Rijden onder invloed in Nederland in

Vergelijkbare documenten
Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Nulmeting ten behoeve van het project Preventie rijden onder invloed uit sportkantines. Augustus 2011

Rijden onder invloed in Nederland in

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Flevoland,

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Zuid-Holland,

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Slochteren

Beknopte beschrijving van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten

Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in 2006

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rijden onder invloed in de provincie Flevoland,

Persbericht. Lichte stijging verkeersdoden in Centraal Bureau voor de Statistiek

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Rijden onder invloed in de provincie Utrecht,

Definitieve resultaten eindejaarscontroles

Verkeersveiligheidsmonitor

ONDERZOEKSDOCUMENT: GEBRUIK VAN ALCOHOL ONDER JONGEREN, IN HET VERKEER

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Fors minder verkeersdoden in 2013

Kerncijfers verkeersveiligheid. Uitgave 2005

Rijden onder invloed in de provincie Utrecht,

Rijden onder invloed in de provincie Noord-Holland,

Waarom sociale hygiëne?

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Ontwikkeling leerlingaantallen

Bijlage 1: Verkeersongevallenmonitor 2015 Gemeente Eindhoven, november 2016

Factsheet alcohol. Think Before You Drink

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

videosurveillance minder doden en gewonden

Inhoudsopgave. Onderzoek Marktaandelen Hulp bij het Huishouden pagina 1 van 12

Thuiskomen Een overzicht van de monitoringsresultaten van de verkeersveiligheidscampagnes in Datum 22 mei 2013 Status Definitief

SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik

Verkeersveiligheids monitor. Gemeente Waterland

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Evaluatie verkeersveiligheidseffecten 'Bromfiets op de rijbaan'

Rijden onder invloed in West-Zeeuws eh-vlaanderen,

kenniscentrum verkeersveiligheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PERSBERICHT 25 januari Definitieve resultaten eindejaarscontroles

Rijden onder invloed in de Kop van Overijssel, 1996

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/ /2012

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Persoonlijke gegevens raadsleden

Definitieve resultaten Bob-eindejaarscontroles

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Valkenburg aan de Geul

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Effectiviteit van sancties in het verkeer

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

q 0 Rijden onder invloed in de provincie Noord-Brabant M.P.M. Mathijssen R

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

Centraal Bureau voor de Statistiek

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Rijden onder invloed in de provincie Gelderland,

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 november 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Factsheet verkeerscijfers 2017

Factsheet Schorsingen en verwijderingen

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Rijden onder invloed in de provincie Friesland,

Factsheet onderzoek naar de effecten van de wijziging van de leeftijdsgrens in de drank- en horecawet 2014 in gemeentes Almere, Huizen en Zeist

Verkeersveiligheidsonderzoek naar jongeren in het verkeer. Actuele stand van zaken op basis van de politieregistratie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

1-meting ten behoeve van het project Preventie rijden onder invloed uit sportkantines. September 2012

Mededeling. Registratienummer Datum 18 juni 2019 Afdeling/Bureau SENB. Onderwerp Ongevallencijfers Flevoland 2018

Rijden onder invloed in Nederland in 2003

Monitoring rijden onder invloed van alcohol. Handreiking voor een gestructureerd decentraal meetnet

Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

Rijden onder invloed in de provincie Friesland,

Persoonlijke gegevens van wethouders

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017

Transcriptie:

Rijden onder invloed in Nederland in 1999-2006 Ontwikkeling van het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten Mei 2007

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijden onder invloed in Nederland in 1999-2006 Ontwikkeling van het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten Mei 2007

.................................................................................................. Colofon Uitgegeven door Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Postbus 1031 3000 BA Rotterdam Informatie en bestellingen AVV-Loket Telefoon: (010) 282 5959 E-mail: avvloket@rws.nl Internet: www.rws-avv.nl Mei 2007 Overname van (delen van) de inhoud van deze publicatie in gedrukte of digitale vorm is alleen toegestaan met bronvermelding. Hoewel de opgenomen gegevens zo goed mogelijk op juistheid en actualiteit zijn gecontroleerd, kan de samensteller geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke fouten. 5 Rijden onder invloed 1999-2006

6 Rijden onder invloed 1999-2006

Inhoudsopgave........................................................................................ 1. Inleiding... 13 1.1 Het project... 13 1.2 Het onderzoek verantwoord... 13 1.3 Onderscheid ervaren en beginnende bestuurders... 17 1.4 Leeswijzer... 18 1.5 Dankwoord... 18 2. Alcohol en verkeer... 19 2.1 Inleiding... 19 2.2 Effect van alcohol... 19 2.3 Alcohol en verkeersveiligheid... 20 2.4 Kosten van verkeersongevallen... 22 3. De resultaten... 23 3.1 Inleiding... 23 3.2 Ontwikkelingen vanaf 1973... 24 3.3 Landelijke ontwikkeling in 1999-2006... 25 3.4 Ontwikkeling naar hoofdregio en provincie... 27 3.5 Ontwikkeling naar politieregio... 28 3.6 Ontwikkeling naar geslacht en leeftijd... 29 3.7 Ontwikkeling naar dag en tijdstip... 31 3.8 Ontwikkeling naar herkomst... 34 3.9 Ontwikkeling naar gemeentegrootte... 35 4. Ontwikkeling beginnende bestuurders... 37 4.1 Inleiding... 37 4.2 Verlaging van de alcohollimiet... 38 4.3 Resultaten in 2006... 39 5. Ontwikkeling in relatie tot beleid... 43 5.1 Het MPCV en de Bob-campagne... 43 5.2 Regionale verkeershandhavingsteams... 45 6. Conclusies en aanbevelingen... 47 6.1 Conclusies... 47 6.2 Aanbevelingen... 48 7. Literatuurlijst... 49 8. Afkortingenlijst... 51 7 Rijden onder invloed 1999-2006

BIJLAGEN Bijlage A Overzicht gebieden AVV-alcoholcontrole... 53 Bijlage B Het registratieformulier... 55 Bijlage C Maatregelen sinds 1974... 57 Bijlage D Statistische analyse van de tijdreeks... 59 Bijlage E Overtreders naar regio en provincie... 61 Bijlage F Overtreders naar politieregio... 65 Bijlage G Overtreders naar geslacht en leeftijd... 71 8 Rijden onder invloed 1999-2006

Samenvatting............................................................................... Het onderzoek Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) voert jaarlijks onderzoek uit naar het rijden onder invloed van alcohol. Dit rapport gaat in op het onderzoek en beschrijft het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten. De resultaten van dit rapport richten zich op de jaren 1999 tot en met 2006. Jaarlijks worden voor het onderzoek in samenwerking met de politie 73 alcoholcontroles uitgevoerd, verspreid over 25 politieregio s. Om een representatief beeld van Nederland te krijgen, worden per politieregio in principe minimaal 2 controles per jaar gehouden. In totaal moet de steekproef minimaal 20.000 staandehoudingen zijn. De metingen betreffen een aselecte steekproef van automobilisten die in de nacht van vrijdag op zaterdag (vrijdagnacht) en van zaterdag op zondag (zaterdagnacht) tussen 22:00 en 04:00 uur aan het verkeer deelnemen. Van een persoon wordt een overtreding wettelijk vastgesteld, als hij bij de blaastest op het bureau de geldende alcohollimiet van 0,50 (ervaren bestuurders) of 0,20 (beginnende bestuurder) overschrijdt. Kosten verkeersongevallen De kosten van verkeersongevallen met alcohol in het spel zijn ongeveer 1,6 miljard euro in 2005. Nationale ontwikkelingen In 2006 is het percentage overtreders 3,0%. Ten opzichte van 2005 (2,8%) is dit geen significante wijziging. In de periode 2001-2006 is wel een trendmatige daling van het percentage overtreders te zien. Het aandeel overtreders met een promillage 1,3 is gedaald van 0,6% in 2005 naar 0,4% in 2006, maar deze daling is niet significant. Deze groep zware drinkers is vanwege het veel hogere ongevalsrisico verantwoordelijk voor een onevenredig groot deel van de alcoholgerelateerde ongevallen. Ontwikkeling naar hoofdregio en provincie De regio West-Nederland heeft in 2006 het hoogste percentage overtreders, namelijk 3,5%. De regio met het laagste percentage is Noord-Nederland (1,8%). In 2006 is Zuid-Holland de provincie met het hoogste percentage overtreders (4,5%). In de provincie Drenthe is het percentage overtreders het laagst, namelijk 1,4%. 9 Rijden onder invloed 1999-2006

