Aanpak Beukentopgalmug - Consultancy

Vergelijkbare documenten
Geïntegreerde bestrijding in de teelt van beuk

Consultancy: inventarisatie Diaphania perspectalis

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw

Biologie en bestrijding van de frambozenschorsgalmug

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen

Bladval in Prunus - Consultancy

Aanpak Berkenmineermot - Consultancy

5.2 Waarnemingen. Figuur 9. Uitzetten van lieveheersbeestjes

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Plagen in prei Preihappening 15/02/2019

De buxusmot: Glyphodes perspectalis (syn. Diaphania perspectalis)

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Burkholderia in gladiolen

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Californische trips in lelie

Biologie, Schade en Bestrijding van Weekhuidmijten in de teelt van trekheesters

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

Vaste planten waardplant voor PlAMV?

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Bossigheid in Zantedeschia

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels.

Inventarisatie van slakken in Alstroemeria. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw A. Ester PPO AGV

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Kopstekers in de opkweek van linde

Bestrijding van koolvlieg in radijs

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Gebruik van natuurlijke vijanden bij aanplanting in openbaar groen. Lode Van Schaeren Crop protection specialist

PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Kan het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans wortels van Zantedeschia aantasten?

Duurzame energietechniek

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 oktober Beste natuurliefhebber/-ster

Houdbaarheid Hydrangea

Herkennen van plagen in potchrysant

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Biologische bestrijding in bloembolgewassen

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

Aanvullende bestrijding van stengelaaltjes door toevoeging van formaline aan het voorweekwater en kookbad

Primair diagnostisch onderzoek aan een onbekende wortelrot bij de bollenteelt van lelies op dekzandgronden

Biologische bestrijding spintmijten in framboos

Samenvatting 3. 1 Omschrijving Consultancy opdracht Probleemstelling Doel van de opdracht Aanpak 4. 2 Literatuuronderzoek 5

Bestrijding aspergevlieg en aspergekever (eindrapport)

Buxusmot Herkennen en bestrijden

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Warmwaterbehandeling lelie

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

Slakken in Anthurium. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold

Virusbeelden Vaste planten

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij

KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 ZIEKTEN EN PLAGEN / INSECTEN. TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN

Neveneffecten van chemische middelen op roofmijten in komkommer. Gerben Messelink, Sebastiaan van Steenpaal en Marc van Slooten

Optreden van suzuki-fruitvlieg in zachtfruit in 2014

Het effect van inundatie op sclerotiën van de schimmel Sclerotium rolfsii

Geïntegreerde mijtenbestrijding. Kenmerken van mijten. Diverse mijten. Bonenspintmijt (Tetranychus urticae) Bonenspintmijt (Tetranychus urticae)

Smaakonderzoek komkommer aan Nederlands en Spaans product

Bestrijding van potworm, Lyprauta met aaltjes

Biologische bestrijding van echte meeldauw in zomerbloemen. biokennis

Bedrijfseconomische evaluatie van de toepassing van warmwaterbehandeling

Tussentijdse rapportage bastknobbelonderzoek 2007 in Alphen aan den Rijn 20 mei 2007

Insectenbestrijding (trips) in zaaiuien. Bauke Lettinga

Functionele AgroBiodiversiteit (FAB) voor natuurlijke plaagbeheersing

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Brunelleschi. De Dom van Florence

Bladvlekken bij belichte potplanten

Effect methyljasmonaat op Botrytis bij roos en Lisianthus

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

Aardvlooien. Plagen in de tuin

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012

Behoud meerjarig proefveld organische bemesting

Teelt de grond uit Zomerbloemen

03/03/2016. Beheersing van suzuki-fruitvlieg in steenfruit. Beheersing in steenfruit. Waar overwintert de volwassen vlieg?

