Voorwoord. Beste leerkracht,



Vergelijkbare documenten
Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Waterstand. Henk de Dijkgraaf. NAP, doe mee! Onder water. NAP Hoogtemeting

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

LESBLAD WATERKRINGLOOP GROEP 5-6

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP

Voorbereidende les Waterwolf in waterland

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP

HET KLOKHUIS ZOEKT ONTWERPERS. Handleiding docent

Drents Archief. Het meisje met de hoepel. Groep 2 Thema-overzicht

Lesbrief Door het stof kruipen Op onderzoek naar je eigen school

Lesbrief Op zolder bij oma Aletta

WERKBLAD mijn landschap

DOCENTENHANDLEIDING basisonderwijs

UTRECHT AAN ZEE: Hoe houd jij droge voeten? Docentenhandleiding

Handleiding leerkrachten. Eigen strip maken. Kerndoelen: Taal en ict 1x per week 4 tot 5 weken

Energie: hoe duurzaam is jouw school? Esther van der Meer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Help, een overstroming!

blad 1 Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP

3D-waterkaart van Nederland

WERKBLAD - GROEP 7/8 DIJKEN DIJKEN IN FRYSLÂN

blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP

Wat betekent het wanneer je drie talen spreekt? Hoe organiseer je dat? Zouden ze dit spreken en schrijven?

HANDLEIDING LESMATERIAAL KIJK OP DE DIJK INLEIDING

Sectoren. Inhoud. 1. Het sectorwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Sectorwerkstuk

HANDLEIDING Leerkracht

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Gebouwd in Heerhugowaard

Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius. Lesbrief

Primair Onderwijs. 6 lessen

lesbrief vervolgles Ulrum

introductie waterkwantiteit waterkwaliteit waterveiligheid virtuele tour Waar zorgen de waterschappen in mijn omgeving voor?

Geschiedenis en Techniek Groep 7

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6

Van de regen in de drup

Speelkaarten.indd :14:06

Films kijken op internet: verboden of niet?

HANDLEIDING LESMATERIAAL KIJK OP DE DIJK INLEIDING

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

DOCENT. Thema: water DROOG NAAR DE OVERKANT. groep 3 en 4. Stadshagen

Water en cultuur. De taal van water. Zelfstandig verwerken

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Kop. Romp. Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3

Waterrijk. 1. Aanzetten. 1.a Waterrijk

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt

Handleiding niveau AA

STOOM, MACHINES EN ARBEIDERS

Voorbereiding post 5. Bochten in beken Groep 4-5-6

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

Anders voeren. Les b r i e f

Buitenlessen Themareeks Mens & Natuur

Lesbrief nr 1. Opdracht 1. voor Groep

Onderdeel A Het landschap en het ontstaan van terpen en wierden

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? -

Docentenhandleiding. Museumles groep 5&6 Het grootste schilderij van Nederland! Panorama Mesdag. Detail Panorama Mesdag Dorp Scheveningen

WERKBLAD - ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS DIJKEN

REIS DOOR DE TIJD WERKBLAD DE BEVER: 1. WELKOM TERUG! Bekijk het clipje De bever, weer thuis in onze delta

Bodyclap. Make the Music with your body

Nieuws in de klas Postbus AA Amsterdam t: f: e: w:

Ontdekkersgroep dag maart 2014

Een spel waarmee technologie en nieuwe ideeën over landbouw binnen in de stad samen komen.

Werken met Paint 2014

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

OPDRACHTEN bij de FIETSEXCURSIE van het project MOOI HOOGLAND-WEST!

Activiteiten introductiefase

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1

Een goede vangst! Een goede vangst

JA: BETTER YN WETTER! VERKIEZINGSPROGRAMMA PVDA FRYSLÂN WETTERSKIP MAKKELIJK LEZEN

Een overtuigende tekst schrijven

Anders voeren. lesbrief

HELP DE KINDERBOEKEN AMBASSADEUR! Tips en kansen voor de leesconsulent van de Bibliotheek op school

Studieplanner leerlingen NAAM: Datum Weekopdracht. Doel en in: klaar Week 1 Week 2 Leren leren : Tekst 1 lezen tot aan het plaatje met de

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Constructies

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs

Opdrachtkaarten Herfst

Laat de kinderen ook opzoeken in een woordenboek en/of spreekwoorden boek

o Heuvelachtig o Platteland o Boven zeeniveau o Plat o Stad o Onder zeeniveau

LESINSTRUCTIE GROEP 5/6

ROTZOOIEN MET WATER. Docentenhandleiding WATER ALS WAPEN

Workshop Handleiding. Dammen doe je zo! wat is jouw talent?

Een goede voorbereiding is natuurlijk het halve werk. Daarom moeten jullie voor je naar de Woudse polder gaat eerst wat opzoeken op internet.

3 Hoogbegaafdheid op school

Grafieken jaar. Rekenles over het maken van grafieken. Rekenen. 60 minuten. Weerstation, data, grafieken

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Afval: hoe duurzaam is jouw school? Esther van der Meer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Thema-overzicht

VAN DRAPENIERLAAN TOT HANDJESGRAS. Thema: verhalen

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Wie ben jij & wie ben ik?

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Transcriptie:

Voorwoord Beste leerkracht, Zwemmend naar het werk, vissen vanuit de huiskamer en altijd natte voeten. Dagelijkse kost als er geen dijken zouden bestaan. Een groot deel van Nederland zou onder water staan! Met een stijgende zeespiegel en een dalende bodem, bepaalt waterbeheer ons leven meer dan ooit. De jongeren van nu krijgen als volwassenen steeds meer met deze waterproblematiek te maken. Ik vind het belangrijk dat ze zich nu al bewust zijn van water en veiligheid in hun eigen leefomgeving, zodat ze voorbereid zijn op de toekomst. Daarom hebben we dit lespakket ontwikkeld. U wilt uw leerlingen kennis laten maken met waterbeheer en veiligheid. Ik hoop dat ons lespakket en deze handleiding u daar bij helpen. Ik wil u in ieder geval bedanken voor uw inzet. Met uw hulp en enthousiasme leren we kinderen in Groningen en Noord-Drenthe hoe zij de voeten droog houden. Zodat we hier nu en in de toekomst prettig werken, wonen en leven mèt water! Ik wens u veel succes en plezier met het lespakket. Met vriendelijke groet, Henk van t Land dijkgraaf waterschap Noorderzijlvest

Inhoud Voorwoord Inhoudsopgave Inleiding 1 1 Algemeen 1.1 Doelgroep 3 1.2 Doelstellingen 3 1.3 Aansluiting bij kerndoelen basisonderwijs 3 1.4 Verantwoordelijkheid 4 2 Opzetlespakket 2.1 Opzet 5 2.2 Lesmateriaal 6 3 Draaiboek lespakket 3.1 Blok 1: Normaal Amsterdams Peil (NAP) en waterbeheer 7 3.2 Blok 2: Geschiedenis van het waterschap 10 3.3 Blok 3: Veiligheid nu en in de toekomst 12 3.4 Blok 4: Afsluiting project 16 4 Antwoorden Drogevoetenkrant 4.1 Pagina 1 19 4.2 Pagina 2 19 4.3 Pagina 3 20 4.4 Pagina 6 21 4.5 Pagina 7 21 4.6 Pagina 8 22 5 Waterproefjes 5.1 Water stroomt van hoog naar laag 23 5.2 IJs smelt 23 5.3 Plensbuien 24 5.4 Kronkelende beek 25 6 Achtergrondinformatie 6.1 Waterschappen 27 6.2 Waterschap Noorderzijlvest 27 6.3 Taken van het waterschap 27 6.4 Waterbeheer in de toekomst 29 7 Websites met meer achtergrondinformatie 7.1 Waterbeheer en waterschappen 31