Ontwikkeling naar politieregio Politieregio Rotterdam Rijnmond heeft in 2006 het hoogste aandeel overtreders (5,4%), terwijl de regio Zaanstreek Waterland het laagste percentage (1,0%) heeft. Ontwikkeling naar geslacht en leeftijd Het percentage mannelijke overtreders is in 2006 3,5%, terwijl dat onder vrouwelijke bestuurders 1,8% is. Ondanks dat mannen vaker (circa 70% in dit onderzoek) de auto besturen, bestaat de groep overtreders verhoudingsgewijs voor de meerderheid uit mannen (circa 82%). Er zijn geen significante veranderingen 2006 ten opzichte van 2005. Net als vorig jaar heeft de categorie 25-34 jaar bij de mannen in 2006 het hoogste percentage overtreders. Het hoogste percentage overtreders bij vrouwen is net als in eerdere jaren te vinden in de leeftijdscategorie 35-49 jaar. Ontwikkeling naar dag en tijdstip De alcoholcontroles vinden zowel vrijdag- als zaterdagnacht plaats. Vanaf 2002 is op beide dagen een daling van het percentage overtreders te zien, maar in 2006 stijgt het percentage voor beide dagen. Op vrijdag is het aandeel overtreders het hoogst. Net als alle voorgaande jaren, is het percentage overtreders tussen 02:00-04:00u s nachts het hoogst. In 2006 zijn er geen significante wijzigingen. Het aandeel overtreders is op vrijdag tussen 02:00-04:00u het grootst, net als in alle voorgaande jaren. Op beide dagen tussen 22:00-00:00u is het percentage overtreders het laagst, namelijk 1,8%. Ontwikkeling naar herkomst Over de jaren heen is de verhouding tussen de diverse mogelijkheden van herkomst ongeveer gelijk. Het aandeel overtreders dat uit horeca komt is al jaren het grootst (in 2006: 55%). De overtreders die bij vrienden alcohol genuttigd hebben (22%) en thuisdrinkers (11%) volgen. Ontwikkeling naar gemeentegrootte Het percentage overtreders is het grootst in gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Er is in 2006 een significante stijging van het aandeel overtreders van 2,0% in 2005 naar 2,9% in 2006 in gemeenten kleiner dan 50.000 inwoners. 10 Rijden onder invloed 1999-2006

Ontwikkeling beginnende bestuurders Beginnende bestuurders zijn bestuurders die het rijbewijs na 30 maart 2002 hebben gehaald en het korter dan vijf jaar in het bezit hebben. De alcohollimiet voor deze groep is op 1 januari 2006 verlaagd naar 0,2. Het percentage overtreders (overtreders van de groep beginnende bestuurders ten opzichte van de totale groep gecontroleerde bestuurders) ligt in 2006 op 1,0%. Dit cijfer is niet vergelijkbaar met het eerder genoemde percentage overtreders, omdat er een andere optelling plaatsvindt. Het hoogste percentage overtreders van de groep beginnende bestuurders bevindt zich in de promillageklasse 0,20-0,49. Ongeveer 5% van de overtreders in de groep beginnende bestuurders valt onder de categorie zware drinker (>1,3 ). Bijna 80% van de overtreders beginnende bestuurders is man. Zeven op de tien overtreders van de groep beginnende bestuurders is tussen 18 en 24 jaar. Tweederde van de overtreders beginnende bestuurders is geregistreerd op vrijdagnacht. Er is geen verschil tussen de drie tijdsperioden. Bijna de helft van de overtreders beginnende bestuurders komt uit een horecagelegenheid. 11 Rijden onder invloed 1999-2006

12 Rijden onder invloed 1999-2006

1. Inleiding............................................................................... 1.1 Het project Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) voert jaarlijks een onderzoek uit naar het rijden onder invloed van alcohol. Dit rapport gaat in op het onderzoek en beschrijft het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten. De resultaten richten zich op de jaren 1999 tot en met 2006. Als opdrachtgevers van het onderzoek fungeren het Directoraatgeneraal Personenvervoer (DGP) en het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM). DGP gebruikt de resultaten voor voorlichting, monitoring, evaluatie en advies aan de minister. Het BVOM volgt en evalueert de effecten van de inzet van de verkeershandhavingsteams met behulp van dit onderzoek. Tevens adviseert het BVOM hierover aan het College van Procureurs Generaal en de lokale arrondissementsparketten. 1.2 Het onderzoek verantwoord 1.2.1. Opzet van het onderzoek De metingen van het AVV-onderzoek betreffen een aselecte steekproef van automobilisten die in de nacht van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag tussen 22:00 en 04:00 uur aan het verkeer deelnemen. Van alle bestuurders die staande worden gehouden, wordt een blaastest afgenomen. Per politieregio worden in principe minimaal 2 AVV-alcoholcontroles per jaar gehouden. Een groep van 10 tot 20 agenten neemt deel aan de controle, die gehouden wordt op 4 tot 6 verschillende locaties achter elkaar in een bepaalde plaats of gebied. De controletijd per locatie varieert van 45 tot 90 minuten................................ Figuur 1.1 Dräger alcoholtester 7410 Plus Com [Dräger Safety BV] In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de Dräger alcotester 7410 Plus Com (zie figuur 1.1). Het ademalcoholgehalte dat gemeten wordt tijdens de blaastest, wordt door de alcoholtester omgerekend naar het bloedalcoholgehalte (BAG), gemeten in een promillage (, grammen alcohol per liter bloed). De in dit onderzoek gebruikte alcotesters geven een numerieke waarde als uitslag; het blaasresultaat wordt direct weergegeven in het alcoholpromillage. 13 Rijden onder invloed 1999-2006

............................... Figuur 1.2 Overzicht van de politieregio s in Nederland In Nederland zijn 25 politieregio s (zie figuur 1.2). Om een representatief beeld van Nederland te krijgen, worden in elke politieregio minimaal twee AVV-alcoholcontroles gepland. Per regio vindt minimaal één meting plaats in de vrijdagnacht, terwijl de tweede meting in de betreffende regio van zaterdag op zondag is ingepland. In totaal wordt uitgegaan van 73 gebieden, waar de controles gepland worden. Dit houdt in dat in kleinere regio s twee AVV-controles plaatsvinden, terwijl in grotere regio s drie of vier controles ingepland worden. In bijlage A staat een overzicht van deze gebieden. Jaarlijks wordt gestreefd naar minimaal 20.000 staandehoudingen om een representatief beeld van Nederland te krijgen. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal metingen en aantal staandehoudingen................................ Tabel 1.1 Overzicht van het aantal metingen en staandehoudingen in de periode 1999-2006 Jaar Aantal metingen Aantal staandehoudingen.......................................... 1999 64 27.096 2000 56 27.404 2001 62 27.852 2002 58 29.979 2003 58 27.970 2004 63 31.426 2005 66 29.178 2006 73 29.355 De AVV-alcoholcontroles vinden in principe plaats van april tot en met december. Een enkele keer kan het voorkomen dat een al geplande controle in het onderzoeksjaar komt te vervallen en wordt verschoven naar januari van het volgende jaar. Het zwaartepunt van alle controles ligt in de herfstmaanden. In de vakantiemaanden juli en augustus wordt geen AVV-alcoholcontrole gepland, net als tijdens feestdagen en korte schoolvakanties 1. 1 In de vakantieperiode is een ander drinkgedrag te zien. Dit zou mogelijk een vertekend beeld van de ontwikkeling van het alcoholgebruik in weekendnachten opleveren. Vanwege problemen in de planning heeft in 2006 in Amsterdam toch een AVValcoholcontrole in juli plaatsgevonden. 14 Rijden onder invloed 1999-2006

