HET ZiEkTEvErZuim bij federale ambtenaren 2011

Vergelijkbare documenten
HET ZiEkTEvErZuim bij federale ambtenaren 2010

HET ZIEKTEVERZUIM BIJ FEDERALE AMBTENAREN

HET. Het Ziekteverzuim bij federale ambtenaren

HET ZIEKTEVERZUIM BIJ FEDERALE AMBTENAREN

HET ZIEKTEVERZUIM BIJ FEDERALE AMBTENAREN 2013

Leve de verzuimcultuur?

HET ZIEKTEVERZUIM BIJ FEDERALE AMBTENAREN

JAARVERSLAG PERSONEEL

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Enkele kerncijfers mbt ziekteverzuim Enkele stellingen Geïntegreerde gedragsmatige verzuimaanpak Modulaire opbouw

Een controlearts aan je deur

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

Een controlearts aan je deur

Ziekteverzuim anno 2002

HET ZIEKTEVERZUIM BIJ FEDERALE AMBTENAREN

Ziekteverzuimanalyse van O2A5

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Ziekteverzuim April BEGRIPPEN

Arbeidsmarkt Onderwijs

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Hoog ziekteverzuim in Limburg

GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Arbeidsmarkt Onderwijs

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN

II. Intredes in primaire arbeidsongeschiktheid met een duur van de arbeidsongeschiktheid groter dan 28 dagen... 11

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

De loopbaanonderbreking Actualisatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

1. Ziekteverzuim op de Belgische arbeidsmarkt

Arbeidsmarkt Onderwijs

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

Arbeidsmarkt Onderwijs

Crisis doet arbeiders minder en bedienden meer verzuimen

Arbeidsmarkt Onderwijs

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

FOCUS "Senioren en het OCMW"

30 3 DE TRIMESTER 2016

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009.

EVOLUTIE VAN DE MARKT

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

Registratie arbeidszorg

Arbeidsmarkt Onderwijs

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Arbeidsmarkt Onderwijs

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

Tuberculose in Vlaanderen 2002

Arbeidsmarkt Onderwijs

REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE, PRIVÉONGEVAL EN ARBEIDSONGEVAL

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Sectorfoto PSC

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Ziekteverzuim in de periode van primaire arbeidsongeschiktheid: analyse en verklarende factoren :

Leefstijl en preventie

NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCHE FACTOREN. Barometer 35

Vision de l absentéisme

Arbeidsmarkt Onderwijs

HET ZIEKTEVERZUIM BIJ FEDERALE AMBTENAREN 2014

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Arbeidsmarkt Onderwijs

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 11/12/2007

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers

Voorbeelden Verzuimpercentages

Ziekteverzuim in de periode van primaire arbeidsongeschiktheid. Analyse en verklarende factoren

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Arbeidsmarkt Onderwijs

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Trendanalyse van de arbeidsongeschiktheid in functie van de leeftijdscategorie

plage-lestijden onderwijzer

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim.

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Analyse Ziekteverzuim

Een terugblik op vijf decennia

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid

Transcriptie:

HET Ziekteverzuim bij federale ambtenaren 2011 1

Fotolia.com Mashe FotoliaI Melking Jonathan Melisback Hebben bijgedragen aan de realisatie van deze publicatie Verantwoordelijken: De Decker Eduard, Diensthoofd Ziekteverzuim, Medex Dr. Van Dromme Sibille, Medisch Kwaliteitsmanager Ziekteverzuim, Medex Met de gewaardeerde medewerking van: Fransis Ria, Directrice Medex Gabrys Jean-Paul, Office manager Medex Heyndrickx Sven, Communicatiemedewerker FOD VVVL Leemans Roland, Datamanager Medex Sauvenière Thierry, Graficus FOD VVVL Stadsbader Coralie, Celhoofd Klantenbeheer Medex Rechten van intellectuele eigendom De verstrekte informatie mag alleen worden gereproduceerd in niet-commerciële publicaties en presentaties, mits voldaan wordt aan volgende 2 voorwaarden: 1. een voorafgaande schriftelijke mededeling aan absenteisme@medex.belgium.be, met vermelding van de gegevens die gereproduceerd worden en het medium waarin gereproduceerd wordt en 2. de volgende bronvermelding bij de reproductie: Medex 2

Inhoudstafel 1. Inleiding 2 2. Dataverzameling 3 3. Verzuimcijfers 5 3.1. Verzuimcijfers 2011 5 3.2. Evolutie van het federaal verzuim 6 3.3. Het federaal ziekteverzuim in detail vergeleken 7 4. Analyse verzuimgegevens 10 4.1. Wanneer wordt verzuimd? 10 4.1.1. Spreiding van het aantal ziektemeldingen over de week 10 4.1.2. Verdeling van het ééndagsverzuim over de week 12 4.2. Wie verzuimt? 13 4.2.1. Ziekteverzuim volgens geslacht en leeftijd 13 4.2.2. Ziekteverzuim volgens niveau 14 4.2.3. Gestandaardiseerde vergelijking 15 4.2.4. Ziekteverzuim volgens woonplaats van de werknemer 16 5. Medische oorzaken van het ziekteverzuim 18 5.1. Verzuimoorzaken volgens diagnosegroep 18 5.2. Verhouding verzuimoorzaken 19 5.3. Verzuimoorzaken in detail bekeken 21 6. Controleresultaten 28 6.1. Controleopdrachten 28 6.1.1. Tijdstip van uitvoeren van een controleopdracht 29 6.1.2. Plaats waar de controle uitgevoerd werd 29 6.1.3. Geen gevolg aan oproeping voor controle op het kabinet van de controlearts 29 6.2. Gerechtvaardigde afwezigheden? 32 6.3. Return on investment 33 6.3.1. Teruggewonnen werkdagen 33 6.3.2. Financiële impact 34 6.3.3. Ontradend effect van controles 34 7. Gender mainstreaming 36 8. Besluit 37 1

1. Inleiding Het ziekteverzuim krijgt de laatste tijd veel persaandacht: Langdurig ziekteverzuim opvallend gestegen bij vijftigplussers, Werknemers botsen op hun grenzen, Belg gaat ook ziek werken, Stress en burn-out veroorzaken steeds meer verzuim, Voeg daarbij besparingsmaatregelen, de pensioenhervorming, de vergrijzing van het ambtenarenkorps,...: redenen te over om aandacht te besteden aan het ziekteverzuim in de federale overheid. Medex legt u hierbij de analyse van het ziekteverzuim van de federale ambtenaren in 2011 voor. De analyses van het ziekteverzuim en de medische controles van Medex vormen een basis voor een algemeen verzuimbeleid dat een leidinggevende moet opnemen om een continue dienstverlening te verzekeren. Gegevens die eigen zijn aan de organisatie kunnen afgewogen worden in de geschetste context en aanleiding geven tot initiatieven die het verzuim terugdringen zoals het opstarten van een stressbeleid. Medex wil ook het algemeen personeelsbeleid in de federale overheid ondersteunen en de bevoegde overheden wijzen op tendensen in het verzuim waarop door beleidsmaatregelen nuttig kan worden ingespeeld. Nieuw dit jaar is de aandacht die Medex besteedt aan gender mainstreaming: er is een apart hoofdstuk over de specifieke verschillen tussen mannen en vrouwen wat het ziekteverzuim betreft. 2

