschap ouders; - voorschriften over de voertaal Nederlands; daar een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese taal of streektaal mede gebruikt worden als voertaal; - mogelijkheid voor gemeenten tot het stellen van regels over administratie, om zo nodig te kunnen monitoren; - melding en registratie peuterspeelzalen moeten gemeentelijk en landelijk geregistreerd worden; - klachtenregeling voor ouders. Door middel van de Wet OKE wil het Rijk de wens tot samenwerking ondersteunen door de kwaliteitseisen voor zowel kinderopvang als peuterspeelzaalwerk landelijk vast te leggen en te waarborgen. Samenwerking tussen de organisaties is op vrijwillige basis en niet verplicht. Gemeenten kunnen zelf bepalen of, op welke manier en in welk tempo zij de samenwerking van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen vorm willen geven. Hierdoor kunnen initiatieven worden afgestemd op de lokale situatie en behoefte. Het organiseren van een dekkend aanbod van voorschoolse educatie betekent dat de gemeente voldoende plaatsen voor voorschoolse educatie aan moet bieden. Ouders van kinderen uit de 7

doelgroep moeten kunnen rekenen op een plaats voor hun kind in een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf met voorschoolse educatie. Het gaat om een 100% dekkend aanbod van voorschoolse educatie voor kinderen uit de doelgroep. De gemeente stelt de doelgroep vast. Het aanbod van voorschoolse educatie moet echter minimaal gelijk zijn aan het percentage leerlingen met een gewicht binnen de gemeente. De gemeente moet zich samen met de jeugdgezondheidszorg, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en basisscholen inzetten voor een goede toeleiding van de kinderen die een risico hebben op een taalachterstand in het Nederlands. Voorschoolse educatie moet voor alle ouders te betalen zijn. De bijdrage die ouders betalen voor voorschoolse educatie op de peuterspeelzaal mag niet hoger zijn dan de maximale bijdrage die ze voor kinderopvang zouden betalen als ze recht zouden hebben op de maximale kinderopvangtoeslag. Concreet betekent dit dat de ouderbijdrage voor ouders van doelgroepkinderen maximaal 105,- is voor vier dagdelen (of 10 uur). Dit is ingevoerd vóór 1 november 2009. Het voorstel luidt om de volgende kwaliteitseisen voor voorschoolse educatie in te voeren. - Leidster-kindratio: één beroepskracht mag maximaal acht kinderen begeleiden. - Maximaal een groep van 16 kinderen (waarop dus twee beroepskrachten moeten staan). - Opleidingsniveau van de leidsters: minimaal SPW3-niveau of equivalent en scholing in het werken met een VVE-programma. - Aantal dagdelen dat voorschoolse educatie wordt aangeboden is minimaal vier dagdelen per week dan wel 10 uur per week. - Personeel dat voorschoolse educatie verzorgt wordt verplicht om, naast minimaal SPW3 opgeleid te zijn, een aanvullende nascholing te volgen voor het werken met een VVE-programma. Gemeenten moeten afspraken maken met betrokken partijen over doorgaande ontwikkelingslijnen. Afspraken en afstemming hierover bevorderen de effectiviteit van VVE programma s. De gemeenten zijn volgens de Wet Kinderopvang al verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit van de kinderopvang. Dit wordt uitgevoerd door de gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD). Met de komst van de Wet OKE krijgen de gemeenten nu ook de wettelijke taak om het toezicht uit te voeren op peuterspeelzalen. De GGD zal ook deze taak uit gaan voeren. De Inspectie van het Onderwijs gaat toezicht houden op de educatieve kwaliteit van de voorschoolse educatie op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. Dit kan op verzoek van de gemeente of op eigen initiatief. 8

3. HUIDIGE SITUATIE DELFZIJL In de gemeente Delfzijl wordt het peuterspeelzaalwerk uitgevoerd door Kids2b. Kinderopvang wordt aangeboden door Kids2b, Catalpa, Elmo s Daycare en De Sterke Beer. Kinderopvang De Sterke Beer is in dit overzicht niet meegenomen. Wegens omstandigheden waren zij niet in staat mee te werken aan de inventarisatie. Vooraf kan gezegd worden dat De Sterke Beer 4 kindplaatsen heeft die momenteel gevuld zijn. 3.1 Bereik Het aantal kinderen van 0-4 jaar in de gemeente Delfzijl, dat deelneemt aan voorschoolse voorzieningen in de gemeente Delfzijl is 85% van het totaal aantal 2 en 3-jarigen in de gemeente. De peuterspeelzalen bereiken op dit moment de grootste groep jonge kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. Ten behoeve van een zo groot mogelijk bereik worden ouders op verschillende manieren op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van peuterspeelzalen. Zo attendeert de Jeugdgezondheidszorg ouders op de aanwezigheid van peuterspeelzalen en start Kids2b in 2011 met een project waarbij consulenten een bezoek brengen aan de ouders om informatie te geven over voorschoolse educatie en peuterspeelzalen. Totaal aantal 2-3 jarigen Peuterspeelzaal Kinderdagverblijf 480 325 32 (Kids2b) en 52 (Catalpa) Tabel aantal jonge kinderen en huidig bereik Totaal aantal kinderen op psz /ko 409 (85%) Voor het berekenen van het aantal kinderen op de dagopvang of peuterspeelzaal is de teldatum van 1 oktober 2009 aangehouden. Het totaal aantal 2-4 jarigen is de stand van 1 januari 2010. Er kunnen in tussen tijd al kleine wijzingen zijn opgetreden. Elmo s Daycare is niet meegenomen in dit overzicht omdat zij op 1 oktober 2009 nog niet gestart waren met het kinderdagverblijf. In deze tabel is het aantal kinderen dat gebruik maakt van voorzieningen in andere gemeenten niet meegenomen. Spreiding De locaties van de peuterspeelzalen en de kinderdagverblijven zijn redelijk verspreid over de gemeente. De peuterspeelzalen die vallen onder Kids2b hebben 5 vestigingen in Delfzijl en daarnaast nog een vestiging in Holwierde, Wagenborgen, Woldendorp, Spijk, Farmsum en Meedhuizen. Kids2b verzorgt op 2 plaatsen kinderdagopvang in Delfzijl. Kinderopvang Elmo s Daycare, Tante Toos (Catalpa) en De Sterke Beer bieden hun opvang voor de kinderen ook in Delfzijl aan. Tabel vestigingen gemeente Delfzijl Delfzijl Farmsum Holwierde Meedhuizen Spijk Wagenborgen Woldendorp kinderdagopvang 3* In oprichting Reguliere 1 1 1 1 1 1 1 peuterspeelzaal VVE peuterspeelzaal 3 1 * Elmo s Daycare is niet meegenomen in dit overzicht omdat zij op 1 oktober 2009 nog niet gestart waren met het kinderdagverblijf. Toegankelijkheid en ouderbijdrage De peuterspeelzalen richten zich op alle kinderen in de gemeente Delfzijl vanaf 2 tot 4 jaar ongeacht nationaliteit en religie. De kinderdagverblijven richten zich op kinderen van 6 weken tot 4 jaar van werkende en/of studerende ouders. De ouderbijdrage peuterspeelzalen is een vast bedrag per maand voor 2 dagdelen per week. Ouders kunnen een beroep doen op het participatiefonds van de gemeente, wanneer zij daarvoor in 9