............................... Ervaren bestuurder Een bestuurder die het rijbewijs langer dan vijf jaar in het bezit heeft 1.2.2. Aanhoudingsprocedure van de politie De blaastest op straat is een voorselectie. Een ervaren bestuurder die 0,70 of meer blaast, wordt meegenomen naar het politiebureau. Na minimaal 20 minuten wachten wordt op het bureau opnieuw geblazen 2. Hiervoor wordt een ademanalyse-apparaat ingezet. Als de ervaren bestuurder een uitslag van 0,50 of meer (na aftrek van een onzekerheidsmarge) blaast, geeft de politie de bestuurder een procesverbaal en/of neemt verdergaande maatregelen................................ Beginnende bestuurder Een bestuurder die het rijbewijs na 30 maart 2002 gehaald heeft en korter dan vijf jaar in het bezit heeft Sinds 1 januari 2006 (zie ook hoofdstuk 4) is de alcohollimiet verlaagd voor beginnende bestuurders. Iemand is een beginnende bestuurder, als het rijbewijs na 30 maart 2002 gehaald is en korter dan vijf jaar in het bezit is. Deze bestuurder wordt aangehouden als de blaastest op straat een uitslag van 0,40 of hoger geeft. Als na 20 minuten wachten de uitslag op het politiebureau 0,20 of hoger (na aftrek van een onzekerheidsmarge) is, is een beginnende bestuurder strafbaar. 1.2.3. Definities binnen het AVV-onderzoek In dit rapport wordt uitgegaan van het statistische aandeel overtreders, het percentage bestuurders dat op straat de geldende alcohollimiet overschrijdt ten opzichte van het totaal aantal gecontroleerde bestuurders. In het AVV-onderzoek zijn daarom alle ervaren bestuurders, die bij de voorselectie op straat 0,50 of hoger blazen, als overtreder gedefinieerd. Ditzelfde geldt voor beginnende bestuurders met een uitslag van 0,20 of hoger. De resultaten van het AVV-onderzoek zijn niet vergelijkbaar met die van alcoholcontroles van de politie. Bij de politiecontroles wordt een ervaren bestuurder pas vanaf 0,70 (uitslag op straat, voor een beginnende bestuurder geldt vanaf 0,40 ) als potentiële overtreder aangemerkt. In dit rapport liggen de grenzen op respectievelijk 0,50 en 0,20. Door de in dit rapport gebruikte methode komt het percentage overtreders hoger uit dan het percentage dat tijdens een politiecontrole wordt gevonden. 2 Als iemand kort voor de blaastest alcohol gedronken heeft, heeft hij nog veel alcoholdamp in de mond. De blaastest kan in dit geval een hoger promillage geven dan de persoon werkelijk in zijn bloed heeft. De wachttijd van minimaal 20 minuten zorgt ervoor dat het alcoholgehalte in de mond en bloed overeenkomen. In deze 20 minuten wordt echter ook alcohol afgebroken. Om deze reden wordt een persoon vanaf 0,70 aangehouden, terwijl men al vanaf 0,50 strafbaar is. Dit voorkomt dat deze persoon aangehouden wordt, terwijl hij niet teveel alcohol gedronken heeft. 15 Rijden onder invloed 1999-2006

1.2.4. Geregistreerde gegevens Van alle staandegehouden bestuurders worden tijdens de AVValcoholcontrole de volgende gegevens genoteerd (voor het begeleidingsformulier, zie bijlage B): Geslacht; Leeftijd; Gemeten uitslag op straat (in ). Als een bestuurder een uitslag van 0,20 of hoger blaast, worden enkele aanvullende gegevens opgeschreven: Is het rijbewijs gehaald na 30 maart 2002 en korter dan vijf jaar in bezit? (beginnersrijbewijs); Tijdstip van de blaastest; Geboortedatum; Plaats waar de alcohol gedronken is (restaurant, bij vrienden, e.d.). 1.2.5. Aanvulling en weging van de data Na afronding van het onderzoeksjaar worden controles, die in dat jaar niet zijn uitgevoerd, aangevuld op basis van voorgaande jaren. Bijvoorbeeld de controle in Haarlem heeft in 2005 niet kunnen plaatsvinden. De controle is daarom met de gegevens uit 2004 aangevuld. Wanneer de data niet aangevuld zouden worden, kan het percentage overtreders per politieregio jaarlijks ten onrechte fluctueren. Dit geldt ook voor het landelijk cijfer. Door de aanvulling is er een gelijke verdeling van de alcoholcontroles over Nederland en de politieregio s door de jaren heen. Na aanvulling van de data vindt er een weging plaats naar: Inwonersaantal; de gebruikte locaties in dit onderzoek zijn zodanig gekozen dat ze representatief zijn voor een politieregio. Voor een representatief landelijk beeld worden de uitkomsten gewogen naar het inwonersaantal per politieregio (cijfers afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek). Bij de weging is gebruik gemaakt van de inwonersaantallen uit 2004; Vrijdag/zaterdag; de gehouden alcoholcontroles zijn niet evenredig verdeeld over de vrijdag- en zaterdagnacht. Er vindt een weging over beide nachten plaats, die zorgt dat de cijfers representatief zijn voor een gemiddelde weekendnacht. Zo is het mogelijk om uitspraken te doen over het alcoholgebruik in een gemiddelde weekendnacht. 16 Rijden onder invloed 1999-2006

1.3 Onderscheid ervaren en beginnende bestuurders Omdat op 1 januari 2006 de alcohollimiet voor beginnende bestuurders is verlaagd (zie ook hoofdstuk 4), is de groep overtreders in dit rapport ten opzichte van eerdere jaren uitgebreid. De groep beginnende bestuurders tussen 0,20 en 0,49 is vanaf nu ook strafbaar. Om de resultaten toch met voorgaande jaren te kunnen vergelijken, wordt eerst in hoofdstuk 3 ingegaan op de groep overtreders van 0,50 en hoger (het rode vlak in figuur 1.3). Dit is conform eerdere rapportages en bedoeld om trendanalyses te maken. De groep beginnende bestuurders tussen 0,20 en 0,49 wordt hier buiten beschouwing gelaten. In hoofdstuk 4 wordt de groep beginnende bestuurders behandeld (het blauwe vlak in figuur 1.3). In dit hoofdstuk worden de ervaren bestuurders van 0,50 en hoger buiten beschouwing gelaten. In dit hoofdstuk wordt vooral op de gegevens uit het onderzoek 2006 ingegaan. Het onderscheid tussen beide groepen wordt in onderstaand figuur afgebeeld................................ Figuur 1.3 Onderscheid tussen ervaren en beginnende bestuurders 0,20 0,49 0,50 en hoger Beginnende bestuurders Hoofdstuk 4 Ervaren bestuurders Hoofdstuk 3 Zoals uit de figuur is af te lezen kunnen de resultaten van hoofdstuk 3 en 4 niet met elkaar worden vergeleken. Dit is vanwege de dubbeltelling van de groep beginnende bestuurders van 0,50 en hoger (paarse vlak in figuur 1.3). 17 Rijden onder invloed 1999-2006

