Besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking. Een hernieuwde kennismaking tussen Katwijk en de BSGR



Vergelijkbare documenten
Besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking. Bodegraven-Reeuwijk en de BSGR: samen een tweede stap

voorstel aan de gemeenteraad

RAADSVOORSTEL Rv. nr. + dossiernr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Beoogd effect een efficiënte en klantgerichte uitvoering van de taken op het vlak van belastingen, met geminimaliseerde bedrijfsrisico's.

Voorstel begrotingswijziging maart 2017

Resultaatteam: Burgemeester en Wethouders Leiderdorp, 25 september 2018

AAN DE GEMEENTERAAD. Geachte raad,

De colleges van de gemeenten Lisse, Noordwijk en Teylingen, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Toelichting Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz (versie ) Inleiding

Samenwerking afdelingen belastingen HHD en HHSK

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI

Onderwerp Tussentijdse rapportage samenwerking belastingen Lisse/Noordwijk - Besluitvormend

Voorstel begrotingswijziging september 2018 (BBV)

RAADSVOORSTEL Agendapunt : 14 Aan de gemeenteraad. Datum : 13 september 2012

Raadsvoorstel. Aanleiding

In deze memo gaan we achtereenvolgens in op de volgende onderwerpen: Berekening structureel financieel effect en terugverdientijd UHR.

Gemeenschappelijke regeling. Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid

Voorstel begrotingswijzigingen 2013

De BsGW is in 2011 opgericht door de gemeente Venlo, samen met de twee Limburgse waterschappen. Doelstelling van de BSGW is:

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

Risico A: De samenwerkingsdoelen worden niet / onvoldoende bereikt

GEMEENTE ROERMOND. Voorstel tot toetreding tot de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

Sociaal Plan. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn. Fase I (concept onderhandelingsakkoord)

ANNOTATIE AB1724. Algemeen: Vergadering: AB Datum vergadering: 22 september Agendapunt: 3 Onderwerp: Toekomst APV taken en bijzondere wetten

Gemeenschappelijke regeling Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid 2018

Concept gemeenschappelijke regeling inzake ICT ondersteuning van de bedrijfsvoering (PIT), versie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp:

Naam en telefoon. Portefeuillehouder

VOLGNUMMER DATUM ORGANISATIEONDERDEEL Sociale zaken

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Promen

Voorstel begrotingswijziging d.d. maart 2014

Mogelijkheid tot samenwerking met andere overheden voor belastingen en invordering

Notitie uitwerking governance HWH 2.0

Initiatiefvoorstel aanpassing geschillenprocedure

Raadsvoorstel inzake de toetreding tot de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen

Onderzoeksrapportage Berenschot/ANG belastingsamenwerking met Hefpunt

Voorstel begrotingswijziging. november 2015

Consequenties. Afbouw Wabo-takenpakket. Westerwolde

Gemeente Delft. Aan de gemeenteraad _ j.. r Gescand datum archief Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mall Programma

Voorstel. Agendapunt. Het Algemeen Bestuur van de BWB. Projectplan Transitie naar waarderen op gebruiksoppervlak 9 november 2018

Business case Slim Samenwerken

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

AGENDAPUNT 10 ONTWERP. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

Ten opzichte van de doorrekening van de jaarcijfers 2017 zijn wel de volgende wijzigingen bij de doorrekening van de jaarcijfers 2018 doorgevoerd:

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitgangspunt Financiën helder en op orde a Onvermijdelijk

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum:

Raadsvoorstel Vergadering 28 mei 2013 Voorstelnummer Registratienummer Portefeuillehouder W. Hompe Afdeling BBO/Financiën Bijlage(n)

Voorstel raad en raadsbesluit

Aan de Ondernemingsraden en Georganiseerde Overleggen van de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk. Datum: 26 maart 2013

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân,

Gemeenschappelijke Regeling Noordelijk Belastingkantoor. LTA ja: Maand 4 Jaar 2017 LTA nee: Niet op LTA

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten

Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad opvang en beschermd wonen Wmo 2015

Huishoudelijke Hulp Toelage in Leeuwarden: de Himmelsjek

Voorstel begrotingswijziging november 2013

Nr: Schipluiden: 23 maart Onderwerp: Gemeenschappelijke Regeling en Bedrijfsplan Omgevingsdienst Haaglanden.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SERVICEPUNT71

Raadsvoorstel 11 december 2012 AB RV

Wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Het Utrechts Archief

2017). Datum: Informerend. Datum: Adviserend

CONCEPT. Centrumregeling ambtelijke samenwerking. Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer

Gemeenschappelijke regeling samenwerking belastingen Amstelland- Meerlanden

Onderwerp: Dienstverleningsovereenkomst (DVO) ISD (Formaliseren van de administratieve afhandeling van de pgb s jeugd) - Besluitvormend

Verordening klantenraad gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk

Centrumregeling ambtelijke samenwerking Enschede Losser

y KW Ķ Regeling financiële verhouding Bedrijfsvoeringsorganisatie Ingenieursbureau Krimpenerwaard

(CONCEPT) Gemeenschappelijke regeling Regionale samenwerking leerlingenvervoer Maastricht, Meerssen, Valkenburg en Eijsden

Managementsamenvatting bedrijfsplan

Gemeenschappelijke Regeling. Parkstad IT

IBML Financieel technische vragen begroting 2017

Samen aan de IJssel Inleiding

Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018

Bijlage 2: Impactanalyse gemeente Leiderdorp voor SSC Leidse Regio. Context

Hamerstuk AGENDAPUNT 5. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

6 november n.v.t. wethouder A.G.J. Bosch

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Oldenzaal en Hengelo (hierna gezamenlijk te noemen: deelnemende gemeenten) ;

Basistaak. Datum: Informerend

Commissie Beleidscyclus College van B&W Aanpak achterblijvende overhead

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Bedrijfsvoering 31 oktober 2013 Toetreding tot de gemeenschappelijke regeling BsGW per

Agendapunt : Voorstelnummer : Raadsvergadering : 19 januari Onderwerp: besluitvorming BUCH samenwerking. Aan de raad, Beslispunt:

voorstel aan de gemeenteraad

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Belasting- en tariefvoorstellen Gevraagde Beslissing:

MEMO BIJLAGE 2. Incidentele kosten

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 10

8 september 2015 Corr.nr , BJC Nummer 56/2015 Zaaknr

Bestuur. Onderwerp: Begroting 2019 en MJR Het Bestuur besluit. Vergadering d.d Agendapunt 5

REGIO RIJK VAN NIJMEGEN

Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

BsGW Belastingsamenwerking

Voorstel raad en raadsbesluit

Routingformulier raadsvoorstel

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Ontwerp. 1 e Begrotingswijziging september 2015

overwegende: dat het gewenst is hun

agendapunt H.05 Aan Verenigde Vergadering

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 6 maart 2019

B&W-Aanbiedingsformulier

Toelichting op gemeenschappelijke regeling

Transcriptie:

Besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking Een hernieuwde kennismaking tussen Katwijk en de BSGR Rapportage d.d. 11 november 2011