Functionele AgroBiodiversiteit (FAB) voor natuurlijke plaagbeheersing

Biologie en bestrijding van de frambozenschorsgalmug

KWR april 2005

Compostering reststromen van Vaste Planten- en Zomerbloementelers. Casper Slootweg

Overdracht van geelziek in Eucomis via zaad

Nieuwsbrief Geïntegreerde Bestrijding Biologische bestrijders (deel 2)

Bestrijding van de champignonvlieg met behulp van entomopathogene schimmels; nader onderzoek

Bestrijding van trips in aubergine met roofmijten

Preventie Buxus, bodem en bodemleven

Screeningsonderzoek. Wortelrot in Buxusstek. Juni 2013 Cultus Agro Advies BV

Inzet van de Artemisia bankerplant bij drie verschillende bedrijven

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen

Bloemdetectie aardbeiplanten voor plaatsspecifiek spuiten tegen Botrytis

Weekhuidmijt in de boomkwekerij

Transcriptie:

Aanpak Beukentopgalmug - Consultancy In opdracht van Productschap Tuinbouw Postbus 280 2700 AG Zoetermeer Uitgevoerd door: - Cultus Agro Advies Zandterweg 5 5973 RB Lottum - Praktijkonderzoek Plant en Omgeving B.V. Sector Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit Prof. v. Slogterenweg 2 2161 DW Lisse Contactpersoon: Margareth van der Horst (Cultus) Arjan Smits (PPO) December 2009

Inhoudsopgave Samenvatting 4 1. Omschrijving Consultancy opdracht 5 1.1 Probleemstelling 1.2 Doel van de opdracht 1.3 Aanpak 2. Monitoring 6 3. Schadebeeld 8 4. Determinatie 9 5. Conclusie 10 6. Aanbevelingen 10 Literatuur 11 2009 Lottum, Cultus Agro Advies B.V. & Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave. Cultus Agro Advies B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. - 2 -

Cultus Agro Advies B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. - 3 -

Samenvatting In de teelt van beuk voor bos- en haagplantsoen wordt de laatste jaren schade ondervonden van topgalmuggen. Op percelen met beuk die dit jaar zijn onderzocht, blijkt het om twee soorten te gaan, Contarinia fagi en Dasineura fagicola. Deze plaaginsecten komen als larve in de groeitoppen voor en veroorzaken misvorming van de groeipunten en groeiremming. De muggen zijn 3-4 millimeter lang, en leggen 4-6 eieren in de groeitoppen van beuk. Om de wit- tot geelachtige larven waar te nemen moeten de topbladeren worden opengevouwen. Door hun verborgen levenswijze zijn de larven moeilijk te bestrijden. Het beste tijdstip voor bestrijding is voor de ei-afzetting. De aantastingspiek vindt eind juli plaats. In aangetaste toppen zijn roofmijten en gaasvliegen waargenomen. Het bestrijdingseffect van deze natuurlijke vijanden is nog niet bekend. Op de gevolgde bedrijven is met Decis en Calypso gespoten. De spuitomstandigheden waren echter te verschillend om te kunnen bepalen welk middel het meeste effect had. Cultus Agro Advies B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. - 4 -

1. Omschrijving Consultancy opdracht 1.1 Probleemstelling In de teelt van beuk (Fagus sylvatica ) zijn beukenbladluis, galmuggen, spint en roestmijt belangrijke plagen. Galmuggen zijn boomkwekerijbreed een toenemend probleem en een knelpunt voor geïntegreerde bestrijding vanwege het ontbreken van een geschikte (chemische) bestrijding. In de teelt van beuk, zowel in laanbomen als in bos- en haagplantsoen, komt al diverse jaren een aantasting voor van de Beukentopgalmug. De eerste jaren kwam het slechts in enkele gebieden en enkele partijen planten voor, met name in bos- en haagplantsoen. De laatste jaren wordt deze aantasting in meerdere gebieden gesignaleerd. Dit is ook sterk afhankelijk van weersomstandigheden. In een droge zomer is er meer kans op een aantasting dan in een koude natte zomer. 1.2 Doel van de opdracht Deze Consultancy opdracht moest inzicht geven in het voorkomen van de beukentopgalmug op de boomkwekerij en de omvang van de schade door deze aantasting. Daarnaast behoorden de determinatie van de topgalmuggen en het verzamelen van informatie over de biologie en de monitoringsmogelijkheden van dit insect tot de doelen. 1.3 Aanpak Om de omvang van de schade vast te stellen en de bestrijdingsstrategie van boomkwekers te volgen is een praktijkinventarisatie uitgevoerd. Vervolgens zijn galmuggen en galmuglarven gevangen en gedetermineerd. Een deel van de galmuggen is voor onderzoek naar het verloop van de aantasting en ten behoeve van de determinatie uitgekweekt in insectenkooien met aangetaste beuken. Een korte literatuurstudie heeft inzicht gegeven in de biologie van topgalmuggen. Cultus Agro Advies B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. - 5 -

