Aan: Provinciale Staten Statenvergadering d.d.: 11 maart 2004 Onderwerp: EPD-bijdrage voor het project Kennis Facilitair Instituut Lelystad van de Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland. Projectnummer EPT306007. 1. Wij stellen u voor: in het kader van de provinciale cofinanciering voor het project Kennis Facilitair Instituut Lelystad een bijdrage te verstrekken van maximaal 300.000,-, zijnde 4% van de totale eligibele projectkosten, zijnde 7.138.889,- ; bovenstaand bedrag ten laste te brengen van de in het kader van maatregel 3.6 gereserveerde provinciale cofinanciering, waarna nog 700.000,- resteert. 2. Toelichting: De aanvrager Er zal een nieuwe Overheids B.V. worden opgericht door de Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland (OMFL) en het Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR). In de nieuwe rechtspersoon zal de OMFL een belang van minder dan 50% bezitten. Agendapunt: 6e Lelystad: 8 januari 2004 Registratienummer: PS04.0026 Inlichtingen: Hedwig Boerrigter Afdeling: PME Historie van het project In 1999 hebben de Provincie Flevoland en de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (toen ID-DLO, daarna ID-Lelystad en nu Animal Sciences Group, ASG) een overeenkomst met de provincie getekend inzake steun van 1,7 miljoen (waarvan 827.000,- EFRO) voor het realiseren van het Bio Science Park Lelystad (BSPL). In het oorspronkelijke projectplan werd naast het bouwrijp maken van 12 ha. bedrijfsgrond uitgegaan van de realisering van een incubator voor startende ondernemers. Dit Kennis Facilitair Instituut (KFI) zou als onderdeel van het Europees project onder de verantwoordelijkheid van het consortium BSPL worden gebouwd. Het consortium bestaat uit een CV constructie met Heijmans en Arcadis en ID-Lelystad als stille vennoot. Het project had een looptijd van 1999 tot medio 2001. Na overleg met de provincie is de looptijd van het project met een jaar verlengd. Door diverse tegenvallers gedurende de looptijd van het project, o.a. de vergunningverlening, is het consortium er niet in geslaagd het gehele project te realiseren. Het consortium heeft de eerste fase van het BSPL deels gerealiseerd, zodat het bedrijventerrein à 12 ha. ten dele bouwrijp is. Het KFI Lelystad is nog niet tot stand gekomen. Recentelijk is besloten om in de tijd een fasering aan te brengen tussen de realisering van KFI en de verdere ontwikkeling van de eerste fase van het BSPL. Allereerst zal prioriteit worden gegeven aan de bouw van het KFI. Realisatie van het KFI wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor de verdere bedrijfsmatige invulling van het BSPL: deze eerste vestiging op het BSPL straalt vertrouwen uit naar potentiële andere investeerders in de bioscience sector. Staatssteun De mogelijkheid tot het geven van overheidssteun aan het consortium voor de realisering van het KFI bleek medio 2003 onmogelijk: de publiek-private samen-
2 werking is met name privaat; er is geen sprake van een openbare aanbesteding en er is bij het consortium onvoldoende sprake van een incubatorgedachte. Zonder overheidssubsidie is de realisering van het KFI echter onhaalbaar. Het consortium wilde met name langlopende huurcontracten afsluiten om leegstand en andere ondernemersrisico s af te dekken. Starters vormden voor het consortium niet de voornaamste doelgroep. Een eventuele discussie met de Europese Commissie over de mogelijkheid van overheidssteun is hiermee bij voorbaat op scherp gesteld. Dit is bevestigd in contacten van PME met het Coördinatiepunt Staatssteun bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Voor de EC is het beleid dat ten grondslag ligt aan de noodzaak om steun te verlenen vanuit de overheid van belang. Dan zijn vragen aan de orde als: wat zijn de faal- en succesfactoren bij starters? Wat is er nodig om starters in deze sector te kunnen huisvesten; is huursubsidie nodig vanwege te hoge marktconforme huurprijzen; hoger risico voor faillissementen van starters; kortere huurcontracten; clustering en uitwisseling van kennis; noodzaak van gemeenschappelijke voorzieningen in één gebouw. Extra risico s die starters met zich mee brengen kan en mag de overheid afdekken. Er is actief gezocht naar een oplossing om het huidige project te ondersteunen en het provinciaal