Inhoud SAMENVATTING 2 GEVRAAGD BESLUIT 5 1. INLEIDING EN LEESWIJZER 1.1 inleiding 6 1.2 leeswijzer 7 2. SAMENWERKING DIENT MAATSCHAPPELIJK BELANG 8 3. BESTUURLIJKE ASPECTEN 3.1 rechtsvorm, bestuursorganen en zeggenschapsverhoudingen 9 3.2 inpassing Katwijk 10 3.3 beleidsvrijheid 10 3.4 spelregels bij uittreding 11 3.5 geschillenregeling 11 3.6 regievoering door de deelnemers 11 4. PERSONELE ASPECTEN 4.1 personele frictie 12 4.2 arbeidsvoorwaarden 12 4.3 sociaal plan / sociaal statuut 12 4.4 vacaturebeleid 12 5. TAKEN EN PROCESSEN 5.1 uitvoeringstaken 14 5.2 communicatie met de belastingplichtige 14 5.3 harmonisatie 15 5.4 over te dragen werkvoorraad en gegevensbestanden 15 6. FINANCIELE ASPECTEN 6.1 overwegingen, uitgangspunten en werkwijze 16 6.2 begroting BSGR en kostenverdeling inclusief Katwijk 17 6.3 financieel effect Katwijk 18 6.4 toekomstige ontwikkelingen 19 7. RISICOPARAGRAAF 20 8. VERVOLGPROCES 8.1 de proceslijnen 21 8.2 projectstructuur en opdracht 22 bijlage I: harmonisatieaspecten 23 bijlage II: vergelijking (secundaire) arbeidsvoorwaarden 25 bijlage III: overzicht deelnemersbijdragen 2013 31 bijlage IV: risico s 32 bijlage V: planning 36 Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 1

Samenvatting In dit hoofdstuk komen samengevat de elementen aan de orde die de kern vormen van de samenwerking tussen Katwijk en de BSGR. Deze elementen zijn in deze rapportage uitgewerkt en vormen de uitkomsten van een besluitvormend onderzoek dat in het licht van een mogelijk samenwerking is uitgevoerd. Samenwerking binnen een gemeenschappelijke regeling De BSGR heeft de rechtsvorm van een Openbaar Lichaam, waarbij de samenwerking in een gemeenschappelijke regeling (GR) is vorm gegeven; de BSGR is daarmee publiek van karakter. Er zijn op grond van de Wet GR drie bestuursorganen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Katwijk zal net als alle deelnemers participeren in het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat uit drie leden (één vanuit het hoogheemraadschap, één vanuit de grote gemeenten en één vanuit de kleine gemeenten, gebaseerd op inwoneraantal). Voor de zitting in het dagelijks bestuur is een roulatieschema van toepassing waarin Katwijk zal worden opgenomen. In het algemeen bestuur is de zeggenschapsverhouding zodanig ingevuld dat er een goed evenwicht is tussen enerzijds de samenwerkingsgedachte en anderzijds de deelbelangen voortkomend uit de verschillende schaalgroottes en achtergronden van de deelnemers. Het hoogheemraadschap heeft daarom 45% van de stemmen; de gemeenten gezamenlijk 55%, waarbij ieder lid vanuit de groep grote gemeenten tweemaal zoveel stemmen heeft als een lid uit de groep kleine gemeenten. Katwijk wordt hierbij gezien als grote gemeente. Ongeacht de gecreëerde zeggenschapsverhouding blijft besluitvorming op basis van consensus het uitgangspunt. Daarnaast zijn voor een belangrijke besluiten een versterkte meerderheid van 3/4 e van toepassing. Tenslotte is er uit oogpunt van zorgvuldigheid een herzieningsprocedure getroffen voor die deelnemer die meent ernstig in zijn belangen geschaad te worden door een besluit van het algemeen bestuur. Deelnemers kunnen te allen tijden besluiten om hen moverende redenen uit te treden. Uit oogpunt van continuïteit, alsmede personele zorg, verbinden deelnemers zich bij toetreding eraan om niet binnen 5 jaar uit te treden. De dienstverlening De BSGR voert voor Katwijk (en de overige gemeentelijke deelnemers) standaard de taken uit met betrekking tot de Wet WOZ (inclusief het beheer van de WOZ-basisadministratie), de onroerend zaakbelasting, het rioolrecht (inclusief grootverbruik), de hondenbelasting, de forensen- en toeristenbelasting, de precariobelasting en de afvalstoffenheffing. Daarnaast brengt Katwijk een aantal aanvullende belastingtaken onder in een pluspakket, te weten: de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten, de parkeerbelasting, de havengelden, de marktgelden en de begraafrechten. Voor genoemde belastingtaken verzorgt de BSGR in mandaat het integrale uitvoeringsproces, met uitzondering van de handhaving- en toezichttaken. Uit efficiencyoverwegingen is ervoor gekozen deze door de deelnemers zelf uit te laten voeren. Uit oogpunt van kwaliteit en kennisborging verzorgt de BSGR ook de beleidsvoorbereiding, inclusief het opstellen van de benodigde modelverordeningen. Dit gebeurt in nauw overleg met de regiefunctionarissen van de deelnemers. Om redenen van efficiency vinden er op het gebied van de uitvoeringsregels (o.a. de data van de aanslagoplegging, de betaaltermijnen, de regels met betrekking tot kwijtschelding en bezwaar en beroep en het versturen van herinneringen en aanmaningen) harmonisatie plaats. De vaststelling van het belastingbeleid, de te heffen belastingsoorten, de tarieven en de verordeningen blijven zaak van de deelnemers. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 2

Voor de deelnemers verzorgt de BSGR een gezamenlijk (geïntegreerd) belastingbiljet. Communicatie met de burger verloopt zoveel mogelijk digitaal en via de front office van de BSGR. Deze werkwijze is zodanig ingevuld dat geen afbreuk wordt gedaan aan de ambities van het overheidsprogramma Gemeente geeft Antwoord. Personeel Op de medewerkers van de BSGR is de cao van de gemeenten (CAR/UWO) van toepassing en een daarvan afgeleide set secundaire rechtspositieregelingen. Op dit gebied treedt er voor het overkomend personeel van Katwijk geen wijziging op. Voor het overkomend personeel wordt met Georganiseerd overleg een sociaal plan opgesteld; het streven is het huidig sociaal plan van de BSGR te handhaven dat toegespitst is op onderhavige situatie. Belangrijke uitgangspunten in dit sociaal plan zijn: mens volgt werk, flankerend beleid, behoud van salarisperspectieven en een op de situatie afgestemde reiskosten en tijdregeling. De in Katwijk achterblijvende medewerkers vallen onder het vigerende lokale sociaal plan van Katwijk. Uit sociaal oogpunt maar ook vanwege het kostenaspect is het wenselijk om boventalligheid zoveel mogelijk te voorkomen. Hiertoe wordt, zodra het principebesluit tot samenwerking is genomen en na verkregen advies van de betrokken medezeggenschap, een afgestemd vacaturebeleid gevoerd. Financiën De reguliere begroting van de BSGR inclusief Katwijk vereist een totaal van 10,0 mln. aan deelnemersbijdragen. De totale formatie op 108,0 fte. Voor het opbrengen van het budget door de deelnemers is een kostenverdeelsleutel opgesteld. Naarmate een deelnemer meer werk voor de BSGR genereert, krijgt deze een groter deel van de begroting van de BSGR doorbelast. Daarnaast is bewerkstelligd vanuit het belang dat zoveel mogelijk organisaties gaan toetreden dat elke deelnemer een minimale besparing gegarandeerd krijgt. Toetreding van Katwijk tot de BSGR levert voor alle bestaande deelnemers een jaarlijkse besparing op die oploopt tot 570k (2016). De besparing die Katwijk realiseert is bruto 231k, met hierin inbegrepen 53k aan desintegratiekosten te realiseren op andere organisatieonderdelen dan BWI. Bij een totstandkoming van een samenwerking is het onvermijdelijk dat er incidentele kosten zijn. Het gaat hier om kosten met betrekking tot de transitie van taken (projectkosten), kosten die samenhangen met het sociaal plan en frictiekosten personeel en desintegratie van overhead. Ook voor de incidentele kosten is afgesproken dat Katwijk dezelfde uitgangspositie zal hebben als de reeds bestaande deelnemers. Dit betekent dat de projectkosten door Katwijk zelf gedragen worden. De kosten met betrekking tot het sociaal plan zijn binnen de begroting van de BSGR opgenomen. Voor de frictiekosten personeel ontvangt Katwijk een gedeeltelijke vergoeding. De desintegratie tenslotte dient Katwijk zelf te bestrijden. Van de incidentele frictiekosten komt 213k ten laste van de BSGR en 320k ten laste van Katwijk. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 3