2. Dataverzameling Even in herinnering brengen dat, in tegenstelling tot veel andere studies, deze studie geen neerslag is van een bevraging van een (representatief) deel van de werknemers of werkgevers. De databank met de ziektecontrolegegevens geeft Medex immers een volledig overzicht van het ziekteverzuim bij de federale ambtenaren. Deze databank wordt trouwens gevoed door de volgende actoren: - de administraties wat alle afwezigheden wegens ziekte en personeelsgegevens betreft; - de medische centra met de ingediende medische getuigschriften en - de controleartsen met de resultaten van hun controleopdrachten. Om de gegevens van 2011 te kunnen vergelijken met die uit de voorgaande jaren is het noodzakelijk dat we dezelfde analysemethodes kunnen toepassen op vergelijkbare gegevensbestanden. De voorbije jaren hebben verschillende administraties aanzienlijke inspanningen geleverd om hun personeelsgegevens in de databank te actualiseren. Dit maakt de berekening van de verzuimcijfers nauwkeuriger. Toch werd vastgesteld dat bij talrijke medewerkers nog nagelaten is om de precieze datum van indiensttreding en uitdiensttreding in te vullen. Sommige afwezigheden konden bij bepaalde analyses niet in rekening gebracht worden omdat de noodzakelijke gegevens over de verzuimer ontbraken of onduidelijk waren. Bijvoorbeeld: wanneer het niveau van een verzuimer ongekend was, werden zijn afwezigheden niet meegenomen in de studie van het verzuim volgens niveau. Er kan daarom niet genoeg herhaald worden dat het voor een betrouwbare studie van cruciaal belang is dat zowel de afwezigheden als de persoonsgegevens door de werkgevers correct ingevuld en geactualiseerd worden. De medische oorzaken van de afwezigheden werden onderzocht op basis van de diagnose die de behandelende arts vermeldt op het medisch attest. De Nationale Raad van de Orde der Geneesheren gaf Medex de uitzonderlijke toestemming de diagnose op te vragen. Medex kijkt nauwlettend toe dat elk ingediend attest de diagnose bevat 1. Dit is niet alleen nuttig voor analyses, maar draagt er ook toe bij dat overbodige controles vermeden worden. 1 In overeenstemming met artikel 61 van het KB van 19 november 1998, gewijzigd bij KB van 17 januari 2007 en de omzendbrief nr. 568 (Belgisch Staatsblad op 19 februari 2007) wordt aan de behandelende geneesheer bij het uitschrijven van een attest voor arbeidsongeschiktheid (A.O.) voor overheidspersoneel, naast de standaardgegevens zoals identificatie werknemer, waarschijnlijke duur, verblijfplaats van het personeelslid ook gevraagd de diagnose in te vullen op het medisch attest. 3

Federale ambtenaren kunnen twee maal per kalenderjaar afwezig zijn voor één dag zonder dat zij daarvoor een medisch attest moeten indienen 2. Dat betekent dat de reden van deze afwezigheden niet gekend zijn en dus niet in de studie van de medische verzuimoorzaken aan bod komen. Ten slotte wordt een overzicht gegeven van de activiteiten van de controleartsen op basis van hun registraties in de databank. Een team van Medex volgt de tijdige en correcte input van de gegevens op. Deze gegevens worden continu teruggekoppeld naar de artsen. Tijdens een jaarlijkse didactische causerie ontvangen de controleartsen gepersonaliseerde feedback over hun controlegedrag. 2 Artikel 61 van het KB van 19 november 1998, gewijzigd bij KB van 17 januari 2007. Omzendbrief nr. 578 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen. 4

3. Verzuimcijfers 3.1. Verzuimcijfers 2011 TERMEN DEFINITIES 2010 2011 Aantal verzuimers Aantal ziektemeldingen Aantal verzuimdagen Aantal afwezigheden 1 dag % Afwezigheden 1 dag Aantal afwezigheden >1dag % Afwezigheden >1dag Het totaal aantal unieke personeelsleden dat gedurende de bestudeerde periode voor minstens één dag actief in dienst was en met minstens één verzuimdag. Het aantal nieuw begonnen ziekteperiodes van één of meerdere dagen. Een afwezigheid die gestart is in 2010 en voortduurt in 2011 telt dus niet mee voor het aantal ziektemeldingen in 2011. Wanneer er minder dan 14 kalenderdagen zijn tussen twee afwezigheden wegens ziekte van eenzelfde persoon worden deze als één afwezigheid beschouwd (herval). Bij verlenging of herval wordt geen nieuwe ziektemelding geteld (tenzij de diagnose verschillend is van de vorige). Het aantal niet gepresteerde werkdagen in de bestudeerde periode, ook van afwezigheden die voor de bestudeerde periode gestart zijn. Een werkdag wordt beschouwd als niet gepresteerd - en dus geteld als een volledige verzuimdag - vanaf één uur ziekte (indien geregistreerd). Het aantal afwezigheidsdagen van deeltijdse medewerkers wordt geproratiseerd: het aantal afwezigheidsdagen wordt dus afgewogen in functie van de prestaties. Als iemand halftijds werkt, worden het aantal afwezigheidsdagen ook gehalveerd. Aantal afwezigheden waarvan de duur beperkt is tot 1 dag. Aantal afwezigheden van 1 dag x 100 gedeeld door het aantal ziektemeldingen. Aantal afwezigheden waarvan de duur meerdere dagen bedraagt. Aantal afwezigheden van meerdere dagen x 100 gedeeld door het aantal ziektemeldingen. % Verzuimers Gemiddeld aantal werknemers met minstens 1 verzuimdag in de bestudeerde periode x 100 gedeeld door het gemiddeld aantal werknemers in die periode. % Ziekteverzuim Aantal verzuimdagen x 100 gedeeld door het product van het aantal VTE s en het aantal te presteren dagen voor een VTE. Gemiddelde frequentie Gemiddelde duur per afwezigheid Aantal ziektemeldingen in de bestudeerde periode gedeeld door het gemiddeld aantal personeelsleden (nulverzuimers inbegrepen) in de bestudeerde periode. Aantal verzuimdagen in de bestudeerde periode gedeeld door het aantal ziektemeldingen in die periode. 64 883 64 510 164 555 159 225 1 369 320,56 1 343 626,71 63 797 61 821 38,77% 38,83% 100 758 97 404 61,23% 61,17% 66,98% 68,42% 6,83% 6,84% 1,9 1,76 8,32 8,44 5

3.2. Evolutie van het federaal verzuim We mogen stellen dat het ziekteverzuim in de federale overheid niet steeg in 2011. Het ziekteverzuimpercentage van 2011 (6,84%) bleef nagenoeg op hetzelfde peil als dat van 2010 (6,83%). Het aantal ziektemeldingen, dat gestaag steeg sinds 2008, daalde in 2011: er werden 5 330 ziektemeldingen minder geregistreerd dan in 2010 (- 3,24%). We noteerden ook een daling van het totaal aantal dagen dat verzuimd werd wegens ziekte of privéongeval (- 1,88%). Het aantal verzuimers is in 2011 eveneens licht gedaald (van 64 883 naar 64 510); het aandeel verzuimers in de federale overheid steeg dan weer van 66,98% naar 68,42%. De omschreven dalingen zijn toe te schrijven aan de vermindering van het federaal ambtenarenbestand, maar verhoudingsgewijs nam het ziekteverzuim dus niet toe. Volgens Securex 3, kent de privésector een stijging van het algemeen verzuimpercentage van 5,68% in 2010 naar 5,82%. Deze stijging blijft echter sinds 2009 constant. De toename is volgens hen te wijten aan de stijging van het middellang en langdurig ziekteverzuim. Ook kortdurend verzuim (= ziekteafwezigheid van minder dan 1 maand) is bij de federale overheid, net zoals bij de privésector, status quo gebleven ten opzichte van het jaar voordien. 2008 2009 2010 2011 SD Worx 4 2,40% 2,45% 2,42% 2,44% Securex 5 2,19% 2,26% 2,19% 2,20% Federale Overheid 2,36% 2,51% 2,49% 2,49% 45 Het ziekteverzuim bij de diensten van de Vlaamse overheid kende een lichte daling. De Vlaamse ambtenaren waren in 2011 elk gemiddeld 2,64 keer ziek, hun ziekteafwezigheden duurden gemiddeld 9,7 dagen en ze lieten een licht gedaald verzuimpercentage van 6,39 optekenen (6,43% in 2010) 6. 3 Securex, Whitepaper: Absenteïsme in 2011 - De cijfers en onze voorspellingen voor de komende jaren, p. 6, figuren 1 en 2. 4 www.sd.be 5 Securex, Whitepaper: Absenteïsme in 2011 - De cijfers en onze voorspellingen voor de komende jaren, p. 19, tabel 7. 6 http://www.bestuurszaken.be/ziekteafwezigheid/percentage 6

