DEEL III De werkgever is failliet



Vergelijkbare documenten
DEEL V DE WERKGEVER WORDT VEREFFEND

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités ;

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 32 BIS VAN 7 JUNI 1985 [BETREFFENDE HET BEHOUD

Industriële en commerciële sectoren. Fonds sluiting ondernemingen

MEMO BEDRIJF IN FALING WAT NU?

Sluiting? Faillisement?

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 32 BIS VAN 7 JUNI 1985 [BETREFFENDE HET BEHOUD

Industriële en commerciële sectoren. Fonds sluiting ondernemingen

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités ;

Fonds voor sluiting van ondernemingen: een portret

DEEL II DE WERKGEVER SLUIT GEHEEL OF GEDEELTELIJK

A. Context van de goedkeuring van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 bis

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 32/

Nieuwsflash

DE VERSCHILLENDE REGELINGEN INZAKE OUTPLACEMENT VANAF 1 JANUARI 2014

Sluiting? Faillissement? De Liberale Vakbond is er om u te helpen! De liberale vakbond is er om u te helpen! sluiting van uw onderneming

Brugpensioen : hoofdelijke bijdragen en sociale inhoudingen. Belangrijke wijzigingen vanaf 1 april 2010

Nieuwe ontslagregels 2012

Arbeidsrecht (2bis): Herstructureringen

Wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs (B.S )

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

Laatste aanpassing: 27/03/ Paritair Comité voor de non-ferro metalen


COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

Herstructureren in tijden van crisis: wat is het wettelijk kader nu?

DE WERKNEMER DIE UITKERINGEN WIL GENIETEN MOET DIT FORMULIER, NA DE PERIODE GEDEKT DOOR LOON,


COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 32 QUINQUIES

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010

Stelsel van economische werkloosheid voor bedienden

DE CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

FAILLISSEMENT : De aangifte van de schuldvordering.

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT

Stelsel van economische werkloosheid voor bedienden

Out Sim. Handleiding te lezen voor gebruik

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 39 VAN 13 DECEMBER 1983 BETREFFENDE DE VOORLICHTING EN HET OVERLEG INZAKE DE

Behangpapier. Ploegenpremie Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2011 ( ) Overurentoeslag Jaarlijkse premie...

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 TER VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN SOCIALE VOORDELEN TEN LASTE


HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER

Soms komt in het kader van een meervoudig ontslag een sociaal plan tot stand, maar dit is minder gebruikelijk dan bij collectief ontslag.

en laatste punt wordt nagegaan hoe een erkenning als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering kan bekomen worden.

Zij heeft tot doel aan bepaalde categorieën van arbeid(st)ers die werden ontslagen, het recht op outplacementbegeleiding

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT

Koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers in het kader van herstructureringen (B.S

DE WERKNEMER DIE UITKERINGEN WIL GENIETEN MOET DIT FORMULIER, NA DE PERIODE GEDEKT DOOR LOON,

BIJLAGE. Nieuwe regeling opzeggingstermijnen voor werknemers vanaf 2014

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220. Inhoudstafel Voorwerp Werking in de tijd...

Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007)

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 23 april

Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement

WERK = WERK. naar een werknemersstatuut voor arbeiders en bedienden

Arbeidsovereenkomst voor voltijdse werknemers tewerkgesteld in de ambassades en diplomatieke missies

[ ] CRISISPREMIE VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS KAN TOT EEN BIJKOMENDE KOST VAN EUR LEIDEN

WAT ZIJN UW RECHTEN EN PLICHTEN IN HET KADER VAN OUTPLACEMENT?

Protocol van akkoord van 31 mei 2011

KNIPPERLICHTEN Arbeidsrecht

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 27 VAN 27 NOVEMBER 1975 BETREFFENDE DE VERPLICHTING VOOR DE WERKGEVER VERTRAGINGEN IN DE BETALINGEN TE MELDEN

IN TE VULLEN DOOR DE UITBETALINGSINSTELLING : 1 ste aanvraag RU VW... datumstempel WB

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag;

Nationaal akkoord voor arbeiders (PC 116)

Groententeelt

Infoblad werkgevers Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden preliminaire voorwaarden

OVERZICHT. Algemene inleiding Begripsomschrijving Rechtsbronnen Rechten en plichten van de werknemer en werkgever Besluit

Inhoudstafel. Voorwoord 15 Eenheidsstatuut 17 Structuur 19 Afbakening 21. Deel I Vóór de beëindiging 23

MIJN BEDRIJF IS FAILLIET WAT NU?

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.77 TER

Opgemaakt te... op...

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel Voorwerp Werking in de tijd...

Social-profitsector en vrije beroepen. Fonds sluiting ondernemingen

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 93 VAN 20 DECEMBER 2007 TOT INSTELLING EN VASTSTELLING, VOOR 2007 EN 2008, VAN DE PROCEDURE VAN TENUITVOERLEG-

Halftijds brugpensioen

Paritair Comité voor de landbouw

Nieuwe regels inzake outplacement en sollicitatieverlof

WAT MOET U DOEN IN HET KADER VAN OUTPLACEMENT?

Vakantiegeld... 2 Jaarlijkse gratificatie... 2 Jaarlijkse premie... 4 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten van het personeel...

Sluiting? Faillissement? De Liberale Vakbond is er om u te helpen!

De hierna vermelde CAO s kunnen geraadpleegd worden op de site van de FOD WASO :

Knipperlichten Sociaal Recht

OPZEGTERMIJNEN VANAF 1/1/2014

Geldigheidsdatum: 01/01/2011 Laatste aanpassing: 02/05/2016. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Nationaal

CRISISPREMIE ARBEIDERS

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 102 VAN 5 OKTOBER 2011 BETREFFENDE HET BEHOUD VAN DE RECHTEN VAN DE WERKNEMERS BIJ WIJZIGING VAN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 97 VAN 20 FEBRUARI 2009 TOT INSTEL- LING EN VASTSTELLING, VOOR 2009 EN 2010, VAN DE PROCEDURE VAN TENUIT-

ONTWERP VAN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST BAREMIEKE BEDIENDEN VAN BAYER ANTWERPEN NV

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

Bloementeelt

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

1. Outplacement, waarover gaat het?

2. Toepassingsgebied van de regelgeving

Infoblad - werknemers Welke zijn de voorwaarden om recht te hebben op brugpensioen tot en vanaf ?

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 10 VAN 8 MEI 1973 BETREFFENDE HET COLLECTIEF ONTSLAG, GEWIJZIGD DOOR DE COLLECTIEVE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 10 VAN 8 MEI 1973 BETREFFENDE HET COLLECTIEF ONTSLAG, GEWIJZIGD DOOR DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREEN-

Geldigheidsdatum: 01/02/2016 Laatste aanpassing: 24/01/2017. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Nationaal

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april

Bloementeelt

AFDELING 1 NIEUWE OPZEGGINGSTERMIJNEN

Transcriptie:

DEEL III De werkgever is failliet Afgesloten op 19 juni 2009 Bij het afsluiten van het draaiboek kon volgend KB niet meer worden verwerkt. Daarom dat we dit hier op het voorblad opnemen: Het koninklijk besluit van 28 juni 2009 tot uitvoering van titel 3 van de crisiswet van 19 juni 2009, breidt de toepassing van de verminderingskaart herstructureringen tijdelijk uit naar de werknemers die als gevolg van een faillissement, sluiting of vereffening van de onderneming ontslagen worden gedurende de periode van 1 juli 2009 tot 31 december 2009.