Risico s In het proces van de totstandkoming van de samenwerking tussen Katwijk en de BSGR kunnen een aantal risico s optreden. Deze risico s zijn geïnventariseerd en voor alle risico s zijn beheersmaatregelen vastgesteld. De belangrijkste risico s die optreden zitten in het bestuurlijk besluitvormingsaspect en het overleg met de vakbonden. Er zal goede sturing moeten plaatsvinden om deze trajecten tijdig te laten verlopen. Daarnaast zal het conversietraject de nodige aandacht vergen. Het vervolgproces Uitgangspunt is volledige samenwerking per 1 januari 2013. Om dit te kunnen bereiken zullen in november 2011 de colleges een principebesluit moeten nemen. De bestuurlijke besluitvorming in de raden, inclusief de adviesaanvraag aan de betrokken medezeggenschapsorganen zal in maart volledig afgerond moeten zijn. Parallel aan het besluitvormingsproces kunnen voorbereidende werkzaamheden worden getroffen. Deze werkzaamheden hebben zolang er nog geen definitief ja is, geen onomkeerbaar karakter. Vanaf april 2012 worden deelprocessen via de BSGR uitgevoerd; de aanslagoplegging blijft gedurende heel 2012 bij Katwijk plaatsvinden. In november en december 2012 wordt de definitieve overgang van de werkzaamheden vorm gegeven. Op het personele vlak zal de periode april-juni benut moeten worden om te overleggen over het sociaal plan. Vanaf juli kan er dan gestart worden met het plaatsingsproces, resulterend tot indiensttreding bij de BSGR per 1 januari 2013. Om het gehele proces in goede banen te leiden zal een projectstructuur worden ingericht met een stuurgroep die de eindverantwoordelijkheid voor het proces draagt en een projectgroep die als opdrachtnemer fungeert. Bemensen vindt plaats door management en vakspecialisten uit beider organisaties. De betrokken besturen zullen periodiek worden geïnformeerd over de voortgang. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 4

Gevraagd besluit Het is de bedoeling dat het college van Katwijk en het bestuur van de BSGR op basis van dit besluitvoorbereidend onderzoek een principebesluit en na OR-advisering een definitief besluit nemen ten aanzien van de samenwerking op het gebied van de aangegeven belastingtaken. Vervolgens dienen de betrokken colleges en het dagelijks bestuur van Rijnland met inachtneming van het advies van het Algemeen Bestuur van de BSGR aan de gemeenteraden en de verenigde vergadering van Rijnland voor te stellen in te stemmen met de toetreding van de gemeente Katwijk, hiertoe over te gaan tot aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling, alsmede zich uit te spreken over de financiële gevolgen (budgetrecht). Dit betreft de volgende besluiten: De gemeenteraad van Katwijk wordt gelezen het advies van het college van B&W en het advies van de Ondernemingsraad op grond van artikel 1 lid 3 WGR gevraagd in te stemmen met: De gemeenteraden van Gouda, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar, Zoeterwoude en de verenigde vergadering van Rijnland worden gelezen het advies van het algemeen bestuur van de BSGR op grond van artikel 1 lid 3 WGR gevraagd in te stemmen met: 1. toetreding van de gemeente Katwijk tot c.q. uitbreiding met de gemeente Katwijk van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland conform de voorstellen zoals beknopt weegegeven in de rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking ; 2. overdracht van de uitvoeringstaken in het kader van de Wet woz, de onroerend zaakbelasting, het rioolrecht inclusief grootverbruik, de hondenbelasting, de toeristenbelasting, de precariobelasting en de afvalstoffenheffing (het standaardpakket); alsmede de uitvoeringstaken met betrekking tot de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten, de parkeerbelasting, de havengelden en de begraafrechten (het pluspakket); 3. de voorgestelde verdeelsleutel om als deelnemers de kosten van de belastingorganisatie te dragen {optioneel op te nemen: met de daarbij voor de eigen organisatie voortvloeiende bijdrage ad }; Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 5

1. Inleiding en leeswijzer 1.1 INLEIDING In maart 2011 heeft het college van de gemeente Katwijk het besluit genomen om met betrekking tot de werkzaamheden van het team belastingen, Woz en Invordering (BWI) de samenwerking met de gemeenten in de Bollenstreek te intensiveren (Lisse en Noordwijk). In die samenwerking wordt een efficiencywinst beoogd van 5%. In de gemaakte afweging zijn door Katwijk de resultaten van een onderzoek naar samenwerking met de Leidse regio (2008) betrokken. Omdat de resultaten van dat onderzoek niet representatief zijn voor de samenwerking met de BSGR, heeft de BSGR op bestuurlijk niveau contact gezocht met de gemeente Katwijk en verzocht of samenwerking met de BSGR alsnog overwogen kan worden. De BSGR is een recent samenwerkingsverband van de gemeenten Gouda, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude en het hoogheemraadschap van Rijnland. Per 1 januari 2011 is dit samenwerkingsverband gestart met de daadwerkelijke uitvoering van de belastingactiviteiten, hetgeen geresulteerd heeft in de eerste gezamenlijke belastingoplegging in februari van dit jaar. Katwijk is in het verleden zijdelings bij onderzoeken naar deze belastingsamenwerking betrokken geweest, maar dit heeft destijds niet geleid tot het meedoen van Katwijk. Op basis van de gegevens uit het collegebesluit van Katwijk dit jaar, heeft de BSGR een quickscan uitgevoerd. Hieruit is naar voren gekomen dat er een besparingspotentieel aanwezig is. Ook op organisatorisch vlak en voor de burger worden voordelen onderkend. De onderlinge contacten hebben ertoe geleid dat besloten is een onderzoek naar samenwerking tussen Katwijk en de BSGR uit te voeren. Zodoende wordt inzicht verkregen in alle overwegingen die een rol spelen bij een besluit om tot samenwerking te komen. De resultaten van het besluitvormend onderzoek hebben geleid tot het verdere inzicht dat samenwerking tussen Katwijk en de BSGR inderdaad een besparing oplevert. Niet alleen voor Katwijk zelf maar voor alle deelnemers. Daarnaast leidt samenwerking voor de gemeente Katwijk tot verhoging van kwaliteit, de robuustheid en de continuïteit van de uitvoering; bestaande kwetsbaarheden worden opgelost. In de nieuwe organisatie is meer kennis, kunde en formatie aanwezig om op de veranderende en, ook voor de burger, complexer wordende wet- en regelgeving in te spelen. Tenslotte biedt samenwerking ook voordelen voor de Katwijkse burger en categorieën belastingbetalers: de gemeentelijke en waterschapsbelastingen worden via één aanslagbiljet geheven; aanvragen kwijtschelding of betalingsregelingen behoeven slechts éénmaal bij één organisatie aangevraagd te worden en ook over de invordering is slechts contact met één organisatie. Het onderzoek is uitgevoerd door een ambtelijke projectgroep waarin zowel Katwijk als de BSGR vertegenwoordigd zijn. Het is de bedoeling dat de gemeenteraad van Katwijk respectievelijk het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland en de raden van daarin deelnemende organisaties (de gemeenten Gouda, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude en het hoogheemraadschap van Rijnland) op basis van deze rapportage een besluit nemen over het aangaan van een samenwerking op het gebied van de belastingtaak. Tevens dienen deze organen zich in het kader van het hen toekomend budgetrecht uit te spreken over de financiële gevolgen. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 6