3.3. Het federaal ziekteverzuim in detail vergeleken Uit onderstaande tabel blijkt dat 31,58% van de federale ambtenaren zich nooit en 20,97% zich 1 keer ziek meldt. In deze cijfers zijn ook de ziektemeldingen zonder een medisch attest inbegrepen. Frequentie % Gecumuleerd % 0 keer 31,58% 31,58% 1 keer 20,97% 52,55% 2 keer 16,05% 68,60% 3 keer 10,10% 78,70% 4 keer 7,91% 86,61% 5 keer of meer 13,39% 100,00% In de privésector 7 verzuimt echter 51,54% van de werknemers (bij de bedienden is dit zelfs 52,43%) nooit en 23,96% (bij de bedienden 23,81%) 1 keer zodat men kan stellen dat drie vierden zich daar hoogstens 1 keer ziek meldt, terwijl dit bij de federale overheid slechts ruim de helft van de ambtenaren betreft. De frequentie van de ziektemeldingen ligt dan ook een stuk lager in de privésector (1,14) dan bij de federale overheid (1,76). De gemiddelde duur van een afwezigheid is in de privésector (12,61 dagen) dan weer langer dan bij de federale overheid (8,44 dagen). Wanneer we enkel de gemiddelde duur van de afwezigheden van bedienden (9,3 dagen) bekijken, is het verschil kleiner. Figuur 1 toont aan dat de verdeling van de afwezigheden volgens hun duur in 2011 bijna dezelfde is als die van 2010, toen er relatief gezien meer afwezigheden van 1 dag gemeld zijn dan in 2009 en het aandeel van het kortdurend verzuim (meer dan 1 dag en minder dan 30 dagen) in dezelfde mate is afgenomen omdat het aandeel van het langdurend verzuim in het aantal afwezigheidsdagen status quo is gebleven. Figuur 1: Verdeling van de duur van de afwezigheden in 2008, 2009, 2010 en 2011. 7 Securex, Whitepaper: Absenteïsme in 2011 - De cijfers en onze voorspellingen voor de komende jaren, p. 19 en 20. 7

In absolute cijfers uitgedrukt, blijkt uit figuur 2 dat de tendens dat er sinds 2008 elk jaar meer afwezigheden worden gemeld ongeacht de duur van de afwezigheden, in 2011 werd teruggebogen, met uitzondering van de afwezigheden die meer dan een maand tot één jaar duurden. Figuur 2: Aantal afwezigheden volgens de duur van de afwezigheden in 2008, 2009, 2010 en 2011. Figuur 3 bevestigt de vaststelling uit onze vorige studies: in de zomerperiode worden er minder ziektemeldingen geregistreerd. Figuur 3 toont ook dat er in januari, mei, oktober en november van 2011 meer afwezigheden gemeld werden ten opzichte van 2010, hoewel er voor het volledige jaar 2011 minder meldingen geregistreerd werden. Figuur 3: Spreiding van de afwezigheidsmeldingen over de loop van het jaar in 2008, 2009, 2010 en 2011. 8

Anderzijds blijkt uit figuur 4 dat de gemiddelde duur van een afwezigheid langer is in de zomermaanden en januari. Vooral in de maanden juli, augustus en september spant 2011 de kroon. Figuur 4: Spreiding van de gemiddelde duur van de afwezigheden over de loop van het jaar in 2008, 2009, 2010 en 2011. 9

4. Analyse verzuimgegevens 4.1. Wanneer wordt verzuimd? 4.1.1. Spreiding van het aantal ziektemeldingen over de week Maandag voert ook in 2011 de ranglijst aan wat het aantal afwezigheidsmeldingen betreft, al mag men niet uit het oog verliezen dat wanneer men al ziek werd op zaterdag en zondag dit meestal pas op maandag wordt gemeld, samen met ziekteperiodes die pas op maandag beginnen. Het volume ziektemeldingen neemt bovendien af naarmate de week verstrijkt. Vanaf 30 jaar tot en met 55 jaar wordt die tendens wel midden de week doorbroken doordat er op woensdag opmerkelijk minder afwezigheden worden gemeld. Figuur 5a: Aantal ziektemeldingen per weekdag volgens leeftijdscategorie in 2011. 10

Figuur 5b: Spreiding van de ziektemeldingen binnen de leeftijdscategorieën over de week in 2011. Wanneer men de spreiding van de ziektemelding over de week naar geslacht (figuur 6) gaat bekijken, merkt men dat vrouwelijke ambtenaren voor de daling op woensdag verantwoordelijk zijn. Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat een aantal vrouwen door deeltijdse prestaties op woensdag niet op het werk aanwezig is. Zij kunnen hun meerdaagse afwezigheden wegens ziekte dus pas op donderdag melden, ook al waren ze al sinds woensdag ziek. Figuur 6: Spreiding van de ziektemeldingen over de week volgens geslacht in 2011. 11

4.1.2. Verdeling van het ééndagsverzuim over de week Figuur 7 toont aan dat ook in 2011 de vaststelling uit onze vorige studies wordt bevestigd: ambtenaren van niveau A melden zich op vrijdag relatief meer ziek voor 1 dag dan hun collega s van andere niveaus. In 2011 is dat ook het geval op donderdag. Medewerkers van niveau D melden zich dan weer meer ziek op maandag en dinsdag. Figuur 7: Spreiding van de ziektemeldingen van 1 dag volgens niveau over de week in 2011. 12

4.2. Wie verzuimt? 4.2.1. Ziekteverzuim volgens geslacht en leeftijd In de figuren 8a en 8b valt op dat procentueel gezien de meeste vrouwen en mannen die zich nooit ziek melden te situeren zijn in de leeftijdscategorie boven 60 jaar. Figuur 8a: Frequentie volgens leeftijdscategorie in 2011 in % bij vrouwen. Figuur 8b: Frequentie volgens leeftijdscategorie in 2011 in % bij mannen. In 2011 is de gemiddelde duur van de afwezigheden ook bij de federale ambtenaren van 55 jaar en ouder gedaald ten opzichte van de voorafgaande jaren. Enkel bij vrouwen en mannen van 59 en 64 jaar is die op het peil van 2010 gebleven. 13

Figuur 9: Gemiddelde duur van de afwezigheden volgens geslacht en leeftijd (>55 jaar) in 2008, 2009, 2010 en 2011. 4.2.2. Ziekteverzuim volgens niveau In 2011 lieten alleen de ambtenaren van niveau A een klein beetje meer afwezigheidsmeldingen noteren dan in 2010. Figuur 10: Totaal aantal afwezigheidsmeldingen volgens niveau in 2008, 2009, 2010 en 2011. 14

4.2.3. Gestandaardiseerde vergelijking Bovenstaande analyse wordt beïnvloed door de verschillende populatie qua aantal, leeftijd, niveau, geslacht en statuut. Standaardisatie laat toe de impact van de specifieke samenstelling van de ambtenarenpopulatie te neutraliseren zodat de reële impact van de bestudeerde factor (geslacht, leeftijd, niveau of statuut) beter kan ingeschat worden. Toch komt men ook nu tot gelijkaardige vaststellingen, zij het iets genuanceerder. Het verzuim neemt toe met de leeftijd: het sterkst vanaf 55 jaar om na 60 jaar iets minder steil te stijgen. De oudste ambtenaren verzuimen gemiddeld meer dan twee keer zo veel dan hun jongste collega s. Vanaf de leeftijd van 30 jaar tot 50 jaar stagneert het verzuim om nadien weer te stijgen. De opvolging van deze indicator is interessant nu de pensioenleeftijd de komende jaren zal verhogen. van 20 tot 24 jaar = 1 van 25 tot 29 jaar = 1,28 van 30 tot 34 jaar = 1,49 van 35 tot 39 jaar = 1,52 van 40 tot 44 jaar = 1,48 van 45 tot 49 jaar = 1,50 van 50 tot 54 jaar = 1,66 van 55 tot 59 jaar = 2,04 van 60 tot 64 jaar = 2,14 Figuur 11: Gestandaardiseerde verzuimratio volgens leeftijdscategorie. 15