2. Monitoring Topgalmuggen komen in toenemende mate voor in diverse boomkwekerijgewassen. In Nederland heeft de Plantenziektenkundige Dienst in 2002 voor het eerst de topgalmug op beuk gesignaleerd in de regio Zundert (Gouwy, 2005). Voor deze consultancy opdracht zijn op diverse percelen met Fagus door adviseurs van Cultus Agro Advies en door een onderzoeker van Praktijkonderzoek Plant en Omgeving waarnemingen gedaan. Dit jaar zijn deze galmuggen in heel Noord-Brabant gevonden en is er een eerste melding uit Gelderland (pers. comm: H. Kemp van Agroburen). Aangetaste beuken zijn in insectenkooien (zie afb.1) geplaatst om het verloop van de aantasting te volgen en om insecten beschikbaar te hebben t.b.v. determinatie. Afb. 1 Het verloop van de aantasting werd gevolgd in insectenkooien. De waarneming van topgalmuggen dient te gebeuren door topblaadjes open te vouwen en met de loep naar eitjes en de wit- geelachtige larven te zoeken. De schadedrempel voor deze plagen is laag; de aanwezigheid van enkele larven kan de lengtegroei volledig stil leggen. Het beste bestrijdingstijdstip is daarom voor ei-afzetting (Sluis, 2008). Eind juli zijn op vier bedrijven van de voor deze consultancy bezochte bedrijven de eerste bespuitingen uitgevoerd. In de derde week van augustus waren alle bezochte percelen aangetast door beukentopgalmug. Op zes van de zeven bezochte bedrijven is vervolgens een bestrijding uitgevoerd met Decis of Calypso. Hoewel in eerste instantie Decis de beste werking leek te hebben, gaf geen van beide middelen 100% doding. De werking van deze middelen bleek verder moeilijk te vergelijken, omdat de weersomstandigheden, het spuitmoment en de spuitinstellingen te veel varieerden. Op twee bedrijven in de regio Zundert zijn in juli en augustus bovendien vangbakken gevuld met water met een zeepoplossing tussen de rijen van beuken geplaatst ( Afb.2). De opgevangen insecten zijn bewaard in buisjes gevuld met alcohol (Afb.3). Vervolgens zijn de buisjes gecontroleerd waarbij twee soorten topgalmuggen Contarinia fagi en Dasineura fagicola zijn gedetermineerd. Cultus Agro Advies B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. - 6 -

Afb. 2 Vangbakken tussen Fagus Afb.3 Inhoud van de vangbak aangevuld met alcohol De aantallen galmuggen die in de vangbakken zijn gevonden, bleken steeds in gelijke verhouding te staan tot het aantal waargenomen larven in de beukentoppen. Opvallend was de aanwezigheid van roofmijten en gaasvliegen (larven en eitjes) in de toppen van de aangetaste planten. In de literatuur wordt ook opgemerkt dat sluipwespen mogelijk als natuurlijke vijand van topgalmuggen kunnen dienen. In hoeverre het bestrijdend effect van deze natuurlijke vijanden afdoende is zou verder onderzocht moeten worden. Cultus Agro Advies B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. - 7 -