Inhoudstafel 1 Algemene beschrijving...3 2 Collectief ontslag met vervroegd brugpensioen...3 3 Collectief ontslag zonder vervroegd brugpensioen... 4 4 Meervoudig ontslag buiten collectief ontslag...5 4.1 Procedure...7 4.1.1 Fase 1: Informatieplicht vóór het faillissement... 7 4.1.2 Fase 2: Aangifte van faillissement en faillissementsvonnis... 8 4.1.3 Fase 3: Beheer en vereffening van de failliete boedel... 9 4.1.4 Fase 4: Aangifte en verificatie van de schuldvorderingen... 15 4.1.5 Fase 5: Vereffening van het faillissement... 17 4.2 Verplichte vergoedingen...18 4.2.1 Algemeen... 18 4.2.2 Sluitingsvergoeding... 19 4.2.3 Tussenkomst van het Sluitingsfonds... 20 4.2.4 Verplicht outplacement... 21 4.3 Activerende maatregelen...21 4.3.1 Overname van activa na faillissement... 21 4.3.2 Outplacement... 27 Voorafgaande opmerking... 27 Wat is outplacement?... 27 Welke werknemers hebben recht op een outplacement?... 28 Wat zijn de plichten van de curator en de werknemer in geval van verplicht outplacement?... 29 Plichten voor de werknemers en sancties in verband met de werkloosheidsuitkeringen... 30 Verhouding tussen de Wet van 5 september 2001, CAO nr. 82 en CAO nr. 51?... 32 Tussenkomst vanwege de overheid in outplacementkosten... 33 Sectorale afspraken... 42 4.4 Sectorspecifieke regels...43 4.5 Checklist voor de actoren...45 4.6 Regelgevende teksten...47 4.7 Literatuurlijst...49 Deel III. Faillissement 2

1 Algemene beschrijving De handelaar die op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen en wiens krediet geschokt is, bevindt zich in staat van faillissement. Iedere handelaar is verplicht aangifte te doen van faillissement binnen de maand na het ophouden te betalen. De faillietverklaring gebeurt bij vonnis van de rechtbank van koophandel, hetzij op aangifte van de onderneming, hetzij op dagvaarding van een of meer schuldeisers, van het openbaar ministerie, De rechtbank van koophandel verklaart de onderneming failliet en duidt bij vonnis één of meerdere curator(en) aan. De curator beheert het faillissement als een goed huisvader onder toezicht van de rechter-commissaris. Hij moet ook actief meewerken aan het vaststellen van het bedrag van de aangegeven schuldvorderingen van de werknemers van de gefailleerde onderneming. 2 Collectief ontslag met vervroegd brugpensioen Collectief ontslag met vervroegd brugpensioen is dit type van collectief ontslag waarbij de werkgever, in samenspraak met de werknemersafgevaardigden, overgaat tot de aanvraag van het statuut onderneming in moeilijkheden of onderneming in herstructurering. Dat statuut leidt er toe dat de werknemers die ontslagen worden in het raam van de herstructurering toegang krijgen tot het stelsel van brugpensioen op een leeftijd die lager is dan de normaal in de onderneming geldende brugpensioenleeftijd. De aanvraag moet gemotiveerd zijn en vergezeld zijn van ondermeer een herstructureringsplan dat de nodige documenten moet bevatten die aantonen dat de onderneming zelf de waarborgen heeft voorzien om in geval van faillissement de kosten te dekken van de aanvullende vergoeding van de bruggepensioneerden tussen de leeftijd van 50 jaar of de leeftijd voorzien in de CAO die van toepassing is en 55 jaar. Na het faillissement kan de werkgever niets meer doen. In de regel heeft de curator niet de verplichtingen van de werkgever; de curator mag niet worden vereenzelvigd met de werkgever. Op sommige plaatsen in de wetgeving worden aan de curator dezelfde verplichtingen opgelegd als aan de werkgever. De curator zal normaal voormelde waarborg niet kunnen bieden. De onderneming zal om die reden dan ook geen erkenning kunnen bekomen om Deel III. Faillissement 3

werknemers vervroegd op brugpensioen te laten gaan onder de leeftijd van 55 jaar. Evenmin kunnen na het vonnis van faillietverklaring normaal nog nieuwe verbintenissen worden aangegaan voor een vervroegd brugpensioen vanaf 55 jaar. De werkgever zelf verliest immers door het vonnis van faillietverklaring van rechtswege het beheer over al zijn goederen. De curator heeft niet de bevoegdheid om voor de werknemers die hij ontslaat in het raam van het faillissement bijkomende schulden te creëren door vervroegd brugpensioen toe te staan. Het Sluitingsfonds moet trouwens weigeren om tussen te komen in de betaling van de aanvullende vergoeding brugpensioen gebaseerd op een CAO ondertekend door een curator van een failliete onderneming en neergelegd bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg binnen de zes maanden voorafgaand aan de sluiting. Zelfs reeds vóór het faillissementsvonnis kunnen, meer bepaald vanaf de datum van staking van betalingen, geen handelingen meer verricht worden of overeenkomsten gesloten zonder tegenprestatie of met een tegenprestatie die niet in verhouding staat tot hetgeen waartoe de schuldenaar zich heeft verbonden. Een CAO waarbij vervroegd brugpensioen toegekend wordt, zelfs gesloten vóór het faillissementsvonnis kan aldus betwist worden door andere schuldeisers. Het Sluitingsfonds betaalt weliswaar de aanvullende brugpensioenvergoeding aan de werknemers wanneer de werkgever in gebreke blijft deze te betalen, maar het Sluitingsfonds vordert deze bedragen daarna terug. Wanneer de collectieve arbeidsovereenkomst pas is neergelegd bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg minder dan zes maanden voor de sluiting, is het Fonds trouwens niet gehouden om de aanvullende vergoeding te betalen. Het beheerscomité kan nochtans beslissen hiervan af te wijken. 3 Collectief ontslag zonder vervroegd brugpensioen De curator is niet verplicht de procedure van collectief ontslag toe te passen (o.m. voorafgaande informatie en consultatie van de werknemersvertegenwoordigers) indien hij beslist werknemers te ontslaan naar aanleiding van het faillissementsvonnis. Vandaar dat een ontslag naar aanleiding van een faillissement dat qua aantal een collectief ontslag zou vormen, behandeld wordt onder meervoudig ontslag buiten collectief ontslag. Wanneer de curator een nieuwe arbeidsovereenkomst aanbiedt in het kader van de gehele of gedeeltelijke voortzetting of de hervatting van de activiteiten, dan moet de procedure in verband met collectief ontslag toegepast worden, indien na de totstandkoming van de nieuwe arbeidsovereenkomsten ontslag wordt gegeven (althans in voldoende aantallen om tot toepassing van de wetgeving in verband met collectief ontslag aanleiding te geven). Zover zal Deel III. Faillissement 4

het in de praktijk meestal niet komen, aangezien de curator veelal overeenkomsten voor een bepaalde tijd of voor een bepaald werk zal sluiten. De vergoeding voor collectief ontslag is niet cumuleerbaar met de sluitingsvergoeding die in geval van faillissement meestal verschuldigd zal zijn. 4 Meervoudig ontslag buiten collectief ontslag Alle ontslagen (collectief of niet) worden hieronder besproken. De procedure in verband met collectief ontslag is niet toepasselijk, evenmin trouwens als de procedures vastgelegd in de sectoren of in ondernemingscao s of arbeidsreglementen. Deel III. Faillissement 5