aanmerking komen. Kinderen die van het VVE aanbod gebruik maken, en behoren tot de doelgroep, betalen maximaal 105,- per maand. Ouders die gebruik maken van de kinderdagopvang betalen de kostprijs. Deze wordt vastgesteld door de kinderopvang instellingen en is in principe gebonden aan een landelijk vastgesteld maximum. Ouders kunnen via de belasting een tegemoetkoming ontvangen. 3.2 Doelen De peuterspeelzalen in de gemeente Delfzijl hebben als doel; spelen, ontmoeten en ontwikkelen. Peuters bezoeken de peuterspeelzalen 2 dagdelen per week. De peuterspeelzaal biedt ontplooiingsmogelijkheden: de sociale, creatieve, motorische en emotionele ontwikkeling wordt spelenderwijs, maar wel methodisch gestimuleerd. De kinderopvang heeft als doel ouders de mogelijkheid bieden om arbeid en zorg te combineren en levert een bijdrage aan de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Uitgangspunten Uitgangspunt voor zowel de peuterspeelzalen als de kinderopvang is, dat kinderen en ouders zich veilig en vertrouwd voelen. Een goede structuur en herkenbaarheid zijn de basisbehoeften van ieder kind om zich veilig te kunnen voelen. De kinderopvang werkt vooral met verticale groepen, waarbij de kinderen van 0 tot 4 jaar in één groep worden opgevangen. Kinderen op de peuterspeelzalen en kinderopvang blijven gedurende de hele opvangperiode in de eigen verticale groep. Kinderen in de kinderopvang Kids2b en Tante Toos, die deelnemen aan een VVE programma wisselen gedurende een beperkt aantal uren van groep. Op deze kinderdagverblijven wordt gewerkt met een 3+ groep. Om de leefwereld van de kinderen te vergroten en hen de mogelijkheid te bieden contacten te hebben buiten de eigen groep wordt binnen Kids2b en Tante Toos gewerkt met open-deuren. Dit houdt in dat de deuren van de groepsruimten op bepaalde tijdstippen letterlijk worden opengezet. Zo kunnen de kinderen op bezoek gaan bij buurgroepen, spelen in andere wisselhoeken of de centrale hal. Hierdoor kunnen de kinderen hun wereld vergroten als zij daar aan toe zijn. 3.3 Kwaliteit De peuterspeelzalen on de gemeente Delfzijl hanteren ambitieniveau 1: spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren. Er is naast spelen en ontmoeten ruime aandacht voor ontwikkelen en signaleren. Er wordt gewerkt met een observatiesysteem van Cito, Piramide. Voor VVE activiteiten wordt ambitieniveau 2 gehanteerd: spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen. Bij dit ambitieniveau wordt naast het spelen en ontmoeten expliciet aandacht besteed aan het signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden en het stimuleren van en ondersteunen bij de ontwikkeling van de peuters aan de hand van een VVE programma. De peuterspeelzaal heeft een duidelijke rol in de sluitende aanpak 0-6-jarigen en de doorgaande ontwikkelingslijn van het kind. Kwaliteitseisen Uitgaande van deze ambitieniveaus zijn de volgende kwaliteitseisen van toepassing. Tabel aantal leidsters per groep en groepsgrootte Ambitieniveau aantal leidsters per groep (norm) 1 een professionele leidster en een begeleider per groep 2 2 professionele leidsters per groep Delfzijl Groepsgrootte (norm) x x Max. 16 peuters per groep Max. 16 peuters per groep Delfzijl 16 16 10

(bron: SGBO, Handreiking peuterspeelzaalbeleid) Overige kwaliteitseisen Het hebben en uitvoeren van een pedagogisch beleidsplan Ambitieniveau 1 Ambitieniveau 2 Delfzijl x x x Contract met de ouders x x x Klachtenprotocol x x x hebben Periodiek overleg x x x hebben met vertegenwoordigers van ouders Minimaal 1 jaarlijkse x x x observatie van het kind Minimaal 1 x x x kindbespreking met de ouders Hanteren van een x x x overdrachtsformulier psz-bao Hanteren van een x x peuter volgsysteem Periodiek overleg x x x netwerk Inbedding in lokaal x x x beleid Een specifiek op de VVE gerichte bevordering van de deskundigheid van leidsters x x (bron: SGBO, Handreiking peuterspeelzaalbeleid) Uit deze tabellen blijkt dat de peuterspeelzalen voldoen aan de eisen die zijn gekoppeld aan de ambitieniveaus. Kwaliteitseisen en wet OKE Onderstaand overzicht geeft globaal aan wat de huidige stand van zaken is wat betreft de kwaliteit peuterspeelzalen in de gemeente Delfzijl. Dit is op basis van wat nu bekend is over de inhoud van de kwaliteitseisen in de Wet OKE. Het kan zijn dat na vaststelling van de beleidsregels dit opnieuw bekeken zal moeten worden. Tabel kwaliteitseisen Wet OKE peuterspeelzalen Kwaliteitseisen Wet Leidster-kind ratio OKE 1-8 Peuterspeelzaal 1 beroepskracht + 1 gemeente vrijwilliger Delfzijl Opleiding leidsters Groepsgrootte max. 16 SPW 3 SPW3 16 11