1.2 LEESWIJZER Deze rapportage kent eerst een aantal hoofdstukken (de hoofdstukken 2 tot en met 6) waarin verschillende thema s aan de orde komen die een rol spelen bij de besluitvorming. Deze thema s betreffen het maatschappelijk aspect, de bestuurlijke aspecten, de taken, de personele en organisatorische aspecten en de financiële aspecten. In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de risico s. Tenslotte wordt in hoofdstuk 8 aandacht besteed aan het vervolgproces. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 7

2. Samenwerking dient maatschappelijk belang Op tal van plaatsen in Nederland ontstaan samenwerkingsverbanden voor de uitvoering van belastingtaken. Dit gebeurt in de vorm van gemeenten of waterschappen onderling maar ook tussen gemeenten en waterschappen. De BSGR is een voorbeeld van het laatste: in de BSGR werken een waterschap en (nu nog) een zestal gemeenten samen. De vorming van de samenwerkingsverbanden is een antwoord op het streven naar vermindering van de administratieve lasten voor de burger en verlaging van de perceptiekosten. Daarnaast speelt onontkoombaar een rol dat de inkomsten voor de overheid dalen; het realiseren van bezuinigingen op uitvoeringstaken leidt in ieder geval tot behoud van middelen voor beleidsdoelstellingen. Voor de betrokken organisaties zijn ook het verbeteren van de kwaliteit en het verminderen van kwetsbaarheid valide argumenten. Ook in het onderzoek dat voor Katwijk en de BSGR is uitgevoerd, blijken de belangen en voordelen evident te zijn. Samenwerking levert substantiële maatschappelijke baten op. De oorspronkelijke samenwerking binnen de BSGR heeft al tot een aanzienlijke besparing op de uitvoeringskosten geleid. Verdere samenwerking met Katwijk levert een besparing op macroniveau toe in de orde van grootte van 801k op jaarbasis: voor de bestaande deelnemers 570k en voor Katwijk zelf 231k. Dit besparingsvoordeel binnen de BSGR zal in de toekomst verder oplopen naarmate er meer organisaties aan de samenwerking gaan deelnemen. Samenwerking leidt ook tot verhoging van de robuustheid en continuïteit in de uitvoering van de belastingtaken voor de deelnemende organisaties. Vooral bij de kleinere deelnemers, maar ook voor Katwijk, speelt dat de belastingorganisatie niet meer afhankelijk is van een beperkt aantal personen. Bestaande kwetsbaarheden op dit gebied worden dus opgelost. Binnen de BSGR is meer kennis, kunde en formatie beschikbaar om in te spelen op veranderende en steeds complexer wordende wet- en regelgeving. Medewerkers hebben binnen de BSGR de kans zich verder op hun vakgebied te ontwikkelen. Daarnaast wordt de kwaliteit van de uitvoering vergroot doordat binnen de BSGR voldoende schaalgrootte is om verdergaand te automatiseren en te digitaliseren. Tenslotte past samenwerking binnen het streven van Katwijk om zich te richten op de kerntaken. Kortom, vanuit het maatschappelijk perspectief zijn de hierboven geschetste voordelen een belangrijk motief om tot (verdere) samenwerking te komen. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 8

3. Bestuurlijke aspecten 3.1 RECHTSVORM, BESTUURSORGANEN EN ZEGGENSCHAPSVERHOUDINGEN Rechtsvorm en bestuursorganen De BSGR is onder gebracht in een Openbaar Lichaam, waarbij de samenwerking in een gemeenschappelijke regeling (GR) is vorm gegeven. Hierdoor blijft de BSGR een publiek karakter hebben. Door de keuze voor een Openbaar Lichaam bezit de BSGR rechtspersoonlijkheid en kan zelfstandig deelgenomen worden in het rechtsverkeer. De bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) zijn van toepassing 1. Vanuit de Wgr zijn er drie bestuursorganen verplicht: een algemeen bestuur (AB), een dagelijks bestuur (DB) en een voorzitter. Alle drie zijn bestuursorganen in de zin van de Awb. Het AB staat aan het hoofd van het Openbaar Lichaam. De voorzitter is zowel hoofd van het AB als het DB. Het DB bestaat uit de voorzitter en twee of meer andere leden die door en uit het AB zijn aangewezen. De aangewezen leden mogen niet allen afkomstig zijn van dezelfde deelnemer. Het AB is het hoogste orgaan en besluit over de belangrijkste zaken die de BSGR aangaan. Het is van groot belang dat alle deelnemers aan een samenwerkingsverband als de BSGR goed betrokken zijn en geïnformeerd worden. Daarom is bij de samenstelling van het AB uitgegaan van de representativiteitgedachte: elke deelnemer is in het AB vertegenwoordigd. Om recht te doen aan het grote schaalverschil tussen het hoogheemraadschap en de gemeentelijke deelnemers, heeft het hoogheemraadschap twee leden in het AB en de gemeenten elk één lid. De AB leden zijn afkomstig uit het college van D&H, respectievelijk de colleges van B&W. Het DB treedt op als het bevoegd gezag en ziet toe op het functioneren van de directeur, die eindverantwoordelijk is voor de uitvoeringsorganisatie. Het DB bestaat uit drie leden hetgeen gezien de taakstelling van het DB voldoende is. De belangen van de verschillende deelnemers lopen grotendeels parallel. Niettemin is uit oogpunt van bestuurlijk draagvlak bij de samenstelling van het DB rekening gehouden met de aanwezige schaalverschillen. Derhalve zit er in het DB één lid uit de groep grote gemeenten, één lid uit de groep kleine gemeenten en één lid van het hoogheemraadschap, waarbij elk lid één stem heeft. Voor de leden vanuit de gemeentelijke organisaties is een zittingsduur van 2 jaar afgesproken, gekoppeld aan een roulatiesysteem. Zeggenschapsverhoudingen Binnen het samenwerkingsverband zitten deelnemers die qua schaal behoorlijk verschillen. Bij uitbreiding van de samenwerking zal dit niet wezenlijk anders worden. Daarnaast bestaat het samenwerkingsverband uit een waterschap en gemeenten. Beide groeperingen hebben specifieke deelbelangen, waarbij ook de schaalgrootte een rol speelt, die met elkaar in harmonie georganiseerd moeten worden. Net als bij het DB is de zeggenschapsverhouding in het AB zo ingevuld dat er een goed evenwicht is tussen beide groeperingen, de samenwerkingsgedachte en de schaalverschillen die er zijn. Het hoogheemraadschap heeft, vertegenwoordigd door twee leden 45% van de stemmen in het AB, de gezamenlijke gemeenten hebben ieder één lid in het AB en gezamenlijk 55% van de stemmen. De verdeling van de 55% is daarbij zo gekozen dat ieder lid vanuit de grote gemeenten tweemaal zoveel stemmen heeft dan een lid vanuit de kleine gemeenten. De grens tussen een kleine en een grote gemeente ligt op 60.000 inwoners 2. Ongeacht de gecreëerde zeggenschapsverhouding blijft besluitvorming op basis van consensus het uitgangspunt. 1 Artikel 61 tot en met 72 Wgr zijn van toepassing op de regelingen tussen gemeenten en waterschappen; artikel 62 verklaart de artikelen 8 tot en met 29 van overeenkomstige toepassing. 2 Bijlage 3, Eindrapportage verdiepingsonderzoek belastingsamenwerking, 9 juni 2008. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 9