1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een korte theoretische uitleg over de combinatie alcohol en verkeer. Tevens komt het effect van rijden onder invloed op de mens en vervolgens op de verkeersveiligheid aan bod. Hoofdstuk 3 bespreekt de ontwikkelingen van het alcoholgebruik. Ook komt de langetermijn-ontwikkeling aan de orde. Hoofdstuk 4 betreft de ontwikkeling van de groep beginnende bestuurders. Hoofdstuk 5 gaat in op ontwikkelingen in relatie tot het beleid. Hoofdstuk 6 beschrijft de conclusies. Daarnaast worden aanbevelingen gedaan ten aanzien van het onderzoek. Hoofdstuk 7 geeft een overzicht van de gebruikte literatuur. Hoofdstuk 8 bevat een afkortingenlijst. In de bijlagen zijn tabellen met uitgebreide gegevens te vinden, bijvoorbeeld gegevens per politieregio of per leeftijdsklasse. 1.5 Dankwoord Dankzij de hulp van politie is het dit jaar voor het eerst gelukt om alle geplande alcoholcontroles uit te voeren en daardoor een representatieve dekking voor Nederland te krijgen. AVV bedankt hierbij de betrokken politiekorpsen voor hun bijdrage aan dit project. Regelmatig werken ook vrijwilligers van Veilig Verkeer Nederland (VVN) mee aan het onderzoek door tijdens de alcoholcontroles op straat de registratieformulieren (zie bijlage B) in te vullen. AVV is VVN bijzonder dankbaar voor deze hulp. Significantie In het rapport wordt in een groot aantal paragrafen een vergelijking tussen percentages van verschillende jaren gemaakt. Bij deze vergelijking staat aangegeven of de opgetreden wijziging significant is. Hiermee wordt het volgende bedoeld: Wanneer significant verschil geconstateerd wordt, betekent dit dat de kans dat dit verschil op toeval berust, kleiner is dan 5%. Als een significant verschil tussen twee jaren wordt gevonden, kan gezegd worden dat deze percentages van elkaar verschillen. Of een bepaald verschil significant is, is mede afhankelijk van de steekproefgrootte. 18 Rijden onder invloed 1999-2006

2. Alcohol en verkeer............................................................................... 2.1 Inleiding Het merendeel van de bevolking weet dat alcohol van invloed is op de rijvaardigheid. Toch stappen jaarlijks veel mensen die teveel alcohol op hebben, achter het stuur. Dit hoofdstuk beschrijft het effect van de alcohol op de mens en vervolgens het effect van het drankgebruik op de verkeersveiligheid. 2.2 Effect van alcohol Geconsumeerde alcohol wordt via de maag en de dunne darm opgenomen in het bloed en vervolgens door het hele lichaam verspreid. Alcohol die op deze wijze de hersenen bereikt, beïnvloedt het waarnemingsvermogen en het gedrag. Als gevolg daarvan stijgt de kans op een ongeval, als de desbetreffende persoon een voertuig bestuurt................................ Figuur 2.1 De relatieve ongevalskans afgezet tegen de BAG-waarde (in ) [Borkenstein et al, 1974] Gemiddeld neemt al vanaf 1 à 2 glazen de ongevalskans licht toe. Bij een promillage van 0,5 3 is de kans op een ongeval ongeveer anderhalf keer zo groot als zonder alcoholgebruik. Bij grotere hoeveelheden alcohol is die toename steeds groter [Borkenstein et al, 1974]. De relatieve ongevalskans staat in de onderstaande figuur afgezet tegen de BAG-waarde. Relatieve ongevalskans 18 16 14 12 10 8 6 4 0,8 = ongevalskans is 2x zo groot 1,8 = ongevalskans is 17x zo groot 2 0 0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 BAG-waarde (in ) 3 Dit promillage wordt bereikt na het drinken van circa 3 standaardglazen alcoholhoudende drank. Een standaardglas bevat ongeveer 10 gram alcohol. Na 3 glazen heeft men 30 gram alcohol in het bloed overeenkomend met ongeveer 0,5 promille. 19 Rijden onder invloed 1999-2006

Behalve op de ongevalskans (figuur 2.1), kan alcoholgebruik ook effect hebben op de ernst van het letsel. Autobestuurders met meer dan 1,5 alcohol in hun bloed hebben bij een verkeersongeval tot ongeveer 200 maal zo veel kans om het leven te komen dan nuchtere bestuurders [Borkenstein et al, 1974]. 2.3 Alcohol en verkeersveiligheid De AVV heeft een database waarin alle door de politie geregistreerde verkeersongevallen staan. Bij elk geregistreerd ongeval is aangegeven of de politie heeft geconstateerd dat er alcohol in het spel was en zo ja, of de hoeveelheid alcohol strafbaar was (conform artikel 8 van de Wegen Verkeers Wet). Niet alle alcoholgerelateerde ongevallen worden geregistreerd. In Nederland is het bij een dodelijk ongeval alleen toegestaan om de bestuurder die het ongeval overleefd heeft, op alcohol (door middel van een blaastest of bloedonderzoek) te controleren. Bij een dodelijk ongeval waarbij slechts één auto betrokken is, mag bijvoorbeeld niet gecontroleerd worden of er alcohol in het spel was. Dit geldt ook voor een ongeval met twee voertuigen, waarbij beide bestuurders om het leven komen. Nederland kent geen post-mortem-onderzoek, waardoor het niet mogelijk is om een exacter aantal alcoholgerelateerde doden vast te stellen. Het daadwerkelijke aantal ongevallen waarbij één van de betrokken bestuurders te veel alcohol ( 0,5 ) gedronken heeft, is daarom minimaal twee tot drie maal hoger dan het aantal door de politie geregistreerde alcoholongevallen. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) schat in dat circa 25% van de alle verkeersdoden veroorzaakt worden door alcohol [Wegman en Aarts (red), 2005]. Het aantal alcoholgerelateerde ongevallen wordt om bovengenoemde reden op een andere wijze bepaald. Het aantal wordt afgeleid van het gemeten percentage rijden onder invloed en het verhoogde risico van rijden onder invloed (zie 2.2). Deze schattingsmethode wordt zowel voor het aantal doden als ziekenhuisgewonden bij alcoholongevallen gebruikt. Bij het gebruiken van de uitkomsten moet echter wel bedacht worden dat het om een schatting gaat en niet om daadwerkelijke aantallen. Het geschatte aantal doden en ziekenhuisgewonden betreft aantallen, waarvan het mogelijk is dat ze in werkelijkheid hoger uitvallen (conform de inschatting van de SWOV). 20 Rijden onder invloed 1999-2006

In tabel 2.1 staat het geschatte aantal alcoholdoden 4 genoteerd, inclusief het percentage ten opzichte van het totaal aantal verkeersdoden 5................................ Tabel 2.1 Aantal verkeersdoden als gevolg van alcohol en totaal aantal verkeersdoden in de periode 1999-2006 Jaar Verkeersdoden als gevolg van alcohol Verkeersdoden totaal Percentage...................................................... 1999 210 1.186 17,7% 2000 200 1.166 17,2% 2001 180 1.083 16,6% 2002 170 1.066 15,9% 2003 170 1.088 15,6% 2004 135 881 15,3% 2005 115 817 14,1% 2006 100 811 12,3% In de periode 1999-2006 is het aantal alcoholdoden weer verder gedaald, net als het aantal alcoholgerelateerde verkeersdoden ten opzichte van het totaal aantal verkeersdoden. Het geschatte aantal ziekenhuisgewonden als gevolg van een alcoholongeval staat in tabel 2.2. De cijfers over 2006 zijn gebaseerd op een schatting................................ Tabel 2.2 Aantal verkeersziekenhuisgewonden als gevolg van alcohol en totaal aantal verkeersziekenhuisgewonden in de periode 1999-2006 Jaar Ziekenhuisgewonden als gevolg van alcohol Ziekenhuisgewonden totaal Percentage.......................................................... 1999 3.300 19.410 17,0% 2000 3.100 18.300 16,9% 2001 2.900 17.820 16,3% 2002 3.000 18.420 16,3% 2003 2.900 18.660 15,5% 2004 2.800 18.060 15,5% 2005 2.500 17.680 14,1% 2006 6 2.300 17.900 12,8% Ook het aantal ziekenhuisgewonden als gevolg van alcohol in het verkeer is gedaald tussen 1999 en 2006, net als het aantal alcoholgerelateerde ziekenhuisgewonden ten opzichte van het totaal aantal ziekenhuisgewonden door verkeersongevallen. 4 Dit percentage is exclusief de slachtoffers van ongevallen die veroorzaakt zijn door gecombineerd alcohol- en drugsgebruik. 5 Dit houdt niet in dat alcohol ook oorzaak van het ongeval vormde. Het is ook mogelijk dat het ongeval door een andere reden is veroorzaakt. 6 Het aantal verkeersziekenhuisgewonden voor 2006 is gebaseerd op een schatting. 21 Rijden onder invloed 1999-2006