beleid t.a.v. starters en de speerpuntsector biotechnologie, met zijn kennisoverdracht vanuit de ASG naar het MKB, een duidelijke stimulans te geven. De noodzaak om een publieke partij te vinden die het KFI wil ontwikkelen en beheren is gezien de Europese staatssteunregels evident. De plannen van de provincie om een OMFL op te richten vielen prachtig samen met de noodzaak om een overheidsonderneming het KFI binnen de beleidskaders en de staatssteunregels te laten ontwikkelen. De OMFL en de WUR zullen in de vorm van een nieuw op te richten rechtspersoon, een Overheids B.V., het KFI ontwikkelen en beheren. Het beheer van het KFI door de op te richten rechtspersoon zal minimaal zo lang duren als in het kader van de Europese richtlijnen is vereist. De ontwikkeling van het businesspark is een marktaangelegenheid waarin geen rol is weggelegd voor de OMFL. Er is dus nu sprake van een knip in het 1. het KFI vereist actieve interventie van de overheid en heeft overheidssteun nodig; 2 marktconform ontwikkeld door private partijen zonder actieve steun van de overheid en zonder verdere financiële steun. Echter, de marketing en acquisitie activiteiten die in het kader van het KFI plaats zullen vinden, zijn natuurlijk ook van belang voor de ontwikkeling van het businesspark. Titel van het project Kennis Facilitair Instituut Lelystad. Doelstelling van het project Het KFI zal primair plaats bieden aan startende ondernemers. Daarnaast zal het KFI tevens faciliteiten bieden op het terrein van onderzoek en ontwikkeling en technische-, communicatie- en informatievoorzieningen voor bedrijven en instellingen, die betrokken zijn bij, of gehuisvest zijn op het park. Het KFI Lelystad
3 biedt de voor starters noodzakelijke combinatie van multifunctionele kantoor- en laboratoriumruimten, met alle mogelijkheden om een bedrijf snel en tegen beperkte investeringen tot ontwikkeling te brengen. De nabijheid van de verschillende onderdelen van de Animal Sciences Group van WUR spelen daarbij een belangrijke rol. Activiteiten die binnen het KFI kunnen plaatsvinden, concentreren zich o.a. op het faciliteren van de vermarkting van onderzoek en producten die het resultaat zijn van toepassing van organismen, celculturen, delen van cellen en organismen voor industriële productie e.a. Voor het nu te realiseren KFI Lelystad wordt een oppervlakte van 6.200 m2 bedrijfsgrond direct afgenomen van het consortium BSPL. Voor een oppervlakte van 5.800 m2 wordt een optie tot koop genomen om te zijner tijd eventuele uitbreidingen in westelijke richting te kunnen realiseren. Er wordt een gebouw gerealiseerd met een netto verhuurbaar vloeroppervlak van 3.850 m2 (1.150 m2 kantoorruimte en 2.700 m2 multifunctionele- en labruimten), dat in de tweede helft van 2005 in gebruik kan worden genomen. De huurprijs wordt voor de verschillende ruimten marktconform bepaald. Bij het vaststellen van de huurprijzen wordt uitgegaan van de prijzen die in Flevoland en in het bijzonder in de gemeente Lelystad voor vergelijkbare bedrijfsobjecten worden gehanteerd. Er wordt vooralsnog uitgegaan van 125 per m2 kantoorruimte en 180 per m2 laboratoriumruimte. De verdeling kantoor/laboratorium is 40/60. Overigens heeft het KFI recentelijk de Biopartner status van het ministerie van Economische Zaken verworven. Hier staat geen financiële tegemoetkoming tegenover. De starters kunnen echter wel gebruik maken van het nationale Biopartner netwerk. Looptijd project Doorlooptijd van 1 oktober 2003 t/m 1 juli 2007. Projectbegroting en fasering De projectbegroting en fasering van eligibele kosten is als volgt: Grond, 6.200 m2 (max. 10% kosten) 713.889 10% Gebouw, 3.850 m2 vloeroppervlak 3.965.000 56% Installaties 2.135.000 30% Marketting & Acquisitie 300.000 4% Voorbereidingskosten 25.000 0,4% Totaal 7.138.889 100% Grond: Indertijd is 12 ha. grond bouwrijp gemaakt met overheidssteun à 1,7 miljoen ( 827.000,- EFRO). Per m2 is dat 14,-- steun, voor 6.200 m2 is dat 87.800,- steun. De aangevraagde grondkosten zijn: 135,- per m2 à 6.200 m2 is 837.000,-. Gecorrigeerd met eerder verkregen steun zijn de grondkosten: 749.167,-. De eligibele grondkosten mogen niet meer dan 10% van de totale eligibele kosten vormen. Na correctie hiervoor zijn de eligibele grondkosten maximaal 713.889,-.