7.2 Watereducatie 32 7.3 Websites voor leerlingen 32 8 Contact 35 Bijlagen Bijlage A Inhoud filmpjes Bijlage B Overzicht beeldmateriaal op dvd Bijlage C Verklarende woordenlijst waterbeheer

Inleiding Voor u ligt de leerkrachtenhandleiding van het lespakket Beneden NAP, toch veilig voor de zee. Dit lespakket behoort bij een op maat gemaakt NAP-bordje. Dit bordje vermeldt de hoogte van uw school ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil. Deze handleiding biedt u informatie en tips om lessen rondom het NAP-bordje op te zetten. Het lespakket bestaat uit drie korte filmpjes, de Drogevoetenkrant, ondersteunend beeldmateriaal en deze handleiding. Leerlingen van groep 6, 7 en 8 ontdekken, voelen en ervaren met dit lespakket hoe waterbeheer werkt en hoe we in Groningen en in Noord- Drenthe droge voeten houden. Het lespakket sluit aan bij diverse leerstijlen en meervoudige intelligenties en biedt mogelijkheden om leerlingen gedifferentieerd te laten werken. Leerlingen raken door het aanbod van verschillende activiteiten, zoals het lezen van de krant, bekijken van filmpjes en illustraties, maken van opdrachten, spelen van het bordspel en het doen van proefjes, betrokken bij het onderwerp waterbeheer en veiligheid. Zodat iedere leerling op eigen wijze kan begrijpen en uitleggen wat waterbeheer is en wat het waterschap doet om wateroverlast nu en in de toekomst te voorkomen. U bent als docent flexibel in het gebruik van dit pakket en u kunt het programma naar eigen wensen uitbreiden. Deze handleiding biedt u handvaten voor het invullen van uw lessen, het werken met de Drogevoetenkrant en het functioneel gebruik van de drie filmpjes en het beeldmateriaal, eventueel op het digitale schoolbord. Ook vindt u achtergrondinformatie over het waterschap en een overzicht van websites waar u meer informatie en lesideeën kunt vinden. Heel Nederland heeft met dezelfde waterproblematiek te maken, maar in dit lespakket is het stroomgebied van waterschap Noorderzijlvest als uitgangspunt genomen. Dit is het gebied in Groningen en Noord-Drenthe waar Noorderzijlvest het waterbeheer uitvoert. Hier is bewust voor gekozen om het zo dicht mogelijk bij de leef- omgeving van de kinderen zelf te houden. 1. Algemeen 1.1 Doelgroep - 1 -

Groep 6, 7 en 8 van basisscholen in het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest. 1.2 Doelstellingen > Kennis en inzicht Leerlingen vergroten hun kennis over waterbeheer. Het betreft vooral kennis over de veiligheidstaak van het waterschap. In het draaiboek voor de lessen (hoofdstuk 3) zijn de kennisdoelen per thema aangegeven. > Beleving en houding Leerlingen krijgen door het zelfstandig uitvoeren van opdrachten en proefjes meer affiniteit met de Nederlandse waterproblematiek en de rol die waterschappen op dit gebied spelen. Op basis van deze ervaringen wordt van de leerlingen een grotere betrokkenheid en een positieve houding verwacht bij het onderwerp water en veiligheid. > Vaardigheden en gedrag Leerlingen kunnen zelf actief aan de slag met puzzels, opdrachten, het bordspel en proefjes en doen zo vaardigheden op die aansluiten bij hun leerstijl. Zij zijn in staat om in eigen woorden aan derden uit te leggen wat het belang is van een goed waterbeheer. 1.3 Aansluiting bij kerndoelen basisonderwijs Dit lespakket sluit aan bij de onderstaande kerndoelen. U kunt zelf bepalen welke onderdelen uit uw onderwijsmethode u vervangt door dit lespakket. Oriëntatie op jezelf en de wereld > Mens en samenleving Kerndoel 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Oriëntatie op jezelf en de wereld > Ruimte Kerndoel 48 Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning en bewerking van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken. Oriëntatie op jezelf en de wereld > Tijd Kerndoel 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. Kunstzinnige oriëntatie Kerndoel 56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. Nederlands > Mondeling onderwijs Kerndoel 1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. Kerndoel 2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. Nederlands > Schriftelijk onderwijs Kerndoel 4 De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema s, tabellen en digitale bronnen. Kerndoel 6 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen. Kerndoel 7 De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. Kerndoel 8 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. - 2 -

Kerndoel 9 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. Kerndoel 12 De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder woordenschat vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. [De kerndoelen zijn vastgesteld door Stichting leerplanontwikkeling (SLO) in opdracht van de Rijksoverheid.] 1.4 Verantwoordelijkheid Waterschap Noorderzijlvest en het IVN zijn verantwoordelijk voor de didactische invulling van het lespakket Beneden NAP, toch veilig voor de zee. Zij hebben de inhoud van het lespakket met zorg samengesteld. De school en de leerkracht zijn zelf verantwoordelijk voor de organisatie en de uitvoering van het lespakket in de vorm van lessen en eventueel het regelen van een excursie of andere activiteit met betrekking tot water en veiligheid. 2. Opzet lespakket 2.1 Opzet Het lespakket is opgedeeld in vier blokken. Blokken 1, 2 en 3 behandelen elk een thema. In het afsluitende vierde blok komen deze drie thema s samen en krijgt u suggesties om het project af te sluiten. Blok 1 - Introductie Normaal Amsterdams Peil (NAP) en waterbeheer Wat is het NAP en hoe wordt het gebruikt bij het waterbeheer. Blok 2 - Geschiedenis van het waterschap Hoe zijn het waterbeheer en de waterschappen ontstaan en hoe zien we dat terug in het landschap van Nederland. Blok 3 - Veiligheid nu en in de toekomst Hoe beheert het waterschap het water en hoe voorkomt het wateroverlast? Niet alleen nu, maar ook in toekomst met een stijgende zeespiegel en een veranderend klimaat. Blok 4 - Afsluitende opdrachten waterbeheer en veiligheid Het spelen van het bordspel Rinske de Reiger, het afmaken van het stripverhaal over Rinske s ei en het een creatief plan voor waterbeheer. Noord- de bedenken van Het heeft de voorkeur om alle vier de blokken in deze volgorde te behandelen. Hieronder een overzicht van de vier blokken, het lesmateriaal en een richtlijn voor de tijdsbesteding per onderdeel en blok. Blok Uitleg docent Film Drogevoetenkrant Tijd per blok 1. NAP en duur: Film 1 Pagina 1 waterbeheer 30 minuten duur: 15 minuten duur: 45 minuten 1,5 uur 2. Geschiedenis duur: Film 2 Pagina 2 en 3 van het waterschap 30 minuten duur: 15 minuten duur: 1 uur 1 uur en 45 minuten 3. Veiligheid duur: Film 3 Pagina 6, 7 en 8 nu en in de 1 uur duur: 15 minuten duur: 1 uur 2 uur en 15 minuten toekomst - 3 -