Het verzuim stijgt naarmate het niveau daalt. Het verzuim bij medewerkers van niveau C en D ligt tweemaal zo hoog dan bij ambtenaren van niveau A. niveau A = 1 niveau B = 1,41 niveau C = 2,01 niveau D = 2,08 Mannelijke ambtenaren (1) zijn minder afwezig in vergelijking met hun vrouwelijke collega s (1,16). Ook bij het kortdurende verzuim (minder dan 1 maand) is dit het geval: mannelijke medewerkers = 1 vrouwelijke medewerkers = 1,17 4.2.4. Ziekteverzuim volgens woonplaats van de werknemer Wanneer men het verzuim in 2011 per provincie bekijkt, dan is er bijna geen verschil in vergelijking met 2010. Ook hier werden de populaties van de provincies gestandaardiseerd waardoor de eventuele verschillen qua aantal ambtenaren, leeftijd, niveau of geslacht wegvielen om een meer correcte vergelijking mogelijk te maken. Brussel-Hoofdstad werd als een afzonderlijke entiteit beschouwd. Provincie 2011 Antwerpen 1,06 Brussel-Hoofdstad 1,14 Henegouwen 1,52 Limburg 1,16 Luik 1,34 Luxemburg 1,22 Namen 1,29 Oost-Vlaanderen 1,08 Vlaams-Brabant 1,18 Waals-Brabant 1,19 West-Vlaanderen 1,00 16

Ambtenaren die in West-Vlaanderen wonen laten nog steeds het kleinste ziekteverzuim optekenen, hun collega s uit Henegouwen het hoogste (nl. anderhalve keer zo hoog dan de West-Vlamingen). 1,0 1,0-1,1 1,1-1,2 1,2-1,3 1,3-1,4 1,4-1,5 1,5-1,6 Figuur 12: Verzuimratio volgens provincie (met gestandaardiseerde populaties) in 2011. 17

5. Medische oorzaken van het ziekteverzuim 5.1. Verzuimoorzaken volgens diagnosegroep Jaarlijks analyseren we de medische gronden van het ziekteverzuim bij de federale ambtenaren. Om te peilen naar de ernst van het ziekteverzuim qua frequentie en het aantal verzuimde werkdagen ten opzichte van het aantal te presteren dagen, weerhouden we alleen de gegevens van de ambtenaren die het hele jaar in dienst waren van de federale overheid. Sinds 2009 worden alle attesten die geen diagnose vermelden, ingevoerd als ongeldig en teruggestuurd naar de betrokkene met de vraag het attest door de behandelende arts te laten aanvullen. Sindsdien is het aantal ongeldige attesten omwille van het ontbreken van de diagnose aanzienlijk gedaald, maar desondanks blijven deze ongeldige attesten nog een belangrijk deel uitmaken van de attesten die in onze databank zitten: in 2011 waren er nog zo n 6 043 attesten die de vermelding ongeldig kregen. Deze attesten waren goed voor 34 145 dagen ziekteverzuim. Het spreekt voor zich dat de diagnosen die vermeld worden op de attesten een enorme verscheidenheid vertonen: van ziektebeelden die vaak voorkomen tot aandoeningen die zeer zelden voorkomen. Om een overzichtelijk verslag te kunnen uitbrengen over de medische gronden van het ziekteverzuim werden enkele diagnosegroepen van dichterbij bekeken. Het gaat om volgende groepen, die kwantitatief het sterkst vertegenwoordigd zijn in onze gegevensbank: - Cardiovasculaire aandoeningen - Gastro-intestinale aandoeningen - Griep - Locomotorische aandoeningen - Respiratoire aandoeningen - Stressgerelateerde aandoeningen Onder cardiovasculaire aandoeningen groeperen we hartproblemen, zoals kleplijden, acuut myocard infarct, angina pectoris, ritmestoornissen en aandoeningen van de bloedsomloop, zoals arteriële hypertensie, diep veneuze trombose en allerlei aandoeningen van de perifere bloedvaten. De gastro-intestinale aandoeningen omhelzen problemen van slokdarm, maag, darmstelsel, maar ook tandproblemen. De locomotorische aandoeningen groeperen alle problemen van het bewegingsapparaat. Dit gaat van traumatische letsels (sportongevallen, verkeersongevallen in de privésfeer, ) tot degeneratief lijden (slijtage door overbelasting, leeftijd, ). Naargelang de leeftijdsgroep zal een bepaald 18

type aandoeningen overheersen. Onder traumatische letsels vallen allerlei kneuzingen, verstuikingen, breuken, spierscheuren, peesletsels Onder degeneratieve klachten vallen artrose en artritis van de verschillende gewrichten. Ook het ruglijden met een bewezen anatomische afwijking op de beeldvorming zoals een discus hernia wordt in deze categorie van aandoeningen onderverdeeld. De respiratoire aandoeningen en aandoeningen van het NKO-gebied (neus, keel, oren) werden in één groep ondergebracht en omvatten alle longproblemen zoals pneumonie, bronchitis, COPD (chronisch, obstructief longlijden), TBC (tuberculose), alle infecties in de NKO-sfeer, vertigo, ziekte van Menière en alle kwaadaardige aandoeningen uit deze anatomische gebieden. De stressgerelateerde aandoeningen zijn in de eerste plaats depressie en burn out, maar ook lage rugklachten zonder bewezen anatomische afwijkingen, zoals lumbago, dit naar analogie met een studie over stressgebonden pathologieën 8. Psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie, psychose en dementie worden niet in deze groep ondergebracht en worden dus niet bestudeerd. 5.2. Verhouding verzuimoorzaken Wanneer we de groep griep buiten beschouwing laten omwille van de grote jaarlijkse schommelingen in voorkomen en omwille van de verschillen in pathogeniciteit van het circulerende virus die deze aandoening kenmerken, krijgen we onderstaande verdeling van het aantal ingediende attesten. Het aandeel attesten zonder diagnose blijft dus dalen (wat onze analyse nauwkeuriger maakt) en die met stressgerelateerde aandoeningen stijgen. 2008 2009 2010 2011 Geen diagnose 18% 9% 7% 5% Gastro-intestinale aandoeningen 14% 16% 18% 16% Respiratoire aandoeningen 21% 23% 23% 23% Cardiovasculaire aandoeningen 5% 5% 5% 6% Locomotorische aandoeningen 17% 20% 19% 20% Stressgerelateerde aandoeningen 25% 28% 28% 30% 8 Werk en Stress, Dr. Simon Moors in samenwerking met het Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden (NOVA), Brussel, februari 2000. 19

Figuur 13 toont de verhouding van de attesten waarbij we wel rekening houden met de diagnosegroep griep. Ook dan blijkt dat stressgerelateerde aandoeningen de grootste oorzaak zijn van de ziektemeldingen. Figuur 13: Verdeling van het aantal ziekteattesten volgens diagnosegroep voor 2008, 2009, 2010 en 2011. Als we kijken naar het aandeel van de verzuimdagen per diagnosegroep dan wordt het belang van de stressgerelateerde aandoeningen in het ziekteverzuim nog duidelijker: 41,72% van de verzuimdagen zijn verbonden met stressgerelateerde aandoeningen. 2011 Totaal trimester 1 2 3 4 2011 Geen diagnose 2,82% 2,33% 2,34% 2,25% 2,46% Gastro-intestinale aandoeningen 7,86% 7,17% 7,48% 8,81% 7,84% Respiratoire aandoeningen 11,62% 8,16% 7,43% 11,04% 9,72% Cardiovasculaire aandoeningen 5,66% 6,05% 6,31% 5,66% 5,90% Influenza 9,72% 3,14% 3,25% 6,39% 5,89% Locomotorische aandoeningen 23,88% 28,43% 28,20% 26,11% 26,48% Stressgerelateerde aandoeningen 38,43% 44,71% 44,98% 39,75% 41,72% 20