Tabel overige kwaliteiteisen Wet OKE peuterspeelzalen Wet OKE Delfzijl Verklaring omtrent gedrag (VOG) x personeel + vrijwilligers Ri&E risico-inventarisatie en x evaluatie gezondheid en veiligheid Pedagogisch beleid x Vrijwilligersbeleid x Meldcode kindermishandeling x Administratie is ingericht zodat x monitoring mogelijk is Informatieplicht aan ouders x Medezeggenschap ouders x Klachtenregeling x De peuterspeelzalen in Delfzijl voldoen aan alle overige kwaliteitseisen. Vrijwilligers Op de peuterspeelzaal is naast de professionele beroepskracht 1 vrijwilliger werkzaam op de groep. Daarnaast worden incidenteel weleens vrijwilligers ingezet. Dit laatste geldt ook voor Tante Toos. Elmo s Day Care werkt niet met vrijwilligers. Kids2b organiseert voor haar vrijwilligers themabijeenkomsten. Tante Toos heeft geen vrijwilligersbeleid opgesteld. Een punt van zorg is het vinden van voldoende en geschikte vrijwilligers voor de peuterspeelzaalgroepen. Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt betekenen dat er minder (geschikte) mensen beschikbaar zijn voor vrijwilligerswerk op de peuterspeelzaal. Kwaliteit kinderopvang In de kinderdagopvang wordt gewerkt conform de kwaliteitseisen Wet Kinderopvang. De kwaliteiteisen kinderopvang betreft de volgende 7 domeinen. - ouders - personeel - veiligheid en gezondheid - accommodatie en inrichting - groepsgrootte en beroepskracht kind- ratio - pedagogisch beleid en praktijk - klachten Kinderopvang die niet voldoet aan deze eisen wordt geen vergunning verleend door de gemeente. De kinderopvanginstellingen zijn opgenomen in het gemeentelijk register Kinderopvang (vanaf september 2010 het Landelijk Register Kinderopvang). 3.4 VVE en doorgaande ontwikkelings- zorglijn De gemeente Delfzijl is in 2002 gestart met VVE. De peuterspeelzalen en kinderopvang Kids2b sluiten aan bij het gemeentelijk beleid rondom VVE. VVE-programma en kwalificatie leidsters Op de peuterspeelzalen wordt er gewerkt met de taalstimuleringsprogramma s Piramide en Startblokken. Alle leidsters zijn in 2011 getraind in het werken met de programma s. Door te werken met deze programma s kunnen ontwikkelingsachterstanden vroegtijdig in beeld gebracht worden. Op de kinderdagopvang van Kids2b wordt gewerkt met een VVE programma en zijn alle leidsters in 12

2011 getraind om te werken met Piramide dan wel Startblokken. Kinderdagopvang Tante Toos werkt eveneens met Piramide en ook bij deze kinderopvanginstelling zijn de leidsters nog in opleiding. Doelgroep VVE In de gemeente Delfzijl behoort een kind tot de doelgroep wanneer zij onder de gewichtenregeling valt. Deze gewichten worden toegekend op basis van de hoogte van de opleiding van ouders. Kids2b registreert de doelgroepgegevens conform de doelgroepdefinitie en levert de gegevens aan bij de gemeente. Tante Toos gaat daarmee starten en Elmo s Daycare registreert (nog) geen gegevens. Toeleiding Toeleiding van de doelgroep kinderen naar de peuterspeelzaal gebeurt via de JGZ. De JGZ gaat op extra huisbezoek met als doel kinderen naar de peuterspeelzaal toe te leiden dan wel naar de VVE dagdeel groep. Doelgroepkinderen die op de wachtlijst van de peuterspeelzaal staan kunnen met voorrang geplaatst worden, mits er plaats is. Een kind dat de peuterspeelzaal al bezoekt en valt binnen de doelgroepomschrijving wordt ook een dagdeel aangeboden. In alle situaties vindt overleg plaats met de intern begeleider van de peuterspeelzaal en de JGZ over toeleiding en plaatsing. Dagdelen VVE programma Op dit moment kunnen doelgroepkinderen die gebruik maken van de peuterspeelzaal deelnemen aan een derde dagdeel. Het derde dagdeel wordt uitgevoerd op een aantal locaties in de gemeente Delfzijl. Monitoring doelgroep Monitoring van de doelgroepkinderen op de peuterspeelzalen wordt door Kids2b gedaan. Driemaandelijks wordt een lijst verstrekt over hoeveel kinderen er op de peuterspeelzaal zitten, wat de in- en uitstroom is en het aantal doelgroepkinderen wordt per locatie per groep aangegeven. Doorgaande ontwikkelings- en zorglijn Tabel contacten/ overlegmomenten Kids2b Tante Toos Elmo s Daycare Contact basisonderwijs x x* en overdracht kindgegevens Lokaal Educatieve x x ** Agenda Brede school overleg x x Zorg Advies Team overleg x x * Tante Toos heeft incidenteel contact met het basisonderwijs en werkt met overdrachtsformulieren. Tante Toos en de andere kinderopvanginstellingen geven aan dat zij de samenwerking met de JGZ en het basisonderwijs willen opbouwen dan wel verbeteren. ** Elmo s Day Care geeft aan dat zij het wenselijk vindt ook deel te nemen aan het overleg In het kader van de doorgaande ontwikkelingslijn hebben Kids2b en een aantal basisscholen gezamenlijke afspraken gemaakt over het VVE programma dat wordt uitgevoerd op de peuterspeelzaal en in groep 1 (en 2) van de basisscholen. Op 3 basisscholen en peuterspeelzalen wordt Piramide aangeboden en op 1 basisschool en peuterspeelzaal het programma Startblokken. Ten behoeve van de interne zorgstructuur is door Kids2b een interne begeleidster aangesteld. Leidsters kunnen een beroep doen op de intern begeleider (ib-er) in geval van zorgen/ ontwikkelingsachterstand bij een kind. De ib-er is ook het aanspreekpunt voor de externe 13