4. Afsluitende duur: - Pagina 4, 5 en 7 opdrachten 1 uur (bordspel en strip) duur: 1 uur Afsluitende opdracht duur: 4 uur De totale tijdsbesteding per blok is mede afhankelijk van de wijze waarop u uw waterlessen verbreedt. U kunt kiezen welke tips ter verdieping van uw lessen u gebruikt en in hoeverre u het lespakket uitbreidt met extra activiteiten. In het draaiboek voor uw lessen gaan we hier verder op in (zie hoofdstuk 3). 2.2 Lesmateriaal > Drie korte filmpjes Elke thema wordt ingeleid met een kort filmpje. In de filmpjes neemt dijkgraaf Henk van t Land de kijkers mee door het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest. Onderweg vertelt hij over NAP en waterbeheer (filmpje blok 1), de geschiedenis van het waterbeheer (filmpje blok 2) en veiligheid nu en in de toekomst (filmpje blok 3). De filmpjes vindt u op de website van het waterschap: www.noorderzijlvest.nl. En op de bijgeleverde dvd, mocht u niet beschikken over een digitaal schoolbord met internetverbinding. Zie bijlage A voor de gesproken tekst van de filmpjes. 6 uur > Drogevoetenkrant De krant voor de leerlingen bevat acht pagina s met leesteksten, puzzels, opdrachten, wetenswaardigheden, mopjes, een strip en een bordspel. Thema s De thema s van de blokken zijn als volgt verdeeld over de pagina s: 1. Normaal Amsterdams Peil (NAP) en waterbeheer Pagina 1 2. Geschiedenis van het waterschap Pagina 2 en 3 3. Veiligheid nu & in de toekomst Pagina 6, 7 en 8 4. Afsluiting Pagina 4, 5 en 7 Op de pagina s 4 en 5 (de middenpagina s) staat het bordspel Rinske de Reiger. Rinske maakt een reis door het beheergebied en informeert de leerlingen over de taken van het waterschap op het gebied van waterbeheer en veiligheid. Op de voorpagina start een stripverhaal over Rinske de Reiger die doorloopt op pagina 2, 3, 6 en 7. De kinderen kunnen na het doornemen van de hele krant de strip zelf afmaken op pagina 7. Zij hebben dan genoeg kennis in huis om een passend slot te bedenken. Op de voorpagina en pagina s 3, 6, 7 en 8 worden beroepen bij het waterschap uitgelicht. Medewerkers van het waterschap vertellen over hun werk. Zo maken leerlingen niet alleen kennis met het werk van het waterschap maar ook met de mensen achter dit werk. > Ondersteunend beeldmateriaal - 4 -

Naast de drie filmpjes staat op de dvd ondersteunend beeldmateriaal voor gebruik op het digitale schoolbord. Het betreft foto s, kaarten, illustraties, animaties en een kort filmpje van de dijkgraaf die een proefje doet. - 5 -

3. Draaiboek voor uw lessen In dit hoofdstuk krijgt u per blok een korte inleiding op het thema en een draaiboek met suggesties over hoe u in de klas aan de slag kunt. Meer achtergrondinformatie over waterbeheer en het waterschap vindt u in hoofdstuk 6, op de websites in hoofdstuk 7 en in de verklarende woordenlijst in bijlage C. 3.1 Blok 1: NAP en waterbeheer Nederland lijkt misschien een vlak land, maar niets is minder waar. Er is redelijk wat hoogteverschil in ons land. Drenthe is naar verhouding een gebied dat ver boven NAP ligt, maar een groot deel van Groningen ligt onder de zeespiegel. Net als meer dan de helft van Nederland. Dit verschil in hoogte heeft gevolgen voor de manier waarop we met water omgaan. Om ervoor te zorgen dat we beschermd zijn tegen wateroverlast, onderhoudt het waterschap een stelsel van kaden en dijken. Ook draagt het waterschap zorg voor het optimaal technisch functioneren van de sluizen, stuwen en gemalen. Verder onderhoudt het waterschap bijna zeventig kilometer zeedijk tussen Lauwersoog en Delfzijl. Bij deze waterbeheeractiviteiten is het Normaal Amsterdams Peil (NAP) een belangrijke norm. Lesdoel blok 1 Trefwoorden Benodigdheden Leerlingen weten na dit blok: - waar NAP voor staat en wat het is; - wat een peilschaal is, wat een hoogtebout is en wat je ermee kunt meten; - dat water van hoge naar lage gebieden in het landschap stroomt; - dat het waterschap NAP gebruikt om het water op peil te houden; - dat het waterschap verantwoordelijk is voor het op peil houden van het water; - dat door NAP het waterschap weet op welke hoogte gebouwen en dergelijke staan in verband met het waterbeheer; - ten slotte weten leerlingen dat verschillende belangen een rol spelen bij het op peil houden van water. NAP, peilschaal, hoogtebout, waterschap Noorderzijlvest, hoog en laag in het landschap, droge voeten, zeespiegelniveau. Blauw NAP-bordje op het schoolgebouw Filmpje NAP en waterbeheer Drogevoetenkrant voorpagina Computer Digitaal schoolbord of dvd-speler U introduceert het onderwerp NAP met het laten zien van het blauwe NAP-bordje van uw school, een aantal vragen en het filmpje NAP en waterbeheer Vragen over blauw NAP-bordje Laat het NAP-bordje van de school zien en stel de kinderen er een paar vragen over. Het is aan uw beoordeling welke introductievragen het beste aansluiten bij het groepsniveau. Een aantal suggesties: - Wat staat er nu precies op dit bordje (tekst)? - 6 -

- Wie heeft wel eens van NAP gehoord? - Wie kan uitleggen waar NAP voor staat? - Weten jullie hoe hoog onze school staat t.o.v. NAP? - Wat denken jullie: staat de school veilig bij hoog water? Introductie waterschap: - Wat doet een waterschap? - Waarom is het NAP belangrijk voor het waterschap? - Hoe regelt het waterschap het waterpeil? Filmpje NAP waterbeheer en Vervolgens start u het eerste filmpje waarin dijkgraaf Henk van t Land het NAPbordje introduceert. Hij legt uit: - wat NAP is; - wat een peilschaal en een hoogtebout is; - dat water van hoog naar laag stroomt; - hoe het beheergebied van Noorderzijlvest eruit ziet; - dat het hoogste punt in het beheergebied van Noorderzijlvest; NAP +13 meter en het laagste punt NAP -2 meter is ; - dat het waterschap een belangrijke rol speelt in het op peil houden van het water. Daarna introduceert u de krant. Gebaseerd op uw ervaringen met deze groep kunt u kiezen om de Drogevoetenkrant klassikaal te behandelen, de klas in groepjes aan het werk te zetten of een andere werkvorm te hanteren. Tekst- De teksten zijn in korte blokken verdeeld. Een logische leesvolgorde van de behandeling voorpagina is: - Water is overal - NAP - Onder water (zie ook artikel Nieuwsblad van het Noorden uit 1962 bij beeldmateriaal) - NAP hoogtemeting - Waterschapsweetje - Overige informatie Opdracht Hoe hoog ligt de buurt ten opzichte van NAP? U kunt de leerlingen in groepjes of individueel aan het werk zetten met de website www.ahn.nl/postcodetool en laten uitzoeken: - hoe hoog hun eigen buurt ligt ten opzichte van NAP; - of de school wel of niet in een gevarenzone staat (beneden of boven NAP). Beroep Dijkgraaf Bij de introductie van het waterschap hoort de dijkgraaf. Hij is de voorzitter van het bestuur van het waterschap. De kinderen hebben hem al ontmoet in de film. Strip Op pagina 1 start het stripverhaal Rinske zoekt haar ei. Rinske verliest haar ei tijdens een storm en het ei komt langs een gemaal. NAP en 1. Hoog en laag hoogteverschil Hoog en laag in het landschap is een moeilijk begrip. Nederland lijkt heel vlak, maar is het niet! Gebruik voor de uitleg de illustratie hoogste en Peilschaal en laagste punt beheergebied Noorderzijlvest. Het verschil tussen het laagste hoogtebout en hoogste punt is 15 meter. Vijftien meter is ongeveer gelijk aan een gebouw van vier tot vijf verdiepingen. Zoek een gebouw in uw omgeving dat ongeveer - 7 -