5.3. Verzuimoorzaken in detail bekeken De onderstaande vaststellingen zijn gebaseerd op tabel 1 en 2 op pagina 25 tot en met 27. Gastro-intestinale aandoeningen De werknemers 9 die in 2011 een medisch attest omwille van een gastrointestinale aandoening indienden, zijn vooral werknemers tot 34 jaar (20%) om dan geleidelijk met de leeftijd te dalen tot 11%. De gemiddelde duur per attest daarentegen loopt met de leeftijd op van 2,77 dagen tot 6,70 dagen. Voor de personen die een medisch attest omwille van een maag-darmkwaal indienden, zien we dat het gemiddelde aantal verzuimde werkdagen toeneemt met de leeftijd en evolueert van 4,5 tot 9,5 dagen. Dit alles zorgt in de leeftijdscategorie van 20-25 jaar voor een afwezigheid van 0,80 dagen per werknemer en dit loopt op in de groep van 55-59 jarigen tot 1,12 dagen. We merken niet alleen een verschil volgens leeftijd van de werknemer, maar ook volgens het geslacht. De gemiddelde ziekteduur voor een attest bij de vrouwelijke werknemers ligt lager en bedraagt gemiddeld 4 dagen voor de dames tegenover 4,8 dagen voor de heren. Vrouwen tellen minder verzuimdagen per verzuimer, uitgezonderd de leeftijdsgroep van 35-39 jaar waar het verschil verwaarloosbaar is. Bij 62% van de personen die zich ziek melden met een gastro-intestinale aandoening ging het om gastro-enteritis, wat in de volksmond buikgriep wordt genoemd. 34% van de personen met een medisch attest uit deze diagnosegroep in 2010 was ook in 2011 afwezig met een gelijkaardige aandoening. Respiratoire aandoeningen Dit is de diagnosegroep die verhoudingsgewijs het meeste werknemers treft: bijna 1 werknemer op 5 heeft zich in 2011 afwezig gemeld wegens respiratoire problemen. In de leeftijdsgroep van 30 tot 34 jaar is die fractie het hoogst met bijna 1 op 4 van de werknemers. Ook hier zien we dat de gemiddelde duur van een afwezigheid toeneemt met de leeftijd, namelijk van 3 tot 5 dagen. De gemiddelde verzuimduur per verzuimer schommelt rond de 5 dagen tot 45 jaar om dan geleidelijk te stijgen tot meer dan 8 dagen. Globaal bekeken zien we dat het verzuim per werknemer tot 55 jaar 9 Het betreft hier een fractie: dit betekent het aantal werknemers in een bestudeerde categorie die door een bepaalde diagnosegroep werkonbekwaam was, gedeeld door het totale aantal werknemers in deze categorie. 21

schommelt rond 1 dag met een kleine piek in de groep van 25 tot 39 jarigen (1,33 dagen) om vanaf 55 jaar te stijgen naar 1,5 dagen. Vrouwen zijn vatbaarder voor respiratoire aandoeningen dan mannen: 22% van de vrouwen meldt zich hiervoor afwezig ten opzichte van 16% van de mannen. De gemiddelde duur van de attesten van vrouwelijke ambtenaren is echter korter dan die van hun mannelijke collega s. De diagnosen die het vaakst voorkomen bij verzuimers omwille van een respiratoire aandoening zijn bronchitis (24,66%), sinusitis (21,52%), laryngitis (19,95%) en verkoudheid (13,84%). Bij een kleine minderheid werd een chronische aandoening gediagnosticeerd, zoals astma (1,16%) en COPD (chronisch, obstructief longlijden) (1,15%). Ook bemerken we dat 40% van de mensen die in 2010 afwezig waren ten gevolge van een luchtwegenprobleem ook in 2011 opnieuw afwezig waren voor een aandoening uit dezelfde diagnosegroep. Cardiovasculaire aandoeningen. Het percentage van werknemers per leeftijdsgroep dat zich ziek meldt ten gevolge van een hart- en/of vaataandoening varieert sterk met de leeftijd: van 2% in de jongste leeftijdsgroep stijgt dit gestaag naar 7% in de hoogste leeftijdscategorie. In de jongste leeftijdscategorieën is het verzuim omwille van hart- en vaatziekten bijna verwaarloosbaar met 0,1 tot 0,5 dagen per werknemer om vanaf 50 jaar op te lopen naar 1,4 dagen per jaar per werknemer van 60 tot 65 jaar. Per verzuimer komt dit overeen met 6,6 en 5,3 dagen in de jongste categorieën tot 20 dagen verzuim bij de oudste ambtenaren. De gemiddelde duur van een medisch attest in deze diagnosegroep ligt beduidend hoger voor mannen, met 10 dagen ten opzichte van 7 dagen voor vrouwen. Tot 50 jaar tekenen we in deze diagnosegroep meer ziektedagen op per vrouwelijke werknemer, maar na die leeftijd laten de mannelijke werknemers per hoofd gemiddeld meer ziektedagen optekenen. Globaal zijn de mannelijke verzuimers bijna 18 dagen afwezig wegens cardiovasculaire aandoeningen en hun vrouwelijke collega s slechts 11 dagen. 41% van de werknemers in deze diagnosegroep meldde zich ziek omwille van hypertensie. Alhoewel het hier toch meestal een chronisch probleem betreft, noteren we dat slechts 22% van deze werknemers met cardiovasculaire problemen in 2010 zich ook in 2011 ziek heeft gemeld voor een gelijkaardig probleem. 22

Griep Dit is de aandoening met de grootste schommelingen wat betreft ziekteverzuim over de jaren heen. Het griepseizoen varieert elk jaar, maar situeert zich meestal in het 4 de trimester en het 1 ste trimester van het daarop volgende jaar. Het griepseizoen 2010-2011 gaf aanleiding tot 62 392 dagen verzuim. Dit is meer dan het griepseizoen 2009-2010, het seizoen dat in ons geheugen opgeslagen is als het seizoen waarin de Mexicaanse griep uitbrak, maar nog steeds minder dan het griepseizoen 2008-2009. Het ziekteverzuim door griep in 2011 volgt niet de stijgende tendens naargelang de leeftijd zoals bij de andere diagnosegroepen. Van 1 dag verzuim per werknemer in de jongste categorieën daalt het naar 0,7 dagen vanaf 40 jaar. Dit is te verklaren doordat, ondanks het feit dat de gemiddelde duur van een attest met de leeftijd lichtjes stijgt van 3,2 naar 3,8 dagen, het percentage aan verzuimers per leeftijdsgroep gestaag daalt van 22% naar 14%. Het ontbreekt ons aan voldoende bijkomende informatie om hieruit te mogen besluiten dat dit uitsluitend het resultaat zou zijn van gevoerde vaccinatiecampagnes 10. De tijd die iemand jaarlijks nodig heeft om van een ongecompliceerde griepinfectie te herstellen blijft vrij gelijklopend voor alle leeftijdscategorieën en schommelt tussen de 4 en 5 dagen. De jongste leeftijdscategorie uitgezonderd, merken we dat er steeds meer vrouwen dan mannen ontvankelijk zijn voor het griepvirus. 27% van de werknemers die zich in 2010 ziek meldden met die diagnose griep, deed dit ook in 2011. Locomotorische aandoeningen Het percentage van werknemers per leeftijdsgroep dat zich ziek meldde omwille van een locomotorisch probleem is sterk leeftijdsafhankelijk en stijgt van 8% tot 18% naarmate de leeftijd stijgt. Ook de gemiddelde afwezigheidsduur per attest en per verzuimer nemen gestaag toe met de leeftijd. Per attest komt dit overeen met bijna 6 dagen in de jongste leeftijdscategorie en bijna 13 dagen in de hoogste en per verzuimer respectievelijk 8,5 dagen en 25 dagen. Dit geeft als globaal resultaat een verzuim van 2,8 dagen per werknemer, waar dit voor de laagst leeftijdscategorie zorgt voor 0,7 dagen en 4,3 voor de oudste werknemers. Enkel in deze diagnosegroep is de gemiddelde duur per ziekteattest van vrouwen langer dan voor hun medewerkers van het andere geslacht, respectievelijk 11 dagen en 10 dagen. Tot 45 jaar zijn de vrouwen gemiddeld per werknemer minder afwezig door 10 De Hoge Gezondheidsraad adviseert in de algemene bevolking dat oudere en personen verzwakt door een chronische aandoening zich laten vaccineren tegen seizoensgriep. 23

locomotorische problemen dan hun mannelijke medewerkers. 33% van de personen die afwezig waren op het werk omwille van een locomotorische aandoening in 2010, liet ook een gelijkaardige afwezigheid optekenen in 2011. Stressgerelateerde aandoeningen Stressgerelateerde aandoeningen scoren ook in 2011 op verschillende punten het hoogst: het meest ingestuurde attesten, de langste gemiddelde duur per attest en de meeste verzuimdagen per werknemer. We zien 1,5 dagen verzuim per persoon in de jongste leeftijdscategorie van 20 tot 25 jaar. Dit loopt op tot meer dan 7 dagen per werknemer in de oudste leeftijdscategorie van 60 tot 65 jaar. Wanneer we kijken naar de gemiddelde afwezigheidsduur dan zien we dat deze toeneemt van 15 dagen per verzuimer in de jongste leeftijdsgroep tot bijna 35 dagen in de oudste leeftijdsgroep. Het aantal stressmelders loopt op van 10% in de jongste leeftijdscategorie tot meer dan 21% bij de 60-plussers. Stress infecteert, samen met griep, na de respiratoire aandoeningen, het grootste aandeel werknemers, nl. 17 %. Als we gaan kijken naar het onderscheid volgens geslacht merken we dat in bijna elke leeftijdsgroep vrouwen meer dagen verlet nemen voor stressgerelateerde aandoeningen, uitgezonderd in de leeftijdsgroep tussen 50 en 55 jaar. Wanneer we een vergelijking maken van de gemiddelde verzuimduur voor alle leeftijdsgroepen samen, dan scoren de dames een kortere afwezigheidsduur, respectievelijk 24 dagen tegenover 27 dagen. De gemiddelde duur van een ziekteattest ligt lager bij de vrouwen dan bij de mannen tussen 50 en 60 jaar. Tenslotte stellen we vast dat 42% van de mensen die in 2010 een stressprobleem hadden, zich ook in 2011 opnieuw afwezig melden met een gelijkaardig probleem. 24