RECHTBANK WERKGEVER/ CURATOR WERKNEMER FASE 1 Informatieplicht van de werkgever bij vertraging in betaling Occasionele voorlichting door de werkgever Informatieplicht van de werkgever over beslissing faillissement aan te vragen FASE 2 Aangifte door de werkgever van het faillissement op de griffie van de bevoegde Rechtbank van Koophandel Faillissementsvonnis FASE 3 Aanmaning van de curator 15 dagen Beslissing van de curator over het al dan met voortbestaan van de arbeidsovereenkomst Informatieverplichting van de curator aan het Sluitingsfonds Eventueel voortzetting van de handelsactiviteit Activerende maatregelen FASE 4 Indienen dossier Sociaal Interventiefonds Aangifte en verificatie van de schuldvorderingen FASE 5 Indienen dossier Sluitingsfonds Vereffening van het faillissement Deel III. Faillissement 6

4.1 Procedure 4.1.1 Fase 1: Informatieplicht vóór het faillissement Geen verrassing Normaal mag een faillissement geen verrassing zijn, zeker niet in die ondernemingen waar een ondernemingsraad is. De ondernemingsraad zou op basis van de jaarlijkse en periodieke (minstens trimestriële) financiële en economische informatie dit moeten zien aankomen. Informatieplicht bij vertraging in betalingen In ondernemingen die een gemiddelde van ten minste 50 werknemers tewerkstellen, moet de werkgever de ondernemingsraad of, in afwezigheid daarvan, de vakbondsafvaardiging onmiddellijk inlichten wanneer zijn onderneming sinds drie maanden na de vervaldag een vertraging heeft in de betalingen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, de B.T.W. en de directe belastingen of aan de bevoorrechte of pandhoudende hypothecaire schuldeisers. Occasionele informatie De werkgever moet aan de ondernemingsraad ook occasionele voorlichting verstrekken telkens zich gebeurtenissen voordoen die een belangrijke weerslag kunnen hebben op de onderneming of in alle gevallen waarin interne beslissingen die een belangrijke weerslag kunnen hebben op de onderneming tot stand komen. De beslissing van de werkgever om "de boeken neer te leggen" is onmiskenbaar een interne beslissing die een belangrijke weerslag kan hebben op de onderneming. Deze beslissing moet indien mogelijk medegedeeld worden alvorens ze worden uitgevoerd. De mededeling van de occasionele voorlichting moet vergezeld zijn van een commentaar betreffende de mogelijke gevolgen die de gebeurtenis of de beslissing kunnen hebben voor de ontwikkeling van de activiteiten van de onderneming en voor de toestand van de werknemers. Wanneer de voorlichting becijferde gegevens bevat, moet een schriftelijke samenvatting ervan aan elk der leden van de ondernemingsraad worden overhandigd. De werkgever die deze informatieverplichting niet naleeft, kan gestraft worden met een geldboete. Informatieplicht in verband met de beslissing tot faillissement Ten laatste op het moment van de aangifte van faillissement, moet de werkgever de beslissing tot faillissement (de aangifte) alsook de gegevens die de staat van faillissement aantonen, meedelen aan de ondernemingsraad of, indien er geen is, het comité voor preventie en bescherming op het werk of, indien er geen is, Deel III. Faillissement 7

de vakbondsafvaardiging ingeval er een is opgericht of, indien er geen is, een werknemersafvaardiging. De werknemersafvaardiging kan op alle mogelijke manieren worden samengesteld. Deze aangifte en gegevens moeten niet alleen meegedeeld worden; ze moeten ook besproken worden. De informatie en consultatie van de werknemers mag niet tot verhindering of vertraging van de aangifte leiden. Van een vetorecht van de werknemers is geen sprake. Deze communicatie is geen geldigheidsvoorwaarde voor het faillissement. Er is geen sanctie voorzien. 4.1.2 Fase 2: Aangifte van faillissement en faillissementsvonnis Aangifte van de beslissing tot faillissement Binnen een maand na het ophouden te betalen, moet de onderneming daarvan aangifte doen op de griffie van de bevoegde rechtbank van koophandel. Met deze aangifte beslist de onderneming het faillissement aan te vragen. Bij de aangifte op de griffie moeten de volgende gegevens worden gevoegd: de balans van het zakencijfer of een nota waarin de redenen worden opgegeven die beletten de balans neer te leggen; de boekhoudkundige boeken; indien personeel tewerkgesteld wordt of tewerkgesteld werd gedurende de laatste 18 maanden: het personeelsregister; de individuele rekening, zowel die van het afgelopen kalenderjaar als die van het lopende kalenderjaar; de gegevens met betrekking tot het sociaal secretariaat en de sociale kassen waarbij het bedrijf is aangesloten; de identiteit van de leden van het comité voor preventie en bescherming op het werk en van de leden van de vakbondsafvaardiging; in voorkomend geval, de toegangscode die de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid heeft toegekend en die de raadpleging mogelijk maakt van het elektronisch personeelsregister en die toegang verleent tot de overige noodzakelijke identificatiegegevens. Als de individuele rekeningen en de desgevallend door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan de werkgever toegekende code niet bij de aangifte kunnen gevoegd worden, dan neemt het sociaal secretariaat waarbij de werkgever was aangesloten, deze verplichtingen onmiddellijk en kosteloos op zich, op eenvoudig verzoek van de curators. De lijst met de naam en het adres van klanten en leveranciers; Een lijst met naam en adres van de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de onderneming. Deel III. Faillissement 8

Faillissementsvonnis De rechtbank van koophandel spreekt het vonnis van faillietverklaring uit. In het vonnis van faillietverklaring beslist de rechtbank van koophandel over: - de benoeming van een rechter-commissaris; - de aanstelling van een of meer curators, naargelang van de belangrijkheid van het faillissement; - een plaatsopneming door de rechtercommissaris, de curators en de griffier; - de oproep aan de schuldeisers tot aangifte van hun schuldvordering op de griffie binnen een termijn van ten hoogste dertig dagen; - de datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd. Dit tijdstip wordt zo gekozen dat er ten minste vijf en ten hoogste dertig dagen verlopen tussen het verstrijken van de termijn van aangifte van de schuldvorderingen en de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie. 4.1.3 Fase 3: Beheer en vereffening van de failliete boedel Eerste handelingen van de curator De curator neemt dadelijk na het vonnis van faillietverklaring zijn taak op zich nadat hij de aanvaarding van zijn ambt heeft bevestigd. Hij beheert het faillissement als een goed huisvader onder toezicht van de rechter-commissaris. De curator werkt actief en prioritair mee aan het vaststellen van het bedrag van de aangegeven schuldvorderingen van de werknemers van de gefailleerde onderneming. De curator moet de werknemers dus een zekere bijstand verlenen. De curator stelt ondermeer volgende handelingen: - opening van een faillissementsdossier op de griffie van de rechtbank van koophandel; - een plaatsopneming door de rechtercommissaris, de curator(en) en de griffier voor zover dit werd bevolen in het faillissementsvonnis; - opmaken van een inventaris van de goederen van de gefailleerde, in zijn tegenwoordigheid of nadat hij behoorlijk is opgeroepen; - verificatie en verbetering van de balans; - vorderen van de verzegeling, enkel indien er daarvoor een reden is; - verzoek tot kosteloze rechtspleging indien het actief kennelijk ontoereikend is om de vermoedelijke beheers- en vereffeningskosten van het faillissement te dekken. Deel III. Faillissement 9