Het waterpeil zo hoog is. 2. Laagste punt van Nederland Laat de kinderen via de aangegeven websites opzoeken of er elders in Nederland nog een lager punt is dan NAP -2 meter en wat dat betekent voor dat gebied. 3. Proefje: water stroomt van hoog naar laag Om te laten zien dat water van hoog naar laag stroomt en haar eigen weg kiest, kunt u de leerlingen dit proefje laten uitvoeren. In hoofdstuk vijf staat de uitleg van dit proefje. 4. Op zoek naar peilschaal of hoogtebout Peilschalen staan in het water veelal bij stuwen, gemalen en bruggen. Hoogtebouten zijn te vinden in gevels en muren van (oude) gebouwen, kerken, gemalen en sluizen. 5. Onderzoek gedurende een aantal dagen de waterstand bij een sloot of stuw met een NAP-peilschaal in de buurt van de school of eigen leefomgeving van individuele leerlingen. U kunt de volgende (sleutel-)vragen aan de leer lingen stellen: - Hoe hoog of laag staat het water nu? (dit is het waterpeil) - Hoe zouden we kunnen nagaan of het waterpeil van de sloten in onze buurt steeds hetzelfde blijft? - Hoe kunnen we het niveau van het water bij de peilschaal bijhouden? - Hoe kunnen we aantonen dat regen het waterpeil wel of niet beïnvloedt? - Wie heeft in onze omgeving belang bij een hoog waterpeil en wie bij een laag peil? (Juiste antwoord kan zijn: de natuur houdt van nattigheid, dus een hoog waterpeil. Boeren hebben liever een lager waterpeil, want dan kunnen ze het land beter bewerken.) De leerlingen kunnen bij dit onderzoek ook gebruik maken van de site http://pda.actuelewaterdata.nl. Hier is informatie te vinden over de waterstanden van het getij van de Waddenzee bij Delfzijl, de Eemshaven en Lauwersoog. Als het hoogwater is of als het stormt, zijn deze grafieken fascinerend en kan de klas worden uitgedaagd voor een voorspelling van de maximale waterstand. Instructie: - klik op 1. Waterstanden ; - kies de regio die van toepassing is: NoordOost NL; - kies het meetpunt dat het dichtst in de buurt ligt bij de schoolomgeving. Gebruik digitaal schoolbord / ondersteunend beeldmateriaal Te gebruiken websites > artikel Nieuwsblad van het Noorden 1962 (pdf) > diepte / hoogtekaart Nederland (pdf) > foto hoogtebout > foto peilschaal > illustratie hoogste en laagste punt beheergebied Nooderzijlvest > kaart beheergebied + stroomgebieden Noorderzijlvest > kaart overstroming bij Lauwersoog > animatie overstroming bij Lauwersoog www.ahn.nl - een digitale hoogtekaart van Nederland www.ahn.nl/postcodetool - opzoeken hoogte postcodegebied (wijk of buurt) http://pda.actuelewaterdata.nl - waterstanden 3.2 Blok 2: Geschiedenis van het waterschap Doordat Nederland voor meer dan de helft onder de zeespiegel ligt, hebben de bewoners van de lage landen zich altijd goed moeten beschermen tegen het water. Zonder waterbeheer had het landschap er heel anders uitgezien. - 8 -

De eerste bewoners van Noord-Nederland vestigden zich op wierden, kunstmatige verhogingen in het land. Al heel vroeg bouwden boeren en monniken dijken voor landwinning en bescherming tegen de zee. Afwatering vond plaats door sloten en bredere afwateringskanalen te graven. De monniken bouwden de eerste zijlen (sluizen). In samenwerkingsverbanden werden dijken, molens en zijlen onderhouden. Zo ontstonden water- schappen. In het huidige beheergebied van Noorderzijlvest waren honderden van dit soort waterschapjes, die steeds verder gingen fuseren. Bij de fusie in 1995 ontstond Noorderzijlvest en in 2000 kreeg het beheergebied de grenzen zoals we die nu kennen. Lesdoel blok 2 Leerlingen weten na dit blok: - dat de eerste bewoners in het noorden zich vestigden op heuvels (wierden) uit oogpunt van veiligheid; - dat monniken een grote rol gespeeld hebben bij de bouw van de eerste waterschapswerken: sluizen (zijlen) en stuwen; - dat de waterschappen ontstaan zijn uit samenwerking tussen verschillende grondeigenaren; - dat in hun leefomgeving nog veel namen van dorpen en steden herinneren aan ons verleden met water. Trefwoorden Benodigdheden Wierden, zijlvesten, ontstaan waterschappen, waterschap Noorderzijlvest, overstroming, dijken, molenpolders, sluizen. Filmpje Geschiedenis van het waterschap Drogevoetenkrant pagina s 2 en 3 Bosatlas Computer Digitaal schoolbord of dvd-speler U kunt het thema Geschiedenis van het waterschap introduceren met het filmpje, nadere uitleg en een aantal vragen. Filmpje Geschiedenis van het waterschap Vragen De dijkgraaf vertelt over: - de eerste bewoning op wierden; - hoe de mensen zich in het verleden al tegen het hoge water beschermden, onder andere door de aanleg van dijken, het bouwen van poldermolens en de eerste stuwen en sluizen; - boeren en monniken die een rol hebben gespeeld bij de aanleg van de eerste sluizen en dijken. U kunt na het tonen van de film de leerlingen enkele vragen stellen over hun eigen leefomgeving en de geschiedenis. Het is aan uw beoordeling welke introductievragen het beste aansluiten bij het groepsniveau. Een aantal suggesties: - Wie heeft er wel eens een wierde gezien? / weet een wierde te vinden? - Wie heeft wel eens een stuw of sluis gezien en weet wat de functie is? - Waarom hadden de boeren belang bij het droogmalen van de polders? (antwoord = landaanwinning) Pagina 2 en 3 van de krant gaan over de geschiedenis van het waterbeheer en hoe de eerste waterschappen zijn ontstaan. Tekst- Aan u de keus hoe u de leerlingen met de tekstblokken aan het werk zet. - 9 -

behandeling Opdrachten - tien verschillen - doolhof - kaart met namen - dijkelf - waterwegstreper Beroep Strip Kenmerken waterbeheer Samenwerking waterbeheer Bezoek Museum Wierdenland Een logische volgorde van de tekstblokken op pagina 2 en 3 is: - Eeuwenlang watergevecht - Wonen op wierden - Slimme boeren en monniken - Samenwerken - Van klein naar groot - Overstroming - Dijkdoorbraak Pieterburen - Gluren bij de buren - Waterschapsweetjes De antwoorden van de opdrachten uit de krant vindt u in hoofdstuk vier. Hieronder een korte uitleg per opdracht. > Zoek de tien verschillen U kunt de leerlingen de verschillen laten omcirkelen in het tweede plaatje. > Doolhof Sluizen kunnen open en dicht. Zijn ze dicht, dan heeft dat consequenties voor de dieren in het water. Zo ook voor de paling. De opdracht behoeft verder geen uitleg. > Kaart met waternamen Met de Bosatlas kunnen kinderen de namen van de plaatsen en wateren opzoeken. > Dijkelf Als de leerlingen nog nooit een gedicht gemaakt hebben, vraagt deze opdracht enige uitleg. Bijvoorbeeld: 1e regel: waar gaat het over 2e regel: een kenmerk 3e regel: nog een kenmerk 4e regel: een beschrijving 5e regel: samenvatting (zie eerste regel) U kunt de gedichten ophangen in de klas. > Waterwegstreper Spreekt voor zich, het antwoord vindt u in hoofdstuk 4 Gemaalmachinist Gemalen zijn belangrijk voor het op peil houden van het water. Machinisten bedienen en beheren het gemaal. Rinske zoekt haar ei en komt langs een stuw en een peilschaal. Ondertussen komt het eitje langs een muskusrat en een vis. 1. Kenmerken van waterbeheer in het landschap Laat de kinderen op zoek gaan naar kenmerken van waterbeheer in hun eigen omgeving. Bijvoorbeeld sluizen, stuwen, molens en slaperdijken. (Sleutel-)vraag: - welke functie(s) hebben / hadden deze kenmerken? 2. Met wie werkt waterschap Noorderzijlvest samen? (Sleutel-)vragen: - Wie zijn de buren van waterschap Noorderzijlvest? - Waar liggen de grenzen van die waterschappen? - 10 -