2.4 Kosten van verkeersongevallen De SWOV heeft voor 2005 een schatting gemaakt van de kosten als gevolg van verkeersongevallen, gebaseerd op cijfers van 2003. De totale kosten van verkeersongevallen bedragen bijna 12 miljard euro [SWOV, 2007]. Uit de tabel 2.1 en 2.2 kan worden afgelezen dat in 2005 bij 14,0% van alle ernstige ongevallen (zowel doden als ziekenhuisgewonden) alcohol in het spel was 7. Op basis hiervan kan worden gezegd dat de maatschappelijke kosten van de alcoholongevallen ongeveer 1,6 miljard euro in 2005 bedragen. 7 Dit houdt niet in dat alcohol ook oorzaak van het ongeval vormde. Het is ook mogelijk dat het ongeval door een andere reden is veroorzaakt. 22 Rijden onder invloed 1999-2006

3. De resultaten............................................................................... 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van de groep overtreders 0,50 en hoger besproken (zie ook 1.3). Overtreder (in dit hoofdstuk) Een bestuurder die bij een blaastest op straat de geldende alcohollimiet van 0,50 overschrijdt Percentage overtreders (in dit hoofdstuk) Het percentage bestuurders met een uitslag vanaf 0,50 ten opzichte van het totale aantal gecontroleerde bestuurders In onderstaand figuur staat afgebeeld wat er in dit hoofdstuk besproken wordt................................ Figuur 3.1 Onderscheid beginnende bestuurders en ervaren bestuurders 0,20 0,49 0,50 en hoger Beginnende bestuurders Ervaren bestuurders Hoofdstuk 3 De resultaten in dit hoofdstuk zijn vergelijkbaar met rapportages uit eerdere jaren. 23 Rijden onder invloed 1999-2006

3.2 Ontwikkelingen vanaf 1973 In 2006 is het percentage overtreders 3,0%. Ten opzichte van 2005 is dit niet significant gewijzigd. Het rijden onder invloed in Nederland wordt al sinds 1973 gemeten. De volgende figuur geeft een overzicht van het percentage overtreders vanaf het begin van de metingen. Alleen de jaren waarin gemeten is, zijn weergegeven................................ Figuur 3.2 Ontwikkeling overtreders (in %) in de periode 1973-2006 16 14 12 Overtreders (in %) 10 8 6 4 2 0 1973 1975 1977 1979 1981 1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 Jaar Op 1 november 1974 werd het alcohollimiet van 0,5 ingevoerd. Uit de figuur is af te lezen dat bestuurders in eerste instantie de pakkans hoog ingeschatten en minder onder invloed van alcohol reden. Het percentage overtreders lag in 1974 op circa 2%. Toen bleek dat de politie maar weinig bestuurders op alcohol controleerde, nam in het daaropvolgende jaar het aandeel overtreders weer snel toe tot 12%. Ook andere wettelijke maatregelen en verbeterde controleprocedures spelen een rol bij de verlaging van het alcoholgebruik in het verkeer. In bijlage C staat een compleet overzicht van alle maatregelen. 24 Rijden onder invloed 1999-2006

3.3 Landelijke ontwikkeling in 1999-2006 In tabel 3.1 staan de percentages van het aantal gecontroleerde bestuurders weergegeven, uitgesplitst naar vijf promillageklassen. De laatste rij in de tabel toont het percentage overtreders ( 0,5 ) per jaar. Deze reeks staat in figuur 3.3 afgebeeld................................ Tabel 3.1 Ontwikkeling bestuurders (in %) naar promillageklasse in de periode 1999-2006 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006........................................................................ <0,2 90,3 90,2 90,8 91,1 91,7 92,2 92,8 92,6 0,2-0,49 5,5 5,4 5,1 4,8 4,6 4,4 4,4 4,4 0,5-0,79 2,2 2,5 2,3 2,3 2,1 1,8 1,4 1,5 0,8-1,29 1,3 1,3 1,2 1,3 1,2 1,0 0,8 1,0 >1,3 0,7 0,6 0,6 0,5 0,5 0,6 0,6 0,4........................................................................ 0,5 4,2 4,4 4,1 4,1 3,8 3,4 2,8 3,0............................... Figuur 3.3 Ontwikkeling overtreders (in %) in de periode 1999-2006 Overtreders (in %) 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 4,2 4,4 4,1 4,1 3,8 3,4 2,8 3,0 1,5 1,0 0,5 0,0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Jaar Kijkend naar de gehele periode 2001-2006 is een dalende trend in het percentage overtreders te zien. In bijlage D staat hierover meer uitleg. 25 Rijden onder invloed 1999-2006

In figuur 3.5 staan de vier promillageklassen vanaf 0,2 afgebeeld................................ Figuur 3.4 Ontwikkeling bestuurders (in %) naar vier promillageklassen (alleen 0,20 ) in de periode 1999-2006 6,0 5,0 0,2-0,49 0,5-0,79 0,8-1,29 >1,3 Overtreders (in %) 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Jaar Er zijn geen significante wijzigingen in 2006 ten opzichte van 2005. De reeks 1999 tot en met 2006 vertoont voor alle promillageklassen een trendmatige daling. Het aandeel overtreders met een promillage 1,3 is gedaald van 0,6% naar 0,4%, maar deze daling is niet significant. Aangezien deze groep vanwege het veel hogere ongevalsrisico verantwoordelijk is voor een onevenredig groot deel van de alcoholgerelateerde ongevallen, blijft het van belang om de omvang van deze groep te verkleinen. 26 Rijden onder invloed 1999-2006

3.4 Ontwikkeling naar hoofdregio en provincie In de onderstaande tabel staat het percentage overtreders per hoofdregio en per provincie................................ Tabel 3.2 Overtreders (in %) naar hoofdregio en provincie in de periode 2002-2006 2002 2003 2004 2005 2006........................................................ Hoofdregio Noord-Nederland Groningen 2,3 2,1 1,8 1,5 1,5 Friesland 2,7 2,8 2,4 1,8 2,4 Drenthe 1,6 1,2 1,9 1,1 1,4 Totaal Noord 2,2 2,1 2,0 1,5 1,8........................................................ Hoofdregio Oost-Nederland Overijssel 3,3 2,8 1,8 1,7 1,7 Flevoland 4,6 4,4 3,1 3,4 2,4 Gelderland 2,8 2,7 2,6 1,9 2,0 Totaal Oost 3,2 2,9 2,4 2,0 2,0........................................................ Hoofdregio West-Nederland Utrecht 3,5 3,2 2,7 2,6 2,2 Noord-Holland 4,9 4,7 3,9 3,1 2,8 Zuid-Holland 5,0 4,8 4,7 3,7 4,5 Zeeland 3,8 2,5 2,5 1,7 2,6 Totaal West 4,7 4,4 4,0 3,3 3,5........................................................ Hoofdregio Zuid-Nederland Noord-Brabant 5,1 4,1 4,1 3,9 4,1 Limburg 3,8 3,3 2,7 2,0 1,8 Totaal Zuid 4,7 3,8 3,7 3,3 3,4 In 2006 heeft de hoofdregio West het hoogste percentage overtreders, namelijk 3,5%. De regio met het laagste percentage is Noord- Nederland (1,8%), net als in alle voorgaande jaren. De provincie met het hoogste percentage overtreders is in Zuid-Holland (4,5%). Als tweede provincie volgt Noord-Brabant met 4,1%. In de provincie Drenthe is het percentage overtreders het laagst, namelijk 1,4%. In bijlage E staat een uitgebreide tabel naar vijf promillageklassen per hoofdregio en provincie weergegeven. 27 Rijden onder invloed 1999-2006