Beslissing over de lopende arbeidsovereenkomsten Geen automatische beëindiging van de arbeidsovereenkomsten De arbeidsovereenkomsten worden door het faillissement niet automatisch beëindigd. De curator moet onmiddellijk na zijn aanstelling een beslissing nemen over het al dan niet verder uitvoeren van de arbeidsovereenkomsten waaraan door het faillissementsvonnis geen einde wordt gemaakt. Daarbij moet hij de gewone regels van het ontslagrecht toepassen. De werknemer kan de curator aanmanen om zijn beslissing binnen 15 dagen te nemen. Deze termijn, die in onderling overleg kan worden verlengd, begint te lopen vanaf de aanmaning. Deze aanmaning kan op elke mogelijke manier gebeuren, maar de werknemer moet er wel voor zorgen dat hij er het bewijs van kan leveren. Indien geen verlenging van termijn is overeengekomen of indien de curator geen beslissing neemt binnen die termijn, wordt de overeenkomst geacht door toedoen van de curator te zijn verbroken vanaf het verstrijken van deze termijn. Vooraleer de curator een beslissing neemt, wordt de tewerkstelling verder gezet. De algemene rechten en plichten van beide partijen blijven gelden. De curator is verplicht werk te verschaffen en loon te betalen; de werknemer is verplicht arbeid te presteren. Beslissing van de curator: 3 scenario s Scenario 1: De curator beslist de arbeidsovereenkomst te beëindigen De curator kan binnen een termijn van 15 dagen expliciet beslissen de arbeidsovereenkomsten te beëindigen. De curator beëindigt de arbeidsovereenkomst van de werknemers door middel van een opzeggingsbrief. Daarin wordt gemeld dat de werkgever failliet werd verklaard en dat daarom de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. De curator vraagt de werknemers ook hun rechten te laten gelden door middel van aangifte van schuldvordering. Aangezien de arbeidsovereenkomst zonder naleving van een opzeggingstermijn of voor het verstrijken van de eindtermijn beëindigd wordt, is een opzeggings- of beëindigingsvergoeding verschuldigd. De schuldvordering van de werknemer wordt opgenomen in de boedel. Scenario 2: De curator beslist de arbeidsovereenkomst verder te zetten Het is niet altijd aangewezen de arbeidsovereenkomsten onmiddellijk te beëindigen bij het openvallen van het faillissement. Het vlotte beheer en het tijdelijk voortzetten van de onderneming kan daardoor in het gedrang komen. Bovendien kunnen onderhandelingen over nieuwe arbeidsovereenkomsten moeizaam verlopen. Het kan dus gebeuren dat werknemers in dienst blijven om te helpen bij de noodzakelijke afwikkeling van het faillissement. Deel III. Faillissement 10

De curator heeft hier verschillende mogelijkheden: 1) Ofwel houdt hij de werknemer in dienst en blijft de lopende arbeidsovereenkomst behouden In dit geval hebben de werknemers recht op de uitvoering van de overeenkomst, en dus de betaling van hun loon. In geval van latere beëindiging van de arbeidsovereenkomst, is dat deel van de opzeggingsvergoeding (en het vertrekvakantiegeld) dat betrekking heeft op de arbeidsprestaties vóór het faillissementsvonnis een schuld in de boedel en dat deel van de opzeggingsvergoeding (en het vertrekvakantiegeld) dat betrekking heeft op de arbeidsprestaties geleverd na het faillissementsvonnis een schuld van de boedel. 2) Ofwel zegt de curator de arbeidsovereenkomst met de werknemer op en laat hem gedurende de opzeggingstermijn verder werken. De impact van het arrest van het Hof van Cassatie van 16 januari 2009 is onduidelijk in dit scenario. 3) Ofwel zegt de curator de arbeidsovereenkomst met de werknemer op en biedt deze een nieuwe arbeidsovereenkomst met een tijdsbepaling (bepaalde tijd duidelijk omschreven werk) aan. De lonen en voordelen met betrekking tot na het faillissement geleverde arbeidsprestaties zijn schulden van de boedel. De schuldvorderingen die voortvloeien uit de beëindiging van de arbeidsovereenkomst naar aanleiding van het faillissement blijven in de boedel. Scenario 3: Impliciete beslissing Indien er geen verlenging van de termijn van 15 dagen wordt overeengekomen of indien de curator binnen de termijn geen beslissing neemt, dan wordt de overeenkomst geacht door toedoen van de curator te zijn beëindigd vanaf het verstrijken van deze termijn. Indien de werknemer na het verstrijken van deze termijn wordt toegestaan verder te blijven werken, ontstaat een nieuwe arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, waarvan de arbeidsvoorwaarden identiek zijn aan die van de oude overeenkomst. Wanneer deze nieuwe arbeidsovereenkomst vervolgens ook beëindigd worden door de curator, dan valt de schuldvordering van de werknemer ten laste van de boedel. Wat is het verschil tussen een schuldvordering in of van de boedel? Een schuldvordering in de boedel De schuldvordering van de schade die eventueel verschuldigd zou zijn aan de werknemer wegens de niet-uitvoering van de arbeidsovereenkomst wordt opgenomen in de boedel, wanneer de curator geen beslissing heeft genomen binnen de termijn van 15 dagen en die termijn ook niet verlengd is geworden. Deel III. Faillissement 11

Bijvoorbeeld "in de boedel" zijn: De opzeggingsvergoeding wegens beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de curator binnen de 15 dagen. Alle (achterstallige) lonen tot de beëindiging door de curator of tot het verstrijken van de termijn van 15 dagen. Een schuldvordering van of ten laste van de boedel Wanneer de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet en recht op een beëindigingsvergoeding ontstaat na het faillissement, dan is dat deel van de opzeggingsvergoeding (en het vertrekvakantiegeld) dat betrekking heeft op de arbeidsprestaties vóór het faillissementsvonnis een schuld in de boedel en dat deel van de opzeggingsvergoeding (en het vertrekvakantiegeld) dat betrekking heeft op de arbeidsprestaties geleverd na het faillissementsvonnis een schuld van de boedel. De werknemers met een schuldvordering ten laste van de boedel worden bij voorrang vóór de schuldeisers met schulden in de boedel betaald uit de opbrengst van het actief. Bijvoorbeeld "van de boedel" zijn: Lonen verschuldigd voor prestaties in de nieuwe arbeidsovereenkomst na de faillietverklaring, ook als die binnen de termijn van 15 dagen gesloten zou zijn. De opzeggingsvergoeding verschuldigd wegens het beëindigen van de nieuwe arbeidsovereenkomst na de termijn van 15 dagen. Beschermde werknemers De curator moet de beschermingsprocedures niet naleven wanneer hij de arbeidsovereenkomsten als gevolg van het faillissement beëindigt. De situatie blijft zo, zelfs als hij de activiteiten nog enige tijd voortzet zolang hij de arbeidsovereenkomsten nog niet uitdrukkelijk of stilzwijgend heeft beëindigd. Deze vrijstelling van het naleven van de bijzondere formaliteiten en procedures geldt niet meer, wanneer de curator nieuwe arbeidsovereenkomsten heeft gesloten met het oog op het voortzetten of hervatten van de activiteiten. Dit geldt onder andere voor: - leden en kandidaat-leden van ondernemingsraden en comités voor preventie en bescherming op het werk; - vakbondsafgevaardigden; - preventieadviseurs; - alle categorieën van werknemers die slechts mogen ontslagen worden om redenen die geen verband houden met hun bescherming (bijvoorbeeld zwangere werkneemsters, de werknemers die tijdskrediet hebben aangevraagd of genieten, de Deel III. Faillissement 12