zorgstructuur. Peuterspeelzalen kunnen ook een beroep doen op consultatieve begeleiding van Cedin in geval van nader onderzoek. Alle voorschoolse voorzieningen zijn aangesloten op de verwijsindex Zorg voor Jeugd Groningen. 3.5 Samenwerking peuterspeelzalen en kinderdagopvang De speelzalen en kinderdagverblijven die vallen onder Kids2b werken samen en stemmen binnen de organisatie af. Het streven van Kids2b is naar meer integratie tussen de verschillende vormen. Alle voorzieningen geven aan dat zij de onderlinge samenwerking wel van belang vinden en deze willen verbeteren. 3.6 Handhaving en toezicht De kinderopvang wordt jaarlijks gecontroleerd door GGD conform wettelijke eisen. De peuterspeelzalen worden nu 1x per 3 jaar gecontroleerd. Deze controle gebeurt op basis van afspraken tussen de gemeente en de GGD ten aanzien van de gewenste kwaliteit. 14

4. VISIE EN AMBITIES De gemeente werkt volgens de onderstaande visie en ambities. Deze visie en ambities sluiten aan op de wet OKE. De gemeente streeft naar een aanbod van voorschoolse voorzieningen die voldoen aan wet- en regelgeving en die een veilige, gezonde en stimulerende omgeving bieden waar kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Daarbij is aandacht voor talenten van kinderen en het voorkomen van achterstanden op jonge leeftijd. Medewerkers zijn in staat om een risico op een taalachterstand in het Nederlands te signaleren en dat effectief aan te pakken. 4.1 Bereik en spreiding De gemeente streeft naar goede bereikbare en toegankelijke voorzieningen, verspreid over de gemeente. Alle kinderen van 2-4 jaar moeten gebruik kunnen maken van de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf. De huidige spreiding over de kernen dient de komende periode nader bekeken te worden. Door de bevolkingsdaling is de verwachting dat het aantal kinderen afneemt. De gemeente adviseert en denkt samen met de organisaties na over de spreiding van de opvanglocaties. 4.2 Kwaliteit en ambitieniveau De gemeente streeft ten aanzien van doelstelling en uitvoering van het peuterspeelzaalwerk op de reguliere peuterspeelzalen ambitieniveau 1 en op de 4 VVE peuterspeelzalen ambitieniveau 2 na. Deze zijn in lijn met de kwaliteitseisen Wet OKE. Ambitieniveau 1 is als volgt omschreven: - spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren. Ambitieniveau 2 wordt omschreven als: - spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen bij eventuele ontwikkelingsachterstanden. In de wet OKE zijn specifieke kwaliteitseisen vastgelegd voor VVE. Ambities voor de kinderopvang zijn, naast het bieden van opvang om de zorg voor kinderen met deelname aan het arbeidsproces/ studie te kunnen combineren, het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen en waar nodig peuters ondersteunen bij eventuele ontwikkelingsachterstanden. Met de keuze voor deze ambities ondersteunt de gemeente het belang van de voorschoolse voorzieningen in de keten van het jeugdbeleid (doorgaande ontwikkelingslijn en jeugdzorg). 4.3 VVE en programma De gemeente vindt het belangrijk om de ontwikkeling van kinderen positief te stimuleren. Deelname aan een VVE programma vergroot de ontwikkelingskansen van een kind. De gemeente streeft naar een 100% dekkend VVE aanbod, zodat alle kinderen met een taal-/ontwikkelingsachterstand kunnen deelnemen aan een VVE programma, in een peuterspeelzaal dan wel de kinderopvang. Het programma dat uitgevoerd wordt door de voorschoolse voorzieningen dient een effectief VVE programma te zijn, in lijn met de kwaliteitseisen die zijn neergelegd in de Wet OKE en de landelijke richtlijnen betreffende effectieve VVE programma s. De programma s hebben vooral positieve effecten op de ontwikkeling van jonge kinderen op taal en cognitief gebied. Het VVE programma moet ook een oudercomponent bevatten. De gemeente vindt het belangrijk om ouders te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind. 15

4.4 Doelgroep definitie Op dit moment wordt de gewichtenregeling als criteria voor een doelgroepkind gehanteerd. Het komende jaar zal gekeken worden of deze definitie ook te smal is gebleken. Organisaties als de peuterspeelzaal, kinderopvang, jeugdgezondheidszorg en onderwijs zullen daarbij betrokken worden. Bij gewenste wijzigingen in deze criteria zullen deze in overleg met de organisaties opgesteld worden. 4.5 Toeleiding In het kader van een zo groot mogelijk(e) bereik/toeleiding van de doelgroepkinderen wil de gemeente beter zicht krijgen op: - het aantal doelgroepkinderen in de gemeente; - overzicht kernen waar de doelgroep kinderen voorkomen + aantal per kern; - het bereik van de doelgroepkinderen door de voorschoolse voorzieningen; - het aantal doelgroepkinderen dat deelneemt aan een VVE programma. 4.7 Doorgaande ontwikkelings- en zorglijn De gemeente vindt het belangrijk om het kind in zijn ontwikkeling te blijven volgen in de keten van het jeugdbeleid. Een doorgaande lijn tussen voorschoolse voorzieningen en basisscholen is belangrijk om daarmee een soepele overgang voor alle jonge kinderen te bewerkstelligen en het meeste effect te bereiken van de invoering van een VVE programma voor doelgroep kinderen. De gemeente hecht belang aan het gezamenlijk in een overleg participeren met andere partners om samen invulling te geven aan de doorgaande ontwikkelingslijn. De gemeente wil de huidige overleggen LEA/ VVE verbeteren. Bij de doorgaande lijn in VVE wil de gemeente ook nadrukkelijk de doorgaande zorglijn betrekken. Peuterspeelzalen en kinderopvang zijn onderdeel van de jeugdketen en derhalve partners in deze ontwikkelingen binnen de gemeente. Voorschoolse voorzieningen zijn bij uitstek de vindplaats van kinderen met zorg 4.8 Samenwerking peuterspeelzalen en kinderdagopvang De gemeente wil dat de voorzieningen gezamenlijk zorgen voor een basis van kwalitatief goede opvang en educatie voor jonge kinderen. Daar waar het meerwaarde heeft moeten voorzieningen zoveel mogelijk samenwerken. 16