Bezoek gemaal De Waterwolf Gebruik de website: www.uvw.nl Instructie: Klik op het kaartje mijn waterschap. 3. Bezoek aan het museum Wierdenland in Ezinge Wilt u met de kinderen dieper ingaan op de geschiedenis van Noord-Nederland, bezoek dan het museum Wierdenland in Ezinge. Hier is de maquette van een oude wierde te bewonderen, waar de dijkgraaf in het filmpje uitleg over geeft. Verder treft u in het museum onder meer oude kaarten aan, waarop te zien is hoe het hoge noorden in het verleden overstroomt is en hoe poldermolens werkten. Zie ook de website www.wierdenland.nl 4. Bezoek het gemaal De Waterwolf Per jaar ontvangt de gemaalmachinist (zie bij beroepen) ongeveer 15 groepen op dit gemaal. Meer informatie hierover bij de contactgegevens in hoofdstuk 8. Gebruik digitaal schoolbord / ondersteunend beeldmateriaal Te gebruiken websites > website watercanon: veel aandacht voor de geschiedenis van het waterbeheer > kaart beheergebied Noorderzijlvest > foto dijkcoupure Groningen > foto gemaal De Waterwolf > foto molen De Zuidwending > foto Noordpolderzijl > foto wierde van Ezinge > kaart beheergebied + stroomgebieden Noorderzijlvest www.noorderzijlvest.nl/organisatie/geschiedenis_en www.waterschapswijzer.nl www.uvw.nl www.watercanon.nl www.wierdenland.nl 3.3 Blok 3: Veiligheid nu en in de toekomst Verschillende ontwikkelingen hebben invloed op het waterbeheer. Het klimaat verandert. We verwachten meer heftige regenbuien en de zeespiegel stijgt. Dit heeft consequenties voor het waterbeheer. Waterschap Noorderzijlvest ziet het zorgen voor duurzame veiligheid als zijn belangrijkste opgave. Water de ruimte te geven, dat is de kern van het waterbeleid voor de 21e eeuw van de rijksoverheid, de lagere overheden en de waterschappen. Voordat het water zelf de ruimte neemt, maken we in het landschap en in steden en dorpen ruimte om water op te slaan. Twee voorbeelden van projecten waar waterschap Noorderzijlvest aan meewerkt, zijn het maken van gebieden in het landschap om water tijdelijk te bergen (waterbergingsgebieden) en het weer laten kronkelen (meanderen) van in het verleden rechtgetrokken beken. Lesdoel blok 3 Leerlingen weten na het doornemen van blok 3: - dat het waterschap nu en in de toekomst een belangrijke taak heeft in het op peil houden van het water; - dat het waterschap oplossingen bedenkt en uitvoert om ook in de toekomst ervoor te zorgen dat wij droge voeten houden; - dat het waterschap rekening houdt met verschillende belangen; - dat het waterschap oplossingen bedenkt om overtollig water op te vangen; - dat die oplossingen gecombineerd worden met een tweede functie, zoals het creëren van een natuurgebied samen met andere partners. Trefwoorden Droge voeten, kunstwerken, spuisluizen, slaperdijken, ruimte maken voor water, klimaatsverandering - 11 -

Benodigdheden Filmpje Veiligheid nu en in de toekomst Drogevoetenkrant pagina s 6, 7 en 8 Computer Digitaal schoolbord of dvd-speler Dvd met ondersteunend beeldmateriaal Introduceer het thema met het filmpje Veiligheid nu en in de toekomst. Filmpje In de film gaat de dijkgraaf in op: Veiligheid nu en - de verwachte klimaatsverandering en welke gevolgen dat kan hebben op in de toekomst het waterpeil en het waterbeheer; - enkele oplossingen die het waterschap heeft bedacht en uitgevoerd om ervoor te zorgen dat wij ook in de toekomst droge voeten houden. Pagina 6 gaat over het waterbeheer van nu. Op pagina 7 ligt de nadruk op het waterbeheer in de toekomst. Pagina 8 gaat over bodemdaling en waterbeheer. Tekst- behandeling Logische volgorde van de tekstblokken: Pagina 6: - Droge voeten - Kunstwerken - Sluizen - Spuisluizen Lauwersoog - Slaperdijken Pagina 7: - Hoger en hoger - Opslagplaatsen voor water - Kronkelende beekjes - Twee vliegen in één klap - Testdijken Pagina 8: - Ook dat nog! - Waterpuzzel: deze tekst gaat over bodemdaling en hoort bij de tekening die er boven staat. Dit kan moeilijk zijn voor sommige kinderen. Op de dvd met ondersteunend beeldmateriaal vindt u een kort filmpje waarin de dijkgraaf de bodemdaling demonstreert met een proefje. Opdrachten - Su-water-ku - Spreekwoorden Pagina 6 - Weerbericht > Su-water-ku De antwoorden van de opdrachten uit de krant vindt u in hoofdstuk vier. Hieronder een korte uitleg per opdracht. - 12 -

- Lekker water Deze su-water-ku werkt net zoals een gewone sudoku. Het doel is om alle lege vakjes te vullen met de juiste afbeelding van een gemaal, sluis, brug, stuw, molen of duiker. Pagina 7 > Spreekwoorden met water Zie de oplossing in hoofdstuk 4. > Weerbericht Het in de gaten houden van de weersverwachting is ook een taak die bij het waterschap hoort. Bij verwachte harde wind uit het noorden of westen, gecombineerd met hoog water, kan dit type weer gevolgen hebben voor bijvoorbeeld het spuien op zee en het werk van de dijkwacht. Bespreek met de kinderen welke mogelijke gevaren er zijn: - Extra veel water in de sloten en vaarten. - Veel extra water dat afgevoerd wordt naar zee. - Wind stuwt water in de zee op naar de kust. Extra hoog water voor de kust. De spuisluizen kunnen dan niet goed het overtollige water lozen op de zee. - Het riool, de sloten en kanalen zitten vol met het extra regenwater. Straten, huizen en kelders lopen onder water, omdat het water niet snel genoeg afgevoerd kan worden. Pagina 8 > Lekker water Een invuloefening. De antwoorden kunnen de kinderen allemaal vinden in de krant. Beroepen Pagina 6 Beleidsadviseur dijken en veiligheid De adviseur maakt plannen over hoe we nu en in de toekomst met onze dijken moeten omgaan en kijkt hoe we ons tegen overstromingen kunnen beschermen. Pagina 7 Dijkwacht De dijkwacht onderhoudt dagelijks de dijken. Peilbeheerder Het in de gaten houden en beheren van het peil is belangrijk voor het waterschap en voor de mensen die wonen, werken en leven in het gebied. De peilbeheerder ontvangt vaak brieven van ongeruste bewoners. Bij verdieping vindt u een voorbeeld van een ingezonden brief. Praat met de leerlingen over de beroepen. Suggesties voor vragen: - Welke spreekt hun meer aan en waarom? - Vinden ze het ene beroep belangrijker dan de andere en waarom dan? - Zouden de mensen die deze beroepen uitoefenen ook samenwerken? Waarom wel of niet? Pagina 8 Rattenvanger Dit beroep spreekt vaak tot de verbeelding van leerlingen. Het doel van een rattenvanger is niet om zoveel mogelijk ratten te vangen. Maar om naar alternatieven te zoeken om de stand van de ratten onder controle te houden. Om de leerlingen te laten zien hoe snel ratten zich kunnen vermenigvuldigen in korte tijd, kunt u ze het volgende rekensommetje laten uitvoeren: Muskusratouders kunnen maar liefst 20 kinderen per jaar krijgen. Vijf paartjes ratten krijgen in een jaar dus wel 100 jonkies. Reken maar eens uit hoeveel kinderen die jonge ratjes volgend jaar kunnen krijgen. - 13 -