3.5 Ontwikkeling naar politieregio Deze paragraaf kijkt naar de verdeling over de 25 politieregio s. In tabel 3.3 staat het percentage overtreders naar politieregio in de afgelopen vijf jaar................................ Tabel 3.3 Ontwikkeling overtreders (in %) naar politieregio in de periode 2002-2006 2002 2003 2004 2005 2006.................................................................... Groningen 2,3 2,1 1,8 1,5 1,5 Friesland 2,7 2,8 2,4 1,8 2,4 Drenthe 1,6 1,2 1,9 1,1 1,4 IJsselland 2,0 1,8 1,5 1,2 2,1 Twente 4,3 3,6 2,1 2,1 1,4 Noord- en Oost-Gelderland 2,6 2,9 2,2 1,4 2,0 Gelderland-Midden 3,0 3,0 3,2 2,7 1,9 Gelderland-Zuid 2,9 2,0 2,5 1,8 2,2 Utrecht 3,5 3,2 2,7 2,6 2,2 Noord-Holland-Noord 4,2 4,5 4,0 3,8 2,8 Zaanstreek-Waterland 3,8 3,1 4,8 1,5 1,0 Kennermerland 5,0 6,0 4,2 3,9 4,3 Amsterdam-Amstelland 5,3 4,4 3,3 2,8 3,1 Gooi en Vechtstreek 7,0 5,9 4,4 3,2 4,1 Haaglanden 4,4 5,0 3,4 3,7 3,7 Hollands-Midden 4,8 3,3 4,0 2,7 4,0 Rotterdam-Rijnmond 6,3 6,3 6,3 4,8 5,4 Zuid-Holland-Zuid 3,5 2,9 4,3 2,6 4,2 Zeeland 3,8 2,5 2,5 1,7 2,6 Midden- en West-Brabant 4,6 4,3 5,1 5,8 5,2 Brabant-Noord 4,1 3,6 2,9 1,7 2,7 Brabant-Zuid-Oost 6,6 4,2 3,7 3,2 3,7 Limburg-Noord 2,3 2,2 1,6 1,4 1,9 Limburg-Zuid 5,1 4,3 3,6 2,6 1,8 Flevoland 4,6 4,4 3,1 3,4 2,4 In 2006 heeft politieregio Rotterdam-Rijnmond het hoogste percentage overtreders (5,4%), terwijl Zaanstreek-Waterland het laagste aandeel overtreders heeft (1,0%). In bijlage F staat een tabel naar vijf promillageklassen per politieregio. 28 Rijden onder invloed 1999-2006

3.6 Ontwikkeling naar geslacht en leeftijd Tijdens de alcoholcontroles op straat is het geslacht en de leeftijd van iedere gecontroleerde bestuurder vastgelegd. In 2006 is het percentage mannelijke overtreders 3,5%, terwijl dat onder vrouwelijke bestuurders 1,8% is. In figuur 3.5 staat het percentage overtreders voor de periode 1999-2006 uitgesplitst naar geslacht................................ Figuur 3.5 Ontwikkeling overtreders (in %) naar geslacht in de periode 1999-2006 Overtreders (in %) 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 4,8 2,6 5,2 2,2 4,9 2,1 4,8 2,3 4,4 2,0 Man 4,1 3,3 1,6 1,7 Vrouw 3,5 1,8 1,0 0,0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Jaar De totale groep overtreders bestaat voor een grote meerderheid uit mannen (circa 82%). Ondanks het grotere aandeel gecontroleerde mannelijke bestuurders (70% in 2006) is het percentage mannelijke overtreders verhoudingsgewijs toch hoger dan het aandeel vrouwelijke overtreders. Er zijn geen significante veranderingen in 2006 ten opzichte van 2005 geconstateerd. Binnen de twee groepen is gekeken naar de vier leeftijdscategorieën (zie tabel 3.5): 18 tot en met 24 jaar; 25 tot en met 34 jaar; 35 tot en met 49 jaar; 50 jaar en ouder. 29 Rijden onder invloed 1999-2006

............................... Tabel 3.4 Ontwikkeling overtreders (in %) naar geslacht en leeftijd in de periode 1999-2006 In tabel 3.4 staat het percentage overtreders naar geslacht en naar leeftijd. 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006........................................................................ Mannen 18 24 jaar 3,9 4,1 3,6 3,8 3,1 2,7 2,4 2,6 25 34 jaar 5,0 5,8 5,2 5,0 5,0 4,9 4,0 4,1 35 49 jaar 5,6 5,6 5,9 5,8 5,2 5,0 3,7 3,9 50 jaar en ouder 4,3 4,8 4,4 4,3 4,1 3,4 2,9 3,0 Totaal 4,8 5,2 4,9 4,8 4,4 4,1 3,3 3,5........................................................................ Vrouwen 18 24 jaar 1,0 0,7 0,9 0,6 0,8 1,0 1,0 0,7 25 34 jaar 2,7 1,3 2,1 2,3 2,1 1,6 1,6 1,6 35 49 jaar 3,0 3,9 3,0 3,4 3,0 2,1 2,2 2,7 50 jaar en ouder 3,8 2,7 1,7 2,4 1,5 1,5 1,5 1,5 Totaal 2,6 2,2 2,1 2,3 2,0 1,6 1,7 1,8............................... Figuur 3.6 Ontwikkeling mannelijke overtreders (in %) naar leeftijd in de periode 1999-2006 De volgende twee figuren zetten het percentage overtreders af tegen geslacht en leeftijd. Figuur 3.6 toont de mannelijke overtreders, figuur 3.7 betreft de vrouwelijke overtreders. 7,0 6,0 18 24 jaar 25 34 jaar 35 49 jaar 50 jaar en ouder Overtreders (in %) 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0............................... Figuur 3.7 Ontwikkeling vrouwelijke overtreders (in %) naar leeftijd in de periode 1999-2006 0,0 7,0 6,0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Jaar 18 24 jaar 25 34 jaar 35 49 jaar 50 jaar en ouder Overtreders (in %) 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Jaar 30 Rijden onder invloed 1999-2006

Net als vorig jaar heeft de leeftijdscategorie 25-34 jaar bij de mannen het hoogste percentage overtreders. Bij vrouwen is de leeftijdscategorie 35-49 jaar het hoogst. In 2006 zijn er zowel bij de mannen als bij de vrouwen geen significante wijzigingen ten opzichte van 2005 geconstateerd. In bijlage G staat een tabel met daarin het geslacht en leeftijd, uitgezet naar de vijf promillageklassen. 3.7 Ontwikkeling naar dag en tijdstip De alcoholcontroles vinden zowel vrijdag- als zaterdagnacht plaats. De onderstaande figuur geeft het percentage overtreders, uitgesplitst naar dag 8................................ Figuur 3.8 Ontwikkeling overtreders (in %) naar dag in de periode 1999-2006 Overtreders (in %) 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 4,2 4,2 4,3 4,4 4,1 4,1 4,1 4,1 3,8 3,7 Vrijdag Zaterdag 3,5 3,3 3,1 2,9 2,8 2,6 1,0 0,5 0,0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Jaar Sinds 2001 is het aandeel overtreders op vrijdag het hoogst. De stijgingen in 2006 op beide dagen zijn niet significant. 8 De weging naar vrijdag en zaterdag, zoals besproken in 3.1 is niet toegepast op deze verdeling. Aangezien het juist gaat om het verschil tussen vrijdag en zaterdag is het weekendgemiddelde in deze analyse niet bruikbaar. 31 Rijden onder invloed 1999-2006

Ook is er een onderscheid gemaakt naar het tijdstip van de controle. Er zijn drie tijdsperioden: 22:00-00:00u; 00:00-02:00u; 02:00-04:00u................................ Tabel 3.5 Ontwikkeling overtreders (in %) naar tijd in de periode 1999-2006 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006............................................................. 22:00-00:00u 2,3 2,5 2,2 2,5 2,1 2,1 1,6 1,8 00:00-02:00u 4,4 4,7 4,5 4,3 4,2 3,9 3,4 3,3 02:00-04:00u 8,7 8,4 8,0 7,6 7,2 5,9 5,4 6,2............................... Figuur 3.9 Ontwikkeling overtreders (in %) naar tijd in de periode 1999-2006 Overtreders (in %) 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 22:00-00:00u 00:00-02:00u 02:00-04:00u 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Jaar Net als alle voorgaande jaren is het percentage overtreders tussen 02:00-04:00u s nachts het hoogst. De wijzigingen in 2006 zijn niet significant ten opzichte van 2005. 32 Rijden onder invloed 1999-2006