werknemers die een klacht wegens pesten op het werk of wegens discriminatie hebben ingediend, enz.); - beschermingsmaatregelen ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst. Voortzetting van de handelsactiviteit De rechtbank van koophandel kan op verzoek van de curator of van iedere belanghebbende (dus ook van een individuele werknemer) en indien het belang van de schuldeisers daaraan niet in de weg staat, op verslag van de rechtercommissaris, machtiging verlenen de bedrijfsexploitatie voort te zetten. De leden van de ondernemingsraad, of bij afwezigheid daarvan, de leden van het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij afwezigheid daarvan, de vakbondsafvaardiging, of bij afwezigheid daarvan, een werknemersafvaardiging, moeten hierover vooraf worden gehoord. De curator kan evenwel dadelijk, in het belang van de boedel, toestaan dat de handelsverrichtingen voorlopig worden voortgezet na het faillissementsvonnis en in afwachting van de uitspraak van de rechtbank over de voortzetting van de handelsactiviteit, na overleg met de representatieve vakbonden of, bij afwezigheid daarvan, met het aanwezige personeel. Samenloop met sluiting van ondernemingen In geval van sluiting van onderneming als gevolg van het faillissement, moet de curator het Sluitingsfonds hiervan in kennis stellen. Wat is een sluiting van onderneming? Er is sprake van sluiting van onderneming wanneer twee voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn: de hoofdactiviteit van de onderneming of van een afdeling ervan moet definitief zijn stopgezet; het aantal nog tewerkgestelde werknemers in de onderneming moet gedaald zijn tot beneden 25 % van het aantal werknemers dat er gemiddeld was tewerkgesteld tijdens de vier trimesters voorafgaand aan het trimester tijdens hetwelk de stopzetting van de activiteit heeft plaatsgevonden. Het is dus niet het aantal werknemers dat de onderneming of de afdeling ervan verlaten heeft dat bepalend is, maar wel het aantal werknemers dat eventueel nog in dienst blijft. Om de datum van de sluiting vast te stellen, bepaalt de wet dat deze geacht wordt in te gaan op de eerste dag van de maand die volgt op die waarin het aantal tewerkgestelde werknemers gedaald is tot beneden de drempel van 25 %. Deel III. Faillissement 13

Indien het onmogelijk is om deze datum vast te stellen, is de wettelijke datum van sluiting de eerste dag van de maand die volgt op de datum van faillietverklaring. Informatieplicht ten aanzien van het Sluitingsfonds De curator moet het Sluitingsfonds in kennis stellen van de voorgenomen sluiting. Bovendien moet de curator het Sluitingsfonds inlichten over de overdracht van het geheel of een deel van de activa van de failliete onderneming. De curator moet, op verzoek van het Sluitingsfonds en voor zover ze niet bij een andere instelling kunnen bekomen worden, de volgende inlichtingen meedelen: naam en adres van de onderneming, de aard van de activiteit van de onderneming of afdeling van de onderneming en de levensloop van de onderneming; de tewerkstelling van het personeel binnen de onderneming; voor het bepalen van het recht op en de toekenning van de sluitingsvergoeding: de personeelslijst van de werknemers die ten minste één jaar anciënniteit in de onderneming tellen en die een arbeidsovereenkomst hadden van onbepaalde tijd, die beëindigd werd, voor de arbeiders, binnen twaalf maanden en, voor de bedienden, binnen achttien maanden voorafgaand aan de wettelijke sluitingsdatum; Deze mededeling moet geen melding maken van de werknemers die geen recht hebben op een sluitingsvergoeding. voor elke werknemer die voorkomt op deze personeelslijst: o o o het rijksregisternummer; de datum van indiensttreding; de datum waarop de arbeidsovereenkomst werd beëindigd, de wijze van beëindiging en de auteur van de beëindiging; o het nummer van de bank- of postchequerekening. voor het bepalen van het recht op de andere vergoedingen, het volledig ingevulde aanvraagformulier en de nodige bewijsstukken. Deze kennisgevingen moeten door de curator gedagtekend en ondertekend worden; de handtekening moet worden voorafgegaan door de formule: "Ik verklaar in eer en geweten dat deze verklaring oprecht en volledig is". Deel III. Faillissement 14

Wanneer de door de curator verstrekte inlichtingen onvoldoende zijn, kan het Sluitingsfonds hem uitnodigen om, binnen een termijn van zeven dagen, de vereiste aanvullende inlichtingen mede te delen. Verdere verplichte kennisgevingen na de sluiting De curator is verplicht aan het Sluitingsfonds de werknemers bekend te maken die: ten minste één jaar anciënniteit hebben in de onderneming, en verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, en van wie de arbeidsovereenkomst beëindigd werd binnen de 12 maanden na de sluiting van de onderneming of van de afdeling van de onderneming. Deze mededeling moet geen melding maken van de werknemers die geen recht hebben op een sluitingsvergoeding. Deze kennisgeving bevat voor iedere werknemer volgende inlichtingen: o o o het rijksregisternummer; de datum van indiensttreding; de datum waarop de arbeidsovereenkomst werd beëindigd, de wijze van beëindiging en de auteur van de beëindiging; o het nummer van de bank- of postchequerekening. Deze kennisgeving moet aan het Sluitingsfonds gebeuren per aangetekende brief ten laatste de 15 e dag volgend op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Deze kennisgeving moet door de curator gedagtekend en ondertekend worden; de handtekening moet worden voorafgegaan door de formule: "Ik verklaar in eer en geweten dat deze verklaring oprecht en volledig is". Wanneer de door de curator verstrekte inlichtingen onvoldoende zijn, kan het Sluitingsfonds hem uitnodigen om, binnen een termijn van zeven dagen, de vereiste aanvullende inlichtingen mede te delen. 4.1.4 Fase 4: Aangifte en verificatie van de schuldvorderingen Aangifte van schuldvordering De werknemer moet als schuldeiser van de gefailleerde aangifte doen van zijn vordering op de griffie van de rechtbank van koophandel vóór de vervaldag die in het vonnis van faillietverklaring is gesteld. Die dag is bepaald binnen de Deel III. Faillissement 15