3. Schadebeeld De volwassen Beukentopgalmug zet haar eieren af in de gesloten knoppen van de beuk. De beide gevonden galmuggen geven hetzelfde schadebeeld: als de eieren bij het begin van de knopvorming worden afgezet, verdrogen de knoppen (Afb.4). Bij een aantasting die later is gestart, wordt de bladontwikkeling belemmerd door necrotische vlekken en misvorming. De schadedrempel van beuken voor een aantasting door galmuggen is laag; enkele larven in de groeipunten veroorzaken al vergroeiingen. Door aantasting door galmuggen werd bij enkele bedrijven de lengtegroei van de beuken in augustus vrijwel stilgezet. Afb. 4 larven van de topgalmug Afb.5 verdroging van groeitoppen Afb. 6 bladmisvorming bij een latere aantasting Cultus Agro Advies B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. - 8 -

4. Determinatie Twee soorten galmuggen in beuk In beuken kunnen twee schadelijke galmuggen voorkomen: Contarinia fagi Rübsaamen en Dasineura fagicola Barnes. Zo zijn ze te herkennen: Contarinia fagi De volwassen mug is 3-4 mm lang, geel met grijze dwarsbanden. De antennen zijn vrij lang en kralensnoer-vormig (Zie afb. 7) (Mc Alpine, 1981; Nijveldt, 1952). De overwintering vindt plaats als pop in de grond. Eind mei begin juni komen de eerste volwassen muggen tevoorschijn. De mug zet 4-6 eieren af in de groeipunten van beuken. De glanzend wit tot geelachtige larven leven in de eindknoppen en jonge blaadjes van beuk. Na drie tot vier weken vallen de volgroeide larven op de grond en verpoppen zich in de bodem. In tegenstelling tot de eikentopgalmug verpoppen alle larven in de grond. Het popstadium duurt 4 à 6 dagen (Goffau, 2005). De galmug leeft voornamelijk op jonge beuken (Barnes, 1951; Skuhrava, 1988). Uit de literatuur blijkt dat er 2 tot 4 generaties per jaar kunnen voorkomen, waarbij de grootste schade wordt veroorzaakt door de larven uit eitjes afkomstig van de galmuggen die in juli vliegen. Deze soort is verspreid over diverse landen in Europa (Zweden, Groot-Brittannië, Duitsland, Polen, Oostenrijk, Oekraïne, Roemenië, Balkan landen, Zwitserland en Ierland) (Skuhravy et. Al 1993; Goffau, 2005). Afb.7 Adult van Contarinia fagi Afb.8 Adult van Dasineura fagicola Dasineura fagicola De larven zijn mat wit tot geelachtig, zonder microscoop vrijwel niet te onderscheiden van C. fagi. De volwassen mug is 3-4 mm lang grijs met donkergrijze dwarsbanden. De antennen zijn opgebouwd uit knopen die cilindervormig zijn in tegenstelling tot de kraalvormige knopen bij C. fagi,. (Mc Alpine, 1981; Nijveldt, 1952). Tijdens het verzamelen van de gevangen insecten in de vangbakken en de determinatie bleek dat D. fagicola met het blote oog vrijwel niet valt te onderscheiden van andere muggen die in de vangbakken werden gevonden, hiervoor is het gebruik van een binoculair vrijwel onmisbaar. De biologie van D. fagicola is beschreven als gelijk aan die van C. fagi. Wel wordt gesuggereerd dat D. fagicola alleen voorkomt op reeds door C. fagi aangetaste beuken (Barnes, 1951). Deze soort is ook waargenomen in België en Duitsland (Barnes, 1951; Buhr, 1964; Gouwy, 2007). Cultus Agro Advies B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. - 9 -