Stress Locomotorisch Griep Cardiovasculair Respiratoir Gastro-intestinaal 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65 Totaal Aantal attesten 472 1769 2452 2278 2403 2388 2908 2625 699 17994 Totale duur 1306 5138 7325 7852 8722 10944 15286 16750 4685 78008 Gem.duur/attest 2,77 2,90 2,99 3,45 3,63 4,58 5,26 6,38 6,70 4,34 % verzuimers 18% 20% 20% 16% 13% 13% 12% 12% 11% 14% Gem.duur/verzuimer 4,55 4,39 4,39 5,12 5,30 6,62 7,91 9,42 9,54 6,41 Gem.duur/werknemer 0,80 0,88 0,89 0,81 0,71 0,83 0,95 1,12 1,08 0,91 Aantal attesten 479 1988 3018 3173 3434 3339 4090 4142 1212 24875 Totale duur 1516 7057 10978 10898 12445 12753 18035 21197 6463 101342 Gem.duur/attest 3,16 3,55 3,64 3,43 3,62 3,82 4,41 5,12 5,33 4,07 % verzuimers 19% 22% 24% 21% 19% 17% 17% 18% 18% 19% Gem.duur/verzuimer 5,00 5,42 5,51 5,26 5,27 5,58 6,55 7,86 8,23 6,12 Gem.duur/werknemer 0,93 1,21 1,33 1,12 1,02 0,97 1,12 1,42 1,50 1,18 Aantal attesten 44 209 389 463 676 895 1367 1675 560 6278 Totale duur 231 922 2331 2580 4936 6240 12132 19077 6220 54669 Gem.duur/attest 5,25 4,41 5,99 5,57 7,30 6,97 8,87 11,39 11,11 8,71 % verzuimers 2% 3% 4% 4% 4% 4% 5% 6% 7% 5% Gem.duur/verzuimer 6,60 5,33 8,04 7,57 9,85 10,67 14,53 20,43 20,06 13,65 Gem.duur/werknemer 0,14 0,16 0,28 0,27 0,40 0,47 0,76 1,28 1,44 0,64 Aantal attesten 467 1799 2490 2543 2832 2690 3140 2781 815 19557 Totale duur 1494 5936 8029 8453 9156 9440 10930 10261 3149 66848 Gem.duur/attest 3,20 3,30 3,22 3,32 3,23 3,51 3,48 3,69 3,86 3,42 % verzuimers 20% 22% 22% 20% 18% 16% 15% 15% 14% 17% Gem.duur/verzuimer 4,67 4,55 4,44 4,42 4,23 4,49 4,44 4,64 5,15 4,49 Gem.duur/werknemer 0,92 1,02 0,97 0,87 0,75 0,72 0,68 0,69 0,73 0,78 Aantal attesten 188 930 1594 2031 3138 3493 4745 4991 1491 22601 Totale duur 1090 7296 13676 18498 30925 37205 51352 64427 18704 243173 Gem.duur/attest 5,80 7,85 8,58 9,11 9,86 10,65 10,82 12,91 12,54 10,76 % verzuimers 8% 10% 11% 12% 14% 14% 16% 17% 18% 14% Gem.duur/verzuimer 8,52 12,73 14,71 16,37 17,83 19,70 20,33 24,98 24,71 19,86 Gem.duur/werknemer 0,67 1,26 1,66 1,91 2,53 2,82 3,20 4,32 4,33 2,83 Aantal attesten 301 1386 2709 3729 4680 5169 6161 6305 2113 32553 Totale duur 2525 10623 24716 40191 47586 54768 71588 87573 31742 371312 Gem.duur/attest 8,39 7,66 9,12 10,78 10,17 10,60 11,62 13,89 15,02 11,41 % verzuimers 10% 12% 16% 18% 18% 18% 17% 19% 21% 17% Gem.duur/verzuimer 15,59 14,69 19,16 23,63 22,17 23,11 25,77 31,10 34,80 24,92 Gem.duur/werknemer 1,55 1,83 2,99 4,14 3,90 4,15 4,46 5,87 7,35 4,31 Tabel 1: Verzuimoorzaken volgens leeftijdscategorie. 25

20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65 Totaal V M V M V M V M V M V M V M V M V M V M Aantal attesten 279 193 1170 599 1488 964 1208 1070 1362 1041 1390 998 1642 1266 1324 1301 308 391 10171 7823 Totale duur 828 478 3360 1778 4566 2759 4395 3457 4698 4024 6028 4916 8336 6950 6997 9753 1480 3205 40688 37320 Gem.duur/ attest 2,97 2,48 2,87 2,97 3,07 2,86 3,64 3,23 3,45 3,87 4,34 4,93 5,08 5,49 5,28 7,5 4,81 8,2 4,00 4,77 % verzuimers 18% 16% 22% 17% 22% 18% 16% 16% 14% 13% 13% 11% 13% 11% 13% 11% 14% 10% 15% 13% Gem.duur/ verzuimer 4,52 4,60 4,23 4,73 4,38 4,40 5,13 5,10 4,86 5,92 6,07 7,44 7,41 8,60 7,34 11,81 6,43 12,28 5,69 7,43 Gem.duur/ werknemer 0,83 0,75 0,94 0,8 0,96 0,79 0,81 0,81 0,68 0,76 0,82 0,84 0,98 0,93 0,95 1,29 0,87 1,22 0,87 0,95 Aantal attesten 316 163 1380 608 2008 1010 1910 1263 2124 1310 2097 1242 2448 1642 2390 1752 590 622 15263 9612 Totale duur 1031 485 4497 2560 7405 3573 6684 4214 7471 4974 8145 4608 10183 7852 11097 10100 2869 3594 59382 41960 Gem.duur/ attest 3,26 2,98 3,26 4,21 3,69 3,54 3,5 3,34 3,52 3,8 3,88 3,71 4,16 4,78 4,64 5,76 4,86 5,78 3,89 4,37 % verzuimers 20% 17% 25% 18% 28% 19% 23% 20% 21% 17% 19% 15% 19% 15% 21% 15% 22% 15% 22% 16% Gem.duur/ verzuimer 5,21 4,62 5,04 6,27 5,64 5,27 5,43 5,02 5,10 5,55 5,70 5,38 6,16 7,13 7,11 8,90 7,55 8,87 5,86 6,53 Gem.duur/ werknemer 1,04 0,76 1,26 1,15 1,55 1,02 1,24 0,98 1,08 0,94 1,11 0,79 1,19 1,05 1,5 1,34 1,69 1,37 1,27 1,06 Aantal attesten 32 12 168 41 254 135 288 175 413 263 528 367 679 688 675 1000 221 339 3258 3020 Totale duur 181 50 753 169 1377 954 1574 1006 3074 1862 3868 2372 4936 7196 6619 12458 2016 4204 24398 30271 Gem.duur/ attest 5,66 4,17 4,48 4,12 5,42 7,07 5,47 5,75 7,44 7,08 7,33 6,46 7,27 10,46 9,81 12,46 9,12 12,4 7,49 10,02 % verzuimers 3% 1% 4% 1% 4% 3% 4% 3% 5% 4% 5% 4% 5% 5% 6% 6% 8% 7% 5% 4% Gem.duur/ verzuimer 6,70 6,25 5,34 5,28 7,13 9,84 7,06 8,53 9,76 10,01 10,93 10,27 11,04 18,55 14,81 25,58 15,27 23,62 10,71 17,55 Gem.duur/ werknemer 0,18 0,08 0,21 0,08 0,29 0,27 0,29 0,23 0,45 0,35 0,52 0,41 0,58 0,96 0,9 1,65 1,19 1,6 0,52 0,77 26 Gastro-intestinaal Respiratoir Cardiovasculair