termijn van 30 dagen na het faillissementsvonnis. Samen met de aangifte moet de werknemer alle relevante documenten neerleggen bij de griffie. De werknemer kan bij de curator een formulier van aangifte van schuldvordering opvragen. De schuldvorderingen van de werknemers van een failliete onderneming, aangenomen in hun geheel of provisioneel, worden onmiddellijk door de curator bezorgd aan het Sluitingsfonds. Betwisting en aanvaarding van de schuldvordering De rechtbank van koophandel is enkel bevoegd voor vorderingen en geschillen die rechtstreeks ontstaan uit het faillissement. Betwistingen in verband met schuldvorderingen worden door de rechter-commissaris naar de bevoegde rechtbank verwezen. Een betwisting in verband met een schuldvordering van een werknemer omtrent zijn arbeidsovereenkomst komt dus voor de arbeidsrechtbank terecht. Nadien komen de zaken terug samen op de rechtbank van koophandel en kan het faillissement worden vereffend. De schuldvorderingen van de werknemers, aangenomen in hun geheel of provisioneel, worden onmiddellijk door de curator bezorgd aan het Sluitingsfonds. Het voorrecht van de werknemers De werknemers hebben een voorrecht op alle roerende goederen van de failliete onderneming. Dit betekent dat de werknemers voorrang krijgen bij de uitbetaling van de schulden. Bevoorrecht zijn het loon in geld en de in geld waardeerbare voordelen waarop de werknemer recht heeft als gevolg van zijn dienstbetrekking ten laste van de werkgever. Ook de aanvullende vergoeding in het kader van brugpensioen is bevoorrecht. Het bevoorrechte loon is het nettoloon. Zijn niet bevoorrecht: - het vakantiegeld - de voordelen toegekend ter aanvulling van de wettelijke sociale zekerheid, met uitzondering van brugpensioen; - intresten op schuldvorderingen; - Voorschot aan de werknemers De curator heeft de mogelijkheid om na de faillietverklaring en vóór de sluiting van het faillissement de ontslagen werknemers, met toestemming van de rechter-commissaris, een voorschot toe te kennen dat gelijk is aan de verschuldigde bezoldigingen en vergoedingen, en dat niet hoger mag liggen dan 80 % van 7.436,81 EUR (artikel 19, 3 bis, eerste lid van de Hypotheekwet van 16 december 1851). Deel III. Faillissement 16

4.1.5 Fase 5: Vereffening van het faillissement De curator gaat over tot de vereffening van het faillissement vanaf de sluiting van het proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen of vanaf elke latere datum. De vereffening houdt de volledige procedure in waarin getracht wordt de schuldeisers zoveel mogelijk tegemoet te komen. Deel III. Faillissement 17

4.2 Verplichte vergoedingen 4.2.1 Algemeen De wettelijke verplichtingen in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst zijn : het betalen van het loon en de voordelen tot de laatste dag van tewerkstelling; het betekenen van een opzeggingstermijn of het betalen van een overeenstemmende opzeggingsvergoeding; het betalen van het vertrekvakantiegeld; het betalen van de (pro rata) eindejaarspremie; het betalen van de specifieke vergoedingen die voorzien zijn op sectoraal of ondernemingsvlak; in geval van sluiting van onderneming, het betalen van een sluitingsvergoeding; in geval van collectief ontslag, het betalen van een vergoeding collectief ontslag. In geval van samenloop van sluiting van onderneming met een collectief ontslag is geen vergoeding collectief ontslag verschuldigd, met uitzondering van de arbeiders en leerlingen die ressorteren onder het P.C. voor de diamantnijverheid en handel. De rechter-commissaris is er in het bijzonder mee belast toezicht te houden op het beheer en op de vereffening van het faillissement en de verrichtingen ervan te bespoedigen, in het bijzonder de afwikkeling van de schuldvorderingen van de werknemers van de failliete onderneming. De curatoren werken actief en prioritair mee aan het vaststellen van het bedrag van de aangegeven schuldvorderingen van de werknemers van de failliete onderneming. Na de faillietverklaring en vóór de sluiting van de vereffening van het faillissement, hebben de curators de mogelijkheid de ontslagen werknemers, met toestemming van de rechter-commissaris, een voorschot toe te kennen dat gelijk is aan de verschuldigde bezoldigingen en vergoedingen, en dat niet hoger mag liggen dan 80 % van 7.436,81 EUR (artikel 19, 3 bis, eerste lid van de Hypotheekwet van 16 december 1851). Deel III. Faillissement 18

4.2.2 Sluitingsvergoeding Sluitingsvergoeding Voor welke werknemers? De werknemer die ontslagen wordt ten gevolge van de sluiting van zijn onderneming heeft in principe recht op een sluitingsvergoeding ten laste van zijn werkgever, voor zover hij voldoet aan de volgende voorwaarden: verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst gesloten voor onbepaalde tijd; tenminste één jaar anciënniteit hebben in de onderneming; ontslag door de werkgever zonder dringende reden of door werknemer om dringende reden; ontslagen zijn hetzij tijdens de periode van 12 maanden (voor werklieden) of 18 maanden (voor bedienden) die de datum van sluiting voorafgaan, hetzij op de datum van de sluiting, hetzij tijdens de periode van 12 maanden die volgen op deze sluiting. Voor welke werkgevers? De sluitingsvergoeding is verschuldigd voor zover de sluiting een onderneming betreft die gemiddeld tenminste 5 werknemers tewerkstelde gedurende de vier trimesters voorafgaand aan de sluiting volgend op het faillissement. Bedrag van de sluitingsvergoeding De sluitingsvergoeding is een forfaitaire vergoeding die wordt berekend op basis van de anciënniteit en de leeftijd van de werknemer. Zij is dus samengesteld uit een basisbedrag en, in voorkomend geval, uit een bijkomend bedrag. Voor werknemers tot 45 jaar bedraagt de basisvergoeding 142,09 EUR per jaar anciënniteit in de onderneming, waarbij maximaal 20 dienstjaren in aanmerking worden genomen. Dit betekent een maximum van 2.841,80 EUR. Werknemers van 45 jaar en ouder hebben daarnaast recht op een aanvullende vergoeding berekend per leeftijdsjaar boven 45, met een maximum van 19 leeftijdsjaren en een maximale leeftijd van 65 jaar (geen recht meer op sluitingsvergoeding na de leeftijd van 65 jaar). Dit betekent een maximum van 2.699,71 EUR. Basisbedrag per jaar anciënniteit Bedrag per leeftijdsjaar boven 45 jaar BEDRAG MAXIMUM 142,09 EUR 2.841,80 EUR 142,09 EUR 2.699,71 EUR Deze bedragen worden geïndexeerd. Voormelde bedragen gelden per 1 september 2008. Deel III. Faillissement 19