Als laatste wordt gekeken naar de combinatie van dag en tijd................................ Tabel 3.6 Ontwikkeling overtreders (in %) naar dag en tijd in de periode 1999-2006 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006.......................................................................... Vrijdag Tussen 22:00-00:00u 2,0 2,4 2,2 2,3 2,0 2,0 1,7 1,8 Tussen 00:00-02:00u 4,9 4,7 4,1 4,5 4,3 4,3 3,8 3,2 Tussen 02:00-04:00u 9,1 9,1 9,2 8,4 7,3 6,6 5,2 7,1.......................................................................... Zaterdag Tussen 22:00-00:00u 3,0 2,7 2,2 2,7 2,3 2,4 1,4 1,8 Tussen 00:00-02:00u 3,5 4,7 4,9 4,1 4,1 3,3 2,7 3,4 Tussen 02:00-04:00u 8,1 7,5 6,7 6,7 6,8 5,2 5,7 4,8 Het aandeel overtreders is in 2006 op vrijdag tussen 02:00-04:00u het grootst (7,1%). Het percentage overtreders is op beide dagen tussen 22.00-00.00u het laagst (1,8%). 33 Rijden onder invloed 1999-2006

3.8 Ontwikkeling naar herkomst De onderstaande tabel geeft de plaatsen weer, waar overtreders alcohol gedronken hebben................................ Tabel 3.7 Gelegenheid (in %) waar overtreders alcohol gedronken hebben in de periode 2002-2006 De percentages die de tabel toont, geven de verdeling over de verschillende mogelijkheden weer, en niet het percentage overtreders zoals in de voorgaande paragrafen het geval is. 2002 2003 2004 2005 2006......................................................................... In cafe, bar, restaurant of disco 53 55 50 52 55 Bij vrienden, kennissen of familie 23 19 26 25 22 Thuis 9 9 10 10 11 In sportkantine of clubhuis 6 8 5 5 6 Op het werk 6 6 6 6 4 Elders 3 4 4 2 3 Over de jaren heen is de verhouding tussen de diverse mogelijkheden van herkomst ongeveer gelijk gebleven. Het percentage overtreders dat uit een horecagelegenheid komt, is al jaren het grootst (in 2006: 55%). De overtreders die in 2006 bij vrienden, kennissen of familie alcohol genuttigd hebben (22%) of die thuis alcohol gedronken hebben (11%) volgen op de top-3. 34 Rijden onder invloed 1999-2006

3.9 Ontwikkeling naar gemeentegrootte Als laatste wordt de ontwikkeling naar gemeentegrootte 9 behandeld. Er worden drie categorieën onderscheiden: Minder dan 50.000 inwoners; Tussen 50.000 en 100.000 inwoners; Meer dan 100.000 inwoners................................ Tabel 3.8 Ontwikkeling overtreders (in %) naar gemeentegrootte in de periode 1999-2006 In de volgende tabel staan de overtreders naar gemeentegrootte weergegeven. 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006.......................................................................... Minder dan 50.000 inwoners 3,3 3,4 3,2 3,3 2,7 2,5 2,0 2,9 50.000-100.000 inwoners 4,0 3,8 4,0 3,9 3,5 2,9 2,8 2,5 Meer dan 100.000 inwoners 5,0 5,5 4,9 4,9 4,7 4,4 3,5 3,3 Het percentage overtreders is het hoogst in de grootste gemeenten, net als in alle voorgaande jaren. In 2006 is het percentage overtreders in de kleinste gemeenten significant gestegen. Dit aandeel ligt nu boven het percentage van de middelgrote gemeenten. De overige twee gemeentegrootten laten een daling zien, die niet significant is. 9 De cijfers in deze paragraaf zeggen niets over de woonplaats van de overtreders, maar laten zien in welke gemeentegrootte de alcohol gedronken is. 35 Rijden onder invloed 1999-2006

36 Rijden onder invloed 1999-2006

4. Ontwikkeling beginnende bestuurders............................................................................... 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van de groep beginnende bestuurders besproken (zie ook 1.3). Overtreder (in dit hoofdstuk) Een beginnend bestuurder die bij een blaastest op straat de geldende alcohollimiet van 0,20 overschrijdt Percentage overtreders (in dit hoofdstuk) Het percentage beginnend bestuurders met een uitslag vanaf 0,20 ten opzichte van het totale aantal gecontroleerde bestuurders (zowel ervaren als beginnende bestuurders)............................... Figuur 4.1 Onderscheid beginnende bestuurders en ervaren bestuurders In onderstaand figuur staat afgebeeld wat in dit hoofdstuk besproken wordt. 0,20 0,49 0,50 en hoger Beginnende bestuurders Hoofdstuk 4 Ervaren bestuurders Vanwege kleine aantallen kunnen specifieke verdelingen, zoals het percentage overtreders naar politieregio, niet worden gemaakt. De uitkomsten zijn dan statistisch gezien niet betrouwbaar. De resultaten is dit hoofdstuk zijn niet vergelijkbaar met de resultaten uit hoofdstuk 3. Dit is in verband met de dubbeltelling van de groep beginnende bestuurders van 0,5 en hoger. 37 Rijden onder invloed 1999-2006

4.2 Verlaging van de alcohollimiet Onder voormalig minister Peijs van Verkeer en Waterstaat is per 1 januari 2006 een wetsvoorstel van kracht geworden, waarbij het wettelijk toegestane alcoholpromillage voor beginnende bestuurders is verlaagd naar 0,2 promille. 4.2.1. Internationale resultaten van verlaging alcohollimiet Een verlaging van de wettelijke alcohollimiet voor beginnende bestuurders is al eerder ingevoerd in een aantal staten van Noord- Amerika, in Australië en Oostenrijk. De verlaging lijkt een positief effect te hebben op de verkeersveiligheid. In Oostenrijk bijvoorbeeld is het aantal ernstige ongevallen waar beginnende automobilisten bij betrokken zijn in een periode van 5 jaar, gedaald met bijna 17%. 4.2.2. Ongevalsrisico voor beginnende bestuurders Onderzoek heeft aangetoond dat beginnende bestuurders relatief gezien vaker bij een alcoholongeval betrokken zijn dan de meer ervaren bestuurders. De beginnende rijder is een bestuurder, die korter dan vijf jaar een rijbewijs in bezit heeft. Een verklaring voor de grote betrokkenheid bij ongevallen is volgens de SWOV in de eerste plaats vanwege het gebrek aan ervaring als bestuurder (ook in nuchtere toestand). Ten tweede reageren jongeren (de grootste groep beginnende bestuurders) door hun (nog) lage tolerantie voor alcohol heftiger hierop dan ouderen. Het is ook mogelijk dat drugs een belangrijke rol spelen, maar hierover is onvoldoende kennis. De kans op een ongeval neemt voor beginnende bestuurders al bij een promillage tussen 0,2 en 0,5 duidelijk toe. De toename is voor die groep zelfs al sterker dan voor meer ervaren bestuurders bij een promillage tussen 0,5 en 0,8, zo rapporteert de SWOV. 38 Rijden onder invloed 1999-2006