Strip Op pagina 6 komt Rinske een boer tegen die voor haar met het waterschap belt. Daarna vliegt ze richting de spuisluizen in Lauwersoog. Op pagina 7 kunnen de leerlingen in het blanco vakje de strip afmaken. Dit is één van de afsluitende opdrachten, zie het draaiboek van blok 4. Klimaats- 1. Toekomst verandering U kunt met de kinderen het onderwerp klimaatsverandering en veiligheid oppakken in een kringgesprek. Proefjes (Sleutel-)vragen: - Waar denk jij aan bij klimaatsverandering? Extra opdracht - Welke klimaatsverandering zou effect hebben op de zeespiegel? brief - Hoe zou je dat kunnen onderzoeken? (zie proef 2: IJs smelt) - In hoeverre merk jij wat of ga je wat merken van de klimaatsverandering in je dagelijks leven en leefomgeving? 2. Proefjes - IJs smelt: proefje om de leerlingen te laten zien dat smeltend landijs invloed heeft op de zeespiegel. - Plensbuien: een proef over de effecten van plensbuien in woonwijken. - Kronkelende beek: een proef over het stromen van water in een rechte en in een kronkelende beek. In hoofdstuk vijf staat de opzet en uitvoering van deze proefjes beschreven. 3. Ingezonden brief Laat de leerlingen de brief van een bezorgde bewoner beantwoorden. Ze moeten de heer of mevrouw Visser op zijn minst gerust stellen. Om de leerlingen op weg te helpen kunt u enkele maatregelen tegen wateroverlast benoemen die in de brief aan de orde kunnen komen: - het op peil houden van het water; - het tijdelijk opslaan van het teveel aan (regen-)water; - het aanleggen en verhogen van kaden en dijken; - het bouwen van extra en grotere gemalen. Opdracht: Stel jij werkt bij het waterschap en je krijgt deze brief op je bureau. Je schrijft deze persoon terug en legt uit dat het waterschap er alles aan doet om de veiligheid te garanderen. Geef voorbeelden. Beste peilbeheerder, De laatste weken regent het hier de hele dag. Het water komt met bakken uit de hemel. De sloten lopen bijna over en gisteren stond het fietspad onder water. In mijn straat worden de plassen ook steeds groter! Mensen in het dorp klagen over het weer en praten over de verandering van het klimaat. Ik maak me vooral zorgen over de afvoer van het water. Kunnen jullie al die regen nog wel aan? Ons dorp ligt een halve meter onder NAP. En onze basisschool ligt op het laagste punt. Kunnen mijn kinderen nog veilig naar school of moet ik me zorgen maken? Kunt u mij vertellen hoe de zaken ervoor staan en wat jullie aan de wateroverlast doen? Groet, B. Visser - 14 -

Gebruik digitaal schoolbord Kort filmpje op dvd waarin de dijkgraaf de bodemdaling demonstreert met een proefje. Hij laat zien hoe gemalen in een bodemdalingsgebied het water uit de sloten naar een hoger niveau pompen. Via onderstaande links kunnen kinderen zien: - hoe een sluis werkt: www.zowerkt.nl/auto-vervoer/boten-schepen/hoe-werkt-een-sluis/ - hoe een sluis werkt door zelf handelingen te verrichten: www.strolenberg.nl/lib/downloads/zojgiebgs.swf Ondersteunend beeldmateriaal Te gebruiken websites > foto s De Waterpoort Delfzijl 1 en 2 > foto s gemalen: Abelstok, Den Deel, De Drie Delfzijlen, Schaphalsterzijl, Stad en Lande > foto hoog water > foto spuisluizen Lauwersoog > foto stuw > foto wateroverlast > foto werk aan de dijk > kort filmpje Dijkgraaf doet een proefje www.waterschapswijzer.nl www.zowerkt.nl/auto-vervoer/boten-schepen/hoe-werkt-een-sluis www.strolenberg.nl/lib/downloads/zojgiebgs.swf 3.4 Blok 4: Afsluiting project In deze afsluitende fase van het project kunnen kinderen zelfstandig of in groepjes de opgedane kennis en ervaring gebruiken in een aantal opdrachten. Lesdoel blok 4 Door de afsluitende opdrachten uit te voeren: - herhalen de leerlingen de stof waardoor de kennis beter blijft hangen; - leren ze de verkregen kennis te gebruiken op een creatieve manier; - leren ze de kennis selectief te gebruiken. Trefwoorden kunstwerken, klimaatverandering, droge voeten Benodigdheden Bordspel: pionnen, dobbelsteen Strip: potloden (eventueel extra papier) Knutselmaterialen: verf, papier, karton, restmateriaal, etc. Computer Digitaal schoolbord of dvd-speler Dvd met ondersteunend beeldmateriaal Bordspel op pagina 4 en 5 Bordspel Rinske de Reiger Het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest vormt de ondergrond van het bordspel. Op het speelbord zijn allerlei plaatsen en kunstwerken afgebeeld die belangrijk zijn bij het waterbeheer, zoals gemalen, sluizen en de zeedijk. Rinske de Reiger maakt een reis langs deze plekken en vertelt gaandeweg over waterbeheer en veiligheid. Met dit bordspel wordt alle kennis en informatie uit de krant op een speelse manier aan de leerlingen aangeboden. Het bordspel kan ook thuis gespeeld worden met ouders of verzorgers. Strip op pagina 1, 2, 3, 6 en 7 Op pagina 1 start een stripverhaal over Rinske de Reiger. Rinske gaat haar ei achterna dat ze verloren is in een storm en vliegt zo door het beheergebied van waterschap Noorderzijlvest. Onderweg komen Rinske en het ei allerlei kunstwerken van het waterschap tegen en andere zaken die te maken hebben met waterbeheer en veiligheid. Als de kinderen de krant helemaal doorgenomen hebben en veel informatie hebben verkregen, is het aan de leerlingen om met die kennis een passend slot te verzinnen en te tekenen. - 15 -

Eindopdracht De leerlingen kunnen met behulp van deze opdracht alle verkregen kennis verwerken in een creatief plan. U kunt de plannen presenteren aan de leerlingen van de andere klassen en aan de ouders. Tegelijk kunt u hiermee aandacht vragen voor het NAP-bordje van de school en het thema water en veiligheid. Opdracht: Droge voeten, een goed idee? Je weet nu van alles over water en ook hoe het waterschap zorgt dat we droge voeten houden. Misschien heb jij zelf ook slimme ideeën om: o te zorgen dat de straten niet overstromen als het hard regent; o het overtollige regenwater op te slaan of snel af te voeren; o de zee veilig achter de dijken houden; o bescherming tegen het water te combineren met natuur en recreatie. Zet jouw eigen ideeën dan om in een mooi plan. Met jouw plan kun je je klasgenootjes, leraar of ouders laten zien welke slimme ideeën je hebt om te zorgen dat iedereen in jouw omgeving droge voeten houdt. Laat ook zien hoe het er uit moet gaan zien. Dus maak bij jouw plan tekeningen, foto s, plattegronden of een schaalmodel. Je mag alleen, maar natuurlijk ook in groepjes werken. De plannen worden tentoongesteld op school. 4. Antwoorden Drogevoetenkrant In dit hoofdstuk vindt u de antwoorden van de opdrachten en de puzzels op de verschillende pagina s van de Drogevoetenkrant. 4.1 Pagina 1 > Hoogtemeting - 16 -