4 Financiering De financiering van het project is als volgt: Overheids B.V., lening bank 1.769.444 25% WUR 1.500.000 21% Provincie 300.000 4% EFRO 3.569.445 28% Totaal 7.138.889 100% De betreffende bank wordt nader bepaald. Cofinanciering en eligibele kosten De Raad van Bestuur van de WUR heeft informeel laten weten bereid te zijn een bedrag van 1,5 miljoen beschikbaar te willen stellen voor de medefinanciering van het KFI Lelystad. De financiering van het KFI is nog niet hard gemaakt. Echter, er zal pas een overeenkomst met de nieuwe rechtspersoon worden afgesloten indien: 1. de nieuwe rechtspersoon is opgericht; 2. de financiering van de WUR is aangetoond à 1.500.000,-- ; 3. de lening van de nieuwe rechtspersoon à minimaal 1.769.444,-- is aangetoond. Vakafdelingen De afdeling Economische Zaken van de provincie Flevoland ondersteunt van harte de aanvraag om EPD-subsidie voor het KFI, dat op het Bioscience Park Lelystad gerealiseerd zal worden. Het betreft de aanvraag ter grootte van 3,8 miljoen. Het KFI is een incubator voor startende bedrijven, die zich toeleggen op onderzoek naar en de productie van bioscience toepassingen. Een bedrijfsverzamelgebouw voor bedrijven in een bepaalde branche derhalve. De relatie van de Animal Sciences Group (ASG) is daarbij van groot belang. Spin offs van kansrijke producten en projecten vanuit de ASG dienen in de directe nabijheid van de ASG een plek te kunnen krijgen, zodat zij direct een beroep kunnen blijven doen op de aldaar in ruime mate aanwezige expertise. Omdat het starters betreft, liggen hier meteen de risico s: starters vormen een onzekere markt. Dat is de reden dat marktpartijen niet in staat bleken, na enkele jaren van onderzoek en onderhandelen, dit project zelf te realiseren. Het project past naadloos in het provinciale starterbeleid en in het provinciaal economisch beleid dat een verdere verankering van kennisinstituten zoals de ASG voorop stelt en de verdere ontwikkeling van de bioscience sector van groot belang voor Flevoland acht en startende ondernemers waar mogelijk wil faciliteren. Dit positieve advies is mede gebaseerd op het rapport van Ernst & Young: Marktverkenning Kennis Facilitair Instituut; vergroot deelname van de provincie
5 Flevoland de haalbaarheid van dit project? van 2 september 2003. De conclusie van dit rapport is dat er voor deze faciliteit zeker markt is, zowel bij startende als doorstartende en zelfs buitenlandse bedrijven, wanneer het er eenmaal staat. Het schept bovendien nadrukkelijk voorwaarden voor een verdere invulling van het Bioscience Park op zich: zien doet geloven. Vergelijk Giant, die na zijn vestiging op het bedrijventerrein Larserpoort in Lelystad een grote vliegwielfunctie vertoonde voor andere bedrijven om zich aldaar te vestigen. Ernst & Young acht de deelname door, of een bijdrage van de provincie van essentieel belang voor het doorgaan en welslagen van het project. Staatssteun en openbare aanbesteding De indirecte bedrijfssteun die via het KFI Lelystad aan de huurders kan worden toegerekend is als volgt te bepalen: Subsidie KFI Lelystad 3.869.445,- Levensduur KFI Lelystad 30 