Voor de berekening van de anciënniteit in de onderneming dient men rekening te houden met de periode gedurende dewelke de werknemer zonder onderbreking in dienst van dezelfde onderneming is gebleven evenals met de periodes van onvrijwillige werkloosheid, onmiddellijk voorafgegaan en gevolgd door een periode van tewerkstelling in dezelfde onderneming. De periodes van tewerkstelling bij een andere werkgever worden gelijkgesteld met arbeidsperiodes bij zijn werkgever op voorwaarde dat de werknemer deze betrekking heeft aanvaard om aan de werkloosheid te ontsnappen en dat hij vervolgens bij zijn eerste werkgever teruggekeerd is. De sluitingsvergoeding mag gecumuleerd worden met de opzeggingsvergoeding, de werkloosheidsuitkeringen en de ontslagvergoeding van beschermde werknemers. 4.2.3 Tussenkomst van het Sluitingsfonds Het sluitingsfonds neemt een belangrijke plaats in bij ondernemingen in moeilijkheden en dus ook bij faillissement. Bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening is het "Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers "actief. Dit fonds, ook genoemd, het Sluitingsfonds, is een publieke rechtspersoon die als taak heeft vergoedingen uit te betalen aan werknemers die slachtoffer zijn van de sluiting van hun onderneming. Indien de onderneming sluit en de werkgever komt zijn verplichtingen tegenover de werknemer niet na, dan neemt het Sluitingsfonds de betaling van de verschillende vergoedingen voor zijn rekening. Het Fonds kan, onder bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen, de betaling waarborgen van: sluitingsvergoedingen; contractuele vergoedingen (loonachterstallen, opzeggingsvergoedingen ); overbruggingsvergoeding; aanvullende vergoedingen bij brugpensioen Indien de werkgever de aanvullende vergoeding bij brugpensioen niet betaalt, kan de werknemer een aanvraag indienen bij het Sluitingsfonds tot betaling van deze aanvullende vergoeding. Het maximumbedrag van de tussenkomst van het Sluitingsfonds voor de aanvullende vergoeding bij brugpensioen is gelijk aan het bedrag verschuldigd krachtens collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 (de helft van het verschil tussen het netto referteloon en de werkloosheidsuitkering). Het Sluitingsfonds komt enkel tussen in de betaling van de aanvullende brugpensioenvergoeding vanaf het ogenblik waarop de begunstigden van deze vergoeding de leeftijd van 55 jaar bereiken. Wanneer de collectieve arbeidsovereenkomst pas is neergelegd bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg minder dan Deel III. Faillissement 20

zes maanden voor de sluiting, is het Sluitingsfonds trouwens niet gehouden om de aanvullende vergoeding te betalen. Het beheerscomité kan nochtans beslissen hiervan af te wijken. De schuldvorderingen van de werknemers van een failliete onderneming, aangenomen in hun geheel of provisioneel, worden onmiddellijk door de curators bezorgd aan het Sluitingsfonds. Voor meer informatie: zie www.rva.be/fondsnl.htm 4.2.4 Verplicht outplacement Voor sommige werknemers bestaat er een recht op outplacementbegeleiding geregeld door Wet 5 september 2001. C.A.O. nr. 82 heeft uitvoering gegeven aan deze wet. Het outplacement worden nader besproken onder punt III.4.4.2. Faillissement - Activerende maatregelen Outplacement Tussenkomst vanwege de overheid in de outplacementkosten. Onder punt 4.4.2 wordt de tussenkomst van het Sociaal Interventiefonds en van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening besproken. 4.3 Activerende maatregelen 4.3.1 Overname van activa na faillissement Een activerende uitweg na faillissement is de overdracht van de onderneming aan een derde-ondernemer. De regeling van overdracht van onderneming is van toepassing: bij overname van werknemers als gevolg van gehele of gedeeltelijke overname van activa van een failliete onderneming op voorwaarde dat de overname geschiedt binnen een termijn van 6 maanden vanaf de datum van het faillissementsvonnis. Wat betekent overname van activa? Onder overname van activa moet worden verstaan, het vestigen van een zakelijk recht op, of het huren van het geheel of een deel van de activa van een failliete onderneming. Het is dus niet noodzakelijk dat de verkrijger eigenaar wordt van de activa van de onderneming opdat er van overname sprake zou zijn. De werknemers die ingevolge de gehele of gedeeltelijke overname van een failliete onderneming worden overgenomen, hebben slechts recht op de Deel III. Faillissement 21

bescherming op voorwaarde dat de verkrijger de activiteit van de onderneming voortzet of hervat. Het is zonder belang of de activiteit van de failliete onderneming na het faillissement al dan niet werd voortgezet. Voor welke werknemers? De regeling is van toepassing op: EN ofwel de werknemers die op het ogenblik van het faillissement nog verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst of een leerovereenkomst; ofwel de werknemers die zijn ontslagen tijdens de periode van 1 maand die de datum van het faillissement voorafgaat, op voorwaarde dat zij recht hebben op een opzeggingsvergoeding die hen op die datum nog niet werd uitbetaald; die worden overgenomen op het ogenblik van de overname van activa of binnen een bijkomende termijn van 6 maanden na die overname. De regeling kan dus nog toepassing vinden bij indienstneming van werknemers tot één jaar na het faillissement. De regeling is dus niet van toepassing op: - werknemers die vóór de overname van activa werden overgenomen; - werknemers die vóór de overname voor een derde werkgever hebben gewerkt na het faillissement van de eerste werkgever; - werknemers ontslagen om dringende reden; - werknemers die zelf ontslag hebben genomen. De keuze ten aanzien van de werknemers die de overnemer wenst over te nemen berust bij de kandidaat-werkgever. Er bestaat voor de werknemer geen verplichting om in dienst te treden. Wel heeft de weigering tot gevolg dat de werknemer geen aanspraak kan maken op de overbruggingsvergoeding. Inspraak van de werknemers in geval van overname van activa De ondernemingsraad, of bij afwezigheid daarvan, de vakbondsafvaardiging, of bij afwezigheid daarvan, het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij afwezigheid daarvan, de betrokken werknemers moeten voorafgaandelijk in kennis worden gesteld van de voorgenomen overname van activa. In ondernemingen zonder ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming op het werk en vakbondsafvaardiging moeten de betrokken werknemers vooraf in kennis gesteld worden van de voorgenomen datum van de Deel III. Faillissement 22

overname van activa, de juridische, economische en sociale gevolgen van die overname en de ten aanzien van de werknemers overwogen maatregelen. Rechten van de overgenomen werknemers Er is geen automatische overgang van de arbeidsovereenkomsten en geen automatische overgang van rechten en verplichtingen van de werkgever en de werknemer. Collectieve arbeidsvoorwaarden Behoud van collectieve arbeidsvoorwaarden De bij de vorige werkgever bestaande collectief bedongen of collectief toegepaste arbeidsvoorwaarden blijven ten aanzien van de nieuwe werkgever behouden, behalve indien daarin wijzigingen zouden worden aangebracht in gemeenschappelijk akkoord. Onder collectief bedongen arbeidsvoorwaarden moet worden verstaan, de bij de vorige werkgever toegepaste arbeidsvoorwaarden die voortvloeien uit collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten op interprofessioneel of op sectorieel niveau, evenals uit collectieve overeenkomsten of akkoorden die op ondernemingsniveau werden gesloten. Onder collectief toegepaste arbeidsvoorwaarden moet worden verstaan de arbeidsvoorwaarden die, hoewel ze niet voortvloeien uit collectieve overeenkomsten of akkoorden, van toepassing waren op alle werknemers of op sommige categorieën van werknemers van de vorige werkgever. Het gaat o.m. om de loonstructuren, de beroepsclassificaties en de arbeidsregelingen. De regel van behoud geldt ook voor arbeidsvoorwaarden vervat in het arbeidsreglement en voor de in de onderneming geldende gebruiken. Heronderhandelen van collectieve voorwaarden Ingeval de kandidaat-werkgever wenst dat de collectieve arbeidsvoorwaarden worden gewijzigd, moeten die wijzigingen bij gemeenschappelijk akkoord in het kader van een collectieve onderhandelingsprocedure tussen de kandidaatwerkgever en de vakbondsafvaardiging of, bij afwezigheid daarvan, de vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties. Bij afwezigheid van een dergelijke onderhandeling of indien de partijen niet tot een akkoord komen, blijven die bij de vorige werkgever collectief bedongen of collectief toegepaste arbeidsvoorwaarden ten aanzien van de nieuwe werkgever behouden. Bij geschil kan het verzoeningsbureau van het paritair comité tussenkomen. De onderhandeling kan ook betrekking hebben op de duur van de proefperiode(n), indien de kandidaat-werkgever dergelijke bedingen in de individuele arbeidsovereenkomsten wenst in te lassen. Deel III. Faillissement 23