Het antwoord is afhankelijk van de postcode. 4.2 Pagina 2 > Zoek de tien verschillen In rechtertekening is extra ingevoegd of ontbreekt: - kikker in bek Rinske - bosje achter fietsers/wandelaars - extra schapen linker weide - hekwerkje middenvoor - extra weide met schapen rechts - kleur grond links achter geel - kerkpleintje met mensen mist - ramen en deur missen in huis middenvoor - kerktoren is anders, middenstuk ontbreekt - kleur huis rechts middenachter is blauw, in andere tekening paars/roze Zoek de tien verschillen! > Doolhof Zie afbeelding op de linker pagina. De zwarte lijn geeft aan waar je langs kunt. 4.3 Pagina 3 > Opdracht kaart namen Uitleg van de voorbeelden in de krant Hefswal: De naam betekent ongeveer oever van de zee (hef = zee). Het lag ooit aan de rand van de kwelder. Briltil: De Briltil is een brug (til) over het Hoendiep, even ten westen van Zuidhorn in de provincie Groningen. De brug is genoemd naar de streek de Bril ten noordwesten van de brug. Antwoorden met uitleg 1 = Boterdiep Het kanaal zou zijn naam te danken hebben aan het transport van melkproducten. Het kanaal is in de 17e eeuw aangelegd. Bij de aanleg is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande waterlopen. In het Boterdiep staat halverwege Fraamklap en Onderdendam het gemaal Den Deel. Dit gemaal is gebouwd om de gevolgen van de relatieve waterstijging als gevolg van de bodemdaling door de winning van aardgas te compenseren. 2 = Kommerzijl De naam Kommerzijl komt voor het eerst voor in 1602. De achtervoeging -zijl verwijst naar de schutssluis (zijl) waaromheen het dorp is ontstaan. Voor de stam kommer- zijn twee verklaringen: Het zou kunnen verwijzen naar de kom (haventje) achter de dijk, - 17 -

waar de schepen lagen. Het zou ook kunnen verwijzen naar de kommer uit de uitdrukking kommer en kwel, die gepaard ging met de aanleg en het onderhoud van de zijl. De schans en de zijl zijn terug te zien in het wapen van Kommerzijl, dat voor het 400- jarig bestaan werd ontworpen. 3 = Holwierde Hol slaat op lage, hoewel ook wel heilige als verklaring voorkomt. Oorspronkelijk zijn er drie wierden geweest. 4 = Sauwerd Het dorp is gebouwd rond een wierde, waar het ook zijn naam aan dankt (werd = wierde). 5 = Peizerdiep Het Peizerdiep is een rivier in Noord-Drenthe. Enkel het meest noordelijke deel daarvan draagt deze naam. Rond het dorp Lieveren heet het water het Lieverse Diep. Even ten zuiden van Lieveren ontstaat dit diep door het samenstromen van het westelijke Groote Diep en het oostelijke Oostervoortsediep. In de tijd voor de aanleg van goede wegen, ruwweg voor 1900, was vervoer over water één van de belangrijkste transportmiddelen voor zowel goederen als personen. De dorpen Peize en Roderwolde hadden dan ook een gegraven verbinding met het Peizerdiep, de Peizer en Roderwolder Schipsloot en een kleine haven. De oude vaarverbinding sloot aan op het Hoendiep waardoor een verbinding met de stad Groningen een feit was. 6 = Noordpolderzijl Een oude naam voor sluis is zijl. Veel (plaats-)namen herinneren hier nog aan, zoals Delfzijl, Aduarderzijl, Schouwerzijl, Houwerzijl, Zijldijk en Zijldiep. Noordpolderzijl is ontstaan in 1811 na de inpoldering van de Noordpolder. Door de inpoldering verdween de open zeeverbinding met de dorpjes Usquert en Warffum. Via een afwateringsluis (zijl) kon alleen Warffum nog over het water worden bereikt en verder vervoer naar Usquert kon alleen nog via de weg plaatsvinden. In de periode 1980-1985 is de noordelijke zeedijk op Deltahoogte gebracht en werd een modern afwateringsgemaal gebouwd. De oude sluis verloor haar functie en werd dichtgemetseld. Tezamen met een op de dijk aangebracht steenmozaïek vormt zij nu een kunstwerk ter herinnering aan de dijkverhoging. Bron: www.noordpolderzijl.nl 7 = Zeerijp De naam betekent ongeveer zeedijk. Rijp = reep = strook langs de zee. Hier komt waarschijnlijk ook het Groningse woord riepe (stoep) vandaan. 8 = Appingedam De naam Appengadomme (1225) of Damme (1235) is volgens sommige theorieën ontleend aan een dam in de rivier de Appe of Apt. Waarschijnlijker is een afleiding van de persoonsnaam Appe/Abbe, dan wel de familienaam Appinga/Abbinga. Appingedam betekent dan dam bij de woonplaats van de mannen van Abbo of dam bij de woonplaats van de familie Abbinga. 9 = Houwerzijl (zie ook bij Noordpolderzijl 6) Het dorp is gegroeid rond de (niet meer bestaande) zijl. Deze spuisluis was gelegen in de Houwerzijlstervaart. De zijl is in onbruik geraakt toen de buitengeul naar het Reitdiep onder invloed van eb en vloed verzandde en men besloot het gebied van het bijbehorende zijlvest aan te sluiten op die van Schouwerzijl. 10 = Onderdendam Onderdendam ligt op een kruispunt van waterwegen en was daarom van oorsprong een belangrijk dorp. De naam komt van Uldernadomme. Dit is (waarschijnlijk) een in unland (= onland, moeras) aangelegde dam. Een plausibele verklaring, want vlakbij ligt de wierde van Onderwierum, genoemd naar datzelfde onland. Een andere (populaire maar onwaarschijnlijkere) verklaring is: een dam onder het water (het water kan er overheen, mensen ook), een soort kunstmatige voorde. > Dijkelf Elk gedicht van elf woorden met hetzelfde begin en eindwoord is goed. > Waterwegstreper Het antwoord is droge voeten. Hieronder de mogelijke samenvoegingen. Bij sommige woorden zijn meerdere oplossingen mogelijk: Water-schap; dijk bewaking; droge ( geen combinatie mogelijk); zee-water en zee-dijk; water-molen; dijk-graaf; water-peil; zijl-vest, voeten ( geen combinatie mogelijk); water-beheer en dijk-beheer; water-bed; regen-water; slaper-dijk; water-kracht; test-dijk; water-druppel; water-bak; water-dicht; water-bewoner en dijk-bewoner; watergang; dijk-doorbraak; water-werken en dijk-werken. 4.4 Pagina 6 > Su-water-ku - 18 -

4.5 Pagina 7 > Spreekwoorden Water naar de zee dragen - iets overbodigs doen Een storm in een glas water - je druk maken over iets onbelangrijks Als een vis in het water zijn - je ergens op je gemak voelen Je hoofd boven water houden - overleven Met iemand in zee gaan - samenwerken > Weerbericht: Mogelijke gevaren: - Extra veel water in de sloten en vaarten. - Veel extra water dat afgevoerd wordt naar zee. - Wind stuwt water in de zee op naar de kust. Extra hoog water voor de kust. De spuisluizen kunnen dan niet goed het overtollige water lozen op de zee. - Het riool, de sloten en kanalen zitten vol met het extra regenwater. Straten, huizen en kelders lopen onder water. Gemalen kunnen de grote hoeveelheden extra water niet aan, waardoor het water niet snel genoeg afgevoerd kan worden. Zie ook de toelichting bij de opdracht van blok drie (in paragraaf 3.3). 4.6 Pagina 8 > Lekker water Oplossing: ijslolly 1: dijkgraaf 2: NoorderzijlveSt 3: vloed 4: waterwolf 5: spuisluis 6: peil 7: wetterskip FrYslan - 19 -