5. TOEZICHT, HANDHAVING EN MONITORING In de wet OKE krijgen gemeenten de wettelijke verantwoordelijkheid toe te zien op de naleving van kwaliteitseisen door de peuterspeelzalen en de kinderopvang. De gemeente wijst de directeur van de GGD aan als toezichthouder. Met de GGD zullen afspraken gemaakt worden over het toetsingskader. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van de voorschoolse educatie. Dit gebeurt na signalen van de GGD. De gemeente wordt geïnformeerd over de bevindingen van de Inspectie. Wanneer een voorziening niet aan de kwaliteitseisen voldoet kan de gemeente hierop handhaven. Als een instelling uiteindelijk niet kan voldoen aan de kwaliteitseisen zal dit leiden tot stopzetting van de voorziening. Het handhavingsbeleid kinderopvang zal uitgebreid worden met het onderdeel peuterspeelzalen. De resultaten van VVE worden landelijk tot en met 2011 bijgehouden. De monitor wordt uitgevoerd door Sardes. De gemeente levert gegevens aan over het gebruik van VVE voorzieningen; aantal deelnemende kinderen, intensiteit van het gebruik, de capaciteit; hoeveelheid voorzieningen,aantal plekken en de professionalisering van de beroepskrachten. De gemeente maakt afspraken met de voorschoolse voorzieningen over de aanlevering van deze gegevens. Met de doelgroepgegevens van de afdeling leerplicht kan de gemeente monitoren hoe het staat met de doelgroepkinderen in haar gemeente. Het Landelijk Register Kinderopvang zal in het najaar van 2010 aangevuld worden met de peuterspeelzalen uit de gemeente. 17

18

6. TRENDS EN ONTWIKKELINGEN In de toekomst zijn er trends en ontwikkelingen regionaal en landelijk - te verwachten, die raakvlakken hebben met andere beleidsterreinen. Hieronder wordt per thema een korte schets gegeven. 6.1 Bevolkingsdaling In de gemeente heeft de peuterspeelzaal met name de afgelopen jaren met een terugloop te maken. In sommige kernen zijn de peuterspeelzalen inmiddels gesloten of is het aantal groepen verminderd. De verwachting is dat deze terugloop zal toenemen. Enerzijds door minder geboorten en anderzijds doordat meer ouders blijven werken na de geboorte van hun kind en gebruik maken van de kinderopvang. Het streven van de gemeente is het voorzieningenniveau zoveel mogelijk op peil te houden in de kernen in het kader van de leefbaarheid en toegankelijkheid. Daartoe wil de gemeente samen met organisaties onderzoeken welke mogelijkheden hiervoor zijn. De gemeenten Delfzijl, Appingedam, Loppersum en Eemsmond en de provincie Groningen hebben samen een Eemsdelta Pact gesloten. De doelstelling van dat beleid is om de leefkwaliteit van de regio op een goed niveau te houden. De gemeenten, de provincie, woningbouwcorporaties, zorg- en welzijnsinstellingen en onderwijspartijen gaan op basis van het Pact samen aan de slag met een woon- en leefbaarheidsplan, dat uitvoering geeft aan dit beleid. Daarnaast is er vanuit de provincie een project geïntegreerde kindvoorzieningen gestart en loopt er een voorzieningenproject tussen een grote kinderopvanginstelling in de regio in samenwerking met de schoolbesturen. 6.2 Verwijsindex en Centra voor Jeugd en Gezin Peuterspeelzalen en kinderopvang zijn onderdeel van de jeugdketen en derhalve partners in deze ontwikkelingen binnen de gemeenten. Zij zullen, zodra de ontwikkelingen binnen de gemeente ver genoeg gevorderd zijn, deelnemen aan overleg hierover binnen de gemeente. Peuterspeelzalen en kinderopvang zijn aangemeld bij de Verwijsindex Zorg voor Jeugd Groningen, waardoor signalen over die kinderen die gebruik maken van de peuterspeelzaal of kinderopvang op de juiste plek binnen komen en zo snel mogelijk door de juiste instantie opgepakt kunnen worden. In Noord Groningen werken de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum - de DAL- gemeenten samen om verschillende lokale CJG s (de Front Offices) te openen. De Back Office van het CJG in de DAL- gemeenten is eerst en vooral een netwerkorganisatie met op lokaal niveau één of meerdere herkenbare loketten. Deelname van de voorschoolse voorzieningen aan het CJG is van belang om zo vroeg mogelijk de juiste hulp aan kind en ouders te kunnen bieden. Voorschoolse voorzieningen zijn bij uitstek de vindplaats van kinderen met zorg. De voorzieningen hebben hun zorgbeleid geformuleerd en kinderen worden gevolgd in hun ontwikkeling middels een kindvolgsysteem. Voor de in- en externe zorgstructuur zijn intern begeleiders aangesteld die leidsters coachen en ondersteunen bij de uitvoering van het zorgbeleid. Ook zijn zij het aanspreekpunt voor ouders en externe partners. De voorzieningen werken samen met de Jeugdgezondheidszorg om kinderen met problemen vroegtijdig te signaleren en hulp te organiseren. 6.3 Brede school Ook in het kader van de brede school ontwikkelingen, werken organisaties samen om kinderen meer kansen te kunnen geven. Voorschoolse voorzieningen zijn deelnemer en werken samen aan een gezamenlijk aanbod van activiteiten en/ of huisvesting. Ook bij de brede school ontwikkeling heeft de gemeente een regisserende rol. De brede school wordt gezien als een positieve ontwikkeling die ervoor kan zorgen dat voorzieningen voor kinderen zoveel mogelijk gecentreerd worden. De brede school moet een plek zijn voor de jeugdigen tot 14 jaar, maar ook een plek voor ouders waar zij mee kunnen doen aan verschillende ouderactiviteiten. De kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk zijn voorbeelden van voorzieningen die betrokken worden bij de brede school ontwikkelingen. 19