Een deelnemer kan menen ernstig in zijn belangen geschaad te worden door een door het AB genomen besluit. Hiervoor is uit oogpunt van zorgvuldigheid een herzieningsprocedure getroffen en in de GR opgenomen. Soms ook een gekwalificeerde meerderheid nodig Een aantal besluiten die binnen de GR kunnen vallen, dienen door het AB met een gekwalificeerde meerderheid genomen te worden. Dit betreft besluiten die van eminent belang voor de samenwerking en haar deelnemers zijn. In samenhang met de hiervoor beschreven zeggenschapsverhouding, is ervoor gekozen om bij besluiten omtrent toetreding, wijziging en opheffing van de GR uit te gaan van een gekwalificeerde meerderheid van 3/4 e. Ook de vaststelling van de begroting, de kostenverdeelsleutel en de jaarrekening vereist een versterkte meerderheid van 3/4 e. Voor een tweetal besluiten geldt, gezien de zwaarte van die besluiten, een unanimiteitsvereiste. Het betreft een besluit omtrent de wijziging van de taken van de GR en besluitvorming omtrent de bestuurssamenstelling en zeggenschapsverhouding. 3.2 INPASSING KATWIJK De gemeente Katwijk is met een omvang van 62.044 inwoners 3 in termen van de GR en haar zeggenschapsverhoudingen een grote gemeente. Toetreding van de gemeente Katwijk tot de GR zal niet leiden tot een wezenlijk ander samenspel van specifieke deelbelangen en schaalgrootte. De huidige vormgeving van de zeggenschap in het AB kan dan ook worden gecontinueerd: het Hoogheemraadschap heeft daarbij 45% van de stemmen in het AB, de gezamenlijke gemeenten 55%. Hierbij hebben de grote gemeenten (Gouda, Katwijk en Leiden) ieder tweemaal zoveel stemmen als één der kleine gemeenten (Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude). De stemverhouding binnen het AB wordt daarmee als volgt: het hoogheemraadschap, 2 leden met ieder 45 stemmen; 3 grote gemeenten (Gouda, Katwijk en Leiden) met ieder 22 stemmen; 4 kleine gemeenten (Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude) met ieder 11 stemmen. Tenslotte wordt Katwijk opgenomen in het tweejaarlijks roulatieschema dat geldt voor de afvaardiging van de grote gemeenten in het DB. De BSGR streeft ernaar om in 2013 meer deelnemers toe te laten treden. Indien dit streven slaagt, zullen die nieuwe deelnemers net als Katwijk worden ingepast in de bestaande zeggenschapsstructuur, met de daaraan gerelateerde verschuiving in de stemverhouding binnen het AB. 3.3 BELEIDSVRIJHEID Binnen het domein van de belastingen blijft er beleidsvrijheid voor de individuele deelnemers. De vaststelling van het belastingbeleid, de te heffen belastingsoorten, de tarieven en de verordeningen blijft de zaak van de deelnemende organisaties. Om redenen van efficiency vindt er op het gebied van de uitvoeringsregels harmonisatie plaats. Dit betreft onder andere de data van de aanslagoplegging, de betaaltermijnen, de regels met betrekking tot kwijtschelding en bezwaar en beroep en het versturen van 3 CBS, Bevolking Katwijk per 1 januari 2011 Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 10

herinneringen en aanmaningen. De (oorspronkelijke) onderlinge verschillen zijn gering, zie hiervoor bijlage I: harmonisatieaspecten. Uit oogpunt van kwaliteits- en kennisborging wordt het proces van de beleidsvoorbereiding, inclusief het opstellen van modelverordeningen in beginsel aan het samenwerkingsverband over gelaten. Daar zijn immers de vakinhoudelijke medewerkers in dienst. Een en ander geschiedt in nauw overleg met de regiefunctionarissen van de deelnemers. 3.4 SPELREGELS BIJ UITTREDING Deelnemers kunnen te allen tijde besluiten om hen moverende redenen uit te treden. Om de continuïteit van de samenwerking te waarborgen ook uit oogpunt van personele zorg zijn er in de GR spelregels voor uittreding opgenomen; de condities waaraan een uittredende partij jegens de samenwerking moet voldoen zijn geformuleerd. Daarnaast verbindt een deelnemer zich bij toetreding eraan om niet binnen 5 jaar na datum toetreding uit te treden. 3.5 GESCHILLENREGELING Al eerder is er gesproken over een herzieningsprocedure. Het past goed bij een samenwerkingsgedachte om geschillen altijd eerst via onderling overleg op te lossen tussen een afvaardiging van het DB en een afvaardiging van het college waarmee het geschil bestaat. Leidt dit niet tot een positief resultaat dan wordt het verschil voorgelegd aan een nietbindend deskundigenadvies. Zowel het DB als het betreffende college benoemen een onafhankelijke deskundige, die gezamenlijk een derde deskundige benoemen. Gedrieën stellen ze een advies op. Indien ook het advies niet tot een oplossing leidt, staat de weg open naar het voorleggen van het geschil aan Gedeputeerde Staten dan wel de Gerechten die met betrekking tot het geschil bevoegd zijn. 3.6 REGIEVOERING DOOR DE DEELNEMERS Uit oogpunt van good governance dient er een onderscheid gemaakt te worden in de rollen van eigenaar (de besturen van de deelnemers), opdrachtgever (de ambtelijke top van de deelnemers) en opdrachtnemer (het samenwerkingsverband). De verhouding tussen eigenaar en opdrachtnemer wordt eenzijdig geregeld in de tekst van de GR en het eigenaarschap wordt verankerd en ingevuld door zitting te nemen in het AB. Toetreding tot de GR betekent acceptatie van de uniforme spelregels die getroffen zijn; individuele deelnemers kunnen deze spelregels niet veranderen. Om de relatie opdrachtnemer opdrachtgever te verankeren is gekozen voor een dienstverleningsovereenkomst (DVO); een overeenkomst tussen enerzijds de ambtelijke representanten van de deelnemers als opdrachtgever en anderzijds de directeur van de BSGR als opdrachtnemer. In de DVO zijn de voor alle deelnemers uniform geldende uitvoeringskaders, afspraken over de dienstverlening en de daarvoor geldende kwaliteitseisen en prestatie-indicatoren vastgelegd. Om toe te zien op de kwaliteit van de samenwerking en de communicatie tussen de samenwerking en Katwijk te waarborgen, zal Katwijk net als alle andere deelnemers een regiefunctionaris benoemen. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 11