5. Waterproefjes In dit hoofdstuk staan vier proefjes beschreven die u in de klas of op het plein kunt uitvoeren. De materialen die u nodig heeft zijn op elke school te vinden, met uitzondering van het proefje kronkelend water. Voor elk proefje kunt u voor de leerlingen een werkblad maken waar ze de antwoorden op vragen bij het proefje kunnen invullen. Water stroomt 5.1 Water stroomt van hoog naar laag Dit proefje sluit aan bij blok 1 over NAP en waterbeheer. Inleiding Water stroomt van hoog naar laag. Dat is een eigenschap die we allemaal wel kennen van water. Stel je eens voor dat jij op het laagste punt woont op NAP 2 meter en dat het al dagenlang regent. Al het water uit de omliggende gebieden stroomt van hoog naar laag dus naar NAP 2 meter. Materiaal Zandbak Gieter Stukjes hout (kleine plankjes of blokken) Doen Maak in de zandbak een grote heuvel van zand en kleine heuveltjes. Zet kleine plankjes dwars op de helling en onder aan de heuvel. Giet nu water over de top van de heuvel. Waar stroomt het water heen? Schrijf dit op. Het water stroomt vanaf de heuvel naar Het water gaat recht naar beneden over de plankjes / gaat met een bocht langs de plankjes / anders, namelijk: Wat leer je hiervan?. Resultaat Het doel van dit proefje is zichtbaar te maken hoe water van hoog naar laag stroomt. Hetzelfde gebeurt in ons landschap. In hoge gebieden zoals bij Ter Aard (13 meter boven NAP) stroomt het (regen)water naar gebieden die lager liggen. Het stijgen van de zeespiegel / klimaatsverandering 5.2 IJs smelt Dit proefje sluit aan bij blok 3 over veiligheid nu en in de toekomst en specifiek bij het tekstblok Hoger en hoger op pagina 7 van de Drogevoetenkrant. U kunt voor de leerlingen een werkblad maken waar ze ook de antwoorden op in kunnen vullen. Inleiding Het klimaat verandert. De temperatuur op aarde stijgt en hierdoor smelt het ijs op de Noordpool, Zuidpool en Groenland. Het ijs van de Noordpool ligt al in het water, maar smelt het ijs dat op land ligt, zoals op de Zuidpool en op Groenland, dan komt er meer water in de zee. Daardoor stijgt de zeespiegel. Materiaal 2 gelijke kleine bakjes, genummerd: bakje 1 en 2 Stukje fijn gaas - 20 -

Dienblad Föhn Doen In bakje 1 maken we het ijs in zee en in bakje 2 het ijs op land. Doe in bakje 1 twee ijsklontjes, dit zijn ijsbergen in zee. Vul nu beide bakjes tot aan de rand met water. En zet ze op een dienblad. Leg op het bakje zonder ijsklontjes (bakje 2) een stukje gaas. Leg op dit stukje gaas twee ijsklontjes. Dit is het ijs op land. Verwarm nu beide bakjes met de föhn gedurende drie minuten. Schrijf op wat er met het water in beide bakjes gebeurt. Bakje 1, de ijsbergen in zee: Bakje 2, het ijs op het land: Wat leer je hiervan? Resultaat Dit proefje laat zien dat smeltend ijs dat in water ligt, er niet voor zorgt dat het water in het bakje (de zeespiegel) stijgt. Smelt het ijs dat op het gaasje (land) ligt, dan stijgt het water in het bakje wel. Dus niet het ijs van de Noordpool zorgt voor de stijgende zeespiegel als het smelt, maar het ijs op de Zuidpool en Groenland. 5.3 Plensbuien Dit proefje sluit aan bij blok 3 over veiligheid nu en in de toekomst en specifiek bij het tekstblok hoger en hoger op pagina 7 van de Drogevoetenkrant. Inleiding De aarde is nu gemiddeld één graad warmer dan dertig jaar geleden. We hebben steeds vaker last van heftige regenbuien. Al het water dat op de stoep en de straat valt komt in het riool terecht. Wanneer er veel regen in een relatief korte tijd valt (plensbui), kan al het water niet ineens door het riool afgevoerd worden. De straat stroomt dan over. De gemeente kan de plensbuien niet tegen houden. Het waterschap ook niet. Wel probeert het waterschap er samen met de gemeente voor te zorgen dat er veel regenwater de grond in kan zakken of kan wegstromen naar een gebied waar het niet gevaarlijk is. Materiaal Een grote gieter Stopwatch Twee locaties buiten: een stuk straat (bij voorkeur beton) en een stuk gras. Doen Vul de gieter met water. Gooi de gieter leeg boven de straat/beton. Meet de tijd met de stopwatch: hoe lang doet het water erover om weg te zakken in de grond? Vul de gieter weer met water. Zorg ervoor dat de gieter even vol zit. Gooi de gieter nu leeg boven een grasveld. Meet de tijd met de stopwatch: hoe lang doet het water er nu over om weg te zakken in de grond? Als jij de beslissing mag nemen waar jouw huis komt, kies jij dan voor een omgeving met steen en beton of voor een omgeving met gras? Waarom? Resultaat Dit proefje toont aan dat water dat op beton valt, veel trager wegloopt dat wanneer het op een stuk open grond (gras) valt. Het doel is te laten zien dat het belangrijk is om in bebouwde gebieden water altijd genoeg ruimte te geven om weg te lopen. Een tuin met open grond is bijvoorbeeld beter voor afwatering dan een betegelde tuin. - 21 -

Ruimte maken voor water 5.4 Kronkelend water Dit proefje sluit aan bij blok 3 over veiligheid nu en in de toekomst en specifiek bij het tekstblok Kronkelende beekjes op pagina 7 van de Drogevoetenkrant. Inleiding Water stroomt van hoog naar laag. Het water heeft een bepaalde tijd nodig om van hoog naar laag te stromen. Stel je hebt een beek met allemaal bochten. Het water stroomt nu ook van hoog naar laag, maar dan via allerlei bochten. De weg die het water aflegt, is langer en door de kronkels neemt de stroomsnelheid van het water af. Tussen het hoogste en het laagste punt is het water langer onderweg. Materiaal Stuk tuinslang van 1 meter Stuk tuinslang van 2 meter Klemmen Paal of bord Gieter 2 emmers Voorbereiding Maak van een tuinslang een stuk van 1 meter en een stuk van 2 meter. Zet de stukken tuinslang met klemmen vast op een paal of bord. Het ene stuk slang loopt recht naar beneden. Het andere stuk slang wordt in allerlei bochten vastgezet op de paal, ook verticaal. De afstand van A naar B is beide keren hemelsbreed gelijk. Doen Zet onder beide slangen een emmer. Giet nu tegelijkertijd eenzelfde hoeveelheid water in de slang. Uit welk slang komt het eerst water? Wat is waar? - Uit de rechte slang komt het eerst water. - Uit de slang met kronkels komt het eerst water. Wat leer je hiervan? Resultaat Het doel van deze proef is te laten zien dat water trager loopt en het langer onderweg is als het in een kronkelende vorm stroomt. Hetzelfde gebeurt in ons landschap. Waterschappen maken beken weer kronkelend, zodat het water meer ruimte krijgt en langer onderweg is. Het beheergebied van het waterschap Noorderzijlvest omvat nu het noorden en westen van de provincie Groningen, de kop van Drenthe en het Friese deel van het Lauwersmeergebied. - 22 -