20

7. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In de voorgaande hoofdstukken is ingegaan op wet OKE, de huidige situatie voorschoolse voorzieningen in de gemeente Delfzijl en de visie en ambities van de gemeente, evenals ontwikkelingen. In dit hoofdstuk worden de conclusies en aanbevelingen op een rijtje gezet, zodat de gemeente het aanbod voorschoolse voorzieningen en VVE in lijn met de wet OKE kan realiseren. 7.1 Bereik en spreiding De gemeente heeft een hoog bereik wat betreft deelname aan de voorschoolse voorzieningen. De voorzieningen zijn goed bereikbaar voor ouders met jonge kinderen, doordat de voorzieningen een grote spreiding kennen. Het verdient aanbeveling om in overleg met betrokken partijen de voorschoolse voorzieningen en de jeugdgezondheidszorg te onderzoeken of deelname verhoogd kan worden en daartoe een plan van aanpak te ontwikkelen. In samenhang met bereik zal ook de huidige spreiding in het kader van bevolkingsdaling en leefbaarheid opnieuw bekeken moeten worden in overleg met de voorschoolse voorzieningen. 7.2 Kwaliteit De kwaliteit van de peuterspeelzalen is in lijn met de eisen van wet OKE. Wanneer de AMvB waarin de eisen verder uitgewerkt worden en wettelijk vastgelegd worden, is het aan te bevelen de kwaliteit van de voorzieningen opnieuw te bekijken en daar waar nodig te verbeteren in samenwerking en overleg met Kids2b. Wat betreft het knelpunt het vinden van voldoende geschikte vrijwilligers voor de peuterspeelzaal wil de gemeente samen met de betrokken partijen, waaronder ook de sociale dienst, welzijnswerk en vrijwilligerswerk in de gemeente beleid ontwikkelen en een plan van aanpak opstellen om de instroom van vrijwilligers op de peuterspeelzaal op peil te houden. 7.3 VVE, doelgroepdefinitie en programma De VVE is grotendeels in lijn met de wet OKE op enkele onderdelen na. Deze zijn: een dekkend aanbod van 100% VVE; toeleiding en monitoring. Het is aan te bevelen samen met betrokken partijen te onderzoeken en afspraken te maken hoe VVE te realiseren in lijn met de wet OKE. Aandachtspunten zijn: een 100% dekkend VVE aanbod, zodat alle kinderen met een taal-/ ontwikkelingsachterstand kunnen deelnemen aan een VVE programma, ofwel in een peuterspeelzaal ofwel in de kinderopvang; de huidige doelgroepdefinitie handhaven dan wel verbreden en afspraken over toeleiding wanneer nodig aanpassen/verbeteren en met alle betrokken partijen vaststellen; in het kader van 100% bereik van de doelgroepkinderen en hen toeleiden naar het VVE aanbod wil de gemeente beter zicht krijgen op: o het aantal doelgroep kinderen in de kinderopvang; o overzicht kernen waar de doelgroep kinderen voorkomen + aantal per kern; o o het bereik van de doelgroep kinderen door de voorschoolse voorzieningen; het aantal doelgroep en gewichten kinderen dat deelneemt aan een VVE programma in de kinderopvang. De gemeente wil afspraken maken de betrokken organisaties over het registreren van bovenstaande gegevens en het aanleveren bij de gemeente van deze gegevens. De gemeente wil afspraken maken met betrokken partijen zoals de peuterspeelzalen, de kinderopvang, de Jeugdgezondheidszorg en de ISD over het betrekken van ouders. Een sluitende aanpak in de gemeente Delfzijl moet er toe leiden dat alle doelgroep kinderen bereikt worden. Kinderen kunnen het VVE programma minimaal 10 uren of 4 dagdelen volgen (per 1-1-2011 gerealiseerd). 21