Individuele arbeidsvoorwaarden Individuele arbeidsvoorwaarden blijven in principe niet behouden. De overeenkomst tussen de nieuwe werkgever en de overgenomen werknemer is een nieuwe arbeidsovereenkomst die opnieuw onderhandeld moet worden. Anciënniteit De anciënniteit die de werknemer door zijn arbeidsprestaties bij zijn vorige werkgever heeft verworven, evenals de periode wegens faillissement, worden in aanmerking genomen voor de vaststelling van de opzeggingstermijn of van de opzeggingsvergoeding. Dit geldt zowel bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werknemers als bij beëindiging ervan door de werkgever. Niet van toepassing voor werknemers ontslagen tijdens de proefperiode: in dit geval zal de anciënniteit pas spelen bij ontslag na de proefperiode. Tijdens de proefperiode kan de arbeidsovereenkomst beëindigd worden overeenkomstig de gewone regels voor beëindiging tijdens de proeftijd; de werknemer kan zich niet beroepen op zijn anciënniteit. LET OP! De verworven anciënniteit telt enkel voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst (zowel door de werkgever als de werknemer). Dus niet met het oog op de bepaling van andere rechten die variëren onder invloed van de anciënniteit, zoals bijvoorbeeld loon, het recht op aanvullende vakantie, de berekening van premies, enz. tenzij het collectief bedongen of toegepaste arbeidsvoorwaarden zijn. LET OP! De overnemer kan na de overname ook een aanvraag indienen bij het Sociaal Interventiefonds met het oog op het bekomen van een tussenkomst in de outplacementkosten indien hij vreest tot ontslagen te moeten overgaan [zie onder punt III.4.3.2. Activerende maatregelen: Outplacement Tussenkomst door het Sociaal Interventiefonds]. Overbruggingsvergoeding Toepassingsgebied De regeling van de overbruggingsuitkering speelt bij overname van werknemers als gevolg van de overname van het gehele of een gedeelte van de activa van een failliete onderneming, op voorwaarde dat de overname van de activa geschiedt binnen een termijn van 6 maanden vanaf de datum van het faillissement. Wanneer de activiteit voorlopig door de curator of door een derde onder zijn toezicht wordt verdergezet met het geheel of enkel een gedeelte van Deel III. Faillissement 24

de activa van de onderneming, wordt deze overnametermijn op 9 maanden gebracht. Wie heeft recht op de overbruggingsvergoeding? De overgenomen werknemers van wie de activiteit onderbroken werd ten gevolge van het faillissement kunnen aanspraak maken op een overbruggingsvergoeding. Om recht te hebben op de overbruggingsvergoeding moeten de werknemers: ofwel op de datum van het faillissement verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst of een leerovereenkomst, EN ofwel ontslagen zijn tijdens de maand die deze datum voorafgaat en recht hebben op een opzeggingsvergoeding die op deze datum niet of slechts gedeeltelijk werd uitbetaald; overgenomen worden vooraleer de overname van de activa plaatsvindt, op het ogenblik van de overname van de activa of binnen een daaropvolgende bijkomende periode van 6 maanden. Bij opeenvolgende overnames van het geheel of een deel van de activa, loopt deze bijkomende termijn van zes maanden vanaf de laatste volledige of gedeeltelijke overname van de activa. Wanneer verschillende delen van de activa op verschillende ogenblikken weren overgenomen, begint deze termijn te lopen voor elk deel van de activa, vanaf het ogenblik van zijn overname. Wanneer de activiteit voorlopig door de curator of door een derde onder zijn toezicht wordt verdergezet met het geheel of enkel een gedeelte van de activa van de onderneming, wordt de termijn van indienstneming van de werknemers beperkt tot twaalf maanden na het faillissement. Heeft evenmin recht op een overbruggingsvergoeding, de werknemer die na de overname tijdens de proeftijd werd ontslagen of zelf ontslag neemt. Bedrag en duur van de overbruggingsuitkering Het maximumbedrag van de overbruggingsvergoeding is gelijk aan het bedrag dat wordt bekomen door van het maximumbedrag van tussenkomst van het Sluitingsfonds per werknemer (23.000 EUR tot en met 31 december 2007 en 24.000 EUR vanaf 1 augustus 2008 voor sluitingen van onderneming waarvan de datum van de sluiting plaatsvindt vanaf 1 januari 2008) de bedragen van betalingen die door het Sluitingsfonds worden verricht voor de lonen, vergoedingen, voordelen en vakantiegeld af te trekken. De overbruggingsvergoeding wordt toegekend voor het tijdvak dat: Deel III. Faillissement 25

ingaat op de datum van de onderbreking als gevolg van de gehele of gedeeltelijke onderbreking van de activiteit van de onderneming, en eindigt op de dag van de indienstneming door de nieuwe werkgever. Betaling van de overbruggingsvergoeding In beginsel wordt de overbruggingsvergoeding betaald door het Sluitingsfonds. De betaling door het Sluitingsfonds aan de werknemer gebeurt door overschrijving op zijn post- of bankrekening. Op aanvraag van de werknemer kan de betaling door middel van een postassignatie worden gedaan. De kosten van de assignatie komen ten laste van de werknemer. Inhoudingen en werkgeversbijdragen Wanneer het Sluitingsfonds de betaling van de overbruggingsvergoeding verzekert, is het gehouden: de inhoudingen te doen die opgelegd worden door de belastingswetgeving, de wetgeving betreffende de sociale zekerheid en de bijzondere of collectieve arbeidsovereenkomsten in verband met de aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid en de aldus ingehouden bedragen aan de betrokken instellingen over te dragen; aan de betrokken instellingen de werkgeversbijdragen te betalen die opgelegd worden door de wetgeving betreffende de sociale zekerheid en door de bijzondere of collectieve arbeidsovereenkomsten in verband met de aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. Cumulatieverbod De overbruggingsvergoeding is niet verschuldigd voor de periodes gedekt door: een opzeggingsvergoeding betaald door of voor rekening van de werkgever, de curator, het Sluitingsfonds of een Fonds voor bestaanszekerheid of de sluitingsvergoeding ten laste van de curator of het Sluitingsfonds; het loon of een vergoeding dat verschuldigd is voor de arbeid die verricht werd gedurende het tijdvak van volledige of gedeeltelijke onderbreking van de activiteit van de onderneming of gedurende een gedeelte ervan de bedragen die met toepassing van de reglementering op de ziekteverzekering en de werkloosheidsreglementering worden uitbetaald in geval van arbeidsongeschiktheid en tijdelijke werkloosheid, alsook de vergoedingen wegens tijdelijke arbeidsongeschiktheid verschuldigd krachtens de arbeidsongevallenreglementering, wanneer de werknemer verbonden is door een arbeidsovereenkomst of een Deel III. Faillissement 26