jaar Gemiddeld aantal starters (schatting) 20 Gemiddelde verblijfsduur per starter (schatting) 5 jaar Totaal aantal starters 120 Steun per starter (subsidie/totaal aantal starters) 32.245,- Om dit te kunnen waarborgen zijn voor het KFI Lelystad de volgende uitgangspunten geformuleerd: het KFI Lelystad staat open voor elke startende communautaire onderneming op het gebied van life sciences. Onder gelijke en marktconforme voorwaarden kan gebruik worden gemaakt van de in de incubator beschikbare faciliteiten; marktconforme huurprijs (vergelijkbaar met de huurprijs van gelijkwaardige bedrijfsruimten ter plaatse). Op 9 januari 2004 is de aanvraag in huidige vorm voorgelegd aan het Coördinatiepunt Staatssteun. Volgens hen is het op deze wijze verstrekken van staatsteun aan de Overheids B.V. geoorloofd binnen het De Minimis kader en is een melding aan de Europese Commissie niet nodig. Wat wel van belang is, is de openbare aanbesteding van de bouw van het KFI. De OMFL overweegt om het gebouw turn-key op te laten leveren door de ontwikkelaar Meerschip. Dit is mogelijk volgens het Coördinatiepunt Staatssteun, mits Meerschip de bouwopdrachten openbaar aanbesteed. De Europese aanbestedingsregels zijn altijd van toepassing, ook indien een overheidsinstantie als de OMFL een derde partij inhuurt. Dan gaan de regels over op de derde. Volgens de Tender Nieuwsbrief november 2003 DG Interne markt dient er een passende mate van openbaarheid te worden gegarandeerd, ongeacht de toepassingsdrempels van de aanbestedingsrichtlijnen. Deze voorwaarde zal in de overeenkomst worden opgenomen. Indien op problemen stuit bij Meerschip overweegt de OMFL het ontwerp en de bouwvergunning van Meerschip over te nemen, of zelfs opnieuw aan te vragen en de ontwikkeling volgens alle regels zelf ter hand te nemen. Dit zal leiden tot vertraging. Wel is de verwachting dat het KFI ook dan voor 2007 is gerealiseerd.
6 Effecten en indicatoren Permanente werkgelegenheid indirect 120 fte s Aantal nieuwe vestigingen 1 incubator + 9 starters Communicatie Via reguliere kanalen zal aandacht besteed worden aan dit project: website, persbericht, nieuwsbrief. Met name het slaan van de eerste paal zal veel media-aandacht krijgen. 3. Advies van de Commissie voor advies: De commissie stelt voor het betreffende voorstel als hamerstuk te agenderen voor de statenvergadering van 11 maart 2004. 4. Ontwerp-besluit: Provinciale Staten van Flevoland, Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 27 januari 2004 Nr. PME/04.030033/A BESLUITEN: in het kader van de provinciale cofinanciering voor het project Kennis Facilitair Instituut Lelystad een bijdrage te verstrekken van maximaal 300.000,-, zijnde 4% van de totale eligibele projectkosten, zijnde 7.138.889,- ; bovenstaand bedrag ten laste te brengen van de in het kader van maatregel 3.6 gereserveerde provinciale cofinanciering, waarna nog 700.000,- resteert. Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten van Flevoland d.d. 11 maart 2004. 5. Bijlagen Geen., griffier.,voorzitter. 6. Ter lezing gelegde stukken Geen. Gedeputeerde Staten van Flevoland,, secretaris.,voorzitter.