5. Conclusie Op basis van deze consultancyopdracht kunnen we de volgende conclusies trekken: De schade bekend als aantasting door beukentopgalmug kan door 2 soorten worden veroorzaakt: Contarinia fagi Rübsaamen en Dasineura fagicola Barnes. In de derde week van augustus werden op alle bezochte percelen een aantasting van de beukentopgalmug gevonden. De larven van deze topgalmuggen veroorzaken verdroging van de groeitoppen en misvorming van bladeren. Door aantasting van de galmuggen werd bij enkele bedrijven de lengtegroei van de beuken in augustus vrijwel stilgezet. Uit de literatuur blijkt dat deze galmuggen 3 à 4 generaties per jaar kunnen vormen waarbij de grootste schade in augustus plaatsvindt en wordt veroorzaakt door larven uit eitjes gelegd door galmuggen die in juli vliegen. Het beste tijdstip van bespuiting is voor de ei-afzetting. De beste methode van waarnemen bestaat uit het openvouwen van de bladeren in de jonge groeipunten, zodat de larven zichtbaar worden (d.m.v. een loep). Vanaf half juli tot eind augustus moeten deze plagen intensief worden gescout om bij een aantasting te kunnen bestrijden. Roofmijten en eitjes en larven van gaasvliegen zijn waargenomen in aangetaste groeitoppen. Het effect van deze natuurlijke vijanden is nog niet bekend. Calypso of Decis zijn de middelen die in de praktijk gespoten worden. Er is vooralsnog geen betrouwbare vergelijking van het bestrijdingseffect tussen beide middelen. 6. Aanbevelingen Een goede bestrijdingstrategie van deze galmuggen is afhankelijk van het bespuitingstijdstip ten opzichte van de aantasting en de keuze van middelen. De bestrijdingseffecten van Decis en Calypso en andere insecticiden zouden vergeleken moeten worden. Ook het effect van de spontaan voorkomende natuurlijke vijanden moet vastgelegd worden. De kennis van de levenswijze van beide plagen is gebaseerd op literatuur onderzoek. Deze gegevens zouden vergeleken moeten worden met de ontwikkeling onder Nederlandse omstandigheden. Ook de mogelijkheden voor monitoring van aanwezigheid van volwassen topgalmuggen in het veld moet verder worden onderzocht om het beste spuitmoment te kunnen vaststellen. Cultus Agro Advies B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. - 10 -

Literatuur Barnes, H.F. (1951), Gall Midges of Trees Vol. 5: Gall midges of Economic Importance, Crosby Lockwood & Son Ltd, London Buhr. H. (1964), Bestimmungstabellen der Gallen (Zoo- und Phytocecidien) an Pflanzen Mittel- und Nordeuropas, Deutsche Akademie der Landwirtschaftswissenschaften, Berlin. Goffau, L.J.W. de & W. Nijveldt, (2005), Contarinia fagi (Diptera: Cecidomyiidae), nieuw voor Nederland, Entomologische Berichten 65 (1), Wageningen. Gouwy, J. & F. Rys, (2007) Monitoring van eikentop- en beukentopgalmug, Mededelingen PCS-Boomkwekerij, Destelbergen. Mc Alpine (1981), Manual of Nearctic Diptera Vol.1, Biosystematics Research Institute,Ontario. Nijveldt, W. (1952), Galmuggen van Cultuurgewassen, Tijdschrift over Plantenziekten 58 (3), Wageningen Skuhrava, M. (1988), Gall Midges (Diptera: Cecidomyiidae) in Forest Ecosystems, Institute of Entomology, Ceske Budejovice. Skuhravy V. & M. Skuhrava (1993), Zur Verbreitung und SchfidUchkeit der Gallmficken (Cecidomyiidae, Diptera) an Waldbaumen in Mitteleuropa Entomologisches Institut der Akademie der Wissenschafte, Ceske Budejovice. Sluis, B. van der, F. van der Helm & I. Elberse (2008), Beheersing van appelbladgalmuggen in de vruchtboomkwekerij, Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Lisse. Cultus Agro Advies B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. - 11 -