4.3 Resultaten in 2006 4.3.1. Overtreders per jaar In 2006 ligt het percentage overtreders op 1,0% van het totaal aantal gecontroleerde bestuurders................................ Figuur 4.2 Ontwikkeling beginnende bestuurders ten opzichte van alle gecontroleerde bestuurders ( 0,20, in %) in de periode 2002-2006 Omdat in 2002 de vraag of iemand een beginnend bestuurder al op het begeleidingsformulier van het AVV-onderzoek is toegevoegd, is het mogelijk om de ontwikkeling voor 2006 te schetsen (zie figuur 4.2). Overtreders (in %) 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 Trend breuk 0,2 0,0 2002 2003 2004 2005 2006 Jaar In de figuur geeft de stippellijn aan dat er een trendbreuk is tussen 2005 en 2006. De reden hiervoor is de gewijzigde alcohollimiet. Dit betekent dat het cijfer in 2006 niet vergeleken kan worden met de cijfers voor 2006 (zie 4.1)................................ Tabel 4.1 Ontwikkeling van het percentage beginnende bestuurders ten opzichte van alle gecontroleerde bestuurders voor vier promillageklassen ( 0,20 ) in de periode 2002-2006 In de onderstaande tabel staat een overzicht van de groep beginnende bestuurders in de periode 2002-2006, opgesplitst naar vier promillageklassen. 2002 2003 2004 2005 2006.................................................. 0,20-0,49 0,56% 0,35% 0,27% 0,35% 0,58% 0,50-0,79 0,30% 0,18% 0,15% 0,13% 0,22% 0,80-1,29 0,14% 0,09% 0,04% 0,08% 0,15% >1,30 0,03% 0,03% 0,02% 0,03% 0,07%.................................................. Totaal 1,0% 0,6% 0,5% 0,6% 1,0% Het hoogste percentage overtreders van de groep beginnende bestuurders bevindt zich in de promillageklasse 0,20-0,49. Dit betreft 176 bestuurders in 2006 in dit onderzoek. 39 Rijden onder invloed 1999-2006

Ongeveer 5% van de overtreders in de groep beginnende bestuurders valt onder de categorie zware drinker (>1,3 ). Dit percentage wijzigt niet significant vanaf 2002................................ Tabel 4.2 Overtreders beginnende bestuurders naar geslacht en leeftijd (absoluut en procentueel) in 2006 4.3.2. Resultaten naar geslacht en leeftijd In tabel 4.2 staat het aantal overtreders naar geslacht en leeftijd in 2006, inclusief het aandeel per categorie. Geslacht Leeftijd Absolute aantal Aandeel................................................ Man 18 24 jaar 164 53% 25 34 jaar 39 13% 35 49 jaar 21 7% 50 jaar en ouder 20 6% Vrouw 18 24 jaar 47 15% 25 34 jaar 10 3% 35 49 jaar 8 3% 50 jaar en ouder 1 0%................................................ TOTAAL 310 100% Van de beginnende bestuurders is 68% tussen de 18 en 24 jaar. Het merendeel van deze groep overtreders is man (79%). 4.3.3. Resultaten naar dag en tijd In onderstaande tabel staat het aantal overtreders naar dag en tijd in 2006, inclusief het aandeel per categorie................................ Tabel 4.3 Overtreders beginnende bestuurders naar dag en tijd (absoluut en procentueel) in 2006 Dag Tijd Absolute aantal Aandeel.................................................... Vrijdag Tussen 22:00-00:00u 54 17% Tussen 00:00-02:00u 78 25% Tussen 02:00-04:00u 77 25% Zaterdag Tussen 22:00-00:00u 31 10% Tussen 00:00-02:00u 35 11% Tussen 02:00-04:00u 35 11%.................................................... TOTAAL 310 100% Tweederde van het aantal overtreders beginnende bestuurders is op vrijdag aangetroffen. 40 Rijden onder invloed 1999-2006

4.3.4. Resultaten naar herkomst In tabel 4.4 staat weergegeven wat de herkomst is van overtreders beginnende bestuurders, inclusief het aandeel per categorie................................ Tabel 4.4 Overtreders beginnende bestuurders naar herkomst (absoluut en procentueel) in 2006 Herkomst Absolute aantal Aandeel................................................... In cafe, bar, restaurant of disco 141 48% Bij vrienden, kennissen of familie 61 21% Thuis 46 16% Op het werk 24 8% In sportkantine of clubhuis 13 4% Elders 6 2%................................................... TOTAAL 310 100% Bijna de helft van de overtreders beginnende bestuurders komt uit een horeca-gelegenheid. Eenvijfde van de groep heeft bij vrienden alcohol genuttigd, terwijl 16% dat thuis genuttigd heeft. 41 Rijden onder invloed 1999-2006

42 Rijden onder invloed 1999-2006

5. Ontwikkeling in relatie tot beleid............................................................................... 5.1 Het MPCV en de Bob-campagne Het Meerjarenprogramma Campagnes Verkeersveiligheid (MPCV) van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is in 2002 opgezet. Het biedt het richtinggevend kader voor de aanpak van verkeersveiligheidscampagnes in de periode 2003 tot en met 2007. Het MPCV is verankerd in de Nota Mobiliteit en Duurzaam Veilig proces. De ontwikkeling en implementatie ervan vinden plaats in nauw overleg met de koepels van de decentrale overheden, de handhavinginstanties en maatschappelijke organisaties. Het MPCV onderscheidt vier kernthema s: 1. Rijden onder invloed van alcohol (Bob); 2. Gebruik van beveiligingsmiddelen in de auto; 3. Agressief (ervaren) rijgedrag; 4. Gebruik van fietsverlichting en -reflectie................................ Figuur 5.1 Centrale slogan van het Meerjarenprogramma Campagnes Verkeersveiligheid De campagnestrategie kenmerkt zich door een positieve, vriendelijke, niet-confronterende en niet-problematiserende benadering. Deze komt tot uitdrukking in de centrale slogan: De slogan wordt altijd gebruikt in combinatie met het helder maken van het gewenste gedrag. Een voorbeeld is: Gordels om, daar kun je mee thuiskomen. De nationale campagne richt de aandacht vooral op motorvoertuigen en brommers. De regionale organisaties besteden meer tijd aan de andere verkeersdeelnemers. De centrale doelstelling van de campagnes is een bijdrage te leveren aan de bevordering van veiliger verkeersgedrag en aan het optimaliseren van het verminderen van het aantal slachtoffers door: Structurele afstemming tussen campagnegebonden voorlichtingsen handhavingactiviteiten, qua planning, inhoud en wijze van presentatie; Meerjarige samenwerking tussen de betrokken actoren (rijk, decentrale overheden, politie, justitie en maatschappelijke organisaties); Systematische monitoring en evaluatie van de gedragseffecten en de factoren die daarop van invloed zijn, zoals kennis, houding, percepties en motieven. 43 Rijden onder invloed 1999-2006

De synergie die zo tot stand komt leidt naar verwachting tot een verhoging van de effectiviteit in termen van publieksbereik en gedragsvariabelen en tot grotere efficiency, onder andere door het werken met vaste communicatieformats en gemeenschappelijk gebruik van concepten en materialen. Meer uniformiteit in werkwijze en presentatie versterkt tevens de samenhang, eenduidigheid en herkenbaarheid van de verkeersveiligheidscommunicatie van alle bestuurlijke en maatschappelijke partners. Ten behoeve van het kernthema Rijden onder invloed van alcohol, wordt twee keer per jaar de Bob-campagne gevoerd: een keer in de zomer en een keer in de winter................................ Figuur 5.2 Campagneposter, gemaakt voor het Nederlands Kampioenschap Korfbal in april 2007 De algemene campagnedoelstelling is: Bob moet bijdragen aan het bevestigen, bestendigen en/of verbeteren van het goede gedrag (alcoholvrij rijden) van de grote groep die dat nu al doet. Zowel radio, televisie als billboards langs de kant van de weg worden gebruikt om de mensen te benaderen. Elk jaar zijn de gebruikte reclames anders en zo mogelijk, aangepast aan de actuele situatie. Het Bob-concept komt oorspronkelijk uit België, waar het een groot succes is. Ook in Nederland is het idee goed aangeslagen. De campagne spreekt veel mensen aan. Na de eerste campagne wist 70% van het Nederlandse publiek wie Bob was en waarvoor het stond. In 2006 lag dit percentage rond 90%. Het bereik en de waardering van de diverse MPCV-campagnes staan in de onderstaande tabel weergegeven................................ Tabel 5.1 Bereik en waardering per kernthema van het MPCV in 2006 [DPC, 2007] Kernthema campagne Bereik Waardering (schaal 1-10)................................................................. Rijden onder invloed van alcohol (zomer) 95% 7,3 Rijden onder invloed van alcohol (winter) 93% 7,6 Ter vergelijking de cijfers van de andere MPCV-campagnes Gebruik gordels 90% 7,2 Zichtbaarheid fietsers 98% 7,0 Agressie in het verkeer 91% 7,2 44 Rijden onder invloed 1999-2006