4. Personele aspecten 4.1 PERSONELE FRICTIE In principe is er binnen de BSGR plek voor medewerkers van Katwijk voor zover er sprake is aan behoefte aan meer personeel. Samenwerking tussen Katwijk en de BSGR leidt tot een uitbreiding van de formatie van de BSGR met 3,0 fte. Daarnaast heeft de BSGR aangegeven dat er naar verwachting voor 3,0 fte ruimte is binnen de vacatures. Bij Katwijk zijn bij de belastingtaken die in de samenwerking worden betrokken 8,88 fte betrokken. Er is derhalve sprake van 2,88 fte aan personele frictie, welke achterblijft in Katwijk. Naar verwachting zijn er herplaatsingsmogelijkheden binnen Katwijk, dit door vanaf het moment dat tot samenwerking is besloten, actief beleid te voeren; mogelijk treedt er ook natuurlijk verloop op. Voor een deel van de frictie zal Katwijk van de BSGR een (aflopende) vergoeding ontvangen, gekoppeld aan de daadwerkelijk frictie die optreedt. 4.2 ARBEIDSVOORWAARDEN De BSGR hanteert de cao van de gemeenten (CAR/UWO). Op dit gebied treedt voor het overkomend personeel van Katwijk geen wijziging op. De vergelijking van de secundaire arbeidsvoorwaarden heeft geen opvallende verschillen opgeleverd ( bijlage II: vergelijking arbeidsvoorwaarden). 4.3 SOCIAAL PLAN / SOCIAAL STATUUT Er zal een sociaal plan worden opgesteld. Hierin worden de rechtspositie van medewerkers en een vangnet voor de personele gevolgen van de samenwerking tussen Katwijk en de BSGR geregeld. Het af te sluiten sociaal plan zal gelden voor de medewerkers die overkomen naar de BSGR. Achterblijvende medewerkers vallen onder het vigerende lokale sociaal plan van Katwijk. Het Georganiseerd Overleg (GO) en de Ondernemingsraad (OR) zullen worden geïnformeerd over het principebesluit. Daarna zal een Bijzondere Ondernemingsraad (BOR) en een Bijzonder Georganiseerd Overleg worden georganiseerd van Katwijk en de BSGR gezamenlijk. Bij het opstellen van het sociaal plan zal worden voorgesteld het sociaal plan van de BSGR te blijven hanteren. Dit sociaal plan is recentelijk tot stand gekomen (november 2010) en toegespitst op de overgang van medewerkers naar de BSGR. Enkele uitgangspunten van dat sociaal plan zijn: mens volgt werk, waarbij de medewerker geacht wordt geschikt te zijn voor de functie als er sprake is van een volgfunctie; flankerend beleid; behoudt van salarisperspectieven en het recht op persoonsgebonden toelage onder de hiervoor reeds geldende voorwaarden; vergoedingsregeling reiskosten woon-werkverkeer reistijdvergoeding indien door standplaatswijziging de reisafstand woonwerkverkeer met meer dan 10 kilometer enkele reis toeneemt. 4.4 VACATUREBELEID Zoals hierboven aangegeven is er sprake van personele frictie. Uit sociaal oogpunt, maar ook vanwege het kostenaspect, wordt een afgestemd vacaturebeleid ingevoerd zodra het besluit is genomen om tot samenwerking over te gaan. Vacatures op het gebied van belastingen worden aan elkaar gemeld en gezamenlijk wordt nut en noodzaak van invulling afgewogen en tot openstelling besloten. Daar waar mogelijk wordt tot onderlinge uitlening van personeel Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 12

over gegaan. Uitgangspunt bij openstelling is dat er gekozen wordt voor tijdelijke invulling, zodanig dat dit niet tot verstoring van de positie van de huidige werknemers leidt. Na de start van de samenwerking en het doorlopen van het plaatsingsproces (waarmee invulling wordt gegeven aan de zes openstaande functies) worden medewerkers van de gemeente Katwijk voor vacatures van de BSGR als interne kandidaten aangemerkt. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 13

5. Taken en processen 5.1 UITVOERINGSTAKEN De BSGR kent een onderscheid in uitvoeringstaken in een standaardpakket: de taken die voor iedere deelnemer worden verzorgd en een pluspakket: taken die naar keuze door een deelnemer kunnen worden overgedragen. Binnen het standaardpakket vallen de taken met betrekking tot: de Wet WOZ; onroerend zaakbelasting; rioolrecht, inclusief grootverbruik; hondenbelasting; forensen en toeristenbelasting; precariobelasting; afvalstoffenheffing. Daarnaast zal Katwijk in een pluspakket de taken onder brengen met betrekking tot: belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten; parkeerbelasting; havengelden; marktgelden; begraafrechten. De BSGR verzorgt in mandaat het integrale uitvoeringsproces dat bij de bovenstaande belastingtaken behoort. Hiertoe behoren alle taken die Katwijk op grond van de Wet WOZ behoort uit te voeren, de aanslagoplegging, de invordering (met inbegrip van de dwanginvordering), het afhandelen van de kwijtscheldingsverzoeken, de behandeling van de bezwaren en beroepen en beleidsvoorbereiding. De handhaving- en toezichtfunctie zal, uit oogpunt van efficiencyoverwegingen door Katwijk zelf uitgevoerd blijven worden. Tot de uitvoeringstaken op grond van de Wet WOZ behoort ook het beheer van de WOZ databank als moederadministratie (basisregistratie WOZ) door de BSGR voor Katwijk. De BAG als basisadministratie blijft bij Katwijk. De BSGR gebruikt de landelijke voorzieningen die voor de diverse basisregistraties aanwezig zijn. 5.2 COMMUNICATIE MET DE BELASTINGPLICHTIGE De communicatie met de belastingplichtige verloopt zoveel mogelijk digitaal, hiertoe is een digitale balie opgezet. De BSGR heeft verder een Front office die als 1 e -lijnscontact moet dienen. Achterliggende grond is dat hierdoor een betere afstemming tussen 1 e -lijns en 2 e -lijns werkzaamheden binnen de BSGR kan plaats vinden. In overleg met de gemeentelijke deelnemers is deze werkwijze zodanig ingevuld dat dit geen afbreuk hoeft te doen aan de ambities van het overheidsprogramma Gemeente heeft Antwoord. Bij de aanslagoplegging wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van een gecombineerd aanslagbiljet. Dat wil zeggen één biljet met daarop de heffingen die vanuit de verschillende deelnemers aan het betreffende subject worden opgelegd, inclusief, indien van toepassing, de WOZ-beschikkingen aangaande dat subject. In de communicatie wordt actief aandacht besteed aan het gegeven dat de BSGR de belastingtaken voor in casu Katwijk uitvoert. Katwijk zal rondom het moment van de eerste aanslagoplegging richting de burger specifieke aandacht geven over de overgang van de werkzaamheden naar de BSGR. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 14

5.3 HARMONISATIE Zoals in paragraaf 3.3 beleidsvrijheid aangegeven, vindt er op het gebied van de uitvoeringsregels harmonisatie plaats. Dit betreft onder andere de data van de aanslagoplegging, de betaaltermijnen, de regels met betrekking tot kwijtschelding en bezwaar en beroep en het versturen van herinneringen en aanmaningen. De (oorspronkelijke) onderlinge verschillen zijn gering, zie hiervoor bijlage I: harmonisatieaspecten. Daar waar verschillen optreden, zijn zodanige oplossingen gekozen dat de voordelen in termen van lagere kosten en publieksvriendelijkheid zoveel mogelijk opwegen tegen nadelen in termen van renteverlies. 5.4 OVER TE DRAGEN WERKVOORRAAD EN GEGEVENSBESTANDEN Bij de overgang van de werkzaamheden van Katwijk naar de BSGR wordt uitgegaan van het principe schoon over. De over te dragen bestanden, de kwaliteit van de (her)taxaties en voortgang in de werkprocessen moeten dusdanig zijn dat er geen sprake is van een extra belasting van de BSGR om een en ander op regulier niveau te krijgen. Ruim voor het transitieproces wordt gestart (hoofdstuk 8), worden er kentallen benoemd ter vaststelling van de kwaliteit van de belasting- en waarderingsgegevens en voor de vaststelling van de acceptabele werkvoorraden. Tevens wordt ten aanzien van de bestanden een proefconversie uitgevoerd. Op basis van de resultaten van de eerste metingen zal Katwijk aanvullende maatregelen treffen om bij de transitie zelf schoon door de poort te gaan. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 15