7.4 Doorgaande ontwikkelings- zorglijn In de gemeente vindt afstemming en samenwerking plaats over VVE met een deel van voorschoolse voorzieningen en basisscholen binnen het LEA. Aan te bevelen is alle betrokken partijen te verzoeken deel te nemen aan het LEA en het overleg te handhaven dan wel te verbeteren wat betreft samenwerking en afstemming en resultaten De gemeente heeft een regisserende rol en kan partijen aanspreken op deelname. Momenteel is de doorgaande zorglijn voldoende georganiseerd. Onder invloed van ontwikkelingen, zoals de Verwijsindex en de Centra voor Jeugd en Gezin, zal de huidige structuur opnieuw bekeken dienen te worden, inclusief de positie van de voorschoolse voorzieningen en de daarbij gewenste interne zorgstructuur. Hierbij zou de aanstelling van een ib-er bij Kids2b uit het oogpunt van kwaliteit in de zorgstructuur gehandhaafd moeten blijven en de huidige samenwerking met de Jeugdgezondheidszorg verbeterd moeten worden om kinderen met problemen vroegtijdig te signaleren en hulp te organiseren. 7.5 Samenwerking peuterspeelzalen en kinderopvang Op dit moment vindt samenwerking plaats tussen voorzieningen in kader van het LEA. Daarnaast streeft Kids2b naar een interne verdergaande samenwerking tussen de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. De gemeente wil dat de voorzieningen gezamenlijk zorgen voor een basis van kwalitatief goede opvang en educatie voor jonge kinderen. Daar waar het meerwaarde heeft moeten voorzieningen zoveel mogelijk samenwerken in aanbod en uitvoering van een VVE programma. Op basis van dit uitgangspunt is aan te bevelen om te onderzoeken of en hoe verdergaande samenwerking tussen voorzieningen mogelijk is. Uitgangspunten voor de eventuele samenwerking zijn: - de samenwerking is gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen; - de samenwerking leidt ertoe dat meer kinderen worden bereikt die extra steun nodig hebben bij hun (taal)ontwikkeling; - de samenwerking is gericht op het verhogen van de kwaliteit van de voorzieningen. 7.6 Toezicht en handhaving Ten aanzien van dit onderdeel voldoet de gemeente nog niet aan de wettelijke eisen wat betreft toezicht en handhaving peuterspeelzalen. Het verdient aanbeveling afspraken te maken met de GGD over het toetsingskader, zodra hierover landelijk en wettelijk meer duidelijkheid is. Het handhavingsbeleid is nu gericht op de kinderopvang en zal aangepast moeten worden. 7.7 Landelijke monitoring en registratie Dit onderdeel behoeft aandacht. Het is aan te bevelen dit conform de landelijke richtlijnen uit te voeren. De gemeente moet duidelijke afspraken maken met de voorschoolse voorzieningen over de aanlevering van gegevens als het gebruik van VVE voorzieningen; aantal deelnemende kinderen, intensiteit van het gebruik, de capaciteit; hoeveelheid voorzieningen,aantal plekken en de professionalisering van de beroepskrachten. Dit geldt voornamelijk voor de kinderopvang. De gemeente registreert de gegevens over de peuterspeelzalen en draagt zorg voor openbaarheid. 22

BELEIDSKADER De wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie Wet OKE Bijlage Begrippenkader Harmonisatie: het (zoveel mogelijk) op één lijn brengen van de wet- en regelgeving van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. Voorschoolse voorzieningen: peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE): VVE is een verzamelnaam voor de methodische en systematische ondersteuning van de ontwikkeling van jonge kinderen, in de leeftijd van twee tot zes jaar. Dit vindt plaats door VVE-programma s. Voorschoolse educatie betreft het deel dat plaatsvindt in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven voor kinderen vanaf 2 tot 4 jaar. Het gaat om uitvoering van een programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten. Vroegschoolse educatie betreft het deel dat plaats vindt in het onderwijs voor kinderen van 4-6 jaar. VVE-programma s: speciale programma s die kinderen spelenderwijs stimuleren in hun ontwikkeling. Kinderopvang: het bedrijfsmatig en anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint (artikel 1.1, lid b). Peuterspeelzaalwerk : de verzorging, opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen uitsluitend bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs (artikel 2.1, lid b). Wet OKE: Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie. Doel Wet OKE Het doel van deze wet is om voor alle jonge kinderen kwalitatief goede opvang in peuterspeelzalen en kinderopvang te realiseren en hiermee de ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten. Alle kinderen die een achterstand in hun (taal)ontwikkeling hebben zal voorschoolse educatie worden aangeboden die van goede kwaliteit en financieel toegankelijk is. Concreet betekent dat: - de basiskwaliteit van zowel de kinderopvang als de peuterspeelzalen gegarandeerd is; - de peuterspeelzalen en kinderdagopvang naar elkaar toegroeien op vrijwillige basis; - minder segregatie - minder scheidslijnen tussen kinderen met een verschillende achtergrond; - gemeenten door een betere toeleiding, een breder en beter aanbod van voorschoolse educatie aanbieden in zowel peuterspeelzalen als kinderdagopvang ; - 100% van de zogeheten doelgroepkinderen wordt bereikt; - effectieve VVE programma s worden uitgevoerd die kinderen spelenderwijs stimuleren in hun ontwikkeling. De Wet OKE wijzigt drie wetten - In de Wet Kinderopvang worden kwaliteitseisen voor peuterspeelzalen opgenomen evenals het toezicht van de gemeente daarop met de bijbehorende handhavingsmogelijkheden. Verder worden op grond van deze wet kwaliteitseisen voor voorschoolse educatie vastgesteld. - In de Wet op het onderwijstoezicht wordt geregeld dat de Inspectie van het Onderwijs toezicht houdt op de kwaliteit van voorschoolse educatie. - In de Wet op het Primair Onderwijs wordt de regierol van gemeenten ten aanzien van het onderwijsachterstandenbeleid verstevigd en wordt de verantwoordelijk voor het aanbod en de toegankelijkheid van voorschoolse educatie neergelegd. De wijzigingen zijn in de Wet OKE gebundeld. De wetswijzigingen treden in werking na goedkeuring door Kamer in werking per 1 augustus 2010. 23