20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65 Totaal V M V M V M V M V M V M V M V M V M V M Aantal attesten 284 183 1204 595 1558 932 1444 1099 1673 1159 1612 1078 1842 1298 1582 1199 387 428 11586 7971 Totale duur 860 634 4083 1853 4895 3134 4923 3530 5335 3821 5908 3532 6397 4533 5583 4678 1409 1740 39393 27455 Gem.duur/ attest 3,03 3,46 3,39 3,11 3,14 3,36 3,41 3,21 3,19 3,3 3,67 3,28 3,47 3,49 3,53 3,9 3,64 4,07 3,40 3,44 % verzuimers 20% 20% 24% 20% 23% 20% 20% 19% 19% 16% 17% 14% 17% 14% 17% 13% 17% 12% 19% 15% Gem.duur/ verzuimer 4,41 5,07 4,72 4,21 4,38 4,52 4,46 4,38 4,13 4,37 4,69 4,20 4,49 4,37 4,41 4,95 4,88 5,40 4,47 4,51 Gem.duur/ werknemer 0,86 1 1,14 0,83 1,03 0,9 0,91 0,82 0,77 0,72 0,8 0,61 0,75 0,6 0,76 0,62 0,83 0,66 0,84 0,70 Aantal attesten 99 89 521 409 916 678 1040 991 1791 1347 2035 1458 2753 1992 2801 2190 713 778 12669 9932 Totale duur 485 605 4097 3199 7833 5843 9476 9022 17413 13512 21871 15334 31696 19656 39036 25391 10386 8318 142293 100880 Gem.duur/ attest 4,9 6,8 7,86 7,82 8,55 8,62 9,11 9,1 9,72 10,03 10,75 10,52 11,51 9,87 13,94 11,59 14,57 10,69 11,23 10,16 % verzuimers 8% 8% 9% 11% 11% 12% 11% 12% 15% 14% 15% 14% 17% 14% 20% 15% 21% 15% 15% 14% Gem.duur/ verzuimer 6,47 11,42 12,61 12,90 15,09 14,22 15,69 17,15 17,14 18,82 19,85 19,48 21,74 18,40 26,70 22,73 28,85 20,95 20,56 18,94 Gem.duur/ werknemer 0,49 0,95 1,15 1,43 1,64 1,67 1,75 2,1 2,52 2,55 2,97 2,63 3,71 2,62 5,29 3,37 6,12 3,17 3,05 2,56 Aantal attesten 211 90 965 421 1745 964 2074 1655 2713 1967 3129 2040 3307 2854 3344 2961 914 1199 18402 14151 Totale duur 1933 592 7196 3427 16669 8047 23735 16456 28518 19068 34321 20447 36889 34699 45015 42558 14200 17542 208476 162836 Gem.duur/ attest 9,16 6,58 7,46 8,14 9,55 8,35 11,44 9,94 10,51 9,69 10,97 10,02 11,15 12,16 13,46 14,37 15,54 14,63 11,33 11,51 % verzuimers 11% 9% 14% 9% 18% 12% 18% 17% 19% 16% 20% 16% 19% 16% 21% 17% 25% 18% 19% 15% Gem.duur/ verzuimer 18,24 10,57 14,03 16,32 19,45 18,58 24,22 22,82 22,06 22,35 23,78 22,06 22,97 29,61 28,73 34,07 33,26 36,17 23,71 26,67 Gem.duur/ werknemer 1,94 0,93 2,01 1,54 3,5 2,3 4,39 3,84 4,13 3,6 4,66 3,51 4,32 4,63 6,1 5,65 8,37 6,69 4,47 4,13 Tabel 2: Verzuimoorzaken volgens leeftijdscategorie onderverdeeld per geslacht Griep Locomotorisch Stress 27

Onderstaande tabel geeft het risico op hervallen in het volgende kalenderjaar weer. Voor alle werknemers die zich in 2010 ziek hadden gemeld voor een bepaalde diagnosegroep werd nagegaan hoeveel van hen zich tijdens het daaropvolgende jaar opnieuw ziek melden voor dezelfde diagnosegroep. Ook hier nemen de stressgerelateerde aandoeningen de leiding van het peloton. 2010 2011 Gastro-intestinale aandoeningen 100% 34% Respiratoire aandoeningen 100% 40% Cardiovasculaire aandoeningen 100% 22% Griep 100% 27% Locomotorische aandoeningen 100% 33% Stressgerelateerde aandoeningen 100% 42% 6. Controleresultaten 6.1. Controleopdrachten Aangezien de controleopdrachten gebaseerd zijn op de afwezigheidsmeldingen, is het belangrijk dat werkgevers de afwezigheden tijdig registreren. Anders worden afwezigheden van één dag oncontroleerbaar en komen meerdaagse afwezigheden slechts gedurende een beperkte periode in aanmerking voor een controle. Terwijl er 5 330 afwezigheden wegens ziekte minder werden gemeld dan in 2010 (zie 3.2.), zijn er in 2011 toch 6% meer controleopdrachten uitgevoerd (59 675) dan in 2010 (56 284) en dit enkel omdat werkgevers er steeds beter in slagen de afwezigheden van hun medewerkers tijdig te melden. Gemiste afwezigheid 1 dag Gemiste dagen bij meerdaagse afwezigheden 2008 13% 43% 2009 16% 44% 2010 12% 52% 2011 10% 32% Het verheugt ons dat werkgevers zijn ingegaan op onze vraag om afwezigheden sneller te melden. Dankzij deze inspanningen werd dus vooruitgang geboekt bij de registratie van de eendaagse en vooral de meerdaagse afwezigheden. We hopen dat deze positieve tendens zich in de toekomst verderzet. 28

6.1.1. Tijdstip van uitvoeren van een controleopdracht De cijfers van 2011 betreffende de weekdagen waarop een controle wordt uitgevoerd bevestigen op een nog meer uitgesproken manier wat in onze vorige studie werd vastgesteld: sinds 2010 worden de meeste controles op een maandag uitgevoerd omdat ook op die dag de meeste afwezigheden genoteerd worden. Figuur 14: Aantal uitgevoerde controles per weekdag in 2008, 2009, 2010 en 2011. 6.1.2. Plaats waar de controle uitgevoerd werd Bij ruim 3 controles op 4 kan de controlearts zijn opdracht uitvoeren in de woning van de ambtenaar. Dit blijft nagenoeg onveranderd van 2008 tot en met 2011. 2008 2009 2010 2011 Thuis 48403 51139 42981 45719 Kabinet 15250 15447 13303 13956 2008 2009 2010 2011 Thuis 76,0% 76,8% 76,4% 76,6% Kabinet 24,0% 23,2% 23,6% 23,4% 6.1.3. Geen gevolg aan oproeping voor controle op het kabinet van de controlearts Ook hier bevestigen de statistieken van 2011 de vaststellingen uit onze vorige studies. In 2009 was het aandeel van diegenen die geen gevolg hadden gegeven aan de oproeping om op het kabinet van de controlearts gecontroleerd te worden gestegen ten opzichte van 2008. Sindsdien is die groep relatief quasi constant gebleven. 29

Kabinet 2008 2009 2010 2011 Opgedaagd 10350 9955 8743 9009 Niet opgedaagd 4900 5492 4560 4947 15250 15447 13303 13956 Kabinet 2008 2009 2010 2011 Opgedaagd 68% 64% 66% 65% Niet opgedaagd 32% 36% 34% 35% Bij bijna 5 000 ambtenaren of ruim een derde van diegenen die door de controlearts niet thuis worden aangetroffen, kon niet geoordeeld worden of hun afwezigheid al dan niet gerechtvaardigd was omdat ze geen gevolg gaven aan de oproeping voor een controle op het kabinet. Van hen die geen gevolg hebben gegeven aan de oproeping heeft bovendien meer dan de helft niet de moeite genomen om de controlearts te contacteren en de reden mee te delen waarom ze niet naar het kabinet konden komen. In 2011 is dat aandeel, vergeleken met 2010, status quo gebleven. Niet opgedaagd 2008 2009 2010 2011 Contact opgenomen 2 314 2 761 2 085 2 269 Geen contact opgenomen 2 586 2 731 2 475 2 678 4 900 5 492 4 560 4 947 Niet opgedaagd 2008 2009 2010 2011 Contact opgenomen 47% 50% 46% 46% Geen contact opgenomen 53% 50% 54% 54% Figuur 15: Verdeling volgens plaats van controle en al dan niet contact met controlearts bij niet opdagen op het kabinet. 30