6. Financiële aspecten 6.1 OVERWEGINGEN, UITGANGSPUNTEN EN WERKWIJZE Overwegingen en uitgangspunten Financieel gezien heeft de samenwerking de doelstelling om een kostenvoordeel te behalen. Gezamenlijk is het efficiënter en dus goedkoper de verschillende belastingtaken uit te voeren. Samenwerking levert niet alleen een kostenvoordeel op voor Katwijk, maar ook voor de al bestaande deelnemers van de BSGR. In totaliteit besparen Katwijk en de deelnemers binnen de BSGR op termijn 801k met de samenwerking. Ten aanzien van de financiële aspecten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Katwijk krijgt dezelfde uitgangspositie zoals die gehanteerd is voor de oorspronkelijke deelnemers; het voordeel dat voor de bestaande deelnemers gerealiseerd wordt, wordt gelijkelijk over die deelnemers verdeeld; voor het overige wordt de oorspronkelijke kostenverdeling onverkort gehanteerd. Met dezelfde uitgangspositie wordt bedoeld dat Katwijk ten aanzien van de structurele situatie eenzelfde minimale besparing gegarandeerd krijgt, de kosten sociaal plan niet apart worden doorberekend en er een handreiking plaats vindt bij het oplossen van de frictiekosten. Voor wat dit laatste betreft, krijgt Katwijk voor de ingeschatte personele frictie (paragraaf 4.1) een aflopende(gedeeltelijke) vergoeding. Slaagt Katwijk er sneller in de personele frictie te verlagen, dan wordt een evenredige verlaging van de vergoeding toegepast. De projectkosten die éénmalig (incidenteel) optreden als gevolg van de toetreding van Katwijk dienen door Katwijk zelf gedragen te worden. Structurele kosten Door samenwerking binnen de BSGR zullen de structurele uitvoeringskosten van de belastingtaken uit de reguliere begroting van Katwijk vervangen worden door de deelnemersbijdrage die Katwijk aan de BSGR verschuldigd is. Daarnaast zullen er binnen de structurele begroting van Katwijk posten getroffen zijn voor de uitvoering van handhaving- en toezichtstaken en de regiefunctionaris. Incidentele kosten Naast bovengenoemde structurele kosten, zullen er ook incidentele kosten gemaakt worden. Het gaat hier om de kosten met betrekking tot de transitie van de taken (projectkosten), kosten die samenhangen met het sociaal plan en frictiekosten personeel en desintegratie van overhead. Bij de zelf te dragen incidentele kosten worden ook de kosten gerekend die in Katwijk achterblijven als gevolg van het overbrengen van de belastingtaken (desintegratie). Deze kosten vinden immers hun oorsprong in door Katwijk in het verleden zelf genomen beslissingen. Daarnaast heeft Katwijk zelf de mogelijkheden in handen om deze kosten te beïnvloeden. Werkwijze Op basis van door Katwijk aangeleverde kentallen, is door de BSGR geïnventariseerd op welke vlakken de begroting van de BSGR structureel moet worden bijgesteld. Ook is een inventarisatie en op sommige onderdelen een inschatting van de incidentele kosten gemaakt. Vanuit de bijgestelde BSGR-begroting zijn vervolgens de deelnemersbijdragen, inclusief de Katwijkse, berekend. Hierbij zijn de hierboven genoemde overwegingen en uitgangspunten en de kostenverdeelsleutel (zie hierna) gehanteerd. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 16

Voor de huidige deelnemers is inzichtelijk gemaakt wat de deelnemersbijdrage is met en zonder Katwijk als deelnemer. Tenslotte is voor Katwijk een kostenvergelijking opgesteld die het verschil laat zien tussen zelf doen oftewel de kosten van de over te dragen belastingtaken in de Katwijkse begroting en de vastgestelde deelnemersbijdrage. 6.2 BEGROTING BSGR EN KOSTENVERDELING INCLUSIEF KATWIJK Begroting BSGR Uitgaande van volledige samenwerking met Katwijk in 2013 is becijferd welke effecten er binnen de BSGR optreden. Het benodigde budget komt nu uit op: programma Waarderen programma Heffen programma Invorderen standaardpakket pluspakket totaal begroting begroting BSGR exclusief Katwijk begroting BSGR inclusief Katwijk 3.701.812 3.958.457 3.133.657 3.152.407 2.734.484 2.634.941 toename begroting BSGR 9.569.953 9.745.805 175.852 167.269 182.269 15.000 9.737.222 9.928.074 190.852 De uitbreiding van de activiteiten en de daarmee gepaarde kosten voor de BSGR zitten met name op het gebied van het Waarderen (2fte). Op de overige programma s vindt een zeer beperkte (kosten)uitbreiding plaats (1fte voor bezwaar en beroepszaken en uitvoeringskosten zoals automatisering en drukwerk). Meerjarig ontstaat voor de BSGR het volgende beeld: 2012 2013 2014 2015 2016 deelnemersbijdragen cf begroting 2012 10.332.223 10.062.222 9.742.795 9.748.973 9.748.973 waarvan incidenteel 600.000-325.000- structurele deelnemersbijdragen 9.732.223 9.737.222 9.742.795 9.748.973 9.748.973 toename door deelname Katwijk 190.852 190.852 190.852 190.852 vergoeding frictiekosten aan Katwijk 106.578 71.052 35.526 deelnemersbijdragen incl Katwijk 9.732.223 10.034.652 10.004.699 9.975.351 9.939.825 Kostenverdeling inclusief Katwijk De BSGR heeft voor het standaardpakket een kostenverdeelsleutel gekozen die recht doet aan het principe dat naarmate een deelnemer meer werk genereert voor de BSGR, deze ook een groter deel van de begroting van de BSGR doorbelast krijgt. Dit heeft geleid tot een kostenverdeelsleutel gebaseerd op de elementen: aantal aanslagregels, aantal aanslagbiljetten en aantal objecten. Het onverkort toepassen van die elementen in de verdeelsleutel leidt voor een aantal deelnemers tot ongewenste effecten. Derhalve is de oorspronkelijke bijdrage van het hoogheemraadschap van Rijnland gefixeerd op het procentuele aandeel van de formatie die door Rijnland ingebracht is. Daarnaast is afgesproken vanuit het belang dat zoveel mogelijk organisaties toe gaan treden om voor elke deelnemer een besparing te garanderen. Tenslotte is aan de gemeente Zoeterwoude het besparingsvoordeel gegarandeerd dat zij hadden bereikt door de (recentelijke) uitbesteding van hun belastingtaken aan de gemeente Leiden. Ten aanzien van de kosten van een ingebracht pluspakket is besloten dat de inbrengende deelnemer alle bijkomende kosten van het ingebrachte pluspakket zelf draagt. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 17