Wettelijke verantwoordelijkheid gemeenten Vanaf 1 augustus 2010 krijgen gemeenten de wettelijke (en financiële) verantwoordelijkheid om voor alle peuterspeelzalen een goede basiskwaliteit te garanderen en om een goed aanbod voor voorschoolse educatie te doen aan alle jonge kinderen met een risico op achterstanden, die hen kunnen belemmeren in hun verdere schoolontwikkeling. De kwalificatie-eis voor leidsters wordt met ingang van 1 augustus 2011 wettelijk verplicht. Evenals de kwalificatie-eis leidsters voor voorschoolse educatie. Gemeenten die nu geen Onderwijsachterstanden uitkering ontvangen krijgen 1 jaar de tijd tot 1 augustus 2011 om het VVE aanbod te realiseren. Kwaliteitseisen Het is de bedoeling van de Wet OKE om de kwaliteit van de peuterspeelzalen en kinderopvang te harmoniseren meer op een lijn te brengen en landelijk te waarborgen. Dit vergemakkelijkt de samenwerking tussen de peuterspeelzalen en kinderdagopvang en biedt meer duidelijkheid voor toezicht en de handhaving. De eisen aan kinderopvang zijn grotendeels vastgelegd in de Wet op de kinderopvang.. Peuterspeelzaalwerk is gemeentelijk geregeld en kent grote verschillen. Wanneer basiskwaliteitseisen wettelijk verankerd zijn in een landelijk kader ontstaat de mogelijkheid om situaties die onder het kwaliteitsniveau liggen aan te pakken. In een apart deel van de Wet Kinderopvang worden de kwaliteitseisen voor peuterspeelzalen opgenomen. De harmonisatie van kwaliteit leidt ertoe dat de houders van peuterspeelzalen de zorgplicht krijgen voor verantwoord peuterspeelzaalwerk. Houders zijn zelf verantwoordelijk voor de eigen kwaliteit van het aanbod. Verantwoorde opvang wordt getoetst aan de inzet van personeel, zowel kwalitatief als kwantitatief (opleidingseisen en groepsgrootte, de verantwoordelijkheidstoedeling (leidster kind-ratio) en het pedagogisch beleid. Als een van de eerste maatregelen zijn in de Wet OKE zijn de definities van peuterspeelzaalwerk en kinderdagopvang aangepast. - Peuterspeelzaalwerk: de verzorging, opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen uitsluitend bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs (artikel 2.1, lid b). - Kinderopvang: het bedrijfsmatig en anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint (artikel 1.1, lid b). De basiskwaliteitseisen conform de Wet OKE voor peuterspeelzalen zijn: - minimaal 1 beroepskracht met een vrijwilliger op een groep of 2 beroepskrachten op 1 groep; - de beroepskracht moet minimaal voldoen aan de opleidingseis SPW 3 of vergelijkbaar opleidingsniveau; - leidster kind ratio 1 op maximaal 8 kinderen; - groepsgrootte maximaal 16 kinderen. De wet bevat verder kwaliteitsartikelen over: - pedagogisch beleid en pedagogische praktijk; - vrijwilligersbeleid; - gebruik Meldcode Kindermishandeling; - al het personeel, ook de vrijwilligers zijn in het bezit van een verklaring van goed gedrag; - RIE - risico inventarisatie veiligheid en gezondheid op de peuterspeelzalen en kinderopvang; - informatieplicht aan ouders; - medezeggenschap ouders; 24

- voorschriften over de voertaal Nederlands; daar waar een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese taal of streektaal mede gebruikt worden als voertaal; - mogelijkheid voor gemeenten tot het stellen van regels over administratie, om zo nodig te kunnen monitoren; - melding en registratie peuterspeelzalen moeten gemeentelijk en landelijk geregistreerd worden; - klachtenregeling voor ouders. Convenant De belangenorganisaties voor peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en ouders zijn bezig om de kwaliteitseisen die in de wet genoemd zijn in een convenant uit te werken. Het convenant zal dan vastgelegd worden in beleidsregels. De beleidsregels zijn de leidraad zijn voor de Algemene Maatregel van Bestuur waarin de kwaliteitseisen wettelijk vastgelegd worden. Deze beleidsregels zal de VNG overnemen in een modelverordening. In de wet zijn geen eisen gesteld voor inrichting. In het convenant dat de belangenorganisaties ontwikkelen zullen hiervoor wel minimum eisen worden opgenomen evenals in de modelverordening van de VNG. Deze eisen blijven echter gemeentelijk beleid. Bestaand kwaliteitsniveau handhaven In de Wet OKE gaat het om minimumeisen ter verbetering van het peuterspeelzaalwerk, het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat, als peuterspeelzalen nu al voldoen aan een hoger kwaliteitsniveau ( bijvoorbeeld 2 beroepskrachten op de groep of een groepsgrootte van maximaal 15), de invoering van het landelijk minimum wordt aangegrepen om de huidige kwaliteit te verlagen door het nieuwe minimum als norm te nemen. Vrijwillige samenwerking kinderdagverblijven en peuterspeelzalen Door middel van de Wet OKE wil het Rijk de wens tot samenwerking ondersteunen door de kwaliteitseisen voor zowel kinderopvang als peuterspeelzaalwerk landelijk vast te leggen en te waarborgen. Samenwerking tussen de organisaties is op vrijwillige basis en niet verplicht. Gemeenten kunnen zelf bepalen óf en op welke manier en in welk tempo zij de samenwerking van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen vorm willen geven. Hierdoor kunnen initiatieven worden afgestemd op de lokale situatie en behoefte. Het kan dus zijn dat de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen als zelfstandige instellingen blijven functioneren, maar ook dat binnen één organisatie zowel arrangementen kinderopvang als peuterspeelzaalwerk aangeboden worden. De lokale democratie blijft hierbij bepalend voor de inzet van de middelen. Dekkend aanbod van voorschoolse educatie Wettelijke voorschriften De gemeente krijgt de wettelijke verantwoordelijkheid om een 100% dekkend aanbod van voorschoolse educatie in kinderdagverblijven en peuterspeelzalen te organiseren voor doelgroepkinderen in aantal en spreiding. De Wet OKE moet ervoor zorgen dat gemeenten aan alle kinderen die dat nodig hebben voorschoolse educatie aanbieden via peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Bij voorschoolse educatie worden zogenaamde VVE-programma s uitgevoerd, die kinderen spelenderwijs stimuleren in hun ontwikkeling. De gemeenten krijgen de ruimte om te doen wat goed is voor de lokale situatie. Concreet betekent de wet voor gemeenten Het organiseren van een dekkend aanbod van voorschoolse educatie betekent het volgende: De gemeente moet voldoende plaatsen voor voorschoolse educatie aanbieden. Ouders van kinderen uit de doelgroep moeten kunnen rekenen op een plaats voor hun kind in een peuterspeelzaal of 25