Figuur 16 geeft de redenen weer die men inroept om zich niet te moeten aanbieden voor een controle op het kabinet van de controlearts. Figuur 16: Verdeling van de ingeroepen reden om zich niet aan te bieden op het kabinet. Een derde van de ambtenaren die zich niet aanbiedt op het kabinet geeft daarvoor zelf een medische reden op. Nog geen 2% meldt dat hij de woonst niet kan verlaten volgens zijn behandelend arts (de behandelend arts kan dit zo vermelden op het medisch attest). Het is aan de werkgever om een werknemer te confronteren met het feit dat hij zich niet heeft aangeboden op het kabinet van de controlearts. Het is ook aan de werkgever om te oordelen of een ingeroepen reden al dan niet wordt aanvaard. Medex roept werkgevers op om met bovenstaande vaststellingen aan de slag te gaan in hun verzuimbeleid. Als een ambtenaar bijvoorbeeld meerdere keren aan de controlearts laat weten dat hij het oproepingskaartje niet tijdig vond, is er daar een taak weggelegd voor de werkgever. Als een werknemer meedeelt dat de behandelend arts stelt dat hij de woning niet kan verlaten, kan de werkgever Medex vragen dit te checken op het medisch attest. Werkgevers moeten optreden tegenover werknemers die controles proberen te ontlopen om zo de geloofwaardigheid van het controlesysteem niet te ondermijnen. 31

6.2. Gerechtvaardigde afwezigheden? Voor 8,29% van de controleopdrachten kon geen resultaat bekomen worden omdat de gecontroleerde niet kwam opdagen op het kabinet van de controlearts (zie 6.1.3.). Het aantal ambtenaren dat het werk moest hervatten is in de vier bestudeerde jaren met 0,5% gedaald. 2008 2009 2010 2011 Ok 57 163 59 567 50 470 53 519 Ok maar ingekort 1 373 1 296 1 041 1 019 Niet gerechtvaardigd 220 226 203 180 58 756 61 089 51 714 54 718 2008 2009 2010 2011 Ok 97,3% 97,5% 97,6% 97,8% Ok maar ingekort 2,3% 2,1% 2,0% 1,9% Niet gerechtvaardigd 0,4% 0,4% 0,4% 0,3% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% In 2011 merken we dat controleartsen, net als de vorige jaren, de afwezigheidsperiode vaker inkortte bij controles die door de werkgever werden aangevraagd (ad hoc). Bij opdrachten die gebaseerd waren op de afwezigheidshistoriek (Bradfordfactor) en die willekeurig door het informaticasysteem werden gegenereerd (at random) was dit minder het geval: 3,3% ten opzichte van respectievelijk 1,7% en 1,8%. Bij afwezigheden die de controlearts medisch niet rechtvaardigde, stellen we hetzelfde vast, zij het veel minder uitgesproken (0,4% ten opzichte van 0,3% en 0.3%). Type Resultaat 2008 2009 2010 2011 Adhoc Ok 96,2% 96,8% 96,4% 96,3% Ok maar ingekort 3,1% 2,5% 3,1% 3,3% Niet gerechtvaardigd 0,8% 0,7% 0,5% 0,4% Random Ok 97,4% 97,3% 97,5% 97,9% Ok maar ingekort 2,3% 2,4% 2,1% 1,8% Niet gerechtvaardigd 0,4% 0,3% 0,4% 0,3% Bradford Ok 97,3% 97,6% 97,8% 98,0% Ok maar ingekort 2,4% 2,0% 1,8% 1,7% Niet gerechtvaardigd 0,3% 0,4% 0,4% 0,3% 32

6.3. Return on investment 6.3.1. Teruggewonnen werkdagen Ook al is in 2011 het aantal gevallen verminderd waarbij de controlearts besliste dat de afwezigheid niet gerechtvaardigd was of dat de voorgeschreven afwezigheidsduur overdreven was, toch is het aantal werkdagen dat door de controles kon gerecupereerd worden met bijna een derde toegenomen in vergelijking met 2010. Per controle werden in 2011 gemiddeld 5,7 dagen gerecupereerd terwijl dit in 2011 maar 4,2 dagen waren. Een verklaring hiervoor is tweeledig: enerzijds duurden de afwezigheden gemiddeld iets langer en anderzijds werden de meerdaagse afwezigheden stipter geregistreerd (zie 6.1.) zodat de controles ook vroeger tijdens de afwezigheid konden uitgevoerd worden zodat er meer te recupereren dagen overbleven. Controles met teruggewonnen werkdagen Teruggewonnen werkdagen Teruggewonnen werkdagen per controle 2008 1 593 11 229 7,0 2009 1 522 9 127-19% 6,0 2010 1 244 5 219-43% 4,2 2011 1 199 6 872 +32% 5,7 Figuur 17: Aantal controles die hebben geleid tot gerecupereerde dagen en aantal gerecupereerde dagen in 2008, 2009, 2010 en 2011. 33

6.3.2. Financiële impact Om de financiële weerslag van de door de controles gerecupereerde werkdagen te berekenen baseren we ons op de geïndexeerde 11 gemiddelde dagloonkost van een federale ambtenaar zoals door de FOD P&O en het Rekenhof 12 berekend, hetzij respectievelijk 183 of 283. Dit alles betekent dat er volgens de verschillende bronnen qua directe kosten respectievelijk 1 257 576 of 1 635 536 teruggewonnen werd. Wanneer medewerkers zich aan controles onttrekken of die onmogelijk maken, kunnen zij door hun werkgever gesanctioneerd worden 13. Helaas ontbreken ons terzake de nodige gegevens om deze bijkomende financiële impact op een betrouwbare manier te berekenen. 6.3.3. Ontradend effect van controles Bij bovenstaande teruggewonnen werkdagen werd weliswaar het ontradend effect van controles niet in rekening gebracht. Omdat er geen echte nulmeting beschikbaar is van het ziekteverzuim vóór de invoering van het ziekteverzuimsysteem in 2006-2007 is het interessant het aantal attesten te vergelijken die jaarlijks werden ingediend. Aangezien de reglementering voor het indienen van attesten bij een afwezigheid van 1 dag pas geüniformiseerd werd door het koninklijk besluit van 17 januari 2007, moet de vergelijking beperkt worden tot de attesten van afwezigheden voor meerdere dagen. Uit figuur 18 blijkt dat men bij de invoering van het nieuwe controlesysteem wel kan spreken van een voortdurend ontradend effect doordat er een duidelijke terugval (- 5%) waarneembaar is van het aantal attesten dat geregistreerd werd voor afwezigheden van meerdere dagen. 34 11 http://www.wedden.fgov.be/indexation/default.htm 12 Verslag A4-3.652.678 B1 betreffende het onderzoek inzake arbeidsongevallen bij de federale overheid (2011). 13 De ambtenaar die het medisch onderzoek weigert of die het de controlearts onmogelijk maakt om het medisch onderzoek uit te voeren wordt van rechtswege in non-activiteit geplaatst (artikel 62, 1 in fine van het K.B. van 17 januari 2007, B.S. 19 februari 2007). Het feit dat een statutair personeelslid in non-activiteit geplaatst wordt, betekent dat dit statutair personeelslid geen recht op wedde heeft en dat hij geen aanspraak kan maken op bevordering en op bevordering in zijn weddenschaal (koninklijk besluit van 2 oktober 1937, art. 104). Bovendien stellen artikelen 15 en 17 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten dat voor het vaststellen van de geldelijke anciënniteit enkel volle kalendermaanden in aanmerking komen. Een contractueel medewerker wordt niet in non-activiteit geplaatst maar hem wordt wel het gewaarborgd loon ontzegd (Omzendbrief 568 dd. 13 februari 2007, B.S. 19 februari 2007).