Toepassing van de kostenverdeelsleutel, daarbij rekening houdend met de in paragraag 6.1 geformuleerde uitgangspunten geeft het volgende beeld: 2012 2013 2014 2015 2016 deelnemersbijdragen incl Katwijk 9.732.223 10.034.652 10.004.699 9.975.351 9.939.825 deelnemersbijdrage Katwijk 760.888 760.888 760.888 760.888 nieuwe bijdragen bestaande deelnemers 9.732.223 9.273.764 9.243.811 9.214.463 9.178.937 huidige bijdragen bestaande deelnemers 9.732.223 9.737.222 9.742.795 9.748.973 9.748.973 besparing huidige deelnemers - 463.458-498.984-534.510-570.036- De huidige deelnemers besparen door toetreding van Katwijk jaarlijks circa 570k, zo n 6%. Door gedeeltelijke vergoeding van de frictiekosten personeel (verdeeld over de jaren 2013 tot en met 2015 een totaalbedrag ad 213k), wordt deze besparing in 2016 ten volle bereikt. Het effect per deelnemer in 2016 is als volgt: Rijnland Gouda Gouda - pluspakket Leiden Oegstgeest Voorschoten Wassenaar Zoeterwoude totaal begroting kostenverdeling huidig kostenverdeling nieuw besparing 3.854.171 3.610.244-243.927 1.544.754 1.453.639-91.115 167.269 167.269 0 2.459.087 2.304.105-154.982 445.125 416.854-28.271 494.972 480.720-14.252 582.993 545.504-37.489 200.602 200.602 0 9.748.973 9.178.937-570.036 Voor Gouda valt de procentuele besparing iets lager uit doordat er alleen een besparing gerealiseerd wordt op het standaardpakket en niet op het pluspakket. Voorschoten was in de oude situatie een gemeente waaraan solidariteitscorrectie was toegekend. Na toetreding van Katwijk is zo n correctie voor Voorschoten niet meer noodzakelijk. Voor Zoeterwoude tenslotte wordt geen besparing gerealiseerd. Het bij te bedragen bedrag volgens de ongecorrigeerde verdeelsleutel bevindt zich nog boven de bijdrage waarbij voor Zoeterwoude terug gevallen wordt op de aan Zoeterwoude gegarandeerde besparing. Een nadere berekening van de deelnemersbijdrage is opgenomen in bijlage III: overzicht deelnemersbijdragen. 6.3 FINANCIEEL EFFECT KATWIJK Voor Katwijk is geanalyseerd welke structurele kosten binnen de huidige begroting zijn gemoeid met de over te dragen belastingtaken. Daarnaast is de omvang van de incidentele lasten bepaald, deze bestaande uit desintegratiekosten, frictiekosten, projectkkosten en additionele implementatiekosten. Desintegratiekosten ontstaan omdat Katwijk niet per direct alle overhead kan afbouwen die vanuit de Katwijkse organisatie aan de belastingtaken wordt toegerekend en derhalve (gedeeltelijk) zou moeten vervallen. Er wordt de stelregel gehanteerd dat de desintegratie in drie jaar moet worden afgebouwd. Hetzelfde geldt voor de frictiekosten die samenhangen met de afbouw van bovenformatitiviteit die ontstaat. Tenslotte dient Katwijk rekening te houden met projectkosten en additionele implementatiekosten, eenmalige kostenposten die samenhangen met de transitiewerkzaamheden en de start binnen de BSGR. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 18

2012 2013 2014 2015 2016 Totaal lasten Katwijk 997.223 995.510 993.797 992.084 uitvoering door BSGR 760.888 760.888 760.888 760.888 brutovoordeel Katwijk - 236.335 234.622 232.909 231.196 projectkosten 75.000 additionele implementatiekosten 2013 34.873 afbouw overhead 212.253 159.190 106.127 53.063 frictiekosten (afbouw bovenformativiteit) 213.155 159.866 106.578 53.289 dekking Katwijk frictie/desintegratie 425.408- vergoeding frictiekosten van BSGR 106.578-71.052-35.526- voordeel na afbouw overhead/frictie Katwijk 75.000-117.595-21.917 126.557 231.196 Het totaal van de incidentele frictielasten komt uit op 533k. Gezien de structurele jaarlijkse besparing, worden de incidentele lasten binnen iets meer dan 3 jaar terug verdiend. Binnen de af te bouwen overhead valt een structureel bedrag ad 53k aan overhead die niet in (directe) relatie tot de afdeling BWI staat. Deze kosten zullen desgewenst op andere organisatieonderdelen moeten worden afgebouwd. Voor de berekening van de deelnemersbijdrage van Katwijk, zijn deze kosten buiten beschouwing gelaten. 6.4 TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN De samenwerking tussen Katwijk en de BSGR leidt tot een verstevigde positie van de BSGR in de regio Hollans Midden. Hierdoor wordt de BSGR voor steeds meer gemeenten een interessante partij om mee te gaan samenwerken. En zoals de samenwerking met Katwijk al laat zien, zal dit leiden tot realisatie van voordelen voor zowel de aansluitende als de bestaande deelnemers van de BSGR. Daarbij kan tevens in ogenschouw genomen worden dat de BSGR een recent gestarte organisatie is waarbinnen door een goede sturing nog efficiencyvoordelen te behalen zijn. Doordat bij toekomstige aansluiting de omvang van de organisatie toeneemt, zullen deze efficiencyvoordelen makkelijker te realiseren zijn. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 19

7. Risicoparagraaf In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de belangrijkste risico s waarmee in het proces van totstandkoming van de samenwerking tussen Katwijk en de BSGR rekening moet worden gehouden. Alle risico s zijn geïnventariseerd en in bijlage IV worden deze risico s beschreven, alsmede de aard en omvang van het risico in termen van beheersaspecten (tijd, geld en kwaliteit), de kans dat het risico optreedt en de impact van het risico. De belangrijkste risico s die optreden zitten in het bestuurlijk besluitvormingsaspect en het overleg met de vakbonden. Er zal goede sturing moeten plaatsvinden om deze trajecten tijdig te laten verlopen. Daarnaast zal het conversietraject de nodige aandacht vergen. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 20

8. Vervolgproces 8.1 DE PROCESLIJNEN Doelstelling van de samenwerking is om deze te starten per 1 januari 2013. Met andere woorden vanaf dat moment worden alle taken voor Katwijk door de BSGR uitgevoerd. Om dit te bereiken zullen er in de aanloop naar 1 januari 2013 verschillende activiteiten moeten worden uitgevoerd. Deze activiteiten voeren langs drie lijnen: besluitvorming; personele traject; werkprocessen. In bijlage V is een gedetailleerd planningsoverzicht opgenomen. Besluitvorming Met deze rapportage is de onderzoeksfase afgerond. Op basis van dit voorliggende besluitvoorbereidende onderzoek kan het traject van de besluitvorming door het college van B&W van Katwijk en het Dagelijks bestuur van de BSGR met tussentijdse advisering door de ondernemingsraden nu starten. Voorstel is toe te werken naar een principebesluit in november, gevolgd door een definitief besluit in januari. Vervolgens kan de samenwerking voorgelegd worden aan de Gemeenteraad van Katwijk respectievelijk de gemeenteraden van de deelnemers en het Algemeen bestuur van de BSGR, gericht op een eindbeslissing in maart 2012. Om ervoor te zorgen dat er eenduidige besluiten worden genomen, zal deze rapportage dienen als een gezamenlijk en eensluidend voorstel aan de besturen. In deze rapportage wordt gevraagd om een ja tegen de samenwerking door toetreding van Katwijk tot de Gemeenschappelijke Regeling, vaststelling van de kostenverdeelsleutel en voor Katwijk een bijdrage in de projectkosten. Eind 2012 zal de Gemeenteraad van Katwijk de reguliere belastingverordeningen moeten vaststellen waarbij rekening is gehouden met de harmonisatieafspraken. Ook zal eind 2012 in de raden de aangepaste tekst van de Gemeenschappelijke regeling aan de orde komen. Personele traject De eerste stap op het personele vlak is de hierboven aangehaalde advisering van de ondernemingsraden aangaande de samenwerking volgend op het principebesluit van de besturen. Nadat de Gemeenteraden en het Algemeen bestuur hun instemming hebben verleend, kunnen de onderhandelingen over het te voeren sociaal plan met het de vakbonden (het Bijzonder georganiseerd overleg) over het sociaal plan starten. Na verkregen accoord over het sociaal plan kan het plaatsingsproces plaatsvinden. Doelstelling is het doorlopen van het plaatsingsplan tot en met de voorlopige plaatsing en de daaropvolgende bedenkingenprocedure voor december 2012. Zodoende kan het personeel tijdig van hun definitieve plaatsing op de hoogte worden gesteld (december 2012). Werkprocessen Om tempo in het samenwerkingsproces te houden kunnen parallel aan het besluitvormingstraject al voorbereidende werkzaamheden worden uitgevoerd. Het gaat hier om activiteiten in het kader van schoon over die geen onomkeerbare beslissingen in zich hebben, zolang er nog geen definitief ja vanuit de Gemeenteraden gegeven is. Katwijk blijft tot en met april 2012 zelf nog alle reguliere uitvoeringsprocessen doen. Rapportage besluitvoorbereidend onderzoek belastingsamenwerking 21